Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek Voltijd duaal. Hogeschool Utrecht



Vergelijkbare documenten
Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Bouwkunde Voltijd duaal. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Geodesie/ Geo-Informatica Voltijd duaal. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde Voltijd. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Milieukunde Duaal. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica voltijd/deeltijd Faculteit voor Natuur & Techniek. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Informatica voltijd/deeltijd/duaal Faculteit voor Natuur & Techniek. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek/ Life Sciences voltijd/deeltijd/duaal. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Chemische Technologie voltijd/duaal en Associate degree-programma. Hogeschool Utrecht

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Chemie voltijd/deeltijd/duaal. Hogeschool Utrecht

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

De 6 Friesland College-competenties.

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bewegingstechnologie van De Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-bachelor HBO-Rechten van Capabel Hogeschool

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Student Company op het hbo. Stappenplan

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Human Resource Management van de Saxion Hogeschool

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

OPSTELLEN EINDKWALIFICATIES OPLEIDING

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus RM GRONINGEN

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Besluit. College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

De NVAO beoordeelt het onderwerp doelstellingen opleiding derhalve voldoende.

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

Besluit. College van Bestuur van de Christelijke Hogeschool Windesheim Postbus GB ZWOLLE

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Besluit. Raad van bestuur. Saxion Hogescholen. Postbus KB ENSCHEDE

Bijlage A Competenties van de opleiding

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Applied Science van de Zuyd Hogeschool

Besluit. College van Bestuur Hogeschool Rotterdam Postbus HA ROTTERDAM

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

FORMULIER STRATEGISCHE THEMA S OPLEIDING [NAAM]: INSTITUUT: (G)OC: INSTITUUTSDIRECTEUR: DATUM:

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

Adviesrapport accreditatie. hbo bacheloropleidingen Bouwkunde & Civiele Techniek voltijd. Saxion

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-master Engineering van de Hogeschool Utrecht

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bestuurskunde/Overheidsmanagement van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

PEER REVIEWS. Managementgroep Interactum September 2014

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Communicatie van de NHL Hogeschool

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor

Bachelor Built Environment

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

Doelstellingen Onderwerp niet behandeld tijdens de verkorte procedure na tijdelijke erkenning.

Rapport ten behoeve van Accreditatie hbo bachelor opleiding Algemene Operationele Technologie Voltijd Deeltijd - Duaal

Besluit. College van bestuur. Hanzehogeschool Groningen. Postbus RM GRONINGEN

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Adviesrapport accreditatie. hbo bacheloropleiding Communicatie voltijd/deeltijd/duaal Hogeschool van Amsterdam

Besluit. College van Bestuur Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Postbus EJ ARNHEM

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Oefentherapie Cesar van de Hogeschool Utrecht

Besluit. College van bestuur. Hogeschool Leiden. Postbus AJ LEIDEN

Profiel. Opleidingsmanager HBO-Rechten. 10 mei Opdrachtgever Hogeschool van Amsterdam Faculteit Maatschappij en Recht

es Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor

AVANS Hogeschool. HBO-Bachelor Civiele Techniek

Jan des Bouvrie Academie, interior design & styling - hbo bachelor

juli juli 2015

Beoordelingskader Kader voor de beperkte toets nieuw Associate-degree (Ad-)programma van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 9832).

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

{nvao. Uit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Technische Informatica van de Hogeschool Dirksen B.V.

Besluit strekkende tot een oordeel voldoende van een aanvraag toets nieuw Associate-degreeprogramma Logistiek Management van de Hogeschool Rotterdam

Besluit. Hogeschool Schoevers. T.a.v. mevrouw drs. R. van t Klooster Algemeen directeur Europalaan KR UTRECHT

Wendbaar en waarde(n)vol onderwijs!

Associate degree Deeltijd

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Lifestyle Adviseur voltijd - deeltijd. Hogeschool Hanzesteden

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

BASISGGEVENS. Naam Functie

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Bedrijfskunde van de Hogeschool NCOi

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Adviesrapport accreditatie. hbo-bacheloropleiding Communicatiesystemen voltijd Hogeschool Utrecht

Adviesrapport accreditatie. hbo bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken Voltijd, duaal Hanzehogeschool Groningen

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde voltijd - deeltijd. Hogeschool van Amsterdam

Besluit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor Business IT & Management van de Hogeschool Rotterdam

Adviesrapport accreditatie

2. Bevindingen met betrekking tot het VBI-rapport

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding hbo-bachelor. Hogeschool Utrecht

OPLEIDINGSMANAGER MARKETING, SALES & TRADE

Besluit. College van bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding HBO-Rechten voltijd - deeltijd. Hogeschool Utrecht

Adviesrapport accreditatie

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Master of Laws De Master Legal Management (MLM) is in 2014 gestart als een door de NVAO geaccrediteerde, onbekostigde masteropleiding.

Adviesrapport Accreditatie

Adviesrapport accreditatie

Adviesrapport Accreditatie HBO bachelor opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde voltijd. Saxion Hogeschool Enschede

College van Bestuur. Hogeschool van Amsterdam. Postbus AX AMSTERDAM. 1. Inleiding

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Transcriptie:

Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek Voltijd duaal Hogeschool Utrecht

Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E info@hobeon.nl Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek Voltijd duaal Hogeschool Utrecht CROHO nr. 34279 Hobéon Certificering BV Datum: 14 december 2010 Auditteam: Drs. R.B. van der Herberg Ir. W.J. van Niekerk Ir. D. Stoelhorst S. Marges Secretaris: Drs. L. Blom- Van Veen H. Bleijs (proces)

INHOUDSOPGAVE DEEL 1 1 1. MANAGEMENT SAMENVATTING 1 1.1. INTEGRAAL ADVIES 1 1.2. ALGEMENE GEGEVENS 1 1.3. BEOORDELING OP FACULTEITS- EN OPLEIDINGSNIVEAU 1 1.4. SAMENSTELLING AUDITTEAM 1 1.5. SAMENVATTENDE BEOORDELING 2 2. INLEIDING 5 3. KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING 7 4. VORIGE ACCREDITATIE 11 DEEL 2 13 5. ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 13 1. Doelstellingen opleiding 13 Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen 13 Facet 1.2. Niveau: Bachelor 16 Facet 1.3. Oriëntatie HBO 18 2. Programma 19 Facet 2.1. Eisen HBO 19 Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 23 Facet 2.3. Samenhang programma 27 Facet 2.4. Studielast 29 Facet 2.5. Instroom 31 Facet 2.6. Duur 33 Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 34 Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 36 3. Inzet van personeel 38 Facet 3.1. Eisen HBO 38 Facet 3.2. Kwantiteit personeel 40 Facet 3.3. Kwaliteit personeel 42 4. Voorzieningen 45 Facet 4.1. Materiële voorzieningen 45 Facet 4.2. Studiebegeleiding 46 5. Interne kwaliteitszorg 49 Facet 5.1. Evaluatie resultaten 49 Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering 51 Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 53 6. Resultaten 55 Facet 6.1. Gerealiseerd niveau 55 Facet 6.2. Onderwijsrendement 57 6. OORDEELSCHEMA 61 7. BIJLAGEN 63 BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERS 65 BIJLAGE II Kwantitatieve gegevens van de opleiding 67 BIJLAGE IIIa Curricula Vitae auditoren Generieke audit 69 BIJLAGE IIIb Curriculae Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren 71 BIJLAGE IV Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels Hobéon 78 BIJLAGE V Bestudeerde documenten 81

DEEL 1 1. MANAGEMENT SAMENVATTING 1.1. Integraal advies Hobéon Certificering adviseert de NVAO de hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, verzorgd door de Hogeschool Utrecht, Croho nummer 34279, in beide varianten te accrediteren. Dit advies is in onderhavig rapport gefundeerd. 1.2. Algemene gegevens Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Varianten van de opleiding: Locatie van de opleidingen: Faculteit Natuur & Techniek, Hogeschool Utrecht hbo Bacheloropleiding Civiele Techniek voltijd, duaal Utrecht Naam VBI: Hobéon Certificering b.v. Datum visitatie(fnt, generiek): 20 april 2010 Datum visitatie opleiding: 21 april 2010 Datum adviesrapport: 14 december 2010 1.3. Beoordeling op faculteits- en opleidingsniveau Op verzoek van de Hogeschool Utrecht heeft Hobéon Certificering beoordelingen uitgevoerd op faculteits- en opleidingsniveau. Op faculteitsniveau is beoordeeld of de FNT de processen beheerst en borgt betreffende: Doelstellingen, Inzet Personeel, Voorzieningen, Interne Kwaliteitszorg en Rendementen. Deze onderwerpen corresponderen deels met de onderwerpen 1, 3, 4, 5 en 6 uit het NVAO accreditatiekader. De uitkomsten van deze generieke audit dienden als basis voor de audits op opleidingsniveau. Bij de opleidingsaudit is beoordeeld hoe de opleiding invulling geeft aan het FNT-beleid en -doelstellingen en zijn het programma, de personeelskwaliteit, opleidingsspecifieke voorzieningen en het gerealiseerd niveau beoordeeld. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland (14 februari 2003). 1.4. Samenstelling auditteam Het auditteam bij de opleidingsaudit bestond uit de volgende personen: Drs. R.B. van der Herberg, voorzitter, partner Hobéon Groep; Ir. W.J. van Niekerk, werkvelddeskundige, directeur Bam Infraconsult; Ir. D. Stoelhorst, vakdeskundige, directeur Betonvereniging; S.J. Marges, 3 e jaars student Civiele Techniek aan De Haagse Hogeschool; H. Bleijs, processecretaris, adviseur Hobéon; Drs. L. Blom-van Veen, secretaris Hobéon, zelfstandig adviseur met focus op kwaliteitszorg binnen onder andere het hoger beroepsonderwijs. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 1

De audit op facultair niveau is uitgevoerd op 20 april 2010. Het auditteam bestond uit de volgende personen: Drs. R.B. van der Herberg, voorzitter, partner Hobéon Groep; Prof. ir. J.J.M. Cauberg, Vak/ werkvelddeskundige, Emeritus hoogleraar Bouwfysica en Klimaatontwerp en Directeur Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV; M.E. Cohen, werkvelddeskundige, Architect en oprichter en voormalig directeur/partner van Architectenbureau CEPEZED; B. van der Meer, student Bouwkunde aan De Haagse Hogeschool; H. Bleijs, processecretaris, adviseur Hobéon; Drs. L. Blom-van Veen, secretaris Hobéon, zelfstandig adviseur kwaliteitszorg. Zie voor de auditprogramma s Bijlage 1. Voor Curricula Vitae zie Bijlage III. 1.5. Samenvattende beoordeling De Hogeschool Utrecht is een hogeschool met een sterk generieke aansturing op facultair- en instituutsniveau. Bij de opleiding Civiele Techniek is deze aansturing waarneembaar. In het rapport zijn derhalve naast opleidingsspecifieke passages ook passages op faculteits- en instituutsniveau opgenomen. Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding Civiele Techniek op de volgende overwegingen: Algemeen beeld Het auditteam kenschetst het docententeam van de opleiding Civiele Techniek als gedreven, capabel en stabiel. Het team biedt studenten een opleiding die beroepsgericht en actueel is. Hiertoe zet de opleiding (gast)docenten in met een achtergrond in het werkveld en is er veel aandacht voor de praktijkgerichtheid van de studieopdrachten, die steeds meer uit de beroepspraktijk verkregen worden. Daarnaast ligt een sterk accent op het voorbereiden van de student op het multidisciplinaire karakter van het vakgebied. Dit komt tot uiting in het competentieprofiel, in de onderwijsvorm (thematisch projectonderwijs) en met name doordat binnen het Instituut Gebouwde Omgeving (IGO) groeiende aandacht is voor kruisbestuiving tussen de opleidingen. De opleiding profileert zich breed en technisch en is nationaal georiënteerd op Nederland, zonder daarbij het internationale aspect uit het oog te verliezen. De opleiding richt zich op natte en droge waterbouwkunde, infrastructurele werken en projectmanagement. Ook is aandacht voor duurzaamheid, een centraal thema binnen de FNT. De studenten herkennen bovenstaand opleidingsprofiel. Het werkveld en het auditteam herkennen dit profiel in de studenten en in het afstudeerwerk. Studenten waarderen de inhoud van de opleiding, de praktijkkennis van docenten en de actualiteit van de opleiding zeer. Er is groeiende aandacht voor de onderzoekscomponent binnen de opleiding met name door de invloed van de lectoraten op het onderwijs. Onderwerp Doelstellingen opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: Het IGO en de onderhavige opleiding nemen actief deel aan landelijk overleg op initiatief van de Hoger Onderwijs Groep Bouw en Ruimte (HOG B&R), waarin de gezamenlijke opleidingen met elkaar gekomen zijn tot domeincompetenties (gerelateerd aan de Dublin Descriptoren) en opleidingscompetenties voor de Bachelor of Built Environment (BBE) en waarin ook het relevante beroepenveld betrokken is bij validatie en actualisering van het beroepsprofiel. Op deze wijze is geborgd dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij het internationaal gedefinieerde bachelorniveau en de eisen vanuit het beroepenveld. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 2

Alle facetten van onderwerp 1 ( Doelstellingen opleiding ) worden als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie goed voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als extra aantekening bij het oordeel toegevoegd. Onderwerp Programma: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: De opleiding biedt een actueel programma en zorgt er op diverse manieren voor dat studenten in een op de praktijk gerichte leeromgeving de kennis en vaardigheden ontwikkelen die zij nodig hebben in de beroepspraktijk. Het programma toont een duidelijke samenhang tussen kennis en (beroeps)vaardigheden, tussen theorie en praktijk en tussen het binnenschoolse- en het buitenschoolse deel. De beroepsgerichtheid komt tot uiting in het gebruik van relevante vakliteratuur, docenten die tevens in de praktijk werkzaam zijn, gastdocenten afkomstig uit het werkveld, maar met name doordat veel aandacht is voor het leren in een zo realistisch mogelijke (praktijk)omgeving. Tevens verzorgen IGO en de opleiding voor studenten in samenwerking met het Kenniscentrum afstudeerateliers. Het doel van de afstudeerateliers is dat studenten tijdens het afstuderen efficiënt met elkaar leren overleggen opdat er een zo goed mogelijk afstudeerresultaat wordt bereikt. Civiele Techniek studenten zijn zeer positief over de afstudeerateliers. In samenwerking met het lectoraat van de Hogeschool, ICT en hoger onderwijs is de Methodiek Ontwerpprojecten ontwikkeld. Bij deze methodiek komen naast het oplossen van een praktijkvraag van een realistische (bestaande) opdrachtgever ook een antwoord op een kennisvraag van een kennisinstituut en een competentievraag van een student aan de orde. Het bijzondere van deze methodiek is ook dat studenten van andere opleidingen, instituten en faculteiten samen kunnen werken in één project, waarbij ieder zijn of haar eigen vragen beantwoordt. De reactie van studenten op deze methodiek is positief. Met behulp van de lectoraten van het Kenniscentrum werkt de opleiding thans aan de explicitering en versterking van de onderzoekscomponent binnen het programma. Studenten van de opleiding volgen wekelijks voldoende contacturen om de competenties te kunnen behalen. Tot voor kort bevonden met name de duale studenten de studie te licht. Op dit punt is actie ondernomen door de opleiding. De opleiding hanteert sinds 2008 de FNT vernieuwde visie op toetsen en beoordelen dat aan de hand van professionele criteria gericht is op de beroepsopdrachten en de ontwikkeling van de student. Onderwerp Inzet van Personeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: De opleiding zet voldoende personeel in dat aantoonbare banden heeft met de beroepspraktijk. Studenten geven aan dat docenten soms lastig bereikbaar zijn per email, maar dat zij in de faculteit goed benaderbaar zijn. Op het niveau van de opleiding en op het niveau van de individuele docent, opereert de opleiding binnen een professioneel netwerk waarvan zij aantoonbaar gebruik maakt, met name ten behoeve van onderwijsontwikkeling en uitvoering. In strategisch opzicht liggen hier nog mogelijkheden. Binnen de faculteit streeft men naar het ontwikkelen van kennis bij de medewerkers om diverse rollen als docent, coach, studieloopbaanbegeleider en onderzoeker te kunnen bekleden. Hiertoe zijn er scholingsmogelijkheden. Onderwerp Voorzieningen: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 3

Civiele Techniek kent in het opleidingsprogramma projectonderwijs en flankerend onderwijs in de vorm van practica, hoorcolleges en klassikaal onderwijs. De ruimtelijke en ICTvoorzieningen zijn hierop toegespitst en grotendeels toereikend. De mediatheek (uitgebreid en breed assortiment) is van hoge kwaliteit en er is ruimte voor practica. Studenten zijn tevreden over de voorzieningen. Het systeem van studiebegeleiding is gericht op inhoudelijke begeleiding, stagebegeleiding en studieloopbaan begeleiding. Op het vlak van studieloopbaanbegeleiding en informatievoorziening (onder andere het bekend maken van resultaten) worden momenteel verbeteringen doorgevoerd om de studenttevredenheid te verhogen. Eén facet van onderwerp 4 ( Voorzieningen ) wordt als goed beoordeeld voor beide varianten deze opleiding, wat een kwalificatie goed voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als extra aantekening bij het oordeel toegevoegd. Onderwerp Interne Kwaliteitszorg: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: De FNT heeft een adequaat integraal kwaliteitszorgsysteem ontwikkeld en geïmplementeerd, op basis waarvan voortdurend naar verbetering van de organisatie wordt gestreefd. Met de belangrijke stakeholders, zoals studenten, stagebegeleiders en het afnemend werkveld, vinden evaluaties plaats. Het auditteam heeft vastgesteld dat zowel op FNT - als op IGO- en opleidingsniveau gerichte verbeteracties zijn ondernomen. Op het niveau van de opleiding hanteert het opleidingsteam diverse instrumenten om de kwaliteit van het onderwijs, de docenten en het eindwerk te borgen. Onderwerp Resultaten: voldoende Het oordeel van het auditteam over beide facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid: De afstudeerwerkstukken weerspiegelen, naar het oordeel van het auditteam, in voldoende mate de reikwijdte, het niveau en de beroepsgeoriënteerdheid van de opleiding. De FNT heeft ambitieuze streefcijfers gesteld ten aanzien van rendementen. Rendementscijfers wijzen uit dat deze streefcijfers voor de opleiding Civiele Techniek niet gehaald worden. De opleiding onderneemt actie om de rendementen te verbeteren. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 4

2. INLEIDING Beoordeling op faculteits- en opleidingsniveau Op verzoek van de Hogeschool Utrecht heeft Hobéon Certificering beoordelingen uitgevoerd op faculteits- en opleidingsniveau. Op faculteitsniveau is beoordeeld of de FNT de processen beheerst en borgt betreffende: Doelstellingen, Inzet Personeel, Voorzieningen, Interne Kwaliteitszorg en Rendementen. Deze onderwerpen corresponderen deels met de onderwerpen 1, 3, 4, 5 en 6 uit het NVAO accreditatiekader. De generieke audit op faculteitsniveau is uitgevoerd voorafgaand aan de audits van de afzonderlijke opleidingen van de faculteit en diende als basis hiervoor. Bij de opleidingsaudit is beoordeeld hoe de opleiding invulling geeft aan het FNT-beleid en doelstellingen. Daarnaast zijn het programma, de personeelskwaliteit, de opleidingsspecifieke voorzieningen en het gerealiseerd niveau beoordeeld. Het bereik van de generieke audit strekt zich uit over de opleidingen die in 2011 geaccrediteerd worden, te weten: Built Environment-opleidingen; ICT-opleidingen; AOT (Algemene Operationele Techniek) en Applied Science-opleidingen. In de rapporten van deze opleidingen zijn bevindingen en overwegingen opgenomen, ontleend aan de generieke en de opleidingsaudit. Daarnaast hebben de Built Environment-opleidingen, behorende bij het Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO), een aantal kenmerken gemeenschappelijk. In dit rapport worden telkens drie niveaus bediend: faculteit, instituut en opleiding. Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbo bacheloropleiding Civiele Techniek verzorgd door het bachelordomein Built Environment van Hogeschool Utrecht Croho nummer 34279. De opleiding wordt aangeboden in de varianten voltijd en duaal. Als basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering dienden twee Management Reviews (een op generiek- en een op opleidingsniveau) en de bijbehorende onderliggende documenten. Bij het onderzoek is het beoordelingskader Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland (14 februari 2003) gehanteerd. De opleidingsaudit vond plaats op 21 april 2010. Het programma van de audits is opgenomen in Bijlage I. Het auditteam bestond uit de volgende personen: drs. R.B. van der Herberg, voorzitter, partner Hobéon Groep; Ir. W.J. van Niekerk, werkvelddeskundige, directeur Bam Infraconsult; Ir. D. Stoelhorst, vakdeskundige, directeur Betonvereniging; S.J. Marges, student Civiele Techniek Haagse Hogeschool; H. Bleijs, processecretaris, adviseur Hobéon; drs. L. Blom-van Veen, secretaris Hobéon, zelfstandig adviseur kwaliteitszorg. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 5

voorzitter drs. R.B. van der Herberg, senioradviseur/partner Hobéon werkvelddeskundige ir. W. van Niekerk vakdeskundige ir. D. Stoelhorst student S.J. Marges secretaris drs. L. Blom-van Veen werkveld vak / discipline x x x x x onderwijs x x kwaliteitszorg /audit x x studentperspectief x Bij het samenstellen van het auditteam heeft Hobéon Certificering er zorg voor gedragen, dat de voor de beoordeling van de opleiding Civiele Techniek noodzakelijke expertise aanwezig is. Expertise met betrekking tot de onderwijskundige aspecten (i.c. het primaire proces, de ondersteunende processen en de organisatorische context) en expertise met betrekking tot de inhoudelijke aspecten (i.c. het programma in relatie tot het specifieke domein). De audit op facultair niveau heeft plaatsgevonden op 20 april 2010. Zie voor programma Bijlage I.) Het auditteam bestond uit de volgende personen: Drs. R.B. van der Herberg, voorzitter, partner Hobéon Groep; Prof. ir. J.J.M. Cauberg, Vak/ werkvelddeskundige, Emeritus hoogleraar Bouwfysica en Klimaatontwerp en Directeur Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV; M.E. Cohen, werkvelddeskundige, Architect en oprichter en voormalig directeur/partner van Architectenbureau CEPEZED; B. van der Meer, student Bouwkunde aan De Haagse Hogeschool; H. Bleijs, processecretaris, adviseur Hobéon; Drs. L. Blom-van Veen, secretaris Hobéon, zelfstandig adviseur kwaliteitszorg. Voor Curricula vitae zie Bijlage III. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar. voorzitter drs. R.B. van der Herberg, senioradviseur/partner Hobéon vak/ werkvelddeskundige prof. ir. J.J.M. Cauberg, Emeritus hoogleraar Bouwfysica en Klimaatontwerp en Directeur Cauberg- Huygen Raadgevende Ingenieurs BV werkvelddeskundige M.E. Cohen, Architect en oprichter en voormalig directeur/partner van Architectenbureau CEPEZED student B. van der Meer, derdejaars student Bouwkunde aan De Haagse Hogeschool secretaris drs. L. Blom-van Veen, zelfstandig adviseur kwaliteitszorg werkveld vak / discipline onderwijs x x x x x x x kwaliteitszorg /audit x x studentperspectief x Voor de curricula vitae: zie Bijlage III. Voor de werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels: zie Bijlage IV. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 6

3. KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING Faculteit Natuur & Techniek De Faculteit Natuur & Techniek (FNT) is met 6.350 (jan. 2010) bachelorstudenten één van de zes faculteiten van de Hogeschool Utrecht (HU). De faculteit bestaat uit vier instituten: IGO (Instituut voor Gebouwde Omgeving), ILC (Institute for Life Sciences & Chemistry), ICT en Engineering. De instituten beslaan vier bachelordomeinen die verder onderverdeeld zijn in clusters van opleidingen. De vier bachelordomeinen zijn: gebouwde omgeving (bachelor of Built Environment), life sciences & chemistry (bachelor of Applied Science), ICT (bachelor of ICT) en industrie (bachelor of Engineering). Naast de genoemde instituten zijn er de academie waarin de masteropleidingen zijn ondergebracht, het facultaire Kenniscentrum Technologie & Innovatie en het Centrum voor Natuur & Techniek voor het commercieel cursusaanbod. Het onderwijs vindt voornamelijk in Utrecht op drie locaties plaats. 25% van de studenten van FNT doen de studie in deeltijd of duaal. De faculteit geeft aan door maatwerk in te spelen op deze (voornamelijk) volwassenen met enkele jaren werkervaring. Utrechtse Ingenieur De ingenieur die de FNT wil afleveren is een ondernemende teamworker en een integraal denker, die vakkennis toepast op unieke problemen, vindingrijk is en nieuwe kennis ontwikkelt en reflectief lerend vermogen heeft. Het begrip Utrechtse Ingenieur is door de FNT als streefbeeld ingegeven door de permanente dialoog met het werkveld. Daar wordt dit beeld herkend en (ambitieus maar) valide bevonden. FNT is wel van mening dat het concept Utrechtse Ingenieur nog inhoudelijk versterkt kan worden. Aandacht voor vernieuwing Op facultair niveau is er sprake van een vijftal strategische ontwikkelingen (Ketens; Leren=Werken en Werken=Leren; Onderzoek; Partnerships; en Masters en Promovendi) die in de opleidingen hun uitwerking krijgen in een flink aantal vernieuwingstrajecten. FNT heeft strategisch beleid ontwikkeld, dat onder de naam Ontplooiing op heldere wijze richting geeft aan hoe de faculteit de geformuleerde strategische doelen gaat realiseren. Men streeft hierbij naar een cultuur waarin men gezamenlijk de projecten draagt en met elkaar de tijd neemt om hieraan te werken. Zie verder facet 1.1. Eén van de meest belangrijke projecten is het programma Leren=Werken=Leren (L=W=L). Dit programma is in 2006 ontwikkeld omdat het de FNT, naar eigen zeggen, aan een duidelijke onderwijsvisie ontbeerde. In L=W=L zijn de diverse trajecten die op het gebied van projectonderwijs binnen de FNT liepen opgepakt en gestructureerd onder één noemer. De faculteit probeert doelbewust voorbeelden van Best Practices te benutten of te laten benutten. De mogelijkheden om binnen de FNT nog dwarsverbanden te benutten zijn nog niet uitgeput. L=W=L zal in de toekomst in innoverende en structurerende zin in het curriculum verder geoperationaliseerd worden. De wisselwerking tussen het kenniscentrum en het onderwijs krijgt in een aantal activiteiten gestalte. Binnen het facultaire Kenniscentrum Technologie & Innovatie legt het thema People, process and technology de verbinding tussen de verschillende lectoraten. Dit betekent dat elk lectoraat aantoonbaar gericht is op het samenspel van mens/maatschappij, processen, en technologie, terwijl maatschappelijke thema s als duurzaamheid, gezondheid, leefomgeving en veiligheid prominent in het onderzoeksprogramma aanwezig zijn. Een goed voorbeeld van samenwerking tussen lectoraten en FNT is de ontwikkeling van de methodiek ontwerpprojecten waarin praktijk, competentieontwikkeling en ontwikkeling van nieuwe kennis centraal staan. Zie verder facet 1.1. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 7

Samenwerking met het werkveld Op faculteitsniveau is het beleid erop gericht dat de aansluiting van de eindkwalificaties van de opleidingen van FNT op het beroepenveld, naast het inzicht van docenten en de ervaringen opgedaan tijdens de begeleiding van stages en afstudeeropdrachten, mede bepaald wordt door samenspraak met het relevante beroepenveld. De Beroepenveldcommissie (BVC) speelt binnen de FNT een belangrijke rol bij de actualisering van het curriculum en de aansluiting op het beroepenveld en komt minimaal eenmaal per jaar bijeen. Daarnaast is er het College van Toezicht (CvT) dat de kwaliteit en het niveau van de afgestudeerden aan de hand van de eindkwalificaties toetst. Het CvT adviseert het clustermanagement over de verbetermaatregelen ten aanzien van de kwaliteit van afgestudeerden. Zie ook facet 1.1. Het Instituut voor Gebouwde Omgeving Het Instituut voor Gebouwde Omgeving (IGO) omvat zes opleidingen en maakt deel uit van de Faculteit voor Natuur en Techniek (FNT) van de Hogeschool Utrecht. Het is verdeeld in twee clusters. De opleiding Civiele techniek behoort samen met Geodesie/ Geo-Informatica, Milieukunde en Ruimtelijke Ordening en Planologie tot het cluster Ruimte en Infra. Het cluster Bouw omvat Bouwkunde en Bouwtechnische Bedrijfskunde. Gezamenlijk eerste semester Alle eerstejaars voltijdstudenten van IGO volgen in het eerste semester hetzelfde programma (S1G). Gedurende dit eerste half jaar krijgen zij een breed beeld van de onderwerpen en beroepen van de gebouwde omgeving en de onderlinge samenhang. Zo zijn er de projecten Regie Stedelijke Vernieuwing en Duurzaam Rijnenburg waarin eerstejaars studenten integraal werken aan een opdracht van een externe opdrachtgever (zie facet 2.2.). Aansluitend op dit gezamenlijke eerste semester kan er zonder studievertraging eventueel van opleiding worden veranderd. Excellente studenten Binnen het Instituut voor Gebouwde Omgeving is een honoursprogramma opgezet voor excellente studenten om op onderdelen een hoger niveau dan regulier te realiseren. Voor deze studenten zijn in samenwerking met de lectoraten extra opdrachten te volgen waarin de onderzoekscomponent extra aangezet is. Het honoursprogramma heeft onder studenten nog niet de status die het zou moeten of kunnen hebben. Opleiding Civiele Techniek In dit rapport treft u de opleiding Civiele Techniek aan. In 1910 is door de Nederlandse Aannemersbond een Middelbare Technische School voor Bouwkunde opgericht waar naast Burgerlijke Bouwkunde de opleiding Waterbouwkunde gegeven werd. In de jaren 80 volgde aansluiting bij de Hogeschool Utrecht in de sector Bouwnijverheid. Het Instituut Gebouwde Omgeving is de opvolger van de sector Bouwnijverheid. De duale opleidingsvariant is drie jaar geleden ontstaan vanuit de opleiding projectmanagement Infra. In Nederland bieden twaalf hogescholen en twee technische universiteiten een bacheloropleiding Civiele Techniek aan, waarvan vijf hogescholen tevens een duale variant aanbieden. In 2009 had de onderhavige opleiding aan de HU met betrekking tot de instroom een marktaandeel van 12,5% (voltijd en duaal). Het huidige marktaandeel van de opleiding is 8,8 % voor de voltijd- en 36,5 % voor de duale opleiding. Zie verder facet 6.2. De opleiding in Utrecht richt zich op natte en droge waterbouwkunde, infrastructurele werken en projectmanagement. In samenwerking met een van de lectoraten heeft de opleiding hier een accent opgelegd. Ook is extra aandacht voor duurzaamheid, dat momenteel binnen de FNT een centraal thema is. In Utrecht krijgen planologie en verkeerskunde, in vergelijking met andere Civiele Techniek opleidingen in Nederland, relatief weinig aandacht, deze gebieden krijgen namelijk binnen de FNT aandacht in de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 8

De opleiding richt zich op de volgende doelgroepen: havo/vwo-gediplomeerden met profiel Natuur & Techniek en Natuur & Gezondheid, en mbo-gediplomeerden Civiele Techniek, al dan niet met werkervaring. De opleiding is sterk verankerd in het beroepenveld. Dit sluit aan bij het programma Leren=Werken=Leren zoals eerder genoemd. De student legt tijdens zijn studie de relatie met de praktijk middels stage, docenten die deels in de praktijk werkzaam zijn, colleges van gastdocenten en recent ook doordat de student realistische projectopdrachten uitvoert die verkregen worden uit de praktijk van reële opdrachtgevers, bijvoorbeeld in afstudeerateliers (zie facet 2.1.). De opleiding leidt op voor de Nederlandse markt, waarbij internationalisering niet uit het oog verloren wordt, omdat in principe iedere afgestudeerde internationaal actief kan worden. In het curriculum zijn derhalve internationale componenten terug te vinden, zoals excursies, minoren, stage- en uitwisselingsmogelijkheden. Daarnaast is er een internationale klas. Momenteel werkt de opleiding Civiele Techniek intensief aan de actualisering en verdieping van het opleidingsprogramma. Daarbij spelen actuele ontwikkelingen in de beroeppraktijk een belangrijk rol. In het jaarplan 2010 van IGO staan enkele belangrijke paradigmaverschuivingen waarop de opleiding wil anticiperen: Van bouwproces naar beheer van de gebouwde omgeving; Van tekenen in 2D naar vormgeven in 3D; Van ontwerper naar regisseur; Van techniek en dan de rest naar integraliteit (levensduur, omgeving, andere disciplines); Van techneut naar sociaal vaardig, ethisch verantwoord, maatschappelijk verantwoord, vertrouwen, transparantie. De opleiding wil bovendien de beroepsgerichtheid verder versterken door een vernieuwde beschrijving van de beroepsproducten in het competentieprofiel van de Utrechtse CiT-er. Het belang van kennis komt daarbij tot uitdrukking in een degelijke beschrijving van de body of knowledge, die nodig is om de beroepsproducten te kunnen maken. Verder wil de opleiding de begeleiding en beoordeling van de competentieontwikkeling richting Utrechtse ingenieur stroomlijnen door bij alle beroepsopdrachten binnen IGO hetzelfde beoordelingsmodel te gebruiken. De laatste vijf jaar is de onderzoekscomponent binnen de opleiding steeds belangrijker geworden, onder andere door de komst van lectoren, door opdrachten die van het Kenniscentrum afkomstig zijn, maar ook door de betrokkenheid van bedrijven met innovatieve opdrachten. De opleiding kent een voltijd variant en een duale variant. De opleiding kan in vier jaar (voltijds) of met vrijstellingen in drie jaar afgerond worden (bijvoorbeeld voor mbo ers en voor instromende studenten, die aantoonbaar al competenties of delen daarvan bezitten, die onderdeel uitmaken van de opleiding) en telt momenteel 261 studenten. De opleiding is gevestigd op de locatie Nijenoord. Er werkt een team van 28 docenten dat aangestuurd wordt door een teamleider. De voltijdopleiding Civiele Techniek bestaat uit acht semesters. Na de oriëntatie (S1) volgt een verdere kennismaking met het vakgebied (S2). In jaar twee volgt een verdere verdieping van de basis (S3 en S4). Daarna start de student met specialiseren. In het derde jaar met een semester voor vrije profileringruimte en een semester voor een specialisatiestage. In S7 kiest de student een afstudeerrichting en in het laatste semester studeert de student af op zijn gekozen specialisatie. De opleiding heeft een uitgebreide beschrijving opgenomen in de studiegids voltijd (2009/2010). Zie verder bij facet 2.2. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 9

Voor duale studenten is er in de studiegids duaal (2009/2010) een overzicht van alle varianten van het studieprogramma opgenomen. De duale studenten volgen het gemeenschappelijk semester niet, omdat zijn middels hun werksituatie geacht worden de kennis uit dit semester op te doen. Zij volgen een individueel gericht opleidingstraject dat onder andere wordt bepaald door vooropleiding en werkervaring, waarbij vanzelfsprekend dezelfde eindkwalificaties uitgangspunt en eindpunt zijn. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 10

4. VORIGE ACCREDITATIE FNT heeft in 2004 naar aanleiding van gehouden audits, accreditaties (2004/2005), ontwikkelingen binnen het onderwijs en het technisch beroepenveld en centraal HU beleid strategisch beleid opgesteld dat binnen de faculteit vorm kreeg onder de naam Ontplooiing. Door middel van het document Beleidsdoelen, sturing en innovatie periode 2004-2010 geeft de faculteit een heldere verantwoording van de totstandkoming, de uitvoering en de huidige gang van zaken van het strategisch plan Ontplooiing. De faculteit geeft onder andere door duidelijke tijdslijnen en toewijzing van verantwoordelijken (programmamanagers en stafdienst P&O) op heldere wijze richting aan hoe de vijf geformuleerde strategische doelen gerealiseerd gaan worden in de volgende programma s: 1. Ketens: verbetering van de doorstroom van studenten in de keten, waaronder instroomgroei en rendementsverbetering (einde in de loop van 2011). Zie ook facet 2.5; 2. Leren=Werken en Werken=Leren: expliciteren van een onderwijsvisie gericht op competentieleren, gefundeerd op een stevige kennisbasis (einde 31 december2009). Zie ook facet 2.7; 3. Onderzoek: het opzetten van toegepast onderzoek middels een onderzoeksagenda, lectoren en een kenniscentrum (afgerond in 2008); 4. Partnerships: het consolideren van werkveldcontacten om de externe oriëntatie te vergoten en daarmee actualiteit in de curricula en het onderzoek te brengen (afgerond in 2007). De verworvenheden zijn inmiddels opgenomen in de andere programma s; 5. Masters en Promovendi: het stimuleren van persoonlijke professionele groei als basis voor collectieve groei (afronding in 2017). Zie ook facet 3.3. In facet 1.1 wordt hierop verder ingegaan. De opleiding Civiele Techniek is in 2004 gevisiteerd en scoorde op alle onderdelen van het NVAO-accreditatiekader voldoende. De kwalificatie goed werd behaald voor de facetten 1.1 (Doelstellingen Opleiding) en 2.1, 2.2, 2.3 en 2.7 (Programma). Op 25 maart 2009 heeft een interne audit plaatsgevonden die gericht was op alle zes opleidingen binnen het IGO. Dit leidde tot de volgende uitkomsten: Sterkte punten: Een gedegen opleiding, zowel breed als technisch; Betrokken en kundige docenten die oog hebben voor de actualiteit van het beroepenveld; Een flexibel programma, waarin studenten accenten kunnen aanbrengen, passend bij hun ambities; Zeer goede contacten met het beroepenveld. Verbeterpunten: Verbetering van de communicatie met studenten en alert reageren op klachten in het bijzonder voor de duale studenten; Studenten en alumni sterker betrekken bij de ontwikkeling van het programma; Studieloopbaanbegeleiding verbeteren in verband met lage studenttevredenheid; Eenduidiger beoordeling van opdrachten; Het sneller bekend maken van cijfers; Meer aandacht voor struikelvakken binnen de opleiding (wis-, natuurkunde en mechanica) om studierendement te verhogen. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 11

Aandachtspunten en verbeterpunten naar aanleiding van de visitatie in 2005 en de interne audit in 2009 hebben geleid tot verbeteracties en zijn opgenomen in de jaarplannen en RGW afspraken (dit zijn afspraken in het kader van ResultaatGericht Werken ) met docenten. Zie facet 5.2. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 12

DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 5. ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk) Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Strategisch beleid FNT Door FNT is strategisch beleid, Ontplooiing, ontwikkeld, gebaseerd op de actuele ontwikkelingen in onderwijs en beroepspraktijk. Het auditteam is op basis van de gesprekken en de documentatie van mening dat FNT zich op transparante wijze verantwoordt over de totstandkoming, uitvoering en huidige gang van zaken van het ontwikkelde beleid. Bij de totstandkoming van de begroting voor 2010 zijn in overleg met de managers Onderwijs en Onderzoek, op grond van vigerende beleidsdocumenten en lopende innovaties in 2009, de belangrijkste innovatiethema s voor 2010 benoemd: onderwijsvisie LWL, rendement, internationalisering, HRM, assortiment en ICT. Na verdeling van de budgetten over de thema s en instituten kregen de clustermanagers de verantwoordelijkheid om met de verkregen budgetten op basis van ingediende project- en jaarplannen de door hen uitgewerkte strategische doelen te implementeren. Op verzoek van de faculteitsdirectie van FNT vindt halverwege 2010 een midterm review op de uitvoering en realisatie van de projectplannen binnen de vier instituten plaats. Op het moment van de audit was deze in voorbereiding. Aan het einde van dit jaar maakt men met behulp van een eindreview de balans op die leidt tot input voor 2011. Het auditteam heeft geconstateerd dat de faculteit op constructieve wijze omgaat met de uitvoering en implementatie van het geformuleerde beleid. Competentieprofielen FNT heeft op facultair niveau vastgelegd dat de competenties waartoe wordt opgeleid mede ontleend zijn aan landelijk opgestelde en gevalideerde beroepsprofielen. Alle FNT opleidingen nemen actief deel aan het landelijk overleg waarin het relevante beroepenveld de beroepsprofielen valideert en actualiseert en waarin de gezamenlijke opleidingen met elkaar komen tot domeincompetenties en opleidingscompetenties. Hiermee is op facultair niveau geborgd, dat de eindkwalificaties van de opleidingen aansluiten bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk worden gesteld. Zoals eerder aangegeven (hoofdstuk 3) hanteert FNT het begrip Utrechtse Ingenieur, door het werkveld herkend en (ambitieus maar) valide bevonden. Dit is vooral een interne term die in het leven geroepen is om de abstracte discussie over wat FNT afgestudeerden zouden moeten kunnen te kunnen voeren en concreter te maken. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 13

Het auditteam is van mening dat wanneer deze term gebruikt wordt voor externe communicatie deze eerst binnenshuis concretere invulling moet krijgen. Het beroepsprofiel van de Bachelor of Built Environment (BBE) is tot stand gekomen op initiatief van de Hoger Onderwijs Groep Bouw en Ruimte (HOG B&R) door middel van een goede samenwerking tussen de deelnemende hogescholen en vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk. In het studiejaar 2007/2008 werd de competentieset uit 2003 afgestemd op de Utrechtse invulling van de landelijke BBE-competenties uit 2006 en zo geactualiseerd. De afstemming en actualisering zijn een terugkerend agendapunt op de bijeenkomsten van de Beroepenveldcommissie en het College van Toezicht. De HOG B&R is in 2009 gestart met het actualiseren van het competentieprofiel, de beroepsproducten en de indicatoren (Advies aan de HOG Stichtingsraad Werkgroep over de wenselijkheid en haalbaarheid van nieuwe domeinbeschrijvingen, 2010). Het plan is het aangepaste profiel vanaf augustus 2010 gefaseerd in te voeren. Voor alle opleidingen binnen IGO geldt de volgende indeling van competenties: Beroepsgerichte ingenieurscompetenties. Deze zijn opleidingsspecifiek uitgewerkt. (voor de twaalf beroepsspecifieke competenties van Civiele Techniek zie facet 2.2). Algemene hbo ingenieurscompetenties: denken in modellen, systemen en processen; proces beheersen; projectmatig werken; en veilig -, duurzaam en kwaliteitsbewust handelen. Sociaal communicatieve competenties: communiceren; leidinggeven; en samenwerken. Zelfsturende competenties: zelfverantwoordelijk werken; en zelfverantwoordelijk leren. Actualisering profiel Zoals reeds in hoofdstuk 3 is aangegeven speelt de BVC binnen de FNT een belangrijke rol bij de actualisering van het curriculum en de aansluiting op het beroepenveld. De BVC komt minimaal eenmaal per jaar bijeen. Bij ieder overleg komt de aanpassing van het competentieprofiel en het curriculum aan de orde. Daarnaast adviseert het CvT jaarlijks het clustermanagement over de verbetermaatregelen ten aanzien van de kwaliteit van afgestudeerden. Per instituut, in dit geval instituut Gebouwde Omgeving, is er één BVC en één CvT ingesteld. De BVC s van de onderscheiden opleidingen maken deel uit van de BVC op instituutsniveau. De opleiding hanteert het protocol Beroepenveldcommissie en College van Toezicht van de faculteit (zie verder facet 2.1.). Het Kenniscentrum analyseert de verschillende werkvelden aan de hand van enquêtes die gehouden worden onder jonge professionals en alumni. De enquêtes zijn gericht op de noodzakelijke competenties voor de verschillende functieprofielen. Op basis van de uitkomsten van de enquêtes wordt een brede discussie gehouden met het beroepenveld en het onderwijs. De opleidingen baseren hierop de nodige aanpassingen van de curricula. Kenniscentrum en Onderzoek Het auditteam heeft, in vervolg op de bevindingen over het kenniscentrum en het thema people, process and technology, kennisgenomen van de onderzoeksthema s en het leerstoelenplan 2010 2015 en is zeer positief over de rol en reikwijdte van de lectoraten bij FNT en vindt de ingeslagen weg van groot belang voor de kennisontwikkeling in de onderscheiden opleidingen. Het onderzoek aan de FNT is gericht op de bedrijven in de regio en betreft continu verschillende strategieën om de toenemende complexiteit van het samenspel van mens/maatschappij, processen, en technologie te kunnen hanteren. Zo is het bijvoorbeeld gericht op het regisseren van complexe processen bij stedelijke vernieuwing, het ontwikkelen van nieuwe tools, het ontwerpen van nieuwe producten en het optimaliseren van systemen. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 14

Kenmerkend is dat er gewerkt wordt op grensvlakken, partijen met elkaar verbonden worden, processen geoptimaliseerd worden, ketenintegratie van belang is en dat integraliteit en wendbaarheid essentieel zijn. De lectoren krijgen hiermee een leidende rol in de kennisontwikkeling van de faculteit. Doelstelling is het verhogen van de onderwijskwaliteit, het aangaan van netwerken in het beroepenveld, het leveren van kennisproducten en het bijdragen aan maatschappelijke discussies. Er wordt een kennisprofiel opgesteld voor elk van de vier bachelortitels, met als doel de onderzoekslijnen meer samenhang te geven, om focus aan te brengen en om de faculteit naar buiten toe een duidelijk inhoudelijk profiel te geven. In facet 2.2 wordt de reeds aanwezige onderzoekslijn ten behoeve van de studenten en docenten nader gespecificeerd. Binnen de taaklastnormering wordt ruimte gecreëerd om docenten nog meer te kunnen betrekken bij de kenniskringen. Hier loopt een onderzoek naar en zal binnen het functiehuis zichtbaar worden gemaakt. De partnerships die een verbinding vormen tussen onderwijs, onderzoek en werkveld worden op dit moment verder uitgediept. Ook zal de faculteit haar relatienetwerk dienaangaande uitbreiden. Tijdens het gesprek met het kenniscentrum bleek dat de lectoren zich tot op heden nog voornamelijk bezig hebben gehouden met het verbeteren van het curriculum en het geven van onderwijs. Het is de bedoeling dat zij op korte termijn de rol van het onderzoek binnen het onderwijs verder expliciteren en vergroten en het onderwijs nog meer laten profiteren van hun netwerk. De lectoren hebben structureel contact met de curriculumcommissies die inhoudelijk op hetzelfde of verwant terrein actief zijn als hun lectoraten. De beginnende beroepsbeoefenaar Het auditteam is op grond van bovenstaande en op basis van hetgeen het heeft vernomen en gezien tijdens de audit van mening, dat de eindcompetenties van de opleidingen van FNT aansluiten bij het niveau van een startende Utrechtse Ingenieur. De vertegenwoordigers uit het werkveld zijn tevreden over de geformuleerde eindcompetenties, zo blijkt uit de verslagen en de gesprekken tijdens de audit. Het competentieniveau van de afgestudeerden zal naar hun verwachting goed aansluiten bij de functies waarin beginnende Utrechtse Ingenieurs terechtkomen en aansluiten bij de specifieke vraag vanuit het werkveld en de specifieke behoefte aan verdieping of verbreding. Internationalisering Uit het strategisch plan FNT (2007-2012) blijkt dat er sinds 2007 budget voor internationalisering wordt vrijgemaakt. De fysieke mobiliteit oftewel de internationale uitwisseling van studenten en docenten neemt toe. Daarnaast is er aandacht voor internationalisering at home. Het is het streven van FNT om een benchmark op het gebied van internationalisering te realiseren. Het auditteam heeft vastgesteld dat de IGO in aansluiting op het FNT beleid doelstellingen voor 2009 en 2010 heeft geformuleerd gericht op het stimuleren van studenten en docenten van het Instituut om in het buitenland te studeren, les te geven of aan internationale projecten mee te doen. De studenten hebben de mogelijkheid om dit tijdens drie semesters te doen namelijk: S5 Profileringsruimte, S6 Stage en S8 Afstuderen. IGO heeft hiertoe een plan geformuleerd waarin doelstellingen, tijdslimieten, verantwoordelijkheden, kosten en toegezegde budgetten zijn uitgewerkt. Zo wordt er bijvoorbeeld vanaf september 2010 een Internationale klas Bouwkunde & Civiele Techniek aangeboden waarin de contacten met huidige- en nieuwe internationale partners worden benut en/of verder vormgegeven. Nederlandse studenten nemen ook komend studiejaar weer deel aan verschillende projecten van de minor People, Planet, Profit (PPP) in Zuid-Afrika. Het is de bedoeling dat de minor zowel in Zuid-Afrika als in Nederland (in het Engels) wordt gegeven. De opleiding Bouwkunde is uitgenodigd om in juli 2010 in Würzburg (Duitsland) aan de workshop internationaal ontwerp deel te nemen dat afgesloten wordt met een eindpresentatie voor opdrachtgever, partneruniversiteiten en begeleidende docenten. Docenten van de opleiding BtB bezoeken vanuit het team diversiteit universiteiten in Marokko voor mogelijke samenwerking in het kader van de Stichting Hassan II. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 15

Facet 1.2. Niveau: Bachelor De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor Oordeel: goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overwegingen: Dublin Descriptoren en eindkwalificaties De opleiding Civiele Techniek heeft het niveau van de opleidingscompetenties op een goed herleidbare wijze gebaseerd op de Dublin Descriptoren. Hiertoe zijn allereerst de Dublin Descriptoren in relatie gebracht met de domeincompetenties van de Bachelor of Built Environment (BBE), vastgelegd in het door de landelijk Hoger Onderwijs Groep Bouw en Ruimte is opgestelde document Domeincompetenties Bachelor of Built Environment. De volgende niveau-indicatoren gedefinieerd: Kennis en inzicht Heeft aantoonbare kennis van de producten en processen zoals die in de gebouwde omgeving worden gerealiseerd. Functioneert op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde informatiebronnen/leveranciers aspecten voorkomen waarop kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is, leidend tot kwalificering voor: - het zelfstandig uitvoeren van de taken van een beginnende beroepsbeoefenaar; - het functioneren binnen een arbeidsorganisatie; - de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening c.q. het beroep. Toepassen kennis en inzicht Definieert zelfstandig een probleem bij een (complexe) praktijksituatie in de beroepspraktijk. Pakt de problemen uit het vakgebied stelselmatig aan op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten. Ontwikkelt en past zinvolle (nieuwe) oplossingsstrategieën toe en kan de effectiviteit hiervan beoordelen. Past beschikbare relevante kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten toe bij het oplossen van vraagstukken waar afgestudeerden in hun beroepsuitoefening mee geconfronteerd worden. Kan vraagstukken analyseren in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn. Komt met ideeën en oplossingen. Is creatief, heeft zicht op (on)mogelijkheden en denkt vanuit de gebruiker(s). Werkt zowel sturend als participerend in multidisciplinaire teams. Is in staat problemen op te lossen waarin de invloed van de omgeving, zowel maatschappelijk als op de binnen het domein te onderscheiden schaalniveaus een rol speelt. Oordeelsvorming Is omgevingsbewust en in staat een oordeel te vormen over probleemstellingen waarbij sprake is van zowel maatschappelijke impact als op de binnen het domein te onderscheiden invloed op de verschillende schaalniveaus. Stelt realistische doelen, plant c.q. pakt planmatig werkzaamheden aan. Reflecteert op het (beroepsmatig) handelen, op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie. Heeft de professionele beroepshouding en betrekt daarin relevante ethische, normatieve en maatschappelijke aspecten. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 16

Communicatie Is in staat te communiceren (verbaal, in geschrift zoals tekeningen, berekeningen en beschrijvingen en met behulp van ICT) en samen te werken met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire omgeving en voldoen aan de eisen die het participeren in een arbeidsorganisatie stelt. Is in staat eenvoudige leidinggevende - en managementtaken uit te voeren. Leervaardigheden Kan kennis, inzichten en vaardigheden toepassen in uiteenlopende beroepssituaties. Is blijvend toegerust met vaardigheden voor het ontwikkelen van actuele kennis die aansluit op recente kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten, alsmede op de (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld zoals geschetst in het beroepsprofiel, leidend tot kwalificering voor: de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening c.q. het beroep. Voorts zijn door de opleiding alle domeincompetenties van de BBE door middel van een matrix in relatie gebracht met de opleidingspecifieke competenties van de opleiding Civiele Techniek, waardoor inzichtelijk wordt dat de eindkwalificaties, gevat het competentieprofiel van de opleiding, qua niveau overeenkomen met de Dublin Descriptoren. De opleiding heeft dit verder uitgebouwd in het document Competentiegericht curriculum Civiele Techniek, waarin de relatie tussen het opleidingscompetentieprofiel en het curriculum aangetoond is. Zie hiervoor facet 2.2. Hobéon Certificering Adviesrapport Accreditatie hbo-bacheloropleiding Civiele Techniek, Hogeschool Utrecht, 1.0 17