Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk.

Vergelijkbare documenten
vwo: Het maken van een natuurkunde-verslag vs

Fase 2: De waarnemingen Fase 3: De resultaten... 4

2QGHU]RHNGRHQ. VWO-versie Onderzoek doen

Proefopstelling Tekening van je opstelling en beschrijving van de uitvoering van de proef.

4900 snelheid = = 50 m/s Grootheden en eenheden. Havo 4 Hoofdstuk 1 Uitwerkingen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Onderzoek doen. VWO versie. VWO-versie Onderzoek doen Versie NAAM:

In het internationale eenhedenstelsel, ook wel SI, staan er negen basisgrootheden met bijbehorende grondeenheden. Dit is BINAS tabel 3A.

Experimenteel onderzoek

Inleiding tot de natuurkunde

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Significante cijfers en meetonzekerheid

LOPUC. Een manier om problemen aan te pakken

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1

Verslag Natuurkunde De uitrekking van veren

Proef Natuurkunde Massa en zwaartekracht; veerconstante

NATUURKUNDE OLYMPIADE EINDRONDE 2013 PRAKTIKUMTOETS

Trillingen en geluid wiskundig

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.

Rekenvaardigheden voor het vak natuurkunde

Massa Volume en Dichtheid. Over Betuwe College 2011 Pagina 1

Hoofdstuk 1 Beweging in beeld. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Wiskundige vaardigheden

snelheid in m/s Fig. 2

Onderzoeksinstrumenten

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg

Theorie: Het maken van een verslag (Herhaling klas 2)

En wat nu als je voorwerpen hebt die niet even groot zijn?

Inleiding tot de natuurkunde

Exact periode 2.1. Q-test. Dichtheid vaste stoffen Dichtheid vloeistoffen; interpoleren

1. De afstand van onweer in kilometer bereken je door de tijd tussen bliksemflits en donder te delen door 3.

Exact periode 2: Dichtheid

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

Rekenvaardigheden voor het vak natuurkunde

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

Wisnet-HBO update nov. 2008

Noordhoff Uitgevers bv

Havo 4 - Practicumwedstrijd Versnelling van een karretje

Verbanden en functies

Exact periode = 1. h = 0, Js. h= 6, Js 12 * 12 = 1,4.10 2

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Afmetingen werden vroeger vergeleken met het menselijke lichaam (el, duim, voet)

Significante cijfers en meetonzekerheid

Exact periode 2: Dichtheid

Foutenberekeningen Allround-laboranten

Exact Periode 7 Radioactiviteit Druk

extra oefeningen HOOFDSTUK 4 VMBO 4

Meten is weten, dat geldt ook voor het vakgebied natuurkunde. Om te meten gebruik je hulpmiddelen, zoals timers, thermometers, linialen en sensoren.

Rekenvaardigheden voor het vak natuurkunde

ALGEMEEN HAVO. Afronden Afronden bij optellen Grafieken & Tabellen

a) Bereken het middelpunt van van cirkel C, door omzetting van de gegeven formule.

Naam: Klas: Practicum veerconstante

Hoofdstuk 11 - formules en vergelijkingen. HAVO wiskunde A hoofdstuk 11

Over gewicht Bepaling van de dichtheid van het menselijk lichaam.

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

V A gr. A gr. r 2. r d 2. LABO : Verband tussen massa en volume van een voorwerp: MASSADICHTHEID BENODIGDHEDEN PROBLEEMSTELLING

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

Domein A: Inzicht en handelen

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

Beoordelingsmodel Profielwerkstuk HAVO/ VWO

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Bijlage: Lesplannen en docentenhandleiding

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Tentamen Planning 2de semester Wetenschappelijk verslag Lenzen en Hydrodynamica. 17 februari 2006 Meten en experimenteren 1

wiskunde CSE GL en TL

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1

Grafieken maken met Excel

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

December 03, hfst4v2.notebook. Programma. opening paragraaf 1, 2 en 3 van hfst 4 vragen over hfst 3. pw hfst 3: 12 november 5e uur

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Werkwijzers. 1 Wetenschappelijke methode 2 Practicumverslag 3 Formules 4 Tabellen en grafieken 5 Rechtevenredigheid 6 Op zijn kop optellen

Examen Rekenen en Wiskunde

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

SPA+ MET VOORBEELDEN UIT DE NATUURKUNDE

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur

Maken van een practicumverslag

Space Experience Curaçao

3 Formules en de grafische rekenmachine

Practicumverslag ingeleverd op

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 19 december Aantal opgaven: 5

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

Meetfouten, afronding, voorvoegsels en eenheden

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

wiskunde B pilot havo 2015-II

De hoogte tijd grafiek is ook gegeven. d. Bepaal met deze grafiek de grootste snelheid van de vuurpijl.

Foutenberekeningen. Inhoudsopgave

Novum, wiskunde LTP leerjaar 1. Wiskunde, LTP leerjaar 1. Vak: Wiskunde Leerjaar: 1 Onderwerp: In de Ruimte H1 Kerndoel(en):

H1 Werken met hoeveelheden. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Transcriptie:

Het maken van een verslag voor natuurkunde Deze tekst vind je op www.agtijmensen.nl: Een voorbeeld van een verslag Daar vind je ook een po of pws verslag dat wat uitgebreider is. Gebruik volledige zinnen zoals bij een opstel. Vermeld je naam, datum, nummer de bladzijden en geef afbeeldingen, tabellen enz. een nummer zodat je verwijzen naar tabelnummer en bladzijde. Titel: De titel moet kort zijn en toch aangeven waar het onderzoek over gaat. Een subtitel kan uitkomst bieden. Een bijpassend plaatje is leuk. 1. Inleiding. Vertel wat het onderwerp van je onderzoek is. Geef het praktisch nut aan van het onderzoek. De hoofdvraag heeft altijd de vorm: Waar hangt.... van af. Daarmee kun je een aantal deelvragen formuleren. Geef aan wat de deelvraag is die jij gaat beantwoorden. Je gaat altijd een constante natuurkundige grootheid bepalen. Meestal doe je dat door eerst een verband te onderzoeken tussen twee natuurkundige grootheden. De deelvraag heeft daarom (bijna) altijd de vorm: Wat is het verband tussen... en... Uit dit verband bepaal ik..... 2. De experimentele methode: Hier vertel je hoe de grootheden gemeten worden, zo mogelijk aan de hand van een schematische opstelling. Verwijs in je tekst naar de onderdelen van deze opstelling. Vermeld alle handelingen (dus ook de grootheden die je meet) op zo n manier dat iemand anders het begrijpt en het precies na kan doen. 3. De theorie. Begin altijd met tekst. Hier schrijf je de theorie op die voor jouw proef van belang is. Geef van elk symbool de betekenis en de eenheid aan. (Als het een nieuwe formule is probeer de formule dan zelf af te leiden uit bekende BINAS-formules.) Je voorspelt hoe (in een de grafiek) het te onderzoeken verband er volgens deze theorie uit zal zien. Dat kun je zien aan de formule. (Een verband is evenredig, lineair of eerste graads, parabolisch of tweede graads, omgekeerd evenredig enz..) Langs de x-as zet je de onafhankelijk variabele (de oorzaak ofwel de grootheid waarvan jij de waarde kiest). Langs de y-as zet je de afhankelijk variabele (het gevolg ofwel de grootheid die daardoor verandert) Geef aan welke grootheid je uit het gevonden verband gaat bepalen. Geef aan bijv. met BINAS of andere bronnen welke waarde je als uitkomst voor deze grootheid verwacht. 1

4. Waarnemingen: Vermeld alle waarnemingen in een tabel. In de kop zet je de grootheid, de eenheid en eventueel de macht van 10, bijv. l in 10 2 cm. Vermeld ook de waarden van de constant gehouden grootheden. Géén berekeningen. 5. De resultaten. Begin altijd met tekst. Geef eerst aan wat je gaat doen en waarom. Voer je plan uit zoals je bij theorie hebt aangegeven. Bij een serie van dezelfde berekeningen geef je één rekenvoorbeeld. De uitkomsten zet je in een tabel. Vertel welke grafiek je gaat tekenen en op welke bladzijde deze is te vinden. De grafiek kun je in de tekst opnemen of als bijlage. Het (wiskundige) verband dat hoort bij jouw waarnemingen staat onder de grafiek die je met Grafische Analyse hebt gemaakt. Vergelijk jouw formule met de theorie-formule van 3 en bereken daarmee de onbekende grootheid. 6. Discussie: Hier vergelijk je jouw resultaten (de vorm van je grafiek en grootheid die je uit het verband hebt berekend) met wat je bij de theorie hebt voorspeld. De waarde van de grootheid vind je in BINAS of wordt gegeven door de fabrikant enz.. Geef zo mogelijk aan waardoor jouw resultaten afwijken van wat in 3 is voorspeld. 7. Conclusie: Hier geef je antwoord op de deelvraag. Je benoemt het gevonden verband: evenredig, lineair, kwadratisch, omgekeerd evenredig enz. Je geeft het verband ook weer in formulevorm. Je vermeldt (indien van toepassing) de door jou gevonden waarde van natuurkundige grootheid. 2

Voorbeeldverslag natuurkunde De massa van een cilinder. Aleida van Daatselaar 25 mei 2011 1. Inleiding. Dit onderzoek gaat over de massa van een cilinder. Het is nuttig deze massa te kunnen berekenen, bijvoorbeeld als het gaat om het gewicht van een volle tank op een tankwagen. De massa van een massieve cilinder hangt af van de dichtheid, van de straal en van de hoogte. Ik ga het verband onderzoeken tussen de massa en de straal. Met dit verband ga ik de dichtheid van aluminium bepalen. 2. De experimentele methode: Ik heb een aantal aluminium cilinders met dezelfde hoogte h maar verschillende middellijn d. Zie figuur 1 Ik meet de middellijn en de hoogte met een schuifmaat. De massa meet ik met een weegschaal. Fig. 1 d h 3. De theorie. - De massa van een voorwerp kan berekend worden met: m = ρ.v m = massa in g ρ = dichtheid in g/cm 3 V is het volume in cm 3 - Voor het volume van een cilinder geldt: V = A.h V is het volume in cm 3 A = oppervlakte van het grondvlak in cm 2 - Voor de oppervlakte van een cirkel geldt: A = π.r 2 A = oppervlakte van de cirkel in cm 2 r = straal van de cirkel in cm - Voor het volume van een cilinder geldt dus: V = π.r 2.h 3

Als de formules m = ρ.v en V = π.r 2.h worden gecombineerd krijg ik: m = ρ.π.h.r 2 In de formule staat r 2. Er is dus een kwadratisch verband tussen de massa en de straal van de cilinder. Als ik m (langs de y-as) uitzet tegen r (langs de x-as) dan zal er een paraboolvormige grafiek ontstaan. Uit dit verband kan ik de dichtheid bepalen. Volgens BINAS is de dichtheid van aluminium 2,70. 10 3 kgm -3 4. Waarnemingen: De hoogte van alle cilinders is 0,50 cm. In de tabel 1 staan de middellijn d en de massa m van de aluminium cilinders. d in cm m in g 0,98 1 2,00 4 3,24 11 3,96 16 4,98 26 6,20 40 Tabel 1 5. De resultaten. Ik wil de massa tegen de straal uitzetten. De massa m weet ik al maar de straal r nog niet. Daarom berekenen ik eerst r. Als voorbeeld neem ik de eerste cilinder. r = d/2 = 0,98/2 = 0,49 cm In Tabel 2 staan alle resultaten. Op blz. 6 is m langs de y-as uitzet tegen r langs de x-as. Volgens mijn onderzoek is het verband: m = 4,18.r 2-0,0801 Volgens de theorie van 3 is het verband tussen de massa en de straal: m = ρ.π.h. r 2 Beide formules zijn hetzelfde als 4,18 = ρ.π.h h = 0,50 cm dus 4,18 = ρ. 3,14. 0,50 ρ = 4,18/1,57 = 2,66 g/cm 3. r in cm m in g 0,49 1 1,00 4 1,62 11 1,98 17 2,49 26 3,10 40 Tabel 2 De dichtheid van aluminium is volgens dit onderzoek gelijk aan 2,66 g/cm 3. 6. Discussie: Volgens de theorie is er een kwadratisch verband tussen de massa en de straal van de cilinder. Dat blijkt ook uit het onderzoek want in mijn grafiek op blz. 6 liggen de meetpunten goed op een tweede graads kromme. De grafiek gaat iets (0,0801 g) onder de oorsprong langs. Dat zou kunnen komen omdat de 4

weegschaal op hele grammen afrond. Havo 4: Het maken van een natuurkunde-verslag vs 21062011 Volgens BINAS is de dichtheid van aluminium 2,70. 10 3 kg/m 3. Om dat te vergelijken met mijn resultaat reken ik het om in g/cm 3 : 2,70. 10 3 kg/m 3 = 2,70.10 6 g/10 6 cm 3 = 2,70 g/cm 3. Dat komt goed overeen met mijn waarde van 2,66 g/cm 3. De randen van de cilinders zijn altijd wat afgerond. De gemeten straal is daardoor gemiddeld iets te groot en het volume ook. De berekende dichtheid is dus iets te klein. Dat kan het verschil verklaren tussen mijn waarde en de waarde uit BINAS. De middellijn heb ik met twee of drie significante cijfer gemeten en de massa met één of twee. Ik had dus beter een weegschaal kunnen gebruiken die niet op hele grammen afrond maar ook de tienden van grammen aangeeft. 7. Conclusie: Er is een kwadratisch verband tussen de massa van een aluminium cilinder en de straal. In formule: m = 4,18.r 2 m is de massa in g en r is de straal in cm. De dichtheid van aluminium is volgens mijn onderzoek 2,66 g/cm 3. 5

6