Lespakket 112 bellen 1 e en 2 e graad lager onderwijs. Handleiding.

Vergelijkbare documenten
Observeren!!!!!! Oefenen met kleine dingen. Hulp inroepen (communicatie) laten oefenen!!!!! Leerplan OH

EHBO leer je zo! Werkboek. Lesmateriaal primair onderwijs groep 4, 5 en 6. Les 1 Let op veiligheid! Les 2 EHBO geef je zo Les 3 EHBO bij noodgevallen

112 Kidscampagne. Lessenpakket voor leerkrachten lager onderwijs. Schooljaar

KBC-Preventie. Ongevallen thuis. we hebben het voor u

OPDRACHT 1 Wat weet jij al van het Rode Kruis? Wat doet het Rode Kruis? Het Rode Kruis

Handleiding voor het gebruik van medische wacht- en hulpdiensten

Inkijkexemplaar. Inhoud

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

Lesbrief: Eerste Hulp Bij Ongelukken Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Gezond thema: DE HUISARTS

UNIT 1 HOOFDSTUK. Communicatie. Communicatie met de hulpdienst

EHBO doe je zo! Lesplan - Introductie Rode Kruis & EHBO. Handleiding

Infofiche Helpertje. 1. Praktische gegevens. 2. Inhoud en doelstellingen

INKIJKEXEMPLAAR. 1. Goede zorgen. De principes van eerste hulp

Infofiche Junior Helper

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Huidwonde Brandwonde Bloedneus Bloeding 26

THEMA 9: MIJN OMA EN OPA WONEN IN BRAZILIË. webversie

ORANJE KRUIS JEUGDBOEKJE

TEST JEZELF (WERKBLAD BIJ ANIMATIE 3)

Verkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS

Werkvormen: Basis 6.1 Kwaliteiten van een vriend Reflectie Subgroepen 30 min 6.2 Hyves-profiel Reflectie Subgroepen (digi) 20 min.

Lesbrief 1. Bij de huisarts

Eerstehulpinitiatie voor doven en slechthorenden

Bron foto s: Pixabay

crisissituatie? hoe bereid je je voor?

LEVENSBELANGRIJKE INFORMATIE OVER HET EUROPESE ALARMNUMMER

Sector: Social profit. Verpleegkundige

Project 'positief opvoeden' Maandag: complimentendag! Aangezien we werken rond positief opvoeden, starten we de projectweek met een positieve dag.

lesmodule 4 sleutel tot verandering: oplossingen lesmodules 1

Bijlage 3: structuur en vragen Ongelukslaan 13. Punt op plattegrond. Actie na antwoord. (info voor begeleider)

Verkeersborden. Eindtermen. Doelgroep. Lesdoel. Lager onderwijs: Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie BASISONDERWIJS

Het been van Heleen Over je been in het gips

Kaartspel verkeerstekens voor fietsers en voetgangers

BASISOPLEIDING / BIJSCHOLING BEDRIJFS-EHBO

Tuin van Heden 5 en 6 Werken met kunst in de kerstperiode

Lesfiche : EHBO & Reanimatie

Concept. Protocol voor medicijnverstrekking en medisch handelen. Groene Hart Scholen 2017

Basale reanimatie LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad WELKOM LEERDOELEN. Aan het einde van deze cursus kunt u demonstreren:

Training. EHBO 1 voor MZ

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

Medisch protocol. o.b.s. de Wezeboom Oosteinde (Ruinerwold) Medisch Protocol o.b.s. de Wezeboom te Oosteinde versie;

Basale reanimatie. Versie aug / 51

Protocol medische handelingen

LES 2 RIJDEN IN GROEPEN ERVAREN GROEPSGEDRAG EN GROEPSDRUK

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

MAGDA? REGELS OP SCHOOL EN DE WERKVLOER. To be or not to be. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

werkbladen, telefoons en opnametoestel

Evacuatierichtlijnen

Tuin van Heden 3 en 4 Werken met kunst in de paasperiode. Kernles 1: Kunstenaar, wat vertel je mij?

Je eigen nieuwjaarsbrief

Zone 30 BASISONDERWIJS. Doelgroep. Eindtermen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

PESTAANPAK. Leerlingenboekje bij de lessenserie van Prima. Groep 8

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILE: HOE MAAK IK HET UIT? VAN LIEF NAAR EX.

LESSUGGESTIES BIJ DE BOEKENKIST COMING OF AGE - praktijkonderwijs

Training. EHBO voor PW

inhoud 1. Groeien 2. In de buik 3. De baby 4. De peuter 5, De kleuter 6. Het schoolkind 7. De puber 8. Volwassen 9. Bejaard 10. Filmpje Pluskaarten

LESFICHE sensibiliseringsfilmpje

Handleiding SHARE. Regio College. Auteur: L.E. Sinnema Master Professioneel Meesterschap MBO. Opleiders: Drs. Trudy Moerkamp Dr.

IEDEREEN BEROEMD! Niet spuwen a.u.b. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materiaal. Doelen STERKE SCHAKELS

Training. EHBO 2 voor MZ

Les 1. Bij de huisarts

Cursisten die een geldig EHBO-diploma of BHV-certificaat hebben kunnen worden vrijgesteld van de EHBSO.

- ontdekken dat stilte en rust helpen om een gepaste uitdrukking te vinden voor gevoelens.

Basale reanimatie LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad WELKOM

HET ZAL JE MAAR GEBEUREN...

Kinderrechten. Doelstellingen. Materiaal

Basisveiligheid voor psychologie, sociale verpleegkunde, maatschappelijk werk, orthopedagogie

HET ZAL JE MAAR GEBEUREN...

Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie

Het is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.

Tuin van Heden 1 Werken met kunst in de kerstperiode

BIC WERKBOEKJE. Naam: Voornaam: Brandweer Informatie Centrum

LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT HOE-FILES: HOE TUNE IK MIJN AUTO?

Evacuatierichtlijnen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

crisissituatie? hoe bereid je je voor?

Alles over de ambulance Lesboekje voor groep 5 & 6

Preborden BASISONDERWIJS. Doelgroep. Ontwikkelingsdoelen. Lesfiche verkeers- en mobiliteitseducatie

Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

De Keukentafel Uitdaging

INFO VOOR NABESTAANDEN. Arne Reynaert TUSSENKOMST GERECHTELIJKE OVERHEDEN

1 Beschrijving. 3 Regelgeving. 3.1 KB Eerste hulp Definities Eerste hulp

Inleiding. Inleiding. Inleiding. Jullie vragen en inbreng zijn welkom.

Wie ben jij? HANDLEIDING

NOODPLAN. Versie februari

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

Zelfdoding in het jeugdwerk. Crisissituaties

Leestips! Tip 2: Zoek een gezellige plek om samen te lezen.

LET OP!!! 2011 Nederlandse Reanimatie Raad

Thema 4: Mijn sport is top!

Medicijnverstrekking en medisch handelen

LET OP!!! 2015 Nederlandse Reanimatie Raad

Tuin van Heden 2 Werken met kunst in de kerstperiode

Transcriptie:

Lespakket 112 bellen 1 e en 2 e graad lager onderwijs Handleiding www.rodekruis.be 1

Beste leerkracht Dit lespakket werd door Rode Kruis-Vlaanderen ontwikkeld om leerlingen van de eerste en tweede graad lager onderwijs aan te leren hoe ze 112 moeten bellen. Uit onderzoek is gebleken dat leerlingen van deze leeftijd in staat zijn om dit te leren 1. Hierdoor kunnen ze in een noodsituatie een verschil maken. Door op een accurate manier te reageren en in geval van nood snel 112 te bellen, verhogen de overlevingskansen van het slachtoffer aanzienlijk. Of het nu gaat om een ernstige bloeding, bewusteloosheid, een zware val of een slok van een giftig product, juist reageren is belangrijk. Per graad hebben we 3 werkvormen uitgewerkt, waarmee je aan de slag kan. Misschien werk je al rond thema s zoals ziek zijn of naar het ziekenhuis, dan kan dit lespakket daar zeker bij aansluiten. Of misschien werk je al specifieker rond eerste hulp, dan komt 112 bellen zeker ook aan bod. In het deel achtergrondinformatie vind je extra informatie over het oproepen van hulpdiensten. In de bijlagen vind je alle nodige documenten. 1 Bollig et al. 2011; C. Ammirati et al. 2016; N.Plant et al.; 2013 1

Doelstellingen Met dit beknopt lespakket willen we volgende doelstellingen bereiken: De leerling kan het nummer 112 bellen. De leerling kan 3 noodsituaties beschrijven waar het bellen van 112 nodig is. De leerling kan op een correcte manier de nodige informatie doorgeven bij het oproepen van de hulpdiensten. Zill doelen - eindtermen IVgv3: Bereid zijn steun te vragen en/of te geven om de eigen gezondheid en veiligheid, en die van anderen te bewaken. Leerlijn: In een noodsituatie de hulp van een volwassene kunnen inroepen - het algemeen noodnummer kennen - zichzelf in veiligheid kunnen brengen. WO-Natuur-Algemene vaardigheden: 1.20: De leerlingen kunnen de hulp inroepen van een volwassene in een noodsituatie. 2

Achtergrondinformatie alarmeren van hulpdiensten Als een slachtoffer ernstig gewond is, niet reageert of als de situatie levensbedreigend is, alarmeer je 112. Dit is het Europese noodnummer waarnaar mensen in nood in alle lidstaten van de Europese Unie 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 kunnen bellen om onmiddellijke hulp te krijgen van de brandweer, een medisch team of de politie. Je kan 112 bellen met een vast of mobiel telefoontoestel. Het nummer is overal gratis. Ga je buiten de Europese Unie, informeer je dan steeds over het noodnummer van dat land. Als je 112 alarmeert, spreek je bij voorkeur de taal van het land vanwaar je belt. Als je deze taal niet spreekt, kan je de nodige informatie ook bijvoorbeeld in het Engels doorgeven. Engels is de meest courante taal. Welke informatie geef je door? Als je een noodnummer moet bellen, bevind je je meestal in een stressvolle situatie. Toch is het belangrijk dat je precieze en juiste informatie kan meedelen aan de operator van het hulpcentrum en dat je zijn vragen kan beantwoorden. Waar? Geef het juiste adres door naar waar de hulpdiensten zich moeten begeven, eventueel ook de gemakkelijkste manier om er te geraken. Vermeld gemeente of stad, de straat en het huisnummer, het kruispunt tussen twee of meerdere wegen of een opvallend herkenningspunt in de buurt (winkelcentrum, monument, gemeentehuis ). Bij een ongeval op de snelweg: vermeld het nummer van de snelweg (bijvoorbeeld E40), de gebruikelijke naam (bijvoorbeeld Kennedytunnel), de rijrichting, het nummer van de dichtstbijzijnde kilometerpaal, de dichtstbijzijnde afrit Leg uit langs waar de hulpdiensten kunnen aankomen als het een noodsituatie is in een groot gebouw of een moeilijker toegankelijke plek (bijvoorbeeld een flatgebouw, een school, een winkelcentrum ) Zorg ervoor dat alle doorgangen vrij zijn, zodat er geen kostbare tijd verloren gaat voor de hulpdiensten. Laat een buitenlicht van je woning aan als het donker is. Zorg ervoor dat je huisnummer van op de straat zichtbaar is. 3

Wat? Beschrijf wat er is gebeurd. Gaat het over een brand, een (verkeers-)ongeval? Is er agressie in het spel? Gaat het om een inbraak? Zijn er gevaren waarvoor gespecialiseerde hulp nodig is? Is er een gekneld slachtoffer? Is er ontploffingsgevaar? Ligt er een hoogspanningskabel op de grond? Wie? Geef aan of er mensen in gevaar of gewonden zijn en hoeveel. Vertel wie het slachtoffer is. Houd je boodschap zo kort maar toch zo zinvol mogelijk. Hoeveel slachtoffers zijn er? Wat is de toestand van het slachtoffer? Wat is er mis? Is hij bij bewustzijn? Ademt hij normaal? Zijn er specifieke letsels te zien? Bijvoorbeeld een bloeding of een open breuk? Zijn de slachtoffers volwassen of zijn het kinderen? Welke leeftijd? Als je alle informatie hebt gegeven die nodig is, zal de operator je zeggen dat je mag inhaken. Indien de situatie verbetert of verslechtert, bel dan zeker terug om dit mee te delen. Wanneer je per ongeluk een noodnummer hebt gebeld, haak dan niet in, maar zeg de operator dat alles in orde is. Op die manier is de operator er zeker van dat er geen sprake is van een noodgeval. 4

Werkvormen 1 e graad lager onderwijs Werkvorm 1: noodsituaties, bel 112 Klassikale werkvorm Gebruik de tekeningen Noodsituaties. De tekeningen gaan over mogelijke noodsituaties waar het kind de enige is die hulp kan roepen. Er is geen andere volwassene aanwezig of in de buurt. Aan de hand van de tekeningen kan je het onderwijsleergesprek aangaan (zie Bijlage 1). Mogelijke vragen die je hier kan stellen zijn: Wat zie je? Wat zou hier gebeurd zijn? Wat ga je doen? (antwoord: hulpdiensten bellen) Welk noodnummer ga je bellen? (antwoord: 112) Wat ga je vertellen aan de hulpdiensten? (antwoord: Waar, Wat, Wie; zie achtergrondinformatie) Waar: waar is het ongeval gebeurd? Wat: wat is er gebeurd? Auto-ongeval, fietsongeval, brand, zware val Wie: wie is (zijn) het (de) slachtoffer(s)? Volwassenen, kinderen Werken in groepjes Verdeel de klas in groepjes per 3 en geef per groepje 1 van de tekeningen. Elk groepje bereidt het telefoongesprek met 112 voor. Nadien speelt elk groepje via rollenspel hun noodsituatie na. Bespreek na elk rollenspel het telefoongesprek: werd alle informatie gegeven? 5

Werkvorm 2: Lied 112 Aan de hand van dit lied, raken de leerlingen vertrouwt met het nummer 112 en leren ze wat ze moeten zeggen aan de telefoon: Waar, Wat, Wie. Je kan dit lied aanleren met gebaren. Tekst: Lied 112 Hulp bellen Doe maar mee Zeg wat er gebeurd is Blijf rustig hé Zeg waar je bent Een goed idee Wie heeft er pijn Zo help je mee Eén één twe-e Eén één twe-e Hu-lp bel-len Doe maar me-e Eén één twe-e Zeg waar je bent Een goed i-de-e Eén één twe-e Zeg wat er ge-beurd is Blijf rus-tig hé Eén één twe-e Wie heeft er pijn Zo help je me-e 6

Werkvorm 3: Spel: 112 Bingo 2 Dit bingospel bestaat uit 25 afbeeldingen die betrekking hebben op het thema 112 bellen. Elke afbeelding heeft een cijfer (zie Bijlage 2). Druk de afbeeldingskaarten af, knip de verschillende afbeeldingen uit, schud ze en steek ze in een zakje of leg ze omgekeerd in een mandje of op tafel. Elke leerling krijgt een bingokaart. Kies een spelleider: deze trekt de afbeelding uit het zakje en roept het nummer op de afbeelding af of toont de afbeelding aan de spelers. De spelers duiden de juiste afbeelding op hun bingokaart aan door er iets op te leggen (bijv. knopjes). De speler die als eerste 5 afbeeldingen op een rij (horizontaal-verticaaldiagonaal) aangeduid heeft en Bingo 112! roept, is de winnaar. 2 Bron: www.112.be 7

Werkvormen 2 e graad lager onderwijs Werkvorm 1: Krantenartikels Werken met krantenartikels sluit goed aan bij wat kinderen soms echt ervaren of horen. Je kan vooraf vragen aan de leerlingen om een krantenartikel mee te brengen dat te maken heeft met een ongeval of een situatie waar de hulpdiensten gebeld werden. Onterecht 112 bellen gebeurt jammer genoeg soms ook. Leer de leerlingen ook dat ze niet zomaar 112 mogen bellen, dat het nummer enkel dient voor noodgevallen. Hier kan je gebruik maken van het artikel i.v.m. het onterecht bellen van 112 (artikel het nieuwsblad.be 28/06/2018, zie Bijlage 3). Verdeel de klas in groepjes van 3 leerlingen. Elk groepje heeft een krantenartikel. Ze lezen het artikel en overleggen welke informatie belangrijk zou zijn om mee te delen wanneer ze 112 bellen. De belangrijkste dingen worden op een blad geschreven. Al deze bladen worden opgehangen. Je kan hierover volgende vragen stellen: Wat wordt steeds in het artikel vermeld? (Antwoord: plaats, wat er gebeurd is, het aantal slachtoffers, hoe het ongeval gebeurd is ) Wat is belangrijk voor de hulpdiensten om snel te weten te komen? (Antwoord: plaats -> hoe sneller duidelijk is waar 112 wordt verwacht, hoe sneller ze kunnen vertrekken) Welke informatie zouden de hulpdiensten nog moeten weten? (Antwoord: wat is er gebeurd? Is het een brand, iemand die verdrinkt, een ongeval met fiets en auto, een hondenbeet, iemand die een hartaanval heeft Dit kan belangrijk zijn om te weten welke hulpverleners ze ter plaatse moeten sturen, bijv. Brandweer, dokter, MUG ) Daarna geef je de leerlingen tijd om een telefoongesprek met de hulpdiensten voor te bereiden op basis van hun artikel. Om beurt komt elk groepje aan de beurt: Laat iemand van het groepje eerst het artikel voorlezen. Daarna spelen de andere 2 leerlingen het rollenspel. Bespreek klassikaal of alle informatie correct werd doorgegeven. TIP: voorzie 2 telefoons voor het rollenspel. 8

Voorbeelden van krantenartikels 9

Werkvorm 2: noodsituaties, bel 112 Klassikale werkvorm Gebruik de tekeningen Noodsituaties De tekeningen gaan over mogelijke noodsituaties waar het kind de enige is die hulp kan roepen. Er is geen andere volwassene aanwezig of in de buurt. Aan de hand van de tekeningen kan je het onderwijsleergesprek aangaan (zie Bijlage 1). Mogelijke vragen die je hier kan stellen zijn: Wat zie je? Wat zou hier gebeurd zijn? Wat ga je doen? (antwoord: hulpdiensten bellen) Welk noodnummer ga je bellen? (antwoord: 112) Wat ga je vertellen aan de hulpdiensten? (antwoord: Waar, Wat, Wie) Waar: waar is het ongeval gebeurd? Wat: wat is er gebeurd? Auto-ongeval, fietsongeval, brand, zware val Wie: wie is (zijn) het (de) slachtoffer(s)? Volwassenen, kinderen Werken in groepjes Verdeel de klas in groepjes per 3 en geef per groepje 1 van de tekeningen. Elk groepje bereidt het telefoongesprek met 112 voor. Nadien speelt elk groepje via rollenspel hun noodsituatie na. Bespreek na elk rollenspel het telefoongesprek: werd alle informatie gegeven? 10

Werkvorm 3: Invuloefening: wanneer bel ik 112? Via dit werkblaadje leren de leerlingen het verschil te zien tussen situaties die wel of geen oproep naar 112 vereisen (Zie Bijlage 4). Opdracht: Lees onderstaande situaties en duid aan wat je zou doen. Ik kan het zelf en/of laat het nakijken door een volwassene Geen tijd te verliezen, ik bel 112 1. Mijn vriend heeft een bloedneus. 2. Mijn mama is van de trap gevallen en ligt bewusteloos op de grond. 3. Mijn kleine broer heeft zich verbrand aan zijn 2 handen. 4. Mijn zus heeft een kleine snee in haar vinger, het bloedt niet erg. 5. Opa voelt zich niet goed en voelt pijn aan zijn borst. 6. Mijn vriend valt tijdens het spelen in de tuin en heeft een kleine schaafwonde. 7. Papa heeft in zijn hand gezaagd en bloedt erg. 8. Mijn zus heeft haar voet omgeslagen en heeft pijn. De voet wordt dik. 9. Mijn grote broer is gestruikeld en heeft erg veel pijn aan zijn been. Het been is dik en blauw. Hij kan het niet meer bewegen. 10. Onderweg naar school is je vriendin gevallen met de fiets en heeft een schaafwonde. Jullie kunnen gelukkig nog fietsen tot in de school. 11. Tijdens het spelen, bots je tegen het hoofd van je vriend. Er komt een heuse buil op. 12. Je kleine zus heeft wasproduct ingeslikt. 11

Colofon Redactie Rode Kruis-Vlaanderen Tekeningen Steven De Waele Copyright Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, hier onder meer inbegrepen fotokopie, microfilm, opname, druk, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van Rode Kruis-Vlaanderen. Correspondentieadres Rode Kruis-Vlaanderen Motstraat 40 2800 Mechelen vorming@rodekruis.be Verantwoordelijke uitgever Philippe Vandekerckhove Motstraat 40 2800 Mechelen Deze handleiding is een uitgave van vzw Vormingsinstituut Rode Kruis-Vlaanderen. Producten Rode Kruis-Vlaanderen beveelt geen enkel commercieel product aan. Producten zijn uitsluitend gebruikt om een onderwerp te verduidelijken. Als een product niet vermeld wordt, betekent dat niet dat het niet zou voldoen. Aanspreking hij/zij Waar hij of hem staat in deze publicatie, kan ook zij of haar gelezen worden. Daardoor staat er soms hij naast een foto van een vrouwelijke eerstehulpverlener of een vrouwelijk slachtoffer. Aansprakelijkheid Rode Kruis-Vlaanderen stelde deze publicatie met de grootste zorg samen. Toch dient deze publicatie enkel als hulpmiddel bij het leren van de juiste eerste hulp. Ze vervangt dus niet de tussenkomst van gespecialiseerde hulp. Raadpleeg bij twijfel steeds deskundige hulp. Deze publicatie heeft niet als doel enig juridisch advies te verstrekken, noch streeft deze publicatie volledigheid na wat betreft de relevante juridische aspecten van eerste hulp. Rode Kruis-Vlaanderen kan niet aansprakelijk worden gesteld in geval van schade die voortkomt uit het onjuist gebruik van, of enige fout in de informatie en de inhoud van deze publicatie. 12