Terugkoppeling sector onderzoeken vastgoed. Geacht bestuur,

Vergelijkbare documenten
Toezicht op beleggingen

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Geacht bestuur, Toezicht pensioenfondsen en beleggingsondernemingen. Postbus AB Amsterdam. Datum 29 augustus 2013.

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

Memo uitkomsten themaonderzoek Vermogensbeheer Zorgverzekeraars

Onderdeel 1: Beleggingsbeleid

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS)

Vastgoed en vastgoedfinancieringen

Vastgoed en vastgoedfinancieringen

VERKLARING BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS AVEBE 19 APRIL 2011

2. Uitwerking Investment beliefs De investment beliefs zijn onderstaand als volgt uitgewerkt.

Beleggingsovertuigingen. Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken

Beleggingsprincipes. Juli 2013

Uitkomsten onderzoek Financiële opzet en informatie. Geachte voorzitter,

Tekst Nationaal regime MiFID. Bijlage. Toetstermen als bedoeld in artikel 36a, lid 2. toetsterm 1

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

Programma Leergang Besturen van een Pensioenfonds

98 De Pensioenwereld in 2015

Beleggen in een vastgoed CV

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van de Kring Pensioenfondsenkring 1

Uitbestedingsbeleid 2015

Verwacht niveau beleggingskennis bestuurders pensioenfondsen

BELEGGINGSSTATUUT. Stichting Fonds Oncologie Holland. April Beleggingsstatuut SFOH 30 april 2015, pag. 1

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BELEGGINGSBEGINSELEN

Consumentenbrief beleggingen van. Tielkemeijer & Partners Vermogensbeheer

BELEGGEN? BEREID U GOED VOOR

De toekomstbestendigheid van de vastgoedallocatie in de portefeuille IVBN / VBA / IPD vastgoedcongres, 1 oktober 2013, Nyenrode

Fiduciair Vermogensmanagement

Investment Due Diligence Beleid

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds van de ABN AMRO Bank N.V.

Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

DNB Pensioenseminar. Parallelsessie Beleggingen. 21 september 2011

11. Bijlage 2: Beleidsdocument Verantwoord Beleggen

2. Spreiding verbetert effectief de verhouding tussen rendement en risico.

Investment beliefs Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK

Verklaring inzake beleggingsbeginselen Pensioenfonds Vervoer versie april Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Verklaring beleggingsbeginselen

van Stichting Achmea Algemeen Pensioen Fonds

Wat is Newco, de portefeuille van Newco en wie vormt het bestuur.

Onderbouwing Prudent Person regel Bijlage O bij ABTN

Grontmij Capital Consultants B.V. Onze klanten in control bij hun beleggingen in vastgoed en infrastructuur.

Checklist beleggen in vastgoed

Beoordelingsrapport door beleggingsmatch.nl

Uitbestedingsbeleid Stichting Pensioenfonds NIBC

Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland. 1. Inleiding

Risicomanagement en toezicht DNB

CONFIDENTIEEL. [adres] Geacht bestuur,

Beleid Duurzaam Beleggen. Stichting Pensioenfonds Delta Lloyd

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING CRH PENSIOENFONDS 18 JUNI 2012

Checklist beleggen in vastgoed

JE VERDIENT BETER, JE VERDIENT KOEN.

Beoordelingsrapport. Finner. Beoordeeld Doelbeleggen. Datum 17 juni Finner

Beleggingsstatuut. 1. Algemene Richtlijnen. 2. Richtlijnen inzake het beleggingsbeleid

Halfjaarverslag 2016

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

IORP II-proof vanuit een ESG perspectief 2 7 S E P T E M B E R

EIGEN RISICO BEOORDELING (ERB) IORP II JASPER HOOGENSTRAATEN 27 SEPTEMBER 2018

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting Pensioenfonds voor Fysiotherapeuten. Per 1 juli 2015

INFORMATIE BELEGGINGSFONDSEN (NETTO) WERKNEMERS PENSIOEN

Beleggingsmodel Fondsen

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

VITP-visie op visitatie 3 november 2016 (finale versie voor ledenvergadering november 2016)

Persoonlijk Pensioen Plan

Beleggingsovertuigingen

Informatiedocument Noordam Vermogensbeheer B.V.

Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur,

Nieuwsbericht. 22 januari Achmea Beleggingsfondsen Beheer B.V. Postbus KA AMSTERDAM.

Beleggingsbeleid in de bedrijfsvoering

Methodiek Nominaties Gouden Stier 2015

Beleggingsstatuut ten behoeve van R.K. parochies binnen het Bisdom van s-hertogenbosch

DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR HET BEROEPSVERVOER OVER DE WEG

Toelichting beleggingsbeleid Triodos Bank Private Banking

Triodos Bank Private Banking Meer over duurzaam beleggen met Triodos Advies op Maat

VERKLARING INZAKE BELEGGINGSBEGINSELEN STICHTING PENSIOENFONDS PEPSICO NEDERLAND SEPTEMBER 2017

Taxeren in de tegenwoordige tijd

WHITE PAPER INRICHTING EN GOVERNANCE VAN VERMOGENSBEHEER

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen. Stichting De Samenwerking Pensioenfonds voor het Slagersbedrijf

22 juni / Henke, R. Geacht bestuur,

Duurzaam Vermogensbeheer

Deze Verklaring is opgesteld met inachtneming van de bij en krachtens artikel 145, Pensioenwet gestelde regels.

Geacht bestuur, Toezicht pensioenfondsen en beleggingsondernemingen Divisiedirecteur Amsterdam Postbus AB Amsterdam. Datum 26 april 2011

Uitbestedingsbeleid, bijlage 4 ABTN Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Rendements Analyse voor Vastgoed Portefeuilles

Verklaring Beleggingsbeginselen. 1. Inleiding

Ambassador Investments Fondsen

Stichting Pensioenfonds Unilever Nederland Progress is een ondernemingspensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.

GROEI NAAR VERMOGEN. Expirerende Lijfrente HOOG RENDEMENT LAGE KOSTEN INFLATIEBESTENDIG

Integriteitbeleid. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Zorgverzekeraars. Vastgesteld in de bestuursvergadering van 14 mei 2018

Halfjaarverslag Woningen Winkels Bedrijfsruimten

On-site onderzoeken en risicomanagement beleggingen. Martin van der Pot. Montae educatiesessie, 27 september 2017, Utrecht

Artikel 1. Reglement 1.1 Dit reglement is vastgesteld door het bestuur van Stichting Pensioenfonds Notariaat (SPN).

Het bestuur onderbouwt dat het strategisch beleggingsbeleid en het beleggingsplan passen binnen de prudent person regel.

Op verzoek van een belanghebbende bij het pensioenfonds wordt de Verklaring verstrekt.

Woningbeheer vanuit de doelstelling

Informatiedocument Noordam Vermogensbeheer B.V.

Workshop Riskmanagement & Governance van beleggen VIIP congres. Amstelveen, 17 april 2012

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf

Triodos Bank Private Banking. Meer over duurzaam beleggen met Triodos Fondsadvies.

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in Bouwmaterialen (Bpf HiBiN) ESG Beleid

Transcriptie:

Terugkoppeling sector onderzoeken vastgoedterugkoppeling sector onderzoeken vastgoed DNB BriefNieland, M. (Menko) (TP_OTPV) De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht pensioenfondsen Onderwerp Terugkoppeling sector onderzoeken vastgoed Postbus 98 1000 AB Amsterdam 0205249111 www.dnb.nl Handelsregister 33003396 Geacht bestuur, In 2016 en 2017 heeft DNB bij een aantal pensioenfondsen een on-site onderzoek gedaan naar de (risico)beheersing van beleggingen in (niet-beursgenoteerd) vastgoed. Met deze brief willen wij u graag informeren over de uitkomsten van dit themaonderzoek. In de bijlage van deze brief vindt u een overzicht met vragen om het beleid en de uitvoering voor de categorie vastgoed van uw eigen pensioenfonds te onderzoeken en indien nodig te verbeteren. Achtergrond en aanleiding onderzoek Circa 60% van de pensioenfondsen belegt (direct in vastgoedobjecten of indirect via beleggingsfondsen) in niet-beursgenoteerd vastgoed zoals woningen, winkels en kantoren, met een gemiddelde allocatie van 5,2%. Uw kenmerk Behandeld door Beleggen in (niet-beursgenoteerd) vastgoed kent specifieke risico s zoals illiquiditeit, tegenvallende opbrengsten door betalingsproblemen bij huurders of door leegstand, of onbetrouwbare of onjuiste waardering van objecten. Bijlagen 1 Het doel van de door DNB verrichte onderzoeken was om vast te stellen hoe pensioenfondsen de beleggingen in vastgoed beheersen. DNB heeft bij pensioenfondsen die in niet-beursgenoteerd vastgoed beleggen gekeken naar de besluitvorming, onderbouwing en vastlegging van beleid, de uitbesteding aan uitvoerders en beleggingsfondsen, monitoring en de evaluatie van beleid en uitvoering. Bij pensioenfondsen die in direct vastgoed beleggen is ook de waardering van de portefeuille onderzocht. Uitkomsten onderzoek Uit de onderzoeken blijkt de beheersing van vastgoedbeleggingen op onderdelen kan worden verbeterd. Hieronder worden de belangrijkste aandachtspunten toegelicht aan de hand van verschillende fasen uit de beleggingscyclus (vaststellen doelstellingen, uitgangspunten en beleid implementatie en uitbesteding monitoring en uitvoering evaluatie en bijsturing). 1 van 9

Onderbouwing en vastlegging doelstellingen en vastgoedbeleid: Een concreet en meetbaar vastgelegd beleid stelt een pensioenfonds in staat om grip te houden en tijdig bij te sturen op de beleggingen in vastgoed. Uit de onderzoeken is gebleken dat het vaststellen van doelstellingen en de doorvertaling naar beleggingsrichtlijnen verder kan worden onderbouwd en uitgewerkt. Hierbij is van belang dat eerst wordt vastgesteld wat de doelstellingen van de beleggingen in vastgoed zijn. Deze doelstellingen zijn het uitgangspunt voor het bepalen van de omvang en de invulling van de allocatie naar vastgoed. Vervolgens dient de invulling naar vastgoed te worden vertaald en vastgelegd in concrete en passende beleggingsrichtlijnen en restricties. Vastlegging eigen taxatiebeleid: Voor pensioenfondsen die in direct vastgoed investeren is voor de marktwaardering van de portefeuille van belang dat zij hun eigen taxatiebeleid hebben uitgewerkt. Een goede waardering is een noodzakelijke voorwaarde voor een goede weergave van de financiële positie en voor een goed aan- en verkoopbeleid. Denk bij taxaties bijvoorbeeld aan de volgende zaken: o Type, frequentie en format taxatie: De taxatie moet de marktwaarde weergeven. Uit in opdracht van DNB uitgevoerde taxaties komt naar voren dat voor een betrouwbare marktwaardering de frequentie en het type taxatie (bijvoorbeeld volledige taxatie of markttechnische update) belangrijke elementen zijn. DNB heeft geconstateerd dat hertaxaties en markttechnische updates van een jaar of later na de laatste volledige taxatie een minder getrouw beeld van de marktwaarde (kunnen) geven; o Aantal en periodieke roulatie van taxateurs; o Waarborging onafhankelijkheid, objectiviteit en kwaliteit taxateur. Implementatie uitvoering: Uit het onderzoek komt naar voren dat pensioenfondsen de implementatie van het vastgoedbeleid grotendeels uitbesteden. Hierbij is van belang dat het pensioenfonds in het kader van de uitbesteding 1 concrete grenzen en voorwaarden stelt waarbinnen de uitvoerder zelfstandig kan besluiten, of dat de instemming van het pensioenfonds noodzakelijk is. Hierdoor wordt voorkomen dat te veel ruimte wordt geboden aan de adviseur of vastgoedbeheerder om onder uit besteden en invulling te geven aan de uitvoering van het beleid. Dit kan bijvoorbeeld worden bereikt doordat een beheerder van direct vastgoed alleen kan besluiten over de exploitatie van het directe vastgoed (zoals onderhoud, verhuurmanagement en onderuitbesteding) binnen een voldoende gedetailleerd en door het pensioenfonds goedgekeurd jaarbudget. Een voorbeeld bij indirect vastgoed is dat een pensioenfonds voorwaarden en richtlijnen waaraan een voorstel voor een investering in een vastgoedfonds moet voldoen aan een adviseur meegeeft en het proces dat hiervoor door de adviseur moet worden doorlopen. 1 Zie Besluit uitvoering Pensioenwet art. 13, lid 2, sub a en b 2 van 9

Beheer portefeuille: Een pensioenfonds moet voldoende zicht blijven houden of een vastgoedobject of fonds nog binnen de door het pensioenfonds vastgestelde doelstellingen en richtlijnen past zodat tijdig actie wordt ondernomen. Zogenaamde hold/sell analyses kunnen hiervoor een nuttig middel zijn. Met een dergelijke analyse wordt de risico/rendementsverhouding en de passendheid van de individuele vastgoedobjecten in een portefeuille met direct vastgoed periodiek in kaart wordt gebracht. Mogelijke acties naar aanleiding van een hold/sell analyse kunnen zijn dat een vastgoedobject wordt gerenoveerd of dat het verkocht wordt. Monitoring portefeuille: Risico-indicatoren die in de monitoring inzicht kunnen geven zijn informatie over bijvoorbeeld: o Leegstand; o Betalingsachterstanden; o Looptijd huurcontracten; o Leverage en kenmerken financiering; o Krediet en concentratierisico s t.a.v. huurders; o Inzicht in (beëindigde) transacties; o Inzicht in het behaalde (direct en indirect, netto t.o.v. bruto) rendement; o De kwaliteit van taxaties Evaluatie: Ook bij beleggingen in vastgoed is het van belang is dat (ex post) periodiek evaluaties van zowel de uitvoerder(s) als de beleggingscategorie plaatsvinden. Hiermee houdt het pensioenfonds regie over beleggingen in vastgoed en kan het beleid en de uitvoering van vastgoedbeleggingen worden bijgestuurd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van vooraf vastgestelde (ex ante) criteria en is het pensioenfonds transparant hoe de conclusies uit de evaluatie worden opgevolgd. Een risico van het ontbreken van een (concrete) doelstelling, monitoring en/of evaluatie is dat de beleggingsprestaties niet of onvoldoende getoetst worden aan de verwachtingen en het pensioenfonds onvoldoende in staat is om bij te sturen. Hierdoor kan het pensioenfonds onverwachts worden geconfronteerd met negatieve of achterblijvende beleggingsprestaties. 3 van 9

Governance rondom beleggingsbeleid In aanvulling op de bovenstaande punten wil DNB ook het belang van een goede governance rondom het beleggingsbeleid benadrukken. Een goede governance begint bij de inrichting van de interne organisatie met een heldere verdeling en vaststelling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden voor de verschillende gremia (bijvoorbeeld bestuur, commissies) binnen uw pensioenfonds. Bij deze inrichting dient een adequate onafhankelijke risicomanagementfunctie vorm te worden gegeven 2, die bij het hele beleggingsproces betrokken is en in staat is om een inhoudelijke toets uit te voeren op zowel de totstandkoming als implementatie van beleid. Een adequate functiescheiding, ook in relatie tot uw uitvoerder, stelt u in staat om zelfstandig een afweging te maken tussen beleidsalternatieven en onderbouwde beslissingen te nemen over de beleggingscategorie vastgoed. Toelichting bijlage Bij deze brief vindt u een bijlage met een overzicht met relevante vragen die DNB in het uitvoerend toezicht toepast. U kunt deze vragen gebruiken om de beleggingscyclus en de risicobeheersing voor de categorie vastgoed van uw eigen pensioenfonds te onderzoeken en indien nodig te verbeteren. Mocht u naar aanleiding van de brief nog vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de toezichthouder of contactpersoon van uw pensioenfonds. Hoogachtend, De Nederlandsche Bank NV Drs. G. van Vollenhoven-Eikelenboom AAG Divisiedirecteur Toezicht pensioenfondsen 2 Zie Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen art. 18, lid 2 4 van 9

BIJLAGE AANDACHTSPUNTEN BIJ BEHEERSING BELEGGINGEN IN VASTGOED In deze bijlage vindt u voor de genoemde aandachtspunten een overzicht met relevante vragen, waarbij de verschillende opeenvolgende stappen in de beleggingscyclus worden gevolgd. Deze vragenlijsten zijn niet uitputtend. Zij hebben als doel om een bijdrage te geven bij het signaleren van eventuele verbeterpunten in de beleggingscyclus en de risicobeheersing van de belegging in vastgoed, zodat u gepaste actie kunt ondernemen. Merk op dat een aantal vragen alleen van toepassing is op direct of op indirect vastgoed. Waar dit het geval is, is dat expliciet aangegeven. Onderbouwing en vastlegging doelstellingen en vastgoedbeleid Hebt u het beleid ten aanzien van uw beleggingen in vastgoed belegd onderbouwd en vastgelegd in uw (vastgoed)beleggingsplan? Houdt u hierbij in ieder geval rekening met de onderstaande elementen? 1. Doelstelling vastgoedbelegging: Hebt u in uw beleid concrete doelstellingen voor de belegging in vastgoed gedefinieerd? Sluiten deze doelstellingen aan bij uw beleggingsbeginselen? Hebt u de doelstellingen vertaald in concrete en meetbare indicatoren? Hierbij kunt u denken aan bijvoorbeeld een (lange termijn) benchmark, risicodrijvers (volatiliteit, bezettingsgraad, betalingsachterstanden) inflatieopbrengst, gegenereerde kasstroom, correlatie met andere categorieën, duurzaamheid (via bijvoorbeeld energielabel portefeuille) en kosten. 2. Grootte vastgoedallocatie: Hebt u de grootte van de allocatie naar vastgoed onderzocht via een kwantitatieve (bijvoorbeeld ALM) analyse? Sluiten de in deze analyse gehanteerde uitgangspunten aan bij de invulling van de (gekozen) allocatie en doelstellingen? 3. Keuze en invulling vastgoedallocatie: Zijn alternatieve vergelijkbare beleggingscategorieën bekeken die passen bij de doelstelling? Passen de door u gemaakte keuzes in de invulling, bijvoorbeeld ten aanzien van regio, sector, leverage, type en kwaliteit vastgoed, bij de doelstelling? Hebt u de voor- en nadelen van verschillende beleggingsvormen, zoals beursgenoteerd en niet beursgenoteerd vastgoed, direct en indirect vastgoed, actief en passief beheer, in kaart gebracht en met elkaar vergeleken? Hebt u ook mogelijkheden bekeken die uw huidige uitvoerder niet aanbiedt? 4. Vastlegging vastgoedbeleid: Hebt u in uw beleid concrete richtlijnen en bandbreedtes vastgelegd, bijvoorbeeld ten aanzien van de benchmark, risicomaatstaf, regio en sectorverdeling en type vastgoed? Voor indirect vastgoed kunt u hierbij verder denken aan de toegestane mate van leverage, de verhouding tussen open en closed end fondsen, de toegestane instrumenten, de kwaliteit van onderliggende objecten, het aantal objecten, de (risicogewogen) rendementseis per type en regio vastgoed, de zeggenschap en participatie t.o.v. andere investeerders, mogelijke capital calls en exit voorwaarden. Voor direct vastgoed kunt u hierbij denken aan de toegestane locaties, de rendementseis per locatie, het type objecten, de kwaliteit van objecten, de gewenste huurniveaus en de verwachte duur dat een object in portefeuille blijft. 5 van 9

Vastlegging eigen taxatiebeleid Als u direct in vastgoed belegt: Hebt u uw eigen taxatiebeleid onderbouwd en vastgelegd? Hebt u het taxatiebeleid van uw uitvoerder getoetst aan uw eigen taxatiebeleid? Houdt u hierbij in ieder geval rekening met de onderstaande elementen? 1. Beleid ten aanzien van taxaties: Hebt u onderzocht of uw taxatiebeleid leidt tot een voldoende betrouwbaar beeld van de marktwaarde? U kunt hierbij denken aan aspecten als de frequentie (bijvoorbeeld per kwartaal, jaarlijks), type taxaties (bijvoorbeeld volledig, hertaxatie, markttechnische update) en format (gehanteerde taxatiemethodes, rapportage). Biedt uw taxatiebeleid ruimte en voorwaarden om vaker (volledig) te waarderen als marktomstandigheden hiertoe aanleiding geven? 2. Beleid ten aanzien van taxateurs en taxatieproces: Hebt u de onafhankelijkheid en objectiviteit van de taxateur voldoende gewaarborgd? Hierbij kunt u denken aan periodieke roulatie van taxateurs, aantal taxateurs, functiescheiding tussen de opdrachtgever en de belanghebbende(n) van de taxatie in de organisatie van de uitvoerder/ vermogensbeheerder, vergoeding voor de taxatie en aandeel van uw opdracht(en) in de omzet van de taxateur. 3. Selectie en monitoring taxateurs: Hebt u de criteria waaraan een taxateur moet voldoen vastgelegd in uw beleid? Bijvoorbeeld ten aanzien van expertise, voldoen aan beroepskwalificaties en standaarden (bijvoorbeeld PTA 28, RICS, NRVT), ervaring en scheiding tussen verschillende diensten indien de taxateur onderdeel is van een groep waarvan bijvoorbeeld ook makelaars- en vastgoedbeheerdiensten worden afgenomen. Monitort u de kwaliteit van de door de taxateur uitgevoerde taxaties en of de taxateur nog voldoet aan uw criteria (waarop selectie heeft plaatsgevonden)? 6 van 9

Implementatie uitvoering 3 : Hebt u de voor- en nadelen van verschillende uitvoeringsvormen in kaart gebracht? Hebt u de partijen aan wie u uitbesteedt geselecteerd aan de hand van vooraf gedefinieerde criteria en op basis van gestructureerd proces? En hebt u de gemaakte afspraken concreet en meetbaar vastgelegd? Houdt u hierbij in ieder geval rekening met de onderstaande elementen? 1. Selectie uitvoerder (hieronder wordt bijvoorbeeld verstaan vastgoedadviseur, vermogensbeheerder, vastgoedbeheerder en vastgoedbeleggingsfonds): Hebt u bij de selectie van uw uitvoerder vooraf criteria geformuleerd waaraan de uitvoerder moet voldoen en die aansluiten bij uw doelstellingen? Hebt u uw uitvoerder geselecteerd na een proces waarbij meerdere aanbieders zijn vergeleken, en eventueel via een longlist en een shortlist een keuze is gemaakt? Passen de richtlijnen van een beleggingsfonds binnen uw eigen vastgoedbeleid? 2. Vastleggen afspraken: Hebt u de afspraken met uw uitvoerder vastgelegd in een overeenkomst, inclusief SLA? Hebt u het kader dat uw uitvoerder heeft om zelf activiteiten onder uit te besteden uitgewerkt en vastgelegd in de overeenkomst? Bijvoorbeeld over het type activiteiten dat kan worden onderuitbesteed, een geaccepteerde lijst van onderaanbieders, het beschikbare budget en van toepassing zijnde (maximum)tarieven, eisen t.a.v. monitoring, eventuele volmacht om opdrachten te geven en wie welke beslissingsbevoegdheden heeft? Toetst u of de afspraken die u met een vermogensbeheerder of beleggingsfonds maakt aansluiten bij uw vastgoedbeleid en legt u eventuele verschillen en uw overwegingen hierbij vast? 3. Monitoring uitbesteding: Sluiten de rapportages aan bij de afspraken die u hebt gemaakt met uw uitvoerder? 3 Zie ook de sectorbrief van 16 januari 2013 over opdrachtverlening vermogensbeheer (www.toezicht.dnb.nl/binaries/50-227343.pdf) en de DNB guidance Uitbesteding door pensioenfondsen van 1 juni 2014 (www.toezicht.dnb.nl/binaries/50-230881.pdf) 7 van 9

Monitoring portefeuille Hebt u op basis van de periodieke rapportages die u ontvangt een adequaat inzicht in de risico s in uw vastgoedportefeuille en stellen de rapportages u in staat de implementatie van het beleid te toetsen? Bevatten de rapportages hiervoor in ieder geval de onderstaande elementen? 1. Aansluiting bij beleid: Stellen de rapportages u in staat om alle begrenzingen en doelstellingen in uw beleid te monitoren? 2. Inzicht in rendement: Geven de rapportages u voldoende inzicht in de opbouw van het rendement? Hierbij kunt u denken aan direct rendement uit (netto) huuropbrengsten, inclusief inzicht in brutohuuropbrengsten en kosten voor verhuur, leegstand, beheer, onderhoud en financiering, en indirect rendement door waardeveranderingen (taxaties) inclusief inzicht in de oorzaak van (grote) waardeveranderingen. 3. Inzicht in risicodrivers: Geven de rapportages u voldoende inzicht in de onderliggende risico s van de portefeuille? Hierbij valt te denken aan specifieke indicatoren zoals betalingsachterstanden, leegstand, mate van leverage, herfinanciering van leningen, gemiddelde resterende huur, kredietwaardigheid van huurders en concentratie van huurders op portefeuille-, beleggingsfonds- en objectniveau. 4. Inzicht in transacties: Geven de rapportages u voldoende inzicht in aan- en verkochte objecten, maar ook in gestarte transacties die niet door zijn gegaan (inclusief vermelding van de reden)? Beheer portefeuille: Toetst u periodiek of uw portefeuille nog voldoet aan uw richtlijnen en stuurt u actief bij? Houdt u hierbij in ieder geval rekening met de onderstaande elementen? 1. Nieuwe beleggingen: Toetst u of voorgestelde beleggingen passen binnen de richtlijnen van uw beleid? Maakt u inzichtelijk wat de gevolgen zijn van het toevoegen van een nieuwe belegging voor uw totale portefeuille? 2. Portefeuilleanalyse: Maakt u bij direct vastgoed periodiek een analyse waarbij u toetst of de objecten in uw portefeuille nog voldoen aan uw richtlijnen? Hierbij kunt u denken aan een hold/sell analyse. Onderneemt u na deze analyse concreet actie, bijvoorbeeld om objecten te houden, onderhouden, renoveren of te verkopen? Hebt u criteria en stappen geformuleerd om bij direct vastgoed objecten of bij indirect vastgoed beleggingsfondsen te desinvesteren? 8 van 9

Evaluatie Evalueert u periodiek en gestructureerd of behaalde (ex post) resultaten aansluiten bij ex ante criteria en uitgangspunten? Houdt u hierbij in ieder geval rekening met de onderstaande elementen? 1. Frequentie: Evalueert u het beleid en de uitvoering van categorie vastgoed periodiek? 2. Ex ante criteria: Gebruikt u hierbij vooraf bepaalde (ex ante) criteria en onderwerpen? 3. Opvolging uitkomsten evaluatie: Legt u de evaluatie, de conclusies en vervolgacties vast? Betrekt u de uitkomsten van de evaluatie bij aanpassingen in het beleid en/of de uitvoering? 9 van 9