Startnotitie leerplanontwikkeling pilot tweetalig primair onderwijs (tpo)



Vergelijkbare documenten
Brochure versie 1 februari 2015

Vanuit doelen Jonge Kind naar een beredeneerd aanbod voor peuters en kleuters

Leerplankader kunstzinnige oriëntatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

WORKSHOP LEERLIJNEN. Dag van de Cultuureducatie: workshop leerlijnen

EarlyBird, voor meer, vroeger en beter Engels. Inhoud en werkwijze bij de visitatie voor erkenning als EarlyBird-school

Waar gaan de ontwikkelteams mee aan de slag?

Vroeg vreemdetalenonderwijs. Visiedocument

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PATER VAN DER GELD

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Achtergrond onderzoeksvraag 1

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP CHRISTELIJKE BASISSCHOOL DE POORT

Inleiding. Projectonderwijs.slo.nl 1/5

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

LOS VOOR VOORTGEZET ONDERWIJS

Curriculum in beweging

VERSLAG N.A.V. VIERDE CONSULTATIEFASE (JANUARI-MAART 2019) Ontwikkelteam Engels / Moderne Vreemde Talen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL 'T MÊÊTJE

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP PANTA RHEI. Onderzoeksnummer :

Spinnenweb-model: leerlingparticipatie in samenhang

In artikel 18 van de Wet op de expertisecentra wordt na het tweede lid een lid

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Talen in het curriculum van de toekomst

Informatie Innovatietraject Voortgezet Leren Serie 1

Verbeterplan OBS De Winde

Evaluatie Curriculum Onderzoek in de opleiding

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Uit het onderzoekskader 2017 van Inspectie van het Onderwijs. Primair onderwijs

RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ

Curriculumontwikkeling in de praktijk 4

Meer kansen door internationaal basisonderwijs

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

Omschrijving kwaliteitstandaard vvto Indicator nvt cruciaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wetenschap en Technologie, Science, óók voor hoogbegaafde leerlingen op PO en onderbouw VO.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ O.B.S. DE WIELEN, LOCATIE GALAMASTINS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL DE VLIER

KWALITEITSONDERZOEK IN HET KADER VAN HET ONDERWIJSVERSLAG 2007/2008

Met deze brief breng ik u op de hoogte van het plan van aanpak voor Engels in het primair onderwijs. 1

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. OSG Singelland "De Venen" PRO

Waarom ontwikkel je een curriculum en wat is een curriculum dan? Jan van den Akker en Nienke Nieveen

RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK FRIES BIJ P.C.B.S. MEESTER VAN DER BRUG

Schoolgids Deel b VSO De Triviant

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

LOS VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

DOE040 VOORTGEZET ONDERWIJS

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

Schoolgids Deel b SO De Leeuwerik

Burgerschap in de buurtalen. Annette van der Laan & Marjolein Haandrikman - DIA 25 mei 2018

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ

NiBi-conferentie Gezonde leefstijl van leerlingen. SLO Ger van Mossel

WINFORD ARNHEM VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. R.K. basisschool De Talenten

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

samenvatting 1. Context, opdracht en aanpak

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie

van, voor en door de leraar Discussienota Uitgangspunten Herijking Bekwaamheidseisen

DE AARDESCHOOL VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING BIJ BASISSCHOOL GERARDUS MAJELLA

Om dit te realiseren hebben we in het Strategisch Beleidsplan de volgende beleidsvoornemens geformuleerd:

lp o INSPECTIE hetonderwijs RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ n.b.b.s. Het Blokland

RAPPORT ONAANGEKONDIGD KWALITEITSONDERZOEK BASISSCHOOL MISTE/CORLE

Ontwerp een kunst- en cultuurcurriculum

DEFINITIEF RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK BIJ KONINGIN BEATRIXSCHOOL

WAT MOET EN WAT MAG IN DE ONDERBOUW? versie. Sinds 1 augustus Onderbouw-VO. d e f i n i t i e v e LEERSTOFAANBOD ONDERWIJSTIJD

BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK IBBO BARNSTEEN TE EDE

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK BIJ C.B.S. DE WINGERD

AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen 9/21/ Rian Aarts & Kitty Leuverink

AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen

PILOTONDERZOEK SOCIALE KWALITEIT. Alphons Laudyschool

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Herstelacties naar aanleiding van het inspectiebezoek voorjaar 2018

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Ontwikkelingsperspectief in regulier basisonderwijs. Suzanne Beek en Linda Sontag ORD 2013

Toekomstgericht cultuuronderwijs en 21 e eeuwse vaardigheden. Marjo Berendsen SLO Stéfanie van Tuinen SLO 13 maart 2018

Engels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen?

ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP O.B.S. DE BONGERD

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Kwaliteitsonderzoek bij. : Kallenkote

UITKOMST KWALTEITSONDERZOEK NIET BEKOSTIGD PRIMAIR ONDERWIJS. basisschool Aquamarin

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK HAVO

RAPPORT VAN BEVINDINGEN. Tussentijds kwaliteitsonderzoek bij. Geref.b.s. Dr. K. Schilder

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP BASISSCHOOL PIUS X

klein, veilig, ondernemend

Onderwijskundig jaarplan

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL HERVORMDE SCHOOL

Keuzemodel varianten van programma's praktijknabije LOB. Voor tl en gl

DILEMMA'S EN VRAGEN. Hoe versterken we de samenhang?

RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING COMENIUS COLLEGE, AFDELING VWO

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

DEMOCRATISCHE SCHOOL UTRECHT VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Transcriptie:

Startnotitie leerplanontwikkeling pilot tweetalig primair onderwijs (tpo) (Conceptversie 3 juni 2014, Karel Philipsen, Bas Trimbos & Annette Thijs) Vooraf In augustus 2014 start een pilot tweetalig primair onderwijs (tpo). Deze notitie wil de wenselijkheid van een gemeenschappelijke basis voor leerplanontwikkeling als onderdeel van de pilot onder de aandacht brengen. Tevens wil ze de deelnemende partijen een gezamenlijk begrippenkader aanreiken. Die partijen zijn de stuurgroep tpo (een voortzetting van de beleidsgroep), SLO, de deelnemende scholen en de onderzoekers. Deze notitie is geen statisch document. De ervaringen die worden opgedaan tijdens de vijf jaren die de pilot duurt, zullen worden gebruikt om deze notitie waar mogelijk aan te scherpen en verder uit te werken. De notitie moet dan ook nadrukkelijk worden gezien als groeidocument. 1. Pilot tpo 1.1 Uitgangspunten In 2011 is een werkgroep begonnen zich te oriënteren op de invoering van tpo. Die werkgroep bestond uit vertegenwoordigers van EarlyBird, het Europees Platform en actieve scholen op het terrein van vvto. Samen met het ministerie van OCW hebben zij een startnotitie geschreven. Daarin formuleren zij de onderwijskundige doelstellingen, onderzoeksopzet en samenwerkingsvorm voor een pilot. In juli 2013 presenteerde staatssecretaris Dekker het Plan van Aanpak Engels in het primair onderwijs. Dit Plan van Aanpak geeft de aanzet voor het bij wet vastleggen dat tot 15 % van de onderwijstijd Engels als doel- en voertaal kan worden gehanteerd. Ook wordt het startschot gegeven voor een pilot tweetalig primair onderwijs. Maximaal 20 scholen krijgen de ruimte om tot 50 % van de onderwijstijd les te geven in het Engels. 1 Volgens de staatssecretaris is deze verruimde aandacht voor Engels belangrijk om leerling adequaat toe te rusten als wereldburgers. De sterke internationale oriëntatie van Nederland vraagt om goede internationale kennis en taalvaardigheden. Een goed fundament voor Engels draagt bij aan de vaardigheden en zelfvertrouwen van leerlingen op de latere arbeidsmarkt. Bovendien maakt het aanbieden van onderwijs in een vreemde taal het onderwijs uitdagender en aansprekender, zo staat in het Plan van Aanpak. In het schooljaar 2014-15 starten 12 scholen met de pilot. In het daaropvolgende schooljaar is er nog ruimte voor 8 scholen om mee te doen. 1 De pilot tpo staat ook open voor scholen die dit programma in het Frans of Duits willen geven. In de eerste ronde hebben alleen scholen met belangstelling voor tpo-engels gereageerd. In deze startnotitie wordt dan ook uitgegaan van Engels als tweede onderwijstaal. Mochten scholen met tpo-duits of tpo-frans zich in de tweede selectieronde aansluiten bij de pilot, dan kan onderhavig document gehanteerd worden omdat dezelfde kaders en doelstellingen toepasbaar zijn. 1

De volgende uitgangspunten staan centraal in de pilot: - Het aanbod is dekkend voor de kerndoelen. - Scholen groeien naar een vorm van onderwijs waarbij voor 30-50% van het onderwijs het Engels de voertaal is. In deze vorm van immersieonderwijs ligt de nadruk op begrip en communicatie. Er wordt van vloeiendheid naar accuraatheid gewerkt, passend bij het ontwikkelingsniveau van de leerlingen. - Het aanbod kent een sterk internationale oriëntatie. 1.2 Doelstellingen Natuurlijk zullen de leerlingen aan het eind van groep 8 aan dezelfde eisen moeten voldoen als leerlingen die geen tpo volgen. De pilot voegt daar de volgende doelstellingen aan toe: Wat Engels betreft moeten de leerlingen het niveau van een onafhankelijk taalgebruiker bereiken. Bij onafhankelijk taalgebruiker gaat het om een beheersing van het Engels, afhankelijk van het uitstroomniveau van de leerling, op het B1-niveau dan wel het B2 niveau. Deze ambitie wordt in de loop van de pilot nader geconcretiseerd en op haalbaarheid onderzocht. Daartoe wordt jaarlijks 30 tot 50 % van de onderwijstijd gereserveerd voor Engelstalige lessen en activiteiten. Het principe doeltaal-voertaal is hierbij leidend en Engels wordt in samenhang met (andere) vakinhouden gebracht. Leerlingen hebben kennis van de internationale omgeving waarin zij acteren en hebben onder meer door internationale contacten ervaringen opgedaan die leiden tot meer intercultureel bewustzijn. Een belangrijk doel van de pilot is te komen tot een generiek, overkoepelend leerplankader voor tpo (zie paragraaf 2). Scholen geven in dit verband invulling aan een aanbod voor tpo en delen ervaringen met elkaar. Die worden bekeken op hun betekenis voor de ontwikkeling van het beoogde generieke leerplankader. In genoemde startnotitie tpo worden eisen gesteld aan de schoolorganisatie en de toerusting van leerkrachten en coördinatoren. De komende vijf jaar zullen ook gebruikt worden om na te gaan in hoeverre aan die eisen voldaan moet zijn om de (onderwijskundige) ambities van de pilot te realiseren. De startnotitie spreekt ook over de noodzaak criteria te ontwikkelen voor de borging van de kwaliteit van het onderwijsaanbod. Paragraaf 3.2 van deze notitie gaat hier nader op in. 1.3 Leerplanontwikkeling Binnen de kaders van de pilot hebben scholen ruimte voor schoolspecifieke keuzes wat betreft de ontwikkeling en inrichting van het aanbod tpo. Dit is een belangrijk uitgangspunt: ruimte voor eigenheid en schoolspecifieke keuzes, passend bij de ervaring, het eigen didactisch concept en de leerlingenpopulatie. Dit zorgt voor een rijk palet. Echter, een belangrijke doelstelling van de pilot is te komen tot generieke inzichten over de inrichting van het tpo-aanbod. Daaraan zouden conclusies moeten worden ontleend voor een gemeenschappelijk leerplankader. Dit betekent dat er naast eigenheid in keuzes ook gemeenschappelijke elementen en doelen moeten worden vastgesteld en nagestreefd. Het proces van leerplanontwikkeling in de pilot kent dus twee bewegingen: van de taakstellende kaders naar de scholen en van de scholen naar de taakstellende kaders. Het systematisch via onderzoek in kaart brengen van alle factoren die van invloed zijn op het uiteindelijke leerplankader is een wezenlijk onderdeel van deze pilot. 2

1.4 Onderzoek De deelnemende scholen hebben zich alle gecommitteerd aan het onderzoek. Dat is meerjarig en richt zich vanzelfsprekend op de vraag wat de opbrengsten van de pilot tpo voor het Nederlands en Engels zullen zijn, maar ook op wat tpo vraagt aan didactiek en organisatie. Op scholen in Friesland wordt tevens onderzocht wat effecten zijn van tpo op taalvaardigheid in het Fries. De pilot zal gebruik kunnen maken van tussentijdse bevindingen van de onderzoekers. Als daar aanleiding toe is, zal de pilot aangepast worden. De dynamische opzet van de pilot biedt hier ruimte voor. 2. Leerplankader tpo 2.1 Een samenhangend aanbod voor tpo Een belangrijk doel van de pilot is om een leerplan voor tweetalig primair onderwijs te ontwikkelen. De kern van een leerplan betreft doorgaans de doelen en inhouden van het leren. Veranderingen in die kern veronderstellen meestal ook wijzigingen in andere leerplanonderdelen. Een verhelderende manier om een en ander in samenhang te visualiseren is het zogenaamde curriculaire spinnenweb (Van den Akker, 2003). Figuur 1: Curriculaire spinnenweb De kern en de negen draden van het spinnenweb verwijzen naar tien onderdelen van het curriculum die elk een vraag over het (plannen van) leren door leerlingen betreffen. In de pilot werken scholen aan de ontwikkeling van hun leerplan tpo. Ze doen dit, zoals gezegd, vanuit de eigenheid van de school en schoolspecifieke keuzes, maar binnen de gezamenlijk vastgestelde doelstellingen en uitgangspunten. Aan het eind van de pilot moet er een generiek leerplankader liggen met daarin op hoofdlijnen na te streven doelen en inhouden voor Engels en internationalisering als onderdeel van het brede leerplan voor tpo. Die doelen en inhouden moeten vanuit een integrale visie op tpo zijn beredeneerd en verantwoord. Ze zullen in de loop van de pilot 3

worden uitgewerkt naar de verschillende leerjaren. Zowel de einddoelen als tussendoelen zullen als daar aanleiding toe is - tussentijds worden bijgesteld. 2.2 Visie als gemeenschappelijk ankerpunt Zoals te zien in Figuur 1 vormt de visie de kern van het leerplan. De visie fungeert als centrale, verbindende schakel; de overige onderdelen (leerplanaspecten) zijn verbonden met die visie. Idealiter zijn ze ook met elkaar verbonden, zodat er sprake is van consistentie en samenhang. De visie geeft antwoord op de vraag waartoe het aanbod dient. Vertaald naar de pilot: wat is de ratio achter de invoering van tpo? Deze vraag moet beantwoord worden vanuit vier invalshoeken: Student: hoe draag het programma bij aan het leren van de leerling, welke visie is er op het leren van de leerling? Subject: vanuit welke visie op de vakinhoud wordt het programma ingericht? Society: hoe sluit het aanbod aan bij ontwikkelingen in de maatschappij? School: hoe sluit het aanbod aan bij het schooleigene? Verschillende van deze aspecten zijn in het Plan van Aanpak kort benoemd, maar behoeven een nadere uitwerking om als leidraad voor de ontwikkeling van het tpo-aanbod te kunnen dienen. Belangrijke vragen voor deze uitwerking zijn: 1. Visie op leren van de leerling (student) Van welke visie op leren gaat het programma uit: welke rol en inbreng heeft de leerling in het programma? En wat draagt het aanbod bij aan de vorming van de leerling? De doelstelling van de pilot is om bij te dragen aan de taalvaardigheid en internationale kennis en competenties. De verwachting is dat dit leerlingen meer zelfvertrouwen biedt om door te stromen naar het vervolgonderwijs en de latere arbeidsmarkt tegemoet te treden. Wat is nodig om leerlingen dit zelfvertrouwen te laten ontwikkelen? En hoe kunnen we de kans om het aanbod uitdagender en aansprekend te maken voor alle leerlingen zo goed mogelijk benutten? 2. Visie op de vakinhoud (subject) Welke visie is er op het leren en gebruiken van Engels als onderdeel van een tweetalig of meertalig aanbod? Hoe benutten we de mogelijkheden die tpo biedt om Engels op een natuurlijke manier aan te leren zo goed mogelijk? Hoe zien we de ontwikkeling van het Nederlandstalige deel van het programma: wat zijn aandachtspunten en hoe zorgen we voor samenhang tussen lessen in het Engels en in het Nederlands? Hoe bereiken we een goede integratie van Engels in vakinhouden? 3. Visie op de bijdrage aan maatschappelijke ontwikkelingen (society) Door de globalisering van de samenleving worden interculturele vaardigheden en de beheersing van de Engelse taal van toenemend belang. Tpo-scholen kunnen hier een belangrijke bijdrage aan leveren, zo staat in het Plan van Aanpak. Hoe benutten we deze meerwaarde zo effectief mogelijk: hoe kan het tpo-aanbod bijdragen aan de toerusting van leerlingen voor de samenleving? Welke aspecten van taalvaardigheid zijn van belang? Welke leerinhouden met een internationale dimensie vinden we belangrijk? Welke activiteiten dragen daaraan bij? 4. Visie op aansluiting bij het schooleigene (school) 4

De school kan een aantal uitgangspunten hebben van waaruit ze haar onderwijsprogramma en - beleid geformuleerd heeft. Die uitgangspunten zullen ook van invloed zijn op de visie van de school op het aanbod. Hoe kan dat aanbod tegen deze achtergrond uitgewerkt worden? Gezien de centrale rol die ze in het leerplan heeft, is het belangrijk om de visie zorgvuldig en expliciet te formuleren. Dit helpt om zicht te krijgen op gemeenschappelijke uitgangspunten die als leidraad kunnen dienen bij het bepalen van de doelen en inhouden van het aanbod. Om als een verbindende schakel en gemeenschappelijk ankerpunt voor de pilot te kunnen dienen is het van belang om de visie gezamenlijk te ontwikkelen. De stuurgroep zal hier een leidende rol in spelen. Ze zal scholen tijdens bijeenkomsten stimuleren een visie te ontwikkelen en bevorderen dat de betrokken scholen van elkaars opvattingen wat dit betreft kennis nemen. Op deze manier worden uitgangspunten en ambities verhelderd en aangescherpt. 3. Ontwikkeling van het leerplankader tpo 3.1 Wisselwerking tussen meerdere niveaus De pilot biedt scholen de ruimte om op eigen wijze invulling te geven aan een aanbod voor tpo, maar wel vanuit gezamenlijk geformuleerde uitgangspunten en ambities (zie paragraaf 1). Dit betekent dat scholen weliswaar zelf vormgeven aan een tpo-aanbod, maar dit doen binnen de kaders en uitgangspunten die op pilotniveau zijn geformuleerd. Het aanbod moet passen bij de leerling in de klas, moet uitvoerbaar zijn voor de klas als geheel, moet afgestemd zijn met de visie van de school en aansluiten bij landelijke kaders, waaronder de kerndoelen. Figuur 2 geeft een overzicht van de verschillende niveaus van leerplanontwikkeling. Leerplanniveau Bereik Betrokkenen Leerplanproducten Supra Internationaal de Europese Commissie ERK Macro Nationaal Ministerie van OCW Kerndoelen Pilotniveau Stuurgroep tpo tpo-pilotscholen Gemeenschappelijke visie Uitgangspunten voor inrichting van het aanbod Leerplankader tpo Meso School Schoolleiding Team Micro Leerjaar Groep Leraar Team Groep Nano Leerling Docent Leerling Schoolbeleidsplan Leerplan tpo voor alle leerjaren Leerlijn met leerdoelen per jaar Lesplannen Lesmaterialen Toetsen Persoonlijke leerplan: maatwerk 5

Figuur 2: Niveaus van leerplanontwikkeling Bij het ontwikkelen van het tpo-aanbod is een goede uitlijning tussen het pilotniveau, het schoolniveau en het microniveau van belang. Op het mesoniveau hebben scholen veel ruimte om eigen keuzes te maken, passend bij de eigen visie, context en leerlingenpopulatie. Die keuzes mogen echter niet strijdig zijn met de kerndoelen en met de afspraken en ambities die op pilotniveau zijn vastgelegd. Belangrijk is ook dat er consistentie is in de wijze waarop de visie en ambities van de school vertaald worden naar doelen, inhouden en activiteiten in de verschillende leerjaren. De pilot moet ertoe leiden dat uitspraken kunnen worden gedaan over doelen die haalbaar en nastrevenswaardig zijn, over welke inhouden in het Engels aangeboden kunnen worden en welke leeractiviteiten in dat verband relevant zijn. 3.2 Kwaliteitscriteria voor het onderwijsaanbod Uiteindelijk moet de pilot een kwalitatief hoogwaardig leerplan voor tweetalig primair onderwijs opleveren. De waarde van een leerplan kan worden afgemeten aan de mate waarin het als (i) relevant, (ii) consistent, (iii) bruikbaar, (iv) effectief, en (v) als schaalbaar en duurzaam beoordeeld wordt voor de context waarvoor het is ontwikkeld. De kwaliteitscriteria kunnen gedurende de vijf jaar die de pilot helpen om de ontwikkelde leerplanproducten kritisch te bekijken op wat er nog beter zou kunnen. Scholen kunnen eigen producten bekijken maar ook in interactie met andere scholen praten over de relevantie, consistentie, bruikbaarheid en effectiviteit van een ontwikkelde aanpak. Relevantie: het aanbod bestaat uit doelen en inhouden die ertoe doen. Bij het ontwikkelen van het tpo-aanbod is het van belang dat de doelen en inhouden: aansluiten bij de kerndoelen; relevant gevonden worden door alle betrokkenen (leraren, leerlingen, ouders); aansluiten bij inzichten uit onderzoek over tweetalig onderwijs; aansluiten bij de ambities en uitgangspunten van de pilot. Consistentie: het aanbod zit logisch en samenhangend in elkaar. Bij het ontwikkelen van het tpo-aanbod is het van belang dat er sprake is van samenhang tussen: verschillende leerjaren (doorlopende leerlijn); onderdelen van het aanbod met Engels als middel (CLIL) en onderdelen van het aanbod met Engels als doel, immers, het doceren van vakinhoud en van een vreemde taal gebeurt tegelijkertijd (zie doelstellingen); visie en uitgangspunten op pilot-niveau en vertaling ervan in het aanbod op schoolniveau; het Engelstalige aanbod en het Nederlandstalige aanbod. Bruikbaarheid: het aanbod moet uitvoerbaar zijn. Voor het tpo-aanbod is het van belang dat de activiteiten uitvoerbaar zijn met: de beschikbare tijd en middelen (o.a. over de verdeling van de onderwijstijd over de jaarlagen); de competenties van leraren (denk hierbij bijv. aan taalvaardigheid, kennis van en vaardigheid in taaldidactiek). 6

Effectiviteit: het aanbod leidt tot de gewenste resultaten. Bij het ontwikkelen van het tpo-aanbod is het van belang dat: er heldere, voorlopige, ambities zijn wat betreft het eindniveau in groep 8 en dat er doelgericht naar dit eindniveau wordt toegewerkt (naast de kerndoelen dan nog uit te werken eindtermen voor Engels en Internationalisering); resultaten en opbrengsten van activiteiten in de klas zorgvuldig worden gemonitord; het aanbod gedurende de vijf jaar die de pilot duurt voortdurend wordt bijgesteld op basis van voortschrijdend inzicht met betrekking tot wat wel en wat niet werkt; de leeropbrengsten voor leerlingen een soepele overgang mogelijk maken naar vervolgonderwijs en voldoende voorwaarden bieden voor participatie in de samenleving. Schaalbaarheid en duurzaamheid. Voor het tpo-aanbod is het van belang dat: de ervaringen en opbrengsten van de pilot op schoolniveau worden vastgelegd en geborgd; de ervaringen en opbrengsten van de pilot overdraagbaar zijn voor andere scholen; de scholen in de jaren na de pilot de opbrengsten verder ontwikkelen en de lijn doortrekken naar groep 6 tot en met 8. 4. Ondersteuning van het proces: taken en rollen De ambities van de pilot tpo zijn groot en er liggen op alle niveaus veel uitdagingen. Dat vraagt o.a. om verdere uitwerking van het leerplankader op macroniveau, om uitwerking daarvan op schoolniveau en om bewaking van de kwaliteit van dit proces. Daarbij moet ook goed gekeken worden naar de voortgang van langlopend onderzoek naar de effecten en organisatie en inrichting van het programma. Kennisdeling tussen scholen is ook van groot belang. De netwerkbijeenkomst kunnen hiervoor worden benut, evenals digitale kanalen (oa. Yammer). Zoals gezegd hebben de scholen de ruimte om binnen het kader van deze pilot hun eigen versie van een tpo-programma te ontwikkelen. Vragen die scholen daarbij hebben worden door de stuurgroep in kaart gebracht en gekanaliseerd. Bij vragen die betrekking hebben op hele pilot, dat wil zeggen relevant zijn voor alle scholen binnen pilot, zal door stuurgroep zorgen voor uitwerking. Individuele vragen kunnen op kosten van de school beantwoord worden. Het Europees Platform is hierbij het eerste aanspreekpunt en kan behulpzaam zijn om te bekijken hoe de vraag beantwoord zouden kunnen worden. SLO is beschikbaar voor advies over inrichting van generieke elementen van het leerplankader. 7