1 Ontwikkelplan trainee 1 Karin Kleine, projectleider Ontwikkeling traineeship HBO-afgestudeerden Marlous Beijer, projectsecretaris Jeugdzorg Nederland 1 Dit document is geschreven in het kader van het Implementatieplan Professionalisering Jeugdzorg en is te downloaden via www.professionaliseringjeugdzorg.nl. Stichting Nederlands Jeugdinstituut (NJi), Utrecht.
2 Toelichting Dit ontwikkelplan is je leidraad bij je deelname aan het traineeship. In je ontwikkelplan stel je doelen die je helpen om je binnen twee jaar te ontwikkelen naar het niveau van de standaard Gevorderde Professional. Tijdens het traineeship ontwikkel je jezelf op allerlei manieren. Je wordt ingewerkt, je volgt trainingen of cursussen, je doet mee aan teamoverleg en je wordt begeleid door een ervaren mentor. Daar leer je veel van. Maar het meeste leer je nog van je werk. Door steeds meer ervaring op te doen met allerlei taken en werkzaamheden, word je steeds beter in je werk. Op deze manier ontwikkel je jezelf van pas afgestudeerde starter naar gevorderde professional. Het traineeship sluit af met een toets. Aan het einde van het traineeship bewijs je dat je de competenties van de gevorderd professional bezit. In de standaard Gevorderde Professional staat precies beschreven welke competenties je na twee jaar moet kunnen aantonen. Je competenties toon je aan met een portfolio. In je portfolio neem je allerlei bewijsstukken op die aantonen dat je de competenties in de praktijk toepast. Je kunt dan denken aan feedback van belangrijke betrokkenen (je gedragswetenschapper, leidinggevende, collega s en cliënten), certificaten van cursussen die je hebt gevolgd en aan beroepsproducten. Beroepsproducten zijn producten die je in de praktijk hebt gemaakt. Beroepsproducten zeggen veel over jouw functioneren, juist omdat je ze tijdens je dagelijks werk hebt gemaakt. Je kunt dan denken aan producten zoals hulpverleningsplannen, verslaglegging of rapportage, casusverslagen of video/audio opnames van jouw eigen handelen. Het traineeship beslaat in totaal twee jaar. Elke drie maanden evalueer je met je mentor en stel je waar nodig je doelen bij of stel je nieuwe doelen. Je volgt hierbij een cyclus van vijf stappen. Je start bij stap 1 en doorloopt alle stappen, met als laatste stap: stap 5 (evalueren). Nadat je geëvalueerd hebt, start je opnieuw met de cyclus. 1: Beoordelen 5: Evalueren 2: Doelen stellen 4: Afspreken 3: Plannen
3 Na elke periode van drie maanden stel je nieuwe doelen. Daarna volg je dezelfde stappen zoals hierboven beschreven. Naam trainee: Naam mentor: Datum: Stap 1: Beoordelen Vul de zelftest Gevorderd Professional in. Stap 2: Doelen stellen Bespreek de uitkomst van de zelftest met je mentor. Stel samen SMART doelen op. Gebruik daarbij onderstaande tabellen (per doel, 1 tabel). Stel doelen op voor de komende drie maanden. Na drie maanden kun je een nieuw plan schrijven of je plan aanscherpen. Let op: Je bent niet verplicht om voor elke competentie doelen te stellen. Je bepaalt zelf hoeveel doelen je stelt, maar stel er niet te veel. Je loopt dan het risico dat je het overzicht kwijtraakt en slechts oppervlakkig aan je doelen werkt. Wanneer je te weinig doelen stelt vind je misschien onvoldoende uitdaging in het traineeship. Ga uit van een aantal van 4 tot 8 leerdoelen (afhankelijk van je eigen leerstijl). Het gaat erom dat je doelen stelt die voor jou relevant en realistisch zijn. Competenties te bereiken 2 : 2 Zie bijlage 1 voor een hulpmiddel bij het beschrijven van een aanpak om je doel te bereiken.
4
5 Stap 3: Plannen Plaats de doelen in het tijdsschema. Maak hierbij gebruik van de bijbehorende code criterium. Maand 1 Maand 2 Maand 3 Stap 4: Afspreken Spreek een evaluatiedatum af met je mentor Datum evaluatie: Stap 5: Evalueren Doelen: Zelfbeoordeling: Gewenste zelfbeoordeling zoals 4 maanden geleden beschreven: Huidige zelfbeoordeling: Deze doelen worden afgesloten: Deze doelen gaan mee naar de volgende periode: Verzameld
6 Bijlage 1: Hulpmiddel bij het beschrijven van een aanpak om je doel te bereiken Bij het beschrijven van een aanpak om je doel te bereiken, kun je gebruik maken van de volgende vragen. Deze vragen helpen je bij het bepalen van een aanpak: Welke activiteiten kan ik ondernemen op mijn werkplek? Bijvoorbeeld: Het ondernemen van een specifieke activiteit met cliënten, bijvoorbeeld het voeren van een adviesgesprek, het leiden van een groepsactiviteit, het observeren van een gezinssituatie, het met de cliënt opstellen van een plan, enzovoort. Werken met cliënten met een specifieke problematiek, bijvoorbeeld cliënten met verslavingsproblematiek, psychiatrische problematiek of problemen met betrekking tot deelname aan onderwijs of arbeid. Werken met cliënten in een specifieke context, bijvoorbeeld in het gedwongen kader, situaties waarin vermoedens bestaan van geweld in huiselijke kring of cliënten met een andere culturele achtergrond dan de jouwe. Welke activiteiten kan ik ondernemen buiten mijn werkplek? Denk dan aan het volgen van trainingen, opleidingen of workshops, het bijwonen van congressen of symposia, deelnemen aan intervisie, supervisie of begeleiding, het lezen van relevante literatuur, enzovoort. Wiens hulp of expertise kun je inschakelen bij het bereiken van je doel? Wat kan diegene precies bijdragen, wat jou kan helpen Wat zijn de randvoorwaarden om je doel te bereiken? Je kunt dan denken aan tijd, bepaalde middelen, begeleiding, enzovoort.
7 Bijlage 2: Voorbeeld van een ontwikkelplan Om je te inspireren bij het schrijven van je ontwikkelplan, vind je hier een ingevuld gedeelte van het ontwikkelplan. Naam trainee: Ranomi Verbeij Naam mentor: Luuk de Winter Datum: 3-8-2012 Stap 1: Beoordelen Vul het formulier Zelfbeoordeling criteria Traineeship in. Stap 2: Doelen stellen Bespreek je zelfbeoordeling met je mentor. Stel samen SMART doelen op. Gebruik daarbij onderstaande tabellen (per doel, 1 tabel). 3: Brengt de situatie in kaart Gedrag te observeren en bevindingen voor te leggen en rekening te houden met de beroepscode JZW. Veranderingen in de situatie van de jeugdige of in het gezin tijdig te signaleren en te rapporteren. Veranderingen in de situatie van de jeugdige of in het gezin tijdig te signaleren en te rapporteren. Als ik mijn dagrapportages schrijf let ik er goed op dat ik het gedrag van de cliënt beschrijf. Ik houd het bij feiten. Als ik mijn rapportage af heb lees ik het nog een keer door en stel ik mezelf de vraag: Zijn dit echt mijn observaties, heb ik dit gezien? Mijn collega Anna schrijft goede concrete dagrapportages. Ik ga haar vragen of ze regelmatig mijn dagrapportages wil lezen en mij feedback wil mailen. Ik zorg er daarnaast voor dat ik zelf goed bijblijf met het lezen van de dagrapportages van mijn collega s, zodat ik de kunst van hen kan afkijken. Feedback van mijn gedragswetenschapper Anna leest één keer in de twee weken mijn dagrapportages en mailt mij tips en tops. De feedback bespreken we in de mentorbegeleiding.
8 Stap 3: Plannen Plaats de doelen in het tijdsschema. Maak hierbij gebruik van de bijbehorende code criterium. Jaar 1 Maand 1 t/m 4 Maand 5 t/m 8 Maand 9 t/m 12 Veranderingen in de situatie van de jeugdige of in het gezin tijdig te signaleren en te rapporteren. Stap 4: Afspreken Spreek een evaluatiedatum af met je mentor Datum evaluatie: 5-11-2012 Stap 5: Evalueren Taak: 3: Brengt de situatie in kaart Doelen: 3. Veranderingen in de situatie van de jeugdige of in het gezin tijdig te signaleren en te rapporteren. Zelfbeoordeling: Gewenste zelfbeoordeling zoals 4 maanden geleden beschreven: Huidige zelfbeoordeling: Deze doelen worden afgesloten: Deze doelen gaan mee naar de volgende periode: 1 1 3. Veranderingen in de situatie van de jeugdige of in het gezin tijdig te signaleren en te rapporteren. Code: - - Verzameld Observatieverslag op basis van dagrapportage.