Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1

Vergelijkbare documenten
9.2 Bepaal de harmonische tijdsfuncties die horen bij deze complexe getallen: U 1 = 3 + 4j V; U 2 = 3e jb/8 V; I 1 =!j + 1 ma; I 2 = 7e!jB/3 ma.

Hertentamen Lineaire Schakelingen (EE1300)

Antwoorden bij Deel 1 (hfdst. 1-8)

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Formuleblad Wisselstromen

Bij een uitwendige weerstand van 10 is dat vermogen 10

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

BIOFYSICA: WERKZITTING 08 en 09 (Oplossingen) ELEKTRISCHE KRINGEN

Elektrische Netwerken 27

Naam: Klas: Repetitie elektriciteit klas 2 1 t/m 6 HAVO (versie A)

Vandaag. Uur 1: Differentiaalvergelijkingen Uur 2: Modellen

EXAMENFOLDER maandag 26 januari 2015 OPLOSSINGEN. Vraag 1: Een gelijkstroomnetwerk (20 minuten - 2 punten)

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 22 juni :00-12:00. Schrijf op elk vel uw naam en studentnummer. Schrijf leesbaar.

Elektrische Netwerken

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5

Elektrische Netwerken 59

Practicum complexe stromen

Deeltentamen Lineaire Schakelingen (EE1300), deel B

Oefeningen Elektriciteit II Deel II

Hertentamen Lineaire Schakelingen (EE1C11)

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C120 7 april 2010, uur. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is toegestaan.

Bepaal van de hieronder weergegeven spanningen en stromen: de periodetijd en de frequentie, de gemiddelde waarde en de effectieve waarde.

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

Overgangsverschijnselen

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie

Deeltentamen A Netwerkanalyse

Tentamen Lineaire Schakelingen, 2 e deel (EE1300-B)

Engineering Embedded Systems Engineering

Zelf een hoogspanningsgenerator (9 kv gelijkspanning) bouwen

Spanning versus potentiaal

Repetitie Elektronica (versie A)

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

12 Elektrische schakelingen

Theory DutchBE (Belgium) Niet-lineaire dynamica in elektrische schakelingen (10 punten)

Hoofdstuk 26 Gelijkstroomschakeling

Hfd 3 Stroomkringen. Isolator heeft geen vrije elektronen. Molecuul. Geleider heeft wel vrije elektronen. Molecuul.

VOORBLAD SCHRIFTELIJKE TOETSEN

Hoofdstuk 26 DC Circuits. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

HOOFDSTUK 3: Netwerkanalyse

3. Zoek, op het nieuwe vereenvoudigde schema, nieuwe serie en/of parallelschakelingen op en vervang ze. Ga zo door tot het einde.

Praktische opdracht Natuurkunde Gelijkrichting

Deeltentamen A+B Netwerkanalyse

Elektrische netwerken

Aanwijzingen. Figuur 1 LDR (NORP12) Weerstand - lichtsterkte grafiek (Let op: Logaritmische schaal) Nakijkmodel

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

Opgaven bij hoofdstuk 9

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

Opgaven bij hoofdstuk Bepaal R 1 t/m R 3 (in het sternetwerk) als in de driehoek geldt: R 1 = 2 ks, R 2 = 3 ks, R 3 = 6 ks 20.

VWO Module E1 Elektrische schakelingen

Kleurencode van weerstanden.

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E april 2009, uur

Opgaven bij hoofdstuk 20

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

5 Weerstand. 5.1 Introductie

1. Weten wat elektrische stroom,spanning en vemogen is en het verband ertussen kennen 2. Elektrische netwerken kunnen oplossen

Extra opgaven. Bewijs de uitdrukking voor L V in de eerste figuur door Z V = Z 1 + Z 2 toe te passen.

AS2 lecture 4. Superpositie Thévenin, Norton, en complexe stroom. Cees Keyer. Amsterdam School of technology, dept. Electronic Engineering

Tentamen Inleiding Meten Vakcode 8E april 2009, uur

Tentamen. Elektriciteit en Magnetisme 1. Woensdag 20 juni :00-12:00. Leg je collegekaart aan de rechterkant van de tafel.

Impedantie V I V R R Z R

Tentamen Fysische Systemen voor TBK

Elektrische stroomnetwerken

Leereenheid 7. Diagnostische toets: Vermogen en arbeidsfactor van een sinusvormige wisselstroom

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Hoofdstuk 4 Het schakelen van weerstanden.

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden

UITWERKINGEN EXTRA OPGAVEN SCHAKELINGEN

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME (8N010)

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF

Werkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes

EXAMENONDERDEEL ELEKTRONISCHE INSTRUMENTATIE (5GG80) gehouden op woensdag 27 juni 2007, van tot uur.

TENTAMEN Versterkerschakelingen en Instrumentatie (EE1C31)

Netwerkanalyse, Vak code Toets 2

Van Dijk Educatie Parallelschakeling 2063NGQ0571. Kenteq Leermiddelen. copyright Kenteq

LABORATORIUM ELEKTRICITEIT

KeCo-opgaven elektricitietsleer VWO4

OOFDSTUK 8 9/1/2009. Deze toets bestaat uit 3 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Schriftelijk examen: theorie en oefeningen Fysica: elektromagnetisme

5.12 Afgerond op twee decimalen, is de effectieve waarde van deze spanning: a: U eff = 4,18 V b: U eff = 5,00 V c: U eff = 5,70 V d: U eff = 5,98 V

Elektronische basisschakelingen: Oefenzitting 1

Elektrische netwerken

Serie. Itotaal= I1 = I2. Utotaal=UR1 + UR2. Rtotaal = R1 + R2. Itotaal= Utotaal : Rtotaal 24 = 10 + UR2 UR2 = = 14 V

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Eindtoets Experimentele Fysica 1 (3A1X1) - Deel 2. 6 november 2015 van 10:00 12:00 uur

5 Het oplossen van netwerken

Tentamen Inleiding Meten en Modelleren Vakcode 8C juni 2010, uur

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 NATUURKUNDE. Vrijdag 25 mei, uur

Netwerken. De ideale spanningsbron. De ideale stroombron. De weerstand. De bouwstenen van elektrische netwerken.

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

WINDENERGIE : SYNCHRONE GENERATOREN

Tentamen Lineaire Schakelingen (EE1300)

Practicum Zuil van Volta

Inleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.

Practica bij het vak. Inleiding tot de Elektrotechniek: Practicum 2 Analoge versus digitale signalen en hun overdracht

Signalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde

Deel 1: Metingen Bouw achtereenvolgens de onderstaande schakelingen en meet de klemspanning en de stroomsterkte. VOORKOM STEEDS KORTSLUITING!!

Transcriptie:

Toets 1 IEEE, Modules 1 en 2, Versie 1 Datum: 16 september 2009 Tijd: 10:45 12:45 (120 minuten) Het gebruik van een rekenmachine is niet toegestaan. Deze toets telt 8 opgaven en een bonusopgave Werk systematisch en schrijf de tussenstappen (zo veel mogelijk) op. Hier krijg je namelijk altijd punten voor ook al is je eindantwoord fout. ees alle opgaven eerst goed door! Verdeel je tijd goed over alle opgaven en blijf niet te lang hangen bij een opgave. Succes! Opgave 1 Geef van de volgende weerstandsnetwerken de vervangingsweerstand RV tussen de punten A en B. Geef de expressie als RV = (dus geen 1/RV of RV -1 ). Vereenvoudig de expressie voor RV zo veel mogelijk! Netwerk 1 Netwerk 2 Opgave 2 In deze opgave kijken we naar het onderstaande netwerk. In dit netwerk beschouwen we Ubron en R1 t/m R4 als bekend. a) Wat is de spanning Uce uitgedrukt in Ubron en de weerstanden R1 en R3? Hint: Kijk goed. Welke spanning staat over U ae? b) Wat is de spanning Udf uitgedrukt in Ubron en de weerstanden R2 en R4? c) Wat is de spanning Ucd?

Opgave 3 Op een niet ideale spannings bron met inwendige weerstand Ri wordt een elektromotortje aangesloten. Het motortje stopt met draaien als de spanning tussen de punten A en B lager wordt dan 4 volt. De weerstand van het motortje (RB) is 1kΩ en UBRON is 5 volt. Wat is de maximale waarde van de inwendige weerstand Ri waarbij het motortje nog blijft draaien? Niet ideale spanningsbron en een electromotortje Opgave 4 Geef van de schakeling in het linker figuur het Thevenin equivalent, door expressies te vinden voor de volgende elementen uit de rechter figuur: a) UTH b) RTH Electrische Schakeling Thevenin Equivalent

Opgave 5 De elementvergelijking van de condensator en spoel zijn: Spanning (V) a) Bereken i c indien de condensatorspanning (u c) gelijk is aan: b) Bereken i indien de spanning van de spoel (u ) gelijk is aan: c) Bereken i c indien de condensatorspanning gelijk is aan: d) Bereken i indien de condensatorspanning gelijk is aan: e) Schets i c en i indien de hieronder getekende spanningsbron wordt aangesloten (hier hoef je dus niet voor te rekenen, het mag natuurlijk wel maar het levert geen extra punten op): 1 0.5 0 0 2 4 Tijd (s) Opgave 6 Gegeven de volgende bronspanning: a) De gemiddelde waarde kan je berekenen met behulp van de volgende formule: Bereken de gemiddelde waarde van deze bron. b) De effectieve waarde kan je berekenen met behulp van de volgende formule: Bereken de effectieve waarde van deze bron. Hint: Gebruik evt. De volgende gonioformule:

i R i t = 0 Opgave 7 Gegeven is het volgende netwerk: u R R u R Op t = 0s wordt de schakelaar geopend en zal de stroom die eerst alleen door de spoel vloeide nu door de weerstand vloeien. a) Teken de figuur over en kies zelf de polariteiten van de spanningen en de richting van de stromen. b) Schrijf de vergelijking van dit netwerk op die volgt uit de eerste wet van Kirchhoff (stroomwet). Doe dit op basis van je gekozen referenties bij a). c) Schrijf op basis van je gekozen referenties bij a) de vergelijking op die volgt uit de tweede wet van Kirchhoff (spanningswet). d) Geef de relatie (elementvergelijking) tussen ur en ir. e) Geef de relatie (elementvergelijking) tussen u en i. f) eid via de vier relaties die je bij b) t/m e) hebt gegeven de differentiaalvergelijking af naar i. Schrijf de DV op in de vorm τ dy dt y=0 met y = i(t). τ is een constante. De oplossing van deze DV is i t =c 1 e t τ met τ en c1 constanten. g) τ wordt de karakteristieke tijd genoemd van dit netwerk. Wat is τ uitgedrukt in R en? h) BONUSVRAAG: stel dat op t = 0s de schakelaar wordt overgehaald. De stroom is daarom door R gaan vloeien. Als gevolg staat er 3V over de weerstand. R = 2Ω. Hoe groot is dan de constante c1? Motiveer je antwoord.

Opgave 8 Gegeven is het volgende R circuit met bron. t = 0 + + U bron R - I U R = U uit - Op t = 0 wordt de schakelaar gesloten. De condensator is op dat moment nog leeg. a) De getekende schakeling wordt beschreven door u(t), ur(t), i(t) en ir(t). Geef voor elk van deze vier variabelen aan of het verloop in de tijd beschreven wordt door de linker of rechter figuur. Verklaar je antwoord. Neem de figuur voor de spanning ur(t) over de weerstand over op je antwoordpapier. Schets in dezelfde figuur het tijdsverloop van uc(t) indien: b) De bronspanning 2x zo klein wordt? c) De condensator een 2x zo grote capaciteit (-waarde) heeft? d) De weerstand vervangen wordt door een andere weerstand met kleinere waarde. Bonusvraag a) Stel, je hebt een circuit met condensatoren en een bron met constante spanning (gelijkspanning). Na een bepaalde tijd bereikt dit circuit een stabiele, stationaire toestand. Waar kun je de condensatoren dan door vervangen (bijvoorbeeld weerstand, open verbinding of kortsluiting)? Beredeneer je antwoord. Hint: De condensatoren in dit circuit zijn nog steeds ideale condensatoren zonder interne weerstand.

b) Stel, je hebt een circuit met spoelen en een bron met constante spanning (gelijkspanning). Na een bepaalde tijd bereikt dit circuit een stabiele, stationaire toestand. Waar kun je de spoelen dan door vervangen (bijvoorbeeld weerstand, open verbinding of kortsluiting)? Beredeneer je antwoord. Hint: De spoelen in dit circuit zijn nog steeds ideale spoelen zonder interne weerstand. c) Een constante (gelijk)spanningsbron is aangesloten op de hieronder getekende netwerken I en II. Geef aan door welke netwerken (na een eventuele inschakelstroom) een constante stroom blijft lopen. Beredeneer voor alle twee gevallen je antwoord (je hoeft dus geen formules te gebruiken, mag wel). I) ubron II) ubron R R Hieronder zie je twee figuren waarin een stroom en spanning getekend zijn. Deze twee getekende signalen horen steeds bij een element R, of. d) eg uit om welk element het gaat in de figuren. Motiveer je antwoord. III) t[s] IV) t[s] u(t)=asin(ω t) i(t)=-a/ω cos(ω t) u(t)=asin(ω t) i(t)=aω cos(ω t) e) Als de hoekfrequentie ω van het signaal u(t) groter wordt in figuur III), wat zal er dan gebeuren met de amplitude van i(t)? Wordt deze groter, kleiner of blijft deze gelijk? Motiveer je antwoord.