rijkswaterstaat -a»^-^= ministerie van verkeer en waterstaat TB&^r« i-iisraaw*^'

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "rijkswaterstaat -a»^-^= ministerie van verkeer en waterstaat TB&^r« i-iisraaw*^'"

Transcriptie

1 rijkswaterstaat ministerie van verkeer en waterstaat -a»^-^= TB&^r«I i-iisraaw*^'

2 CONCEPT ONTWERPBELEIDS- PLAN OLIE EN CHEMICALIËN BESTRIJDING NZ - R REF. NR. V]obb SIGN. ^ C bs\0 DATUM PR:JO. FLO,00 ^,rv^ Koo'c^* d;o V. cl. V/atc::taat Kon!ng;kic!s AA 's-gravenhage

3 Inhoudsopgave 1 Samenvatting «2 1. Inleiding Aanleiding tot uitbrengen beleidsplan Gevolgen van calamiteuze verontreinigingen Noodzaak tot bestrijding Internationale samenwerking Historie bestrijdingscapaciteit in Nederland Doel en opzet van het beleidsplan Procedures ^ 7 2. Overzicht verontreinigingen en mogelijke bestriidinasmethoden Categorien verontreinigingen die voor bestrijding in aanmerking komen Beatrijdings methoden die in aanmerking komen Bestrijdings methode die niet meer in aanmerking komt. Il 3. Uitwerking in aanmerking komende bestrijdings methoden Mechanisch dispersie methode Opruimen op kust/oever Verwijderen van de bodem De mechanische verwijderings methode Uitwerking mechanische verwijderingsmethode voor bestrijding van olie verontreinigingen Aannames bij de keuze bestrijdings materieel Effectieve kapaciteit Keuze van de gewenste kapaciteit Mogelijkheden tot invulling van de gewenste kapaciteit Realisatie van de gewenste kapaciteit Rijksschepen In te huren capaciteit Hulpmiddelen Stationering van het materieel Financiële consequenties 24 bid.

4 Samenvatting Het oliebestrijdingspotentieel is vanaf 1978 gebaseerd op het in drie dagen bestrijden van ni^3 olie. Deze hoeveelheid kan uit een grote tanker stromen indien twee zijtanken t.g.v. een aanvaring beschadigen. Hierbij wordt er van uitgegaan dat van deze m^3 olie, 50% op natuurlijke wijze verdwijnt door verdamping en natuurlijke dispersie. De kapaciteit van zowel de verwijderingsmethode als de chemische dispergeermethode moest voldoende zijn om deze verontreiniging te kunnen bestrijden. In 1981 is door de Tweede Kamer der Staten Generaal de motie Zijlstra/Lambers-Hacquebard aangenomen waarin wordt aanbevolen de bestrijdingskapaciteit te richten op een uitstroming van tenminste m3. Xn dit "beleidsplan olie en chemicaliën bestrijding op de Noordzee" wordt aangegeven wat, uitgaande van de te beschermen belangen,-de aard en omvang van het bestrijdingsmaterieel moet zijn en waar dit moet worden gestationeerd. In de eerste plaats zijn de mogelijke bestrijdingsmethoden geëvalueerd; en Voorts is een keuze gemaakt, met welke verontreiniging nog rekening gehouden dient te worden. Tenslotte is de optimale omvang en spreiding van het materiaal ingevuld Uit de analyse komt dat er ter vermindering van de gevolgen van een verontreiniging een kapaciteit aan materieel standby moet staan om m3 olie in drie bestrijdingsdagen op te kunnen ruimen.(binnen deze kapaciteit moet tevens rekening worden gehouden met de bestrijding van drijvende chemicaliën). Rekening houdend met verdamping en dispersie kan hiermee afhankelijk van de windrichting en de afstand tot de kust een ramp waarbij m3'olie vrijkomt in de meeste gevallen worden bestreden. Hierbij wordt ernaar gestreefd om de kosten zo laag mogelijk te houden. De chemische dispersie methode voldoet niet en zal om die reden dan ook niet meer standby worden gehouden. Uitgaande van de huidige stand van de techniek zijn olie, drijvende chemicaliën en gezonken chemicaliën verwijderbaar. Bij de overige chemicaliën (verdampers, oplossers) kunnen soms wel de gevolgen worden beperkt maar zullen de vrijgekomen acute verontreinigingen bijna altijd in het mariene milieu achter blijven. Een aantal bestrijdingsmaatregelen vereisen alleen maar een goede organisatie (b.v. evacueren etc). De volgende methoden, die een zekere mate van investering vereisen om standby te hebben worden in dit beleidsplan nader uitgewerkt: -mechanisch verwijderen van het wateroppervlak; -verwijderen van de bodem; -verwijderen van de oever -mechanische dispersie; De gewenste kapaciteit wordt als volgt gerealiseerd:

5 Met betrekking tot overheidsschepen bestaat de kapaciteit uit de Smal Agt, de Mitra en de Volans.(kapaciteit ca. 20% van de gewenste kapaciteit). Met betrekking tot baggerschepen bestaat de kapaciteit uit een tweetal RWS bagger + oliebestrijdings contracten (IJmond en Rijnmond contract) en 2 a 3 oliebestrijdings contracten met in Nederland aanwezige overige baggerschepen (kapaciteit ca. 80% van de gewenste kapaciteit). Het oliebestriidingsmaterieel bestaat uit 10 veegarmen, 7 mobiele hydraulische aandrijfsets, 1 offloadingset en 6 sets oliekerende schermen. Deze middelen worden over genoemde bestrijdings schepen verdeeld. Voor de planperiode is, voor het standby houden van de eerdergenoemde gewenste kapaciteit, een budget nodig van bijna 4 miljoen gulden per jaar op gesplist in uitgaven i.v.m. het remote sensing vliegtuig, proefnemingen, exploitatie schepen Rijk, contracteren baggerschepen e.d. Om de bestrijding adeguaat uit te kunnen voeren, inclusief de internationale verplichtingen zijn ca. 4 mensjaren per jaar nodig. Echter tijdens een calamiteit zijn adhoc veel meer mensen nodig

6 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding tot uitbrengen beleidsplan In het actieprogramma van de nota Harmonisatie Noordzeebeleid TK 17408, nr.33, is als actiepunt opgenomen:"planvorming voor de bestrijding van olie- en andere verontreinigingen van de zee" (aktie punt 5). In dit "beleidsplan olie en chemicaliën bestrijding op de Noordzee" wordt dit beleid weergegeven. Uitgaande van de te beschermen belangen, wordt aangegeven wat de aard en omvang van het bestrijdingsmaterieel moet zijn en waar dit moet worden gestationeerd. In 1981 is door de Tweede Kamer der Staten Generaal de motie Zijlstra/Lambers-Hacquebard aangenomen waarin wordt aanbevolen de bestrijdingskapaciteit te richten op een uitstroming van tenminste m3. Voor de opstelling van het beleidsplan is een beleidsanalytische studie uitgevoerd. 1.2 Gevolgen van calamiteuze verontreinigingen Calamiteuze verontreinigingen door olie of chemicaliën kunnen grote gevolgen voor het aquatische ecosysteem van de Noorzee hebben. Naast de directe effecten van olie en chemicaliën op organismen, kunnen er indirecte effecten optreden. Het dynamische evenwicht van een systeem kan door een calamiteit voor vele jaren worden verstoord. Bij de Torrey-Canyon ramp zijn bij de levensgemeenschappen in de getijdezone de verstoringen van zeer lange duur geweest. Pas na zo'n 10 jaar is op de meeste plaatsen de oude toestand weergekeerd. Op sommige plaatsen was dit ook na tien jaar nog niet het geval. Gebleken is dat de bestrijdingsmethode vergaande invloed kan hebben op de herstelduur. Soms is de economische schade groot (toerisme, visserij). Veel effecten zijn echter niet economisch kwantificeerbaar. Deze effecten hebben in de, beleidsafweging wel een rol gespeeld. De aard en omvang van de schade is sterk afhankelijk van de wijze, waarop een calamiteit tegemoet wordt getreden. Bij het laten drijven van een verontreiniging is er schade aan vogels, vislarven en viseieren mogelijk, alsmede aan de kust. Het in de waterkolom brengen van een verontreiniging kan, met name in stagnante waterbekkens plaatselijk tot hoge concentraties aan verontreiniging in de waterfase aanleiding geven en daardoor vissen, garnalen en planktonische organismen schade berokkenen. Niet alleen de grote calamiteiten veroorzaken schade aan het mariene milieu ook de kleinere verontreinigingen kunnen veel schade veroorzaken. Bij een lozing van minder dan 1 m^3 in de buurt van de Waddenzee, januari 1987, kwamen honderden vogels om.

7 1.3 Noodzaak tot bestrijding Ondanks alle preventieve maatregelen blijft de mogelijkheid aanwezig dat zich op de Noordzee rampen voordoen. Ter beperking van de gevolgen van milieurampen wordt er veel belang aan gehecht om te komen tot een toereikende bestrijdingskapaciteit. Planvorming m.b.t. maatregelen die tot doel hebben de effecten te verminderen is van belang daar calamiteuze verontreinigingen door olie of chemicaliën grote gevolgen voor de kust, de recreatie en het aquatische ecosysteem van de Noorzee kunnen hebben. Het uitgangspunt is dat een verontreiniging indien dit^ technischmogelijk en zinvol is bestreden dient te worden. Het niet bestrijden van een eenmaal opgetreden olie of chemicaliën verontreiniging kan zeer grote gevolgen hebben zowel kwantifceerbaar (o.a. opruimen op de kust van aangespoelde verontreiniging) als niet kwantificeerbare milieu gevolgen. Tenopzichte van deze gevolgen zijn de kosten van een beperkte hoeveelheid bestrijdingskapaciteit betrekkelijk laag, nog afgezien van het feit dat een deel van deze kosten verhaald kunnen worden op de eventuele vervuiler. 1.4 Internationale samenwerking In 1969 is te Bonn een overeenkomst voor de samenwerking, bij de signalering en de bestrijding van olie verontreinigingen, tussen de Noorzeestaten tot stand gekomen. Ter vervanging van de overeenkomst van Bonn 1969 is in 1983 een nieuwe overeenkomst tot stand gekomen. Dit verdrag voorziet ook in de samenwerking bij de bestrijding van zeeverontreiniging door andere stoffen dan olie. 1.5 Historie bestriidingscapaciteit in Nederland Er zijn sinds de ramp met de "Torrey Canyon" verschillende methoden ontwikkeld om de olie op zee te bestrijden. Zo gebruikte de Rijkswaterstaat in de jaren 1970 tot 1977 met name de chemische dispergeer methode. Daarnaast werden de verbrandingsmethode en de zandbezinkmethode standby gehouden. Naast de Smal Agt waren een drietal schepen van de Directie Noorzee ingericht voor de chemische dispergeer methode.sinds mei 1977 is het oliebestrijdingsvaartuig "Smal Agt" uitgerust met een mechanisch verwijderingssysteem. Na een experimentele fase is bij de oliebestrijdingsakties de operationele waarde van het systeem gebleken. De opgedane ervaringen hebben geleid tot het ontwerp van een mobiele veegarm. De zandbezinkmethode werd in verband met dé milieubezwaren vanaf 1978 niet meer standby gehouden. Het gewenste oliebestrijdingspotentieel was vanaf 1978 gericht öp het bestrijden van m^3 olie, die uit een grote tanker zal stromen indien twee zijtanken t.g.v. een aanvaring beschadigen, lokatie van de

8 BELEIDSPLAN OLIE ÉN CHEMICALIËN 'BESTRIJDING verontreiniging op 40 km west van Hoek van Holland en de veronderstelling dat van deze in^3 olie, 50% op natuurlijke wijze verdwijnt door verdamping en dispersie). De kapaciteit van zowel de verwijderingsmethode als de chemische dispergeermethode moest voldoende zijn om deze verontreiniging te kunnen bestrijden. In de periode vanaf 1978 tot 1988 werd steeds minder gebruik gemaakt van de chemische dispergeermethode en werd olie steeds meer op de mechanische wijze verwijderd. Vanaf 1978 werden naast het Rijksoliebestrijdingsvaartuig "Smal Agt" ook baggerschepen uitgerust met het veegsysteem. Daardoor varieerde de kapaciteit sterk afhankelijk van de gecontracteerde baggerschepen. De overeenkomst betreffende de inzet van de oliebestrijder/ sleephopperzuiger "Cosmos" over de periode is hier een goed voorbeeld van. Bij de beëindiging van dit contract viel een deel van de kapaciteit tijdelijk weg. Sinds 1983 wordt er naargestreefd om het gewenste oliebestrijdings materieel in de vorm van complete olieveegsets bestaande uit veegarmen, hijsportalen, powerpack en oliegeleidings- schermen in elk geval standby te hebben. De permanent benodigde opslag kapaciteit kon niet continu worden gerealiseerd. Daarom moest ingeval van een oliecalamiteit adhoc worden teruggevallen op de dan in Nederland aanwezige opslagsystemen zoals baggerschepen, kusttankers en pontons. In Januari 1988 bestond het oliebestrijdingsmaterieel uit 10 veegarmen, 7 mobiele hydraulische aandrijfsets, 1 offloadingset en 6 sets oliekerendscherm. Vaartuigen die hiermee uitgerust kunnen worden zijn in tabel 1 weergegeven. NAAM VAARTUIG CONTRACT PERIODE AANTAL VEEGARMEN OLIESCHERM AANDRIJFSET Smal Agt (1) Mitra; (1) Volans (1) Hein; (2) Lesse (2) Soliman Reijs Stella Procyon Dutch Engineer Rotterdam (3) reserve adhoc basis tot 31/03/1988 tot 15/10/1988 tot 01/12/1988 tot 01/12/ eigen fa set 1 set 1 set 1 set 1 set 1 set 1 set ingebouwd 1 offl. set 1 mobiele set eigen 1 mobiele set 1 mobiele set 2 mobiele set 2 mobiele set TOTAAL 10 stuks 6 sets 8 mobiele sets Tabel 1 Overzicht middelen Januari 1988 (1) = overheidschepen (2) = baggervaartuigen (sleephopperzuigers) (3) = betonner DGSMDe overige schepen zijn multipurpose schepen

9 1.6 Doel en opzet van het beleidsplan Doelstelling Als doelstelling wordt geformuleerd het realiseren en instand houden van een adequate kapaciteit ten behoeve van de bestrijding van acute verontreinigingen op de Noordzee. Met de kapaciteit moeten de negatieve effecten van een verontreiniging zoveel mogelijk worden voorkomen of beperkt. Hierbij wordt ernaar gestreefd om de kosten zo laag mogelijk te houden Opzet beleidsplan Het plan is ingedeeld volgens het analytisch schema dat ook by de analyse en planvoorbereiding is gehanteerd. De in dit plan opgenomen beleidsuitgangspunten zijn stapsgewijs gekozen. -In de eerste plaats zijn de mogelijke bestrijdingsmethoden geëvalueerd; en -Voorts is een keuze gemaakt, met welke verontreiniging rekening gehouden dient te worden voor het standbij houden van kapaciteit. -Tenslotte is de optimale omvang en spreiding van het materiaal ingevuld 1.7 Procedures Het plan is voorbereid door Rijkswaterstaat. Het hieruit resulterende concept-ontwerpplan is door de Directeur-Generaal van de Rijkswaterstaat aan de ICONA voorgelegd ter afronding van de ambtelijke afstemming én vervolgens door de Minister van Verkeer en Waterstaat als verantwoordelijke Minister voor dit beleidsvoornemen als ontwerp-plan vastgesteld. Nadien is het ontwerp-plan door de Raad van de Waterstaat-Noordzeecommissie behandeld ((advies en inspraak volgens gebruikelike procedures). Het resultaat hiervan is na ICONA vervolgens op voordracht van de Minister van Verkeer en Waterstaat ter vaststelling aan de Ministerraad aangeboden. Tenslotte is het plan toegezonden aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten- Generaal.

10 2. OVERZICHT VERONTREINIGINGEN EN MOGELIJKE BESTRIJDINGSMETHODEN 2.1 Cateqorien verontreinigingen die voor bestrijding in aanmerking komen De diverse categorieën verontreinigingen zijn: - 1-Verdampers; stoffen die in gasvorm overgaan indien zij t.g.v een ongeval vrijkomen in het mariene milieu; 2-Drinvers; stoffen die op het wateroppervlak blijven drijven als ze vrijkomen bij een ongeval; 3-Oplossers; stoffen. die in het water oplossen als ze zouden vrijkomen; 4-Zinkers; stoffen die naar de bodem van de zee zakken en daar blijven liggen als ze zouden vrijkomen; 5-Verpakte stoffen; stoffen die t.g.v. een ongeval in het mariene milieu terecht komen maar nog steeds in een verpakking (drum, cylinder enz) zitten en dus een potentieel gevaar kunnen worden als de verpakking beschadigd wordt. Een aantal stoffen heeft een combinatie van genoemde eigenschappen hebben. Bij de bestrijding wordt dan hiermee rekening gehouden. Voor deze categorieën stoffen is een evaluatie uitgevoerd om een aantal bestrijdings methoden te selecteren waarvoor materieel standby gehouden moet worden. In het volgende zal per stof-categorie in het kort een toetsing plaats vinden op basis van het huidige bestrijdingsmaterieel. Verdampers. zijn onder druk of bij zeer lage temperatuur vervoerde stoffen (LNG, LPG, Ammonia etc) en stoffen met een laag kookpunt (benzeen, tolueen), die bij het vrijkomen binnen zeer korte tijd in gasvorm overgaan. Met het huidige bestrijdingsmaterieel is het onmogelijk om binnen deze termijn terplaatse te zijn om eventuele effecten te verminderen. De enige mogelijkheid waarbij het zinvol is om materieel standby te hebben om op te kunnen treden (bv scheepvaart regelend) is in het geval van een dreiging. Ingezette vaartuigen dienen dan ie lijns te zijn en voorzien van een overdruksysteem. Het huidige materieel voldoet deels (Smal Agt) aan deze eisen. Driivers zijn stoffen die langer dan 1 uur op het wateroppervlak blijven drijven zoals plantaardige olie en een groot aantal geraffineerde producten. Bij deze stoffen kan men gebruik maken van dezelfde apparatuur als voor de oliebestrijding mits Ie Lijns. Deze stoffen kunnen zowel giftige als explosieve gassen afgeven. Bestrijdingsschepen dienen dan ook met een overdruk systeem te zijn uitgerust. Het huidige materieel voldoet deels (Smal Agt) aan deze eisen. Oplossers zijn stoffen die bij het vrijkomen binnen een uur in het water opgelost zijn. Voorbeelden zijn alcoholen, zuren en basen; in het water zullen deze stoffen zich snel verspreiden door turbulentie en stromingen. Voor deze groep stoffen is verwijderen niet mogelijk; preventieve maatregelen zullen zoveel mogelijk moeten voorkomen dat

11 deze stoffen in het mariene milieu terecht komen. Zinkers zijn stoffen die langer dan 1 uur op de bodem blijven liggen. Voorbeelden zijn zwavel en phenolen. Deze stoffen kunnen m.b.v. bagger- en pomptechnieken worden verwijderd. Het huidige materieel voorziet niet in deze mogelijkheden. Gezien de kleine kans van optreden van verontreinigingen uit deze specifieke groep en het feit dat op adhoc basis maatregelen met beschikbare middelen getroffen kunnen worden, wordt het niet nodig geacht om hiervoor speciaal materieel standby te houden. Verpakte stoffen zijn stoffen die in wezen alleen een dreigende vervuiling vormen omdat de stof nog in de verpakking zit. Toch zijn het juist de verpakte gevaarlijke stoffen die, doordat ze vaak aandek worden vervoerd en bij slecht weer overboord geslagen kunnen worden, een groot gevaar voor het mariene milieu, de vissery, het toerisme en de scheepvaart kunnen vormen. Giftige, radioactieve en andere gevaarlijke stoffen worden vaak verpakt over zee vervoerd en kunnen bij een ongeval in het water terecht komen. Deze groep stoffen komt naast de olieverontreiniging relatief het meest in het mariene milieu terecht zij het vaak in kleine hoeveelheden, een aantal drums, containers,cylinders e.d. Belangrijk is dat deze stoffen uit het water worden gehaald. De drijvende verpakkingen vormen in dit opzicht geen probleem. Met de huidige middelen aan boord van de bestrijdings schepen kunnen deze eenvoudig worden verwijderd. De in de waterkolom zwevende en de op de zeebodem terecht gekomen verpakkingen kunnen met de huidige middelen wel worden verwijderd maar het zoeken van deze verpakkingen vormt vaak een probleem. 2.2 Bestriidinas methoden die in aanmerking komen. 1. De niets doen optie; hierbij wordt de verontreiniging aan zijn natuurlijke lot overgelaten. In een aantal gevallen (bijvoorbeeld storm) is dit een verantwoorde keuze. Door verdamping, natuurlijke dispersie, oplossing en andere processen blijven de effecten van de vrijgekomen verontreiniging beperkt. 2. Bescherming objecten; In een aantal gevallen kunnen de effecten t.g.v. het vrijkomen van een verontreiniging worden beperkt door bepaalde objecten te beschermen zoals evacueren, ontstekingsbronnen verwijderen enz., bijvoorbeeld tegen een giftige/explosieve gaswolk. 3. Mechanische dispersie; Door de verontreiniging m.b.v. mengenergie in de waterkolom te dispergeren kunnen bepaalde effecten worden verminderd. In die gevallen waar de golfhoogte of de omvang van de verontreiniging dit vereist zal de optie van het kunstmatig in de waterkolom brengen van een verontreiniging moeten worden gehandhaafd. 4. Verwijderen van de oever; In een aantal gevallen kan worden overwogen om de verontreiniging doelbewust op de oever te laten aanspoelen en die daar dan te verwijderen. Bijvoorbeeld bij slecht weer buiten het toeristenseizoen. Ondanks alle technische mogelijkheden is het onmogelijk om in alle

12 gevallen van een verontreiniging te voorkomen dat deze op de oever komt. Een aanvaring vlak onder de kust of een stranding op een oever of haven hoofd is hiervan een voorbeeld. Hoe goed men ook uitgerust is men komt te laat om nog te voorkomen dat de olie of andere verontreiniging op de oever zal aanspoelen. 5. Verwijderen van de bodem; Zowel bulkstoffen als verpakte stoffen kunnen bij het vrijkomen t.g.v. een ongeval op de bodem van de zee terecht komen. Om deze stoffen van de bodem te verwijderen zijn een aantal technieken beschikbaar. Baggeren/ airlift voor vloeibare stoffen en diverse bergings technieken voor verpakte stoffen. 6. Mechanisch verwijderen van het water oppervlak; Aan deze optie moet de voorkeur worden gegeven omdat de verontreiniging daadwerkelijk uit het mariene milieu wordt verwijderd. Helaas is deze methode niet altijd toepasbaar, indien: -de windkracht meer is dan 5 Beaufort; -de verontreiniging hoog visceus of niet meer vloeibaar is; -de verontreiniging niet (meer) drijft aan het wateroppervlak en; -de plaats waar de verontreiniging drijft niet toegankelijk is voor een vaartuig (ca. 2 m) Alle besckikbare kapaciteit is op deze methode ingesteld. In tabel 2. is indikatief weergegeven in hoeveel procent van de ongevallen met een verontreiniging van het aquatisch milieu de methoden toegepast kunnen worden voor de verschillende categorieën stoffen. CATEGORIE STOFFEN METHODEN verdampers dri" olie vers andere oplossers zinkers verpakte stoffen NIETS DOEN OPTIE BESCHERMING OBJECT. MECH. DISPERSIE VERWIJD. V/D OEVER VERWIJD. V/D BODEM VERWIJD. V/H WATER 50% 80% 19% 5% 47% 10% 68% 43% 43% 85% 5% 30% 6% 1% 50% 10% 5% 10% 30% 36% GEEN BESTRIJDING MOGELIJK 10% 14% 14% 12% 38% 22% Tabel 2 Toepasbaarheid methoden voor de verschillende categorieën stoffen Alleen bij de 4 laatste van de genoemde methoden is het nodig om materialen en middelen aan te schaffen. In een aantal gevallen kan van bestaand materieel worden uitgegaan Bij de methode bescherming objecten kan men volstaan met bepaalde waarschuwingsprocedures. (Deze worden opgenomen in het "Rampenplan Noordzee") In alle gevallen dient er- een organisatie te zijn die beschikt over hulpmiddelen om de besluitvorming te ondersteunen ingeval van een 10

13 calamiteit. Hulpmiddelen zoals verkenningsvliegtuig, meet- apparatuur, simulatiemodellen, veiligheidsmiddelen en dergelijke. Uitgaande van de huidige stand van de techniek zijn olie, drijvende chemicaliën en gezonken chemicaliën verwijderbaar. Bij de overige chemicaliën (verdampers, oplossers) kunnen soms wel de gevolgen worden beperkt maar zullen de vrijgekomen acute verontreinigingen bijna altijd in het mariene milieu achter blijven. Voor de chemicaliën zoals "gaswolken", "drijvende stoffen", "oplossende stoffen", " zinkende stoffen" en "verpakte stoffen" zullen op adhoc basis, effect beperkende, maatregelen (zoals bijvoorbeed het regelen van de scheepvaart) genomen worden. De kans dat een specifieke methode een keer toegepast gaat worden is zeer klein. Hierdoor loont het standby houden hiervan qua kosten/baten niet de moeite. Er is om die reden voor deze groepen stoffen dan ook gezocht naar alternatieven die geen investering vooraf met zich meebrengen. Door de complexiteit van de materie dient echter wel gebruik te worden gemaakt van het beslissimulatie model "Seabel" om m.n. deze adhoc beslissingen te vereenvoudigen. Dit model is in de loop van 1988 beschikbaar gekomen. Doel van dit model is dat men voor relevante chemicaliën die in het mariene milieu terecht kunnen komen vooraf de eventueel te nemen maatregelen vastlegt en snel een selectie kan maken van welke middelen toepasbaar zijn en waar deze middelen te verkrijgen zijn. Het grootste probleem bij ongevallen waarbij een "Zinker" vrijkomt is het opsporen ervan. Verschillende technieken zijn beschikbaar bij het Rijk (R.W.S. Directie Noordzee en Koninklijke Marine). Onderzoek naar verbeterde of nieuwe opsporings technieken verdient gezien recente ervaringen aanbeveling. 2.3 Bestriidinas methode die niet meer in aanmerking komt. De chemische dispersie methode berust op de vorming van een dun laagje dispersiemiddel om een gevormde oliedruppel waardoor de olie zijn typische olie eigenschappen zoals de kleverigheid en de concentrering aan het wateroppervlak verliest. Olie die in aanraking komt met dispergeermiddelen, verdeelt zich in kleine bolletjes, die niet meer op het water blijven drijven maar zich over de bovenste waterlagen verdelen. De fysische en biologische afbraak doet de olie uiteindelijk verdwijnen. Deze methode voldoet niet en zal dan ook niet meer standby worden gehouden. De chemische dispersie methode heeft als grootste nadeel dat de olie niet daadwerkelijk uit het mariene milieu wordt verwijderd terwijl anderzijds chemicaliën worden toegevoegd,die op zich ook giftig zijn. Daarnaast kent deze methode een groot aantal technische beperkingen zoals: -niet toepasbaar beneden windkracht 2; -niet toepasbaar boven windkracht 7; -niet toepasbaar ingeval van een water-in-olie emulsie (mousse) -niet toepasbaar bij een viscositeit >3000 cst -niet toepasbaar bij dunne lagen. Daarbij komt nog dat momenteel als aanvulling op de mechanischeverwijderings methode en als alternatief van de chemische dispersiemethode de mechanische dispersiemethode beschikbaar is. Deze mechanisce dispersiemethode is enerzijds goedkoper en vormt anderzijds geen extra belasting voor het mariene milieu. 11

14 3. Uitwerking in aanmerking komende bestriidinas methoden In dit hoofdstuk worden de methoden die investeringen met zich meebrengen verder uitgewerkt, dit zijn: -mechanische dispersie; -verwijderen van de oever -verwijderen van de bodem; -mechanisch verwijderen van het wateroppervlak; 3.1 Mechanische dispersie methode In sommige situaties ter bestrijding van de olie- en chemicaliën verontreinigingen, is de mechanische dispersiemethode (toevoeging van mengenergie) toepasbaar. Deze methode kan door bijna elk vaartuig worden toegepast. De snelheid van de vaartuigen moet om zoveel mogelijk energie aan het wateroppervlak toe te voegen zo groot mogelijk zijn. De werkbreedte kan variëren tussen de 30 en 100 meter, afhankelijk van de wijze van energie toevoeging. Deze methode is toepasbaar vanaf windkracht 6, dus aanvullend op de mechanische verwijderingsmethode. Mechanische dispersie kan niet worden toegepast op hoog visceuse vloeistoffen (zware olie) en of op mousse. Boven windkracht 8 zal deze methode meestal niet meer nodig zijn omdat de golfenergie voldoende is om voor een volledige en snelle natuurlijke dispersie te zorgen. Als uitgegaan wordt van een gewenste bestrijdings kapaciteit met deze methode van m3 in drie dagen, hiervoor zijn op basis van op aannames gebaseerde berekeningen 10 tot 33 vaartuigen vereist. Het is niet nodig om schepen speciaal uit te rusten met optimale energie overdracht systemen. Veel meer effect bereikt men door de dichtst bij zijnde vaartuigen (korte mobilisatie en vaartijden) de mechanische dispersie methode toe te laten passen. Bij een vlek tot 100m3, kan 1 vaartuig gemakkelijk de gehele vlek in 1 uur eenmaal behandelen. Bij een actieve strategie m.b.t. de mechanische dispersie methode zullen stappen moeten worden ondernomen t.a.v. voorbereiding en planning om de benodigde mensen en middelen standby te krijgen. Passief kan uitgelegd worden dat slechts op adhoc basis gewerkt zal worden met deze methode indien de situatie zich voordoet. Het voornemens is om voor de passieve strategie te kiezen. Praktijk metingen moeten worden verricht naar de toepassing van deze methode om enerzijds de optimale taktiek en anderzijds de dispersie per behandeling vast te stellen. 3.2 Opruimen op kust/oever In het kader van de Wet Bodem Bescherming is het opruimen van een acute verontreiniging op de Noordzee oever de verantwoordelijkheid van de waterbeheerder in casu de directie Noordzee. Het geven van een pasklare oplossing (beleid) voor het schoonmaken van met olie of andere drijvende verontreiniging vervuild strand/kust is 12

15 niet mogelijk, aangezien veel uiteenlopende factoren hierbij een rol spelen. Globaal kan gesteld worden dat het gebruik van middelen uit de wegenbouw danwei uit de, landbouw meestal toereikend is. Met name zullen omstandigheden als de hoedanigheid en de mate van verontreiniging, de plaatselijke situatie, weersomstandigheden, de technische mogelijkheden alsmede de tijdsfactor van invloed zijn op de wijze waarop de bestrijding het meest doeltreffend kan worden aangepakt. Het belang dat met een snelle opruiming van de verontreiniging is gemoeid zal in het algemeen afhankelijk worden gesteld van de recreatieve waarde (seizoen), de ecologische aspecten en de technische mogelijkheden. Per geval zal op adhoc basis gereageerd moeten worden. Voor het bestrijden/opruimen van op de kust aangespoelde verontreiniging kan op adhoc basis gebruik worden gemaakt van materieel uit de wegenbouw danwei de landbouw. Alle kosten die voortvloeien uit een opruimaktie kunnen nu eenduidig aan die aktie worden toegeschreven en worden verhaald op de veroorzaker indien die bekend is. Speciaal materieel waarin geïnvesteerd dient te worden is slechts op zeer beperkte schaal nodig. Handmiddelen, communicatiemiddelen en nareinigingsmiddelen dienen in beperkte mate te worden aangeschaft en standby gehouden. 3.3 Verwijderen van de bodem Een bepaalde groep acute verontreinigingen (de z.g "Zinkers") zullen bij het vrijkomen naar de bodem zakken en daar blijven liggen. Stoffen met een soortelijk gewicht zwaarder dan zeewater, die niet of zeer slecht oplossen zoals b.v. Phenol, Tetraethyllood maar ook verpakte stoffen zoals Chloorcylinders vallen onder deze groep stoffen. Een aantal van deze stoffen die op termijn schadelijk zijn voor het milieu danwei voor de mens (vissers) of de economie (visvangst), zullen verwijderd dienen te worden. Gezien de kleine kans van optreden van dit soort ongevallen en het specifieke benodigde materieel per geval, afhankelijk van de stof, de diepte waarop verwijderd dient te worden en de hoeveelheid die verwijderd dient te worden, wordt het niet opportuun geacht om hier materieel voor standby te houden. De hoeveelheden van dit soort verontreinigingen zijn veel kleiner dan by olie. Per geval dient op adhoc basis het benodigde materieel te worden gecontracteerd zoals pompen, baggerschepen, airlift of ander bergings materiaal Binnen IMO (International Maritime Organization) en in het kader van het Verdrag van Bonn vindt momenteel een discussie plaats over stoffen uit de categorie "Zinkers"; welke niet, en welke eventueel en welke wel moeten worden verwijderd. Op basis van deze z.g. Search and Recovery categories kan dan ingeval van een ongeval eenvoudig worden bepaald welke inspanning gewenst is uit milieu overwegingen en of gevaarsaspecten voor de mens. De voornemens zijn gericht op het vooraf vaststellen van de noodzaak van verwijdering per categorie stoffen. Dit voorkomt tijdverlies en onnodige discussie ingeval van een ongeval. In dit kader dient te worden vastgesteld: een categorie stoffen die ten alle tijde verwijderd dient te worden, een categorie die afhankelijk van de omstandigheden (hoeveelheid, diepte, lokatie enz) eventueel verwijderd 13

16 . BELEIDSPLAN OLIE.EN CHEMICALIËN BESTRIJDING dient te worden en een categorie die niet verwijderd hoeft te worden. Het streven van Nederland is er op gericht om in het kader van het verdrag van Bonn te komen tot internationale richtlijnen 3.4 De mechanische verwinderinqs methode Omdat olie en een aantal chemicaliën op het water blijven drijven is verwijderen mogelijk. Hiertoe zijn diverse technieken ontwikkeld.(lit 2). Olie is maatgevend; voor drijvende chemicaliën zou met een veel kleinere kapaciteit kunnen worden volstaan.voor het bestrijden van olie verontreinigingen op zee zijn de dynamische veegsystemen, zoals in de praktijk is gebleken, het meest geschikt. De mechanische verwijderings methode, voor het opruimen van olieverontreinigingen, is in verband metde brede toepasbaarheid en de kosten verbonden aan het standby houden van deze methode bepalend voor het beleid. Ter bepaling van het beleid m.b.t. de gewenste kapaciteit wordt in het volgende deze methode voor olie verontreinigingen nader uitgewerkt. 14

17 4. Uitwerking mechanische verwerkincrs methode voor bestrijding van olieverontreinigingen 4.1 Aannames bij de keuze bestriidings materieel De bestrijdings kapaciteit. de kosten en de inzetbaarheid bepalen welke middelen het meest optimaal zijn. Bij de kapaciteits berekeningen zijn een aantal aannames gedaan die in het volgende nader zullen worden uitgewerkt. Deze aannames zijn: - 72 bruto bestrijdings uren; - veegsnelheid 2 mijl/uur; - veegbreedte 100 m (incl. schermen) ; - effectiviteit 50% - gedrag olie verontreiniging volgens "Transspill simulatie model" Bruto bestriidings uren Behalve eerder genoemde factoren zijn er nog een aantal variabelen die de bestrijdingsaktie kapaciteit bepalen, zoals: -itieldings tijd verliezen (incl de besluitvorming tot aktie) ; -mobilisatie tijden; -vaartijden. Globaal laat een bestrijdingsaktie zich als volgt beschrijven. LOZING I MELDING I MOBILISATIE SCHIP/SCHEPEN I AANKOMST SCHIP (EN) BIJ VERONTREINIGING I VLAMPUNT CONTROLE/UITBRENGEN MATERIAAL I OLIE VEGEN (tot opslag ruimte vol is) I LOSSEN (inclusief varen naar loslocatie) I Het tijdstip van lozing is het begin van deze cyclus. Elke keer als een bestrijdings unit zijn opslagtanks vol heeft moet er eerst gelost worden, weer opnieuw naar de locatie van de verpntreiniging worden gevaren waar de cyclus weer wordt hervat. Uit praktijk ervaringen blijkt dat bestrijding zinvol is gedurende de eerstea 72 uur. Daarna is de verontreiniging meestal zodanig verwaaid en verspreid dat verwijderen niet meer effectief mogelijk is. Dit betekent voor de theoretische kapaciteitsberekening dat alle olie binnen deze tijd opgeruimd moet zijn. Na deze période kan er nog wel hier en daar verspreid, bestrijdbare olie liggen maar dit moet meer gezien worden als nareiniging. Deze heeft geen invloed op de beslissing met betrekking tot de té kiezen kapaciteit aan materieel. De invloed van de mobilisatietijd op de veeguren is duidelijk.' Van de 15

18 72 uren waarbinnen een verontreiniging effectief verwijderd kan worden blijft maar een beperkt aantal veeguren over indien de mobilisatie tijd groot wordt. Een mobilisatie tijd van 48 uur is in de meeste gevallen zinloos (bij assistentie van uit het buitenland moet men met dergelijke mobilisatie tijden rekening houden). Bij de overgebleven veegtijd moet men tevens beseffen dat de mobilisatie tijd van het begin van de 72-uurs periode afgaat, juist de meest effectieve veeguren zijn i.v.m de grotere laagdikte in het begin De veeqsnelheid -2 miil/uur De maximale veegsnelheid van een varend olieverwijderingssysteem is afhankelijk van de ingestelde veeghoek. Bij een optimale veeghoek van 60 graden t.o.v. de gevaren koers is de maximale veegsnelheid 2 mijl/uur (1 m/s). Bij een snellere vaart zal een deel van de olie onvermijdelijk onder het systeem doorschieten, langzamer varen is op zich gunstig, maar gaat tenkoste van de effectiviteit De veegbreedte m De veegbreedte van een veegsysteem wordt bepaald door de breedte van het veegschip en de breedte van het bestrijdingssysteem zelf. De lengte van de veegarm is bijvoorbeeld beperkt door de ruimte die op het veegschip beschikbaar is. Een veegsysteem kan worden verbreed met behulp van een oliekerend scherm. Algemeen wordt aangenomen dat een oliekerend scherm t.g.v manouevreer beperkingen de veegbreedte tot maximaal loom kan verbreden Effectiviteit 50% De effectiviteit van dè verwijderingsmethode m.b.v. veegarmen wordt voornamelijk bepaald door de golven, door het dag/nacht ritme en door de effectieve veegtijd De eerste is de invloed van het weer. Met toenemende windkracht krijgt men te maken met een zekere kapaciteitsvermindering. Het dag/nacht ritme heeft in zoverre invloed op de capaciteit dat men gedurende de nacht minder goed de olie kan vinden, met name de kleinere verontreinigingen. Ook het werken aan boord van de bestrijdingsschepen is minder effectief. In de kapaciteitsberekeningen is een overall effectiviteit van 50% aangenomen Eisen bestriidinqs schepen i.v.m explosie gevaar Veiligheidseisen noodzaken onderscheid te maken tussen de verwijdering, opslag, overslag en transport van olie met een vlampunt beneden 60 graden celcius en boven 60 graden celsius. Gesteld wordt dat voor bestrijding van olie en andere stoffen dan olie met een vlampunt beneden de 60 graden, het vaartuig aan voor olie bestrijding aangepaste tankereisen moet voldoen (de z.q. Ie liinsschepen). Voor de bestrijding van olie met een vlampunt boven 60 graden worden geen (of zeer beperkt) eisen (Scheepvaart Inspectie) ten aanzien van de 16

19 constructie van het vaartuig opgelegd fde z.q. 2e liinsschepen). Afhankelijk van de soort olie, de omvang van de olieramp, de temperatuur en de windsnelheid bedraagt de "<60 graden vlampunt periode" maximaal 10 uur voor een momentane lozing. Met andere woorden in zee gestroomde olie is zo snel ongevaarlijk m.b.t. mogelijke explosies a/b van de bestrijdingsschepen dat de vergaande en kostbare veiligheidsvoorzieningen in de praktijk in de meeste gevallen niet behoeven te worden gebruikt. Alleen het Rijksvaartuig Smal Agt is als le-lijnsschip beschikbaar. De andere Rijksvaartuigen en overige gecontracteerde vaartuigen zijn alle 2e-lijns. 4.2 Effectieve kapaciteit In tabel 3, is de effectieve kapaciteit van 1 standaard unit, gebaseerd op de eerder genoemde aannames (zie 4.1) weergegeven voor verschillende uitstromiingeh van , en m^3. Uit deze tabel is af te lezen wat de gemiddelde kapaciteit van een standaard bestrijdings unit is. Onder een standaard unit wordt hier verstaan een unit met een veegsnelheid van 2 mijl/uur, een veegbreedte van loom (m.b.v een oliegeleidendscherm) en een effectiviteit van 50%. KAPACITEIT PER STANDAARD UNIT HOEVEELHEID VRIJGEKOMEN OLIE M EERSTE TWEEDE DERDE DAG DAG DAG 132 M3/UUR M3/UUR M3/UUR GEMIDDELD Tabel 3 De effectieve uitstromingen Keuze van de gewenste kapaciteit M3/UUR kapaciteit standaard unit bij verschillende Het uitgangspunt is dat er ter bescherming en vermindering van de gevolgen van een verontreiniging een kapaciteit aan materieel standby moet staan om m3 olie in drie bestrijdingsdagen op te kunnen ruimen.(binnen deze kapaciteit moet tevens rekening worden gehouden met de bestrijding van drijvende chemicaliën) Deze kapaciteit is een optimum tussen de effecten bij het niet hebben van een kapaciteit aan bestrijdings materieel en de kans op een ongeval aan de ene kant en de kosten die gemoeid zijn bij het hebben van een zekere kapaciteit en de reductie van de effecten hierdoor aan de andere kant. Een kapaciteit aan bestrijdingsmaterieel om m^3 olie in drie dagen op te kunnen ruimen is reëel om als bovengrens te kiezen. Hierbij is de bescherming van kwetsbare aangrenzende wateren zoals de Waddenzee meegerekend. De hoeveelheid olie die door bestrijding wordt verwijderd is slechts dat deel van de uitgestroomde hoeveelheid, welke na verdamping en 17

20 andere processen zoals natuurlijke dispersie achterblijft op het water. Bijvoorbeeld van m3 olie die in het water stroomt, verdwijnt er gedurende de drie bestrijdings dagen globaal de helft door natuurlijke processen Redenen om niet meer kapaciteit standby te houden ziin; -een grotere kapaciteit geeft nooit een garantie dat er dan geen effecten op zullen treden. In 28% van de ongevallen waarbij olie vrijkomt zal het door weers- en of omgevingsomstandigheden niet mogelijk zijn om de verontreiniging uit het mariene milieu te verwijderen onafhankelijk van de kapaciteit of de middelendie standby staan. -met de kapaciteit van m^3 in drie bestrijdings dagen kunnen de meeste ongevallen, indien technisch bestrijdbaar, worden bestreden: Een uitstroming vanaf 9000 m^3 indien slechts een halve bestrijdingsdag beschikbaar is tot meer dan m^3, die uit een tanker stroomt indien voldoende bestrijdingsdagen beschikbaar zijn voordat de olie op de kust of in een kwetsbaar gebied terecht komt. -bij meer kapaciteit nemen de kosten meer dan evenredig toe (omdat het steeds moeilijker wordt om "geschikte" vaartuigen te vinden.; -de meerwaarde die aanvullende materieel (>15000 m^3) biedt is zeer klein. Volgens een kansberekening, zou dit slechts eens in de enkele honderden jaren nodig zijn. -minder potentieel geeft slecht een marginale kosten reductie, de kosten worden dan overwegend bepaald door het in stand houden van een organisatie. In de meeste gevallen kan worden volstaan met het gebruik van schepen die beschikken over voldoende ruimte voor de opslag van olie met een vlampunt boven 60 graden en die instaat zijn met het olieveegsysteem te werken. Een zekere eerste lijns kapaciteit zal echter nodig blijven ter bestrijding van een continue lozing van "verse" olie, zoals bijvoorbeeld: -een beschadigde tanker, waarbij opweg naar een haven nog steeds olie uitstroomt of; -een ongecontroleerde spuiter van een offshore installatie (momenteel is de kans daarop op het Nederlandse deel van de Noordzee minimaal, gezien de huidige olieproductie, maar ontwikkelingen wijzen erop dat dit in de nabije toekomst gaat veranderen ). -een pijpleidingbreuk waar continu olie uitblijft stromen. -een potentiële vervuilingssituatie; de olie dreigt er elk moment uit te stromen. Het materieel dat hier standby ligt moet rekening houden met een zeer laag vlampunt en moet dus aan de tankereisen voldoen. Daarnaast heeft een le-lijnsunit in tegenstelling tot een 2elijnsunit de mogelijkheid om ingezet te worden bij incidenten waarbij chemicaliën vrij (kunnen) komen. Met name de groep drijvende chemische stoffen bevat veel toxische en explosieve chemicaliën Het aandeel Ie lijns kapaciteit t.o.v. het totale potentieel wordt bepaald door de inzet bij chemicalienverontreinigingen en door een eventuele "dreigende uitstroming" waarbij het bestrijdingsvaartuig al standby ligt. Gekoppeld aan de routinematige inzet (brandweerfunctie op de Noordzee) kan worden volstaan met een betrekkelijk kleine Kapaciteit (enkele honderden m3) 18

21 4.4 Mogelijkheden tot invulling van de gewenste kapaciteit.. De kapaciteit in drie dagen kan worden uitgedrukt in % t.o.v de gewenste kapaciteit van m3 (15000 = 100%). Naast de primaire parameters zoals de veegsnelheid, de veegbreedte, de pompcapaciteit en de opslag kapaciteit van het systeem zijn er in de berekening ook een aantal secondaire parameters zoals laagdikte, mobilisatietijd, vaarafstand, lostijd, storing, het minder effectief zijn s'nachts en inhomogeniteit meegenomen om de uiteindelijke kapaciteit te bepalen. Binnen het bestrijdingsmaterieel kunnen 3 categorieën vaartuigen worden onderscheiden t.w.: -Categorie 1 Rijksschepen; -Categorie 2 Gecontracteerde bagger/oliebestrijdingsschepen; -Categorie 3 Overige gecontracteerde multipurpose schepen; Bij deze categorien kunnen de volgende opmerkingen gemaakt worden, wanneer de gewenste bestrijdingskapaciteit op 100% gesteld wordt. -Riiks(meet)vaartuigen leveren elk slechts een beperkte kapaciteit op; in de orde van 5% tot 12.5 % van de gewenste kapaciteit. Dit wordt m.n. bepaald door de beperkte opslagkapaciteit van deze vaartuigen; -Bagger/oliebestriidingsvaartuigen; door de over het algemeen grote opslag kapaciteit (meer dan 1000 m3) draagt dit type vaartuigen elk ca. 8% zonder, en 19% met oliekerende schermen bij aan de gewenste kapaciteit; -Multipurpose vaartuigen Dit type vaartuigen heeft tengevolge van een lange mobilisatietijd (12 tot 48 uur), slechts een geringe kapaciteit. Afhankelijk van de mobilisatietijd en het gebruik van oliegeleidende schermen van 2 tot 8% van de gewenste kapaciteit; De volgende strategie wordt nu gevolgd afhankelijk van de omvang van de ramp; 1. Inzet van Rijks materieel heeft de hoogste prioriteit. Dit materieel is direct inzetbaar en vervult gedeeltelijk ook de funktie van "brandweerboot". Veelal zal sprake zijn van verhaalbare kosten zodat een deel van de kosten terug komt. Momenteel wordt 19 % van de kapaciteit gedekt met de Rijksschepen. 2. Als volgende prioriteit komt inzet van bagger/ oliebestrijdingsvaartuigen in aanmerking. De praktijk heeft aangetoond dat de categorie bagger/ oliebestrijdingsvaartuigen qua continuiteit een probleem vormt. Enerzijds door de beperkte duur van de contracten (gemiddeld enkele jaren, in ieder geval niet langer dan 5 jaar) en anderzijds door het verloren gaan van de investeringen in de aanpassingen van deze schepen bij het beëindigen van een contract of door het vertrek van deze vaartuigen naar het buitenland. De gemiddeld haalbare kapaciteit (gezien de lopende baggercontracten) uit deze groep heeft geschommeld rond de 40 a 50 % van de gewenste kapaciteit en wordt ca 80% van de 19

22 gewenste kapaciteit. BELEIDSPLAN OLIE EN CHEMICALIËN BESTRIJDING 3. In het verleden zijn ook de categorie Multipurpose vaartuigen ingezet. Gezien de lage bijdrage aan de gewenste kapaciteit moet deze groep ook meer worden gezien als een sluitpost om de gewenste kapaciteit te halen, en wordt inprincipe niet meer uitgegaan van deze categorie Naast het gebruik van bestrijdingsschepen zijn er hulpschepen nodig. Deze schepen worden o.a. gebruikt voor het slepen van de oliekerende schermen. Ofschoon deze schepen geen bijdrage leveren aan de gewenste kapaciteit, zijn ze toch onmisbaar om deze kapaciteit te halen. Voor de veelvuldig voorkomende routinematige akties (gemiddeld 20 per jaar) zal tenminste een van de units, ongeacht de werkzaamheden snel inzetbaar moeten zijn (binnen 1 uur, brandweer functie op de Noordzee). Deze unit zal gezien het karakter van de werkzaamheden (olie/chemicaliën bestrijding, verkenning, monstername enz.) de le-lijnsunit moeten zijn. Deze rol zal door het Rijksoliebestrijdings- vaartuig Smal Agt worden vervuld. In verband met het bestrijden van chemische verontreinigingen anders dan olie en olie met een vlampunt <60 graden Celsius zal de Ie lijnskapaciteit, binnen het totale potentieel worden meegenomen. Het huidige materieel (Smal Agt) dekt als Ie lijnsschip ca 12% van de gewenste kapaciteit en kan als zodanig de brandweerfunctie vervullen. 20

23 BELEIDSPLAN OlilE EN CHEMICALIËN BESTRIJDING 5.Realisatie van de gewenste kapaciteit 5.1 Rinksschepen Met betrekking tot de overheidsschepen is de kapaciteit in de volgende tabel 4 samengevat: NAAM VAARTUIG MOBILISATIE TIJD (uren) KAPACITEIT % AANWEZIG T.B.V OLIE BESTRIJDING VOLANS MITRA SMAL AGT % 100% 100% Tabel 4 kapaciteits overzicht Rijksschepen 5.2 In te huren capaciteit Vanuit de huidige situatie ( inmiddels zijn reeds stappen ondernomen om het een en ander te contracteren) kan de gewenste kapaciteit het beste (evenwichtige opbouw met een redelijke verdeling van de kapaciteit over de verschillende categorien en locaties)) gehaald worden, door de volgende units hiervoor te gebruiken en te contracteren: Met betrekking tot baggerschepen is de kapaiciteit in de volgende tabel 5 samengevat: SOORT VAARTUIG MOBILISATIE TIJD (uren) KAPACITEIT % BESCHIKBAAR OLIE BESTR. Baqaer + oliebestriidinas contracten: -Rijnmond gebied -IJmond gebied Uitsluitend oliebestriidinas contract: -Baggervaartuig Rotterdam -Baggervaartuig Rotterdam -Baggervaartuig W Schelde % 19% 19% 19% 19% 75% 50% 50% 100% 70% Tabel 5 kapaciteits overzicht baggerschepen. Met genoemde baggerschepen kan een aanzienlijk deel van de gewenste kapaciteit worden gehaald. Ca. 95%, hierbij dient echter te worden aangetekent dat m.n. het Rijnmond en het IJmond contract voor kortere périoden (enkele weken tot max 6 maanden) onderbroken kan worden indien elders (in het buitenland) werk wordt uitgevoerd. De schepen hebben een overkapaciteit waardoor dit mogelijk is. 21

24 BELEIDSPLAN OLIE EN. CHEMICALIËN BESTRIJDING De groep baggerschepen vormt qua kapaciteit de grootste onzekerheid. Het beleid dient er op gericht te zijn de oliebestrijding te koppelen aan de door Rijkswaterstaat uitgegeven baggercontracten m.b.t. het Rijnmond en het IJmond gebied. Hierdoor wordt voor een stuk continuiteit aan kapaciteit gezorgd. In de baggercontracten zal hiertoe een clausule opgenomen worden die de inzet als oliebestrijdingsvaartuig regelt; waarbij het Rijk de oliebestrijdingsmiddelen toelevert. Met het IJmond en Rijnmond contract kan op deze wijze ongeveer 38% van de gewenste kapaciteit voor langere termijn worden gedekt. Voorwaarden die in de contracten IJmond en Rijnmond worden opgenomen: -mobilisatie tijd max 4 uur; -standby gedurende baggertijd en weekend -niet standby bij onderbreking contract t.b.v. werk elders Daarnaast wordt met in Nederland aanwezige of voor derden werkzame baggerschepen oliebestrijdings contracten afgesloten, daarmee kan naar verwachting eveneens minimaal 38% van de behoefte gedekt worden (2 baggerschepen). Gestreef wordt naar contracten met drie baggerschepen mede i.v.m. de onzekerheden t.a.v. daad werkelijke inzet. 5.3 Hulpmiddelen Het oliebestrijdingsmaterieel bestaat uit 10 veegarmen, 7 mobiliele hydraulische aandrijfsets, 1 offloadingset en 6 sets oliekerendscherm. Deze middelen worden als volgt over de eerder genoemde bestrijdings schepen verdeeld (zie tabel 7). De middelen zijn eigendom van het Rijk en worden door gecontracteerde schepen zonodig ingezet. NAAM VAARTUIG VEEGARMEN OLIESCHERM AANDRIJFSET SMAL AGT MITRA; VOLANS 3 baggerschepen met alleen een oliebestrijdings contract RIJNMOND CONTRACT IJMOND CONTRACT eigen * 1 set set 1 set 1 set 1 set 1 set eigen set 1 offloading 1 mobiele set eigen set 1 mobiele set 2 mobiele sets 2 mobiele sets 1 mobiele set TOTAAL 10 stuks 6 sets 8 mobiele sets * Dit vaartuig zou eigenlijk met twee veegarmen moeten worden uitgerust, door de veegarm van de Mitra of de Volans hiervoor te gebruiken ingeval van een grote calamiteit is dit probleem op te lossen. (Deze schepen kunnen ingeval van een grotere aktie nodig zijn als hulpvaartuig om de olieschermen te slepen). Overwogen wordt een extra veegarm aan te schaffen. Tabel 7 Overzicht verdeling van de middelen 22

Datum 1 februari 2019 Onderwerp Beantwoording vragen van lid Von Martels over de containers die overboord zijn geslagen bij de Waddeneilanden

Datum 1 februari 2019 Onderwerp Beantwoording vragen van lid Von Martels over de containers die overboord zijn geslagen bij de Waddeneilanden > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Het Belgische luchttoezicht boven de Noordzee

Het Belgische luchttoezicht boven de Noordzee Het Belgische luchttoezicht boven de Noordzee Twaalf jaar diversifiëring van opdrachten Het Belgische programma voor luchttoezicht boven de Noordzee werd opgestart in 1991. Dit toezicht vanuit de lucht

Nadere informatie

SOS formulier versie 4.1.0 Voor het rapporteren van een afgehandeld scheepsongeval of ander voorval te water.

SOS formulier versie 4.1.0 Voor het rapporteren van een afgehandeld scheepsongeval of ander voorval te water. SOS formulier versie 4.1.0 Voor het rapporteren van een afgehandeld scheepsongeval of ander voorval te water. Met het formulier moet u een scheepsongeval of ander voorval te water melden. Indien nodig,

Nadere informatie

Achtergrondinformatie Olie Alert Waddenzee. Scenario dinsdag 4 september

Achtergrondinformatie Olie Alert Waddenzee. Scenario dinsdag 4 september Achtergrondinformatie Olie Alert Waddenzee Scenario dinsdag 4 september In de ochtend van 4 september is een aanvaring gemeld tussen twee schepen. Er stroomt stookolie IFO 180 uit de schepen. Rekening

Nadere informatie

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016

Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Overzicht bepalingen inhoud Veiligheidsrapport in het Brzo 2015, Seveso III en de Rrzo Maart 2016 Brzo 2015, Artikel 10 1. De exploitant van een hogedrempelinrichting stelt een veiligheidsrapport op en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 235 Besluit van 6 april 1995, houdende wijziging van het Besluit voorkoming verontreiniging door vuilnis van schepen in verband met de wijziging

Nadere informatie

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004

Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 249 Besluit van 16 juni 2008, houdende wijziging van twee besluiten in verband met het vaststellen van aanvullende voorschriften voor het vervoer

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Bestemmingsplan Kern Roosteren Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico Project : 122179 Datum : 16

Nadere informatie

BERGINGS- RAPPORT HEBO MARITIEMSERVICE / DAEN SERVICE

BERGINGS- RAPPORT HEBO MARITIEMSERVICE / DAEN SERVICE BERGINGS- RAPPORT HEBO MARITIEMSERVICE / DAEN SERVICE HEBO MARITIEMSERVICE info@hebo.eu DAEN SERVICE info@daenservice.com Berging Rapport Page: 1 INDEX 1 Algemene Informatie... 2 1.1 Doelstelling... 2

Nadere informatie

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven. Notitie 2015.245.02-01: Beperkte verantwoording tijdelijk asielzoekerscentrum Jachthuisweg te Hardenberg Berg en Terblijt, 6 oktober 2015 1. Inleiding Men is voornemens een asielzoekerscentrum te vestigen

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN

BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN BIJLAGE 3 AANBEVOLEN TECHNISCHE NORMEN In het kader van de uitvoering van de overeenkomst en het bereiken van de doelstellingen moeten de OPZ hun noden inzake personeel en materieel bepalen en een nulmeting

Nadere informatie

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden 33 Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 34 Veiligheidsregio Haaglanden HlMlIIlil

Nadere informatie

Ternperatuurverdeling Botlek en le, 2e en 3e Petroleumhaven. ( definitieve versie maart 1979) Ir. H.W. Brunsveld van Hulten Fysische Afdeling

Ternperatuurverdeling Botlek en le, 2e en 3e Petroleumhaven. ( definitieve versie maart 1979) Ir. H.W. Brunsveld van Hulten Fysische Afdeling ' l ~ ~ ~ ~ ~' i. nleiding 2. Doelstelling van het onderzoek 3. Resultaten 4. Conclusies Literatuur directie waterhuishouding en waterbeweging A; L,~'~,, Rapport 04 78-bA RSWS 8 Ternperatuurverdeling Botlek

Nadere informatie

Liquefied Natural Gas / L N G

Liquefied Natural Gas / L N G Liquefied Natural Gas / L N G Eigenschappen van L N G 1/2 Natuurlijk gas dat terug gekoeld is tot 161 graden Celcius op welk moment het condenseert tot een kleurloze, reukloze, niet corrosieve en niet

Nadere informatie

Watertruck Evaluatie Industrieel modelproject in ZO-Brabant

Watertruck Evaluatie Industrieel modelproject in ZO-Brabant Watertruck Evaluatie Industrieel modelproject in ZO-Brabant s-hertogenbosch 30 Juni 2014 WATERTRUCK PROEFVAARTEN in ZO-Brabant 26 mei 2014-11 juni 2014 C.B.O. bvba MCA Brabant MEBIN BAETSEN-GROEP VAN NIEUWPOORT

Nadere informatie

3 december 1992, houdende plaatsing in het

3 december 1992, houdende plaatsing in het Beschikking van de Minister van Justitie van 3 december 1992, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet verontreiniging zeewater (Stb. 1981,695), zoals deze luidt na wijziging krachtens

Nadere informatie

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) memo aan: van: Green Real Estate BV Bas Hermsen c.c.: datum: 12 juni 2015 betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728) 1. Aanleiding De ontwikkeling in het plangebied voorziet

Nadere informatie

2e druk, 6e oplage, februari Instituut Fysieke Veiligheid ISBN

2e druk, 6e oplage, februari Instituut Fysieke Veiligheid ISBN Bevelvoerder OGS Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG a 1 1 > Retouradres: Postbus 20901, 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 16 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070

Nadere informatie

wrakken Introductie Scheepvaartroutes op de Noordzee

wrakken Introductie Scheepvaartroutes op de Noordzee Scheeps wrakken Introductie De Noordzee is een van de drukst bevaren zeeën ter wereld. In het Nederlandse deel alleen al varen 340 schepen per dag (dus 124100 per jaar!). En dat is nog afgezien van de

Nadere informatie

Help plastic afval de zeeën uit

Help plastic afval de zeeën uit Help plastic afval de zeeën uit 8 Plastic afval in zee is een toenemend probleem dat honderden diersoorten aantast. Ook zijn er grote onzekerheden over de indirecte effecten. Voldoende reden voor onmiddellijke

Nadere informatie

Uniek systeem voor verduurzaming van opslag en vervoer van Vluchtige Organische Stoffen(VOS).

Uniek systeem voor verduurzaming van opslag en vervoer van Vluchtige Organische Stoffen(VOS). Pagina 1 van 5 Uniek systeem voor verduurzaming van opslag en vervoer van Vluchtige Organische Stoffen(VOS). Het VentoClean-System is een speciale machine voor het ontgassen en terugwinnen van resten Vluchtige

Nadere informatie

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen IRO/CEDA lezing Bert Wilbrink (ministerie EZK) Suzanne Lubbe (RWS) 12 maart 2019 Inhoud presentatie Visie overheid op ecologische impact bouw

Nadere informatie

Paragraaf externe veiligheid bij planbesluit Zijlweg 245 Haarlem met een verantwoording van het groepsrisico

Paragraaf externe veiligheid bij planbesluit Zijlweg 245 Haarlem met een verantwoording van het groepsrisico Adviesgroep AVIV BV Langestraat 11 7511 HA Enschede Adviseurs externe veiligheid en risicoanalisten Paragraaf externe veiligheid bij planbesluit Zijlweg 245 Haarlem met een verantwoording van het groepsrisico

Nadere informatie

Meerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee 2011-2014 Eindrapportage

Meerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee 2011-2014 Eindrapportage Eindrapportage CO 2 -Prestatieladder Pagina 1 van 8 Van Oord CO 2 -Presatieladder Meerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee 2011-2014 Eindrapportage 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2. -

Nadere informatie

SAMENVATTING VOORGESCHIEDENIS

SAMENVATTING VOORGESCHIEDENIS Aan de raad, Onderwerp: Digitale informatieborden Voorstel: 1. De huidige 23 analoge evenementeninformatieborden vervangen door 20 digitale informatieborden 2. Geen gebruik maken van sponsoring en commerciële

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting

VOORSCHRIFTEN. behorende bij het ontwerpbesluit. betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting VOORSCHRIFTEN behorende bij het ontwerpbesluit betreffende de Wet milieubeheer voor de inrichting Jellice Pioneer Europe te Kapitein Antiferstraat 31 te Emmen 2 INHOUDSOPGAVE 1 OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN

Nadere informatie

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID Plan nieuwbouw school Plein Gemeente Kerkrade Afdeling Milieu en Bouwen Gemeente Kerkrade 13 juli 2009 versie 2 Beoordeling Externe Veiligheid bestemmingsplan school Plein

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Registratienummer raad 1108973 Datum: Behandeld door: 3 December 2013 griffie Afdeling/Team: Griffie / Onderwerp: digitalisering raad Samenvatting:

Nadere informatie

Inauguratie Dr. Wierd Koops

Inauguratie Dr. Wierd Koops Calamiteitenbestrijding op het water Inauguratie Dr. Wierd Koops kennis en bedrijf 1 2 Calamiteitenbestrijding op het water Inaugurele rede in verkorte vorm uitgesproken bij de aanvaarding van het lectorschap

Nadere informatie

Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het bericht "270 containers overboord geslagen bij Wadden, sommige met giftige stof"? 1

Vraag 1 Heeft u kennisgenomen van het bericht 270 containers overboord geslagen bij Wadden, sommige met giftige stof? 1 > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Port Waste Catch Innovatiever. Schoner. Duurzamer. Make it happen.

Port Waste Catch Innovatiever. Schoner. Duurzamer. Make it happen. Port Waste Catch Innovatiever. Schoner. Duurzamer. Make it happen. Het Havenbedrijf Rotterdam wil investeren in de vermindering van de plastic soep. Samen met andere partijen gaan we de mogelijkheid onderzoeken

Nadere informatie

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 bron : http://www.emis.vito.be Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen dd. 27-06-2000 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000 Gewijzigd voorstel voor een beschikking

Nadere informatie

Optreden bij vuurwerkbranden. Herman Schreurs

Optreden bij vuurwerkbranden. Herman Schreurs Optreden bij vuurwerkbranden Herman Schreurs Uitgangspunten Optreden als klasse 1, ontplofbare stoffen Bestrijding van ongevallen, waarbij ontplofbare stoffen zijn betrokken, BZK 1985 Subklasse bepaalt

Nadere informatie

Haal meer uit de vloot

Haal meer uit de vloot Haal meer uit de vloot Het project haal meer uit de vloot is mede mogelijk gemaakt door het Europees Visserijfonds investering in duurzame visserij. In het kader van het project Haal meer uit de vloot

Nadere informatie

Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..?

Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..? Het vervoeren van verontreinigde bodem. We doen het veilig of..? Auteur: Ad Wilbers Plaats: Geldrop Datum: 30 december 2006 NVVK Jubileumcongres 25-26 april 2007 - Sessie H Wilbers 1 van 5 Inleiding Er

Nadere informatie

Onkruidbestrijding op verhardingen. Een zoektocht naar niet chemische alternatieven

Onkruidbestrijding op verhardingen. Een zoektocht naar niet chemische alternatieven Onkruidbestrijding op verhardingen Een zoektocht naar niet chemische alternatieven Aanleiding - Brief staatssecretaris Wilma Mansveld - Aangenomen motie m.b.t. gifvrije onkruidbestrijding (11 november

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 38 Besluit van 21 december 1995 regelende de deponering van informatie betreffende preparaten (Warenwetbesluit deponering informatie preparaten)

Nadere informatie

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR. PaccoParameters

PACCO-PARAMETERS DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR.   PaccoParameters PACCO-PARAMETERS PH DO - DOSSOLVED OXYGEN EC- DE ELEKTRISCHE CONDUCTIVITEIT ORP- DE REDOXPOTENTIAAL T - DE TEMPERATUUR PH De ph geeft de zuurtegraad van het water weer. Ze varieert doorgaans op een schaal

Nadere informatie

Indicatoren voor zwerfafval. VNG congres 26 november 2018

Indicatoren voor zwerfafval. VNG congres 26 november 2018 Indicatoren voor zwerfafval VNG congres 26 november 2018 Agenda - Presentatie indicatoren zwerfafval - Discussie - Stellingen 2 Opdracht Vraag Rijkswaterstaat (ism NVRD en NederlandSchoon): Ontwerp indicatoren

Nadere informatie

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade RUD Utrecht Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade Auteur : J. van Berkel Datum : 17 december 2014 RUD Utrecht Archimedeslaan 6 3584

Nadere informatie

(Bijlage 1 bij protocol 2012-II-4 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, 29 november 2012) d//reglem/thg_strat_nl

(Bijlage 1 bij protocol 2012-II-4 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, 29 november 2012) d//reglem/thg_strat_nl Strategie van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart voor het verminderen van het brandstofverbruik en van de uitstoot van broeikasgassen van de Rijnvaart (Bijlage 1 bij protocol 2012-II-4 van de Centrale

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. : Krediet baggerwerken. Toelichting

RAADSVOORSTEL. : Krediet baggerwerken. Toelichting RAADSVOORSTEL Onderwerp : Krediet baggerwerken Toelichting De Subbiedregeling is in het leven geroepen om het verrichten van baggerwerk in het stedelijk gebied te stimuleren. In veel Nederlandse gemeenten

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen Notitie 20112327-05 MER Beneden-Lek (Bergambacht) Externe veiligheid Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni 2013 20112327-05 L. Gelissen 1 Inleiding In opdracht van Consortium 2.0 1 is een

Nadere informatie

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum /IMA 0511 DRZZ /MT onderwerp doorkiesnummer bijlagen

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum /IMA 0511 DRZZ /MT onderwerp doorkiesnummer bijlagen Directie Regionale Zaken Wageningen-IMARES afd. WOT t.a.v. Postbus 77 4400 AB Yerseke uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 06-11-2006 06/IMA 0511 DRZZ 07-567/MT 14-02-2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling

RSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling RSG DE BORGEN Anders varen Informatie voor de leerlingen Inhoud 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling [1] RSG de BORGEN Anders varen [Technasium] mei 2017 1 DE OPDRACHT

Nadere informatie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. stikstofdepositie

Projectteam Overnachtingshaven Lobith. Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith. stikstofdepositie Projectteam Overnachtingshaven Lobith Uitgangspuntennotitie effectstudies MIRT 3 Overnachtingshaven Lobith stikstofdepositie INHOUDSOPGAVE blz. 1. KADERS 1 1.1. Wettelijk kader 1 1.2. Beleidskader 1

Nadere informatie

Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer. Mike van der Linden. wat komt aan de orde

Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer. Mike van der Linden. wat komt aan de orde wat komt aan de orde Ecologische effecten van verondieping van zandwinputten in het Gooimeer Symposium Diepe plassen Amersfoort, 11 september 2008 Mike van der Linden enkele inleidende opmerkingen diepe

Nadere informatie

11 juni L.C. Luijendijk. Onderwerp Verantwoording groepsrisico bestemmingsplannen Bergweg Zuid e.o. en Boterdorp Zuidwest/Oosthoeck

11 juni L.C. Luijendijk. Onderwerp Verantwoording groepsrisico bestemmingsplannen Bergweg Zuid e.o. en Boterdorp Zuidwest/Oosthoeck Notitie Aan Gemeente Lansingerland, Afdeling RO t.a.v. M. Loos Postbus 1 2650 AA Berkel en Rodenrijs Kopie aan Datum Documentnummer Project Auteur 11 juni 2012 21339313 L.C. Luijendijk Onderwerp Verantwoording

Nadere informatie

Afhandeling Zandzuiger Explosiefmeldingen

Afhandeling Zandzuiger Explosiefmeldingen Titel : Afhandeling zandzuiger explosiefmeldingen Blad : Pagina 1 van 6 Afhandeling Zandzuiger Explosiefmeldingen Inleiding Tijdens zandwinning door zandzuigers/hoppers in de Noordzee komt het veelvuldig

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landgraaf Postbus AA Landgraaf

College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landgraaf Postbus AA Landgraaf > Retouradres Postbus 16191 2500 BD Den Haag College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Landgraaf Postbus 31000 6370 AA Landgraaf Postbus 16191 2500 BD Den Haag www.ilent.nl Contactpersoon

Nadere informatie

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE ADVIES VOOR DE M.E.R.-BEOORDELING OVER DE PRODUCTIE VAN PRIMAIR ALUMINIUM BIJ ALUMINIUM DELFZIJL 28 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. ADVIES VAN DE COMMISSIE OVER DE M.E.R.-BEOORDELING...2 2.1

Nadere informatie

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland Brandweer Amsterdam-Amstelland Behulpzaam Deskundig Daadkrachtig Brandweeradvies Externe Veiligheid Speelboot in IJ-haven in Amsterdam Referentie: 0000019/RoEv-2013 Datum: 5 juni 2013 Behandeld door: C.

Nadere informatie

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten

Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten Eind 2013 is er een tweetal incidenten geweest in midden Limburg, waarbij door graafwerkzaamheden een ondergrondse leiding is geraakt. Hierdoor verontreinigde

Nadere informatie

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE

KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE KADERS VOOR INVULLING KRW-DOELEN IN DE DERDE STROOMGEBIEDBEHEEPLANNEN, BESTUURLIJKE NOTITIE Aanleiding Bij de tot standkoming van de eerste stroomgebiedbeheerplannen voor de Kaderrichtlijn Water (KRW)

Nadere informatie

g AÏerinzagelegging 8203791

g AÏerinzagelegging 8203791 Octrooiraad g AÏerinzagelegging 8203791 Nederland NL @ Maritieme gecontroleerde opslag van schadelijk materiaal. Int.Cl 3.: G21F9/24, G21F9/36// B65D 88/78. @ Aanvrager: Adviesbureau Bongaerts, Kuyper

Nadere informatie

HANDLEIDING airco diagnose gereedschap A/C Vloeistof Check artikelnummer: 501175 (complete set)

HANDLEIDING airco diagnose gereedschap A/C Vloeistof Check artikelnummer: 501175 (complete set) HANDLEIDING airco diagnose gereedschap A/C Vloeistof Check artikelnummer: 501175 (complete set) 1.0 Voorwoord 1) Deze handleiding richt zich tot de airco monteur, die door opleiding, of door speciale training,

Nadere informatie

Concept Raadsvoorstel

Concept Raadsvoorstel Concept Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Agendapunt: Sliedrecht, 6 oktober 2009 Onderwerp: Eindrapportage onderzoek capaciteit binnensportaccommodaties 2009. Voorgesteld besluit: 1.

Nadere informatie

Raadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols over goederentreinen rijden

Raadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols over goederentreinen rijden gemeente Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer lk Milieu Raadsnummer 0 9. RQQ7$. QOI Inboeknummer o9bstoat46 Beslisdatum B&W 9 november 2009 possiernummer 945 55> Raadsvragenuan het raadslid de heer E. Cols

Nadere informatie

Bijdragenr. 32. Verkeerskundig beheer van verkeerslichten en andere verkeerssystemen

Bijdragenr. 32. Verkeerskundig beheer van verkeerslichten en andere verkeerssystemen Bijdragenr. 32 Verkeerskundig beheer van verkeerslichten en andere verkeerssystemen ****** Erna Schol (Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart, Groene Golf Team) Emile Oostenbrink (CROW) Samenvatting

Nadere informatie

1. Identificatie van de stof of het preparaat en van de onderneming. Vervaardiging van prothese kokers.

1. Identificatie van de stof of het preparaat en van de onderneming. Vervaardiging van prothese kokers. Blad: 1 van 6 1. Identificatie van de stof of het preparaat en van de onderneming. Productnaam: Gebruik: Identificatie onderneming: Vervaardiging van prothese kokers. Orfit Industries NV Vosveld 9a B-2110

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT MAR 95 CODEC 876

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT MAR 95 CODEC 876 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 22 juli 2003 (OR. en) 2002/0310 (COD) LEX 450 PE-CONS 3640/1/03 REV 1 MAR 95 CODEC 876 VERORDENING (EG) Nr. /2003 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE

Nadere informatie

Ons kenmerk C210/ Aantal bijlagen

Ons kenmerk C210/ Aantal bijlagen Aan de leden van de commissie Algemeen Bestuur Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 329 9162 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus 9105 6500 HG Nijmegen Datum

Nadere informatie

BEPERKTE VERANTWOORDING gasleidingen, GOS en transport gevaarlijke stoffen.

BEPERKTE VERANTWOORDING gasleidingen, GOS en transport gevaarlijke stoffen. BEPERKTE VERANTWOORDING gasleidingen, GOS en transport gevaarlijke stoffen. Gasleidingen (W-500-01 en W-500-23) De beperkte verantwoording voor beide gasleidingen (W-500-01 en W-500-23) betreft de volgende

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN ZAND BOVEN WATER LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer containers, grondstoffen en andere spullen worden via Rotterdam

Nadere informatie

IPG-advies Toepassing Tweelaags ZOAB op het Nederlandse hoofdwegennet

IPG-advies Toepassing Tweelaags ZOAB op het Nederlandse hoofdwegennet Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq IPG-advies Toepassing Tweelaags ZOAB op het Nederlandse hoofdwegennet Deel 1: Advies DWW-2005-030 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq.......................................................................................

Nadere informatie

1. Bent u ermee bekend dat sinds 6 januari 2007 enkele tientallen dode vogels zijn aangespoeld op de Noord-Hollandse stranden?

1. Bent u ermee bekend dat sinds 6 januari 2007 enkele tientallen dode vogels zijn aangespoeld op de Noord-Hollandse stranden? abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon - Datum 2 februari 2007 Ons kenmerk RWS/SDG/NW2007/112/43233 Onderwerp Aangespoelde vogels Doorkiesnummer

Nadere informatie

1. Identificatie van de stof of het preparaat en van de onderneming. Voor de vervaardiging van spalkmateriaal.

1. Identificatie van de stof of het preparaat en van de onderneming. Voor de vervaardiging van spalkmateriaal. Blad: 1 van 6 1. Identificatie van de stof of het preparaat en van de onderneming. Productnaam: Gebruik: Identificatie onderneming: Telefoonnummer In noodgevallen: +32 (0)3 326 20 26 Voor de vervaardiging

Nadere informatie

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen...

Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen... BIJLAGE F Afleiding biologische doelen voor vrijwel ongestoorde, sterk veranderde en kunstmatige waterlichamen....................................................................... De milieudoelstellingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 154 Besluit van 18 maart 1999, houdende instelling van de Adviescommissie Wet op de jeugdzorg (Besluit Adviescommissie Wet op de jeugdzorg) Wij

Nadere informatie

Collegevoorstel. Zaaknummer: Exploitatie zwembad die Heygrave

Collegevoorstel. Zaaknummer: Exploitatie zwembad die Heygrave Collegevoorstel Inleiding 25 maart 2014 is het voorstel onderzoek sportbedrijf (00383372) in het college behandeld. In het onderzoek is ingegaan op de kosten en opbrengsten van het sportbedrijf voor de

Nadere informatie

Remote sensing in perspectief. Van kenniscyclus naar beleidscyclus. Roeland Allewijn. Rijksinstituut voor Kust en Zee

Remote sensing in perspectief. Van kenniscyclus naar beleidscyclus. Roeland Allewijn. Rijksinstituut voor Kust en Zee Remote sensing in perspectief Van kenniscyclus naar beleidscyclus Roeland Allewijn Rijksinstituut voor Kust en Zee Van jonge onderzoeker naar iets oudere manager De informatie- en kenniscyclus Van RS data

Nadere informatie

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160

Aantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar

Nadere informatie

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B. Canton (PvdD) (d.d. 6 april 2018) Nummer Onderwerp. Binnenvaart

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. B. Canton (PvdD) (d.d. 6 april 2018) Nummer Onderwerp. Binnenvaart van Gedeputeerde Staten op vragen van B. Canton (PvdD) (d.d. 6 april 2018) Nummer 3381 Onderwerp Binnenvaart Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller Bij het overslaan en laten ontsnappen

Nadere informatie

BIJLAGE 1. Toelichting op lijst van bedrijfsactiviteiten

BIJLAGE 1. Toelichting op lijst van bedrijfsactiviteiten BIJLAGE 1 Toelichting op lijst van bedrijfsactiviteiten Toelichting bij de lijst van bedrijfsactiviteiten Algemeen De lijst van bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op de richtafstandenlijsten voor milieubelastende

Nadere informatie

Samenwerkingsovereenkomst afhandeling besmeurde vogels Rijkswaterstaat overeenkomst nummer NZ 2008

Samenwerkingsovereenkomst afhandeling besmeurde vogels Rijkswaterstaat overeenkomst nummer NZ 2008 NZ 2008 Samenwerkingsovereenkomst ten behoeve van regeling opvang van grote aantallen besmeurde vogels op de Nederlandse kust. De ondergetekenden: De Staat der Nederlanden, Ministerie van Verkeer en Waterstaat,

Nadere informatie

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Oog in Al

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Oog in Al RUD Utrecht Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Oog in Al Auteur : J. van Berkel Datum : 4 december 2014 RUD Utrecht Archimedeslaan 6 3584 BA Utrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 572 Besluit van 20 november 1996, houdende wijziging van het Besluit bedragen aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen en het Besluit van

Nadere informatie

Wat is ARIE? Hoe werkt de webapplicatie ARIE aanwijzing? Ga naar www.rivm.nl/arie, u krijgt dan het volgende scherm:

Wat is ARIE? Hoe werkt de webapplicatie ARIE aanwijzing? Ga naar www.rivm.nl/arie, u krijgt dan het volgende scherm: Wat is ARIE? Bedrijven die vallen onder de ARIE-regeling hebben veel gevaarlijke stoffen in huis, maar de effecten van een ongeval met een gevaarlijke stof blijven binnen de poort. Dit betekent dat vooral

Nadere informatie

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017 vraag 1) Wie is de gezagvoerder van een sleep met een gesleept vaartuig? A. de schipper van de sleepboot B. de schipper van het gesleepte vaartuig C. geen van

Nadere informatie

De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide

De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide IP/98/1049 Brussel, 2 december 1998 De Commissie dient een voorstel in voor grenswaarden voor de luchtkwaliteit voor benzeen en koolmonoxide De Europese Commissie heeft een voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

Onderwerp : Upgrade brandweerkazernes Usquert en Uithuizermeeden; Voorbereiding brandweerzorg Eemshaven

Onderwerp : Upgrade brandweerkazernes Usquert en Uithuizermeeden; Voorbereiding brandweerzorg Eemshaven Nummer : 09-04.2014 Onderwerp : Upgrade brandweerkazernes Usquert en Uithuizermeeden; Voorbereiding brandweerzorg Eemshaven Korte inhoud : De brandweerkazernes in Uithuizermeeden en Usquert voldoen al

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje- Nassau, enz. enz. enz. WET van 24 juni 1993, houdende bepalingen inzake de rusttijden van bemanningsleden, de samenstelling van de bemanning en de vaartijden van schepen op binnenwateren WIJ BEATRIX, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Modelberekeningen. 1 Geohydrologische berekeningen

Modelberekeningen. 1 Geohydrologische berekeningen Modelberekeningen 1 Geohydrologische berekeningen 1.1 Inleiding Ter onderbouwing van de beheersmaatregel zijn geohydrologische berekeningen uitgevoerd, waarmee de grondwaterstroming door het scherm kan

Nadere informatie

Advies: de bijgevoegde RIB ter informatie aan de gemeenteraad aan te bieden.

Advies: de bijgevoegde RIB ter informatie aan de gemeenteraad aan te bieden. VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: V. Reintjes Tel nr: 8512 Nummer: 17A.00361 Datum: 3 april 2017 Team: Realisatie en Beheer Tekenstukken: Ja Bijlagen: 1 Afschrift aan:

Nadere informatie

1 Algemene bepalingen

1 Algemene bepalingen MINISTERIËLE BESCHIKKING met algemene werking van de 24ste september 1999 als bedoeld in artikel 3, zevende lid, van de Warenlandsverordening (P.B. 1997, no. 334) ter uitvoering van artikel 14, eerste

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval

SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN. Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval SCHRIFTELIJKE INSTRUCTIES VOLGENS HET ADN Maatregelen in het geval van een ongeval of noodgeval In het geval van een ongeval of noodgeval dat tijdens het vervoer kan voorkomen of optreden, moeten de leden

Nadere informatie

Uitgangspunten depositieberekeningen

Uitgangspunten depositieberekeningen Passende Beoordeling Verruiming Vaarweg Eemshaven Noordzee 3 december 2013 Bijlage E. Uitgangspunten depositieberekeningen 177 van 181 Passende Beoordeling Verruiming Vaarweg Eemshaven Noordzee 3 december

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478. Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2

RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478. Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2 RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 323478 Raadsvergadering van 8 maart 2012 Agendanummer: 10.2 Onderwerp: Achterstanden met betrekking tot de afgifte van gebruiksvergunningen en -meldingen Verantwoordelijk

Nadere informatie

2! FEB. 20Ö. '. drs. G.A.A. Verkerk. R-H. van Ixiyff. Raadsbesluit. Datum Registratie nr. Stuk. 20 december II.

2! FEB. 20Ö. '. drs. G.A.A. Verkerk. R-H. van Ixiyff. Raadsbesluit. Datum Registratie nr. Stuk. 20 december II. Raadsbesluit 2! FEB. 20Ö Datum Registratie nr. Stuk Ondenwerp 20 december 2012 1259968 554 II Basistarieven Hulp bij het Huishouden De raad van de gemeente Delft; Gelezen het voorstel van het college van

Nadere informatie

Inventaris van de gevaren: brandweerhandschoenen

Inventaris van de gevaren: brandweerhandschoenen Inventaris van de gevaren: brandweer 1. Opmerkingen - eigenschappen: Referentienorm: EN 659 Beschermende voor brandweerlieden Mogelijkheid om te hebben met lange of korte manchetten. De stof wordt niet

Nadere informatie

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte Havenbedrijf Amsterdam NV Divisie Havenmeester Postbus 19406 1000 GK Amsterdam Afdeling Beleid Telefoon: 020 523 4500 www.portofamsterdam.com KvK nr.: NL 57398879 Besluit Aanwijzing Operationele Ruimte

Nadere informatie

Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer. Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO

Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer. Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO Bedrijfsbrandweer? Bedrijfsbrandweer = Organisatie van mensen en middelen die tot doel heeft

Nadere informatie

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen

Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 Deel I: Algemeen Rampenplan Gemeente Assen 2007 versie 9 mei 2007 Inleiding Het voorliggende Rampenplan Gemeente Assen 2007 beschrijft de organisatie en werkwijze van de

Nadere informatie

Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Landgoed Ottermeer

Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Landgoed Ottermeer Verantwoording groepsrisico gemeente Roosendaal Bestemmingsplan Landgoed Ottermeer 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Deze verantwoording groepsrisico heeft betrekking op het bestemmingsplan Landgoed Ottermeer.

Nadere informatie

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013.

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013. RAADSVOORSTEL Besluitvormend Aan de Raad Instemmen met reactie provincie op programmabegroting 2013. Agenda nr.6 1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende

Nadere informatie