OPLEIDING VOORSCHAKELTRAJECT WELZIJN BPV WERKBOEK
|
|
- Irena Janssen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 OPLEIDING VOORSCHAKELTRAJECT WELZIJN BPV WERKBOEK 1
2 Inhoudsopgave 1. Algemene Informatie Voorschakeltraject Welzijn Kerntaken BPV Gids Beëindiging BPV Begeleiding door de praktijk Houdingslijst De integrale opdracht Stageopdrachten BPV bezoek De opleiding in schema KERNTAKEN, WERKPROCESSEN EN INDICATOREN... 8 Competenties Bijlagen Jaarplanning Verplichte urenregistratie aanwezigheid op de BPV Beoordeling basishouding BPV Basishouding BPV Formulier vastlegging afspraken ter verbetering van leerproces Formulier voortijdige beëindiging van de BPV Evaluatie BPV Evaluatie door de student Evaluatievragen met betrekking tot praktijkexamen Stageopdrachten Opdracht 1: Wat gebeurt hier? Opdracht 2: Zorg kun je plannen: in het huishouden Opdracht 3: Werkplanning maak je samen Opdracht 4: Cliënten leren kennen Opdracht 5: Waar let je allemaal op? Opdracht 6: Reageren en rapporteren Opdracht 7: De ruimte en de materialen Opdracht 8: Mijn cliënten, iedereen is anders Opdracht 9: Observeren, hoe werkt dat? Opdracht 10: Checklist, deed ik het goed? Opdracht 11: Mijn cliënten, wat vinden ze fijn? Opdracht 12: Stimuleren, hoe doe je dat? Opdracht 13: Laat zien dat je de organisatiecultuur kent Opdracht 14: Laat zien hoe de Arbowet in jouw organisatie werkt BEOORDELINGSLIJSTEN STAGE OPDRACHTEN
3 1. Algemene Informatie 1.1 Voorschakeltraject Welzijn Voorschakeltraject Welzijn niveau 3. Het voorschakeltraject Welzijn niveau 3 is een eenjarige opleiding als voorbereiding op de opleiding maatschappelijke zorg of pedagogisch werk niveau 3. Als deze opleiding afgerond wordt, krijgt de student een niveau 2 HZW diploma. Om in aanmerking te komen voor deze opleiding moet de student een diploma van het vmbo-basis hebben, met een gemiddelde van een 7 of hoger. De student krijgt daarnaast een intakegesprek met een docent en er wordt een toets afgenomen om te kijken of het traject haalbaar is. Mocht gedurende de opleiding blijken dat het toch niet haalbaar is, dan kan er gekeken worden of er een terugstroom naar de tweejarige opleiding Helpende Zorg & Welzijn mogelijk is. Tot de herfstvakantie gaan de studenten 4 of 5 dagen naar school (afhankelijk van het rooster). Deze eerste weken lopen zij nog geen stage. Na de herfstvakantie start voor de studenten de stageperiode. De stagedagen zijn dinsdag en woensdag. De andere dagen gaan de studenten naar school. De stageplaats wordt door school toegewezen. Dit kan zijn bij een gastouder, op een basisschool, in het speciaal onderwijs, op een peuterspeelzaal of op een kinderdagverblijf. 2.1 Kerntaken. In het kwalificatiedossier kunnen de diploma-eisen teruggelezen worden. De diploma-eisen zijn beschreven in kerntaken, werkprocessen en competenties. Het kwalificatiedossier bestaat uit 3 kerntaken: Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. Kerntaak 2: Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren. Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken. De grootte van iedere kerntaak wordt in het KD overzichtelijk gemaakt door de kerntaak in werkprocessen in te delen met de daarbij behorende competenties. Het toetsen van werkprocessen met de competenties vraagt om het meten van gedrag in een beroepssituatie. Vandaar dat wij, als SUMMA College er voor gekozen hebben om ieder werkproces te specificeren in indicatoren. Deze indicatoren geven dus het meest concrete gedrag van een student aan. De student laat zien dat hij dit specifieke onderdeel betreffende het bijbehorende werkproces en competenties beheerst. De concrete indicatoren kun je teruglezen in hoofdstuk B. 3
4 3.1 BPV Gids Naast de student dient ook de werkbegeleider in het bezit dient te zijn van dit BPV werkboek en een BPV gids. In de BPV gids staan de algemene regels en afspraken rondom de stageperiode bij het SUMMA College. Graag willen wij als opleiding de aandacht vestigen op onderstaande punten uit de BPV gids: In geval van ziekte of afwezigheid om andere redenen brengt de student zowel het BPV - bedrijf als de school op de hoogte. Als bij ziekte de periode langer dan 4 weken duurt, aaneengesloten of cumulatief (3 maal in de 4 weken), dient er overleg tussen de praktijkbegeleider, de school en de student plaats te vinden. De student volgt naar beste vermogen de aanwijzingen van de praktijkbegeleider en de begeleider van het Summa College op. De student is verplicht in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid de binnen de praktijk biedende organisatie geldende gegevens, regels, voorschriften en aanwijzingen in acht te nemen. De student is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan de student het vertrouwelijk karakter redelijkerwijs moet begrijpen. Denk hierbij aan het schrijven van verslagen voor je opleiding maar ook aan het invulling geven van je persoonlijke blog, website of webdiensten als Hyves, Facebook of Twitter. Voor BPV instellingen kan het niet professioneel hiermee omgaan een reden zijn om een BPV te beëindigen. 4.1 Beëindiging BPV Een BPV kan voortijdig worden beëindigd. Hiervoor gelden de volgende regels: 1. De BPV kan pas beëindigd worden na overleg met de loopbaanbegeleider. De loopbaanbegeleider moet goedkeuring geven voor de beëindiging. 2. Ook op de praktijkplek moet de BPV formeel beëindigd worden. Hiervoor vindt een gesprek plaats tussen student, loopbaanbegeleider en praktijkbegeleider. 3. In het gesprek met de loopbaanbegeleider worden bindende afspraken gemaakt voor het vervolg van de opleiding en BPV. 4. Eventueel wordt een contract opgesteld waarin deze afspraken worden vastgelegd. 5. Bij onvoldoende ontwikkeling wordt officieel onvoldoende uitgesproken. 5.1 Begeleiding door de praktijk Voor het opleiden van de student tot pedagogisch medewerker is een goede afstemming tussen opleiding en stage-instelling belangrijk. Door middel van informatie over de opbouw en werkwijze van de opleiding willen we de praktijkbegeleider handvatten geven bij de begeleiding van de student/stagiaire. De praktische suggesties voor de praktijkbegeleider staan schuingedrukt. Verderop in de gids, op bladzijde 7 staat de opleiding schematisch weergegeven. 4
5 6.1 Houdingslijst Naast het behalen van kerntaken, werkprocessen en indicatoren vinden wij het van belang dat de student een goede houding laat zien gedurende de stageperiode. Daarom moet de student door de praktijkbegeleider beoordeeld worden op zijn houding. Aan het eind van de stageperiode moet de houding van de student op stage voldoende beoordeeld zijn om zijn of haar studiepunt te krijgen. De houdingslijst kunt u vinden in de bijlage op bladzijde De integrale opdracht De studenten krijgen gedurende het jaar verschillende integrale opdrachten met verschillende thema s. Deze thema s staan in het schema vermeld. In deze integrale opdracht komen de werkprocessen aan bod uit het betreffende blok. Bij het maken van de integrale opdracht zijn de werkprocessen als uitgangspunt genomen. Bijvoorbeeld: schoolweek 8 tot en met 11, plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken. Bij deze opdrachten horen werkprocessen 1.1, 1.2 en 3.3. Deze werkprocessen gaan onder andere over het maken van werkplanningen en het ondersteunen van cliënten. De integrale opdracht en de lessen die in dit blok worden gegeven zijn ondersteunend aan dit thema. Van studenten wordt verwacht dat zij de lesinhoud van de ondersteunende lessen en eventuele informatie van de stageplaats verwerken in de integrale opdracht. We verwachten van de student dat hij/zij de praktijkbegeleider informeert over de inhoud en voortgang van de integrale opdracht. Soms zal de student informatie vragen die nodig is voor de integrale opdracht. De beoordeling vindt op school plaats. Wij verwachten van de student dat hij/zij informatie verzamelt op de stageplaats die ondersteunend kan zijn voor de integrale opdracht. Tijdens de stage begeleidingsgesprekken kan verdieping plaatsvinden van: 1) het thema/ de inhoud van de integrale opdracht en 2) de werkprocessen van deze I.O. Verder kan weergegeven worden hoe dit op de werkvloer zichtbaar is. De integrale opdracht wordt op het einde van een blok afgesloten op school door middel van bijvoorbeeld een presentatie. De student/stagiaire kan gevraagd worden de praktijkbegeleider hierover te informeren. Hierdoor wordt de koppeling tussen school en praktijk versterkt. Na de afsluiting van het blok en de presentatie op school start een nieuw thema/integrale opdracht en dus ook nieuwe werkprocessen. De cyclus zoals hierboven omschreven start opnieuw. Met de student kan worden afgesproken om bij iedere nieuwe integrale opdracht de praktijkbegeleider te informeren over inhoud en voortgang van de opdracht en te vermelden op welke werkprocessen de integrale opdracht betrekking heeft. 5
6 8.1 Stageopdrachten Gedurende de opleiding moet de student aan stageopdrachten werken. Dit zijn kleine opdrachten waardoor de student een beter beeld krijgt van de stageplaats. De student moet om de week één stageopdracht maken en af laten tekenen door de praktijkbegeleider. Aan het eind van het schooljaar levert de student de stageopdrachten en de aftekenlijsten in bij zijn/haar loopbaanbegeleider. De stageopdrachten zijn te vinden vanaf bladzijde BPV bezoek De loopbaanbegeleider (LB-er) komt in de periode van één schooljaar in ieder geval twee keer op BPV bezoek. In beide BPV bezoeken staat in een gesprek de voortgang in het leerproces van de student centraal. Het is de bedoeling dat de werkbegeleider, de LB-er en de student aan het gesprek deelnemen. Aan de hand van de werkprocessen wordt het leerproces van de student in kaart gebracht. Kernpunten tijdens het eerste bezoek: Kan er door de student en de werkbegeleider gewerkt worden met de integrale opdrachten, de stage-opdrachten en de praktijkexamens? Hoe is de start ervaren van de BPV? Hoe staat de student ervoor ten aanzien van de verschillende werkprocessen? Hoe verloopt de begeleiding? Hoe zijn de dag/weekverslagen? Hoe worden de verslagen tijdens de begeleidingsgesprekken gebruikt? Kernpunten tijdens het tweede bezoek: Zijn er nog vragen over de BPV, de integrale opdracht, de stage-opdrachten en de praktijkexamens? Vertelt de student voldoende over hetgeen er op de opleiding plaatsvindt? Hoe staat de student er voor ten aanzien van de verschillende werkprocessen? Staat het leerproces voldoende op de rit om dit leerjaar met een voldoende af te sluiten? Tijdens de BPV bezoeken wordt een verslag gemaakt van het gesprek. Hierin worden de belangrijkste punten van het gesprek vastgelegd, evenals de afspraken, die gemaakt zijn. Van dit verslag wordt een kopie gemaakt of g d naar de werkbegeleider. Mocht het leerproces stagneren dan is het mogelijk dat er vaker contact is tussen de LB-er en de werkbegeleider. Een werkbegeleider kan altijd telefonisch contact opnemen met de LB-er. De praktijkbegeleider krijgt bij de aanvang van de stageperiode de naam van de loopbaanbegeleider, het telefoonnummer en het adres De opleiding is te bereiken op telefoonnummer: Bij calamiteiten kunt u contact opnemen met de loopbaanbegeleider. Mocht, om wat voor reden dan ook, het leerproces stagneren op de BPV plaats, dan wordt het formulier vastlegging afspraken ter verbetering van het leerproces ingevuld. Wanneer de BPV voortijdig worden afgebroken, dan wordt het formulier: voortijdige beëindiging van de BPV ingevuld. Dit gebeurt altijd in aanwezigheid van de LB-er. 6
7 10.1 De opleiding in schema Schema integrale opdrachten voorschakeltraject I.O. SW Naam integrale opdracht Werkprocessen Examen op Lesinhoud school stage I.O Je professionele ontwikkeling (schoolopdracht). 2.1 Ontwikkelingspsychologie, zelfbeeld, presenteren. I.O Ouderavond (schoolopdracht). 1.1, 1.4, 1.5, 2.2, 2.3 Pop en Pap, I.O Plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken (stageopdracht). leren presenteren. 1.1, 1.2, 3.3 Schoonmaken, 5 W vragen. I.O Reageren op emoties bij activiteiten (stageopdracht). 1.1, 1.4, 1.5, 2.1, 2.2, 3.1, 3.2 X Verzorging en ontwikkelingspsychologie. I.O Het begeleiden van de cliënt (stageopdracht). I.O Deskundig en professioneel (schoolopdracht). 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 2.1, 2.2, 3.3 X Visies, begeleiden, opvoeden. 3.1 (Kinder)ziekten. 7
8 2. KERNTAKEN, WERKPROCESSEN EN INDICATOREN Zoals u al in het algemene informatie deel A hebt kunnen lezen zijn de integrale opdrachten gekoppeld aan kerntaken en werkprocessen. Om de werkprocessen te kunnen beoordelen zijn deze onderverdeeld in indicatoren. In de onderstaande paragrafen kunt u deze teruglezen. Het kwalificatiedossier Helpende Zorg en Welzijn bestaat uit 3 kerntaken: Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. Werkprocessen: 1.1: Maakt een werkplanning op basis van zorg- leef- begeleidings- of activiteiten plan. 1.2: Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie. 1.3: Ondersteunt bij persoonlijk zorg/adl. 1.4: Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren. 1.5: Handelt in onvoorziene situaties. Kerntaak 2: Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Werkprocessen: 2.1: Ondersteunt een cliënt/zorgvrager op emotioneel gebied. 2.2: Ondersteunt een cliënt/zorgvrager bij zijn/haar zelfredzaamheid. Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatie- en professie gebonden taken. Werkprocessen: 3.1: Werkt aan de eigen deskundigheidsbevordering en professionalisering. 3.2: Stemt de werkzaamheden af. 3.3: Evalueert de werkzaamheden. 8
9 Competenties A. Beslissen en initiëren. B. Aansturen. C. Begeleiden. D. Aandacht en begrip tonen. E. Samenwerken en overleggen. F. Ethisch en integer handelen. G. Relaties bouwen en netwerken. H. Overtuigen en beïnvloeden. I. Presenteren. J. Formuleren en rapporteren. K. Vakdeskundigheid toepassen. L. Materialen en middelen inzetten. M. Analyseren. N. Onderzoeken. O. Creëren en innoveren. P. Leren. Q. Plannen en organiseren. R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten. S. Kwaliteit leveren. T. Instructies en procedures opvolgen. U. Omgaan met verandering en aanpassen. V. Met druk en tegenslag omgaan. W. Gedrevenheid en ambitie tonen. X. Ondernemend en commercieel handelen. Y. Bedrijfsmatig handelen. 9
10 KERNTAAK 1: BIEDEN VAN ZORG EN ONDERSTEUNING OP BASIS VAN EEN WERKPLANNING. Werkproces 1.1.: maakt een werkplanning op basis van zorg- leef- begeleidings- of activiteiten plan. Competenties: J: Formuleren en rapporteren. Q: Plannen en organiseren. R: Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten. T: Instructies en procedures opvolgen. Indicatoren: Comp 1 Formuleert haar schriftelijke en mondelinge werkplanning scherp en J kernachtig. 2 Stelt prioriteiten in haar werkzaamheden. Q 3 Plant de activiteiten en materialen. Q 4 Richt haar werkplanning op de behoeften, wensen en gewoonten van de R cliënt. 5 Geeft aan wat betrokkenen wel of niet kunnen verwachten van de R werkplanning. 6 Volgt instructies en aanwijzingen op m.b.t. het maken van een T werkplanning. 7 Houdt zich aan het zorg- leef- begeleidings- of activiteitenplan. T 8 Houdt zich aan richtlijnen, standaarden en procedures van de instelling. T Werkproces 1.2: ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie. Competenties: L: Materialen en middelen inzetten. R: Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten. T: Instructies en procedures opvolgen. Indicatoren: Comp 1 Gebruikt de juiste schoonmaakmiddelen, -materialen en methoden L doelmatig en treffend. 2 Gaat zorgvuldig om met de materialen en middelen. L 3 Zorgt ervoor dat materialen en middelen onderhouden zijn. L 4 Gaat na wat de wensen, behoeften en mogelijkheden van de cliënt zijn, R met betrekking tot de ondersteuning van het huidhouden en de leefomgeving. 5 Werkt volgens de werkplanning, instructies, richtlijnen, voorschriften en T visie van de instelling/organisatie. 6 Werkt volgens wettelijke regelgeving, de beroepscode en geldende protocollen T 10
11 Werkproces 1.3: Ondersteunt bij persoonlijke zorg/adl. Competenties: D: Aandacht en begrip tonen. K: Vakdeskundigheid toepassen. R: Op behoeften en verwachtingen van cliënt richten. Indicatoren: Comp 1 Luistert naar de cliënt/zorgvrager. D 2 Toont haar welwillendheid en bezorgdheid. D 3 Is handig, reageert snel en heeft uithoudingsvermogen. K 4 Sluit aan bij de behoeften en verwachtingen van de cliënt/zorgvrager wat betreft de persoonlijke zorg/adl. R Werkproces 1.4: ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren. Competenties: L: Materialen en middelen inzetten. T: Instructies en procedures opvolgen. R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten. Indicatoren: Comp 1 Kiest bij de ondersteuning van de L (sociale) activiteiten en recreatie de juiste materialen. 2 Draagt zorg voor de juiste middelen en materialen. L 3 Werkt conform veiligheidsvoorschriften. T Werkproces 1.5: handelt in onvoorziene situaties. Competenties: J: Formuleren en rapporteren. K: Vakdeskundigheid toepassen. Indicatoren: Comp 1 Overziet in onvoorziene situaties snel de actuele stand van zaken. K 2 Besluit tijdig de leidinggevende te informeren in onvoorziene situaties. K 3 De helpende zorg en welzijn rapporteert tijdig de leidinggevende en/of J collega s over de onvoorziene situatie. 4 Rapporteert nauwkeurig en bondig aan de leidinggevende en/of collega s over de onvoorziene situatie. J 11
12 KERNTAAK 2: ONDERSTEUNEN BIJ HET ZELFSTANDIG FUNCTIONEREN. Werkproces 2.1: ondersteunt een cliënt/zorgvrager op emotioneel gebied. Competenties: D: Aandacht en begrip tonen Indicatoren: Comp 1 Toont oprechte interesse voor de cliënt/zorgvrager. D 2 Luistert naar de cliënt/zorgvrager. D 3 Leeft zich in in de emoties van de cliënt/zorgvrager. D 4 Stelt vragen aan de cliënt/zorgvrager. D Werkproces 2.2: ondersteunt een cliënt/zorgvrager bij de zelfredzaamheid. Competenties: D: Aandacht en begrip tonen. R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten. Indicatoren: Comp 1 Maakt het voor de cliënt makkelijk om eventuele problemen te D overwinnen. 2 Herkent wanneer de cliënt het moeilijk heeft. D 3 Herkent wanneer de cliënt ondersteuning nodig heeft. D 4 Inventariseert de verwachtingen van de cliënt/zorgvrager m.b.t. de zelfredzaamheid. 5 Inventariseert de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt/zorgvrager m.b.t. de zelfredzaamheid. 6 Sluit aan bij de verwachtingen van de cliënt/zorgvrager m.b.t. zelfredzaamheid. 7 Sluit aan bij de mogelijkheden en de beperkingen van de cliënt/zorgvrager m.b.t. de zelfredzaamheid. R R R R 12
13 KERNTAAK 3: UITVOEREN VAN ORGANISATIE- EN PROFESSIE GEBONDEN TAKEN. Werkproces 3.1: werkt aan de eigen deskundigheidsbevordering en professionalisering. Competenties: K: Vakdeskundigheid toepassen. Indicatoren: Comp 1 Houdt vakkennis en vaardigheden bij. K 2 Draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan K collega s en andere deskundigen. 3 Gebruikt feedback om van te leren. K 4 Neemt deel aan inhoudelijke, beroepsmatige discussies. K Werkproces 3.2: stemt de werkzaamheden af. Competenties: E: Samenwerken en overleggen. J: Formuleren en rapporteren. T: Instructies en procedures opvolgen. Indicatoren: Comp 1 Raadpleegt en overlegt met de leidinggevende en collega zorgverleners, E over haar eigen werkzaamheden en die van andere betrokkenen. 2 Geeft proactief informatie aan de leidinggevende en collega E zorgverleners over haar eigen werkzaamheden en die van andere betrokkenen. 3 Zorgt voor een volledige en nauwkeurige rapportage van haar J werkzaamheden. 4 Zorgt voor een vlotte en bondige rapportage van haar werkzaamheden. J 5 Bereidt zich altijd voor op het werk- en teamoverleg. T 6 Leest de verslaglegging van het werk- en teamoverleg. T 7 Komt op tijd op het werk- en teamoverleg. T 13
14 Werkproces 3.3: evalueert de werkzaamheden. Competenties: J: Formuleren en rapporteren. R: Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten. Indicatoren: Comp 1 Formuleert helder en bondig in een evaluatie. J 2 Maakt zijn/haar eigen mening en bevindingen over de zorgverlening duidelijk aan alle betrokkenen. 3 Neemt de zaken die collega s tijdens de mondelinge evaluatie naar voren brengen in overweging. 4 Past de dienstverlening aan, aan de behoeften en verwachtingen van de klant. J R R 14
15 3. Bijlagen 15
16 1. Jaarplanning SCHOOLJAAR Periode 1 SW weeknr aug sept sept sept sept sept/okt okt okt okt okt/nov nov ma di woe do vrij Periode 2 SW weeknr nov nov nov dec dec dec dec dec/jan jan jan jan ma di woe do vrij Periode 3 SW weeknr jan febr febr febr febr mrt mrt mrt mrt mrt/apr apr ma di woe do vrij Periode 4 SW weeknr apr apr apr/mei mei mei mei mei juni juni jun jun jun/jul ma di woe do vrij Schoolvakanties Lesdoorbrekende weken/ toetsweken Praktijkbegeleidersbijeenkomsten schooljaar 2013/ november 2012 vindt de informatiebijeenkomst van het voorschakeltraject plaats voor praktijkbegeleiders Summa Welzijn en Artiest. 16
17 2. Verplichte urenregistratie aanwezigheid op de BPV De student houdt het aantal gewerkte uren zelf bij in het blokje van de juiste maand en dag. Heb je dus op 6 augustus 6½ uur gewerkt dan vul je in dat vakje 6½ in. Zie het voorbeeld in onderstaand schema. Maand en Dag JAN FEB MRT APR MEI JUNI JULI AUG ½ SEP OKT NOV DEC Totaal Werkdagen: aantal uren BPV per werkdag invullen in het juiste vakje. Vakantie = V / Buitengewoon Verlof = O / Ziek = Z / Terugkomdag/lesdag = T Wekelijks door de student in te vullen en aan het einde van de BPV ondertekent de praktijkbegeleider. BPV - Periode: van t/m Aantal totaal gewerkte BPV - uren:... uur Datum:... Naam en plaats BPV - instelling: Naam student:. Naam begeleider:... Studentnummer: (Handtekening student) (Handtekening praktijkbegeleider) 17
18 3. Beoordeling basishouding BPV De student wordt beoordeeld op zijn basishouding gedurende de BPV. Deze basishouding is uitgewerkt in de indicatoren van een aantal competenties. De student moet gaan bewijzen, dat hij de beschreven indicatoren op voldoende wijze beheerst op de werkvloer. Dit is een voorwaarde om door te kunnen gaan naar een volgend leerjaar. De beoordeling basishouding BPV wordt ingevuld door de begeleider op de BPV. Per indicator kan de student gaan scoren. De student kan een 1, 2, 3 of 4 scoren. Concreet betekent dit: 1= Indicator wordt niet/onvoldoende gezien, student weet het niet/kan het niet. 2= Indicator wordt soms gezien, student weet/kan het nog onvoldoende. 3= Indicator wordt regelmatig gezien, student weet/kan voldoende, maar heeft soms nog enige aansturing nodig. 4= Indicator wordt veelvuldig gezien bij de student: student handelt zelfstandig en vanuit eigen initiatief. BEOORDELINGBASISHOUDING COMPETENTIES Evaluatie A Evaluatie B Beoordeling C: Begeleiden: a b c d e Je kunt interesse tonen in de ander. Je kunt overleggen over te stellen doelen en daar duidelijke afspraken over maken. Je kunt de ander ruimte geven om naar eigen inzicht te handelen. Je kunt stimuleren. Je kunt iemand vertrouwen geven. D: Aandacht en begrip tonen: a b c d e Je kunt jezelf presenteren. Je kunt de effecten van je eigen gedrag op anderen inschatten en daar goed mee omgaan. Je kunt oprecht begrip hebben voor de gevoelens van anderen. Je kunt respect tonen voor de persoonlijkheid en mogelijkheid van anderen. Je kunt je verdraagzaam opstellen als iemand een andere mening heeft. E: Samenwerken en overleggen: c a b d e Je houdt je aan afspraken. Je kunt indien nodig hulp aan anderen vragen. Je kunt hulp bieden en meedenken. Je kunt openstaan voor de ideeën van anderen, goed luisteren en de andere ruimte geven om zich uit te spreken. Je kunt goed met feedback omgaan. J: Formuleren en rapporteren: a Je kunt je taalgebruik aanpassen aan de doelgroep. Beoordeling: Voldoende Onvoldoende (omcirkelen wat van toepassing is en bij beoordeling paraferen) Paraaf werkbegeleider Paraaf Student Paraaf LB-er 18
19 4. Basishouding BPV C: BEGELEIDEN a. Je kunt interesse tonen in de ander: interesse tonen in het werk en voor de doelgroep; interesse tonen in de ander. b. Je kunt overleggen over te stellen doelen en daar duidelijke afspraken over maken: houden aan afspraken; het werk zien. c. Je kunt de ander ruimte geven om naar eigen inzicht te handelen: bewust zijn van eigen macht. d. Je kunt stimuleren : initiatief tonen; interesse tonen in de ander; vertrouwen geven. e. Je kunt iemand vertrouwen geven: vertrouwen geven; zorgvuldig omgaan met informatie; eigen emoties en gevoelens hanteren; eigen grenzen bewaken. D: AANDACHT EN BEGRIP TONEN a. Je kunt jezelf presenteren: bewust omgaan met persoonlijke hygiëne; kleding kiezen passend bij de uitoefening van het beroep; vriendelijk en beleefd zijn; taalgebruik aanpassen; bewust zijn van belang van mimiek; bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal. b. Je kunt de effecten van je eigen gedrag op anderen inschatten en daar goed mee omgaan: eigen emoties en gevoelens hanteren; grenzen bewaken; bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal; bewust zijn van het belang van mimiek. c. Je kunt oprecht begrip hebben voor de gevoelens van anderen: interesse tonen in de ander door te luisteren; bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal; bewust zijn van het belang van mimiek. d. Je kunt respect tonen voor de persoonlijkheid en mogelijkheid van anderen: interesse tonen in de ander door te luisteren; bewust zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal; bewust zijn van het belang van mimiek. e. Je kunt je verdraagzaam opstellen als iemand een andere mening heeft: vriendelijk en beleefd zijn; eigen emoties en gevoelens hanteren; flexibel zijn. 19
20 E: SAMENWERKEN EN OVERLEGGEN a. Je houdt je aan afspraken. b. Je kunt indien nodig hulp aan anderen vragen: hulp of ondersteuning durven te vragen; begeleiding accepteren; initiatief tonen; vriendelijk en beleefd zijn; over problemen die je tegenkomt praten. c. Je kunt hulp bieden en meedenken: eigen grenzen bewaken; initiatief tonen; houden aan afspraken; het werk zien. d. Je kunt openstaan voor de ideeën van anderen, goed luisteren en de andere ruimte geven om zich uit te spreken: vriendelijk en beleefd zijn; interesse tonen; eigen emoties en gevoelens hanteren; eigen grenzen bewaken. e. Je kunt goed met feedback omgaan: initiatief tonen; zorgvuldig omgaan met informatie; eigen emoties en gevoelens hanteren; bewust zijn van eigen macht; bewustzijn zijn van verbaal en non-verbaal gedrag en lichaamstaal. J: FORMULEREN EN RAPPORTEREN a. Je kunt je taalgebruik aanpassen aan de doelgroep: vriendelijk en beleefd zijn; bewust zijn van verbaal en non verbaal gedrag; taal aanpassen aan de doelgroep; bewust zijn van het belang van mimiek. 20
21 5. Formulier vastlegging afspraken ter verbetering van leerproces Summa College Welzijn Naam student: Nummer student: Opleiding en differentiatie: BPV - instelling: Praktijkbegeleider: BPV docent / Loopbaanbegeleider: Cursusjaar : De gemaakte afspraken ter verbetering van het leerproces: * * * Toelichting: Deze afspraken zijn bedoeld om de BPV vanaf nu beter te laten verlopen. Leg ook een datum vast om op de gemaakte afspraken terug te komen, om te kijken of de gemaakte afspraken zijn nagekomen of om te zien of er nieuwe afspraken gemaakt moeten worden. Indien de gemaakte afspraken uiteindelijk niet tot het gewenste resultaat leiden, kan het gevolg een (voortijdige) beëindiging van de beroepspraktijkvormingsovereenkomst zijn (BPVO). Aldus overeengekomen op te.. Handtekening praktijkbegeleider:... Handtekening student: Kopieën aan: 1) BPV - docent, 2) praktijkbegeleider, 3) LB-er, 4) de student en eventuele andere betrokkenen. 21
22 6. Formulier voortijdige beëindiging van de BPV Summa College Welzijn Naam student: Nummer student: Opleiding en differentiatie: BPV - instelling: Praktijkbegeleider: BPV docent / Loopbaanbegeleider: Cursusjaar en periode: van.... t/m... Loopbaanbegeleider: Datum van de beëindiging BPV : Reden(en) van de beëindiging BPV : * * * 0 Stopt opleiding* 0 Gaat naar een andere BPV - plaats* * (= kruis aan wat van toepassing is) Plaats:.. Datum:. Handtekeningen: Namens de BPV - organisatie, De loopbaanbegeleider: De student: de praktijkbegeleider:... Inleveren bij het BPV - bureau 22
23 7. Evaluatie BPV Hieronder staan evaluatieformulieren voor de praktijkbegeleider. Het is niet verplicht deze in te vullen, maar wij ontvangen ze graag retour zodat we onze opleiding kunnen verbeteren. Evaluatie door de praktijkbegeleider EVALUATIEONDERWERPEN SCORE MOTIVERING / SUGGESTIE Summa College Eindhoven 1. Over de gehanteerde plaatsings- /sollicitatieprocedure, ben ik 2. Over de voorlichting c.q. verstrekte informatie ben ik 3. Over de wijze waarop de student voorbereid is op de BPV ben ik 4. Over de kwaliteit van de BPVopdrachten ben ik Student 1. Over het inzicht en begrip (kennis/ theorie, feiten/achtergronden) van de student ben ik 2. Over de beroepsvaardigheden van de student in de praktijk ben ik 3. Over de manier waarop de student verantwoordelijkheid draagt voor zijn leerproces ben ik 4. Over de sociale en communicatieve vaardigheden, zelfstandigheid, houding en inzet/motivatie ben ik BPV-begeleider Summa College 1. Over de kwaliteit van de begeleiding door de BPV-begeleider van school ben ik 2. Over het contact van de BPVbegeleider van school met mij als praktijkopleider ben ik 3. Over het aantal van 2 praktijkbezoeken ben ik 4. Over de tijd die ik als praktijkopleider moet besteden aan begeleiding en opleidingsactiviteiten ben ik 5. Over de wijze waarop de praktijkbegeleider reageert op problemen c.q. knelpunten ben ik Zeer tevreden 23 Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden
24 BPV- beoordeling 1. Over de evaluatie en beoordelingsformulieren in het werkboek ben ik 2. Over de wijze waarop de beoordeling uitgevoerd wordt ben ik Eindoordeel 1. Over de student ben ik 2. Over de BPV-begeleider van de opleiding ben ik 3. Over de BPV-organisatie van de school ben ik Overige opmerkingen: 24
25 8. Evaluatie door de student EVALUATIEONDERWERPEN SCORE MOTIVERING / SUGGESTIE Summa College Eindhoven 1. Over de wijze waarop ik door de school geïnformeerd ben over de BPV ben ik 2. Over de wijze waarop de docenten mij binnen de opleiding hebben voorbereid op de BPV ben ik BPV- opdrachten 1. Over de tijd die ik in het leerbedrijf kon besteden aan de BPV opdrachten ben ik 2. Over de begeleiding van mijn leerproces door de praktijkopleider ben ik 3. Over de kwaliteit van de BPVopdrachten van de opleiding ben ik 4. Over de kwaliteit van de BPVopdrachten van het leerbedrijf ben ik Begeleiding 1. Over het aantal overlegmomenten met de praktijkopleider ben ik 2. Over de inhoud van die overlegmomenten met de praktijkopleider ben ik 3. Over het aantal overlegmomenten met de BPV-begeleider van school ben ik 4. Over de inhoud van de overlegmomenten met de BPVbegeleider van school ben ik BPV- beoordeling 1. Over de evaluatie en beoordelingsformulieren van de opleiding ben ik 2. Over de manier waarop de evaluatie en beoordeling, door de praktijkopleider, besproken is met mij ben ik Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden 25
26 Eindoordeel 1. Over het leerbedrijf ben ik 2. Over mijn praktijkopleider ben ik 3. Over mijn BPV-begeleider van school ben ik 4. Over de organisatie van de BPV door mijn school ben ik Overige opmerkingen: 26
27 9. Evaluatievragen met betrekking tot praktijkexamen Waren deze toetsen relevant voor het beroep? Ja / Nee *) Toelichting: Hadden deze toetsen het vereiste niveau? Ja / Nee *) Toelichting: Waren deze toetsen toepasbaar / uitvoerbaar? Ja / Nee *) Toelichting: *) omcirkelen wat van toepassing is 27
28 4. Stageopdrachten 28
29 WERKPROCES 1.1 WERKPLANNING MAKEN. Wat is de Wat leer je door de Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappenplan)? Opdracht 1: Wat gebeurt hier? Loop een dag mee met een pedagogisch medewerker bij een bpv-instelling. Een dagindeling van de helpende kennen. Bij een BPV-instelling (dit kan in het begin van je stageperiode). Voorbereiden: Maak een afspraak bij een instelling of volg gedurende één van de eerste dagen van je stage een collega. Uitvoeren: Loop mee en help waar mogelijk je bij de werkzaamheden. Noteer alle werkzaamheden die je die dag uitvoert. Noteer de tijd die daarvoor nodig is. Verwerken: Maak een dagboek/logboek. Noteer de vragen die je hebt en bespreek deze vragen met de betreffende collega. Noteer/bespreek bijzonderheden. Wat lijkt je makkelijk en moeilijk aan het werk? Heb je contact gezocht/gemaakt met cliënten? Waar word je op beoordeeld? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat? Bewaren: het dagverslag; jouw vragen; het gespreksverslag ; het beoordelingsprotocol. Zie beoordelingsprotocol. Je bpv-begeleider en/of de betreffende collega. Je hebt een beeld gekregen van een dagindeling en de planning die daar bij komt kijken. 29
30 WERKPROCES 1.1 WERKPLANNING MAKEN Opdracht 2: Zorg kun je plannen: in het huishouden. Wat is de Maak een overzicht van allerlei voorkomende werkzaamheden met betrekking tot het huishouden. Wat leer je door de Bewust kijken naar het werk dat gedaan wordt en de logische volgorde van de werkzaamheden leren ontdekken. Waar voer je Op school, in je thuissituatie of tijdens de BPV. de opdracht uit? Hoe voer je de Voorbereiden: opdracht uit Bespreek met je docent of de uitvoering individueel of in een groepje (stappen)? gedaan wordt. Bedenk wie je kan vragen om te helpen bij het maken van het overzicht. Uitvoeren: Achter de opdracht staat een schema van huishoudelijke werkzaamheden, vul dit schema zo compleet mogelijk in. Verwerken: Bewaar je schema en bepreek dit schema met je docent en/of klas. Indien nodig vul je het schema verder aan. Waar word je op beoordeeld? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat? Bewaren: het schema; het beoordelingsprotocol. Zie beoordelingsprotocol. Je docent en/of klasgenoten. Je hebt inzicht gekregen in de voorkomende werkzaamheden in het huishouden. 30
31 SCHEMA HUISHOUDELIJKE WERKZAAMHEDEN OPDRACHT 2 WERKZAAMHEDEN IN DE HUISKAMER DAGELIJKS, WEKELIJKS MAANDELIJKS HOE LANG WANNEER BIJZONDERHEDEN Stof afnemen/ nat afnemen: dagelijks; 20 minuten; vóór het stofzuigen. hangt van de 10 minuten; vóór het dweilen. Let op Planten water geven: planten af; hoeveelheid en hoe vaak per plant Stofzuigen: dagelijks; 20 minuten; als de rest klaar is; van boven naar beneden werken. Enzovoorts (Vul zelf aan..) IN DE SLAAPKAMER IN DE KEUKEN 31
32 WERKPROCES 3.2 WERKZAAMHEDEN AFSTEMMEN Wat is de Wat leer je door de Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Opdracht 3: Werkplanning maak je samen. Je gaat bij het begin van een dienst met je praktijkbegeleider en/of collega een planning maken voor die dag. Je weet wat er van je verwacht wordt en wat je te doen staat. BPV. Voorbereiden: Spreek met je begeleider en eventuele andere collega s een moment af voordat de dienst begint om met elkaar te kunnen overleggen. Spreek ook een moment af na je dienst om te evalueren. Uitvoeren: Neem pen en papier. Bekijk samen met je collega s, welke taken er uitgevoerd moeten worden. Spreek met je collega s af welke taken jij zelfstandig uit gaat voeren en noteer dit voor jezelf. Spreek met je collega s af welke taken zij gaan uitvoeren en noteer ook dit voor jezelf. Noteer bij jouw taken de tijd waarop deze taak uitgevoerd moet worden en hoe laat deze taak klaar moet zijn. Noteer achter de taken die onduidelijk voor jou zijn een vraagteken en vraag bij je praktijkbegeleider en/of collega s nadere uitleg. Het is belangrijk dat je duidelijk weet wat een taak inhoudt. Bespreek met je praktijkbegeleider en/of collega s de laatste dienst. Daarbij stel je jezelf en je collega s de volgende vragen: - Wat ging er goed? - Wat ging er minder goed? - Hoe kan ik een volgende keer taken anders en/of beter doen? Verwerken: Maak een dagrapportage van alle taken die je uitgevoerd hebt. In deze dagrapportage staan de volgende punten: De taken die jij uitgevoerd hebt. Welke taken gingen goed? Welke taken gingen minder goed gingen of kunnen een volgende keer beter? Welke taken zijn voor jou nog niet helemaal duidelijk? Bewaren: de dagrapportage. Waar word je op beoordeeld? Zie beoordelingsprotocol. Wie kan je Je praktijkbegeleider, je collega s, je docent. 32
33 helpen bij de Gewenst resultaat? Je hebt een duidelijk beeld van wat een werkplanning is en je kunt aan de hand van deze werkplanning je taken uitvoeren en deze vervolgens evalueren met collega s. 33
34 WERKPROCES 1.4 ONDERSTEUNEN BIJ (SOCIALE) ACTIVITEITEN EN RECREËREN Opdracht 4: Cliënten leren kennen. Wat is de Observeer vijf kinderen/zorgvragers door te kijken naar wat deze leuk vinden om te doen en wat ze zelf kunnen. Dit rapporteer je in een overzichtelijk schema. Wat leer je door de Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Een manier om kinderen/zorgvragers beter te leren kennen. Je krijgt zicht op wat deze kinderen/zorgvragers leuk vinden om te doen en waar ze geen hulp bij nodig hebben, omdat ze deze handelingen (nog) prima zelf kunnen doen. BPV Voorbereiden: Overleg met je begeleider met welke kinderen/zorgvragers en met hoeveel kinderen/zorgvragers je de opdracht gaat uitvoeren. Er is ruimte voor het verwerken van vijf kinderen/zorgvragers in het onderstaande schema. Je moet zelf het schema aanpassen aan het gekozen aantal kinderen/zorgvragers. Uitvoeren: Observeer de kinderen/zorgvragers en let bij iedere kind/zorgvrager op wat deze graag doet en wat deze zelf kan. Zet in het observatieschema zelf nog vijf onderwerpen waar je graag antwoord op wilt krijgen om zo de kinderen/zorgvragers beter te leren kennen. Daarnaast kun je ook ingevulde onderwerpen vervangen door eigen onderwerpen. Noteer i.v.m. privacy fictieve namen voor de kinderen/zorgvragers. Komt het onderwerp overeen met wat je ziet aan gedrag bij je kind/zorgvrager, zet dan onder die naam achter het onderwerp een X. (Bijvoorbeeld: Kind/zorgvrager 1 lacht veel. Zet onder kind/zorgvrager 1 een X achter het onderwerp lacht veel.) Verwerken: Gebruik het observatieschema dat bij deze opdracht hoort. Vul het observatieschema aan. Vul het observatieschema in. Bespreek je waarnemingen met je collega. Noteer per cliënt wat je is opgevallen en welke informatie over hem of haar nieuw voor je is. Bewaren: Het ingevulde observatieschema. Cliëntenverslag. 34
35 Waar word je op beoordeeld? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat? Zie beoordelingsprotocol. Je BPV-begeleider / de betreffende collega. Nieuwe informatie over de interesses van cliënten ingewonnen. Weten wat cliënten kunnen. 35
36 OPDRACHT 4 OBSERVATIESCHEMA Onderwerp Doet mee aan buitenactiviteiten. Hoort goed. Kan zichzelf verplaatsen. Doet mee aan gezelschapsspellen. Laat zich voorlezen. Leest graag zelf. Doet mee aan knutselactiviteiten. Tekent graag. Maakt graag een praatje. Eet zelf. Helpt met opruimen. Werkt samen met anderen. Vraagt veel. Is op zichzelf. 36
37 WERKPROCES 1.4 ONDERSTEUNEN BIJ (SOCIALE) ACTIVITEITEN EN RECREËREN Opdracht 5: Waar let je allemaal op? Wat is de Wat leer je door de Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Je interviewt en observeert een collega die een activiteit doet met een aantal kinderen/zorgvragers. Vervolgens maak je een takenlijst voor jezelf waarin staat waarbij jij zou kunnen assisteren wanneer je bij deze activiteit geholpen zou hebben. Waar je allemaal aan moet denken als je als helpende gaat assisteren bij een activiteit. Je krijgt een voorbeeld over hoe je de kinderen/zorgvragers kunt benaderen en ondersteunen bij een activiteit. Hierdoor leer je hoe je zelf kunt handelen wanneer jij ondersteuning gaat geven bij een activiteit. Op de BPV-plek. Voorbereiden: Vertel een collega of BPV-begeleider dat je graag wilt kijken hoe het voorbereiden, uitvoeren en afronden van een activiteit verloopt, zodat je weet waar je allemaal op moet letten wanneer je als helpende assisteert bij een activiteit. Spreek af wanneer je dit gaat doen. Bespreek met de betreffende collega de opdracht. Uitvoeren: Interview je collega vooraf om meer te weten te komen over het soort activiteit en waarom ze deze activiteit doet: noteer de antwoorden. Observeer vervolgens je collega of BPV-begeleider wanneer deze een activiteit voorbereidt en uitvoert. Noteer je waarnemingen aan de hand van de onderstaande observatievragen. Tot slot maak je voor jezelf een takenlijst. Op deze takenlijst staan allerlei taken die jij tijdens het assisteren van je collega kunt uitvoeren. Bespreek na het invullen van je takenlijst deze lijst met je collega / BPV-begeleider en controleer samen of de lijst compleet is. Ontbrekende taken vul je dan alsnog aan. Interviewvragen: Voor wie is de activiteit? Hoeveel kinderen/zorgvragers doen mee? Wat voor een activiteit is het precies? Hoe kom je aan het idee voor deze activiteit? Heb je een budget voor deze activiteit? Waarom kies je voor deze activiteit? Wat wil je bereiken met deze activiteit? 37
38 Observatievragen: Waar let je op? 1. Hoe bereidt je collega haar activiteit voor? a. Wat heeft ze allemaal nodig om de activiteit te kunnen doen? b. Waar haalt ze de middelen en materialen vandaan? c. Treft ze nog speciale maatregelen rondom veiligheid? Zo ja welke? 2. Wat doet en zegt je collega tijdens de activiteit? a. Hoe start ze de activiteit? b. Hoe motiveert ze de kinderen/zorgvragers om mee te doen? c. Hoe helpt ze de kinderen/zorgvragers bij dingen die ze zelf niet goed kunnen? d. Hoe gaat ze om met moeilijk / afwijkend gedrag van kinderen/zorgvragers? e. Hoe reageren de kinderen/zorgvragers op de begeleiding? 3. Hoe verloopt de afronding en het opruimen? a. Hoe rondt ze de activiteit af? b. Wat wordt er gedaan om ervoor te zorgen dat alles weer netjes op zijn plaats terecht komt en schoon achterblijft? Takenlijst : assisteren bij een activiteit. Wat wordt er van een helpende zorg en welzijn bij het assisteren van een activiteit verwacht? * * * * * * * * * Verwerken: Antwoorden interview in een verslag verwerken. 38
39 Je waarnemingen verwerken in een verslag. Invullen van de takenlijst. Bewaren: interview/verslag; observatieverslag; ongevulde takenlijst. Waar word je op beoordeeld? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat? Zie beoordelingsprotocol. Je BPV-begeleider / de betreffende collega. Je weet waar je allemaal op moet letten bij het assisteren bij een activiteit. 39
40 WERKPROCES 1.5 HANDELEN IN ONVOORZIENE SITUATIES Opdracht 6: Reageren en rapporteren. Wat is de Wat leer je door de Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Onderzoek hoe de BPV-plek vindt dat je moet reageren in onvoorziene situaties en aan wie, je wat moet rapporteren. Je kent de regels, voorschriften en aanwijzingen die de BPV-instelling hanteert om te kunnen reageren in onvoorziene situaties en weet bij wie wat gerapporteerd moet worden. BPV. Voorbereiden: Maak een afspraak met je BPV-begeleider en bespreek hoe je deze opdracht het beste kunt aanpakken. Uitvoeren: Tijdens het uitoefenen van je werk kun je plotseling in een onvoorziene situatie terecht komen en dan is het belangrijk dat je weet wat er van je verwacht wordt, zodat je juist kunt handelen. Bespreek met je begeleider: - wat er van jou als helpende verwacht wordt wanneer de onderstaande onvoorziene situaties optreden; - aan wie je wat moet rapporteren (doorgeven). Situatie 1 - Wat moet ik als helpende doen wanneer het brandalarm afgaat? - Aan wie rapporteer ik dit? - Wat rapporteer / vertel ik dan? Situatie 2 - Wat moet ik als helpende doen wanneer er een cliënt valt? - Aan wie rapporteer ik dit? - Wat rapporteer / vertel ik dan? Situatie 3 - Wat moet ik als helpende doen wanneer er ruzie tussen twee cliënten is? - Aan wie rapporteer ik dit? - Wat rapporteer / vertel ik dan? Situatie 4 - Wat moet ik als helpende doen wanneer een cliënt plotseling niet goed wordt( flauwvallen, braken, hevige pijn e.d.)? - Aan wie rapporteer ik dit? - Wat rapporteer / vertel ik dan? Situatie 5 40
41 - Wat moet ik als helpende doen wanneer de stemming / het gedrag van mijn cliënt plotseling anders is dan anders? - Aan wie rapporteer ik dit? - Wat rapporteer / vertel ik dan? Verwerken Individueel verslag. Waar word je op beoordeeld? Wie kan je helpen bij de Gewenst Resultaat? Per situatie noteer je: - wat je doet; - aan wie je dit moet rapporteren; - wat je precies moet vertellen aan deze persoon. Bewaren: Individueel verslag. Zie beoordelingsprotocol. BPV-begeleider of collega. Je weet hoe jij je in bepaalde onvoorziene situaties moet gedragen. Je weet bij wie je de onvoorziene situatie moet rapporteren en welke informatie je moet geven. 41
42 WERKPROCES 1.4 ONDERSTEUNEN BIJ (SOCIALE) ACTIVITEITEN EN RECREËREN Opdracht 7: De ruimte en de materialen. Wat is de Wat leer je door de Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Richt een ruimte zo in dat je alle cliënten kunt zien en de cliënten samen gebruik kunnen maken van de benodigde materialen. Je ruimte overzichtelijk indelen zodat je al je cliënten kunt zien en functioneel om kunt gaan met de materialen. Op de BPV-plek. Voorbereiden: Bespreek met je BPV-begeleider hoe je de opdracht het beste kunt aanpakken. Overleg bij welke activiteit jij volgens de opdracht een aantal voorbereidingen treft. Uitvoeren: Bespreek met je collega s / BPV-begeleider hoe de ruimte bij de afgesproken activiteit het beste ingericht kan worden, waar de materialen komen te liggen en wie waar staat/zit. Maak een plattegrond van de ruimte waar de activiteit plaatsvindt en teken duidelijk met grijs hoe je de tafels en stoelen neerzet. (houd rekening met het aantal cliënten dat deelneemt aan de activiteit). Teken met rood de cliënten op je plattegrond, zodat je laat zien hoeveel cliënten er zijn en waar ze precies zitten of staan. Teken ook jezelf en collega( s) met groen, zodat je laat zien waar jullie gaan staan. Maak een materialenlijst van de benodigde materialen en nummer de verschillende soorten materialen. Voorbeeld materialenlijst : a. scharen; b. lijm. 1. Geef bij elk materiaal aan hoeveel je van alles nodig hebt door het aantal tussen haakjes achter de materiaalsoort te zetten. Voorbeeld materialenlijst : scharen (6 x); lijm (6x).. Waar ligt wat? Laat zien hoe je je materiaal verdeelt door op je plattegrond de nummers van het materiaal te zetten op de plek waar je het materiaal neer zal leggen. Bijvoorbeeld (1): scharen (6x). Ik heb 6x een (1) op mijn plattegrond gezet, omdat ik 6 scharen heb en (1) is het nummer dat aangeeft dat het om scharen gaat (zie nummers materialenlijst). 42
43 Noteer op een apart vel waarom je voor deze opstelling gekozen hebt en waarom de cliënten zo zitten als ze zitten(verantwoording keuze). Laat tot slot je plattegrond, je materialenlijst en je verantwoording aan je collega / BPV-begeleider zien. Noteer alle op- en aanmerkingen die je krijgt op het vel waar je de verantwoording hebt genoteerd (zie voorbeeld). Verwerken: Teken de plattegrond volgens de richtlijnen. Maak een materialenlijst en geef de aantallen van elk soort duidelijk weer. Verwerk je verantwoording voor de gemaakte keuzes in een verslag. Verwerk de op- en aanmerkingen van je begeleider in je plattegrond/materialenlijst en verantwoording. Bewaren: Aangepaste plattegrond. Aangepaste materialenlijst. Waar word je op beoordeeld? Wie kan je helpen bij de Gewenst resultaat? Zie beoordelingsprotocol. Je BPV-begeleider / de betreffende collega. Je hebt een overzichtelijk plattegrond met een complete materialenlijst gemaakt 43
44 WERKPROCES 2.1 ONDERSTEUNT EEN CLIËNT/ZORGVRAGER OP EMOTIONEEL GEBIED Wat is de Wat leer je door de Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Opdracht 8: Mijn cliënten, iedereen is anders. Persoonlijk contact maken met het kind/de zorgvrager of een familielid door een interview af te nemen over het leven van de het kind/de zorgvrager. De gekregen informatie dien je met respect te behandelen, zodat de privacy en het vertrouwen van de het kind/de zorgvrager / familielid niet geschonden wordt. Contact maken; vragen stellen; inspelen op sfeer en emoties; informatie zorgvuldig en integer verwerken. Op school. Voorbereiden: Bespreek met je BPV-begeleider welke kinderen/ zorgvragers je nog niet zo goed kent en of het mogelijk is om hen of een familielid te interviewen. Maak op school interviewvragen, zodat je door de antwoorden meer te weten komt over de eigenheid van de kinderen/ zorgvragers. Mogelijke gespreksonderwerpen worden aangegeven om je op weg te helpen. Kom je niet op gang, vraag dan hulp bij je docent of aan klasgenoten. De ene doelgroep is niet de andere, waardoor het belangrijk is om je eerst te verdiepen in welke woorden je cliënten begrijpen. Kan je cliënt niet praten of zichzelf niet uiten, dan leg je je vragen voor aan een familielid/voogd of betrokken verzorger. Uitvoeren: Neem (na overleg met je BPV-begeleider en na goedkeuring van het kind/de zorgvrager of wettelijk vertegenwoordiger) minimaal twee interviews bij verschillende personen af. Lees van te voren de evaluatievragen door, zodat je weet waar je op moet letten tijdens het afnemen van het interview. Mogelijke gespreksonderwerpen zijn: - milieu waaruit het kind/de zorgvrager komt; - gezinssamenstelling van het kind/de zorgvrager; - opvoeding, waarden en normen; - werk en opleiding van het kind/de zorgvrager zelf of van de opvoeders; - nationaliteit van het kind/de zorgvrager of zijn opvoeders; - gezondheid; - interesses en hobby s; - sociale contacten; - talenten; - karakter; - godsdienst of religie. 44
OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG
OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1 BOL SCHOOLJAAR 2015-2016 Summacollege Cluster Welzijn, Cultuur & Onderwijs
Nadere informatieOPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd
OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van activiteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten Niveau
Nadere informatieOPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Startbekwaam
OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Uitvoeren van groepsactiviteiten met zorgvragers (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg & thuiszorg) Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten
Nadere informatieOPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT
OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Startbekwaam Toets beroepstaak B Helpende startbekwaam Thuiszorg 08-2011 Beroepsopdracht
Nadere informatieOPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT
OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Helpen waar het nodig is! (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Beginner Toets beroepstaak B beginner Helpende Thuiszorg
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk
VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk 2010-2013 volgens het kwalificatiedossier Jeugdzorg 2011. 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak
Nadere informatieBeroepstaak C Helpende Startbekwaam niveau
Beroepsopdracht Beroepstaak C Helpende Startbekwaam niveau Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak C heeft 2 niveaus! Uitvoeren
Nadere informatieOPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT
OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Dat we er maar weer netjes bijzitten.! ( Verpleeg- en verzorgingshuiszorg) Beroepstaak A Helpen bij huishouding, wonen en recreëren. Niveau Startbekwaam
Nadere informatieOPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT
OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT Zien waar hulp nodig is! (Thuiszorg) Beroepstaak B Helpen bij de persoonlijke zorg/ ADL Niveau Toets beroepstaak B Helpende gevorderd Thuiszorg
Nadere informatieToelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg
Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar
Nadere informatieKerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning
Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Werkproces 1.1: Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan De helpende zorg en welzijn
Nadere informatieT: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering
VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent BOL leerjaar 2 in 2011-2012 Verdiepingsfase OAS praktijk 2011-2013 volgens het Kwalificatiedossier 2010. naam: klas: Loopbaanbegeleider: 1= startniveau 2=aardig
Nadere informatieOPLEIDING MEDEWERKER MAATSCHAPPELIJKE ZORG BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1 BOL SCHOOLJAAR 2013-2014. SUMMA Welzijn Willem de Rijkelaan 3 5616 EA Eindhoven
OPLEIDING MEDEWERKER MAATSCHAPPELIJKE ZORG BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1 BOL SCHOOLJAAR 2013-2014 SUMMA Welzijn Willem de Rijkelaan 3 5616 EA Eindhoven mail: bpv-wa-mz@summacollege.nl INHOUDSOPGAVE: A. ALGEMENE
Nadere informatieToelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg
Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Het werken aan en en de relatie daarvan met de voortgangsrapportage Gedurende de verdiepingsfase
Nadere informatieKerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit
werkplanning Werkproces 1.5 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten STER opdracht: helpen bij een creatieve activiteit Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je te maken met het helpen bij creatieve activiteiten.
Nadere informatieSumma College Welzijn OPLEIDING PEDAGOGISCH WERKER NIVEAU 3 BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1 2 3
OPLEIDING PEDAGOGISCH WERKER NIVEAU 3 BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1 2 3 1 Inhoudsopgave 1. Opleiding pedagogisch werk (PW) niveau 3... 3 2. Kerntaken en werkprocessen.... 4 3. Indicatoren per werkproces van
Nadere informatieALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)
ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL) VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS Datum: AUG 2015 Crebo 95 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten dat de student
Nadere informatieOPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT
OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT Huishoudelijke zorg op maat. (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg) Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Startbekwaam Toets BT A STB Zorghulp V en V 02-2012
Nadere informatieAls je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl.
STER opdracht ADL Als je in zorg of welzijn werkt, krijg je veel te maken met zorgvragers die ondersteunt moeten worden in hun persoonlijke verzorging/adl. In de eerste 10 weken van je opleiding heb je
Nadere informatieOPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT
OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT Zien waar hulp nodig is! (Verpleeg- en verzorgingshuiszorg) Beroepstaak B Hulp bij dagelijkse bezigheden Niveau Startbekwaam Toets Beroepstaak B startbekwaam Zorghulp
Nadere informatieBeoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten
Nadere informatieOPLEIDING PEDAGOGISCH WERKER NIVEAU 4 BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1, 2, 3 EN 4
OPLEIDING PEDAGOGISCH WERKER NIVEAU 4 BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1, 2, 3 EN 4 INHOUDSOPGAVE A. ALGEMENE INFORMATIE - PEDAGOGISCH WERKER niveau 4 Kinderopvang - PEDAGOGISCH WERKER niveau 4 Kinderopvang KOPKLAS
Nadere informatiegestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.
VOORTGANGSRAPPORTAGE Praktijk PW 4 Jeugdzorg 2009-2011 naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje onderweg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent (93500) BOL Verdiepingsfase OAS volgens het Kwalificatiedossier 2013.
VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent (93500) BOL 2015-2017 Verdiepingsfase OAS volgens het Kwalificatiedossier 2013. 1= startniveau 2=aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar NB: Als er lln.
Nadere informatieDOMEIN ZORG, WELZIJN, SPORT & BEWEGEN EN VEILIGHEID
DOMEIN ZORG, WELZIJN, SPORT & BEWEGEN EN VEILIGHEID Onderwijseenheid en KSB-niveau Kerntaken 1,2 en 3 Werkprocessen 1.1, 1.5,2.1,2.2, 3.2,3.3 Niveau 2 Crebo 92640 Praktijkexamen Helpende Zorg en Welzijn
Nadere informatieBeroepsopdracht Beroepstaak C Helpende Gevorderd niveau
Beroepsopdracht Beroepstaak C Helpende Gevorderd niveau Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak C heeft 2 niveaus! Uitvoeren
Nadere informatieOPLEIDING PEDAGOGISCH WERKER NIVEAU 3 BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1, 2, 3
OPLEIDING PEDAGOGISCH WERKER NIVEAU 3 BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1, 2, 3 INHOUDSOPGAVE: A. ALGEMENE INFORMATIE PEDAGOGISCH WERKER: niveau 3 B. KERNTAKEN, WERKPROCESSEN EN INDICATOREN C. JAARPLANNING D. URENREGISTRATIE
Nadere informatieALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT KD 2012
ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT VOOR STUDENTEN EN BEOORDELAARS KD 2012 Albeda College Branche Gezondheidszorg Kwalificatieniveau 3 Crebo:95530 Versie 1.0 KD 2012 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak
Nadere informatieBeoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:
Nadere informatieOVERZICHT OPLEIDING HELPENDE ZORG & WELZIJN
1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke
Nadere informatieVoorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning
Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor de opleiding Helpende Zorg & Welzijn, niveau 2, voor de kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Deze proeve sluit
Nadere informatieSumma Welzijn Willem de Rijkelaan 3 5616 EA Eindhoven 040 269 5300 / 040 269 5600.
OPLEIDING: PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG BPV WERKBOEK, LEERJAAR 3 BBL SCHOOLJAAR 2013-2014 Summa Welzijn Willem de Rijkelaan 3 5616 EA Eindhoven 040 269 5300 / 040 269 5600. INHOUDSOPGAVE:
Nadere informatieOPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG
OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1 BBL SCHOOLJAAR 2012-2013 Summa Welzijn Willem de Rijkelaan 3 5616 EA Eindhoven 040 269 5300 / 040 269 5600 INHOUDSOPGAVE: A.
Nadere informatieBPV-BOEK, LEERJAAR 2 BOL SCHOOLJAAR 2014-2015
OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG BPV-BOEK, LEERJAAR 2 BOL SCHOOLJAAR 2014-2015 SUMMA Welzijn Willem de Rijkelaan 3 5616 EA Eindhoven 040-2695300 INHOUDSOPGAVE: A. ALGEMENE INFORMATIE
Nadere informatieOPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd
OPLEIDING ZORGHULP TOETS BEROEPSOPDRACHT Huishoudelijke zorg op maat. (Thuiszorg) Beroepstaak A Hulp bij huishouden en wonen. Niveau Gevorderd Toets BT A gevorderd Zorghulp Thz 08-2011 Albeda College Branche
Nadere informatieHandleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg
Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Werkproces VZ-IG 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op De verzorgende-ig verzamelt gegevens om de
Nadere informatieBeroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven
l Beroepsopdracht 3: Zorg voor de veiligheid en voorlichting geven Pagina 1 van16 Werkprocessen en competenties gericht op het verpleegplan 1.1 Stelt verpleegkundige diagnose en stelt het verpleegplan
Nadere informatieBeroepsopdracht 2: werken volgens plan / Zorghulp /september
1 Beroepsopdracht 2: werken volgens plan / Zorghulp /september 2012 1 Zorghulp Inhoudsopgave Verantwoording... 2 Inleiding... 3 Opdracht 1... 4 Opdracht 2... 7 Opdracht 3... 10 Resultaatoverzicht... 11
Nadere informatieHandleiding Proeve van Bekwaamheid voor de deelnemer. Dossiers VMBO
Handleiding Proeve van Bekwaamheid voor de deelnemer Dossiers VMBO Inhoudsopgave Inleiding... 3 Informatie Proeve... 4 Kerntaak, werkprocessen, competenties en beoordelingscriteria... 4 De beoordeling
Nadere informatieDE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels
DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN Illustraties: Corien Bögels 1 De Zes-stappenmethode Zelf werken aan je werkprocessen In het eerste leerjaar krijg je vaker voorbereidende opdrachten
Nadere informatieBPV-BOEK, LEERJAAR 2 BOL SCHOOLJAAR 2015-2016
OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG BPV-BOEK, LEERJAAR 2 BOL SCHOOLJAAR 2015-2016 SUMMA Welzijn Willem de Rijkelaan 3 5616 EA Eindhoven 040-2695300 INHOUDSOPGAVE: A. ALGEMENE INFORMATIE
Nadere informatieEen verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.
Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Coachend begeleiden en sociaal activeren Cursus Gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg,
Nadere informatieModel Praktijkbeoordelaar
Model Praktijkbeoordelaar De praktijkbeoordelaar beoordeelt de deelnemer in een afnamelocatie. In de rol van praktijkbeoordelaar, beoordeelt hij 1 of de deelnemer het vereiste niveau van kennis, vaardigheden,
Nadere informatieSpelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen
Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Titel: Soort: Werksituatie: Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen Cursus PW peuterspeelzaal, kinderdagverblijf BSO 4 t/m 8 jaar
Nadere informatieDit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:
Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: E-mail: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Naam studieloopbaanbegeleider:
Nadere informatie2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*
Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart
Nadere informatieMETHODE ZELF WERKEN AAN JE BPV- OPDRACHTEN
METHODE ZELF WERKEN AAN JE BPV- OPDRACHTEN 1 Zelf werken aan je bpv-opdrachten Met deze methode kun je werken aan je leerproces door zelfstandig (en indien nodig met hulp) bpv-opdrachten uit te voeren.
Nadere informatieBeroepsopdracht Beroepstaak B Startbekwaam
Beroepsopdracht Beroepstaak B Startbekwaam Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak B heeft 2 niveaus! En dan wordt het gezellig.!
Nadere informatieProeve van Bekwaamheid. kerntaak 2. Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep
Proeve van Bekwaamheid kerntaak 2 Uitvoeren van taken ten behoeve van het jongerenwerk, de organisatie en het beroep ROC van Amsterdam,augustus 2007 Voorwoord Voor u ligt een proeve van bekwaamheid voor
Nadere informatieBPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.
BPV werkboek Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: 25262 Naam student: BPV-werkboek 25262/versie sept. 16 1 Inhoudsopgave 1 Algemeen...3 1.1 Begin en
Nadere informatieNaam Student. Werkboek BPV Sociaal-Cultureel Werk. Naam BPV-instelling. Leerjaar 3 BOL/Bol18+ en BBL Opleiding Sociaal-Cultureel Werk 2014-2015
Werkboek BPV Sociaal-Cultureel Werk Naam Student Naam BPV-instelling Leerjaar 3 BOL/Bol18+ en BBL Opleiding Sociaal-Cultureel Werk 2014-2015 Werkboek SCW leerjaar 3 BOL/BOL18+ BBL 2014-2015 BPV Werkboek
Nadere informatieOndersteunen bij Huishouden en wonen
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij Huishouden en wonen Crebonummer: 92640 Opleiding Helpende Zorg en Welzijn Kwalificatieniveau 2 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave
Nadere informatieBPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent
BPV-praktijkboek Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent Crebocode 90440, dossier 2013-2014 Bedrijfsnaam :. Naam Student : Cohort :.. Wat is een BPV werkboek Dit BPV werkboek maakt onderdeel uit van de Opleiding
Nadere informatieOPLEIDING PEDAGOGISCH WERKER NIVEAU 4 BPV GIDS, LEERJAAR 1, 2, 3, 4 EN KOPKLAS
OPLEIDING PEDAGOGISCH WERKER NIVEAU 4 BPV GIDS, LEERJAAR 1, 2, 3, 4 EN KOPKLAS INHOUDSOPGAVE: A. ALGEMENE INFORMATIE PEDAGOGISCH WERKER niveau 4 Kinderopvang B. KERNTAKEN, WERKPROCESSEN EN INDICATOREN
Nadere informatieStudiewijzer leerjaar Combi GHZ/ VZ-IG
Inhoud Jaarplanning... 1 Deel A... 1 Inleiding...1 Voorbereiding op de BPV...2 BPV opdrachten...4 Criteria...5 Beoordeling...6 BEOORDELING BASISHOUDING...7 Deel B... 10 Examenopdracht:... 10 Een dag uit
Nadere informatieDeelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 3
PVB 3.3 Organiseren van activiteiten Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 3 Inleiding Om het door Stichting NSA en NOC*NS erkende diploma Leider Sportieve Recreatie niveau 3 te behalen,
Nadere informatieOPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN
OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN BPV WERKBOEK, LEERJAAR 3 BOL EN BOL18+ SCHOOLJAAR Willem de Rijkelaan 3 5616 EA Eindhoven INHOUDSOPGAVE: Summa welzijn A. ALGEMENE INFORMATIE KWALIFICATIEDOSSIER
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011
VOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011 K1: Pedagogisch werker = 3; de gewoon getypte onderdelen behoren bij de kwalificatie van niveau 3 en van niveau 4. K2: Gespecialiseerd
Nadere informatieWerkboek BPV Sociaal Cultureel Werk
Werkboek BPV Sociaal Cultureel Werk 1 Naam student Naam BPV-instelling Leerjaar 2 BOL, BOL18+ en BBL Opleiding Sociaal-Cultureel Werk Cohort 2013 2014-2015 2 BPV-Werkboek Sociaal Cultureel Werk Leerjaar
Nadere informatieBeroepsopdracht Beroepstaak B Helpende Beginner niveau
Beroepsopdracht Beroepstaak B Helpende Beginner niveau Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak B heeft 3 niveaus! Helpen waar
Nadere informatieStudiewijzer leerjaar VZ-IG profiel GHZ
Inhoud Jaarplanning... 1 Deel A... 1 Inleiding...1 Voorbereiding op de BPV...2 BPV opdrachten...4 Criteria...5 Beoordeling...6 BEOORDELING BASISHOUDING...7 Deel B... 10 Examenopdracht:... 10 Een dag uit
Nadere informatieOPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN
OPLEIDING PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN BPV WERKBOEK, LEERJAAR 1 BBL SCHOOLJAAR SUMMA Welzijn Willem de Rijkelaan 3 5616 EA Eindhoven INHOUDSOPGAVE: A. ALGEMENE INFORMATIE KWALIFICATIEDOSSIER
Nadere informatieCommuniceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang
Specificaties Onderwijsassistent Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Communiceren met de doelgroep voor OA en PW Kinderopvang Training Kinderdagverblijf, BSO of basisschool Demonstratie Niveau: 4
Nadere informatieBeroepsopdracht Beroepstaak B Gevorderd niveau
Beroepsopdracht Beroepstaak B Gevorderd niveau Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. NB. Beroepstaak B heeft 2 niveaus! Helpen waar het
Nadere informatieBPV Begeleidingsmap Groenhorst Almere Cursusjaar 2015-2016
BPV Begeleidingsmap Groenhorst Almere Cursusjaar 2015-2016 Naam deelnemer Naam opleiding BPV bedrijf : : : Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Checklist te gebruiken bij start- en eind BPV-periode 4 1.2 Omvang
Nadere informatieWelzijn. Werkboek BPV Sociaal Cultureel Werk. Naam student. Naam BPV-instelling
1 Naam student Naam BPV-instelling Welzijn Leerjaar 2 BOL, BOL18+ en BBL Opleiding Sociaal-Cultureel Werk Cohort 2012 2013-2014 Werkboek BPV Sociaal Cultureel Werk 2 BPV-Werkboek Sociaal Cultureel Werk
Nadere informatieModel Praktijkbeoordelaar
Model Praktijkbeoordelaar De praktijkbeoordelaar beoordeelt de deelnemer in een afnamelocatie. In de rol van praktijkbeoordelaar, beoordeelt hij 1 of de deelnemer het vereiste niveau van kennis, vaardigheden,
Nadere informatieALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT. voor. Studenten en Beoordelaars
ALGEMENE INSTRUCTIE TOETS BEROEPSOPDRACHT voor Studenten en Beoordelaars KD 2012 Albeda College Branche Gezondheidszorg 2 ALGEMENE INLEIDING Elke beroepstaak bestaat uit een aantal beroepsopdrachten die
Nadere informatieHandleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer. Dossiers VMBO
Handleiding BPV-beoordeling voor de deelnemer Dossiers VMBO Inhoudsopgave Inleiding... 3 Informatie BPV-beoordeling... 4 Kerntaak, werkprocessen, competenties, beoordelingscriteria en Arbo-regels... 4
Nadere informatie3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep 3.6 Evalueert de geboden ondersteuning
Specificaties Medewerker Maatschappelijke zorg Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Onderzoeksvaardigheden Training In elk werkgebied kan onderzoek plaatsvinden. Voorbeelden: onderzoek naar het welzijn
Nadere informatieSTER opdracht huishoudkunde
STER opdracht huishoudkunde Als je in zorg of welzijn werkt, zul je veel te maken krijgen met zorgvragers die ondersteund moeten worden in het huishouden. In de eerste 10 weken van je opleiding ben je
Nadere informatieINtheMC. Niveau (NQF) Startdatum: Einddatum: 2 3 4. Aanvinken v=voldoende a = aanpassen 2=2e gelegenheid
Over internationalisering en I-BPV; student opdrachten INtheMC Opdracht/titel: 7 Werken in het buitenland De taal Naam student: Niveau (NQF) Startdatum: Einddatum: 2 3 4 Beoordeling: Aanvinken Inleverdatum
Nadere informatieToelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg
Naam: Klas: Loopbaanbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Het werken aan en en de relatie daarvan met de voortgangsrapportage Gedurende de verdiepingsfase
Nadere informatieVOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk BOL Leerjaar 3 Praktijk 2010-2012
VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk BOL Leerjaar 3 Praktijk 2010-2012 volgens het kwalificatiedossier Kinderopvang 2009. naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend
Nadere informatieBeroepsopdracht Beroepstaak A zorghulp startbekwaam niveau
Beroepsopdracht Beroepstaak A zorghulp startbekwaam niveau Toelichting: Deze beroepsopdracht is om te leren, vraag feedback met behulp van het feedbackformulier. Huishoudelijke zorg op maat! (Thuiszorg)
Nadere informatieGehandicaptenzorg, woonbegeleiding, activiteitenbegeleiding, zorgcoördinatie.
Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Kwaliteitszorg voor MZ Cursus Gehandicaptenzorg, woonbegeleiding, activiteitenbegeleiding, zorgcoördinatie. Een presentatie
Nadere informatieDeelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2
PVB 2.3 Assisteren bij activiteiten Deelkwalificatie van Leider Sportieve Recreatie niveau 2 Inleiding Om het door Stichting NSA en NOC*NSF erkende diploma Leider Sportieve Recreatie niveau 2 te behalen,
Nadere informatiePROJECTFORMULIER het beste idee BOL Niv.3/4 verdiepingsfase
1 PROJECTFORMULIER het beste idee BOL Niv.3/4 verdiepingsfase De schriftelijke voorbereiding het idee (gezamenlijk + ) niv 3 & 4 Competentie Beoordelingscriteria Product O V G 1.1 inventariseert de situatie
Nadere informatieOndersteunen bij huishouden en wonen
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij huishouden en wonen Crebonummer: 92640 Opleiding Helpende Zorg en Welzijn Kwalificatieniveau 2 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e druk: juli
Nadere informatieCompetentieprofiel beoordelaar
Competentieprofiel beoordelaar LTTR, SHE en SLEBB Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in
Nadere informatieAlgemene informatie over kwalificatie
Algemene informatie over kwalificatie In dit hoofdstuk wordt het beroep nader omschreven. unctiebenaming Begeleider, Assistent B. Typering kwalificatie Werkomgeving De Leider Sportieve Recreatie niveau
Nadere informatieInleiding. De basishoudingslijst wordt altijd meegenomen in de beoordeling.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Voorbereiding op de BPV... 4 Opdracht 1: Oriënteren op de BPV... 4 Opdracht 2: Bijhouden van een logboek... 6 Stage-opdracht: En nu de praktijk... 7 Te behalen
Nadere informatieOndersteunen bij huishouden en wonen
Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Ondersteunen bij huishouden en wonen Crebonummer: 92640 Opleiding Helpende Zorg en Welzijn Kwalificatieniveau 2 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE Kwalificatiedossier
Nadere informatieBPV Styling Design 3e jaars cohort 2009 2010
BPV Styling Design 3 e jaars cohort 2009 2010 BPV STYLING DESIGN 3 e jaar 2011-2012 Voor je ligt het werkboek voor de BPV-periode van het 3 e jaar, deze stage beslaat 20 weken. Deze periode loopt van 12-09-11
Nadere informatiePedagogisch medewerker 3 kinderopvang. 2 Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere
Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Titel: Soort: Werksituatie: Beroepsproduct: Religies in de wijk Project Kinderdagverblijf, bso Informatiemap, presentatie Niveau: 3 KD: Pedagogisch werker
Nadere informatieZelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W
Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument
Nadere informatieDeelnemersinformatie Beoordeling Eerste Autotechnicus. Crebocode 93420, dossier 2013-2014
Deelnemersinformatie Beoordeling Eerste Autotechnicus Deelnemersinformatie Beoordeling Eerste Autotechnicus Versie 130901 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Kerntaken, werkprocessen en competenties... 3 Wat
Nadere informatie2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag
INHOUDSOPGAVE : 1. Het BPV-gesprek 2. Hoe ga je aan de slag met beroepsprestaties + aanmeldformulier beoordeling beroepsprestatie aanmeldformulier beoordeling reflectieverslag 3. Overzicht van de beroepsprestaties
Nadere informatieIn verschillende onvoorziene situaties reageren. Wat onvoorziene situaties zijn. Inzicht krijgen in je eigen reactie tijdens onvoorziene situaties.
Werkproces 1.5 Handelen in onvoorziene situaties Fase 1 Opdracht 73 Mijn eerste reactie Wat is de Wat leer je door de Waar voer je de opdracht uit? In verschillende onvoorziene situaties reageren. Wat
Nadere informatieBeroepsopdracht 3: Voeding en Hygiëne / Zorghulp / september 2012 1 1
1 Beroepsopdracht 3: Voeding en Hygiëne / Zorghulp / september 2012 1 1 Zorghulp Inhoudsopgave Verantwoording... 2 Inleiding... 3 Opdracht 1... 4 Opdracht 2... 6 Opdracht 3... 9 Resultaatoverzicht... 11
Nadere informatieWORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan
1 WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan Doorstroomtraject BBL/BOL-PW4 Kerntaak: 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering
Nadere informatieWorkshops en Praktijkopdrachten Periode 1 Schooljaar 2015-2016 Opleiding: Maatschappelijke Zorg Groep: HWEMZO3V, niveau 4
Workshops en Praktijkopdrachten Periode 1 Schooljaar 2015-2016 Opleiding: Maatschappelijke Zorg Groep: HWEMZO3V, niveau 4 Workshop 1: Ouderenzorg Werkproces: 1.1, 1.2, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.6, 3.1, 3.6
Nadere informatieBPV. Profiel praktijkopleider. Norm. Toelichting. Aanpak. Prestatie
pagina 1 4 Profiel praktijkopleider Norm Een praktijkopleider speelt in het leerbedrijf een cruciale rol in het succesvol opleiden van onderwijsdeelnemers tot goed geschoolde vakmensen. Het is daarom dat
Nadere informatieTalentcoach Kwalificatieprofiel
10 alentcoach walificatieprofiel Inhoudsopgave 1 Algemene informatie over kwalificatie 11 A. unctiebenaming 11 B. ypering kwalificatie 11 C. enmerken kwalificatie 11 D. In- en doorstroom 11 2 Overzicht
Nadere informatieBpv-boek uitstroom Bewegingsagoog. Leerjaar 3. Niveau 4, Sport- en bewegingscoördinator
Bpv-boek uitstroom Bewegingsagoog Leerjaar 3 Niveau 4, Sport- en bewegingscoördinator. 2018-2019 Naam: Studentnummer: Klas: Mentor: Bpv-docent: Bpv-instelling: Praktijkbegeleider: 1 2 Voorwoord In schooljaar
Nadere informatie1. Algemene informatie over de kwalificatie. A. Functienaam Wellnessmasseur (NGS) 1
Kwalificatieprofiel Wellnessmasseur Versie 04-04-2014, gebaseerd op Servicedocument 2008 en doorvertaling keuzedeel mbo 2013 sportmasseur. Format KSS 2012 1. Algemene informatie over de kwalificatie A.
Nadere informatieStageboek Derde jaar BOL Verpleegkunde
Stageboek Derde jaar BOL Verpleegkunde 1 Inleiding Beste student, De derde stage komt eraan. Je bent natuurlijk goed voorbereid om na het onderwijs op school naar de praktijk te gaan. Je stageperiode duurt
Nadere informatie1. Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak 2. Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere
Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Titel: Ontwikkelingspsychologie deel 2: Dreumes en peuter Soort: Werksituatie: Eindproduct: Cursus Kinderopvang, peuterspeelzaal Ingevuld ontwikkelingsschema
Nadere informatiePraktijk Project Opvoeden doe je zo! Dementie
Praktijk Project Opvoeden doe je zo! Dementie Doel van dit project: Door dit project krijg je inzicht in de manier waarop je een bijdrage kunt leveren aan de opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Wat
Nadere informatieDe studieadviesregeling voor de student
De studieadviesregeling voor de student Studieadviesregeling voor opleidingen die starten in schooljaar 2018-2019 In het eerste schooljaar krijg je minimaal twee keer een studieadvies. Een studieadvies
Nadere informatie