Nationaal verkeerskundecongres 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nationaal verkeerskundecongres 2015"

Transcriptie

1 Nationaal verkeerskundecongres 2015 Presentatiepaper Evaluatie Praktijkproef Amsterdam Wegkant Niels Beenker en Ilse Schelling (ARCADIS) Marcel Schoemakers en Bert van Engelenburg (Bureau Onderweg) Henk Jan Kwakernaat en Marco Schreuder (RWS WVL) Samenvatting De Praktijkproef Amsterdam (PPA) is een grootschalige proef om gecoördineerd netwerkbreed verkeersmanagement uit te voeren en bij te dragen aan de integratie van wegkant en in-car. In fase 1 is het wegkantspoor beproefd en is het in-carspoor opgestart (afronding eind 2015). In fase 2 worden de resultaten van beide sporen doorontwikkeld, marktrijp gemaakt en wordt gestart met de integratie (fase 3). Dit paper beschrijft de evaluatie van het wegkantspoor fase 1 waarin is onderzocht welke effecten PPA wegkant heeft op het verkeer en het gedrag van weggebruikers. PPA wegkant is een proef waarin met wegkantsystemen gecoördineerde verkeersmanagementmaatregelen op het hoofden stedelijk wegennet zijn ingezet. Dit heeft geleid tot een verbetering van de doorstroming op het hoofdwegennet wat ten koste is gegaan van de doorstroming op het stedelijke wegennet. De leerervaringen geven ruimte aan optimalisaties in de systemen en de keuzes voor het onderzoeksgebied welke zijn ingezet in fase 2. Trefwoorden Praktijkproef Amsterdam Wegkant Gecoördineerd Netwerkbreed Verkeersmanagement Evaluatie Verkeerskundige effecten Voertuigverliesuren

2 1. Inleiding en context 1.1. De Praktijkproef Amsterdam In en om Amsterdam wordt door Rijkswaterstaat, het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, de gemeente Amsterdam, de Stadsregio Amsterdam, provincie Noord-Holland, universiteiten en private partijen intensief samengewerkt om de drukbezette infrastructuur in de regio beter te benutten. De PraktijkProef Amsterdam (hierna PPA) is de volgende stap in deze samenwerking. De doelstellingen van de PPA zijn: Beproeven van de mogelijkheid om met gecoördineerd netwerkbreed verkeersmanagement (GNV) bij te dragen aan het behalen van beleidsdoelstellingen van het Rijk en de regio in de omgeving van Amsterdam. Dit wordt gerealiseerd door: het op gecoördineerde wijze inzetten van verkeersmanagementmaatregelen op hoofd, provinciaal en het stedelijk wegennet; actuele verkeersinformatie aan weggebruikers aan te bieden (in-car systemen); Opdoen van ervaring en inzicht in de toepassing van gecoördineerd netwerkbreed verkeersmanagement en de wijze waarop weggebruikers hun gedrag daarop aanpassen door het inzetten van wegkantsystemen (verkeerslichten en TDI s), dynamische navigatiesystemen en/of andere wijzen van in-car informatievoorziening; Uitspraken doen over toepasbaarheid in vergelijkbare situaties/regio s (opschaalmogelijkheden); mede op basis van gegenereerde inzichten in haalbaarheid, kosteneffectiviteit, efficiency en draagvlak bij weggebruikers en samenwerking met wegbeheerders. Om deze doelstellingen te bereiken is in de eerste fase van PPA ingezet op twee sporen: in de eerste plaats zijn dit proactieve en gekoppelde wegkantsystemen om gecoördineerd netwerkbreed verkeersmanagement uit te rollen. Daarnaast zijn in een tweede spoor in-car systemen ingezet om individuele weggebruikers te sturen/geleiden. Dit spoor is gericht op zowel reguliere situaties als evenementen. In de tweede en derde fase worden deze sporen geïntegreerd met als doel de wegkant en in-car maatregelen volledig in samenhang in te zetten. In onderstaande figuur is de inhoud en samenhang tussen de verschillende fases schematisch weergegeven. Figuur 1 fasering Praktijkproef Amsterdam

3 Na de eerste fase van het wegkantspoor is een positief besluit (GO) genomen over de aanpak van de tweede fase van PPA. Om dit besluit, en de andere Go/No Go beslissingen, te kunnen nemen wordt PPA geëvalueerd. Deze evaluatie bestaat uit vier onderdelen: de evaluatie van PPA Wegkant; de evaluaties van beide in-car proeven; en een procesevaluatie; een integrale evaluatie. In dit paper is de evaluatie van PPA Wegkant beschreven. In de Wegkant evaluatie zijn de verkeerskundige effecten van PPA Wegkant inzichtelijk gemaakt (punt 2). Daarnaast is door de evaluatie en ook door het Operationeel Team PPA inzicht verkregen in het technisch werken van het systeem. De bevindingen hiervan zijn in deze verkeerskundige evaluatie meegenomen. De andere voorwaarden zijn opgenomen in het integrale evaluatierapport waar de vier onderdelen van de evaluatie in samen komen. De evaluatie heeft mede als basis gediend voor het Go/No Go besluit voor fase 2 van PPA Wegkant PPA Wegkant Om de doorstroming in het netwerk te verbeteren is in het voorjaar van 2014 een grootschalige proef met gecoördineerd netwerkbreed verkeersmanagement uitgevoerd. Met geautomatiseerde wegkantsystemen worden in deze proef op gecoördineerde wijze verkeersmanagementmaatregelen ingezet op het hoofdwegennet en het stedelijk wegennet. Dit is bewerkstelligd door bestaande verkeerslichten en toeritdoseringen op de A10-West en de aanliggende Amsterdamse S-wegen en aansluitingen aan elkaar te koppelen en in samenhang te laten werken. De werking is gebaseerd op drie verkeerskundige doelen: 1. Het ontstaan van de file op de A10 West binnenring dient zoveel mogelijk te worden voorkomen of uitgesteld; 2. Blokkades en terugslag van de congestie bij kruispunten en aansluitingen dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen; 3. Een verkeersprobleem dient zoveel mogelijk opgelost te worden op het niveau waar het probleem zich voordoet. Om deze doelen te bereiken zijn de afgelopen jaren theoretische, wetenschappelijke regelconcepten ontwikkeld voor het toepassen van gecoördineerd netwerkbreed verkeersmanagement. De regelconcepten zijn in de operationele praktijk vertaald naar software modules en algoritmes die zijn gerealiseerd in de bestaande wegkantsystemen in het onderzoeksgebied. Het onderzoeksgebied van PPA Wegkant bestaat uit de A10 West binnenring en de aansluitingen S101 tot en met S107 (zie figuur 2). In het onderzoeksgebied was er in noordelijke richting in de avondspits sprake van filevorming ter hoogte van de Coentunnel. Deze file slaat regelmatig terug tot de aansluiting S105 en op de A5. In de situatie zonder PPA werd alleen lokaal met TDI s gedoseerd en werd de TDI uitgeschakeld op het moment dat de maximale wachtrijlengte werd overschreden.

4 Figuur 2 onderzoeksgebied Werking gecoördineerd deelnetwerk De basis voor de inzet van de gecoördineerde regeling tussen de aansluitingen is het ontstaan van een (dreigend) probleem op de A10 West binnenring. Op basis van de verkeerssituatie wordt vervolgens door een algoritme de gewenste doseerintensiteit van de eerste toeritdosering (TDI) stroomopwaarts van de kiem bepaald. Tegelijkertijd zorgt het systeem ervoor dat de verkeerslichten op het stedelijk wegennet de toestroom naar de toerit zo beperkt wordt dat de toerit de wachtrij op de toerit kan verwerken. Om het gestelde regeldoel te bereiken wordt gebruik gemaakt van buffers op het stedelijke wegennet. De buffers kunnen gebruikt worden om verkeer op te houden, zodat de wachtrij op de toerit wordt beheerst en er geen blokkade van het kruispunt optreedt. Zodra de eerste TDI stroomopwaarts van de kiem (S101 of S102) gaat doseren, gaan de stroomopwaarts gelegen TDI s ook doseren. Ook bij deze TDI s gaan de verkeerslichten mee regelen en wordt verkeer zo nodig gebufferd op de toerit en of stedelijk wegennet. Indien de bufferruimte opraakt, wordt er niet gestopt met doseren, maar wordt de wachtrijlengte gestabiliseerd. Hierbij wordt de groentijd op de aanvoerende richtingen verlaagd op basis van de relatieve vulling van de corresponderende buffer. De coördinatie tussen de TDI s wordt gerealiseerd door de PPA systemen. Het algoritme streeft

5 ernaar de relatief beschikbare bufferruimte op alle aansluitingen langs het traject gelijk te houden, wanneer de meest stroomafwaartse TDI doseert op een bottleneck. De andere TDI s creëren gaten in de verkeersstroom waardoor de eerste TDI meer verkeer naar de snelweg kan doorlaten als de bufferruimte van de aansluiting vol raakt. De ruimte op de buffers van een aansluiting bepaalt de mate waarin de TDI kan doseren Evaluatie PPA Wegkant fase 1 Fase 1 van PPA Wegkant is afgesloten met een positieve Go/No Go beslissing voor de vervolgfasen. Er is daarom gekozen de wegkantproef te laten evalueren. De doelstelling van de evaluatie luidt als volgt: De evaluatie PPA Wegkant dient inzicht te geven in het verkeerskundige effect van PPA Wegkant. De resultaten van de evaluatie dienen als input voor een Go/No go beslissing voor vervolgfasen en als input voor eventuele verbeteringen in het project zelf. Hiervoor dient het resultaat breed gedragen te zijn, eerlijk en objectief tot stand te zijn gekomen en op tijd zijn geleverd. De implementatie en het inregelen van de PPA algoritmes en software in de bestaande wegkantsystemen heeft gefaseerd plaatsgevonden. Dit heeft het mogelijk gemaakt op verschillende momenten van verschillende systemen een evaluatie te houden. Deels betreffen dit kwalitatieve tussenevaluaties die bedoeld waren om te leren en bij te sturen. Het eindsysteem dat is gerealiseerd, betreft het gecoördineerd deelnetwerk. Dit paper gaat sec in op de evaluatie van dit eindsysteem Plan van aanpak op hoofdlijnen Grofweg bestaat de evaluatie uit twee delen: een kwantitatieve evaluatie om de verkeerskundige effecten van de systemen in beeld te brengen en het belevings- en gedragsonderzoek. De verkeerskundige effectevaluatie is uitgevoerd aan de hand van de volgende stappen: 1. Onderzoeksdesign. In eerste instantie is een onderzoeksdesign bepaald. Er is gewerkt met een onderzoeksdesign waarin een vergelijking is gemaakt tussen een 0 en 1-meting. Hierbij is afwisselend gewerkt met weken waarin de PPA-systemen UIT stonden en weken waarin de systemen AAN stonden. Naast het onderzoeksdesign is vooraf aan de evaluatie een hypothesenboom opgezet. De verkeerskundige effecten zijn in beeld gebracht aan de hand van deze hypothesen; 2. Metingen Proef PPA systemen. Door autonome ontwikkelingen (opening nieuwe Coentunnel) was de beschikbare tijd voor de evaluatie beperkt. Het verzamelen van data van de 0 en 1-meting moest plaatsvinden voor de opening aangezien deze tot een niet vergelijkbaar verkeersbeeld zou leiden. In de periode april-juni 2014 is het gecoördineerde deelnetwerk beproefd; 3. Dataverzameling en context. Om de analyses te kunnen uitvoeren zijn van deze periodes data verzameld. Deze data zijn gecontroleerd en gefilterd op bruikbaarheid. Om een indruk te geven van de verkeerssituatie tijdens de 0- en 1-meting is een aantal verkeerskundige indicatoren berekend, waaronder de verkeersprestatie, reisduur en de voertuigverliesuren; 4. Selectie dagen. De voorgaande stappen leiden tot inzicht in de dagen die geschikt zijn voor de evaluatie van de verkeerskundige effecten. Hierbij is gekeken naar omgevingsvariabelen zoals weer, werkzaamheden en evenementen, afwijkende verkeerssituaties als gevolg van incidenten en perioden waarin systemen niet of beperkt werkten; 5. Verkeerskundige effecten. De feitelijke analyses hebben in dit onderdeel plaatsgevonden. De effecten zijn in eerste instantie per wegvak en later per deelnetwerk bepaald. Een belangrijke basis voor de analyses is de conditionering van het verkeersaanbod. Hierdoor worden de effecten berekend als het in de 0- meting even druk zou zijn geweest als in de 1-meting. Dit heeft als voordeel dat de effecten niet beïnvloed worden door een wijziging van het verkeersaanbod. Hierdoor kunnen de gevonden effecten ook daadwerkelijk aan PPA toegeschreven worden;

6 6. Constateringen en verklarende factoren. Alvorens conclusies en aanbevelingen op te stellen, zijn de resultaten van de effectberekeningen in perspectief geplaatst; 7. Conclusies en aanbevelingen. De constateringen in de voorgaande stap zijn vertaald naar conclusies en aanbevelingen. Het belevings- en gedragsonderzoek bestaat uit vier onderdelen: een enquête onder automobilisten en vrachtwagen chauffeurs, interviews met o.a. verkeerscentrales, focusgroepen met omwonenden en weggebruikers en een social media onderzoek. In de volgende twee hoofdstukken zijn deze onderdelen nader uitgewerkt. In hoofdstuk twee is de werkwijze nader toegelicht. In hoofdstuk 3 zijn de resultaten weergegeven.

7 2. Werkwijze 2.1. Onderzoeksdesign en metingen De keuze van het onderzoeksdesign is mede gebaseerd op de periode die nog beschikbaar was na realisatie van PPA wegkant en wordt gekenmerkt door een afwisseling van perioden met PPA aan (1- meting) en PPA uit (0-meting). De kracht van het design neemt toe naarmate er vaker afgewisseld wordt waardoor het binnen de beschikbare meetperiode een sterker design is dan een eenmalige lange 0- en 1-meting. Dit omdat de meetperiode dichter bij elkaar liggen en de omstandigheden beter vergelijkbaar zijn. Aangezien de beschikbare periode voor de evaluatie 11 weken bedroeg is diverse malen aan en uit geschakeld. In de AAN weken werden de TDI s en verkeerslichten aangestuurd door PPA. Op het moment dat PPA uitgeschakeld was, werden de TDI s aangestuurd door RWS (lokale regelingen) en verkeerslichten door Amsterdam. De effectbepaling vindt plaats aan de hand van de toetsing van hypothesen die voor de evaluatie van PPA Wegkant in overleg met de opdrachtgever zijn opgesteld. Er zijn verschillende typen hypothesen: Hypothesen m.b.t. het doel (bv. verkeerskundige hoofdeffecten) van PPA: verbetering van de verkeersafwikkeling (bv. minder VVU s); Hypothesen m.b.t. de uitgangspunten van PPA (bv. betere verdeling wachtrijen?); Hypothesen m.b.t. randvoorwaarden van PPA(bv. geen toename roodlichtnegatie?); Hypothesen m.b.t. bijzondere situaties (bv. PPA blijft goed functioneren bij files als gevolg van incidenten). In het volgende schema zijn de hypothesen weergegeven. Figuur 3 hypotheseboom

8 2.2. Dataverzameling en controle Voor de berekening van de effecten is verkeersdata verzameld van het hoofdwegennet en het stedelijke wegennet. Voor het hoofdwegennet zijn snelheden en intensiteiten per minuut per meetraai verzameld vanuit de systemen van Rijkswaterstaat. Voor het stedelijke wegennet zijn data verzameld op basis van MoCo (reistijden Amsterdam) en de Kwaliteitscentrale (wachttijden en intensiteiten per kwartier van verkeerslichten). Voor de berekeningen op het hoofdwegennet is gekozen voor een 5- minuut interval. De reden hiervoor is dat PPA een dynamisch systeem is, waarbij per minuut of nog frequenter maatregelen worden aangestuurd. Het verkeersbeeld en de ingrepen van PPA kunnen binnen een kwartier flink fluctueren. Voor de berekening van de effecten op het stedelijke wegennet is de data uit de KWC (wachttijden en intensiteiten) niet gedetailleerder beschikbaar dan op kwartierniveau en worden de effecten daarom op kwartierniveau berekend. Het gevolg hiervan is dat de effecten op het stedelijke wegennet iets afgevlakt worden, maar de effecten blijven voldoende zichtbaar. Voor het kunnen duiden van de uiteindelijke verkeerskundige effecten is het van belang om goed inzicht te hebben hoe de verschillende componenten binnen het regelgebied van PPA hebben gewerkt en wat de status is geweest van de verschillende componenten. De werking van de systemen is bepaald aan de hand logging gegevens. Tenslotte zijn de omgevingsvariabelen in beeld gebracht die invloed kunnen hebben op het verkeersbeeld en het effect kunnen beïnvloeden. Het betreft gegevens over incidenten, werkzaamheden, evenementen en weersomstandigheden Verkeerskundige context en selectie dagen De eerste stap in het analyseproces betreft een globale analyse van het verkeersbeeld in de periode waarin de proef is uitgevoerd. Onderzocht is of en zo ja welke variabelen verstorend hebben gewerkt op de proef. Dagen met verstoringen (zoals extreme weersomstandigheden, incidenten of systeemstoringen) zijn beoordeeld en indien noodzakelijk uit de evaluatie verwijderd. Dit resulteerde uiteindelijk in een dataset van 15 dagen voor de 0-meting en 15 dagen voor de 1-meting. Deze set van avondspitsen (15:00-19:00) is gebruikt voor alle vervolganalyses. Per saldo betekent dit dat van de 55 werkdagen uit de proef er maar 30 goed bevonden zijn voor de evaluatie. De belangrijkste constatering is dat in 30% van de tijd dat PPA actief was, er sprake was van storingen aan één of meerdere systemen die data leveren aan de PPA systemen. Het betreft voornamelijk de logging van verkeerslichtendata. Daarnaast is de verkeersituatie en het functioneren van PPA Wegkant gedurende de proef bekeken. Enerzijds om storingen te detecteren, anderzijds om in een later stadium van het onderzoek de resultaten te kunnen duiden c.q. de verklaren. Hieruit zijn de volgende conclusies getrokken: De analyse van filebeelden (contourplots) laat zien dat geen enkele dag vergelijkbaar is. Op een vergelijkbare weekdag kan er een groot verschil zijn tussen de filelengte en fileduur, doordat het verkeersaanbod per dag verschilt. Dit benadrukt de noodzaak om in de berekening van de verkeerskundige effecten (zie volgend hoofdstuk) te conditioneren op verkeersaanbod. Hierdoor wordt het effect berekend als het in de 0- meting even druk zou zijn geweest als in de 1-meting ; Op basis van de locatie van de files is het onderzoeksgebied nader bepaald. Zo zijn de A4 en A10 zuid niet meegenomen en de A5 ter hoogte van de A10West wel; Uit de analyses blijkt dat door PPA langer en strenger is gedoseerd. In de 0-meting was de doseerduur van de TDI s maximaal 1,5 uur bij de TDI s S101 en S102 en in de 1-meting meer dan 2,5 uur bij alle TDI s. Tijdens het doseren werd er in de 1-meting relatief een groter deel van de tijd strenger gedoseerd.

9 2.4. Werkwijze verkeerskundige effecten De belangrijkste vraag van het onderzoek was of PPA Wegkant een effect op het verkeersbeeld had. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zijn de verkeerskundige effecten berekend. De verkeerskundige effecten maken inzichtelijk wat het verschil is tussen de 0-meting en 1-meting in termen van VVU, reisduur, snelheid en betrouwbaarheid. Bij deze berekeningen is ermee rekening gehouden dat het verkeersaanbod in de 0-meting en 1-meting verschilt. Bij het vaststellen van verkeerskundige effecten wordt daarom geconditioneerd op verkeersaanbod. Dit betekent dat bij een bepaald verkeersaanbod op netwerkniveau is berekend wat de verschillen zijn tussen de 0-meting en 1-meting bij een vergelijkbaar verkeersaanbod. Het resultaat is het effect van PPA als het in de 0- meting even druk zou zijn geweest als tijdens de 1-meting. Voor zowel de 0-meting als 1-meting zijn 15 avondspitsen (15:00 19:00) meegenomen in de berekening van de verkeerskundige effecten. Om de effecten te bepalen, zijn eerst de verschillen op wegvakniveau berekend waarna de verschillen geaggregeerd zijn op trajectniveau en (deel)netwerkniveau. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de effecten binnen het regelgebied en binnen het effectgebied en is per traject het effect beschreven. Onderstaand een nadere toelichting op de berekeningen. Berekening effecten per wegvak Om inzicht te krijgen in de verkeerskundige effecten zijn per wegvak de volgende indicatoren bepaald: 1. Relatie aanbod versus snelheid 2. Effect snelheid 3. Effect reisduur 4. Effect spreiding reisduur 5. Effect VVU Voor een eenduidige presentatie van bovenstaande indicatoren is gebruik gemaakt van een resultaatblad (zie figuur 4). De nummering van de indicatoren komt overeen met de nummering op het resultaatblad. Omdat de effecten afhankelijk zijn van het aanbod (als het rustig is heeft PPA geen/minder effect dan bij een hoog verkeersaanbod), zijn de effecten onderverdeeld in zeven aanbod categorieën. Als maat voor het aanbod is de instroom op de A5 (hm 15,265) en A10 (hm 24,900) gebruikt. Het gaat om doorsnedes net stroomopwaarts van het congestiegebied zodat de intensiteit niet wordt beïnvloed door congestie. In het resultaatblad zijn de effecten per aanbodcategorie in de tabel onder de grafiek. Vervolgens is aan de hand van het gewogen gemiddelde op basis van het aantal voertuigen in de 1- meting de effect op reisduur, snelheid en betrouwbaarheid van de reisduur van een gemiddelde automobilist in de 1-meting bepaald. Dit is de winst ten opzichte van een even drukke 0-meting. Deze effecten zijn links naast de tabel weergegeven. Het aantal VVU is bepaald aan de hand van het gemiddeld reisduurverschil tussen de 0-meting en 1- meting per aanbodcategorie. Vermenigvuldigd met het gemiddelde aantal voertuigen in de 1-meting geeft dit het totale reisduurverschil per aanbodcategorie. Dit is gesommeerd over alle categorieën op basis van de verhouding waarin de aanbodcategorieën voorkomen in de 1-meting. Het resultaat is het verschil in VVU per avondspits. Berekening effecten per (deel)netwerk De berekening van de effecten per (deel)netwerk zijn gebaseerd op de resultaten per wegvak. Om een indruk te krijgen van de waarde van de gevonden effecten op (deel)netwerkniveau zijn voor alle effecten de 95%-betrouwbaarheidsintervallen bepaald. Het betrouwbaarheidsinterval is berekend aan de hand van de spreiding van de effecten per de wegvak. Indien het betrouwbaarheidsinterval de waarde nul omvat, is het effect niet significant (het effect had immers ook nul kunnen zijn).

10 RW10_HRR_26735 Relatie tussen aanbod (x -as) en snelheid (y -as; km/u) Effect op vvu -20,74 (per spitsperiode) snelheid voor snelheid na Aanbodscategorie Snelheid voor 79,5 79,3 79,5 72,1 71,6 72,1 72,0 na 79,0 79,0 79,3 78,4 76,0 77,0 76,8 2 effect -0,5-0,3-0,2 6,3 4,4 4,9 4,9 4,54 km/u effect (%) -0,7-0,4-0,2 8,7 6,1 6,8 6,8 Reisduur voor 16,6 16,6 16,6 25,6 25,1 24,5 24,3 na 16,7 16,7 16,6 17,0 18,9 17,9 17,7 effect 0,1 0,1 0,0-8,6-6,2-6,6-6,6-6,28 sec 3 effect (%) 0,6 0,4 0,2-33,6-24,8-26,9-27,3 Spreiding reisduur voor 0,4 0,2 0,2 15,0 15,2 15,5 15,2 (Betrouwbaarheid) na 0,3 0,2 0,2 0,7 4,2 2,5 1,7 effect 0,0 0,0 0,0-14,3-11,0-12,9-13,5-11,17 sec 4 effect (%) -6,5-7,6-12,9-95,6-72,4-83,7-88,6 NB Rode waarden geven effecten in ongewenste richting weer: toename van reisduur, afname van snelheid of toename van de maat voor betrouwbaarheid (spreiding in reisduur) Figuur 4 - resultaatblad wegvak RW10 HRR 26, Belevings- en gedragsonderzoek Het belevings- en gedragsonderzoek onder weggebruikers en omwonenden heeft zich gericht op diverse onderwerpen waaronder of ze bekend waren met PPA, iets ze van PPA hebben gemerkt en of ze hinder hebben ondervonden van PPA. Er zijn vier deelstudies uitgevoerd: een webenquête onder weggebruikers, (groeps) interviews met professionele weggebruikers, focusgroepen en een social media onderzoek. Voor het benaderen van weggebruikers zijn bestaande panels gebruikt. Deze zijn zowel in de 0- als 1- meting benaderd. Omdat de fasering van PPA Wegkant pas gedurende het project duidelijk werd, vallen 0-1-metingen van de webenquête niet gelijk met het kwantitatieve onderzoek. De 0-meting heeft plaatsgevonden in januari 2014 en de 1-meting gedurende een tweewekelijkse AAN periode in april.

11 3. Resultaten 3.1. Verkeerskundige effecten Doorstroming De resultaten van deze evaluatie laten zien dat de inzet van netwerkbreed gecoördineerd verkeersmanagement tijdens de proef heeft gezorgd voor een positief effect op het hoofdwegennet en een negatief effect op het stedelijk wegennet. Per saldo betreft dit een negatief verkeerskundig effect op het hele netwerk. In voertuigverliesuren (voor een gemiddelde avondspits) uitgedrukt betekent dit een afname van 190 voertuigverliesuren (- ca. 15%) op het hoofdwegennet en een toename van 250 voertuigverliesuren (+ ca. 30%) op het stedelijk wegennet. Van de toename van 250 voertuigverliesuren worden 77 voertuigverliesuren veroorzaakt op de toeritten. In figuur 5 is per wegvak het effect te zien. Figuur 5 - overzicht effecten op voertuigverliesuren op netwerkniveau Op netwerkniveau is dit per saldo een toename van 60 voertuigverliesuren (+ ca. 3%). Opgemerkt dient te worden dat een optelling van voertuigverliesuren van het stedelijk- en hoofdwegennet niet geheel juist is gezien het verschil in gebruikte data. Het geeft echter een beeld van het effect van PPA op het hele netwerk. De effecten voor het hoofd- en stedelijk wegennet kunnen verklaard worden doordat PPA langer en strenger gedoseerd heeft ten opzichte van de 0-meting. Om een beter beeld te krijgen van de gevolgen van het doseren voor een gemiddelde weggebruiker is tevens het effect van PPA op de reisduur op het hoofd- en stedelijk wegennet bepaald. Het betreft reisduren voor een gemiddelde automobilist per avondspits. Hoofdwegennet: Op de A10 West is de reisduur met ca. 35 seconden afgenomen naar ca. 8 minuten (uitgaande van gemiddeld voertuigen/uur);

12 Op de A5 is de reisduur met ca. 40 seconden afgenomen naar ca. 3,5 minuten (uitgaande van gemiddeld voertuigen/uur); Stedelijk wegennet: het doseren heeft vooral op de aansluitingen S101, S102 en S106 gezorgd voor een toename van de wachtrijlengtes. Twee wegvakken als voorbeeld: Wegvak S101 ten oosten van de A10 West: de reisduur is toegenomen met ca. 25 seconden naar 2 minuten (uitgaande van gemiddeld 300 voertuigen/uur); Toerit van de S101: de reisduur is toegenomen met 15 seconden naar ca. 1,5 minuut (uitgaande van gemiddeld 800 voertuigen/uur). Wachtrijen stedelijk wegennet Verder inzoomen op het stedelijk wegennet en dan met name naar de buffers geeft meer inzicht in de werking van PPA en de bovengenoemde resultaten. Uit de analyse van de restruimte is gebleken dat de restruimte binnen het hele netwerk als gevolg van PPA afneemt, maar dat de beschikbare restruimte beter wordt gebruikt (spreiding van de beschikbare restruimte neemt af). Bij de toeritten S101, S102 en S106 is de beschikbare restruimte het meest afgenomen wat in overeenstemming is in met de toename van het aantal VVU in deze gebieden (zie ook figuur 4). Tussen de aansluitingen geldt dat de wachtrijen beter worden verdeeld, maar ook is gebleken dat er geregeld een wachtrij op het stedelijke wegennet stond, terwijl de toerit niet volledig gevuld was. Hierdoor wordt ook ander verkeer dat niet richting de A10 West binnenring rijdt gehinderd. Veiligheid, leefbaarheid en baten Op basis van de resultaten is aan de hand van vuistregels en kengetallen inzicht gegeven in de mogelijke effecten op leefbaarheid, verkeersveiligheid en baten. Hieruit is geconcludeerd dat effecten van PPA beperkt zijn. Als de effecten in voertuigverliesuren op het hoofdwegennet en stedelijk wegennet (gesommeerd) uitgedrukt worden in baten, dan levert dit een verlies op van ca. 900,- per gemiddelde avondspits. Opgemerkt dient te worden dat deze resultaten niet per definitie gelden voor een vergelijkbare proef in een andere periode en/of andere locatie. Langzaam verkeer en openbaar vervoer Naast effecten voor wegverkeer is gekeken naar de effecten voor langzaam verkeer en het openbaar vervoer. Hieruit is geconcludeerd dat de wachttijden en reistijden voor beide modaliteiten licht is toegenomen. De toename van wachttijden voor langzaam verkeer blijven binnen de marges van de beleidsdoelstellingen van de gemeente Amsterdam. De toename van reistijden voor openbaar vervoer (maximaal ca. 30 sec) is onwenselijk in relatie tot de punctualiteitseisen van de dienstregeling. Belevingsonderzoek Uit dit onderzoek is het volgende gebleken: Weggebruikers zijn over het algemeen tevreden over de doorstroming in het netwerk. Ten opzichte van de 0-meting is de tevredenheid met 10% toegenomen. In welke mate PPA ervoor heeft gezorgd dat de tevredenheid is toegenomen, valt echter niet te zeggen, omdat tussen de 0-meting en 1-meting van de enquête onder weggebruikers de maximum snelheid op de A10 West gewijzigd is. De evaluatie naar verkeerskundige effecten heeft overigens geen hinder ondervonden van deze snelheidsverandering, aangezien de 0-en 1-meting beide na de verandering hebben plaatsgevonden; Het principe van PPA wordt (gemiddeld genomen) als geloofwaardig ervaren; Het is weggebruikers opgevallen dat de toeritdosering vaker aan staat, maar dat er al gedoseerd wordt op de toeritten terwijl het verkeer op de A10 nog goed door rijdt; Door professionele weggebruikers zijn de grootste doorstromingsproblemen waargenomen rondom de aansluiting S101; Bij toeritten met 2 rijstroken waar 2 auto s door groen mogen, is dit mogelijk onduidelijk voor weggebruikers.

13 3.2. Constateringen en verklarende variabelen Uit de evaluatie blijkt dat het positieve effect op het hoofdwegennet verklaard kan worden doordat PPA langer en strenger gedoseerd heeft ten opzichte van de 0-meting. Dit positieve effect uit zich in uitstel van de capaciteitsval en het feit dat er minder blokkades zijn bij de toe en- afritten. PPA heeft ook tot gevolg dat op het stedelijk wegennet de wachtrijen beter worden verdeeld over het netwerk. Echter, PPA leidt ook tot negatieve effecten op het stedelijk wegennet welke deels veroorzaakt zijn doordat het systeem, omwille van de tijd, niet optimaal was ingeregeld. De blijkt ook de verklarende factoren die zijn gevonden: Op de aansluitingen S104-S107 zijn verliezen ontstaan terwijl het verkeer hier een beperkte/geen bijdrage levert aan de verbetering van de doorstroming ter hoogte van de Coentunnel; Ook verkeer dat niet naar de toeritten rijdt, wordt gehinderd door PPA. Dit komt doordat er door PPA ook buffers zijn gebruikt die verder weg liggen en er in deze buffers geen aparte rijstrook voor verkeer naar de toerit aanwezig is; PPA blijft doseren nadat de capaciteitsval op de A10 al heeft plaatsgevonden, terwijl dit geen invloed meer heeft op de afrijcapaciteit. Er dient nader onderzocht te worden in welke mate het doseren tijdens filevorming bijdraagt aan de winst op het hoofdwegennet. Daarnaast is er ten opzichte van de 0-meting niet gestopt met doseren bij overschrijding van de wachtrijlengte op de toerit, maar is overgeschakeld op een lichte dosering. Dit heeft ervoor gezorgd dat er langer is gedoseerd ten bate van het hoofdwegennet, maar dit heeft geleid tot (extra) wachtrijvorming op het stedelijk wegennet; PPA start te vroeg (bij een laag verkeersaanbod) met doseren waardoor al gebufferd wordt op het stedelijk wegennet terwijl dat nog niet noodzakelijk is Conclusies Geconcludeerd kan worden dat dankzij de inzet van PPA de doorstroming op de A10 West ter hoogte van de Coentunnel significant is verbeterd. Dit heeft tevens geleid tot een verbeterde doorstroming op de A5. Om de doorstroming op de A10 te verbeteren is het verkeer tijdens de proef vanaf het stedelijk wegennet gedoseerd toegelaten tot de A10 West binnenring. Als gevolg van het doseren zijn de wachtrijlengtes op het stedelijk wegennet toegenomen. Als de verbeterde doorstroming op het hoofdwegennet gecombineerd wordt met de verslechterde doorstroming op het stedelijk wegennet kan geconcludeerd worden dat PPA heeft geresulteerd in een verslechtering van de doorstroming op netwerkniveau. Het negatieve effect op het stedelijk wegennet heeft niet geleid tot aantoonbare effecten op het gebied van verkeersveiligheid of leefbaarheid. Wel zijn de reistijden voor openbaar vervoer zijn toegenomen wat gezien de punctualiteitseisen van de dienstregeling een onwenselijk effect is. De inzichten die zijn opgedaan tijdens de verkeerskundige evaluatie laten zien dat de basis systemen en de PPA regelsystemen tijdens de proef stabiel hebben geopereerd. Ook is geconcludeerd dat de PPA systemen afhankelijk zijn van instabiele dataleveringen waaronder die van de verkeerslichten. Hierdoor kon PPA niet altijd goed functioneren en het gevolg voor de evaluatie was dat er minder meetdagen beschikbaar waren. Ook is geconstateerd dat het PPA regelconcept niet in alle situaties optimaal is ingeregeld waardoor het verlies in voertuigverliesuren op het stedelijk wegennet deels is te verklaren. Bij deze conclusie dient de nuance gemaakt te worden dat het een proef betreft waarin gaandeweg het project besloten is de ontwikkeling en het inregelen van de techniek in planning afhankelijk te maken van de evaluatie. Dit gezien de tijdsklem waarin het project zich bevond en de wens voor een onderbouwde evaluatie. Dit heeft er mede toe geleid dat de opgeleverde systemen niet 100% uitontwikkeld en ingeregeld waren. Samengevat, de proef is geslaagd. Het systeem heeft technisch stabiel geopereerd. Door een krachtige samenwerking tussen private en publieke partijen is het gelukt grootschalig in de praktijk op straat de diverse systemen, softwaremodules en koppelvlakken met elkaar te laten praten en

14 samenhangend en samenwerkend te laten functioneren volgens het ontworpen theoretisch concept. De positieve effecten op het hoofdwegennet zijn zichtbaar. Dit gaat echter ten koste van de doorstroming op het stedelijke wegennet. De leerervaringen die zijn opgedaan in de proef geven ruimte voor optimalisaties van het systeem en de keuzes voor het onderzoeksgebied. Deze optimalisaties en aanbevelingen worden inmiddels gebruikt in fase 2 van PPA en kunnen ook gebruik worden in andere regio s. Het is echter niet zo dat de resultaten van deze proef als basis kunnen dienen voor gecoördineerd netwerkbreed verkeersmanagement in een andere regio. Het betreffen conclusies van het gebruikte systeem in de regio Amsterdam in deze specifieke periode Aanbevelingen Aanbevelingen optimalisaties Op basis van de evaluatie zijn verbeterpunten geformuleerd: Efficiënter doseren: uit de evaluatie is gebleken dat PPA te vroeg (bij een laag verkeersaanbod) start met doseren en dat doseren na het ontstaan van filevorming geen effect meer heeft op de uitstroomintensiteit uit de file op de A10 West. Er wordt daarom aanbevolen om nader te onderzoeken in welke mate doseren na het ontstaan van filevorming bijdraagt aan enerzijds de winst op het hoofdwegennet en anderzijds het verlies op het stedelijk wegennet. Door de instellingen van het doseeralgoritme aan te passen zouden de vertragingen op het stedelijk wegennet kunnen afnemen; Voorkomen hinder voor richtingen die niet naar de toerit gaan: uit de evaluatie is gebleken dat ook verkeer dat niet naar de toeritten rijdt gehinderd wordt door PPA. Door de verkeersregelingen aan te passen zouden de verliezen op het stedelijk wegennet kunnen afnemen; Voorkomen hinder voor verkeer zonder relatie met het knelpunt: met name op de aansluitingen S104-S107 zijn veel verliezen ontstaan, terwijl het verkeer op deze wegvakken een beperkte bijdrage leveren aan de vermindering van het knelpunt hoogte van de Coentunnel. Door het doseren op deze aansluitingen te heroverwegen kan effectiever gedoseerd worden op overige aansluitingen en wordt verkeer niet onnodig gehinderd. Dit betekent ook dat het gebied waarin wordt gecoördineerd kleiner wordt, namelijk het gebied rondom de S101 en S102; Nader onderzoek buffers: aansluitend op het vorige punt is het aan te bevelen om bij volgende implementaties van gecoördineerd netwerkbreed verkeersmanagement vooraf de effectiviteit van buffers te onderzoeken. Bij de keuze van de buffers moet erop gelet worden dat hinder voor richtingen die niet naar de toerit gaan voorkomen wordt en het verkeer in de buffers een voldoende relatie met het knelpunt heeft Opmaat naar fase 2 In 2015 is een start gemaakt met fase 2 van PPA, bestaande uit drie nieuwe proeven (Noord, West en Zuidoost). In PPA Noord wordt een tweede proef met wegkantsystemen uitgevoerd, in de PPA West wordt getest of floating in car data kan worden geïntegreerd in de wegkant systemen van fase. In PPA Zuidoost wordt getest of wegkant data kan worden toegevoegd aan de in-car services die hier in fase 1 zijn getest. In PPA Noord en West worden de leerervaringen van de Evaluatie PPA Wegkant fase 1 expliciet meegenomen. In PPA Noord wordt de wegkantproef beproefd op een provinciaal en gemeentelijk (Zaanstad) gebied in situaties waarvan er honderden in Nederland voorkomen. De proef zal worden gegund aan een marktpartij, waarbij brede uitrol van resultaten nadrukkelijk uitgangspunt zijn. In PPA- West wordt beproefd of de inwinning van de benodigde data kan plaatsvinden met Floating Car Data (geen lussen) en de huidige wegkantsystemen geoptimaliseerd op basis van de verklarende factoren uit de evaluatie fase 1. In PPA Zuidoost wordt een 1 e stap gezet om te komen tot integratie van wegkant- en in-car door redenerend vanuit wegkant en gekeken of privaat verkeersmanagement mogelijk is.

15 4. Literatuur Eindrapport Evaluatie PPA Wegkant, ARCADIS, 6 februari Technische tussenrapportage Evaluatie PPA Wegkant gecoördineerd deelnetwerk, ARCADIS, 6 februari 2015.

Evaluatie PPA Wegkant

Evaluatie PPA Wegkant Evaluatie PPA Wegkant Resultaten en ervaringen 4 juni 2015 Niels Beenker Imagine the result Inhoud/structuur Opbouw Evaluatie Wegkant Resultaten verkeerskundige evaluatie Conclusies Aanbevelingen Dia 2

Nadere informatie

Lessen en ervaringen met Geintegreerd Netwerkbreed Verkeersmanagement (GNV) 6 oktober 2016

Lessen en ervaringen met Geintegreerd Netwerkbreed Verkeersmanagement (GNV) 6 oktober 2016 Lessen en ervaringen met Geintegreerd Netwerkbreed Verkeersmanagement (GNV) 6 oktober 2016 Waarom PPA? PPA is geen doel en staat niet op zich! Problemen door verkeer: Milieu: 29,3 miljoen ton CO 2 uitstoot

Nadere informatie

Praktijkproef Amsterdam fase 2: PPA West

Praktijkproef Amsterdam fase 2: PPA West Praktijkproef Amsterdam fase 2: PPA West In fase 1 van Praktijkproef Amsterdam (PPA) is een vorm van gecoördineerd netwerkbreed verkeersmanagement (GNV) op A10 West en aansluitende S-wegen van gemeente

Nadere informatie

PPA. de essentie. Praktijkproef Amsterdam

PPA. de essentie. Praktijkproef Amsterdam PPA de essentie Praktijkproef Amsterdam PPA is een gezamenlijk initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat, de gemeente Amsterdam, de provincie Noord-Holland, de stadsregio

Nadere informatie

Ex-ante evaluatie tweede fase Praktijk-proef Amsterdam

Ex-ante evaluatie tweede fase Praktijk-proef Amsterdam Ex-ante evaluatie tweede fase Praktijk-proef Amsterdam Praktijkproef Amsterdam Praktijkproef Amsterdam (PPA) is een grootschalige proef om met nieuwe technologieën langs de weg en in de auto de files te

Nadere informatie

Deze notitie bevat de resultaten van het eerste deel van PPA West. Dit deel is gericht op de verbeteringen van het GNV concept zoals in PPA fase 1 is

Deze notitie bevat de resultaten van het eerste deel van PPA West. Dit deel is gericht op de verbeteringen van het GNV concept zoals in PPA fase 1 is Deze notitie bevat de resultaten van het eerste deel van PPA West. Dit deel is gericht op de verbeteringen van het GNV concept zoals in PPA fase 1 is ontwikkeld en beproefd. De notitie is gebaseerd op

Nadere informatie

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement

Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement Inventarisatie evaluaties stedelijk verkeersmanagement Een overzicht van de beschikbare kennis Florence Bloemkolk, Henk Taale 21 juni 2018 Stedelijk verkeersmanagement: wat is het? CROW: Verkeersmanagement

Nadere informatie

Gecoördineerd Netwerkbreed Verkeersmanagement (GNV) in de praktijk

Gecoördineerd Netwerkbreed Verkeersmanagement (GNV) in de praktijk Gecoördineerd Netwerkbreed Verkeersmanagement (GNV) in de praktijk Willem Mak (Senior verkeerskundige Vialis bv) Samenvatting Gecoördineerd Netwerkbreed Verkeersmanagement (GNV) is in potentie een kansrijk

Nadere informatie

Analyse doorstroming gemotoriseerd verkeer op t Goylaan

Analyse doorstroming gemotoriseerd verkeer op t Goylaan Analyse doorstroming gemotoriseerd verkeer op t Goylaan Herinrichting van t Goylaan zorgt voor verbeterde doorstroming t Goylaan in gemeente Utrecht is medio 2016 heringericht. De 2 x 2 rijstroken zijn

Nadere informatie

N237 Provincie Utrecht: MBO Systeem

N237 Provincie Utrecht: MBO Systeem (Bijdragenr. 54) N237 Provincie Utrecht: MBO Systeem ir. Mark Snoek IT&T Samenvatting Het MBO Systeem van IT&T geeft tijdens de uitgebreide werkzaamheden aan de A28 de Provincie Utrecht inzicht in de realtime

Nadere informatie

Netwerkmanagement van tekentafel naar operationeel bedrijf

Netwerkmanagement van tekentafel naar operationeel bedrijf 8 Netwerkmanagement van tekentafel naar operationeel bedrijf Praktijkproef Amsterdam Afgelopen maart was een mijlpaal in het prestigieuze project Praktijkproef Amsterdam: de gecoördineerde regeling op

Nadere informatie

DVM in Amsterdam, de ambities waargemaakt door de systemen!

DVM in Amsterdam, de ambities waargemaakt door de systemen! (Bijdragenr. 56) DVM in Amsterdam, de ambities waargemaakt door de systemen! Bert van der Veen Advin b.v. Rien Borhem Gemeente Amsterdam 1. Inleiding Om het verkeer in goede banen te leiden wordt steeds

Nadere informatie

Toepassen van verkeersregelinnovaties, doen!

Toepassen van verkeersregelinnovaties, doen! Toepassen van verkeersregelinnovaties, doen! Eric Greweldinger (gemeente s-hertogenbosch) Zeger Schavemaker (IT&T) Samenvatting Nederland loopt voorop als het gaat om voertuig afhankelijk regelingen bij

Nadere informatie

Floating car data in de praktijk(proef Amsterdam) Harry van Ooststroom

Floating car data in de praktijk(proef Amsterdam) Harry van Ooststroom Floating car data in de praktijk(proef Amsterdam) Harry van Ooststroom PPA Noord Uitrol PPA 1.0 PPA Fase 2 PPA West PPA 1.0 -> 2.0 FCD in GNV regeling PPA Zuidoost PPA 2.0 Evenementen PPA West: Gecoördineerd

Nadere informatie

Evaluatie proeftrajecten 130 km/h. Niels Beenker (ARCADIS), Marcel Schoemakers, Bert van Engelenburg (Bureau Onderweg) Arnold van Veluwen (RWS-DVS)

Evaluatie proeftrajecten 130 km/h. Niels Beenker (ARCADIS), Marcel Schoemakers, Bert van Engelenburg (Bureau Onderweg) Arnold van Veluwen (RWS-DVS) Evaluatie proeftrajecten 130 km/h Niels Beenker (ARCADIS), Marcel Schoemakers, Bert van Engelenburg (Bureau Onderweg) Arnold van Veluwen (RWS-DVS) Inhoud Introductie Dynamax130 project Doel Evaluatie en

Nadere informatie

1. De doorstroming op etmaalniveau op de t Goylaan is in 2017 t.o.v licht verbeterd;

1. De doorstroming op etmaalniveau op de t Goylaan is in 2017 t.o.v licht verbeterd; Arane Adviseurs in verkeer en vervoer Groen van Prinsterersingel 43b 2805 TD Gouda Memo e info@arane.nl t 0182 555 030 Van: Aan: Arane Adviseurs in verkeer en vervoer Gemeente Utrecht Datum: 6 april 2017

Nadere informatie

B48 Regelscenario s Corridor A15 en Ruit Rotterdam

B48 Regelscenario s Corridor A15 en Ruit Rotterdam B48 Regelscenario s Corridor A15 en Ruit Rotterdam Gerben Quirijns (ARCADIS Nederland BV) In opdracht van Stadsregio Rotterdam Samenvatting Netwerkorganisatie Bereik! is in het kader van DVM Zuidvleugel

Nadere informatie

De auto als actuator

De auto als actuator De auto als actuator Martie van der Vlist Goudappel Coffeng BV mvdvlist@goudappel.nl Rolf Krikke Quest-TC rolf@quest-tc.nl Samenvatting De auto als actuator Communicatiemiddelen in de auto worden gebruikt

Nadere informatie

TEN effecten in Den Haag, Duurzaam Dynamisch Verkeersmanagement door integrale afweging van Traffic, Emissie en Noise (TEN) bij inzet van scenario s

TEN effecten in Den Haag, Duurzaam Dynamisch Verkeersmanagement door integrale afweging van Traffic, Emissie en Noise (TEN) bij inzet van scenario s TEN effecten in Den Haag, Duurzaam Dynamisch Verkeersmanagement door integrale afweging van Traffic, Emissie en Noise (TEN) bij inzet van scenario s Tanja Vonk (TNO) Arjen Reijneveld (Gemeente Den Haag)

Nadere informatie

Gemeente Enschede. Verkeersafwikkelingsstudie Zuiderval Resultaten aanvullende simulaties

Gemeente Enschede. Verkeersafwikkelingsstudie Zuiderval Resultaten aanvullende simulaties Gemeente Enschede Verkeersafwikkelingsstudie Zuiderval Resultaten aanvullende simulaties Gemeente Enschede Verkeersafwikkelingsstudie Zuiderval Resultaten aanvullende simulaties Datum 6 november 29 ESD131/Bsm/1362

Nadere informatie

Evaluatie spitsstrook E34-E313

Evaluatie spitsstrook E34-E313 Evaluatie spitsstrook E34-E313 Dr. Stefaan Hoornaert (Vlaams Verkeerscentrum) 11-13/09/2013 start: 21 14 13 10 86 415 12 11 97 53 sec Probleemstelling Evaluatie spitsstrook E34-E313 slide 1/11 Knelpunt

Nadere informatie

Quickscan Meerndijk (N228) Op/afrit A12 zuid Reyerscop te De Meern

Quickscan Meerndijk (N228) Op/afrit A12 zuid Reyerscop te De Meern 3 Quickscan Meerndijk (N228) Op/afrit A12 zuid Reyerscop te De Meern Onderzoek naar het functioneren van de VRI op het kruispunt Meerndijk Op/afrit A12 zuid Reyerscop te De Meern Datum 17 december 2009

Nadere informatie

Verkeerskundige evaluatie proeftrajecten 130 km/h

Verkeerskundige evaluatie proeftrajecten 130 km/h Verkeerskundige evaluatie proeftrajecten 130 km/h Niels Beenker (ARCADIS) Bert van Engelenburg (Bureau Onderweg) Arnold van Veluwen (Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart) Samenvatting Het kabinet

Nadere informatie

Aansluiting Westraven Utrecht

Aansluiting Westraven Utrecht 3 Aansluiting Westraven Utrecht Onderzoek naar de doorstroming en veiligheid op de kruispunten ten zuiden van de A12 bij Westraven Datum 06-07-2010 Status Definitief Colofon Uitgegeven door: In opdracht

Nadere informatie

Regiodesk Zuid-Holland: effectiviteit op simpele wijze getoetst

Regiodesk Zuid-Holland: effectiviteit op simpele wijze getoetst Regiodesk Zuid-Holland: effectiviteit op simpele wijze getoetst Henk Meurs MuConsult/Radboud Universiteit h.meurs@muconsult.nl Lieke Berghout Regionaal samenwerkingsverband Bereik! l.berghout@bereiknu.nl

Nadere informatie

Projectnummer: D Opgesteld door: ing. S Methorst. Ons kenmerk: :B. Kopieën aan:

Projectnummer: D Opgesteld door: ing. S Methorst. Ons kenmerk: :B. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 3515 235 www.arcadis.nl Onderwerp: Addendum QRA filekans en dynamisch verkeersmanagement behorend bij TVP

Nadere informatie

Modellenen de PraktijkproefAmsterdam: Een verstandshuwelijk Jaap van Kooten(ARANE) en Serge Hoogendoorn (TU Delft)

Modellenen de PraktijkproefAmsterdam: Een verstandshuwelijk Jaap van Kooten(ARANE) en Serge Hoogendoorn (TU Delft) Modellenen de PraktijkproefAmsterdam: Een verstandshuwelijk Jaap van Kooten(ARANE) en Serge Hoogendoorn (TU Delft) Fase In the 1: Field wegkant Operational Test Praktijkproef Amsterdam TU Gecoordineerde

Nadere informatie

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2017 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2017 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Datum 2 oktober 2018 Kenmerk 002134.20181002.R1.01

Nadere informatie

Evaluatie van netwerkmanagement

Evaluatie van netwerkmanagement Evaluatie van netwerkmanagement en welke rollen kunnen verkeersmodellen daarin spelen? Suerd Polderdijk Dienst Verkeer en Scheepvaart Platos colloquium, woensdag 3 maart 2010 Inhoud van de presentatie

Nadere informatie

Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid

Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid RWS INFORMATIE Stand van zaken onderzoek Brienenoordcorridor Zuid 1. Inleiding Het onderzoek naar het verbeteren van de doorstroming op het NMCA knelpunt in de Brienenoordcorridor in momenteel in volle

Nadere informatie

Beleving van wachten bij verkeerslichten

Beleving van wachten bij verkeerslichten (Bijdragenr. 129) Beleving van wachten bij verkeerslichten Jaap Vreeswijk Peek Traffic bv Bas van der Bijl Grontmij (voorheen stagiair bij Peek Traffic bv) Korte samenvatting De wachttijdbeleving van automobilisten

Nadere informatie

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6

MEMO. Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Datum 27 januari 2012 Projectnummer Status Definitief Versie 6 MEMO Aan Robert in 't Veld (DVS) Van Paul van Lier (Advin B.V.) Onderwerp Evaluatie Spoedaanpak - ontwikkeling verkeersprestatie (VP) per project Datum 27 januari 212 Projectnummer 7211112 Status Definitief

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2015

Nationaal verkeerskundecongres 2015 Nationaal verkeerskundecongres 2015 Tussenresultaten M&E Spookfile A58 [kop = Arial, 14 pt, regelafstand enkel, gecentreerd] ***[5 witregels]*** Carl Stolz (Auteur is werkzaam bij DTV Consultants) Jan

Nadere informatie

Kruispunt 1, 2 en 3: Aansluiting N307 - A50

Kruispunt 1, 2 en 3: Aansluiting N307 - A50 Kruispunt 1, 2 en 3: Aansluiting N307 - A50 A50 A50 Inhoud Samenvatting kruispunt 1, 2 en 3 5 1 Kruispunt 1, 2 en 3 7 1.1 Inleiding 7 1.2 Observaties 1.3 Analyse 8 9 1.4 Maatregelen 11 1.5 Kosten 11 Bijlage

Nadere informatie

Gemeente Heusden. Aanvullend onderzoek aansluitingen Drunen Eindrapport

Gemeente Heusden. Aanvullend onderzoek aansluitingen Drunen Eindrapport Gemeente Heusden Aanvullend onderzoek aansluitingen Drunen Eindrapport Gemeente Heusden Aanvullend onderzoek aansluitingen Drunen Eindrapport Datum 10 april 2008 HSE046/Wnj/0422 Kenmerk Eerste versie Documentatiepagina

Nadere informatie

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht

Voertuigverliesuren Verkeersbeeld provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2016 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Provincie Utrecht Voertuigverliesuren 2016 - Verkeersbeeld provincie Utrecht Eindrapport Datum 16 augustus 2017 Kenmerk UTA018/Fok/0054.02

Nadere informatie

Doorstromingsstudie Weefzone R1 binnenring tussen Antwerpen-Oost en Antwerpen-Zuid Microsimulatie belijningsmaatregelen

Doorstromingsstudie Weefzone R1 binnenring tussen Antwerpen-Oost en Antwerpen-Zuid Microsimulatie belijningsmaatregelen Doorstromingsstudie Weefzone R1 binnenring tussen Antwerpen-Oost en Antwerpen-Zuid Microsimulatie belijningsmaatregelen Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange

Nadere informatie

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

R-89-25 Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV SCHEIDING VAN VERKEERSSOORTEN IN FLEVOLAND Begeleidende notitie bij het rapport van Th. Michels & E. Meijer. Scheiding van verkeerssoorten in Flevoland; criteria en prioriteitsstelling voor scheiding van

Nadere informatie

Tunneldoseren Leidsche Rijntunnel A2

Tunneldoseren Leidsche Rijntunnel A2 Tunneldoseren Leidsche Rijntunnel A2 11 december 2014 Alfred Kersaan operationeel verkeerskundige adviseur RWS Verkeer en Watermanagement Midden Nederland mijn achtergrond betrokken bij vanaf 2001 betrokken

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2016

Nationaal verkeerskundecongres 2016 Nationaal verkeerskundecongres 2016 Van verkeerskundige functies naar eisen aan C-ITS Discussiepaper Henk Taale (Rijkswaterstaat, TrafficQuest en TU Delft) Isabel Wilmink (TNO en TrafficQuest) Aroen Soekroella

Nadere informatie

Toelichting op vragen over het MER

Toelichting op vragen over het MER Bestuur Regio Utrecht (BRU) Toelichting op vragen over het MER Datum 20 november 2007 TMU054/Brg/0725 Kenmerk Eerste versie 1 Aanleiding Tijdens een werkbijeenkomst van de gemeenteraad van Bunnik op 1

Nadere informatie

Regionale BenuttingsVerkenner

Regionale BenuttingsVerkenner Regionale BenuttingsVerkenner Henk Taale Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer Postbus 1031 3000 BA Rotterdam Tel.: 010 282 5881 e-mail: h.taale@avv.rws.minvenw.nl Marcel Westerman Rijkswaterstaat

Nadere informatie

BEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN. Algemeen

BEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN. Algemeen BEOORDELINGSCRITERIA FIETSOVERSTEEK EIKENLAAN Algemeen Met het uitvoeren van het monitoringsplan wordt het functioneren van de fietsoversteek in de verschillende situaties in beeld gebracht, namelijk in

Nadere informatie

Klankbordgroep. Inhoud. Presentatie verkeersmodel huidige situatie Verkeersstudie Stationsontwikkeling Soest Zuid

Klankbordgroep. Inhoud. Presentatie verkeersmodel huidige situatie Verkeersstudie Stationsontwikkeling Soest Zuid Klankbordgroep Presentatie verkeersmodel huidige situatie Verkeersstudie Stationsontwikkeling Soest Zuid Amersfoort 10 januari 2012 Albert Nauta, Chantal van der Krogt Inhoud 1. Doel verkeersstudie 2.

Nadere informatie

Verkeerskundige afspraak

Verkeerskundige afspraak Verkeerskundige afspraak VIA rekenregels 23 september 2011 2011, Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS). Alle rechten voorbehouden. Geen enkel deel van dit document mag worden vermenigvuldigd

Nadere informatie

N237: MBO Systeem. Agenda. Aanleiding en gevolgen. Van inzicht naar beslissing: Performance Indicatoren (PI)

N237: MBO Systeem. Agenda. Aanleiding en gevolgen. Van inzicht naar beslissing: Performance Indicatoren (PI) N237 Provincie Utrecht Monitoring en Beslissing Ondersteunend Systeem ir. Mark Snoek Agenda Aanleiding en gevolgen Van inzicht naar beslissing: Performance Indicatoren (PI) Automatische beoordeling op

Nadere informatie

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h Datum 12 december 2011 Bijlage(n) - Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h Achtergrond Het kabinet is voornemens de maximumsnelheid op autosnelwegen te verhogen naar 130

Nadere informatie

Capaciteit bij Werk-In-Uitvoering op Nederlandse Snelwegen

Capaciteit bij Werk-In-Uitvoering op Nederlandse Snelwegen Capaciteit bij Werk-In-Uitvoering op Nederlandse Snelwegen Thijs Homan MSc. ARCADIS Dr. Tom Thomas Universiteit Twente Samenvatting Wat is de capaciteitsreductie bij Werk-In-Uitvoering en welke factoren

Nadere informatie

Doorstromingsstudie: Spitsstrook E19 Noord richting Antwerpen

Doorstromingsstudie: Spitsstrook E19 Noord richting Antwerpen Doorstromingsstudie: Spitsstrook E19 Noord richting Antwerpen Studierapport Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111-113 bus 40 2018 Antwerpen COLOFON

Nadere informatie

Buzziburglaan. Advies voor de N225 ter hoogte van de Buzziburglaan in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. 21 april 2008

Buzziburglaan. Advies voor de N225 ter hoogte van de Buzziburglaan in de gemeente Utrechtse Heuvelrug. 21 april 2008 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Buzziburglaan Advies voor de N225 ter hoogte van de Buzziburglaan in de gemeente Utrechtse Heuvelrug 21 april 2008 ........................................................................................

Nadere informatie

C O N C E P T. 1 Inleiding. De Monarch Den Haag. Provast. Nadere kruispuntanalyse. 4 maart 2013 PVT021/Nhn/ februari 2013

C O N C E P T. 1 Inleiding. De Monarch Den Haag. Provast. Nadere kruispuntanalyse. 4 maart 2013 PVT021/Nhn/ februari 2013 Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Effectiviteitbepaling regelscenario s vooraf met de ITS scenario Manager: casestudie Waterland bereikbaar

Effectiviteitbepaling regelscenario s vooraf met de ITS scenario Manager: casestudie Waterland bereikbaar Effectiviteitbepaling regelscenario s vooraf met de ITS scenario Manager: casestudie Waterland bereikbaar Wim van Husen Grontmij nv Wim.vanhusen@grontmij.nl Falco de Jong Grontmij nv falco.dejong@grontmij.nl

Nadere informatie

De evaluatie van de KLPD spitsteams

De evaluatie van de KLPD spitsteams De evaluatie van de KLPD spitsteams Henk Taale Adviesdienst Verkeer en Vervoer Postbus 3 3 BA Rotterdam Tel.: - 282 58 8 Fax: - 282 56 44 E-mail: h.taale@avv.rws.minvenw.nl Jan van Loosbroek Korps Landelijke

Nadere informatie

Voorbehouden rijstrook op E17 naar R2/E34

Voorbehouden rijstrook op E17 naar R2/E34 Doorstromingsstudie Voorbehouden rijstrook op E17 naar R2/E34 Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111-113 bus 40 2018 Antwerpen COLOFON Titel Dossiernummer

Nadere informatie

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten

Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Kosteneffectiviteit en het programma Beter Benutten Beter Benutten: kosteneffectieve maatregelen Rijk, regio en bedrijfsleven werken in het programma Beter Benutten samen om de bereikbaarheid in de drukste

Nadere informatie

EINDNOTA UTOPIA Versie 1.1 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

EINDNOTA UTOPIA Versie 1.1 ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// Expertise Verkeer en Telematica Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 4 1000 BRUSSEL T 02 533 78 01 expertise.verkeer.telematica@vlaanderen.be EINDNOTA UTOPIA Versie 1.1 /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////

Nadere informatie

Rapport DE ANTIFILE-APP

Rapport DE ANTIFILE-APP Rapport DE ANTIFILE-APP Rapport over een klacht over de minister van Infrastructuur en Milieu (Rijkswaterstaat) Datum: 19 augustus 2015 Rapportnummer: 2015/125 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een

Nadere informatie

De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES?

De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES? CTB1420 Oefenopgaven Deel 4 - Antwoorden De hoofdstuknummers in deze bundel corresponderen met de hoofdstukken in het diktaat 1 VERKEERSSTROOMTHEORIE OF: HOE ONTSTAAN FILES? 1. Eenheden a) Dichtheid: k,

Nadere informatie

Ontwikkeling en verklaring congestie

Ontwikkeling en verklaring congestie Ontwikkeling en verklaring congestie Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Provincie NH Haarlem, 23 november 2015 Inhoud Ontwikkeling congestie Verwachting congestie Verklaring congestie

Nadere informatie

RTT als ontbrekende schakel in verkeersmanagement

RTT als ontbrekende schakel in verkeersmanagement RTT als ontbrekende schakel in verkeersmanagement Lessen uit 2 jaar regionaal tactisch verkeersmanagement in Noord-Holland Arthur Rietkerk (provincie Noord-Holland) - spreker Guido Hagen (ARCADIS) Jeroen

Nadere informatie

Doorstromingsstudie: Microsimulatie hoofdwegennet R2 ter hoogte van Tijsmanstunnel

Doorstromingsstudie: Microsimulatie hoofdwegennet R2 ter hoogte van Tijsmanstunnel Doorstromingsstudie: Microsimulatie hoofdwegennet R2 ter hoogte van Tijsmanstunnel Studierapport Departement Mobiliteit en Openbare Werken Verkeerscentrum Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111-113 bus

Nadere informatie

Evaluatiemethodiek regelscenario's

Evaluatiemethodiek regelscenario's Evaluatiemethodiek regelscenario's Evaluatie van het proces en de verkeerskundige effecten Versie 1.0 Datum 24 september 2015 Status definitief Evaluatiemethodiek regelscenario's Evaluatie van het proces

Nadere informatie

Notitie. blad 1 van 8

Notitie. blad 1 van 8 Notitie datum 14 april 2017 aan Williard van der Sluis Rijkswaterstaat van Hans van Herwijnen Antea Group kopie Marijke Visser Antea Group project Corridor Amsterdam-Hoorn projectnr. 0410260.00 Notitie

Nadere informatie

Kruispunt 5: N340 Kranenburgweg Vechtdijk

Kruispunt 5: N340 Kranenburgweg Vechtdijk Kruispunt 5: N340 Kranenburgweg Vechtdijk Pagina 2 van 14 Inhoud Samenvatting kruispunt 5 5 5 Kruispunt 5: N340 Kranenburgweg Vechtdijk 7 5.1 Inleiding 7 5.2 Observaties 5.3 Analyse 7 8 5.4 Maatregelen

Nadere informatie

Contactpersoon opdrachtgever: Harry van Ooststroom Contactpersoon Arane: Jaap van Kooten

Contactpersoon opdrachtgever: Harry van Ooststroom Contactpersoon Arane: Jaap van Kooten Opdrachtgever: Rijkswaterstaat Titel: PPA Haalbaarheidsstudie Status: EINDRAPPORT Datum: juni 2017 Contactpersoon opdrachtgever: Harry van Ooststroom Contactpersoon Arane: Jaap van Kooten 1 Uitgangspunten

Nadere informatie

Plaats en datum Referentienummer Kenmerk De Bilt, 9 februari 2012 T&M FdJ/jj

Plaats en datum Referentienummer Kenmerk De Bilt, 9 februari 2012 T&M FdJ/jj Memo Plaats en datum Referentienummer Kenmerk De Bilt, 9 februari 2012 T&M-1034502-FdJ/jj 307175 Aan Gerdien Priester Kopie aan Rob Meijer Mark Aarts Arie van der Spoel Van Jan Janssen Betreft Rijtijden

Nadere informatie

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda

MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda MIRT-Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel - Gouda Tussenresultaten Inhoud Waar staan we nu, vervolgstappen en planning? NRD januari 2018 en zienswijzen Drie alternatieven A20 Resultaten van het onderzoek:

Nadere informatie

Verificatie en calibratie MaDAM

Verificatie en calibratie MaDAM Verificatie en calibratie MaDAM Remco van Thiel Graduation Date: 15 October 2004 Graduation committee: v. Berkum Weijermars Birnie Organisation: Goudappel Coffeng Inleiding Het wordt steeds drukker op

Nadere informatie

Dynamisch Verkeersmanagement kan niet langer zonder een onafhankelijke coördinator

Dynamisch Verkeersmanagement kan niet langer zonder een onafhankelijke coördinator Dynamisch Verkeersmanagement kan niet langer zonder een onafhankelijke coördinator Frank Ottenhof Samenvatting Reizigers gaan steeds meer gebruik maken van apps en moderne in-car apparatuur om slim van

Nadere informatie

Bijdragenr. 32. Verkeerskundig beheer van verkeerslichten en andere verkeerssystemen

Bijdragenr. 32. Verkeerskundig beheer van verkeerslichten en andere verkeerssystemen Bijdragenr. 32 Verkeerskundig beheer van verkeerslichten en andere verkeerssystemen ****** Erna Schol (Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart, Groene Golf Team) Emile Oostenbrink (CROW) Samenvatting

Nadere informatie

Het landelijk verkeersmanagement beraad

Het landelijk verkeersmanagement beraad Het landelijk verkeersmanagement beraad Over de kracht van regionale samenwerking en landelijke afspraken Landelijke WOW dag - Zwolle Terry Albronda - gemeente Groningen Alex Smienk - Rijkswaterstaat VRAAG

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2014

Nationaal verkeerskundecongres 2014 Nationaal verkeerskundecongres 214 Datafusie voor slimmer gebruik van verkeerssystemen: AID als casestudy Robert de Munter, Data Scientist werkzaam bij MAP Traffic Management Anton Wijbenga, Data Scientist

Nadere informatie

Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Zwolle Kampen

Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Zwolle Kampen Factsheet eerste Factsheet effecten BeterBeter Benutten Benutten regioregio Maastricht Zwolle Kampen Factsheet eerste effecten Beter Benutten regio Zwolle Kampen Inleiding Voor de montoring en evaluatie

Nadere informatie

Kruispunt 6: N340 A28 Nieuwleusenerdijk

Kruispunt 6: N340 A28 Nieuwleusenerdijk Kruispunt 6: N340 A28 Nieuwleusenerdijk Pagina 2 van 13 Inhoud Samenvatting kruispunt 6 5 6 Kruispunt 6: N340 A28 - Nieuwleusenerdijk 7 6.1 Inleiding 7 6.2 Observaties 6.3 Analyse 8 8 6.4 Maatregelen 9

Nadere informatie

B73a CAR in de provincie Zuid-Holland: verkeersmanagement op alle niveaus

B73a CAR in de provincie Zuid-Holland: verkeersmanagement op alle niveaus B73a CAR in de provincie Zuid-Holland: verkeersmanagement op alle niveaus John Steendijk Provincie Zuid-Holland Jan-Willem Grotenhuis XTNT Samenvatting Coördinatie van Alternatieve Routes (CAR) wordt toegepast

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Min isterie van lnfrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Min isterie van lnfrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Min isterie van lnfrastructuur en Milieu Evaluatie dynamax experiment A20 Datum 21 mei 2012 Status definitief Evaluatie dynamax experiment A20 Datum 21 nnei 2012 Status definitief Evaluatie

Nadere informatie

Netwerkbreed gecoördineerd verkeersmanagement in (en om) Den Haag. Arjen Reijneveld Gemeente Den Haag

Netwerkbreed gecoördineerd verkeersmanagement in (en om) Den Haag. Arjen Reijneveld Gemeente Den Haag Netwerkbreed gecoördineerd verkeersmanagement in (en om) Den Haag Arjen Reijneveld Gemeente Den Haag Inhoud begin netwerkbreed verkeersmanagement in Den Haag huidige werkwijze en ervaring doorontwikkeling

Nadere informatie

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda

Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Deze samenvatting bevat de hoofdlijn van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) van de MIRT Verkenning

Nadere informatie

Beoordeling overwegsituaties. bereikbaarheid. Beeld plaatsen ter grootte van dit kader. bij wijzigende treinfrequenties en verkeersintensiteiten

Beoordeling overwegsituaties. bereikbaarheid. Beeld plaatsen ter grootte van dit kader. bij wijzigende treinfrequenties en verkeersintensiteiten Beoordeling overwegsituaties op Beeld plaatsen ter grootte van dit kader bereikbaarheid bij wijzigende treinfrequenties en verkeersintensiteiten ing. F.A. Aalbers drs. ing. D. Walraven 2 Agenda aanleiding

Nadere informatie

Verkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid

Verkeersafwikkeling Oegstgeest a/d Rijn en Frederiksoord Zuid Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Casuariestraat 9a Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 VB Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Waarom staat het licht op groen?

Waarom staat het licht op groen? Waarom staat het licht op groen? Dorien Ottenhof (Provincie Noord-Hollandj) Luc Prinsen (Goudappel Coffeng) Lieuwe Krol (Goudappel Coffeng) Samenvatting Verkeerslichten functioneren een groot deel van

Nadere informatie

Regionale ScenarioBouwer

Regionale ScenarioBouwer Agenda Regionale ScenarioBouwer Het concept, en eisen aan het instrumentarium RAND Europe en TNO in opdracht van AVV PLATOS colloquium Presentatie: Rik van Grol (Significance) 14 maart 2007 Inleiding Het

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2015

Nationaal verkeerskundecongres 2015 Nationaal verkeerskundecongres 2015 Verkeersmanagement o.b.v. RT modellen : wat vergt dit van huidige systemen? Bas van der Bijl (Grontmij Smart Mobility) Guus Tamminga (Grontmij Smart Mobility) Gerbrand

Nadere informatie

1 Ontwikkeling hoofdwegennet

1 Ontwikkeling hoofdwegennet Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 ()57 666 222 F +31 ()57 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus

Nadere informatie

Transparantie in dynamische modellen voor wegverkeer

Transparantie in dynamische modellen voor wegverkeer Transparantie in dynamische modellen voor wegverkeer A model should be as simple as possible, but not simpler... (A. Einstein) PLATOS2011, 3/8/11 Dr. Hans van Lint Prof. Dr. Serge Hoogendoorn Delft University

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus

Nadere informatie

In car-proeven Resultaten. Folkert Bloembergen

In car-proeven Resultaten. Folkert Bloembergen In car-proeven Resultaten Folkert Bloembergen Samenhang en interactie in-car en wegkant Informeren Adviseren Optimaliseren Geleiden Sturen In-car spoor PPA Wegkant spoor PPA Domein markt Domein wegbeheerder

Nadere informatie

Cameraonderzoek kruispunt Stationsweg-Burgemeester Van Roijensingel. Eindrapportage

Cameraonderzoek kruispunt Stationsweg-Burgemeester Van Roijensingel. Eindrapportage Cameraonderzoek kruispunt Stationsweg-Burgemeester Van Roijensingel Eindrapportage Keypoint Consultancy bv Institutenweg 32 7521 PK Enschede www.keypoint.eu Tel. 053 482 57 00 Fax 053 482 57 29 info@keypoint.eu

Nadere informatie

Actuele informatie over wegwerkzaamheden binnen handbereik!

Actuele informatie over wegwerkzaamheden binnen handbereik! Actuele informatie over wegwerkzaamheden binnen handbereik! Helène van der Poel Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW) Sharon Schoppema Provincie Noord-Holland Wim Smittenaar Nationale Databank Wegverkeersgegevens

Nadere informatie

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16 Gemeenschappelijk onderzoek provincies en Rijkswaterstaat: aanvullende analyses Augustus 2013 Inhoud 1. Inleiding 4 2. Doorstroming 5 3. Wegwerkzaamheden 7 4. Informatie 11 5. Aangeven maximumsnelheid

Nadere informatie

Verklaringsmethodiek KiM bereikbaarheid hoofdwegennet

Verklaringsmethodiek KiM bereikbaarheid hoofdwegennet Verklaringsmethodiek KiM bereikbaarheid hoofdwegennet Han van der Loop, Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid Workshop KiM en RWS/WVL/NM Den Haag, 4 augustus 2015 Inhoud Vraagstelling Beschikbare gegevens

Nadere informatie

Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse

Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse projectnr. 196305 revisie 3 23 maart 2010 Opdrachtgever Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB LELYSTAD datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2015

Nationaal verkeerskundecongres 2015 Nationaal verkeerskundecongres 2015 Coöperatief Verkeersmanagement o.b.v. realtime modellen : wat vergt dit van huidige systemen? Bas van der Bijl (Grontmij Smart Mobility) Guus Tamminga (Grontmij Smart

Nadere informatie

Memo. Inleiding. Onderwerp: Memo doorstroming rotonde Parklaan Zandlaan - Horalaan

Memo. Inleiding. Onderwerp: Memo doorstroming rotonde Parklaan Zandlaan - Horalaan Memo Onderwerp: Memo doorstroming rotonde Parklaan Zandlaan - Horalaan Kampen, Projectomschrijving: 30 november 2018 Simulatie rotonde Parklaan Zandlaan Horalaan. Van: BonoTraffics bv, Opgesteld door:

Nadere informatie

Floating Car Data voor filestaartbeveiliging Marco Schreuder (RWS) NDW-NM 7 december 2016

Floating Car Data voor filestaartbeveiliging Marco Schreuder (RWS) NDW-NM 7 december 2016 Floating Car Data voor filestaartbeveiliging Marco Schreuder (RWS) NDW-NM 7 december 2016 Inhoud Aanleiding Aanpak Resultaat Vervolg Praktijkproef Amsterdam Verkeersinfo Toepassingen FCD voor RWS Verkeersmanagement

Nadere informatie

Informatieavond verkeer

Informatieavond verkeer Informatieavond verkeer In relatie tot project Borgronden 14 juni 2018 Wat gaan we doen op deze informatieavond? 20.00 Opening, 20.05 Welkomstwoord 20.10 Terugkoppeling verkeersoplossingen 20.20 Verkeers-onderzoek

Nadere informatie

TDI Utrecht-Noord. Beter spreidend dan jojoënd doseren. Datum 4 juli 2011 Status Definitief

TDI Utrecht-Noord. Beter spreidend dan jojoënd doseren. Datum 4 juli 2011 Status Definitief TDI Utrecht-Noord Beter spreidend dan jojoënd doseren Datum 4 juli 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door In opdracht van Contactpersoon Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS Dienst Verkeer

Nadere informatie

Heel Holland bakt Netwerkregeling in de praktijk, levert dit op wat we ervan verwachten?

Heel Holland bakt Netwerkregeling in de praktijk, levert dit op wat we ervan verwachten? Heel Holland bakt Netwerkregeling in de praktijk, levert dit op wat we ervan verwachten? Het recept van netwerkregelingen proeven in de praktijk Guus Kruijssen, sector Verkeersmanagement 1. De aankondiging

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2016

Nationaal verkeerskundecongres 2016 Nationaal verkeerskundecongres 2016 De nieuwe databron: Modelled Car Data Bas van der Bijl (Sweco Nederland B.V.) Niels Henkens (Sweco Nederland B.V.) Samenvatting Verkeersinformatie wordt steeds belangrijker,

Nadere informatie

MobiMaestro /verkeersmanagement in steden en provinciën

MobiMaestro /verkeersmanagement in steden en provinciën MobiMaestro /verkeersmanagement in steden en provinciën >the right development >nederlands MobiMaestro /hoe creëer je doorstroming? Het wegverkeer groeit; steden en provinciale wegen krijgen steeds vaker

Nadere informatie