Thema 8 Elena op de kinderboerderij Les 8.1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Thema 8 Elena op de kinderboerderij Les 8.1"

Transcriptie

1 Thema 8 Elena op de kinderboerderij Les 8.1 Kernwoorden: Braun, die Farm, der Bauer, die Kuh, das Kalb, das Schaf, das Lamm, das Pferd, das Fohlen, das Schwein, das Ferkel, das Huhn, das Küken, die Ziege, der Hahn, der Vogel. Bruin, de boerderij, de boer, de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het haan, de vogel. Marron, la ferme, le fermier, la vache, le veau, le mouton, coq, l oiseau. Uitbreidingswoorden: Das Tier (die Tiere), die Eier, weich, ängstlich, der Schwanz, die Feder (die Federn), der Rucksack Het dier (de dieren), eieren, zacht, bang, de staart, de veer (veren), de rugzak. L'animal (les animaux), les œufs, doux, peureux, la queue, la plume (plumes), le sac à dos Doelen: De kinderen maken kennis met de woorden behorend bij het thema Elena op de kinderboerderij. Materialen: De uitgeprinte flashcards: de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het veulen, het varken, de big, de haan Introductie Vertel ( in L1) aan de kinderen dat het weer tijd is voor de Nederlandse les en dat ze gaan kijken en luisteren naar Elena. De titel van het nieuwe thema is Elena op de kinderboerderij. Elena bezoekt samen met de klas de kinderboerderij. Ook meester Mark gaat mee. Mark is stagiaire en helpt juf Jet een dag in de week. Op de kinderboerderij zijn veel pasgeboren dieren. Wie komt er wel eens op een kinderboerderij? Welke dieren zie je daar allemaal? Vertel dan wat de taaldoelen zijn van de les. Verwerking Activiteit 1. Video (Geanimeerd digitaal prentenboek) Kijk en luister samen met de kinderen naar het filmpje Elena op de kinderboerderij. Schau, da läuft Elenas Klasse. Sie gehen in den Streichelzoo. Frau Jet und Herr Mark sind auch da. Herr Mark hilft Frau Jet. Was hast du im Rucksack, Elena? Essen für die Tiere. Ich habe Salat, Karotten und Kijk, daar loopt de klas van Elena. Zij gaan naar de kinderboerderij. Juf Jet en meester Mark zijn er ook. Meester Mark helpt juf Jet. Wat heb jij in je rugzak, Elena? Eten voor de dieren. Regardez, c est la classe d'elena. Ils vont à la ferme. Mme Jet et M. Mark sont là aussi. M. Mark aide Mme Jet. Qu'est-ce que tu as dans ton sac à dos, Elena? À manger pour les animaux. 1

2 Butterbrote. Hallo Jungs und Mädchen. Ich bin Bauer Ben. Willkommen im Streichelzoo. Auf dem Hof laufen Hühner, Küken und Hähne frei herum. Wollt ihr die neugeborenen Tiere sehen? Die Kinder laufen zum Stall. Hier ist die Kuh mit ihrem Kalb. Muuuhhh macht die Kuh. Da ist das Pferd mit ihren Fohlen. Hiiii, wiehert das Pferd. Und hier ist das Schaf mit seinem Lamm. Meehhh macht das Schaf. Das Lamm ist so weich. In der Scheune liegt ein dickes Schwein mit seinem Ferkel. Das Schwein isst viel! Wer hat Essen dabei? Elena nimmt ihren Salat, ihre Butterbrote und Karotten. Grump, Grump, Grump schluckt das Schwein. Vorsicht, Elena. Das Schwein mag auch deine Hand! Elena hat Angst. Jetzt sind die Ziegen an der Reihe. Auch die Ziegen haben Hunger. Otto öffnet seinen Rucksack. Vorsicht Otto! Aber es ist schon spät. Eine Ziege steckt den Kopf in den Rucksack. Sie ist bis sie nicht mehr kann. So, die Tiere haben Hunger! Ik heb sla, wortels en boterhammen Dag jongens en meisjes. Ik ben boer Ben. Welkom op de kinderboerderij. Op het erf lopen kippen, kuikens en een haan. Willen jullie de pasgeboren dieren zien? De kinderen lopen naar de stal. Hier is de koe met haar kalf. Booeee doet de koe. Dit is het paard met haar veulen. Hiiiiii, hinnikt het paard. En hier is het schaap met haar lammetje. Beeeh doet het schaap. Wat is het lammetje lekker zacht. In de schuur ligt een dik varken met haar big. Dit varken lust wel wat! Wie heeft er eten bij zich? Elena pakt haar sla, boterhammen en wortels. Grump, grump, grump schrokt het varken. Voorzichtig Elena. Het varken lust ook je hand! Elena wordt er bang van. Dan zijn de geiten aan de beurt. Ook de geiten hebben honger. Otto doet zijn rugzak open. Voorzichtig Otto! Maar het is al te laat. Een geit steekt zijn kop in de rugzak. Hij eet zijn buik vol. Nou, nou, de dieren hebben honger! J'ai de la salade, des carottes et du pain. Bonjour les enfants. Je suis Ben le fermier. Bienvenue à la ferme. Dans la basse-cour, il y a des poules, des poussins et un coq. Vous voulez voir les bébés animaux? Les enfants vont à l écurie. Voici la vache avec son veau. Meuh fait la vache. Voici le cheval avec son poulain. Hiiii, fait le cheval. Et voici le mouton avec son agneau. Bêêê fait le mouton. Que l'agneau est doux! Dans la grange il y a un cochon dodu avec son petit. Le cochon mange beaucoup! Qui a de la nourriture? Elena prend sa salade, son pain et ses carottes. Groin, groin,groin fait le cochon. Attention Elena! Le cochon veut aussi manger ta main! Elena a peur. Maintenant, c est au tour des chèvres. Les chèvres ont faim aussi. Otto ouvre son sac à dos. Attention Otto! Mais il est trop tard. Une chèvre passe sa tête dans le sac à dos. Elle mange tout ce qu elle peut. Eh bien, eh bien, les animaux ont faim! Klik dan op het onderdeel prentenboek. Nu wordt het verhaal weer voorgelezen, maar kunt u zelf de bladzijden omslaan. Luister met de kinderen naar het verhaal en wijs ondertussen de volgende afbeeldingen aan: juf Jet, meester Mark, rugzak, boer Ben, stal, kippen, kuikens, haan, koe, kalf, paard, veulen, schaap, lammetje, varken, big, geiten. Wat heeft Elena in haar rugzak? Waarom? 2

3 Instructietaal 8.1a: Schaut euch die Geschichte an und hört gut zu. Elena ist mit ihrer Klasse im Streichelzoo. Kijk en luister goed naar het verhaal. Elena is samen met haar klas op de kinderboerderij. Activiteit 2. Activiteit 2 bestaat uit twee delen. Voor het eerste deel heeft u het digitale bord nodig. Voor het tweede deel de uitgeprinte afbeeldingen. Ga naar Voor de leerkracht. Daar vindt u de flashcards. Zet op het digitale bord de volgende flashcards klaar: de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het kip, het kuiken, de geit, de haan Klik op de geluidsknop. De kinderen horen de woorden. Vraag de kinderen goed te luisteren en het woord na te zeggen. Herhaal dit nog een keer Instructietaal 8.1b: Hört gut zu. Könnt ihr die Wörter wiederholen? Sehr gut! Luister goed naar het woord. Kunnen jullie dat herhalen? Goed zo! Écoutez bien. Pouvez-vous répéter les mots? Super! Speel dan het volgende spel: Laat de uitgeprinte afbeeldingen nogmaals één voor één aan de kinderen zien, herhaal de namen en vraag de kinderen hardop de namen te noemen. Pak dan een flashcard en zeg dan: Dit is een (koe). Geef daarna de flashcard aan een kind en die herhaalt: Dit is een koe. Dan geeft het kind de afbeelding weer door aan een ander kind en die zegt ook: Dit is een koe, enz. Laat de kaart een paar maal doorgeven en doe dan het zelfde met een nieuwe flashcard. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Geef de kinderen de volgende twee opdrachten: 1. Teken thuis twee dieren en leer je vader/moeder de Nederlandse naam van het dier. Neem de tekening voor de volgende les weer mee naar school. 2. Oefen de nieuwe woorden samen met je ouders (of een ander gezinslid) met behulp van het onderdeel Oefenen met woorden. Tip: Geef de flashcards een duidelijk zichtbare plaats in de klas en creëer op deze manier een Hollandse, Duitse of Franse hoek. Deze hoek kunt u verder aankleden met werk van de kinderen rondom dit thema. 3

4 Les 8.2 Kernwoorden: Braun, die Farm, der Bauer, die Kuh, das Kalb, das Schaf, das Lamm, das Pferd, das Fohlen, das Schwein, das Ferkel, das Huhn, das Küken, die Ziege, der Hahn, der Vogel. Bruin, de boerderij, de boer, de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het haan, de vogel. Marron, la ferme, le fermier, la vache, le veau, le mouton, coq, l oiseau. Uitbreidingswoorden: Das Tier (die Tiere), die Eier, weich, ängstlich, der Schwanz, die Feder (die Federn), der Rucksack Het dier (de dieren), eieren, zacht, bang, de staart, de veer (veren), de rugzak. L'animal (les animaux), les œufs, doux, peureux, la queue, la plume (plumes), le sac à dos Doelen: De kinderen oefenen de kernwoorden. De kinderen kennen de kleuren rood, wit, blauw, groen, zwart, wit en geel en breiden het repertoire uit met de kleur bruin. Materialen: De zelfgemaakte dierentekeningen De geprinte versie van het prentenboek Werkblad 8.2.A Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Hebben de kinderen de huiswerkopdracht uitgevoerd? Vraag een paar kinderen hun tekening aan de klas te laten zien en de dieren hardop te benoemen. Ga dan naar Oefenen met woorden en herhaal de kernwoorden. Verwerking Activiteit 1. (Geanimeerd digitaal prentenboek) De leerlingen kijken en luisteren naar het filmpje Elena op de kinderboerderij. Klik dan op het onderdeel prentenboek. Luister bladzijde voor bladzijde naar het verhaal. Kunnen de kinderen de dierengeluiden ook na doe? Activiteit 2. Maak een verhaal Klik op de activiteit. De leerlingen zien plaatjes uit het prentenboek en het verhaal wordt verteld. Daarna moeten de leerlingen de plaatjes in de goede volgorde zetten. Als het in de goede volgorde staat, wordt het verhaal nog een keer verteld. Geef dan vijf leerlingen een bladzijde van de geprinte versie van het prentenboek. Kunnen zij naast elkaar in de goede volgorde staan? 4

5 Instructietaal 8.2a: Hört gut zu. Bringt danach die Bilder in die richtige Reihenfolge. Luister goed naar het verhaal. Zet daarna de plaatjes in de goede volgorde. Écoutez l'histoire. Ensuite, placez les images dans le bon ordre. Activiteit 3. Een kleurendictee Klik op Oefenen met kleuren en herhaal de kleuren rood, blauw, geel, zwart, wit en groen. Ook het bruine potlood is aanwezig. Klik op de geluidsknop en vraag de kinderen het woord te herhalen. Herhaal deze activiteit nog een keer. Geef daarna de kinderen werkblad 8.2.A. Hierop zien de kinderen verschillende boerderijdieren afgebeeld. Benoem nogmaals de dieren en klik dan op de instructietaal. Instructietaal 8.2b: Malt die Kuh schwarz. Malt die Ziege weiß. Malt das Pferd braun. Malt das Schwein rot. Malt das Huhn blau. Malt das Küken gelb. Malt das Schaf grün. Malt den Hahn braun. Kleur de koe zwart. Kleur de geit wit. Kleur het paard bruin. Kleur het varken rood. Kleur de kip blauw. Kleur het kuiken geel. Kleur het schaap groen. Kleur de haan bruin. Colorie la vache en noir. Colorie la chèvre en blanc. Colorie le cheval en marron. Colorie le cochon en rouge. Colorie la poule en bleu. Colorie le poussin en jaune. Colorie le mouton en vert. Colorie le coq en marron. Bewaar werkblad 8.2.A voor les 8.5! Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 5

6 Les 8.3 Kernwoorden: Braun, die Farm, der Bauer, die Kuh, das Kalb, das Schaf, das Lamm, das Pferd, das Fohlen, das Schwein, das Ferkel, das Huhn, das Küken, die Ziege, der Hahn, der Vogel. Bruin, de boerderij, de boer, de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het haan, de vogel. Marron, la ferme, le fermier, la vache, le veau, le mouton, coq, l oiseau. Uitbreidingswoorden: Das Tier (die Tiere), die Eier, weich, ängstlich, der Schwanz, die Feder (die Federn), der Rucksack Het dier (de dieren), eieren, zacht, bang, de staart, de veer (veren), de rugzak. L'animal (les animaux), les œufs, doux, peureux, la queue, la plume (plumes), le sac à dos Herhaling: Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, der Pfannkuchen, der Apfel, die Banane, die Suppe, die Kartoffel, die Tomate, die Karotte, das Eis, die Schokolade, der Salat, der Kuchen, die Limonade, die Chips De boterham, de kaas, het ei, de melk, de pannenkoek, de appel, de banaan, de soep, de aardappel, de tomaat, de wortel, het ijs, de chocola, de sla, de taart, de limonade en de chips. Le sandwich, le fromage, l œuf, le lait, les crêpes, la pomme, la banane, la soupe, la pomme de terre, la tomate, la carotte, la glace, le chocolat, la salade, le gâteau, la limonade et les frites. Doelen: De kinderen oefenen de kernwoorden. De kinderen kennen de kernwoorden van de voorafgaande thema s. De kinderen leren een lied. Materialen: De flashcards van de boterham, de kaas, het ei, de melk, de pannenkoek, de appel, de banaan, de soep, de aardappel, de tomaat, de wortel, het ijs, de chocola, de sla, de taart, de limonade en de chips. Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Verwerking Activiteit 1. Praatplaat Activeer de praatplaat. De kinderen zien een afbeelding met verschillende hotspots. Kunnen de kinderen de verschillende afbeeldingen benoemen? Klik op de hotspots ter controle en laat de kinderen de woorden nazeggen. Herhaal ook de kleuren en tel de dieren. Activiteit 2. De dieren voederen Herinner de kinderen aan het verhaal. Wat had Elena ook alweer in haar rugzak? Waarom? 6

7 Laat de kinderen de flashcards zien van de boterham, de kaas, het ei, de melk, de pannenkoek, de appel, de banaan, de soep, de aardappel, de tomaat, de wortel, het ijs, de chocola, de sla, de taart, de limonade en de chips. Herhaal de woorden en maak daarna twee rijen op het bord. Wat kun je de dieren voeren en wat niet? Hang de flashcards samen met de leerlingen in de goede rij. Activiteit 3. Themalied Elk hoofdstuk heeft een themalied. Activeer het lied en luister met de kinderen naar het lied. Oh, so viele Tiere- hast du sie geseh n? Das Ferkel ist rosa, ein Lammwunderschön! Ein Pferd, da `ne Ziege- ein richtiges Huhn! Der Bauer holt Futter- es gibt viel zu tun. Doch ich will jetzt streicheln das Schaf und die Kuh, das Kalb und das Fohlen- und wen streichelst du? Boer wat zeg je van mijn kippen? Boer wat zeg je van mijn haan? Hebben ze dan geen mooie veren? Of staat jou de kleur niet aan? Boer wat zeg je van mijn kippen? Boer wat zeg je van mijn haan? Dans ma basse-cour il y a Des poules, des dindons, des oies Il y a même des canards Qui barbotent dans la mare Alors Cot, Cot, Cot Codec, Cot, Cot, Cot Codec, Cot, Cot, Cot Codec, Rock and Roll des gallinacés Luister nogmaals naar het lied en wijs ter ondersteuning van de tekst naar de tekeningen op de afbeelding. Leer het lied regel voor regel aan en zing het daarna samen met de kinderen Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Vraag de kinderen ook thuis een paar keer naar het lied te luisteren en te oefenen en het lied voor hun ouders te zingen. 7

8 Les 8.4 Kernwoorden: Braun, die Farm, der Bauer, die Kuh, das Kalb, das Schaf, das Lamm, das Pferd, das Fohlen, das Schwein, das Ferkel, das Huhn, das Küken, die Ziege, der Hahn, der Vogel. Bruin, de boerderij, de boer, de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het haan, de vogel. Marron, la ferme, le fermier, la vache, le veau, le mouton, coq, l oiseau. Uitbreidingswoorden: Das Tier (die Tiere), die Eier, weich, ängstlich, der Schwanz, die Feder (die Federn), der Rucksack Het dier (de dieren), eieren, zacht, bang, de staart, de veer (veren), de rugzak. L'animal (les animaux), les œufs, doux, peureux, la queue, la plume (plumes), le sac à dos Doelen: De kinderen kunnen de afbeeldingen op het flashcards benoemen. De kinderen kunnen de werkwoorden rennen, springen, klimmen en vliegen uitbeelden. De kinderen kunnen het lied zingen. Materialen: De uitgeprinte flashcards: de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het veulen, het varken, de big, de haan Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Verwerking Activiteit 1. Themalied Activeer het lied en zing samen met de kinderen het lied. 8

9 Activiteit 2. Luister, spreek en doe maar na Laat de flashcards één voor één zien en herhaal de woorden. Vraag de kinderen de woorden hardop na te zeggen. Ga naar Voor de leerkracht en klik op de activiteit 8.4. De kinderen luisteren naar het volgende gesprekje: A. Was ist das? B. Das ist ein Pferd. zeigt auf die Flashcard. A. Was macht ein Pferd? B. Ein Pferd rennt. rennt auf der Stelle. A. Wat is dit? B. Dit is een paard. (wijs naar de goede flashcard). A. Wat doet het paard? B. Het paard rent. (ren op de plaats) A. Was ist das? B. Das ist ein Lamm. zeigt auf die Flashcard. A. Was macht das Lamm? B. Das Lamm springt. spring auf und ab. A. Was ist das? B. Das ist eine Ziege. zeigt auf die Flashcard. A. Was macht die Ziege? B. Die Ziege klettert. macht Kletterbewegungen. A. Wat is dit? B. Dit is een lammetje. (wijs naar de goede flashcard) A. Wat doet het lammetje? B. Het lammetje springt. (spring op en neer) A. Wat is dit? B. Dit is een geit. (wijs naar de goede flashcard) A. Wat doet de geit? B. De geit klimt. (maak klimbewegingen) A. Qu est-ce que c est? B. C est un cheval. A. Que fait le cheval? B. Le cheval court. A. Qu est-ce que c est? B. C est un agneau. A. Que fait l agneau? B. L agneau saute. A. Qu est-ce que c est? B. C est une chèvre. A. Que fait la chèvre? B. La chèvre grimpe. A. Qu est-ce que c est? B. C est une poule. A. Que fait la poule? B. La poule vole. A. Was ist das? B. Das ist ein Huhn. zeigt auf die Flashcard. A. Was macht das Huhn? B. Das Huhn fliegt. macht Flugbewegungen. A. Wat is dit? B. Dit is een kip. (wijs naar de goede flashcard) A. Wat doet de kip? B. De kip vliegt. (maak vliegbewegingen) Laat het gesprek nog een keer horen en vraag de kinderen mee te wijzen en te bewegen. Vraag daarna 4 kinderen voor de klas en geef ze ieder een flashcard. Het kind met de flashcard stelt de vragen en de klas geeft antwoord en maakt de beweging. Leer op die manier de zinnen één voor één aan. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 9

10 Les 8.5 Kernwoorden: Braun, die Farm, der Bauer, die Kuh, das Kalb, das Schaf, das Lamm, das Pferd, das Fohlen, das Schwein, das Ferkel, das Huhn, das Küken, die Ziege, der Hahn, der Vogel. Bruin, de boerderij, de boer, de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het haan, de vogel. Marron, la ferme, le fermier, la vache, le veau, le mouton, coq, l oiseau. Uitbreidingswoorden: Das Tier (die Tiere), die Eier, weich, ängstlich, der Schwanz, die Feder (die Federn), der Rucksack Het dier (de dieren), eieren, zacht, bang, de staart, de veer (veren), de rugzak. L'animal (les animaux), les œufs, doux, peureux, la queue, la plume (plumes), le sac à dos Doelen: De kinderen oefenen de kernwoorden. De kinderen kunnen een kort vraaggesprek met elkaar voeren. Materialen: Flashcards: geit, paard, lammetje, kip Werkblad 8.2.A uit les 2 Werkblad 8.5.A (omslag van een dobbelsteen) Schaar en lijm Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Verwerking Activiteit 1. Luister, spreek en doe maar na Herinner de kinderen aan het vraaggesprekje van de vorige les. Klik op de activiteit en luister er naar. Laat ondertussen de juiste flashcards zien en vraag de kinderen om de beweging mee te doen. Geef dan vier kinderen een flashcard. Het kind met de afbeelding stelt de vragen aan de klas en de klas antwoordt en beweegt. Geef daarna ieder kind werkblad 8.2.A terug en herhaal kort de namen van de dieren en de kleuren. Geef ook ieder kind werkblad 8.5.A. Hierop zien de kinderen de omslag van een dobbelsteen. De bedoeling is dat de leerlingen zes dieren uitknippen en op iedere zijde van de dobbelsteen plakken. Daarna knippen de kinderen de omslag uit en zetten ze de dobbelsteen in elkaar. Zet dan de kinderen in tweetallen. Om en om gooien de kinderen de dobbelsteen en oefenen met elkaar het vraaggesprekje rondom het dier dat bovenop ligt. Degene die gooit is A, de ander is B. Loop rond en ondersteun waar nodig. Activiteit 2. Tijd voor een spelletje! In het programma zitten verschillende spelletjes, zoals Memorie of Maak de match. Speel samen met de kinderen de verschillende spelletjes. 10

11 Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Geef de leerlingen de volgende huiswerkopdracht mee: Neem de dobbelsteen mee naar huis en speel samen met je ouders (of andere gezinsleden) het volgende dobbelspel: Gooi om en om de dobbelsteen en benoem het dier dat boven ligt. Als je de naam weet, krijg je een punt. Wie heeft als eerste 6 punten? 11

12 Les 8.6 Kernwoorden: Braun, die Farm, der Bauer, die Kuh, das Kalb, das Schaf, das Lamm, das Pferd, das Fohlen, das Schwein, das Ferkel, das Huhn, das Küken, die Ziege, der Hahn, der Vogel. Bruin, de boerderij, de boer, de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het haan, de vogel. Marron, la ferme, le fermier, la vache, le veau, le mouton, coq, l oiseau. Uitbreidingswoorden: Das Tier (die Tiere), die Eier, weich, ängstlich, der Schwanz, die Feder (die Federn), der Rucksack Het dier (de dieren), eieren, zacht, bang, de staart, de veer (veren), de rugzak. L'animal (les animaux), les œufs, doux, peureux, la queue, la plume (plumes), le sac à dos Doelen: De kinderen kennen de kernwoorden. De kinderen kunnen het lied zonder ondersteuning zingen. Materialen: Werkblad 8.6.A Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Kijk met de kinderen naar de praatplaat en herhaal kort de kernwoorden. Verwerking Activiteit 1. Het werkblad. De werkbladen vindt u onder het kopje Voor de leerkracht. Op het werkblad ( 8.6.A) staan twee opdrachten. Klik voor opdracht 1 op de bijbehorende instructietaal 8.6. Hör gut zu. Welche Antwort ist richtig? Luister goed en omcirkel het goede antwoord. Écoutez bien et entourez la bonne réponse. 1 Meine Mutter ist ein Schaf 1.Mijn moeder heet een 1. Ma mère est un 2 Meine Mutter gibt Milch schaap. mouton. 3 Meine Mutter legt Eier 2. Mijn moeder geeft melk. 2. Ma mère donne du 4 Meine Mutter kann gut 3. Mijn moeder legt eieren. lait. klettern Ich wohne bei Elena (Waf) 4. Mijn moeder kan goed klimmen. 5. Ik woon bij Elena (Woef) 3. Ma mère pond des œufs. 4. Ma mère sait bien grimper. 5. J habite chez Elena (Ouaf!) 12

13 Opdracht 2. Welke dieren ontbreken? Noem ze en teken ze erbij. Activiteit 2. Themalied Zing samen met de kinderen het lied. Klik dan de karaoke versie aan. Kunnen de kinderen het lied ook meezingen zonder ondersteuning? Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 13

14 Les 8.7 Kernwoorden: Braun, die Farm, der Bauer, die Kuh, das Kalb, das Schaf, das Lamm, das Pferd, das Fohlen, das Schwein, das Ferkel, das Huhn, das Küken, die Ziege, der Hahn, der Vogel. Bruin, de boerderij, de boer, de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het haan, de vogel. Marron, la ferme, le fermier, la vache, le veau, le mouton, coq, l oiseau. Uitbreidingswoorden: Das Tier (die Tiere), die Eier, weich, ängstlich, der Schwanz, die Feder (die Federn), der Rucksack Het dier (de dieren), eieren, zacht, bang, de staart, de veer (veren), de rugzak. L'animal (les animaux), les œufs, doux, peureux, la queue, la plume (plumes), le sac à dos Doelen: De kinderen kennen de kernwoorden. De kinderen leren een chant. Materialen: De uitgeprinte flashcards: de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het veulen, het varken, de big, de haan Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Verwerking Activiteit 1. Chant Klik op de activiteit en luister naar de chant. Wijs ondertussen de genoemde afbeeldingen aan. Oefen de chant zin voor zin. Deel daarna de flashcards van de koe, het paard, het kip, het kuiken, de geit en de haan uit. Zeg de chant hardop op samen met de klas en laat de kinderen met de flashcard in de goede volgorde gaan staan. Im Streichelzoo, stehen alle Tiere in einer Reihe Ein Huhn und ein Küken, eine Kuh und eine Ziege. Ein Pferd und ein Fohlen, ein Schwein und ein Ferkel. Ein Haan mit schönen Federn, das sieht toll aus! Alle Tiere in einer Reihe, im Streichelzoo. Op de kinderboerderij, staan alle dieren in een rij Een kip en een kuiken, Een koe en een geit. Een paard en een veulen, Een varken en een big Een haan met prachtige veren, Dat is een mooi gezicht! Alle dieren in een rij, op de kinderboerderij. Une poule sur un mur Qui picote du pain dur Picoti, picota, Lève la queue et puis s'en va 14

15 Activiteit 2. Spel: Warm of koud Herinner de kinderen aan het spel Warm of koud (thema 5, les 2). Stuur een kind de gang op. Samen met de klas verstopt u een flashcard. Het kind komt terug in de klas en gaat op zoek naar de afbeelding. Als het kind in de buurt is roept de klas Warm als het kind uit de buurt is roept de klas Koud. Als het kind de kaart heeft gevonden, moet het de afbeelding benoemen. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Vraag de kinderen de chant samen met hun ouders te oefenen. 15

16 Les 8.8 en 8.9 Kernwoorden: Braun, die Farm, der Bauer, die Kuh, das Kalb, das Schaf, das Lamm, das Pferd, das Fohlen, das Schwein, das Ferkel, das Huhn, das Küken, die Ziege, der Hahn, der Vogel. Bruin, de boerderij, de boer, de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het haan, de vogel. Marron, la ferme, le fermier, la vache, le veau, le mouton, coq, l oiseau. Uitbreidingswoorden: Das Tier (die Tiere), die Eier, weich, ängstlich, der Schwanz, die Feder (die Federn), der Rucksack Het dier (de dieren), eieren, zacht, bang, de staart, de veer (veren), de rugzak. L'animal (les animaux), les œufs, doux, peureux, la queue, la plume (plumes), le sac à dos Doelen: De kinderen kennen de diernamen. Materialen: Werkblad 8.8.A, werkblad 8.8.B, werkblad 8.8.C, werkblad 8.8.D en werkblad 8.8.E (masker van een koe, paard, varken, haan en geit), uitgeprint op iets dikker papier Viltstiften Perforator Elastiekjes Introductie Elena is samen met haar klas op bezoek bij de kinderboerderij. Welke dieren heeft zij daar ook alweer gezien? Vertel de kinderen dat zij dierenmaskers gaan maken. Ze hebben de keus uit een koe, een paard, een varken, een kip of een geit. Zorg ervoor dat alle dieren vertegenwoordigd zijn. Als de maskers klaar zijn stellen de kinderen zich aan elkaar voor. Verwerking Activiteit 1. Maskers maken Werkwijze: 1. Geef elk kind een werkblad naar keuze. Probeer er wel voor te zorgen dat alle dieren over de kinderen verdeeld worden. 2. De kinderen kleuren het masker in. 3. De kinderen knippen het masker uit en maken een gaatje aan beide zijkanten met een perforator ter hoogte van hun oren. 4. Bevestig een elastiekje aan beide kanten. 16

17 Activiteit 2. Presentatie Ga naar voor de leerkracht en klik op de instructietaal. De kinderen horen de volgende zinnen: Hallo, mein Name ist Max und ich bin eine Ziege - meeehhh Hallo, mein Name ist Otto und ich bin ein Schwein - Oink, Oink. Hallo, mein Name ist Elena und ich bin ein Pferd - Hiiiii Hallo, mein Name ist Sophie und ich bin eine Kuh - Muhhhh Hallo, mein Name ist Henry und ich bin ein Haan Kikerikiiii. Hallo, mijn naam is Max en ik ben een geit- Beeeeeh Hallo, mijn naam is Otto en ik ben een varken- Knor, knor Hallo, mijn naam is Elena en ik ben een paard- Hiiiiiiiiii Hallo, mijn naam is Sophie en ik ben een koe- Boeoeoe Hallo, mijn naam is Henry en ik ben een haan-kukeleku Bonjour, mon nom est Max et je suis une chèvre bêêêêê! Bonjour, mon nom est Otto et je suis un cochon groin, groin! Bonjour, mon nom est Elena et je suis un cheval Hiiiii! Bonjour, mon nom est Sophie et je suis une vache meuh! Bonjour, mon nom est Henry et je suis un coq cocorico! Vraag de kinderen hun masker op te doen en laat de zinnen nog een keer, één voor één horen. Geef de kinderen de opdracht te staan, zodra hun dier genoemd wordt en de zin na te zeggen. Oefen daarna de zinnen met behulp van de coöperatieve structuur Mix-tweetal-gesprek. De kinderen lopen door de klas met hun masker op. De leerkracht zegt Stop en de kinderen vormen een tweetal met degene die het dichtst bij ze staat. De kinderen stellen zich aan elkaar voor en als de leerkracht Mix roept, gaan ze weer op zoek naar een andere partner. Activiteit 3. Chant Chant Op de kinderboerderijen en vraag de gemaskerde kinderen in de goede volgorde te gaan staan. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 17

18 Les 8.10 Evaluatie Kernwoorden: Braun, die Farm, der Bauer, die Kuh, das Kalb, das Schaf, das Lamm, das Pferd, das Fohlen, das Schwein, das Ferkel, das Huhn, das Küken, die Ziege, der Hahn, der Vogel. Bruin, de boerderij, de boer, de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het haan, de vogel. Marron, la ferme, le fermier, la vache, le veau, le mouton, coq, l oiseau. Uitbreidingswoorden: Das Tier (die Tiere), die Eier, weich, ängstlich, der Schwanz, die Feder (die Federn), der Rucksack Het dier (de dieren), eieren, zacht, bang, de staart, de veer (veren), de rugzak. L'animal (les animaux), les œufs, doux, peureux, la queue, la plume (plumes), le sac à dos Doelen: De kinderen kennen de kernwoorden. De kinderen kennen de kleuren rood, geel, blauw, wit, zwart, groen, bruin Materialen: De uitgeprinte flashcards: de koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het veulen, het varken, de big, de haan Introductie Klik op de praatplaat en controleer of de kinderen de woorden kennen. Verwerking Activiteit 1. Spel: Standbeeld Voor in de klas liggen de flashcards op een stapeltje met de achterkant boven. De kinderen lopen door de klas en een kind pakt een kaart van het stapeltje. Het kind roept de naam van het dier en alle kinderen bewegen als het dier en maken de bijbehorende dierengeluiden. Als het kind Stop zegt, moeten alle kinderen hun mond houden en onmiddellijk stilstaan als een standbeeld. De kinderen die dit niet 10 seconden volhouden en toch bewegen zijn af. Activiteit 2. Maak je eigen kleurplaat Klik op Maak je eigen kleurplaat. Hier hebben de kinderen de mogelijkheid hun eigen kleurplaat te maken met de afbeeldingen van de kernwoorden. Print de kleurplaat uit en vraag de kinderen de tekening mooi in te kleuren. Loop ondertussen rond en controleer of de kinderen de woorden en de kleuren kennen. Afsluiting Samen met de kinderen kijkt u terug op het thema Elena op de kinderboerderij. Er is hard gewerkt en er is veel geleerd. Welke woorden hebben de kinderen geleerd? Welke activiteit vonden ze het leukste om te doen? Praat hier met de kinderen over. 18

19 Ten slotte: Als u als leerkracht ook graag wil weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er ook voor kiezen de kinderen een korte woordentoets op de computer af te nemen. De woordentoets test of de kinderen de volgende woorden (receptief) kennen: Die Kuh, das Kalb, das Schaf, das Lamm, das Pferd, das Fohlen, das Schwein, das Ferkel, das Huhn, das Küken, die Ziege, der Hahn. De koe, het kalf, het schaap, het lammetje, het paard, het haan. La vache, le veau, le mouton, coq. 19

Thema 1 Hallo Elena Les 1.1

Thema 1 Hallo Elena Les 1.1 Thema 1 Hallo Elena Les 1.1 Kernwoorden: Hallo, ich, mein Name ist, die Familie, die Mutter, der Vater, die Schwester, der Bruder, der Hund, die Katze, Guten Tag, Zahlen 1-10, das Haus, der Ball Hallo,

Nadere informatie

Thema 1 Hallo Elena Les 1.1

Thema 1 Hallo Elena Les 1.1 Thema 1 Hallo Elena Les 1.1 Kernwoorden: Hallo, ich, mein Name ist, die Familie, die Mutter, der Vater, die Schwester, der Bruder, der Hund, Hallo, ik, mijn naam is, de familie, de moeder, de vader, de

Nadere informatie

Thema 5 Eet smakelijk Elena Les 5.1

Thema 5 Eet smakelijk Elena Les 5.1 Thema 5 Eet smakelijk Elena Les 5.1 Kernwoorden: Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel,

Nadere informatie

Thema 2 Elena gaat naar school Les 2.1

Thema 2 Elena gaat naar school Les 2.1 Thema 2 Elena gaat naar school Les 2.1 Kernwoorden: Die Schule, die Lehrerin, der Lehrer, die Klasse, der Kreis, der De school, de juf, de meester, de klas, de kring, de jongen, het L école, la maîtresse,

Nadere informatie

Elena gaat naar de dierentuin

Elena gaat naar de dierentuin 1.1 Flitskaarten de pinguïn, de slang, de aap, de olifant, de giraf, de krokodil, de leeuw, de tijger (de vogel) Tekst met prentenboek/video Opwarmen Begin het thema met een gesprek over de dierentuin

Nadere informatie

Thema 7 Feest Les 7.1

Thema 7 Feest Les 7.1 Thema 7 Feest Les 7.1 Kernwoorden: De ballon, het cadeau, de verjaardag, de kaarsen, de slingers, de taart, de clown, de fluit, de trommel, de gitaar, de limonade, de koffie, de thee, chips, de feesthoed.

Nadere informatie

Mijn familie en ik 3. Lang zal zij leven Lang zal zij leven Lang zal zij leven in de gloria In de gloria In de gloria

Mijn familie en ik 3. Lang zal zij leven Lang zal zij leven Lang zal zij leven in de gloria In de gloria In de gloria 1 Doelen De leerlingen kunnen iets over verjaardagen en familieleden te vertellen; spullen die met verjaardag te maken hebben voor uw introductie zoals slingers, kaarsjes voor op een taart, een ballon

Nadere informatie

Thema 4 Bij Elena thuis Les 4.1

Thema 4 Bij Elena thuis Les 4.1 Thema 4 Bij Elena thuis Les 4.1 Kernwoorden: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin,

Nadere informatie

Thema 3 Elena speelt buiten 1

Thema 3 Elena speelt buiten 1 Thema 3 Elena speelt buiten 1 3.1 De kinderen leren woorden en zinnen over buitenspelen. de flitskaarten de schommel, de glijbaan, de draaimolen, het skateboard, verstoppertje Introductie Zeg wat de taaldoelen

Nadere informatie

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen. Print het Word-document uit. Afrekenen met de klant Opdracht 1 Luister naar luisterfragment 6 Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

Nadere informatie

De wereld om mij heen

De wereld om mij heen 8.1 De leerlingen oefenen de desbetreffende woorden apart en in eenvoudige zinnen. Materialen (selectie) allerlei spullen om geluiden mee te maken zoals schoolspullen (papier, een pen, potlood met puntenslijper)

Nadere informatie

Thema 5 Elena heeft nieuwe spullen nodig

Thema 5 Elena heeft nieuwe spullen nodig Les 5.1 Materialen (selectie) flitskaarten de spijkerbroek, de broek, de bloes flitskaarten (thema 9, onderbouw): de broek, de jurk, het t-shirt,, de schoenen, de jas, de trui, de laarzen, de pet, de sjaal,

Nadere informatie

Tussendoortjes boerderijklas

Tussendoortjes boerderijklas Tussendoortjes boerderijklas Beginsituatie 65 leerlingen: mogelijkheid tot verdelen in 2 e (34 lln) en 3 e leerjaar (31 lln) Grasveld/pleintje ter beschikking 1) Muziek: zoek het dierengeluid (10min) Elke

Nadere informatie

S p e e l t i p s b i j K i n d e r b o e r d e r i j

S p e e l t i p s b i j K i n d e r b o e r d e r i j S p e e l t i p s b i j K i n d e r b o e r d e r i j Idee en tekst: Betty Sluyzer Tekeningen: Esther van Gijn Voorlezen Kinderboerderij is geschikt voor baby's, peuters en kleuters. Je kunt het prentenboek

Nadere informatie

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:... Naam:... Voornaam:... Datum:... 65 Luister en kies de juiste foto. Éditions VAN IN Onderweg! 3 Reproduction autorisée. Weet je het nog? Wie helpt? Klas:... 142 Onderweg3 GUIDE PROF.indd 142 1/12/14 20:56

Nadere informatie

Thema 7 Sportdag op school

Thema 7 Sportdag op school 1 7.1 Materialen (selectie) sportspullen zoals een voetbal, een tennisbal, een tennisracket, een zak (voor zaklopen), een bikini/zwembroek flitskaarten: voetballen, handballen, volleyballen, tennissen,

Nadere informatie

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,

Nadere informatie

Samenvatting Duits Grammatica Duits

Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting door S. 836 woorden 20 februari 2013 5,8 61 keer beoordeeld Vak Duits Naamvallen. Nederlands: 2e naamval 4e naamval (bijvoegelijke bepaling, is 3e naamval

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen starten met de leerstof Frans zelfstandig te verwerken. We beginnen te werken met module 6. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je

Nadere informatie

Doei! œ œ œ. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ & # # # # # ## # Œ œ œ œ œ œ œ # # & b œ œ œ Œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ Œ

Doei! œ œ œ. œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ & # # # # # ## # Œ œ œ œ œ œ œ # # & b œ œ œ Œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ Œ oktober 2011 vanaf 4 jaar Doei! tekst en muziek: Chris Winsemius Intro & E G A E G A œ Couplet & E G œ Doei roept de boer, A ik ga weg!' E Jam-merjam-mer jam - mer, & A E wat een pech. G C œ Hé roeptde

Nadere informatie

die Meldung bestätigen nicht jetzt

die Meldung bestätigen nicht jetzt am Computer sitzen im Internet surfen Informationen suchen mit einem Freund chatten eine E-Mail schreiben Nachrichten lesen Freunde finden ein Foto hochladen eine Datei herunterladen einen Film gucken

Nadere informatie

OPEL OMEGA SEDAN Model /1999- OPEL OMEGA STATION Model /1999-

OPEL OMEGA SEDAN Model /1999- OPEL OMEGA STATION Model /1999- OP-06-BB 099I Einbauanleitung Elektrosatz nhängervorrichtung mit -N Steckdose lt. DIN/ISO Norm 74 Instructions de montage du faisceau électrique pour crochet d attelage conforme á la norme DIN/ISO 74 prise

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je

Nadere informatie

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 8. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren, beluister

Nadere informatie

!"#$%#&'('!"#$%#$)'('*#+,-$'('!"#$%#./"!"#$%#&$"'('*#+"&/'('*##%+0--'('*#/+"-/!"#$%1/"'(' '859:;<8= X

!#$%#&'('!#$%#$)'('*#+,-$'('!#$%#./!#$%#&$'('*#+&/'('*##%+0--'('*#/+-/!#$%1/'(' '859:;<8= X X 30 t Spelregels Leeftijd: 2,5 tot 5 jaar 2 tot 4 spelers Duur van het spelletje: 10 min. Inhoud: 3 dieren (1 konijn, 1 kikker, 1 koe) 3 omgevingskaarten (de moestuin, de vijver, de wei) 30 kaarten met

Nadere informatie

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden ein Missverständnis an der Rezeption haben / hatten / hätten bin / war / wäre können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden sich entschuldigen Es tut mir leid! Das wollte

Nadere informatie

Antwoorden Duits Hoofdstuk 1

Antwoorden Duits Hoofdstuk 1 Antwoorden Duits Hoofdstuk 1 Antwoorden door T. 668 woorden 25 september 2008 4,9 81 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Duits Antwoorden, Havo 4, Na Klar, Hoofdstuk 1. 2. Uitspraken die goed zijn:

Nadere informatie

Lesbrief Kikker viert de lente. Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar

Lesbrief Kikker viert de lente. Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar Lesbrief Kikker viert de lente Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart 2018 Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar Van 21 t/m 30 maart kleurt heel Nederland groen met het

Nadere informatie

THEMA LENTE Auditieve oefeningen

THEMA LENTE Auditieve oefeningen THEMA LENTE Auditieve oefeningen Auditieve synthese Lettergrepen samenvoegen tot een woord Tulp Gras Wei Letters samenvoegen tot een woord Kalfje Krokus Lente Narcis Zaaien Veulen Groeien Paashaas je Poesje

Nadere informatie

De bedoeling van deze opdracht is om aandacht te besteden op de luchtjes op de boerderij.

De bedoeling van deze opdracht is om aandacht te besteden op de luchtjes op de boerderij. RONDNEUZEN De paarse kist met daarin 8 speurneuzen, 4 lege potjes en 1 blinddoek. De bedoeling van deze opdracht is om aandacht te besteden op de luchtjes op de boerderij. De neuzen worden opgedaan (het

Nadere informatie

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL Hotel Hallo - Thema 6 Hallo opdrachten STEENSOEP 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg

Nadere informatie

Thema 9 Elena maakt een lekker ontbijt

Thema 9 Elena maakt een lekker ontbijt 1 9.1 Materialen Video Elena maakt een lekker ontbijt Evt. geprinte versie van het prentenboek Allerlei spullen die met ontbijten te maken hebben (brood, beleg (het mag Hollands, dus pindakaas op witbrood,

Nadere informatie

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg.

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg. Ich heiße Anna. Ich bin neunzehn Jahre alt und komme aus Deutschland. Ich wohne in Duisburg und gehe dort zur Berufsschule. Das ist mein Freund Max. sich kennenlernen Hallo! Hi! Servus! Grüß Gott! Guten

Nadere informatie

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling?

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling? SAMENVATTING In deze les wordt het begrip voedselverspilling geïntroduceerd. De leerlingen maken kennis met een voedselketen en ontdekken welke partijen daarbij betrokken zijn (de schakels in de voedselketen:

Nadere informatie

Leesboekje eten en drinken

Leesboekje eten en drinken Leesboekje eten en drinken Leesboekje Eten en Drinken Pagina 1 Dit is de groente Dit is het fruit. Dit is de sinaasappel. Dit is de banaan. Dit is de tomaat. Dit is de appel. Dit zijn de druiven. Dit is

Nadere informatie

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Talenquest Frans 2thv: Grammatica Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de

Nadere informatie

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4 Naamvallen Tabel Begrijpen Klas 3/4 Wil je weten hoe de Naamvallen Tabel in elkaar zit, dan is dit de juiste workshop voor jou. A) Naamvaltabel (overzicht) B) Tools om met de Naamvaltabel aan de slag te

Nadere informatie

Meine Familie und ich 1

Meine Familie und ich 1 1 1.1 Kernwoorden der Junge, das Mädchen, der Mann, die Frau, der Freund, die Freundin, der Onkel, die Tante, der Cousin, die Cousine, klatschen, die Hand geben, einen Kuss geben Uitbreidingswoorden gratulieren,

Nadere informatie

Bestel Nr.: OP-016-BB

Bestel Nr.: OP-016-BB Einbauanleitung Elektrosatz nhängervorrichtung mit -N Steckdose lt. DIN/ISO Norm 74 Instructions de montage du faisceau électrique pour crochet d attelage conforme á la norme DIN/ISO 74 prise -N Fitting

Nadere informatie

Auditieve oefeningen. Boek van de week: 1; De boerderij 2; De koe die in het water viel 3; 4;

Auditieve oefeningen. Boek van de week: 1; De boerderij 2; De koe die in het water viel 3; 4; Auditieve oefeningen Boek van de week: 1; De boerderij 2; De koe die in het water viel 3; 4; Auditieve synthese (Henk Hak en Piet Plak) Lettergrepen samenvoegen tot een woord Letters samenvoegen tot een

Nadere informatie

Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment:

Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment: Logboek bij de lessenserie over Cengiz und Locke van Zoran Drvenkar Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment: ANWEISUNGEN Dit is een serie van drie lessen. Jullie gaan in zes groepen van vier of vijf leerlingen

Nadere informatie

In de rij. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

In de rij. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas. Groep: 1/2 en 3/4 Thema: Boerderijdieren/Supermarkt Inhoud: Een liedje in twee heel verschillende versies: Pop- en klassiek, twee verschillende teksten. Ritme en maat, spelen op instrumenten, (her)kennen

Nadere informatie

Elena moet naar de dokter 1

Elena moet naar de dokter 1 1 2.1 De leerlingen leren zeggen hoe ze zich voelen; Flitskaarten de buik, de neus, de knie, het oog, het hoofd, het oor, de teen, de tand, (zie ook flashcards middenbouw thema 2) Evt. geprinte versie

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni 2018 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Duits Neue Kontakte Prüfungsteil Schreiben Schrijfvaardigheid formele brief - conventies Dit kan zijn een sollicitatiebrief,

Nadere informatie

Thema 6 De mensen om mij heen

Thema 6 De mensen om mij heen 1 6.1 De leerlingen leren in het kader van een verhaal zeggen wat ze later willen worden De leerlingen leren aangeven waar schoolspullen zich bevinden De leerlingen oefenen de desbetreffende woorden en

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij

Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij Auditieve oefeningen bij het thema: de kinderboerderij Boek van de week: 1; Kinderboerderij; Betty Sluyzer 2; Kinderboerderij/kijkdoosserie 3; Het grote voorleesboek van de Kinderboerderij 4; Boeken over

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

Lente. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Lente. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur DigilessenPO Laatst gewijzigd 05 November 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/50334 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands.

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands. Naam: Klas: Datum: HÖREN Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands. (8 punten) 1. Welk compliment geeft Igor (de jongen) aan Linda (het meisje)? 2. In

Nadere informatie

Aantekening Frans les pronoms personnels

Aantekening Frans les pronoms personnels Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school. TITEL Leerjaar Groep 1 en 2. Type les Lesduur Omschrijving van de les Zing Een beestenboel op school - beweeg als een beest (lesformat) Een les in aansluiting op het dag project Een beestenboel op school.

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

mei 2014 vanaf 4 jaar tekst: Judith Nieken muziek: Ton Kerkhof Vogeltje, vogeltje - BVP Hint Music 2014

mei 2014 vanaf 4 jaar tekst: Judith Nieken muziek: Ton Kerkhof Vogeltje, vogeltje  - BVP Hint Music 2014 mei 2014 vanaf 4 jaar Vogeltje, vogeltje tekst: Judith Nieken muziek: Ton Kerkhof - Vogeltje, vogeltje 1 ben je gevallen? Boem, op je snavel, doet t ook pijn? waar is je mama? Waar is je mama? Waar zou

Nadere informatie

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3 Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3 Neue Kontakte 5 e, VMBO KGT 1-2 Werkwoorden TB 49 3 e naamval TB 54 Rangtelwoorden (overzicht) Kloktijden (overzicht) Werkwoorden TB 49 wissen = weten

Nadere informatie

INHOUD Zo gebruikt u dit boek 4 Lees eerst dit! 5 Vorderingstabel 6 Week 1: dagplanning 7 Week 2: dagplanning 17 Week 3: dagplanning 25

INHOUD Zo gebruikt u dit boek 4 Lees eerst dit! 5 Vorderingstabel 6 Week 1: dagplanning 7 Week 2: dagplanning 17 Week 3: dagplanning 25 INHOUD Zo gebruikt u dit boek 4 Lees eerst dit! 5 Vorderingstabel 6 Week 1: dagplanning 7 Im Flugzeug: Nieuwe woorden Uitspraak Grammatica? Goed nieuws! Leer uit het hoofd Duits spreken Test uw kennis

Nadere informatie

januari 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Winterwoorden - BVP 1789 - Hint Music 2013

januari 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Winterwoorden  - BVP 1789 - Hint Music 2013 januari 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Winterwoorden - Winterwoorden 1 Als het winter is geworden, zijn de wolken dik en grijs. Al het water is bevroren. Op de sloten ligt

Nadere informatie

- De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht,

- De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht, Les chiffres talige Doelen - De leerlingen herhalen de cijfers van één tot zeven wanneer de leerkracht ze voorzegt. (1. herhalen) - De leerlingen herkennen de cijfers van één tot zeven. - De leerlingen

Nadere informatie

SPROET DE BRUID DE BRUILOFT

SPROET DE BRUID DE BRUILOFT opdrachten Nog meer Hotel Hallo - Thema 6 Wat een feest! SPROET DE BRUID 1 Knip de strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken

Nadere informatie

De ADHD van André Als het te druk is in je hoofd

De ADHD van André Als het te druk is in je hoofd Mag ik meedoen, mag ik meedoen? vraagt hij aan de voetballende jongens. Hij wil het zo graag! Nee, zegt Hakim, en ook Daniël schudt zijn hoofd. Laat ons met rust, zegt hij. Met jou erbij gaat het altijd

Nadere informatie

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton

Nadere informatie

Werkbundel Poelien laat haar kuikens zien

Werkbundel Poelien laat haar kuikens zien Werkbundel Poelien laat haar kuikens zien 1 inhoud Voorwoord Uitleg boerderijkoffer Ontwikkelingsdoelen Gebruikte iconen Werkblaadjes De haan en de hen 7 Ik zie 8 Zo worden kuikens geboren 9 Van ei tot

Nadere informatie

Samenvatting Duits Grammatica

Samenvatting Duits Grammatica Samenvatting Duits Grammatica Samenvatting door een scholier 1253 woorden 18 maart 2008 4,7 34 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Duits na klar redemittel en grammatica (werkwoorden, 1e en 4e naamval,

Nadere informatie

Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6

Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6 Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem Nederlands: Duits: 10 1 9 8 2 7 3 6 4 5 5 4 en lager 6 In t Duits kennen we 3 lidwoorden: Aantekening hs1 de lidwoorden -der -die de/het -----> bepaald lidwoord

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

K i n d e r b o e r d e r i j. Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken.

K i n d e r b o e r d e r i j. Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken. K i n d e r b o e r d e r i j Thema / onderwerp Voorbereiding bezoek kinderboerderij. Thema s : voeding, huisvesting, uiterlijke kenmerken. Welke betekenis heeft het thema / onderwerp voor de kinderen?

Nadere informatie

GEZONDHEID (La santé)

GEZONDHEID (La santé) FICHE LEXICALE NEERLANDAIS 1/5 GEZONDHEID (La santé) a. Wat zijn hun klachten? (De quoi se plaignent-ils?) A C B G I H 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. E D Klachten hoest moet overgeven ben verkouden heb

Nadere informatie

Thema 9 Wat trek je aan Elena? Les 9.1

Thema 9 Wat trek je aan Elena? Les 9.1 Thema 9 Wat trek je aan Elena? Les 9.1 Kernwoorden: Orange, lila, pink, die Hose, der Oranje, paars, roze, de (paarse) Orange, violet, rose, le Rock, das Kleid, das T-Shirt, die broek, de (rode) rok, de

Nadere informatie

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat?

Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Hoe belangrijk is papier? Wat voor heb je papier nodig? Met papier kan je bijvoorbeeld: schrijven, tekenen of boeken maken. Van oud papier zoals kranten, kun je zelf

Nadere informatie

Lakenfelder en Vorwerk

Lakenfelder en Vorwerk Lakenfelder en Vorwerk Lakenfelder Lakenfelder Die umgebung Lakerfelt (Das Feld am Fluss Laak) in Zuid-Holland. Reisebericht aus1727. Lakenfelder De hoenders aldaar er goede naam, synde wel smakelijk van

Nadere informatie

Handleiding ELENA. Handleiding

Handleiding ELENA. Handleiding Handleiding ELENA Inleiding Het vroeg aanbieden van een vreemde taal levert vele voordelen op: Het stimuleert de algemene taalontwikkeling van de kinderen; ze weten meer over en zijn flexibeler in taal,

Nadere informatie

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school. TITEL: Leerjaar Groep 3 en 4. Type les Lesduur Omschrijving van de les Zing Een beestenboel op school - blinde rups (lesformat) Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Nadere informatie

De Drakendokter: Gideon

De Drakendokter: Gideon De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in

Nadere informatie

BOER KLAS. zkt. lesboekje eerste graad. dit boekje is van: ...

BOER KLAS. zkt. lesboekje eerste graad. dit boekje is van: ... BOER zkt KLAS lesboekje eerste graad dit boekje is van:... Rondom de boerderij Kleef in het kader een foto van de boerderij die jullie gaan bezoeken. Schrijf onder de foto de naam van de hoeve. Wat denk

Nadere informatie

Woorden in prenten. 5 Voorwoord 6 Inleiding

Woorden in prenten. 5 Voorwoord 6 Inleiding Inhoud Woorden in prenten 5 Voorwoord 6 Inleiding Prentenboeken 2 38 Wil je mijn vriendje zijn? 66 Plons! 94 Nandi s verrassing 22 Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft Bijlagen

Nadere informatie

Lespakket. Het monsterbonsterbulderboek. Door: Maike Douglas.

Lespakket. Het monsterbonsterbulderboek. Door: Maike Douglas. pakket Het monsterbonsterbulderboek Door: Maike Douglas Start Tover het boek tevoorschijn Doel Introductie van het boek Tovertoeter Het monsterbonsterbulderboek Voorbereiding Knutsel een tovertoeter en

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.

Nadere informatie

Lesbrief les 3 groep 3 en 4 Energie voor drie

Lesbrief les 3 groep 3 en 4 Energie voor drie Lesbrief les 3 groep 3 en 4 Energie voor drie Lesdoelen De kinderen weten dat eten en drinken je verse energie geven om te bewegen. De kinderen weten dat eten en drinken ook zorgen dat je kunt groeien.

Nadere informatie

Start: Welk dier hoort bij...?

Start: Welk dier hoort bij...? Start: Welk dier hoort bij...? Druk op de deksel van het muziekdoosje. Luister naar het geluid. Welk dier is dit? (Cavia) Zoek ze in de stal. Kijk eens goed, hebben alle cavia s dezelfde jas (vacht) aan?

Nadere informatie

De lessen LESBRIEF VOOR DE LEERKRACHT - GROEP 3/4

De lessen LESBRIEF VOOR DE LEERKRACHT - GROEP 3/4 LESBRIEF VOOR DE LEERKRACHT - GROEP 3/4 In deze lesbrief staan vier lessen die u kunt gebruiken binnen het thema de boerderij, zuivel, koeien of de lente. De lessen duren ongeveer 35 minuten. Les 1: Het

Nadere informatie

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN Hotel Hallo - Thema 2 Hallo opdrachten TELEVISIE KIJKEN 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer

Nadere informatie

15 et qui paie le loyer?

15 et qui paie le loyer? g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5

Nadere informatie

En action 5. Woordtrainer. Salut! Ga naar www.vanin.be/apps voor meer informatie.

En action 5. Woordtrainer. Salut! Ga naar www.vanin.be/apps voor meer informatie. Salut! Voor het eerst leer je een nieuwe taal, Frans. Dat is best spannend. Misschien denk je ook dat het moeilijk is, maar dat valt best mee. En dit groeiboek maakt Frans leren niet alleen makkelijker,

Nadere informatie

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen Uiteenzetting door M. 560 woorden 22 mei 2013 5,4 108 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! 1) Naamvallen Een naamval is de functie van een zinsdeel. VB: lijdend

Nadere informatie

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug.

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug. Polizei Polizei Dialog 1- Handy Dialog 1 - Handy Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug. 2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Vertel, dat je zaktelefoon is gestolen. 3 Können Sie mir erzählen,

Nadere informatie

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN DE BEESTENBENDE

AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN DE BEESTENBENDE LESBRIEVEN LEERKRACHTENBESTAND LESBRIEF 1: MASKERS VOOR DE BEESTENBENDE AVONTURENPAKKET DE UITVINDERS EN DE BEESTENBENDE Copyright De Uitvinders Uitgave 2016 Versie 1.0 LESBRIEVEN LEERKRACHTENBESTAND LESBRIEF

Nadere informatie

Tussendoortjes Boerderijklas Vierhoekhoeve

Tussendoortjes Boerderijklas Vierhoekhoeve Tussendoortjes Boerderijklas Vierhoekhoeve - Charlotte Goethals OLO 3A2 Bronnen / eigen inspiratie sexpressie Naam tussendoortje: de juf zegt 5 / Organisatie: De kinderen staan op rijen voor de juf. Opdracht:

Nadere informatie

Jonge dieren. Dieren hebben jongen. Hoe noem je ze? Kies uit: big, lam, kuiken, kalf, puppy, veulen, kuiken

Jonge dieren. Dieren hebben jongen. Hoe noem je ze? Kies uit: big, lam, kuiken, kalf, puppy, veulen, kuiken Groep 4 Naam:. Jonge dieren Dieren hebben jongen. Hoe noem je ze? Kies uit: big, lam, kuiken, kalf, puppy, veulen, kuiken Het jong van een paard is een Het jong van een koe is een Het jong van een hond

Nadere informatie

Voorjaar op de boerderij. Wat een drukte!

Voorjaar op de boerderij. Wat een drukte! Voorjaar op de boerderij Wat een drukte! Een uitgave van Natuur- en milieueducatie Afdeling Realisatie - Team Stadsruimte Gemeente Leiden, 2012 De boerderij is erg groot. Er zijn stallen met dieren. En

Nadere informatie

Tips spelend leren kern 3

Tips spelend leren kern 3 Tips spelend leren kern In de serie Tips spelend leren voor kern start t/m kern afsluiting worden opdrachten beschreven die leerkrachten in het keuzewerk voor hun klas kunnen opnemen op het gebied van

Nadere informatie

Auditieve oefeningen bij het thema:

Auditieve oefeningen bij het thema: Auditieve oefeningen bij het thema: Boek van de week: 1; Kom uit het ei, kleintje 2; Dottie s eieren 3; Dottie s kuikens 4; Mijn kuiken Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat

Nadere informatie

Thema 1: De aardappel

Thema 1: De aardappel Thema 1: De aardappel De deelnemers maken kennis van alle stappen van de aardappel, van de teelt tot op het bord. 09:30 Bezichtiging van het aardappelveld en algemene inlichtingen 10:30 Groep 1: Voorbereiding

Nadere informatie

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal

Taalklas.nl Plus Cursistenmateriaal Opdracht 1 Nieuwe woorden Lees het woord Bedek het woord Schrijf het woord in de zin Klopt het? de computer Bart speelt vaak spelletjes op de In de leer ik hoe internet en e-mail werken de computerles

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere

- je kan me wat - module 4. docere delectare movere - je kan me wat - module 4 docere delectare movere je kan me wat ROCvA - educatie nt2taalmenu.nl - ROCvAmodule 4 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 je kan me wat nt2taalmenu.nl module 4 1 1 2 3

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

k ga naar school ch gehe zur Schule

k ga naar school ch gehe zur Schule Nederlandstalig onderwijs k ga naar school ch gehe zur Schule Nederlands Deutsch k ga naar school ch gehe zur Schule Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat

Nadere informatie