Thema 4 Bij Elena thuis Les 4.1
|
|
- Carla van de Veen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Thema 4 Bij Elena thuis Les 4.1 Kernwoorden: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin, la porte, la fenêtre, le Garten, die Tür, das Fenster, raam, het bed, de pop, de auto, lit, la poupée, la voiture, le das Bett, die Puppe, das Auto, der Zug, das Bier, das Fahrrad, das Sofa, der Fernseher, die Blume, das Gras, grün de trein, de beer, de fiets, de bank, de televisie, de bloemen, het gras, groen train, l ours, le vélo, le canapé, la télévision, la fleur, l herbe, vert Uitbreidingswoorden: Hinter, zwischen, das Spielzeug, Achter, tussen, het speelgoed, Derrière, entre, le jouet, faire Radfahren, gegenüber, trinken, langsam, schnell, fallen fietsen, tegenover, drinken, langzaam, snel, vallen du vélo, en face de, boire, lentement, vite, tomber Herhaling: Zahlen bis 20, Wörter aus den vorherigen Themen. Tellen tot 20, verschillende woorden uit de voorafgaande thema s Les nombres de 1 à 20, le vocabulaire des thèmes précédents. Doelen: De kinderen maken kennis met de woorden behorend bij het thema Bij Elena thuis. De kinderen kunnen tot 20 tellen. De kinderen kennen de woorden uit de voorafgaande thema s. Materialen: De uitgeprinte flashcards: de woonkamer, de slaapkamer, de keuken, de tuin, de deur, het raam, het bed, de pop, de auto, de trein, de beer, de fiets 8 willekeurige flashcards uit de voorafgaande thema s Een rugzakje of tasje met de getalkaartjes 1-20 erin. Introductie Vertel ( in L1) aan de kinderen dat het weer tijd is voor de Nederlandse, Franse of Duitse les en dat ze gaan kijken en luisteren naar Elena. Elena krijgt een vriendje te logeren. Zijn naam is Henry en hij komt uit Straatsburg. Samen met Henry maakt Elena een heleboel lol. Wie logeert er ook wel eens bij een vriendje of vriendinnetje? En wat doe je dan allemaal? Zeg de leerlingen wat de taaldoelen zijn van de les. 1
2 Verwerking Activiteit 1. Video (Geanimeerd digitaal prentenboek) Kijk en luister samen met de kinderen naar het filmpje Bij Elena thuis. Elena ist im Wohnzimmer. Sie steht vor dem Fenster. Heute kommt Henry aus Straßburg. Er übernachtet für eine Nacht. Schau, da ist Henry. Hallo Henry! Elena is in de woonkamer. Zij staat voor het raam. Vandaag komt Henry uit Straatsburg. Hij blijft een nachtje slapen. Kijk daar is Henry. Hallo Henry! Elena est dans le salon. Elle est devant la fenêtre. Aujourd hui, Henry arrive de Strasbourg. Il reste pour une nuit. Regarde, voilà Henry. Salut, Henry! Elena nimmt Henry mit. Das ist mein Schlafzimmer. Das ist mein Bett. Das ist dein Bett. Willst du was trinken? Elena und Henry sind in der Küche. Sie trinken Limonade Elena zeigt in den Garten. Da stehen zwei Fahrräder. Sollen wir draußen spielen? Elena und Henry sitzen auf dem Fahrrad. Sie haben einen Wettkampf. Ein Wettkampf, wer am langsamsten Rad fahren kann. Wer da wohl gewinnt? Oh, oh, schon geht es schief. Elena fällt ins Gras. Henry fällt ins Gras. Beide lachen laut. Zusammen haben sie viel Spaß! Elena neemt Henry mee. Dit is mijn slaapkamer. Dit is mijn bed. Dit is jouw bed. Wil je iets drinken? Elena en Henry zijn in de keuken. Ze drinken limonade. Elena wijst naar de tuin. Daar staan twee fietsen. Zullen we buiten spelen? Elena en Henry zitten op de fiets. Ze doen een wedstrijd. Een wedstrijd langzaam fietsen. Wie gaat dit winnen? Oh, oh, daar gaat het mis. Elena valt in het gras. Henry valt in het gras. Allebei lachen ze hardop. Wat hebben ze een plezier samen. Elena emmène Henry. Voici ma chambre. Voici mon lit. Voici ton lit. Tu veux boire quelque chose? Elena et Henry sont dans la cuisine. Ils boivent de la limonade. Elena montre le jardin. Il y a deux vélos. On va jouer dehors? Elena et Henry sont sur leur vélo. Ils font un concours. Un concours à celui qui peut faire du vélo le plus lentement. Qui va gagner? Oh, là! bientôt tout va de travers. Elena tombe dans l herbe. Henry tombe dans l herbe. Tous les deux rient bien fort. Ensemble, ils s amusent bien! Klik dan op het onderdeel prentenboek. Nu wordt het verhaal weer voorgelezen, maar kunt u zelf de bladzijden omslaan. Luister met de kinderen naar het verhaal en wijs ondertussen de volgende afbeeldingen aan: De woonkamer, het raam, de slaapkamer, het bed, de keuken, de tuin, de fiets, het gras. Beeld de werkwoorden drinken, wijzen, fietsen en vallen uit. Vraag de kinderen om mee te doen. 2
3 Instructietaal 4.1a: Schaut euch die Geschichte an und hört gut zu. Henry übernachtet bei Elena. Zusammen haben sie viel Spaß. Kijk en luister goed naar het verhaal. Henry logeert twee nachtjes bij Elena. Samen hebben ze een heleboel pret. Regardez l histoire et écoutez bien. Henry passe la nuit chez Elena. Ensemble, ils s amusent bien. Activiteit 2. Activiteit 2 bestaat uit twee delen. Voor het eerste deel heeft u het digitale bord nodig. Voor het tweede deel de uitgeprinte afbeeldingen. Ga naar Voor de leerkracht. Daar vindt u de flashcards. Zet op het digitale bord de volgende flashcards klaar: de woonkamer, de slaapkamer, de keuken, de tuin, de deur, het raam, het bed, de pop, de auto, de trein, de beer, de fiets. Klik op de geluidsknop. De kinderen horen de woorden. Vraag de kinderen goed te luisteren en het woord na te zeggen. Herhaal dit nog een keer Instructietaal 4.1b: Hört gut zu. Könnt ihr das Wort wiederholen? Super! Luister goed naar het woord. Kunnen jullie dat herhalen? Goed zo! Écoutez bien. Pouvez-vous répéter les mots? Super! Speel dan het volgende spel: Laat de uitgeprinte afbeeldingen nogmaals één voor één aan de kinderen zien, herhaal de namen en zet ze in een rij voor in de klas. Wijs de afbeeldingen aan en vraag de kinderen hardop de namen te noemen. Herhaal dit nog een keer. Vraag dan aan de leerlingen om hun ogen te sluiten en haal een kaart weg. Welke afbeelding is weggehaald? Activiteit 3. Grabbelen maar. Voor de klas heeft u de flashcards van thema 4 bevestigd plus nog 8 afbeeldingen van de voorafgaande thema s. Geef elke flitskaart een nummer. In een rugzak/tas heeft u getalkaartjes van Verdeel de klas in twee groepen. Als eerste mag een kind van groep 1 in de tas grabbelen en een kaartje eruit trekken. De bedoeling is dat het kind hardop het getal in de doeltaal verwoord en daarna de naam van de juiste afbeelding. Als dit lukt, krijgt de groep 2 punten. Als het kind alleen het getal kan benoemen (of alleen de bijbehorende flitskaart), krijgt de groep 1 punt. Dan wordt het kaartje weer in de tas gedaan en mag een kind van groep 2 grabbelen. Hoeveel punten heeft iedere groep, nadat elk kind geweest is? Beëindig de activiteit door samen met de kinderen alle flashcards nogmaals te benoemen. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Geef de kinderen de opdracht de nieuwe woorden thuis te oefenen samen met hun ouders of een ander familielid met behulp van het onderdeel Oefenen met woorden. 3
4 Tip: Geef de flashcards een duidelijk zichtbare plaats in de klas en creëer op deze manier een Hollandse, Duitse of Franse hoek. Deze hoek kunt u verder aankleden met werk van de kinderen rondom dit thema. 4
5 Les 4.2 Kernwoorden: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin, la porte, la fenêtre, le Garten, die Tür, das Fenster, raam, het bed, de pop, de auto, lit, la poupée, la voiture, le das Bett, die Puppe, das Auto, der Zug, das Bier, das Fahrrad, das Sofa, der Fernseher, die Blume, das Gras, grün de trein, de beer, de fiets, de bank, de televisie, de bloemen, het gras, groen train, l ours, le vélo, le canapé, la télévision, la fleur, l herbe, vert Uitbreidingswoorden: Hinter, zwischen, das Spielzeug, Achter, tussen, het speelgoed, Derrière, entre, le jouet, faire Radfahren, gegenüber, trinken, langsam, schnell, fallen fietsen, tegenover, drinken, langzaam, snel, vallen du vélo, en face de, boire, lentement, vite, tomber Doelen: De kinderen oefenen de kernwoorden. De kinderen oefenen de werkwoorden met behulp van de begrippen langzaam en snel. De kinderen kennen de kleuren rood, blauw, geel, zwart, wit en breiden het repertoire uit met de kleur groen. De kinderen kennen de getallen De kinderen herhalen woorden uit de voorafgaande thema s Materialen: De geprinte versie van het prentenboek De uitgeprinte flashcards: de woonkamer, de slaapkamer, de keuken, de tuin, de deur, het raam, het bed, de pop, de auto, de trein, de beer, de fiets 8 willekeurige flashcards uit de voorafgaande thema s Een rugzakje of tasje met de getalkaartjes 1-20 erin en kaartjes (zelfde grootte als de getalkaartjes) in de kleuren rood, blauw, geel, zwart, wit en groen. Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Vraag de kinderen of ze thuis de woorden goed geoefend hebben. Vertel ze dat u aan het eind van de les, opnieuw het Grabbelspel met ze gaat spelen, maar dan weer een stukje moeilijker! Verwerking Activiteit 1. (Geanimeerd digitaal prentenboek) De leerlingen kijken en luisteren naar het filmpje Bij Elena thuis. Klik dan op het onderdeel prentenboek. Luister bladzijde voor bladzijde naar het verhaal. Beeld de werkwoorden drinken, wijzen, fietsen en vallen uit. Wie Vraag de kinderen om mee te doen. Kunnen de kinderen ook langzaam fietsen uitbeelden? En snel? En nog sneller? Herhaal de begrippen langzaam en snel ook met de werkwoorden uit de voorafgaande thema s, zoals gooien, vangen, zitten, opstaan, dansen, klimmen, etc. 5
6 Activiteit 2. Maak een verhaal Klik op de activiteit. De leerlingen zien plaatjes uit het prentenboek en het verhaal wordt verteld. Daarna moeten de leerlingen de plaatjes in de goede volgorde zetten. Als het in de goede volgorde staat, wordt het verhaal nog een keer verteld. Geef dan een leerling de geprinte versie van het prentenboek. Kan hij/zij het prentenboek in de goede volgorde in de klas ophangen? Instructietaal 4.2: Hört gut zu. Bringt danach die Bilder in die richtige Reihenfolge. Luister goed naar het verhaal. Zet daarna de plaatjes in de goede volgorde. Écoutez attentivement. Ensuite, mettez les images dans le bon ordre. Activiteit 3. Oefenen met kleuren en grabbelen maar! Klik op Oefenen met kleuren en herhaal de kleuren rood, blauw, geel, zwart, wit. Ook het groene potlood is aanwezig. Klik op de geluidsknop en vraag de kinderen het woord te herhalen. Herhaal deze activiteit nog een keer. Speel daarna het volgende spel Grabbelen maar uit les 1, maar maak het dit keer een stukje moeilijker. In een tas heeft u de getalkaartjes 1-20 en kaartjes in de kleuren rood, blauw, geel, zwart, wit en groen. Voor in de klas hangen de genummerde flashcards. U verdeelt de klas in twee groepen en dit maal komen er nog twee spelregels bij: Als de kinderen een gekleurd kaartje trekken en ze kunnen de kleur benoemen, krijgen ze 1 punt. Als de kinderen het kaartje groen trekken, mogen ze zelf een flitskaart kiezen en krijgen ze 3 punten als ze de kleur, het getal en de naam van de afbeelding goed hebben. Welke groep heeft aan het eind de meeste punten? Afsluiting. Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Geef de leerlingen de volgende huiswerkopdracht: Maak een tekening van de voorkant van je huis. Als je een voortuin hebt, vergeet die dan niet ook te tekenen. Vraag je ouders om je te helpen en neem de tekening mee naar school voor de volgende les. 6
7 Les 4.3 Kernwoorden: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin, la porte, la fenêtre, le Garten, die Tür, das Fenster, raam, het bed, de pop, de auto, lit, la poupée, la voiture, le das Bett, die Puppe, das Auto, der Zug, das Bier, das Fahrrad, das Sofa, der Fernseher, die Blume, das Gras, grün de trein, de beer, de fiets, de bank, de televisie, de bloemen, het gras, groen train, l ours, le vélo, le canapé, la télévision, la fleur, l herbe, vert Uitbreidingswoorden: Hinter, zwischen, das Spielzeug, Achter, tussen, het speelgoed, Derrière, entre, le jouet, faire Radfahren, gegenüber, trinken, langsam, schnell, fallen fietsen, tegenover, drinken, langzaam, snel, vallen du vélo, en face de, boire, lentement, vite, tomber Doelen: De kinderen oefenen de kernwoorden. De kinderen leren een lied. De kinderen beelden de werkwoorden fietsen, drinken, vallen, klimmen, rennen uit. Materialen: De tekeningen van de leerlingen Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Ga naar Voor de leerkracht. Daar vindt u de flashcards. Zet op het digitale bord de volgende flashcards klaar: de woonkamer, de slaapkamer, de keuken, de tuin, de deur, het raam, het bed, de pop, de auto, de trein, de beer, de fiets. Herhaal de woorden. Vraag een paar leerlingen hun tekening aan de klas te beschrijven. Hebben zij ook een tuin? Hoeveel ramen zie je? Waar is de woonkamer? En de slaapkamer? Verwerking Activiteit 1. Praatplaat Activeer de praatplaat. De kinderen zien een afbeelding met verschillende hotspots. Kunnen de kinderen de verschillende afbeeldingen benoemen? Klik op de hotspots ter controle en laat de kinderen de woorden nazeggen. 7
8 Activiteit 2. Themalied Elk hoofdstuk heeft een themalied. Activeer het lied en luister met de kinderen naar het lied. Luister nogmaals en vraag de kinderen om mee te bewegen en wijzen. Zing daarna samen met de kinderen het lied. Herein, herein, herein in unser haus. Das ist mein Zimmer, so sieht es aus: ein Großes Bett, Tisch und Stuhl dazu, Tiere zum kuscheln, fühl dich wohl im nu, fühl dich wohl ganz im nu! Ik stond laatst voor een poppenkraam Oh, oh, oh Daar zag ik mooie poppen staan Zo, zo, zo De poppenkoopman ging op reis De poppen raakte van de wijs Ze deden allemaal zo Ze deden allemaal zo Ze deden allemaal zo Dans sa maison un grand cerf Regardait par la fenêtre Un lapin venir au loin Et frapper chez lui Cerf, cerf, ouvre moi Ou le chasseur me tuera Lapin, lapin entre et viens Me serrer la main. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Vraag de kinderen ook thuis een paar keer naar het lied te luisteren en te oefenen en voor hun ouders te zingen. 8
9 Les 4.4 Kernwoorden: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin, la porte, la fenêtre, le Garten, die Tür, das Fenster, raam, het bed, de pop, de auto, lit, la poupée, la voiture, le das Bett, die Puppe, das Auto, der Zug, das Bier, das Fahrrad, das Sofa, der Fernseher, die Blume, das Gras, grün de trein, de beer, de fiets, de bank, de televisie, de bloemen, het gras, groen train, l ours, le vélo, le canapé, la télévision, la fleur, l herbe, vert Uitbreidingswoorden: Hinter, zwischen, das Spielzeug, Achter, tussen, het speelgoed, Derrière, entre, le jouet, faire Radfahren, gegenüber, trinken, langsam, schnell, fallen fietsen, tegenover, drinken, langzaam, snel, vallen du vélo, en face de, boire, lentement, vite, tomber Doelen: De kinderen kunnen de verschillende ruimtes in en om het huis benoemen. De kinderen oefenen de voorzetsels achter, tussen en tegenover met behulp van een korte dialoog. De kinderen kunnen het lied zingen. Materialen: - Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Herhaal met behulp van de flashcards de kernwoorden en de kleuren. Verwerking Activiteit 1. Themalied Activeer het lied en zing samen met de kinderen het lied. Beeld het lied uit. Activiteit 2. Een kort gesprekje. Ga naar Voor de leerkracht en klik op de activiteit. De kinderen luisteren naar het volgende gesprekje: A. Wo ist Elena? B. Elena steht hinter Henry. A. Wo ist Elena? B. Elena steht zwischen Henry und Max. A. Wo ist Elena? B. Elena steht gegenüber von Max. A. Waar is Elena? B. Elena staat achter Henry. A. Waar is Elena? B. Elena staat tussen Henry en Max. A. Waar is Elena? B. Elena staat tegenover Max. A. Où est Elena? B. Elena est derrière Henry. A. Où est Elena? B. Elena est entre Henry et Max. A. Où est Elena? B. Elena est en face de Max. 9
10 Laat het gesprek nog een keer horen, maar beeld het nu zin voor zin uit met drie kinderen die Elena, Max en Henry spelen. Herhaal dit nog een keer en vraag de kinderen de zin te herhalen. Oefen dan het gesprekje in drietallen. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 10
11 Les 4.5 Kernwoorden: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin, la porte, la fenêtre, le Garten, die Tür, das Fenster, raam, het bed, de pop, de auto, lit, la poupée, la voiture, le das Bett, die Puppe, das Auto, der Zug, das Bier, das Fahrrad, das Sofa, der Fernseher, die Blume, das Gras, grün de trein, de beer, de fiets, de bank, de televisie, de bloemen, het gras, groen train, l ours, le vélo, le canapé, la télévision, la fleur, l herbe, vert Uitbreidingswoorden: Hinter, zwischen, das Spielzeug, Achter, tussen, het speelgoed, Derrière, entre, le jouet, faire Radfahren, gegenüber, trinken, langsam, schnell, fallen fietsen, tegenover, drinken, langzaam, snel, vallen du vélo, en face de, boire, lentement, vite, tomber Doelen: De kinderen oefenen de kernwoorden. Materialen: De uitgeprinte flashcards: de woonkamer, de slaapkamer, de keuken, de tuin, de deur, het raam, het bed, de pop, de auto, de trein, de beer, de fiets Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Kijk samen met de kinderen naar de praatplaat en herhaal de woorden. Verwerking Activiteit 1. Spel: Wat wordt er gefluisterd? Herinneren de kinderen zich het spelletje van thema 3, les 7 nog? Voor dit spel heeft u de geprinte flashcards nodig. De kinderen zitten in de kring. Laat één van de kinderen een afbeelding zien. Voorzichtig! De rest van de klas mag niet weten wat er op de flitskaart te zien is! Het kind fluistert het woord in het oor van het kind links van hem. Die fluistert het weer in het oor van zijn linkerbuurman /vrouw. Ga zo de kring langs. Vraag aan het laatste kind het woord hardop te zeggen. Is het het goede woord? Activiteit 2. Tijd voor een spelletje! In het programma zitten verschillende spelletjes, zoals Memorie of Maak de match. Speel samen met de kinderen de verschillende spelletjes. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 11
12 Thuiswerk Vraag de kinderen om voor de volgende les de verschillende spelletjes op de computer te spelen. 12
13 Les 4.6 Kernwoorden: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin, la porte, la fenêtre, le Garten, die Tür, das Fenster, raam, het bed, de pop, de auto, lit, la poupée, la voiture, le das Bett, die Puppe, das Auto, der Zug, das Bier, das Fahrrad, das Sofa, der Fernseher, die Blume, das Gras, grün de trein, de beer, de fiets, de bank, de televisie, de bloemen, het gras, groen train, l ours, le vélo, le canapé, la télévision, la fleur, l herbe, vert Uitbreidingswoorden: Hinter, zwischen, das Spielzeug, Achter, tussen, het speelgoed, Derrière, entre, le jouet, faire Radfahren, gegenüber, trinken, langsam, schnell, fallen fietsen, tegenover, drinken, langzaam, snel, vallen du vélo, en face de, boire, lentement, vite, tomber Doelen: De kinderen kennen de kernwoorden. De kinderen kennen de kleuren rood, blauw, geel, wit, zwart en groen De kinderen kunnen het lied zonder ondersteuning zingen. Materialen: Werkblad 4.6.A Kleurpotloden met de kleuren rood, blauw, geel, wit, zwart en groen Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Verwerking Activiteit 1. Het werkblad. De werkbladen vindt u onder het kopje Voor de leerkracht. Op het werkblad ( 4.6.A) staan twee opdrachten: Voor de eerste opdracht heeft u de bijbehorende instructietaal 4.6 nodig: Höre gut zu und male. Male die Tür grün. Male das Bett rot. Male die Puppe gelb. Male den Bär schwarz. Male das Auto blau. Luister goed en kleur Kleur de deur groen. Kleur het bed rood. Kleur de pop geel. Kleur de beer zwart. Kleur de auto blauw. Écoute bien et colorie. Colorie la porte en vert. Colorie le lit en rouge. Colorie la poupée en jaune. Colorie l ours en noir. Colorie la voiture en bleu. Teken je eigen slaapkamer 13
14 Activiteit 2. Themalied Zing samen met de kinderen het lied en beeld de bewegingen uit. Klik dan de karaoke versie aan. Kunnen de kinderen het lied ook meezingen zonder ondersteuning? Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 14
15 Les 4.7 Kernwoorden: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin, la porte, la fenêtre, le Garten, die Tür, das Fenster, raam, het bed, de pop, de auto, lit, la poupée, la voiture, le das Bett, die Puppe, das Auto, der Zug, das Bier, das Fahrrad, das Sofa, der Fernseher, die Blume, das Gras, grün de trein, de beer, de fiets, de bank, de televisie, de bloemen, het gras, groen train, l ours, le vélo, le canapé, la télévision, la fleur, l herbe, vert Uitbreidingswoorden: Hinter, zwischen, das Spielzeug, Achter, tussen, het speelgoed, Derrière, entre, le jouet, faire Radfahren, gegenüber, trinken, langsam, schnell, fallen fietsen, tegenover, drinken, langzaam, snel, vallen du vélo, en face de, boire, lentement, vite, tomber Doelen: De kinderen kennen de kernwoorden. De kinderen leren een chant. Materialen: De uitgeprinte flashcards: de woonkamer, de slaapkamer, de keuken, de tuin, de deur, het raam, het bed, de pop, de auto, de trein, de beer, de fiets Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Zet de geprinte flashcards in een rij voor in de klas. Herhaal hardop de namen. Vraag de kinderen hun ogen dicht te doen en haal een kaart weg. Welke kaart is er weg? Verwerking Activiteit 1. Chant Klik op de activiteit en luister naar de chant. Wijs ondertussen de personen en de verschillende ruimtes in het huis aan. Oefen de chant zin voor zin. Verdeel daarna de klas in twee groepen. 15
16 Ganze Klasse: Im Haus, im Haus. Elena ist im Haus. Gruppe 1: Wo ist denn Elena? Gruppe 2: Schlafzimmer, Schlafzimmer. Ganze Klasse: Im Haus, im Haus. Mutter ist im Haus. De hele klas: In het huis, in het huis. Elena is in het huis. Groep 1: Waar is Elena dan? Groep 2: Slaapkamer, slaapkamer. De hele klas: In het huis, in het huis. Moeder is in het huis. Gruppe 1: Wo ist Mutter denn? Groep 1: Waar is moeder dan? Gruppe 2: Wohnzimmer, Wohnzimmer. Groep 2: Woonkamer, woonkamer. Ganze Klasse: Im Haus, im Haus. Sophie ist im Haus. Gruppe 1: Wo ist Sophie denn? Gruppe 2: Küche, Küche. De hele klas: In het huis, in het huis. Sophie is in het huis. Groep 1: Waar is Sophie dan? Groep 2: Keuken, keuken. Je fais le tour de ma maison, (faire le tour du visage) J éteins les lumières, (toucher les paupières) Je ferme les volets, (toucher les oreilles) Je descends l escalier, (passer le long du nez) Je ferme la porte, (toucher la bouche) Et je fais: «clic clac». (tordre un peu le nez) Ganze Klasse: Im Haus, im Haus. Alle sind Zuhause! De hele klas: In het huis, in het huis. Iedereen is thuis! Activiteit 2. Spel: Kruisje-nul Teken op het bord een tabel van 3 x 4 vakken. Bevestig in elk vak een flitskaart met de achterkant boven, zodat de afbeelding niet te zien is. Verdeel de klas in twee groepen: de kruizen en de nullen. Om de beurt mag een kind uit een groep een kaart omdraaien en het woord benoemen. Weet het kind het woord dan komt er een kruis of een nul in het vak. Welke groep kent de meeste woorden? Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Geef de kinderen als huiswerk mee de chant thuis samen met hun ouders of een ander familielid te oefenen. Vertel de kinderen dat ze de volgende les weer gaan knutselen dat zij per tweetal een (schoenen) doos mee moeten nemen en een pasfoto van zichzelf. De doos hoeft geen deksel te hebben. 16
17 Les 4.8 en 4.9 Kernwoorden: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin, la porte, la fenêtre, le Garten, die Tür, das Fenster, raam, het bed, de pop, de auto, lit, la poupée, la voiture, le das Bett, die Puppe, das Auto, der Zug, das Bier, das Fahrrad, das Sofa, der Fernseher, die Blume, das Gras, grün de trein, de beer, de fiets, de bank, de televisie, de bloemen, het gras, groen train, l ours, le vélo, le canapé, la télévision, la fleur, l herbe, vert Uitbreidingswoorden: Hinter, zwischen, das Spielzeug, Achter, tussen, het speelgoed, Derrière, entre, le jouet, faire Radfahren, gegenüber, trinken, langsam, schnell, fallen fietsen, tegenover, drinken, langzaam, snel, vallen du vélo, en face de, boire, lentement, vite, tomber Doelen: De kinderen kennen de kernwoorden. De kinderen ontwerpen in tweetallen een slaapkamer. Materialen: Per tweetal een doos Kosteloos materiaal, stof Scharen en lijm Een pasfoto van zichzelf Gekleurd knutselpapier Introductie Vertel de kinderen dat zij in tweetallen een te gekke, hippe slaapkamer gaan maken. Daarna presenteren zij de slaapkamer aan de klas. Voor deze opdrachten hebben zij 2 x 30 minuten de tijd. Verwerking Activiteit 1. De kijkdoos Werkwijze: De doos wordt op de lange kant gelegd. De doos wordt omgetoverd tot de meest favoriete slaapkamer van de kinderen. Hiervoor gebruiken zij oud behang, kosteloos materiaal, stof etc. De kinderen knippen hun gezicht op de pasfoto uit. Het gezicht plakken zij op een stuk dik papier en daaronder tekenen zij een lichaam. Onder het lichaam moeten zij niet vergeten een plakrand te tekenen. Het poppetje wordt uitgeknipt en ergens in de slaapkamer geplaatst (geplakt) 17
18 Activiteit 2. De presentatie Vraag de kinderen hun slaapkamer aan de klas te presenteren. Moedig de kinderen aan dit in het Nederlands te doen. Luister eerst met de kinderen naar de volgende instructietaal die als steun kan dienen. U vindt dit onder het kopje Voor de leerkracht. Instructietaal 4.8: Das ist unser Schlafzimmer. Das ist das Bett. Das ist das Fenster. Das ist der Fernseher. Das ist das Sofa. Dit is onze slaapkamer. Dit is het bed. Dit is het raam. Dit is de televisie. Dit is de bank. Voici notre chambre. Voici le lit. Voici la fenêtre. Voici la télévision. Voici le canapé. Activiteit 3. Chant Chant samen met de leerlingen. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 18
19 Les 4.10 Evaluatie Kernwoorden: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin, la porte, la fenêtre, le Garten, die Tür, das Fenster, raam, het bed, de pop, de auto, lit, la poupée, la voiture, le das Bett, die Puppe, das Auto, der Zug, das Bier, das Fahrrad, das Sofa, der Fernseher, die Blume, das Gras, grün de trein, de beer, de fiets, de bank, de televisie, de bloemen, het gras, groen train, l ours, le vélo, le canapé, la télévision, la fleur, l herbe, vert Uitbreidingswoorden: Hinter, zwischen, das Spielzeug, Achter, tussen, het speelgoed, Derrière, entre, le jouet, faire Radfahren, gegenüber, trinken, langsam, schnell, fallen fietsen, tegenover, drinken, langzaam, snel, vallen du vélo, en face de, boire, lentement, vite, tomber Doelen: De kinderen kennen de kernwoorden. Materialen: De uitgeprinte flashcards: de woonkamer, de slaapkamer, de keuken, de tuin, de deur, het raam, het bed, de pop, de auto, de trein, de beer, de fiets 8 willekeurige flashcards uit de voorafgaande thema s 4x getalkaartjes 1-20 en kaartjes in de kleuren rood, blauw, geel, zwart, wit en groen. 4 tasjes Introductie Chant als opwarmertje. Verwerking Activiteit 1. Spel: Grabbelen maar Herinner de klas aan het spel Grabbelen maar. Dit keer spelen de kinderen echter niet in twee groepen onder leiding van de leerkracht, maar wordt de klas in vier groepen verdeeld en gaat het erom dat ze individueel zoveel mogelijk punten binnen halen. Hang 20 flashcards voor in de klas en nummer de kaarten. Geef elke groep een tasje met de kaartjes erin. Geef een kind per groep de opdracht de score voor ieder kind in de groep bij te houden. Wie wordt de klassenwinnaar? Activiteit 2. De klassenwinnaar kiest In de afgelopen weken is er hard aan het thema gewerkt. Welke activiteit willen de kinderen graag nog een keer doen? De winnaar van spel 1 mag kiezen. Uiteraard mag het ook een activiteit zijn van de voorafgaande thema s. Afsluiting Samen met de kinderen kijkt u terug op de afgelopen weken. Er is weer hard gewerkt en veel geleerd. Wat hebben de leerlingen allemaal geleerd? Praat hier met de kinderen over. 19
20 Ten slotte: Als u als leerkracht ook graag wil weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er ook voor kiezen de kinderen een korte woordentoets op de computer af te nemen. De woordentoets test of de kinderen de volgende woorden (receptief) kennen: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin, la porte, la fenêtre, le Garten, die Tür, das Fenster, raam, het bed, de pop, de auto, lit, la poupée, la voiture, le das Bett, die Puppe, das Auto, der Zug, der Bär, das Fahrrad de fiets, de trein, de beer. train, l ours, le vélo. 20
Thema 1 Hallo Elena Les 1.1
Thema 1 Hallo Elena Les 1.1 Kernwoorden: Hallo, ich, mein Name ist, die Familie, die Mutter, der Vater, die Schwester, der Bruder, der Hund, die Katze, Guten Tag, Zahlen 1-10, das Haus, der Ball Hallo,
Thema 1 Hallo Elena Les 1.1
Thema 1 Hallo Elena Les 1.1 Kernwoorden: Hallo, ich, mein Name ist, die Familie, die Mutter, der Vater, die Schwester, der Bruder, der Hund, Hallo, ik, mijn naam is, de familie, de moeder, de vader, de
Thema 2 Elena gaat naar school Les 2.1
Thema 2 Elena gaat naar school Les 2.1 Kernwoorden: Die Schule, die Lehrerin, der Lehrer, die Klasse, der Kreis, der De school, de juf, de meester, de klas, de kring, de jongen, het L école, la maîtresse,
Thema 6 De mensen om mij heen
1 6.1 De leerlingen leren in het kader van een verhaal zeggen wat ze later willen worden De leerlingen leren aangeven waar schoolspullen zich bevinden De leerlingen oefenen de desbetreffende woorden en
Mijn familie en ik 3. Lang zal zij leven Lang zal zij leven Lang zal zij leven in de gloria In de gloria In de gloria
1 Doelen De leerlingen kunnen iets over verjaardagen en familieleden te vertellen; spullen die met verjaardag te maken hebben voor uw introductie zoals slingers, kaarsjes voor op een taart, een ballon
6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )
Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari 2015 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! 1.-Woorden SO en GP Frans (15/20-01-15) https://www.scholieren.com/verslag/84625 Pagina 1 van 5 Frans
Thema 7 Feest Les 7.1
Thema 7 Feest Les 7.1 Kernwoorden: De ballon, het cadeau, de verjaardag, de kaarsen, de slingers, de taart, de clown, de fluit, de trommel, de gitaar, de limonade, de koffie, de thee, chips, de feesthoed.
Thema 5 Elena heeft nieuwe spullen nodig
Les 5.1 Materialen (selectie) flitskaarten de spijkerbroek, de broek, de bloes flitskaarten (thema 9, onderbouw): de broek, de jurk, het t-shirt,, de schoenen, de jas, de trui, de laarzen, de pet, de sjaal,
Aantekening Frans les pronoms personnels
Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die
naam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen starten met de leerstof Frans zelfstandig te verwerken. We beginnen te werken met module 6. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je
Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4
Naamvallen Tabel Begrijpen Klas 3/4 Wil je weten hoe de Naamvallen Tabel in elkaar zit, dan is dit de juiste workshop voor jou. A) Naamvaltabel (overzicht) B) Tools om met de Naamvaltabel aan de slag te
Thema 5 Eet smakelijk Elena Les 5.1
Thema 5 Eet smakelijk Elena Les 5.1 Kernwoorden: Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel,
bringen ausleihen bezahlen wären denken auschecken das Handtuch das Problem das Missverständnis das Zimmer die Rechnung die Bettwäsche
An der Rezeption Ich habe eine Frage. Ich habe meine Handtücher vergessen / weil ich dachte / es sind welche auf dem Zimmer. Aber für zwei Euro können Sie sich Das war dann wohl ein hier welche leihen
15 et qui paie le loyer?
g r a m m at i c a 15 et qui paie le loyer? Maak de zinnen af met de juiste vorm van payer en het voorwerp op de foto* 1 2 3 4 5 6 1 Paul le 2 Moi, je la 3 Mon frère et moi, nous 4 Les cousins la le 5
naam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet
Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3
Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3 Neue Kontakte 5 e, VMBO KGT 1-2 Werkwoorden TB 49 3 e naamval TB 54 Rangtelwoorden (overzicht) Kloktijden (overzicht) Werkwoorden TB 49 wissen = weten
1 TTO Gym. Ma maison de rêve / Mijn droomhuis
1 TTO Gym Ma maison de rêve / Mijn droomhuis Ma maison de rêve / Mijn droomhuis Hoe ziet jouw droomhuis eruit? Maak een poster waarop je dit laat zien en presenteer jouw huis aan de rest van de klas. Étape
s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1
THEMA: OP VAKANTIE MET DE ALLERKLEINSTEN! s Speelbrief JULI 2017 Aapje Pippo gaat met de trein op reis. Bruintje Beer en peuter Max spelen aan de waterkant en nijntje logeert bij haar opa en oma. Allemaal
Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen
Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen Uiteenzetting door M. 560 woorden 22 mei 2013 5,4 108 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! 1) Naamvallen Een naamval is de functie van een zinsdeel. VB: lijdend
Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN
Hotel Hallo - Thema 2 Hallo opdrachten TELEVISIE KIJKEN 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer
Thema 3 Elena speelt buiten 1
Thema 3 Elena speelt buiten 1 3.1 De kinderen leren woorden en zinnen over buitenspelen. de flitskaarten de schommel, de glijbaan, de draaimolen, het skateboard, verstoppertje Introductie Zeg wat de taaldoelen
Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment:
Logboek bij de lessenserie over Cengiz und Locke van Zoran Drvenkar Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment: ANWEISUNGEN Dit is een serie van drie lessen. Jullie gaan in zes groepen van vier of vijf leerlingen
Thema 7 Sportdag op school
1 7.1 Materialen (selectie) sportspullen zoals een voetbal, een tennisbal, een tennisracket, een zak (voor zaklopen), een bikini/zwembroek flitskaarten: voetballen, handballen, volleyballen, tennissen,
Samenvatting Duits H7 Eigener Herd ist Goldes wert!
Samenvatting Duits H7 Eigener Herd ist Goldes wert! Samenvatting door een scholier 821 woorden 30 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Duits H7 Eigener Herd ist Goldes wert! Pagina 1 van 6 Werkwoorden thuis
Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike.
pakket Ssst de tijger slaapt De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. Door: Maike Douglas jufmaike.nl 1. Dieren uit het boek Sorteren van de dieren die in het boek voorkomen Woordenschat
écoutez, lisez, jouez
Je hebt de vorige module knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 7. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren,
naam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in de vorige module goed gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 11. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet
T-shirts op een rij. Doel van de les - de telrij opzeggen tot en met 20 - terugtellen vanaf een willekeurig getal in het getallengebied
T-shirts op een rij Leeftijdsgroep Kerndoel 8-12 jaar Deze les levert een bijdrage aan het kerndoel: 2 De leerlingen leren rekenhandelingen uitvoeren voor het functioneren in dagelijkse situaties Leerstofonderdeel
Meine Familie und ich 1
1 1.1 Kernwoorden der Junge, das Mädchen, der Mann, die Frau, der Freund, die Freundin, der Onkel, die Tante, der Cousin, die Cousine, klatschen, die Hand geben, einen Kuss geben Uitbreidingswoorden gratulieren,
Duo s / Wandel Wissel Uit (variant)
werkwaaier Duo s / Wandel Wissel Uit (variant) Leerlingen oefenen in tweetallen een gesprekje. Zij krijgen daarvoor een x-aantal minuten. Daarna kiezen de leerlingen een leerling uit een andere rij of
Elena moet naar de dokter 1
1 2.1 De leerlingen leren zeggen hoe ze zich voelen; Flitskaarten de buik, de neus, de knie, het oog, het hoofd, het oor, de teen, de tand, (zie ook flashcards middenbouw thema 2) Evt. geprinte versie
die Meldung bestätigen nicht jetzt
am Computer sitzen im Internet surfen Informationen suchen mit einem Freund chatten eine E-Mail schreiben Nachrichten lesen Freunde finden ein Foto hochladen eine Datei herunterladen einen Film gucken
OPA EN OMA DE OMA VAN OMA
Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en
Pak de jas! Werkvorm: Spel. Materiaal: Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes. Verloop:
Pak de jas! Spel Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes De leerkracht gooit met de dobbelsteen. De leerlingen nemen om ter snelste dezelfde kleur jas als de kleur van de dobbelsteen. De leerlingen verwoorden
naam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 8. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren, beluister
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Vormen van een raket Raketten
Vormen van een raket Raketten Vgroep 1-2 17 tijdsduur 65 minuten kerndoelen 1, 23, 32, 44, 45 en 54 lesdoelen De leerling: herkent een aantal wiskundige vormen: een cirkel, een driehoek, een rechthoek
De wereld om mij heen
8.1 De leerlingen oefenen de desbetreffende woorden apart en in eenvoudige zinnen. Materialen (selectie) allerlei spullen om geluiden mee te maken zoals schoolspullen (papier, een pen, potlood met puntenslijper)
Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.
Print het Word-document uit. Afrekenen met de klant Opdracht 1 Luister naar luisterfragment 6 Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.
Lespakket. Het monsterbonsterbulderboek. Door: Maike Douglas.
pakket Het monsterbonsterbulderboek Door: Maike Douglas Start Tover het boek tevoorschijn Doel Introductie van het boek Tovertoeter Het monsterbonsterbulderboek Voorbereiding Knutsel een tovertoeter en
Inleiding 8 DEEL Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben.
INHOUD Inleiding 8 DEEL 1 13 Les 1 - ik ben, jij bent 14 A1 - Ik kan het werkwoord zijn goed gebruiken. Ik kan vertellen wie ik ben en waar ik ben. Les 2 - Wie is het? 19 A1 - Ik kan de persoonsnamen gebruiken.
UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!
UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,
In je kracht. Werkboek voor deelnemers
In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers
Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6
Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem Nederlands: Duits: 10 1 9 8 2 7 3 6 4 5 5 4 en lager 6 In t Duits kennen we 3 lidwoorden: Aantekening hs1 de lidwoorden -der -die de/het -----> bepaald lidwoord
Thema 9 Wat trek je aan Elena? Les 9.1
Thema 9 Wat trek je aan Elena? Les 9.1 Kernwoorden: Orange, lila, pink, die Hose, der Oranje, paars, roze, de (paarse) Orange, violet, rose, le Rock, das Kleid, das T-Shirt, die broek, de (rode) rok, de
En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.
Salut! Voor het tweede jaar op rij leer je Frans. Misschien heb je intussen ook al Frans kunnen spreken met Franstaligen. Lukte dat al? Of vond je het nog moeilijk? Bedenk dan dat je vorig jaar nog helemaal
Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.
Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L
TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands.
Naam: Klas: Datum: HÖREN Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands. (8 punten) 1. Welk compliment geeft Igor (de jongen) aan Linda (het meisje)? 2. In
Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design
Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door
k ga naar school ch gehe zur Schule
Nederlandstalig onderwijs k ga naar school ch gehe zur Schule Nederlands Deutsch k ga naar school ch gehe zur Schule Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat
Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6
Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6 Circuit met verschillende hoeken. Hierbij meerder intellegenties aanspreken. De kinderen wel in vele hoeken laten komen, zodat ze op verschillende manieren
ZO LEES IK PIPPO. Speelbrief. PIPPO-thema prentenboeken JULI Speelbrief - Juli p1
P VAKANTIE MET DE ALLERKLEINSTE O : A M E H T N! s JULI 2017 Speelbrief Aapje Pippo gaat met de trein op reis. Bruintje Beer en peuter Max spelen aan de waterkant en nijntje logeert bij haar opa en oma.
optellen 1 Doel: plaats bepalen op de getallenlijn 2 Doel: optellen met de rekentekens + en 3 Doel: optellen van concreet naar abstract Herhalen
1 Basisstof t/m 10 Lesdoelen De kinderen: kunnen hoeveelheden t/m ; kunnen een optelsom met voorwerpen t/m in de abstracte vorm noteren; kunnen werken met de rekentekens en. Materialen Klassikaal: Per
De ontwikkelde materialen per unit.
Handleiding. Dit is de handleiding voor het remediërende programma voor de leeszwakke leerling bij het vak Engels. De hulpmiddelen zijn ontwikkeld voor leerlingen die bij de toetsen technisch lezen uitvallen
Vormen van een raket Raketten
Vormen van een raket Raketten Vgroep 1-2 17 tijdsduur 65 minuten kerndoelen 1, 23, 32, 44, 45 en 54 lesdoelen De leerling: herkent een aantal wiskundige vormen: een cirkel, een driehoek, een rechthoek
Kleuren. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.
Groep: 1/2 3/4 Thema: Kleuren Inhoud: Lied in 2 versies over kleuren. De toonladder, ritmes en spelen met instrumenten. Reageren op kleuren en vormen. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie
Lesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo
Lesvoorbereiding Studie en loopbaan Keuze- en Loopbaanvaardigheden 3-4 vmbo Bespreek met vakdocenten mogelijkheden om leerlingen in de vaklessen feedback over zichzelf te laten vergaren. Deel Vaardigheid:
TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren
TAAL IS LEUK Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren 1 Inhoudsopgave Pagina Besteed extra aandacht aan de taal van uw kind 4 Adviezen die u kunt toepassen tijdens een gesprekje met uw kind 5 Maak
SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden
SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied
HANDLEIDING TALENTENQUIZ
HANDLEIDING TALENTENQUIZ STAPPENPLAN TALENTENQUIZ 1. Download alle nodige bestanden van de talentenquiz kleur bekennen met kinderen op de studentenpagina bij de pagina voor de coördinator bedenk & doe
5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief
Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni 2018 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Duits Neue Kontakte Prüfungsteil Schreiben Schrijfvaardigheid formele brief - conventies Dit kan zijn een sollicitatiebrief,
Handleiding basiswoordenschat.
basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist
Spreekopdrachten thema 1 Nederland
Spreekopdrachten thema 1 Nederland Opdracht 1 bij 1.3 ** Speel het spel met de groep. Uitleg voor de docent: De docent begint. Hij zegt wat hij kan. Bijvoorbeeld: Ik kan koken. Laat de eerste cursist herhalen
Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Schoolplein groep 3-4. Schoolplein
UNICEF Handleiding lessuggestie Schoolplein groep 3-4 Handleiding Schoolplein Alle kinderen in de wereld hebben rechten. In het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties zijn deze opgenomen. Artikel
Samenvatting Duits Grammatica
Samenvatting Duits Grammatica Samenvatting door een scholier 1253 woorden 18 maart 2008 4,7 34 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Duits na klar redemittel en grammatica (werkwoorden, 1e en 4e naamval,
Zelf papier maken!? Hoe doe je dat?
Zelf papier maken!? Hoe doe je dat? Hoe belangrijk is papier? Wat voor heb je papier nodig? Met papier kan je bijvoorbeeld: schrijven, tekenen of boeken maken. Van oud papier zoals kranten, kun je zelf
Wat kies ik? PO groep 3 / 4 expositie Waanzien MOTI Breda Voorbereidende les HANDOUT voor leerkrachten behorende bij de powerpoint 1
HANDOUT voor leerkrachten behorende bij de powerpoint 1 Les 1: Powerpoint en werkblad [30 40 minuten] Land van GRIJS [slide 1] INTRO Leerkracht vertelt: Stel je voor: dit is het Land van GRIJS, hier ver
haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden
ein Missverständnis an der Rezeption haben / hatten / hätten bin / war / wäre können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden sich entschuldigen Es tut mir leid! Das wollte
flitsletters spellenbundel Voor speelse oefenmomenten, thuis en in de klas.
flitsletters spellenbundel Voor speelse oefenmomenten, thuis en in de klas. Beste ouders, Van de leerkracht van uw kind heeft u een setje flitsletters ontvangen. Flitsen is het kort (enkele seconden) laten
Hoe hoog is dat? groep Bron:
Hoe hoog is dat? groep 5-6 Wat kan een satelliet allemaal zien vanuit de ruimte? En hoe meet een satelliet hoogte? In de les Hoe hoog is dat? onderzoeken de leerlingen de werking van een satelliet die
Groep 1-3 - "Nog 100 nachtjes slapen" (prentenboek)
Groep 1-3 - "Nog 100 nachtjes slapen" (prentenboek) Inleiding Introductie "Nog 100 nachtjes slapen" Bewegingsspel 5 minuten Kring Benodigdheden: Prentenboek "Nog 100 nachtjes slapen" Deze dramales beweging
17609_Manual_zet in en win.indd :03
17609_Manual_zet in en win.indd 1 18-07-12 10:03 NL Spelregels Een vraag- en antwoordspel, waarbij je niet zélf alle antwoorden hoeft te weten; als je goed in kunt schatten wat je medespelers weten, scoor
Uitleg bij de spellingskaartjes.
Uitleg bij de spellingskaartjes. 1. De BLAUWE kaartjes zijn bedoeld om alleen te oefen met de spellingskaartjes 2. Met de Paarse kaartjes mag je met zijn tweeën oefenen met de spellingskaartjes 3. De Groene
LESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-
LESMATERIAAL ONDERBOUW Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect Vo or 4 Groep 1- ACTIVITEIT 1: AANGENAAM KENNIS TE MAKEN In deze handleiding staat de activiteitenbeschrijving voor groep 1-4. Hier
J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.
Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,
AAN DE SLAG DIT BEN IK
Peuters AAN DE SLAG DIT BEN IK Hoelahoep: Mijn lijf (liedje) Op Schooltv vind je het liedje Mijn Lijf van Hoelahoep. Dit liedje gaat over het uiterlijk en de functies van verschillende lichaamsdelen. De
Acties / Werkwoorden
Acties / Werkwoorden Voor er gestart kan worden met onderstaand programma, moet het kind aan de volgende voorwaarden voldoen: Het kind kan 50 objecten benoemen en op verzoek selecteren. Het kind kan 10
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.
LES: Wie van de drie? 2
LES: Wie van de drie? 2 DOEL getallen herkennen uit de tafels van 2 t/m 9; oefenen van de tafels; bewust worden van de patronen in bepaalde tafels (bijv. tafels van even getallen hebben allemaal even uitkomsten,
Thema 10 Elena op vakantie Les 10.1
Thema 10 Elena op vakantie Les 10.1 Kernwoorden: Montag, Dienstag, Mittwoch, Donnerstag, Freitag, Samstag, Sonntag, die Woche, froh, traurig, böse, die Oma, der Opa, der Koffer, das Bikini, die Badehose,
LES: Snelle sommen 2. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Snelle stappen (zie p. 5) potlood, 2 verschillende kleurpotloden, gum AFBEELDING SPELLETJE
LES: Snelle sommen 2 DOEL oefenen van het snel uitrekenen van keersommen die worden weergegeven door een aantal muntjes van gelijke waarde; bewust worden dat strategieën kunnen helpen om keersommen snel
Het stappenplan om snel en goed iets nieuws in te studeren
Studieschema voor goed en zelfverzekerd spelen Page 1 of 5 Het stappenplan om snel en goed iets nieuws in te studeren Taak Een nieuw stuk leren zonder instrument Noten instuderen Opname beluisteren Notenbeeld
Ich lese ein Buch. Ich lese ein Buch. Siehst du viel fern. Siehst du viel fern? Am Sonntag besuche ich meine Oma. Am Sonntag besuche ich meine Oma.
Hausaufgaben machen Ich lese ein Buch Ich lese ein Buch. das Buch das Buch Bücher Gitarre spielen Siehst du viel fern Siehst du viel fern? ausschlafen mit dem Hund Gassi gehen Computerspiele spielen ins
naam :.. nr. : klas :.. computer :..
Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je
Tafels bloemlezing. Inhoud 1
Tafels bloemlezing Leer- en oefenboek 49 bladzijden. Hier zie je de hele pdf, waarin veel geschrapt is, maar waarin je een prima indruk krijgt hoe deze methode is opgebouwd. Dit is een methode die niet
Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug.
Polizei Polizei Dialog 1- Handy Dialog 1 - Handy Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug. 2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Vertel, dat je zaktelefoon is gestolen. 3 Können Sie mir erzählen,
En action 5. Woordtrainer. Salut! Ga naar www.vanin.be/apps voor meer informatie.
Salut! Voor het eerst leer je een nieuwe taal, Frans. Dat is best spannend. Misschien denk je ook dat het moeilijk is, maar dat valt best mee. En dit groeiboek maakt Frans leren niet alleen makkelijker,
Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning.
Handleiding Vingerspelling en Letterherkenning. Inleiding. De module Vingerspelling en Letterherkenning is onderdeel van de methode AAD. Het is de eerste module, speciaal voor degenen die het Nederlands
Ich möchte eine Fahrkarte nach Schwerin / bitte. Vormittags also.
eine Zugfahrkarte kaufen Ich möchte eine Fahrkarte nach Schwerin / bitte. Wann möchten Sie fahren? Am Donnerstag / den 17. Oktober am Vormittag / bitte. Vormittags also. Mal sehen. Es fährt ein Zug um
Spreekopdrachten thema 4 Wonen
Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.
LESBRIEF. Een voorstelling voor kinderen vanaf 4 jaar
LESBRIEF Een voorstelling voor kinderen vanaf 4 jaar Wie is John de Winter John de Winter is theatermaker in brede zin. Hij kiest vaak een bestaand verhaal met een stevige rode draad als vertrekpunt voor
LES: Waslijn. BENODIGDHEDEN Per leerling werkblad Stapjes maken (zie p. 5) potlood en gum AFBEELDING SPELLETJE
LES: Waslijn DOEL oefenen van tellen in stappen; bewust worden van het patroon in de getallen van de tafel van 5 (alle getallen eindigen op 5 of 0), de tafel van 10 (alle getallen eindigen op 0), en de
SPREKEN EN GESPREKSVAARDIGHEID
PTA SPREKEN EN GESPREKSVAARDIGHEID Algemene informatie Taal Duits Duur 10 minuten Weging 20 % (4 x) Herkansbaar Ja Hulpmiddelen Geen Datum Vrijdag 2 februari (indeling volgt nog) Opbouw Het mondeling bestaat
Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.
TITEL: Leerjaar Groep 3 en 4. Type les Lesduur Omschrijving van de les Zing Een beestenboel op school - blinde rups (lesformat) Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.
Mijn vriendenboek. Voornaam: Gewicht:
Mijn vriendenboek Voornaam: Naam: Woonplaats: Leeftijd: Verjaardag: Broers of zussen: Kleur van het haar: Kleur van de ogen: Lengte: Gewicht: Klas: Hobby s: Favoriete sport: Lievelingsvak op school: Lievelingseten:
13 Ik zit net te denken...
13 Ik zit net te denken... i2 i1 Wij geven een feestje! Bringen Sie die Aktivitäten in die richtige (= typische) Reihenfolge. boodschappen doen eten koken feesten! de woning opruimen, schoonmaken naar
Mr Finney. Lesbrief Een tuin onder water. Deze lesbrief is een uitgave van Hogeschool Utrecht 1
Mr Finney Lesbrief Een tuin onder water Deze lesbrief is een uitgave van Hogeschool Utrecht 1 Voor je ligt de lesbrief die ontwikkeld is bij het hoofdstuk Een tuin onder water uit het boek Mr Finney en
(Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten
Titel Strokenstrijd roep / niveau roep 5/6 Leerstofaspecten (Eerlijk) verdelen, breuken (taal), meetkunde, meten Benodigdheden Stroken; A3 in de lengte in vieren (smalle strook), bij voorkeur in verschillende
Tip. In de herfst en winter is de maan vroeg in de ochtend goed te zien.
Reis naar de maan GROEP 3-4 22 20 & 50 minuten, verdeeld over twee lessen 1, 23, 46 en 54 De leerling: leert samenwerken leert bewegen op muziek leert luisteren naar ritme en muziek herkent vier fasen