Thema 9 Wat trek je aan Elena? Les 9.1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Thema 9 Wat trek je aan Elena? Les 9.1"

Transcriptie

1 Thema 9 Wat trek je aan Elena? Les 9.1 Kernwoorden: Orange, lila, pink, die Hose, der Oranje, paars, roze, de (paarse) Orange, violet, rose, le Rock, das Kleid, das T-Shirt, die broek, de (rode) rok, de (oranje) pantalon, la jupe, la robe, le t- Socke(n), der/die Schuh(e), der Mantel/die Jacke, der Pullover, der Schlafanzug, die Stiefel, die Baseball Mütze oder die Kappe, die Kleider. jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding. shirt, la/les chaussette(s), la/les Uitbreidingswoorden: Anziehen, ausziehen, es ist Zeit, der Sommer, der Winter, der Herbst, der Frühling, der Dachboden, die Kiste, der Spiegel, verkleiden, der Schal, die Handschuhe, die Mütze, der Regen, die Sonne, der Schnee Aantrekken, uittrekken, het is tijd, de zomer, de winter, de herfst, de lente, de zolder, de kist, de spiegel, verkleden, de sjaal, de wanten, de muts, de regen, de zon, de sneeuw. Mettre, enlever, c est étroit, l été, l hiver, l automne, le printemps, le grenier, la caisse, le miroir, se déguiser, l écharpe, les moufles, le bonnet, la pluie, le soleil, la neige. Doelen: De kinderen maken kennis met de woorden behorend bij het thema Wat trek je aan Elena? Materialen: De uitgeprinte flashcards: de (paarse) broek, de (rode) rok, de (oranje) jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding Introductie Vertel ( in L1) aan de kinderen dat het weer tijd is voor de Nederlandse les en dat ze gaan kijken en luisteren naar Elena. De titel van het nieuwe thema is Wat trek je aan Elena? Het is een regenachtige dag en Elena, Sophie, Max en Otto spelen verstoppertje op zolder. Elena vindt daar een grote kist met allemaal kleding erin. Samen besluiten ze zich te gaan verkleden. Wie verkleedt zich wel eens? Hebben de kinderen ook een verkleedkist thuis? Vertel dan wat de taaldoelen zijn van de les. Verwerking Activiteit 1. Video (Geanimeerd digitaal prentenboek) Kijk en luister samen met de kinderen naar het filmpje Wat trek je aan Elena? Es regnet draußen. Otto, Max, Sophie und Elena spielen Verstecken auf dem Het regent buiten. Otto, Max, Sophie en Elena spelen verstoppertje op zolder. Il pleut dehors. Otto, Max, Sophie et Elena jouent à cache-cache dans le 1

2 Dachboden. Wo ist Elena? Max, Otto und Sophie suchen überall. Unterm Tisch, hinter der Tür, im Schrank. Was ist das? Da ist eine Kiste! Die Kiste öffnet sich. Tada, ruft Elena. Schaut mal was ich gefunden habe! Viele Kleidungsstücke! Sollen wir uns verkleiden? Was ist alles in der Kiste? Ein oranges Kleid. Das ziehe ich an, sagt Sophie. Eine lila Hose und ein gelbes T- Shirt. Das ziehe ich an, sagt Elena. Ein rosa Schlafanzug. Haha, lacht Otto, gibt mir den ruhig! Ein roter Rock und ein schwarzer Pullover, Ha, lacht Max, das ziehe ich an! In der Kiste sind auch Schuhe, Socken, Stiefel und eine Kappe. In Elenas Schlafzimmer ist ein großer Spiegel. Lachend schauen alle in den Spiegel. Deine Hose ist viel zu kurz! Das Kleid ist viel zu groß! Diese Schuhe passen mir nicht! Sie sind viel zu klein. Mutter kommt rein und lacht. Hier möchte ich ein Foto von machen, ruft sie. Eins, zwei, sagt Cheese...flitz! Draußen scheint wieder die Sonne, Max, Otto, Sophie und Elena wollen nach draußen. Wartet, ruft Mutter. Vergesst euch nicht um zu ziehen! Und zieht euch eine Jacke an! Waar is Elena? Max, Otto en Sophie zoeken overal: Onder de tafel, achter de deur, in de kast. Wat is dat? Daar staat een kist. De deksel vliegt open. Tada, roept Elena. Kijk eens wat ik gevonden heb! Allemaal kleding. Zullen we ons verkleden? Wat zit er allemaal in de kist? Een oranje jurk. Die trek ik aan, zegt Sophie. Een paarse broek en een geel t- shirt. Die wil ik wel aan, zegt Elena. Een roze pyjama. Ha ha, lacht Otto, Geef die maar aan mij! Een rode rok en een zwarte trui. Ha, lacht Max, dat doe ik wel aan. In de kist zitten ook schoenen, sokken, laarzen en een pet. In de slaapkamer van Elena is een grote spiegel. Lachend kijken ze in de spiegel. Jouw broek is veel te kort! Jouw jurk is veel te groot. Deze schoenen pas ik niet! Ze zijn veel te klein. Moeder komt binnen en lacht. Hier wil ik een foto van maken, roept ze. Een, twee, zeg cheese.flits! Buiten schijnt weer de zon. Max, Otto, Sophie en Elena willen naar buiten. Wacht, roept moeder. Vergeet je niet om te kleden! En trek ook een jas aan! grenier. Où est Elena? Max, Otto et Sophie cherchent partout : Sous la table, derrière la porte, dans l armoire. Qu est-ce que c est? Il y a une caisse. Le couvercle s ouvre. Hé, appelle Elena. Regardez ce que j ai trouvé! Tout un tas de vêtements On se déguise? Qu est-ce qu il y a dans la caisse? Une robe orange. Je vais l essayer, dit Sophie. Un pantalon violet et un teeshirt jaune. Je veux le mettre, dit Elena. Un pyjama rose. Ha ha, rit Otto, Donne-le-moi! Une jupe rouge et un pull noir. Ha, rit Max, je veux le mettre. Dans la caisse, il y a aussi des chaussures, des chaussettes, des bottes et une casquette. Dans la chambre d Elena, il y a un grand miroir. Ils se regardent dans le miroir en riant. Ton pantalon est trop court! Ta robe est bien trop grande! Ces chaussures ne vont pas! Elles sont bien trop petites. La maman arrive et rit. Il faut faire une photo, dit-elle. Un, deux, trois, cheese!... Éclair! Dehors, le soleil brille à nouveau. Max, Otto, Sophie et Elena veulent sortir. Attendez! dit la maman. N oubliez pas de vous habiller! Et de mettre une veste! 2

3 Klik dan op het onderdeel prentenboek. Nu wordt het verhaal weer voorgelezen, maar kunt u zelf de bladzijden omslaan. Luister met de kinderen naar het verhaal en wijs ondertussen de volgende afbeeldingen aan: regen, (onder) de tafel, (achter) de deur, ( in) de kast, kist, deksel, een oranje jurk, een paarse broek, een geel t- shirt, een roze pyjama, een rode rok, een zwarte trui, schoenen, sokken, laarzen en een pet, de spiegel, de zon. Beeld de begrippen te kort, te klein en te groot uit. Instructietaal 9.1a: Schaut euch die Geschichte an und hört gut zu. Elena, Sophie, Otto und Max spielen Verstecken auf dem Dachboden. Da finden sie eine große Kiste mit Kleidung. Kijk en luister goed naar het verhaal. Elena, Sophie, Otto en Max spelen verstoppetje op zolder. Daar vinden ze een grote kist met kleding. Regardez et écoutez attentivement l histoire. Elena, Sophie, Otto et Max jouent à cache-cache dans le grenier. Ils y trouvent une grande caisse avec des Activiteit 2. Activiteit 2 bestaat uit twee delen. Voor het eerste deel heeft u het digitale bord nodig. Voor het tweede deel de uitgeprinte afbeeldingen. Ga naar Voor de leerkracht. Daar vindt u de flashcards. Zet op het digitale bord de volgende flashcards klaar: de (paarse) broek, de (rode) rok, de (oranje) jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding Klik op de geluidsknop. De kinderen horen de korte zinnen. Vraag de kinderen goed te luisteren en het zinnetje na te zeggen. Herhaal dit nog een keer Instructietaal 9.1b: Hört gut zu. Könnt ihr die Wörter wiederholen? Sehr gut! Luister goed naar de zin. Kunnen jullie dat herhalen? Goed zo! Écoutez attentivement. Répétez les mots. Très bien! Speel dan het volgende spel: Laat de uitgeprinte afbeeldingen nogmaals één voor één aan de kinderen zien, herhaal de kledingstukken en de bijbehorende kleuren en vraag de kinderen het hardop te herhalen. Pak dan een flitskaart en zeg dan: Dit is een (paarse broek). Geef daarna de flitskaart aan een kind en die herhaalt: Dit is een paarse broek. Dan geeft het kind de afbeelding weer door aan een ander kind en die zegt ook: Dit is een paarse broek, enz. Laat de kaart een paar maal doorgeven en doe dan het zelfde met een nieuwe flitskaart. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 3

4 Thuiswerk Geef de kinderen de volgende twee huiswerkopdrachten: 1. Leer je ouders (en/of andere leden van het gezin) drie nieuwe woorden over kleding in het Nederlands. Maak van 1 kledingstuk een tekening, kleur het in en knip het uit. Neem het kledingstuk mee naar school voor de volgende les. 2. Oefen de korte zinnen (kledingstukken en kleuren) met behulp van het onderdeel Oefenen met woorden. Tip: Geef de flashcards een duidelijk zichtbare plaats in de klas en creëer op deze manier een Hollandse, Duitse of Franse hoek. Deze hoek kunt u verder aankleden met werk van de kinderen rondom dit thema. 4

5 Les 9.2 Kernwoorden: Orange, lila, pink, die Hose, der Oranje, paars, roze, de (paarse) Orange, violet, rose, le Rock, das Kleid, das T-Shirt, die broek, de (rode) rok, de (oranje) pantalon, la jupe, la robe, le t- Socke(n), der/die Schuh(e), der Mantel/die Jacke, der Pullover, der Schlafanzug, die Stiefel, die Baseball Mütze oder die Kappe, die Kleider. jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding. shirt, la/les chaussette(s), la/les Uitbreidingswoorden: Anziehen, ausziehen, es ist Zeit, der Sommer, der Winter, der Herbst, der Frühling, der Dachboden, die Kiste, der Spiegel, verkleiden, der Schal, die Handschuhe, die Mütze, der Regen, die Sonne, der Schnee Aantrekken, uittrekken, het is tijd, de zomer, de winter, de herfst, de lente, de zolder, de kist, de spiegel, verkleden, de sjaal, de wanten, de muts, de regen, de zon, de sneeuw. Mettre, enlever, c est étroit, l été, l hiver, l automne, le printemps, le grenier, la caisse, le miroir, se déguiser, l écharpe, les moufles, le bonnet, la pluie, le soleil, la neige. Doelen: De kinderen oefenen de kernwoorden. De kinderen kennen de kleuren rood, wit, blauw, groen, zwart, wit, geel en bruin en breiden het repertoire uit met de kleuren oranje, roze en paars. De kinderen herhalen de begrippen (te )klein en (te) groot Materialen: De geprinte versie van het prentenboek A4 papier in de kleuren rood, wit, blauw, geel, groen, zwart, bruin, roze, paars, oranje Potlood, lijm, schaar Behangrol De getekende kledingstukken Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Welke drie woorden hebben de kinderen aan hun familieleden geleerd? Welk kledingstuk hebben ze getekend? Vraag de kinderen het getekende kledingstuk te benoemen en hang de tekeningen aan een waslijn in de klas. Hebben de kinderen de zinnetjes thuis geoefend? Ga naar Oefenen met woorden en herhaal de korte zinnen. Verwerking Activiteit 1. Video (Geanimeerd digitaal prentenboek) De leerlingen kijken en luisteren naar het filmpje Wat trek je aan Elena? Klik dan op het onderdeel prentenboek. Luister bladzijde voor bladzijde naar het verhaal. Wijs de genoemde afbeeldingen aan en beeld de begrippen te kort, te klein en te groot uit. 5

6 Activiteit 2. Maak een verhaal Klik op de activiteit. De leerlingen zien plaatjes uit het prentenboek en het verhaal wordt verteld. Daarna moeten de leerlingen de plaatjes in de goede volgorde zetten. Als het in de goede volgorde staat, wordt het verhaal nog een keer verteld. Geef dan vijf leerlingen een bladzijde van de geprinte versie van het prentenboek. Kunnen zij naast elkaar in de goede volgorde staan? Instructietaal 9.2: Hört gut zu. Bringt danach die Bilder in die richtige Reihenfolge. Luister goed naar het verhaal. Zet daarna de plaatjes in de goede volgorde. Écoutez bien l histoire et placez les images dans le bon ordre. Activiteit 3. Van klein naar groot Vraag de kinderen allemaal een schoen uit te trekken en sorteer samen met de kinderen de schoenen van klein naar groot. Herhaal de begrippen (te) klein en (te) groot. Geef daarna de leerlingen een gekleurd stuk papier in de kleuren rood, wit, blauw, groen, zwart, wit, geel, bruin, oranje, roze en paars. Houd het papier omhoog en benoem de kleuren. De kinderen trekken hun schoen op het papier om en knippen het uit. In de afdruk schrijven ze hun naam. Plak daarna de schoenafdrukken van klein naar groot op een stuk behangrol en geef het een plek in de klas. Gebruik dit werk van de kinderen om elke les kort de kleuren te oefenen. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 6

7 Les 9.3 Kernwoorden: Orange, lila, pink, die Hose, der Oranje, paars, roze, de (paarse) Orange, violet, rose, le Rock, das Kleid, das T-Shirt, die broek, de (rode) rok, de (oranje) pantalon, la jupe, la robe, le t- Socke(n), der/die Schuh(e), der Mantel/die Jacke, der Pullover, der Schlafanzug, die Stiefel, die Baseball Mütze oder die Kappe, die Kleider. jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding. shirt, la/les chaussette(s), la/les Uitbreidingswoorden: Anziehen, ausziehen, es ist Zeit, der Sommer, der Winter, der Herbst, der Frühling, der Dachboden, die Kiste, der Spiegel, verkleiden, der Schal, die Handschuhe, die Mütze, der Regen, die Sonne, der Schnee Aantrekken, uittrekken, het is tijd, de zomer, de winter, de herfst, de lente, de zolder, de kist, de spiegel, verkleden, de sjaal, de wanten, de muts, de regen, de zon, de sneeuw. Mettre, enlever, c est étroit, l été, l hiver, l automne, le printemps, le grenier, la caisse, le miroir, se déguiser, l écharpe, les moufles, le bonnet, la pluie, le soleil, la neige. Doelen: De kinderen oefenen de kernwoorden. De kinderen kennen de kleuren. De kinderen leren een lied. Materialen: - Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Verwerking Activiteit 1. Praatplaat Activeer de praatplaat. De kinderen zien een afbeelding met verschillende hotspots. Kunnen de kinderen de verschillende afbeeldingen benoemen? Klik op de hotspots ter controle en laat de kinderen de woorden nazeggen. Herhaal ook de kleuren. Gebruik hiervoor de schoenafdrukken. 7

8 Activiteit 2. Themalied Elk hoofdstuk heeft een themalied. Activeer het lied en luister met de kinderen naar het lied. Hose, Shirt und Socken, Schuhe, Mütze, neues Kleid- was zieh ich denn bloß an? Hier noch ein Pulli, Bluse, Jacke, Schal, Ich will jetzt losfahr`n- es ist ganz egal. Ich will jetzt losfahr`n- es ist ganz egal. De boer had maar ene schoen weinig genoeg, genoeg, genoeg! De boer had maar ene schoen weinig genoeg! Een schoen zonder hak eraan de boer is geen edelman, een schoen zonder hak eraan de boer die is geen edelman! De boer had maar ene broek weinig genoeg, genoeg, genoeg! De boer had maar ene broek weinig genoeg! Een broek met een gat erin de boer is geen edelman, een broek met een gat erin de boer die is geen edelman! Il pleut, il mouille C'est la fête à la grenouille Il pleut, il fait beau temps, C'est la fête au paysan Luister nogmaals naar het lied en wijs ter ondersteuning van de tekst naar de tekeningen op de afbeelding. Leer het lied regel voor regel aan en zing het daarna samen met de kinderen. Bij het Nederlandse lied hoort ook een dansje: De kinderen staan in de kring en geven elkaar een hand. Bij de eerste zin: De boer had maar ene schoen Weinig genoeg, genoeg, genoeg! Bewegen de kinderen op de maat van de muziek naar rechts. Bij de tweede zin: De boer had maar ene schoen Weinig genoeg! Bewegen de kinderen op de maat van de muziek naar links. Bij de volgende zinnen lopen de kinderen met de armen omhoog, hand in hand, naar het midden en terug: Een schoen zonder hak eraan (heen hand in hand- met de armen omhoog) De boer is geen edelman, (terug -hand in hand- met de armen omhoog) Een schoen zonder hak eraan(heen hand in hand- met de armen omhoog) De boer die is geen edelman! (terug -hand in hand- met de armen omhoog) Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Vraag de kinderen ook thuis een paar keer naar het lied te luisteren en te oefenen. Laat ze het lied en het dansje ook aan de gezinsleden leren. 8

9 Les 9.4 Kernwoorden: Orange, lila, pink, die Hose, der Oranje, paars, roze, de (paarse) Orange, violet, rose, le Rock, das Kleid, das T-Shirt, die broek, de (rode) rok, de (oranje) pantalon, la jupe, la robe, le t- Socke(n), der/die Schuh(e), der Mantel/die Jacke, der Pullover, der Schlafanzug, die Stiefel, die Baseball Mütze oder die Kappe, die Kleider. jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding. shirt, la/les chaussette(s), la/les Uitbreidingswoorden: Anziehen, ausziehen, es ist Zeit, der Sommer, der Winter, der Herbst, der Frühling, der Dachboden, die Kiste, der Spiegel, verkleiden, der Schal, die Handschuhe, die Mütze, der Regen, die Sonne, der Schnee Aantrekken, uittrekken, het is tijd, de zomer, de winter, de herfst, de lente, de zolder, de kist, de spiegel, verkleden, de sjaal, de wanten, de muts, de regen, de zon, de sneeuw. Mettre, enlever, c est étroit, l été, l hiver, l automne, le printemps, le grenier, la caisse, le miroir, se déguiser, l écharpe, les moufles, le bonnet, la pluie, le soleil, la neige. Doelen: De kinderen kunnen de afbeeldingen op de flashcards benoemen. De kinderen kunnen een kort verhaal uitbeelden. De kinderen kunnen het lied zingen. Materialen: De uitgeprinte flashcards: de (paarse) broek, de (rode) rok, de (oranje) jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding Een koffertje Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Klik op Oefenen met woorden en luister naar de korte zinnetjes. Vraag de kinderen de zinnetjes hardop te herhalen en laat de leerlingen staan als zij het kledingstuk aanhebben. Verwerking Activiteit 1. Themalied Activeer het lied en zing en dans samen met de kinderen. Activiteit 2. Luister en doe maar na Laat de flashcards één voor één zien en herhaal de woorden. Stop ze daarna in een koffertje. Vraag een kind een flitskaart eruit te halen en te benoemen. Doe dit met alle afbeeldingen. Hang daarna de flashcards duidelijk zichtbaar voor in de klas. Ga naar Voor de leerkracht en klik op de activiteit. Luister met de kinderen naar het verhaaltje. En wijs ondertussen de genoemde kledingstukken aan. Herhaal dit nog een keer en laat ze de acties uitbeelden. 9

10 Guten Morgen. Die Sonne scheint. Es ist Zeit um in die Schule zu gehen. Zieh deinen Schlafanzug aus. Zieh dein T-Shirt an. Ziehe deine Socken an. Ziehe deine Schuhe an. Ziehe deine Jacke an. Ziehe deine Kappe an. Oh, oh, was hast du vergessen? Ziehe deine Jacke aus. Ziehe deine Schuhe aus. Ziehe deine Hose an! Goedemorgen. De zon schijnt. Het is tijd om naar school te gaan. Trek je pyjama uit. Trek je T-shirt aan. Trek je sokken aan. Trek je schoenen aan. Trek je jas aan. Doe je pet op. Oh, oh, wat ben je vergeten? Trek je jas uit. Trek je schoenen uit. En doe je broek aan! Bonjour! Le soleil brille. Il est l heure d aller à l école. Enlève ton pyjama. Mets ton tee-shirt. Mets tes chaussettes. Mets tes chaussures. Mets ton manteau. Mets ta casquette. Oh, oh, qu est-ce qu on a oublié? Enlève ton manteau. Enlève tes chaussures. Et mets ton pantalon! Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 10

11 Les 9.5 Kernwoorden: Orange, lila, pink, die Hose, der Oranje, paars, roze, de (paarse) Orange, violet, rose, le Rock, das Kleid, das T-Shirt, die broek, de (rode) rok, de (oranje) pantalon, la jupe, la robe, le t- Socke(n), der/die Schuh(e), der Mantel/die Jacke, der Pullover, der Schlafanzug, die Stiefel, die Baseball Mütze oder die Kappe, die Kleider. jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding. shirt, la/les chaussette(s), la/les Uitbreidingswoorden: Anziehen, ausziehen, es ist Zeit, der Sommer, der Winter, der Herbst, der Frühling, der Dachboden, die Kiste, der Spiegel, verkleiden, der Schal, die Handschuhe, die Mütze, der Regen, die Sonne, der Schnee Aantrekken, uittrekken, het is tijd, de zomer, de winter, de herfst, de lente, de zolder, de kist, de spiegel, verkleden, de sjaal, de wanten, de muts, de regen, de zon, de sneeuw. Mettre, enlever, c est étroit, l été, l hiver, l automne, le printemps, le grenier, la caisse, le miroir, se déguiser, l écharpe, les moufles, le bonnet, la pluie, le soleil, la neige. Doelen: De kinderen oefenen de kernwoorden. De kinderen kunnen een kort verhaal uitbeelden. Materialen: - Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Verwerking Activiteit 1. Luister en doe maar na Herinner de kinderen aan het verhaaltje van de vorige les. Klik op de activiteit en luister er naar. Laat ondertussen de juiste flashcards zien. Luister nogmaals naar het verhaaltje en vraag de kinderen het verhaal uit te beelden. Activiteit 2. Tijd voor een spelletje! In het programma zitten verschillende spelletjes, zoals Memorie of Maak de match. Speel samen met de kinderen de verschillende spelletjes. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Vraag de kinderen om voor de volgende les de verschillende spelletjes op de computer te spelen. 11

12 Les 9.6 Kernwoorden: Orange, lila, pink, die Hose, der Oranje, paars, roze, de (paarse) Orange, violet, rose, le Rock, das Kleid, das T-Shirt, die broek, de (rode) rok, de (oranje) pantalon, la jupe, la robe, le t- Socke(n), der/die Schuh(e), der Mantel/die Jacke, der Pullover, der Schlafanzug, die Stiefel, die Baseball Mütze oder die Kappe, die Kleider. jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding. shirt, la/les chaussette(s), la/les Uitbreidingswoorden: Anziehen, ausziehen, es ist Zeit, der Sommer, der Winter, der Herbst, der Frühling, der Dachboden, die Kiste, der Spiegel, verkleiden, der Schal, die Handschuhe, die Mütze, der Regen, die Sonne, der Schnee Aantrekken, uittrekken, het is tijd, de zomer, de winter, de herfst, de lente, de zolder, de kist, de spiegel, verkleden, de sjaal, de wanten, de muts, de regen, de zon, de sneeuw. Mettre, enlever, c est étroit, l été, l hiver, l automne, le printemps, le grenier, la caisse, le miroir, se déguiser, l écharpe, les moufles, le bonnet, la pluie, le soleil, la neige. Doelen: De kinderen kennen de kernwoorden. De kinderen kunnen het lied zonder ondersteuning zingen. Materialen: Werkblad 9.6.A Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? Kijk met de kinderen naar de praatplaat en herhaal kort de kernwoorden. Verwerking Activiteit 1. Het werkblad. De werkbladen vindt u onder het kopje Voor de leerkracht. Op het werkblad ( 9.6.A) staan twee opdrachten. Klik voor opdracht 1 op de bijbehorende instructietaal 9.6: 1. Hört gut zu und malt. Hallo. Hier ist Elena. Schaut euch meine Kleidung an. Ich trage eine rote Hose. Ich trage ein lila T-Shirt. Ich habe grüne Socken und schwarze Schuhe. Meine Kappe ist Blau. 1.Luister goed en kleur. Hallo. Hier is Elena. Kijk naar mijn kleding. Ik draag een rode broek. Ik draag een paars T- shirt. Ik heb groene sokken aan en zwarte schoenen. Mijn pet is blauw. 1. Écoutez bien et coloriez. Salut. C est Elena. Regardez mes Je porte un pantalon rouge, un Tee-shirt violet, des chaussettes vertes et des chaussures noires. Et ma casquette est bleue. Opdracht 2. Welke kleren draag jij het liefst? Teken jezelf met je lievelingskleren aan. 12

13 Activiteit 2. Themalied Zing samen met de kinderen het lied. Klik dan de karaoke versie aan. Kunnen de kinderen het lied ook meezingen zonder ondersteuning? Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Vraag de kinderen om 4 plaatjes te verzamelen van mensen met kleding aan uit de vier verschillende seizoenen en deze voor de volgende les mee te nemen. 13

14 Les 9.7 Kernwoorden: Orange, lila, pink, die Hose, der Oranje, paars, roze, de (paarse) Orange, violet, rose, le Rock, das Kleid, das T-Shirt, die broek, de (rode) rok, de (oranje) pantalon, la jupe, la robe, le t- Socke(n), der/die Schuh(e), der Mantel/die Jacke, der Pullover, der Schlafanzug, die Stiefel, die Baseball Mütze oder die Kappe, die Kleider. jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding. shirt, la/les chaussette(s), la/les Uitbreidingswoorden: Anziehen, ausziehen, es ist Zeit, der Sommer, der Winter, der Herbst, der Frühling, der Dachboden, die Kiste, der Spiegel, verkleiden, der Schal, die Handschuhe, die Mütze, der Regen, die Sonne, der Schnee Aantrekken, uittrekken, het is tijd, de zomer, de winter, de herfst, de lente, de zolder, de kist, de spiegel, verkleden, de sjaal, de wanten, de muts, de regen, de zon, de sneeuw. Mettre, enlever, c est étroit, l été, l hiver, l automne, le printemps, le grenier, la caisse, le miroir, se déguiser, l écharpe, les moufles, le bonnet, la pluie, le soleil, la neige. Doelen: De kinderen kennen de kernwoorden. De kinderen leren een chant over kleding, de vier jaargetijden en het weer. Materialen: De meegebrachte plaatjes van kleding uit de vier verschillende seizoenen A3 papier Lijm Introductie Start de les met het noemen van de taaldoelen. Wat gaan we vandaag leren? 14

15 Activiteit 1. Chant Klik op de activiteit en luister naar de chant. Wijs ondertussen de genoemde afbeeldingen aan. Oefen de chant zin voor zin. Praat met de kinderen (L1) over de vier jaargetijden. Hoe worden ze in het Nederlands genoemd? Wat voor weer is het? Wijs ook de woorden zon, regen en sneeuw aan. Im Herbst, Im Herbst ist es kalt und nass. Mit Pullover und Stiefeln an, und einer Regenjacke, spring ich jeden Herbsttag von Pfütze zu Pfütze In de herfst, in de herfst Is het koud en nat. Met een trui en laarzen aan En een regen jas Spring ik elke dag van plas naar plas. Im Winter, im Winter, gibt es Schnee und Eis. Mit Schal und Handschuhen, und einer warmen Jacke, und eine Wollmütze ist dann auch toll. In de winter, in de winter Is er sneeuw en ijs. Met een sjaal en wanten aan En een warme jas Ook een wollen muts komt dan goed van pas. Glaglagla Il fait froid! Froid! Froid! Pour nous réchauffer, nous allons sauter! Sur 1 pied, (sur 1 pied) Sur l'autre pied, (sur l'autre pied) Puis sur les 2 pieds! Tournez, tournez, arrêtez. Nous sommes réchauffés!!! Im Frühling, im Frühling, Die Sonne scheint, Im Rock und T-Shirt, und einer dünnen Jacke, rennen wir mit der Klasse herum. Im Sommer, im Sommer, ist es herrlich warm. Ich ziehe die kurze Hose an, und geh ohne Jacke raus, schön draußen im Gras spielen. In de lente, in de lente Het zonnetje schijnt. Met een rok en T-shirt aan, En een dunne jas Rennen op het plein samen met mijn klas. In de zomer, in de zomer Is het lekker warm. Ik trek een korte broek aan En ga zonder jas Fijn buiten spelen in het groene gras. Activiteit 2. Een collage maken In viertallen maken de kinderen een collage van de meegebrachte plaatjes. Ieder groepje krijgt een papier op A3 formaat en verdeelt het in 4 vakken. Elk vak stelt een seizoen voor. Herhaal de woorden herfst, winter, lente en zomer. Wat trek je aan in elk jaargetijde? Kijk met elkaar naar de collages en benoem de kledingstukken. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? Thuiswerk Vraag de kinderen de chant thuis samen met hun ouders (of andere gezinsleden) te oefenen. 15

16 Les 9.8 en 9.9 Kernwoorden: Orange, lila, pink, die Hose, der Oranje, paars, roze, de (paarse) Orange, violet, rose, le Rock, das Kleid, das T-Shirt, die broek, de (rode) rok, de (oranje) pantalon, la jupe, la robe, le t- Socke(n), der/die Schuh(e), der Mantel/die Jacke, der Pullover, der Schlafanzug, die Stiefel, die Baseball Mütze oder die Kappe, die Kleider. jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding. shirt, la/les chaussette(s), la/les Uitbreidingswoorden: Anziehen, ausziehen, es ist Zeit, der Sommer, der Winter, der Herbst, der Frühling, der Dachboden, die Kiste, der Spiegel, verkleiden, der Schal, die Handschuhe, die Mütze, der Regen, die Sonne, der Schnee Aantrekken, uittrekken, het is tijd, de zomer, de winter, de herfst, de lente, de zolder, de kist, de spiegel, verkleden, de sjaal, de wanten, de muts, de regen, de zon, de sneeuw. Mettre, enlever, c est étroit, l été, l hiver, l automne, le printemps, le grenier, la caisse, le miroir, se déguiser, l écharpe, les moufles, le bonnet, la pluie, le soleil, la neige. Doelen: De kinderen ontwerpen een kledingstuk. De kinderen presenteren hun kledingstuk middels een modeshow. Materialen: Vuilniszakken Schaar Restjes gekleurd papier (of stof) Lijm Introductie Het hele thema gaat over kleding. Dit keer mogen de kinderen in tweetallen zelf een kledingstuk ontwerpen en maken. Daarna houdt de klas een modeshow en wordt het ontwerp aan de rest van de klas gepresenteerd. Activiteit 1. Kleding maken Werkwijze: 1. Knip aan de dichte kant van de vuilniszak een gat. Het gat moet groot genoeg zijn om je hoofd er doorheen te doen. 2. Maak armsgaten door aan de zijkanten ook nog eens een gat te knippen. 3. Versier de vuilniszak met restjes stof en/of gekleurd papier en maak er een coole outfit van! 16

17 Activiteit 2. Presentatie: De Modeshow In tweetallen presenteren de kinderen hun outfit aan de rest van de klas. Eén kind trekt het ontwerp aan, de ander vertelt erover. Geef de leerlingen tijd om dit voor te bereiden. Ter ondersteuning kunt u samen met hen naar de volgende instructietaal luisteren 9.8: Jungs und Mädchen. Schaut euch dieses Kleid an. Das Kleid hat verschiedene Farben. Ihr seht rot, grün und rosa. Ein schönes Kleid für eine Feier. Jongens en meisjes. Kijk naar deze jurk. De jurk heeft verschillende kleuren. Je ziet rood, groen en roze. Een mooie jurk gemaakt voor een feestje. Salut les garçons et les filles. Regardez cette robe. La robe est multicolore. Elle est rouge, verte et rose. C est une belle robe faite pour faire la fête. Afsluiting Herhaal kort de doelen van de les. Zijn deze bereikt? 17

18 Les 9.10 Evaluatie Kernwoorden: Orange, lila, pink, die Hose, der Oranje, paars, roze, de (paarse) Orange, violet, rose, le Rock, das Kleid, das T-Shirt, die broek, de (rode) rok, de (oranje) pantalon, la jupe, la robe, le t- Socke(n), der/die Schuh(e), der Mantel/die Jacke, der Pullover, der Schlafanzug, die Stiefel, die Baseball Mütze oder die Kappe, die Kleider. jurk, het (gele) T-shirt, de (witte) sokken, de (blauwe) schoenen, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (roze) pyjama, de (groene) laarzen, een (groene) pet, kleding. shirt, la/les chaussette(s), la/les Uitbreidingswoorden: Anziehen, ausziehen, es ist Zeit, der Sommer, der Winter, der Herbst, der Frühling, der Dachboden, die Kiste, der Spiegel, verkleiden, der Schal, die Handschuhe, die Mütze, der Regen, die Sonne, der Schnee Aantrekken, uittrekken, het is tijd, de zomer, de winter, de herfst, de lente, de zolder, de kist, de spiegel, verkleden, de sjaal, de wanten, de muts, de regen, de zon, de sneeuw. Mettre, enlever, c est étroit, l été, l hiver, l automne, le printemps, le grenier, la caisse, le miroir, se déguiser, l écharpe, les moufles, le bonnet, la pluie, le soleil, la neige. Doelen: De kinderen kennen de kernwoorden. De kinderen kennen de kleuren rood, geel, blauw, wit, zwart, groen, bruin, oranje, paars, roze Materialen: Dobbelsteen per 4 kinderen Werkblad 9.10.A Introductie Gebruik de gekleurde schoenafdrukken uit les 9.2 om de kleuren te herhalen. Klik op de praatplaat en controleer of de kinderen de namen van de kledingstukken kennen. Activiteit 1. Chant Klik op de activiteit en herhaal de chant. Ondersteun de chant met beweging en gebruik de collages van les 9.7 om de kinderen de genoemde kledingstukken aan te laten wijzen. Herhaal de vier jaargetijden. Herhaal de woorden regen, sneeuw en zon. Activiteit 2. Spel: Dobbelen maar Hang voor de klas de flashcards van de (rode) rok, de paarse broek, de (bruine) jas, de (zwarte) trui, de (groene) laarzen, een (groene) pet en geef het een nummer van 1-6. Zet de kinderen in groepen van vier. Geef elke groep een dobbelsteen en ieder kind werkblad 9.10.A. Op het werkblad zien zij een poppetje zonder kleren aan. Om de beurt gooien de kinderen met de dobbelsteen. Elk getal correspondeert met een kledingstuk die zij mogen tekenen om het poppetje aan te kleden. Degene die het eerst het poppetje volledig heeft aangekleed is de winnaar. Loop ondertussen rond en laat de kinderen de kledingstukken in het Nederlands benoemen. 18

19 Afsluiting Samen met de kinderen kijkt u terug op de afgelopen weken. Er is hard gewerkt en veel geleerd. Welke woorden hebben we geleerd? Welke opdracht vonden de kinderen leuk om te doen? Praat hier met de kinderen over. Ten slotte: Als u als leerkracht ook graag wil weten of een kind vooruitgang boekt en of een kind de aangeboden lesstof tot zich heeft genomen, kunt u naast uw observaties er ook voor kiezen de kinderen een korte woordentoets op de computer af te nemen. De woordentoets test of de kinderen de volgende woorden (receptief) kennen: Die Hose, der Rock, das Kleid, De broek, de rok, de jurk, het T- La jupe, la robe, le t-shirt, la/les das T-Shirt, die Socke(n),der/die shirt, de sokken, de schoenen, chaussette(s), la/les Schuh(e),der Mantel/die Jacke, der Pullover, der Schlafanzug, die Stiefel, die Baseball Mütze oder die Kappe, die Kleider. de jas, de trui, de pyjama, de laarzen, een pet, kleding. 19

Thema 1 Hallo Elena Les 1.1

Thema 1 Hallo Elena Les 1.1 Thema 1 Hallo Elena Les 1.1 Kernwoorden: Hallo, ich, mein Name ist, die Familie, die Mutter, der Vater, die Schwester, der Bruder, der Hund, die Katze, Guten Tag, Zahlen 1-10, das Haus, der Ball Hallo,

Nadere informatie

Thema 5 Elena heeft nieuwe spullen nodig

Thema 5 Elena heeft nieuwe spullen nodig Les 5.1 Materialen (selectie) flitskaarten de spijkerbroek, de broek, de bloes flitskaarten (thema 9, onderbouw): de broek, de jurk, het t-shirt,, de schoenen, de jas, de trui, de laarzen, de pet, de sjaal,

Nadere informatie

Thema 1 Hallo Elena Les 1.1

Thema 1 Hallo Elena Les 1.1 Thema 1 Hallo Elena Les 1.1 Kernwoorden: Hallo, ich, mein Name ist, die Familie, die Mutter, der Vater, die Schwester, der Bruder, der Hund, Hallo, ik, mijn naam is, de familie, de moeder, de vader, de

Nadere informatie

écoutez, lisez, jouez

écoutez, lisez, jouez Je hebt de vorige module knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 7. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren,

Nadere informatie

Thema 2 Elena gaat naar school Les 2.1

Thema 2 Elena gaat naar school Les 2.1 Thema 2 Elena gaat naar school Les 2.1 Kernwoorden: Die Schule, die Lehrerin, der Lehrer, die Klasse, der Kreis, der De school, de juf, de meester, de klas, de kring, de jongen, het L école, la maîtresse,

Nadere informatie

Leesboekje de kleding

Leesboekje de kleding Leesboekje de kleding Leesboekje De Kleding Pagina 1 Dit is de broek. Dit is de trui. Dit is de rok. Dit is de jurk. Dit is de bh. Dit is de onderbroek. Dit is het T-shirt. Dit is de panty. Dit is het

Nadere informatie

AAN DE SLAG DIT BEN IK

AAN DE SLAG DIT BEN IK Peuters AAN DE SLAG DIT BEN IK Hoelahoep: Mijn lijf (liedje) Op Schooltv vind je het liedje Mijn Lijf van Hoelahoep. Dit liedje gaat over het uiterlijk en de functies van verschillende lichaamsdelen. De

Nadere informatie

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen. Print het Word-document uit. Afrekenen met de klant Opdracht 1 Luister naar luisterfragment 6 Luister naar het gesprek tussen de verkoopmedewerker (Verkäufer) en de klant (Kundin). Je kunt de tekst meelezen.

Nadere informatie

Thema 4 Bij Elena thuis Les 4.1

Thema 4 Bij Elena thuis Les 4.1 Thema 4 Bij Elena thuis Les 4.1 Kernwoorden: Das Wohnzimmer, das De woonkamer, de slaapkamer, Le salon, la chambre, la cuisine, Schlafzimmer, die Küche, der de keuken, de tuin, de deur, het le jardin,

Nadere informatie

die Meldung bestätigen nicht jetzt

die Meldung bestätigen nicht jetzt am Computer sitzen im Internet surfen Informationen suchen mit einem Freund chatten eine E-Mail schreiben Nachrichten lesen Freunde finden ein Foto hochladen eine Datei herunterladen einen Film gucken

Nadere informatie

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg.

Grüß Gott! Guten Morgen! Guten Tag! Guten Abend! Ich heiße Wie heißt du? Das ist Max. Das finde ich auch. Kommst du auch aus Duisburg. Ich heiße Anna. Ich bin neunzehn Jahre alt und komme aus Deutschland. Ich wohne in Duisburg und gehe dort zur Berufsschule. Das ist mein Freund Max. sich kennenlernen Hallo! Hi! Servus! Grüß Gott! Guten

Nadere informatie

Samenvatting Duits Grammatica Duits

Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting Duits Grammatica Duits Samenvatting door S. 836 woorden 20 februari 2013 5,8 61 keer beoordeeld Vak Duits Naamvallen. Nederlands: 2e naamval 4e naamval (bijvoegelijke bepaling, is 3e naamval

Nadere informatie

Thema 10 Elena op vakantie Les 10.1

Thema 10 Elena op vakantie Les 10.1 Thema 10 Elena op vakantie Les 10.1 Kernwoorden: Montag, Dienstag, Mittwoch, Donnerstag, Freitag, Samstag, Sonntag, die Woche, froh, traurig, böse, die Oma, der Opa, der Koffer, das Bikini, die Badehose,

Nadere informatie

weer: regen, wind, onweer en zon ander soort kleding aantrekt dat je het niet koud krijgt weer vaker voorkomen in bepaalde seizoenen

weer: regen, wind, onweer en zon ander soort kleding aantrekt dat je het niet koud krijgt weer vaker voorkomen in bepaalde seizoenen Seizoenen GROEP 1-2 11 75 minuten 1, 43, 51, 54 en 55 De leerling: weer: regen, wind, onweer en zon ander soort kleding aantrekt dat je het niet koud krijgt weer vaker voorkomen in bepaalde seizoenen kleding

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

Thema 5 Eet smakelijk Elena Les 5.1

Thema 5 Eet smakelijk Elena Les 5.1 Thema 5 Eet smakelijk Elena Les 5.1 Kernwoorden: Das Butterbrot, der Käse, das Ei, die Milch, das Wasser, der Pfannkuchen, die Butter, der Teller, das Messer, die Gabel, die Pfanne, das Glas, der Apfel,

Nadere informatie

bringen nehmen Hat es geschmeckt? fertig das Brötchen gibst du mir... das Messer die Gabel der Löffel der Teller die Tasse der Tisch

bringen nehmen Hat es geschmeckt? fertig das Brötchen gibst du mir... das Messer die Gabel der Löffel der Teller die Tasse der Tisch das Frühstück Guten Appetit! das Besteck das Messer die Gabel der Löffel der Teller die Tasse der Tisch die Torte der Kaffee der Tee der Kuchen der Apfel Erdbeeren der Quark die Schokolade die Schlagsahne

Nadere informatie

bringen nehmen Hat es geschmeckt? fertig das Brötchen gibst du mir... das Messer die Gabel der Löffel der Teller die Tasse der Tisch

bringen nehmen Hat es geschmeckt? fertig das Brötchen gibst du mir... das Messer die Gabel der Löffel der Teller die Tasse der Tisch das Frühstück Guten Appetit! das Besteck das Messer die Gabel der Löffel der Teller die Tasse der Tisch die Torte der Kaffee der Tee der Kuchen der Apfel Erdbeeren der Quark die Schokolade die Schlagsahne

Nadere informatie

Thema 7 Sportdag op school

Thema 7 Sportdag op school 1 7.1 Materialen (selectie) sportspullen zoals een voetbal, een tennisbal, een tennisracket, een zak (voor zaklopen), een bikini/zwembroek flitskaarten: voetballen, handballen, volleyballen, tennissen,

Nadere informatie

Mijn familie en ik 3. Lang zal zij leven Lang zal zij leven Lang zal zij leven in de gloria In de gloria In de gloria

Mijn familie en ik 3. Lang zal zij leven Lang zal zij leven Lang zal zij leven in de gloria In de gloria In de gloria 1 Doelen De leerlingen kunnen iets over verjaardagen en familieleden te vertellen; spullen die met verjaardag te maken hebben voor uw introductie zoals slingers, kaarsjes voor op een taart, een ballon

Nadere informatie

Auditieve oefeningen thema kleding

Auditieve oefeningen thema kleding Auditieve oefeningen thema kleding Boek van de week: 1; 2; 3; 4; Verhaalbegrip: Bij elk boek stel ik de volgende vragen: Wat staat er op de voorkant Hoe zou het boek heten Waarom denk je dat? Wat staat

Nadere informatie

Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment:

Logboek bij de lessenserie over. Cengiz und Locke. van Zoran Drvenkar. Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment: Logboek bij de lessenserie over Cengiz und Locke van Zoran Drvenkar Groep: Leden: 1. 2. 3. 4. 5. 6. Fragment: ANWEISUNGEN Dit is een serie van drie lessen. Jullie gaan in zes groepen van vier of vijf leerlingen

Nadere informatie

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands.

TOETS A A1 vmbo-gt(h), DEEL 1, SCHRITT 1-8. Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands. Naam: Klas: Datum: HÖREN Luister naar het luisterfragment Neu im Fußballverein. Beantwoord de vragen in het Nederlands. (8 punten) 1. Welk compliment geeft Igor (de jongen) aan Linda (het meisje)? 2. In

Nadere informatie

Wir sind verwandt. Wir sind verwandt. Kann ich die Antworten haben. Kann ich die Antworten haben? die Cousine. die Nichte / die Cousine

Wir sind verwandt. Wir sind verwandt. Kann ich die Antworten haben. Kann ich die Antworten haben? die Cousine. die Nichte / die Cousine die Familie Wir sind verwandt Wir sind verwandt. Ich habe mein Arbeitsbuch vergessen Ich habe mein Arbeitsbuch vergessen. Können Sie das aufschreiben Können Sie das aufschreiben? Kann ich die Antworten

Nadere informatie

k ga naar school ch gehe zur Schule

k ga naar school ch gehe zur Schule Nederlandstalig onderwijs k ga naar school ch gehe zur Schule Nederlands Deutsch k ga naar school ch gehe zur Schule Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat

Nadere informatie

Thema 7 Feest Les 7.1

Thema 7 Feest Les 7.1 Thema 7 Feest Les 7.1 Kernwoorden: De ballon, het cadeau, de verjaardag, de kaarsen, de slingers, de taart, de clown, de fluit, de trommel, de gitaar, de limonade, de koffie, de thee, chips, de feesthoed.

Nadere informatie

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden

haben / hatten / hätten können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden ein Missverständnis an der Rezeption haben / hatten / hätten bin / war / wäre können / konnten / könnten dürfen / durften / dürften werden / wurden / würden sich entschuldigen Es tut mir leid! Das wollte

Nadere informatie

Thema 6 De mensen om mij heen

Thema 6 De mensen om mij heen 1 6.1 De leerlingen leren in het kader van een verhaal zeggen wat ze later willen worden De leerlingen leren aangeven waar schoolspullen zich bevinden De leerlingen oefenen de desbetreffende woorden en

Nadere informatie

De Kracht van Herhaling 28 september 2019

De Kracht van Herhaling 28 september 2019 De Kracht van Herhaling 28 september 2019 Voorstellen Bianca van den Bos Wie zijn jullie? Stukje theorie Filmpje Zelf aan het werk Opdracht 1 Opdracht 2 Welke tools neem je mee? Schrijf ze op Tijd voor

Nadere informatie

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug.

Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug. Polizei Polizei Dialog 1- Handy Dialog 1 - Handy Kunde (vul de rol in het Duits in) 1 Guten Tag. 1 Groet terug. 2 Wie kann ich Ihnen helfen? 2 Vertel, dat je zaktelefoon is gestolen. 3 Können Sie mir erzählen,

Nadere informatie

Pak de jas! Werkvorm: Spel. Materiaal: Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes. Verloop:

Pak de jas! Werkvorm: Spel. Materiaal: Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes. Verloop: Pak de jas! Spel Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes De leerkracht gooit met de dobbelsteen. De leerlingen nemen om ter snelste dezelfde kleur jas als de kleur van de dobbelsteen. De leerlingen verwoorden

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 3 Het weer

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 3 Het weer Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 3 Het weer 1 Woorden 1 de bliksem 2 de donder 3 de jas 4 de muts 5 het onweer 6 de paraplu 7 de plas 8 de regen 9 de regenboog 1 10 de sjaal 11 de sneeuw 12 de sneeuwbal

Nadere informatie

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3

Werkwoorden TB 49. wissen = weten müssen = moeten fahren = rijden. Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3 Voorbereiding PW hoofdstuk 4 Duits DUK7 - werkblad 3 Neue Kontakte 5 e, VMBO KGT 1-2 Werkwoorden TB 49 3 e naamval TB 54 Rangtelwoorden (overzicht) Kloktijden (overzicht) Werkwoorden TB 49 wissen = weten

Nadere informatie

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten Woordenlijst bij hoofdstuk 7 Deel 1 aanhebben (kleren) dragen Hij h een warme trui a, want het is koud. afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

Nadere informatie

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:...

Een ideale school. Tijd voor een toets! Luister en vul aan of teken Naam:... Voornaam:... Klas:... Datum:... Luister en vul aan of teken. Hoeveel leerlingen zitten er in de klas? Een ideale school Emma, Ruben et Shun imaginent leur école idéale! Emma Ruben Shun 31-36......... Welk uniform dragen ze? Hoe gaan

Nadere informatie

Antwoorden Duits Hoofdstuk 1

Antwoorden Duits Hoofdstuk 1 Antwoorden Duits Hoofdstuk 1 Antwoorden door T. 668 woorden 25 september 2008 4,9 81 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Duits Antwoorden, Havo 4, Na Klar, Hoofdstuk 1. 2. Uitspraken die goed zijn:

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4 Naamvallen Tabel Begrijpen Klas 3/4 Wil je weten hoe de Naamvallen Tabel in elkaar zit, dan is dit de juiste workshop voor jou. A) Naamvaltabel (overzicht) B) Tools om met de Naamvaltabel aan de slag te

Nadere informatie

Kleuren. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Kleuren. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas. Groep: 1/2 3/4 Thema: Kleuren Inhoud: Lied in 2 versies over kleuren. De toonladder, ritmes en spelen met instrumenten. Reageren op kleuren en vormen. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie

Nadere informatie

de jas de trui de broek de sokken de jurk

de jas de trui de broek de sokken de jurk Werkbladen bij thema de kleding: dag 1 Naam:................. 1. Lezen en overschrijven: de jas de trui de broek de sokken. de jurk LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 5 Pagina 1 2. Invullen: Dit

Nadere informatie

Jongens en meisjes. Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Jongens, meisjes, lichaam, piemel, vagina, seksestereotiep

Jongens en meisjes. Benodigheden. Lesdoelen. Begrippen. Jongens, meisjes, lichaam, piemel, vagina, seksestereotiep Kriebels in je buik Jongens en meisjes 1 Jongens en meisjes Groep 2 55 min Begrippen Jongens, meisjes, lichaam, piemel, vagina, seksestereotiep gedrag Benodigheden Digibord Schaar Knutselspullen Werkbladen

Nadere informatie

Samenvatting Duits Grammatica

Samenvatting Duits Grammatica Samenvatting Duits Grammatica Samenvatting door een scholier 1253 woorden 18 maart 2008 4,7 34 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! Duits na klar redemittel en grammatica (werkwoorden, 1e en 4e naamval,

Nadere informatie

Weekprogramma: 1 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk. 2 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk

Weekprogramma: 1 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk. 2 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk Ik en mijn familie Weekprogramma: Week 1; 0 jaar Baby speelt met kleding. 1 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk 2 jaar Kinderen kleden Puk uit en kiezen kleren voor Puk 3 jaar Kinderen

Nadere informatie

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Markeer de mannelijke woorden in het blauw en de

Nadere informatie

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 6 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 6 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,

Nadere informatie

Mooie muts! gemeente Kampen

Mooie muts! gemeente Kampen De meeste mensen in de kleedden zich vroeger in de traditionele streekdracht. Dat deze kleding heel anders was dan de kleding van nu, ontdekken de leerlingen in dit thema. erst inventariseren de leerlingen

Nadere informatie

De wereld om mij heen

De wereld om mij heen 8.1 De leerlingen oefenen de desbetreffende woorden apart en in eenvoudige zinnen. Materialen (selectie) allerlei spullen om geluiden mee te maken zoals schoolspullen (papier, een pen, potlood met puntenslijper)

Nadere informatie

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief

5,5. Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni keer beoordeeld. Prüfungsteil Schreiben. Schrijfvaardigheid formele brief Samenvatting door een scholier 543 woorden 19 juni 2018 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Duits Neue Kontakte Prüfungsteil Schreiben Schrijfvaardigheid formele brief - conventies Dit kan zijn een sollicitatiebrief,

Nadere informatie

Kapitel 8 Nervenkitzel

Kapitel 8 Nervenkitzel 1: Am See Kapitel 8 Nervenkitzel 4. 1. gedacht 4. kans 2. blokken 5. verknalt 3. kamerarrest 6. redt 6. 1. Groβeltern Köningswinter 2. Bruder Brandenburg 3. Ste. Maxime Campingplatz 4. Sylt Insel 5. zu

Nadere informatie

- De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht,

- De leerlingen dramatiseren het verhaal en formuleren, met de hulp van de leerkracht, Les chiffres talige Doelen - De leerlingen herhalen de cijfers van één tot zeven wanneer de leerkracht ze voorzegt. (1. herhalen) - De leerlingen herkennen de cijfers van één tot zeven. - De leerlingen

Nadere informatie

Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel.

Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel. Themales kleding taalvrijwilliger/docent Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel. opwarming: Cursisten

Nadere informatie

dag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee

dag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee dag, goedendag Ik ben (Ellen) Ik, ik ben (Achmed) ja Ben jij (Camille)? En jij? Jij bent (Manon)! nee 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Gaat het? Het gaat goed. Dat is tof. Vanwaar ben je? goed dank je, dank u vanwaar?

Nadere informatie

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN

Hotel Hallo - Thema 2 Hallo TELEVISIE KIJKEN Hotel Hallo - Thema 2 Hallo opdrachten TELEVISIE KIJKEN 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer

Nadere informatie

Weeknieuws week 41. Peutercollege weetjes

Weeknieuws week 41. Peutercollege weetjes Weeknieuws week 41 Peutercollege weetjes o De locaties hebben weer nieuwe ouder- kindkisten ontvangen. Zo heeft t Kasteeltje de kist van het thema regen en het Kwetternest heeft nu de kist van Wat heb

Nadere informatie

Woordenschat blok 03 gr4 Les 1 De bodem: de grond waarin planten kunnen groeien. De duinen: heuvels van zand langs de zee. De plant: een stengel met

Woordenschat blok 03 gr4 Les 1 De bodem: de grond waarin planten kunnen groeien. De duinen: heuvels van zand langs de zee. De plant: een stengel met Woordenschat blok 03 gr4 Les 1 De bodem: de grond waarin planten kunnen groeien. De duinen: heuvels van zand langs de zee. De plant: een stengel met bladeren die groeit. De rots: een heel grote steen op

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen verder werken met module 8. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet Wanneer je een dialoog of een oefening moet beluisteren, beluister

Nadere informatie

Begrippen: Bekende begrippen: Kleur rood- blauw geel groen oranje paars vorm rond hoek bol kubus cilinder balk tent

Begrippen: Bekende begrippen: Kleur rood- blauw geel groen oranje paars vorm rond hoek bol kubus cilinder balk tent Thema: Kleur en Vorm Naar het circus. Begrippen: Bekende begrippen: Kleur rood- blauw geel groen oranje paars vorm rond hoek bol kubus cilinder balk tent Basisbegrippen: donker licht cirkel vierkant driehoek

Nadere informatie

Lespakket. Het monsterbonsterbulderboek. Door: Maike Douglas.

Lespakket. Het monsterbonsterbulderboek. Door: Maike Douglas. pakket Het monsterbonsterbulderboek Door: Maike Douglas Start Tover het boek tevoorschijn Doel Introductie van het boek Tovertoeter Het monsterbonsterbulderboek Voorbereiding Knutsel een tovertoeter en

Nadere informatie

Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6

Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6 Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem Nederlands: Duits: 10 1 9 8 2 7 3 6 4 5 5 4 en lager 6 In t Duits kennen we 3 lidwoorden: Aantekening hs1 de lidwoorden -der -die de/het -----> bepaald lidwoord

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je

Nadere informatie

E G U L O A T A C S G U O A T A L C Te l : + 3 2 5 1 2 5 0 6 8 7 sales@supremebelgium.com w w w. s u p r e m e b e l g i u m. c o m Drinkflessen/Bidons Alle drinkflessen zijn vervaardigd in de UK. De flessen

Nadere informatie

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen

Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen Uiteenzetting Duits Duitse naamvallen Uiteenzetting door M. 560 woorden 22 mei 2013 5,4 108 keer beoordeeld Vak Methode Duits Na Klar! 1) Naamvallen Een naamval is de functie van een zinsdeel. VB: lijdend

Nadere informatie

januari 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Winterwoorden - BVP 1789 - Hint Music 2013

januari 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Winterwoorden  - BVP 1789 - Hint Music 2013 januari 2013 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Winterwoorden - Winterwoorden 1 Als het winter is geworden, zijn de wolken dik en grijs. Al het water is bevroren. Op de sloten ligt

Nadere informatie

Handleiding basiswoordenschat.

Handleiding basiswoordenschat. basiswoordenschat. Inleiding. In de basismodule wordt een basis van ongeveer 80 woorden gelegd. Deze woorden worden aangeboden om de woordenschat, maar ook om de communicatieve vaardigheden van de cursist

Nadere informatie

Op het potje Aufs Töpfchen

Op het potje Aufs Töpfchen Op het potje Aufs Töpfchen Wat is zindelijkheid? Je kind is zindelijk als het: - niet meer in zijn broek plast. - overdag droog is. - zelf op het potje of het toilet gaat zitten wanneer het moet plassen.

Nadere informatie

Gefeliciteerd! Zet de zinnen in de juiste volgorde. Dat vinden wij allen zo prettig ja ja. In de gloria. Lang zal hij leven. Hij leve lang hoera hoera

Gefeliciteerd! Zet de zinnen in de juiste volgorde. Dat vinden wij allen zo prettig ja ja. In de gloria. Lang zal hij leven. Hij leve lang hoera hoera Gefeliciteerd! 1 Zet de zinnen in de juiste volgorde. Dat vinden wij allen zo prettig ja ja In de gloria Lang zal hij leven Hij leve lang hoera hoera Hij leve lang hoera hoera Lang zal hij leven In de

Nadere informatie

win-ter sneeuw-bal schaat-sen sneeuw-man ha-gel re-gen-jas re-gen-bui slee-en sneeu-wen don-ker ijs-beer re-gen-laars win-ter-jas hand-schoen ski-en

win-ter sneeuw-bal schaat-sen sneeuw-man ha-gel re-gen-jas re-gen-bui slee-en sneeu-wen don-ker ijs-beer re-gen-laars win-ter-jas hand-schoen ski-en Auditieve oefeningen - winter Hakken en plakken (hak de woorden in stukken, laat de kinderen het hele woord zeggen) win-ter sneeuw-bal schaat-sen sneeuw-man ha-gel re-gen-jas re-gen-bui slee-en sneeu-wen

Nadere informatie

Schule: Schreiben B 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52653

Schule: Schreiben B 2. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. http://maken.wikiwijs.nl/52653 Schule: Schreiben B 2 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 July 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/52653 Dit lesmateriaal is gemaakt

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt de vorige modules knap gewerkt, dus mag je nu alleen starten met de leerstof Frans zelfstandig te verwerken. We beginnen te werken met module 6. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je

Nadere informatie

Binnendifferenzierung Schnellere TN können mit den Arbeitsblättern 2a und 2b arbeiten.

Binnendifferenzierung Schnellere TN können mit den Arbeitsblättern 2a und 2b arbeiten. ab les 2: WIE? WAT? WAAR? Vorbereitung Kopieren Sie die Arbeitsblätter auf festes Papier und schneiden Sie die Informationskärtchen aus. Pro Gruppe von 4 Personen brauchen Sie jeweils die Arbeitsblätter

Nadere informatie

Met mijn rode paraplu

Met mijn rode paraplu oktober 2014 vanaf 4 jaar tekst: Marian van Gog muziek: Ton Kerkhof Met mijn rode paraplu Met m n rode paraplu... Refrein: Met m n rode paraplu Loop ik lekker door de regen. Hij houdt al het water tegen.

Nadere informatie

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Talenquest Frans 2thv: Grammatica Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de

Nadere informatie

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1

s Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1 THEMA: OP VAKANTIE MET DE ALLERKLEINSTEN! s Speelbrief JULI 2017 Aapje Pippo gaat met de trein op reis. Bruintje Beer en peuter Max spelen aan de waterkant en nijntje logeert bij haar opa en oma. Allemaal

Nadere informatie

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied

Nadere informatie

compliment geven. De les Inhoud Doelen Materiaal Tip GROEP 1 & 2

compliment geven. De les Inhoud Doelen Materiaal Tip GROEP 1 & 2 Les 4 Complimenten geven Inhoud In deze les staan complimenten centraal. Complimenten geven en krijgen is een belangrijk onderdeel van de PAD-lessen. Het is belangrijk voor iedereen om zo nu en dan een

Nadere informatie

Stammtisch an der Küste 22.05.2014 25.05.2014

Stammtisch an der Küste 22.05.2014 25.05.2014 Stammtisch an der Küste 22.05.2014 25.05.2014 23 campers Deze keer in het Nederlands. Dit leek ons nu wel eens tijd worden Joke en ik hopen dat jullie het kunnen vertalen. Woensdag 21 mei waren er al veel

Nadere informatie

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

2 > Kerndoelen 11. 4 > Aan de slag 15. 5 > Introductie van de manier van werken 22. 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 Inhoud 1 > Uitgangspunten 9 2 > Kerndoelen 11 3 > Materialen 12 4 > Aan de slag 15 5 > Introductie van de manier van werken 22 6 > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27 7 > Waarom samenwerkend

Nadere informatie

Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Test KAPITEL

Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Idiom Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. Test KAPITEL Sie können hier leider nur bar bezahlen. Von diesem Gewürz bekomme ich immer Kopfschmerzen. Diese Hosen sind im Moment sehr gefragt. Am Wochenende habe ich kaum Zeit für meine Hausaufgaben. Ich finde es

Nadere informatie

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas. Groep: 1/2/3/4 Thema: Winter/ Kerstman Inhoud: Lied in 2 versies, ritmes, hoog-laagspel, geluiden-in-een-rij Als je kiest voor de bovenste Inleiding-Kern-Afsluiting komt de Kerstman in beeld, bij de onderste

Nadere informatie

Carnaval Mieke is al heel vroeg wakker want vandaag vieren ze op school carnaval. Ze heeft heel lang nagedacht over hoe ze verkleed zal gaan. Eerst wilde ze als danseresje. Daarna dacht ze dat een prinsesje

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Woordenkennis In Huis. Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00

Woordenkennis In Huis. Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00 Woordenkennis In Huis Kaartenparen om het oefenen en het versterken van de woordenschat zowel receptief alsook productief. Bestelnummer 814 00 K2-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat 37 NL-2411 CS Bodegraven

Nadere informatie

seizoenskleuren Kijk eens naar buiten! Hoe kun je zien welk seizoen het is? Aan de bomen, aan de

seizoenskleuren Kijk eens naar buiten! Hoe kun je zien welk seizoen het is? Aan de bomen, aan de Marlies Huijzer seizoenskleuren elk seizoen zijn kleur Kijk eens naar buiten! Hoe kun je zien welk seizoen het is? Aan de bomen, aan de bloemen, aan het weer, aan de kleren van de kinderen, én aan de kleuren

Nadere informatie

Tip. In de herfst en winter is de maan vroeg in de ochtend goed te zien.

Tip. In de herfst en winter is de maan vroeg in de ochtend goed te zien. Reis naar de maan GROEP 3-4 22 20 & 50 minuten, verdeeld over twee lessen 1, 23, 46 en 54 De leerling: leert samenwerken leert bewegen op muziek leert luisteren naar ritme en muziek herkent vier fasen

Nadere informatie

bringen ausleihen bezahlen wären denken auschecken das Handtuch das Problem das Missverständnis das Zimmer die Rechnung die Bettwäsche

bringen ausleihen bezahlen wären denken auschecken das Handtuch das Problem das Missverständnis das Zimmer die Rechnung die Bettwäsche An der Rezeption Ich habe eine Frage. Ich habe meine Handtücher vergessen / weil ich dachte / es sind welche auf dem Zimmer. Aber für zwei Euro können Sie sich Das war dann wohl ein hier welche leihen

Nadere informatie

1 TTO Gym. Ma maison de rêve / Mijn droomhuis

1 TTO Gym. Ma maison de rêve / Mijn droomhuis 1 TTO Gym Ma maison de rêve / Mijn droomhuis Ma maison de rêve / Mijn droomhuis Hoe ziet jouw droomhuis eruit? Maak een poster waarop je dit laat zien en presenteer jouw huis aan de rest van de klas. Étape

Nadere informatie

Lesbrief Kikker viert de lente. Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar

Lesbrief Kikker viert de lente. Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar Lesbrief Kikker viert de lente Kikkertiendaagse: 21 t/m 30 maart 2018 Thema: Kikker viert de lente Leeftijd: voor kinderen van 3 tot en met 6 jaar Van 21 t/m 30 maart kleurt heel Nederland groen met het

Nadere informatie

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo

Hotel Hallo - Thema 1 Hallo Hotel Hallo - Thema 1 Hallo opdrachten VISITE 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg

Nadere informatie

Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike.

Lespakket. Ssst de tijger slaapt. Door: Maike Douglas jufmaike.nl. De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. ã jufmaike. pakket Ssst de tijger slaapt De lessen met een * ervoor zijn alleen geschikt voor kleuters. Door: Maike Douglas jufmaike.nl 1. Dieren uit het boek Sorteren van de dieren die in het boek voorkomen Woordenschat

Nadere informatie

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school. TITEL: Leerjaar Groep 3 en 4. Type les Lesduur Omschrijving van de les Zing Een beestenboel op school - blinde rups (lesformat) Een muziekles in aansluiting op het dagproject Een beestenboel op school.

Nadere informatie

Willen jullie weten hoe een schooldag er bij ons uit ziet? Lees dan maar snel verder..

Willen jullie weten hoe een schooldag er bij ons uit ziet? Lees dan maar snel verder.. Willen jullie weten hoe een schooldag er bij ons uit ziet? Lees dan maar snel verder.. We zijn weer begonnen 8:20 uur gaat de kleuterdeur open. Kinderen kunnen hun jas meteen aan de kapstok hangen, deze

Nadere informatie

Was machst du am liebsten am Wochenende? Spielst du ein Instrument? Ich lese gern. Ich kann schnell neue Informationen verarbeiten.

Was machst du am liebsten am Wochenende? Spielst du ein Instrument? Ich lese gern. Ich kann schnell neue Informationen verarbeiten. nett ehrlich hilfsbereit tierlieb treu chaotisch lieb schüchtern spontan Was sind deine Hobbys? Was machst du am liebsten am Wochenende? Was machst du in deiner Freizeit? Treibst du Sport? Spielst du ein

Nadere informatie

Aantekening Frans les pronoms personnels

Aantekening Frans les pronoms personnels Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die

Nadere informatie

Welkom op de peuterspeelzaal

Welkom op de peuterspeelzaal Welkom op de peuterspeelzaal Peuterspeelzaal Het Groene Kikkertje Witte de Withstraat 85 2518 CR Den Haag Telefon: (070) 4129598 E-Mail: pszhetgroenekikkertje@scoh.nl www.cbsdespiegel.nl Wat houdt de Haagse

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie