Binnendifferenzierung Schnellere TN können mit den Arbeitsblättern 2a und 2b arbeiten.

Transcriptie

1 ab les 2: WIE? WAT? WAAR? Vorbereitung Kopieren Sie die Arbeitsblätter auf festes Papier und schneiden Sie die Informationskärtchen aus. Pro Gruppe von 4 Personen brauchen Sie jeweils die Arbeitsblätter 1a und 1b oder alternativ 2a und 2b. Geben Sie jedem/r TN einer Gruppe ein Informationskärtchen von den zusammenpassenden Arbeitsblättern. Bei mehr als 8 TN sollten Sie Kopien auf Papier unterschiedlicher Farbe machen, damit Sie die TN auch visuell im Klassenraum aufteilen können. Spielablauf Die TN bekommen jeweils ein Informationskärtchen mit verschiedenen Angaben zu der Person, die sie spielen. Unten auf dem Kärtchen sind Fragen formuliert, für die die TN durch gegenseitiges Befragen Antworten finden sollen. Die TN gehen innerhalb ihrer Gruppe umher. Wenn sich zwei TN begegnen, begrüßen sie sich und stellen sich mit ihrem fiktiven Namen vor. Dann darf jede/r TN eine Frage stellen, danach muss der/die Partner/in gewechselt werden. Das Spiel ist zu Ende, wenn alle TN ihre Fragen beantwortet haben. Anschließend werden die Ergebnisse in der Klasse vorgestellt. Binnendifferenzierung Schnellere TN können mit den Arbeitsblättern 2a und 2b arbeiten.

2 Arbeitsblatt 1a Maarten Luka woont in een eenvoudig rijtjeshuis heeft een moderne keuken met inbouwapparatuur het duurst is een grote, ovale spiegel zijn moedertalen zijn Afrikaans en Engels heeft Frans in een avondcursus geleerd leert Nederlands omdat hij in Nederland wil studeren leeft in een nieuw hoekhuis heeft twee badkamers met douche heeft een heel dure, zilveren kandelaar heeft als moedertaal Engels, heeft Spaans met een computercursus geleerd leert Nederlands omdat hij veel Vlaamse vrienden heeft Wie woont in een oud huis?.. Waarom leert Luka Nederlands?.. Wie heeft een werkkamer met uitzicht? Wie heeft Frans in een avondcursus geleerd?

3 Arbeitsblatt 1b Nora Alexandra huurt een luxe flat heeft een grote werkkamer met prachtig uitzicht heeft een prachtige, moderne boekenkast haar moedertaal is Italiaans heeft in een individuele avondcursus Frans geleerd leert Nederlands omdat ze vaak in Zeeland op vakantie gaat woont in een oud grachtenpand heeft een gezellige woonkamer met een leren zitbank heeft een paar dure, antieke bijtzettafeltjes heeft als moedertaal Frans, heeft een jaar in Engeland geleefd en zo Engels geleerd leert Nederlands omdat hij met Nederlandse bedrijven samenwerkt Wie heeft dure bijzettafeltjes?.. Wie heeft twee moedertalen?.. Wie heeft iets zilvers in huis? Wat is de moedertaal van Nora?

4 Arbeitsblatt 2a Eva Luigi grote woonboot royale woonkamer en vier slaapkamers modern, metalen kunstwerk moedertaal Duits Italiaans op de universiteit waarom Nederlands: werkt in Nederland gewone twee-onder-een-kapwoning grote slaapkamer met een grote klerenkast heel lelijke maar comfortabele slaapbank moedertaal Italiaans Frans op school waarom Nederlands: vriendin uit Amsterdam Wie woont in een nieuw huis?.. Waarom leert Luigi Nederlands?.. Wie heeft een terras? Wie leerde welke taal op de univiersiteit

5 Arbeitsblatt 2b Antonia Axelle oude boerderij enorme keuken en eetkamer met terras oude, romantische fauteuil moedertaal Engels Frrans en Spaans in een avondcursus waarom Nederlands: naar Brugge verhuizen nieuw, vrijstaand huis twee slaapkamers met balkon, één zonder passende vloerkleden in iedere kamer heel goed Frans Engels in een conversatiecursus waarom Nederlands: leuke taal Wie houdt van vloerkleden?.. Wie heeft Duits als moedertaal?.. Wie heeft een comfortabele slaapbank? Wie heeft er al twee talen bijgeleerd?