Conceptnotulen van de gezamenlijke commissievergadering gemeente Hengelo

Transcriptie

1 Conceptnotulen van de gezamenlijke commissievergadering gemeente Hengelo Voorzitter Griffier Aanwezig Portefeuillehouders Verslag Mevrouw E.Y. Prent (PvdA) Mevrouw A.M.G. Haarhuis - Oude Luttikhuis De heer B. Akkus (PvdA), de heer E. Alkema (CU), mevrouw J.M.J. Doornbos- Geerdink (BurgerBelangen), de heer H. van Doren (SP), de heer M. Elferink (CDA), de heer G. Genc (PvdA), de heer F. van Grouw (SP), mevrouw M. ter Haar (GroenLinks), de heer J. Harink (CDA), de heer W. L. M. van den Heuvel (SP), de heer J. Heijstek (Pro Hengelo), de heer M. Hollander (PvdA), de heer S.M.A. Horsthuis (VVD), de heer W. Jager (GroenLinks), de heer L. Janssen (Pro Hengelo), de heer C. de Jong (Pro Hengelo), de heer R. Kok (VVD), de heer G. Knegt (Pro Hengelo), de heer J. Kruiskamp (CDA), de heer K. Mulder (BurgerBelangen), de heer A. Oflazoglu, (Pro Hengelo), de heer J. Rikkerink (VVD), de heer L. Schoonhoven (D66), de heer R. Theunissen (GroenLinks), de heer J.H. Vis (CDA), de heer W.A. Winter (PvdA) en mevrouw D. Zenginoglu (BurgerBelangen) De heer S.W.J.G. Schelberg (burgemeester), de heer J. Bron (wethouder, PvdA), de heer E. Lievers (wethouder, D66), de heer W. Mulder (wethouder, Burger-Belangen), mevrouw J.E. Oude Alink (wethouder, GroenLinks) en mevrouw M.A. Ten Heuw (wethouder, SP), De heer F. P. van den Muijsenberg (Kantoorprofs) 1. Opening en mededelingen van de voorzitter De voorzitter heropent de vergadering om uur (deze vergadering is een vervolg van de vergadering van 11 oktober 2012). 2. Vaststellen van de agenda De agenda wordt ongewijzigd goedgekeurd. De heer Hollander stelt voor de onderwerpen onder agendapunt 7 in één termijn te behandelen. Afgesproken wordt daarnaar te streven en na de beantwoording door het college de vraag voor te leggen of behoefte is aan een tweede termijn. 3. Stukken ter informatie Er zijn geen vragen of opmerkingen over deze stukken. 4. Verslag vergadering gezamenlijke commissie d.d. 25 september jl. Het verslag wordt ongewijzigd goedgekeurd. 5. Mededelingen van het college Mevrouw Ten Heuw laat weten dat in de vergadering van de commissie Sociaal d.d. 27 september jl. is gesproken over het project "Samen maakt Sterker" over de mogelijke samenvoeging van de diensten sociale zaken van de gemeenten Hengelo, Borne, Hof van Twente en Oldenzaal. De uitkomst van de beraadslagingen is dat de gemeente Hengelo en Borne hebben besloten tot zo'n samenvoeging, de beide andere gemeenten doen voorlopig niet mee. Hun bezwaar is niet van inhoudelijke aard, maar heeft te maken met de mogelijke financiële risico's. De verwachting is dat de samenwerking tussen Hengelo en Borne per 1 januari a.s. operationeel zal zijn en dat het stadskantoor van de gemeente Hengelo de werklocatie zal worden. Het personeel is over de gang van zaken ingelicht en er is een persbericht verspreid. Mevrouw Ten Heuw meldt dat m.i.v.december het Werkplein aan de Deldenstraat gesloten wordt omdat het UWV haar capaciteit daaruit terugtrekt. De gemeente Hengelo, Borne en Hof van Twente hebben een oplossing gevonden voor de toekomst van het Werkplein, door de voorziening per 1 januari a.s. te verplaatsen naar het ROC de Gieterij. Dat heeft de mogelijkheid voor het combineren van werken en leren, de zgn. AKA-opleidingen. Er komen ook werkplekken voor de Centrale Dienstverlening van de gemeente, voor ROZ en voor het UWV. De heer Lievers meldt overleg te hebben gehad met de schoolbesturen die betrokken zijn bij de nieuwbouw voor het VMBO. De verwachting is dat in november/december het eerste ontwerp klaar is, wat via een IBR in december/januari aan de raad gepresenteerd kan worden. Mevrouw Oude Alink deelt mee naar aanleiding van opmerkingen en vragen in de laatste raadsvergadering de zorgen van de raad onder de aandacht te hebben gebracht bij ZGT. De directie van het ziekenhuis is gevraagd de kwaliteit van de communicatie richting burgers en gemeenteraad te bewaken. De directie heeft laten weten deze zorg ter harte te nemen, ze heeft laten weten graag medewerking te verlenen aan een bijeenkomst in het voorjaar. De heer V. Mulder merkt op dat uit het feit dat deze bijeenkomsten pas in het voorjaar mogelijk zijn, niet bepaald veel gevoel voor urgentie vanuit de directie spreekt. Mevrouw Oude Alink antwoordt dat haar bevoegdheid niet verder gaat dan het overbrengen van Gezamenlijke Commissie ( Bestuur ) /9

2 de door de raad uitgesproken zorg. Het is verder een interne ontwikkeling van ZGT. De heer V. Mulder herhaalt dat hij de termijn van voorjaar 2013 te lang vindt. De heer Dragt laat weten de opmerking over de urgentie te delen met de heer Mulder. Hij vult aan dat de motie is aangenomen om goed betrokken te zijn bij de ontwikkelingen binnen ZGT en andere zorgverleners, omdat de raad wil weten welke richting te verwachten is ten aanzien van de inrichting van de zorg voor de komende jaren. 6. Actualiteiten en vragen van de commissie De heer Jager vraagt naar het standpunt van het college ten aanzien van de voorgenomen ambtelijke samenwerking tussen de gemeenten Enschede en Almelo. De heer Lievers antwoordt dat het college zich hierin terughoudend opstelt. Enschede en Almelo hebben besloten de bedrijfsvoering volledig te willen samenvoegen, wat in 2015 gerealiseerd moet zijn. Ze hebben de twaalf andere gemeenten binnen Regio Twente een brief gestuurd, die als strekking had dat men nu aan dat proces kan meedoen, zo niet is daarvoor pas in 2015 de eerst-volgende mogelijkheid. In een bestuurlijk overleg dat later plaatsvond is deze brief genuanceerd, waarbij de indruk bestond dat men op delen van het project tussentijds kon instappen. De vraag ligt nu voor of het qua tijdsplanning inderdaad zo strak is als in de brief is geformuleerd of dat er tussentijds mogelijkheden zijn bij het project aan te sluiten. Hij laat weten hierover op maandag 22 oktober met zijn collega van de gemeente Enschede een overleg te hebben. Aansluitend is er gelegenheid voor intern beraad binnen de gemeente. Medio december wordt dan een definitief antwoord verwacht over deelname van de gemeente Hengelo. Hij stelt voor op dit onderwerp binnenkort terug te komen. De heer Janssen merkt op dat het vreemd is dat twee gemeenten hierover al afspraken hebben gemaakt en dat de andere gemeenten blijkbaar alleen kunnen beslissen of ze meedoen of niet, maar geen inhoudelijke inbreng kunnen hebben. Als er efficiency te bereiken is, moet men voor deze ontwikkeling open staan. Hij vraagt wat voor de wethouder in het proces de bottleneck is. De heer Dragt laat weten de optie van efficiencyverbetering via gemeentelijke samenwerking logisch te vinden, er moet dan echter wel heel goed met de raad worden gediscussieerd over de voor- en nadelen van deze vorm van samenwerking om tot een goed oordeel te komen. De heer Jager laat weten dat besluitvorming in december a.s. wel erg kort dag wordt, terwijl vanuit de raad juist behoefte het proces zorgvuldig te bekijken, zoals de heer Dragt al aangaf. De heer Hollander laat weten deze zorgen te delen, waarbij hij er op wijst dat allerlei samenwerkingsverbanden momenteel spelen en deze vorm van samenwerking er nu weer bij kan komen. Er is dus grote behoefte over dit onderwerp met de raad overleg te voeren. De heer Lievers antwoordt dat de toonzetting van de laatste twee bestuurlijke bijeenkomsten is dat de andere gemeenten geschrokken zijn van de stelligheid waarmee Enschede en Almelo dit proces zijn ingegaan. Voor veel gemeenten staat dit haaks op de gebruikelijke strategie om de weg der geleidelijkheid te kiezen. Hij laat weten verder nog te weinig informatie te hebben om een goed besluit te kunnen nemen. Enschede en Almelo hebben laten weten dat de intentie moet zijn op alle onderdelen samen te gaan. Enschede en Almelo hebben laten weten de samenwerking aan te gaan vanuit de afweging dat het een efficiencyverbetering van 5% oplevert. Er is een aantal concrete vragen aan de beide gemeenten voorgelegd om te weten wat hiervan de consequenties zijn. Hij zegt toe dat, zodra deze informatie voorhanden is, deze door te sturen naar de raad en hierover in discussie te gaan, al dan niet met aanwezigheid van vertegenwoordigers van de gemeenten Enschede en Almelo. De heer Dragt laat weten een dergelijk overleg zonder aanwezigheid van de beide gemeenten te willen houden. Hij wijst er verder op dat het begrip "efficiency" al een lastig fenomeen is, omdat het vol zit met arbitraire keuzes en aannames. Het is onzin ervan uit te gaan dat samengaan per definitie een efficiencyverbetering oplevert. Er zijn allerlei omstandigheden die de uitkomst van het proces negatief kunnen beïnvloeden. Wat zijn fractie betreft is het standpunt dus 'Nee', tenzij er een zeer overtuigend antwoord komt om dat standpunt te herzien. Hij stelt het college voor zo snel haar eigen standpunt over het onderwerp te bepalen. De heer Janssen merkt op zich te kunnen vinden in het antwoord van de wethouder. 7.a 7.b 7.c Beleidsbegroting (12G201463) "Koersvast in krappe tijden: Dekkingsplan bij beleidsbegroting " (12G201175) Belastingtarieven 2013 (12G201175) * De heer Knegt vraagt allereerst of alle instellingen die met de bezuinigingen te maken krijgen over de voorstellen geïnformeerd zijn. Hij laat weten dat niet bezuinigd moet worden om de reserve te verhogen, waarbij de insteek wel moet zijn het vastgestelde minimumniveau van de Algemene Reserve te halen. Hij laat weten het uitgangspunt van de gemeente te delen, namelijk dat Hengelo geen gemiddelde gemeente moet zijn. Hij stelt dat een gedegen analyse wordt gemaakt van de punten waar Hengelo aantoonbaar afwijkt van de gemiddelden en op basis daarvan te kijken hoe hiermee om te gaan. Hij neemt aansluitend puntsgewijs de voorgestelde bezuinigingsvoorstellen door en geeft hierop het standpunt van zijn fractie. Ten Gezamenlijke Commissie ( Bestuur ) /9

3 aanzien van de kinderopvang merkt hij op dat deze voorziening met veel overheidsgeld in het leven is geroepen en dat er voor moet worden gewaakt dat de voorziening nu om zeep geholpen wordt. Het mogelijk in betere tijden opnieuw opzetten zal weer onevenredig veel geld gaan kosten, een proces dat voorkomen moet worden. Hij laat weten in de voorstellen heel wat posten tegen te komen waar een concreet bedrag aan bezuinigingen is opgevoerd, maar waar naar zijn oordeel dit bedrag boter-zacht is en in plaats van met het concrete bedrag te werken beter kan worden opgegeven dat het hier een pm-post betreft. Hij merkt ook op er op tegen te zijn dat mensen die niet werken met internet, veelal de ouderen, bij de dienstverlening vanuit de gemeente duurder uit zijn. Ten aanzien van leerlingen-vervoer stelt hij dat Hengelo zeker op dit punt geen gemiddelde gemeente moet worden, maar haar sociale gezicht moet laten zien door de huidige regeling te handhaven. Hij kondigt aan dat zijn fractie moties zal indienen ten aanzien van de kinderopvang, op Roza en Donna ("schoolvoorbeelden van organisaties die uitgaan van eigen kracht en inzet van vrijwilligers"), op de Bijzondere Bijstand, waar het college nu voorstelt een eigen bijdrage te gaan invoeren, en op het voorstel bij leerlingenvervoer. Ten aanzien van de inkomsten deelt hij mee dat voor de burgers lastenverlichting zeer gewenst zou zijn, maar dat Hengelo nu lastenverzwaringen in petto heeft. Vooral bij Diftar levert dat een fout signaal naar de samenleving op, want ondanks het feit dat mensen goed mee doen aan de scheiding van afvalstromen worden ze niet beloond met een lastenverlichting op dit punt, maar met een lastenverzwaring. Dat geldt ook voor de verhoging van de OZB, waarbij hij het college vraagt waarom men hier het tarief verhoogd heeft. * Mevrouw Doornbos merkt op dat Burgerbelangen zich grotendeels kan vinden in de voorstellen en de koers van het college. Uitzondering hierop betreft ondermeer de bezuiniging op Roza, die met haar vrijwilligers belangrijk werk doet in het kader van het bevorderen van de participatie van werklozen en kansarmen. In zekere mate geldt deze reserve ook de voorstellen voor andere organisaties die binnen het sociale domein opereren. Aansluitend complimenteert ze de OR voor haar snelle reactie op de voorstellen en haar standpunt op dit punt. Tot slot vraagt ze wat de wethouder bedoelt met de opmerking dat er een streven is naar het halen van 3% bezuiniging. * De heer K. Mulder geeft aan dat het duidelijk is dat inmiddels de fase is bereikt dat het schaven niet langer mogelijk is en moet worden overgegaan tot "amputeren". Er moet dus helaas veel pijn worden uitgedeeld. Hij vraagt het college om opheldering over de verhoging van de OZB, terwijl vanwege de daling van de WOZ-waarde een daling van de OZB zou moeten betekenen. Hij merkt ook op dat de binnenstad zo veel mogelijk gestimuleerd moet worden, waarbij zeker het betaald parkeren op zondag nog eens kritisch moet worden bekeken. Hij vraagt of de ingeboekte opbrengst van ,- een bruto- of netto-opbrengst betreft ofwel exclusief of inclusief alle handhavingkosten. * De heer Jager geeft aan geen aanvullende opmerkingen te hebben over het fysieke en bestuurlijke domein. Over de tarieven merkt hij op te kunnen instemmen met deze voorstellen en tevreden te zijn met de link die daarbij wordt gelegd met de hoogte van de Algemene Reserve. * De heer Theunissen heeft vier opmerkingen over het sociale domein. De eerste betreft de regel-geving bij een medische indicatie om in aanmerking te komen voor de kinderopvang, waarbij hij vraagt welke doelgroep met de nieuwe regelgeving buiten de subsidiemogelijkheden valt. Hij vraagt of gestreefd kan worden naar integrale kinderopvang voor de groep 0-12 jaar door te komen tot integratie, kinderspeelzalen samenvoegen met gekwalificeerde kinderopvanginstellingen. Ten aanzien van het leerlingenvervoer stelt hij voor te komen tot een flexibilisering, waarbij scholen zelf oplossingen aandragen om te zorgen dat kinderen naar school kunnen komen en weer worden thuisgebracht. Ten aanzien van de exploitatiekosten van de FBK stelt hij voor te kijken of een andere beheersorganisatie tot de mogelijkheden hoort. Tot slot merkt hij op dat het een uitstekend initiatief is te komen tot samenwerking in de culturele sector, waarbij voor de bezuinigingen hier moet worden gewerkt met de kaasschaafmethode die ook dient te gelden voor de Muziekschool. * De heer Alkema informeert welke financiële ruimte er is bij de Agenda van Twente om aandacht te blijven houden voor de aansluiting op de arbeidsmarkt. Hij vraagt of de wethouder kan aangeven hoeveel startende ondernemers en/of zzp'ers na drie jaar nog steeds actief zijn. Aansluitend loopt hij de verschillende voorstellen langs, waarbij hij eerdere opmerkingen onderschrijft ten aanzien van de Muziekschool, Roza en Diftar. Hij vraagt aandacht voor de parkeerproblematiek, waarvoor nadere discussie zou moeten plaatsvinden hoe de gemeente hiermee in de toekomst dient om te gaan. Met betrekking tot de kinderopvang merkt hij op het voorstel van GroenLinks niet te delen voor een integrale kinderopvang, omdat het hier volstrekt andere disciplines betreft. Ten aanzien van de risicoparagraaf merkt hij op dat de drie grootste risico's betrekking hebben op een bedrag van 29 miljoen euro, waarbij zijn fractie het streven ondersteunt de risico's verder af te bouwen. Hij laat weten niet het optimisme te delen van mevrouw Doornbos over het advies van de OR. Deze heeft namelijk, net als de oppositie in de raad, al meerdere malen gevraagd om een kerntaken-discussie. Hij sluit af met de opmerking dat het tijd wordt voor zo'n discussie. Gezamenlijke Commissie ( Bestuur ) /9

4 * De heer Dragt verwijst eerst naar de septembercirculaire waarin vanaf 2014 een paar plusjes in het vooruitzicht worden gesteld, maar dat dit nu geen aanleiding is al te optimistisch te zijn. Hij kondigt aan dat het CDA in de raadsvergadering zal komen met een lijst met reparatievoorstellen. Voor veel voorstellen uit het dekkingsplan kan niet worden beoordeeld of de genoemde bedragen terecht zijn. Ook hij pleit voor het voeren van een kerntakendiscussie, waarvan de noodzaak duidelijk tot uiting komt bij onder meer Roza, het leerlingenvervoer, de OZB-opbrengsten en kortingen op wijkorganisaties en sportclubs. Hij roept in herinnering dat het college in 2010 aankondigde niet te gaan "kaasschaven", maar dat uiteindelijk steeds weer wel heeft gedaan. De vraag naar een kerntakendiscussie werd daarbij steeds genegeerd, maar het moment is nabij dat deze discussie onvermijdelijk wordt. Dat vond het CDA al in 2011, reden om toen niet in te stemmen met de begroting De hoop was dat het dit jaar zou leiden tot een kerntakendiscussie. Hij deelt aansluitend de burgemeester en de wethouder een lijst met 42 vragen uit die een relatie leggen tussen de voorliggende dekkingsvoorstellen en de kerntakendiscussie. Hij vraagt op deze vragen de komende weken een schriftelijke reactie te mogen ontvangen, zodat op basis daarvan de waarde van de dekkingsvoorstellen kan worden beoordeeld. Hij onderschrijft de opmerking dat het van belang is te communiceren met de samenleving over het pakket aan bezuinigingsvoorstellen, waarbij het belangrijk is te vernemen hoe de samenleving daarover denkt. Ten aanzien van de tarieven deelt hij de onvrede over de verhogingen bij Diftar, die een contraproductief effect zal hebben en bevestigt wat vele burgers al stellen, namelijk dat de overheid onbetrouwbaar is. Ten aanzien van de parkeertarieven en het OZB-tarief verwijst hij wederom naar de noodzaak van de kerntakendiscussie om te beoordelen of men met deze maatregelen kan instemmen. * De heer Horsthuis stelt dat veel van de huidige bezuinigingen het risico met zich meebrengen straks terug te keren als extra dure uitgavenposten. Ook Hengelo zit bij diverse voorstellen op deze toer, waarbij bezuinigingen nu over enkele jaren in de vorm van veel achterstallig onderhoud als een boemerang terugkomt. Hij wijst hierop vooral op het uitstel van wegenonderhoud. Hij merkt op dat binnen de gemeente bij eerdere operaties al 100 fte zijn weggevallen en dat nu opnieuw 35 fte dient te worden wegbezuinigd. Zijn fractie onderschrijft het uitgangspunt van een afgeslankte overheid, maar er dient wel te worden gekeken naar de blijvende uitvoerbaarheid van beleid en de belastbaarheid van degenen die het beleid moeten uitvoeren. Hij vraagt ook aandacht voor het probleem dat geld uit het Grondbedrijf wordt onttrokken ten faveure van de algemene middelen, zodat de risico's voor het Grondbedrijf steeds verder oplopen. Dat in de situatie waarin het weerstandvermogen van het Grondbedrijf al ontoereikend is. Hij vraagt hoelang de wethouder de rekenrente aanhoudt om dat proces mogelijk te maken. Hij stelt enige aanvullende technische vragen over het Grondbedrijf. Hij wijst er op dat het Grondbedrijf wordt geacht aanzienlijke stukken grond te verkopen, maar hij vraagt of het in de huidige economische situatie reëel is te verwachten dat deze taakstelling gehaald kan worden. Hetzelfde geldt voor de voorgenomen verkoop van vastgoed, waarvoor de gemeente een bedrag heeft ingeboekt. De VVD onderschrijft het streven te komen tot een vitale binnenstad, maar de voorgestelde maatregelen ten aanzien van de parkeertarieven staan haaks op dat streven. Het zal de bezoekersaantallen in de binnenstad eerder verlagen. Hij merkt op de verhoging van het OZB-tarief te groot te vinden en vraagt naar de motivatie bij deze grote verhoging. Hij protesteert tegen de automatische koppeling van de tarief vaststelling van de Afvalstoffenheffing en het OZB-tarief. Vanwege deze verhoging is het college dus onbetrouwbaar, zoals de heer Dragt al opmerkte. Tot slot merkt hij op dat geen afroming van het saldo van het Rioolfonds dient plaats te vinden ter dekking van andere gemeentelijke diensten. De heer Dragt merkt op dat hij niet heeft opgemerkt dat dit college onbetrouwbaar is, maar dat de gang van zaken van een "historisch onbetrouwbare overheid' getuigt. De heer Horsthuis antwoordt dat ook hij op het algemeen doelde, niet specifiek op dit college. * De heer Hollander stelt dat deze bezuinigingen in de samenleving hard zullen aankomen. Gelukkig worden de meest kwetsbare groepen in de samenleving zo veel mogelijk ontzien. Sommige organisaties die voor de zwakkeren op de arbeidsmarkt werken worden echter wel zwaar getroffen. In 2011 is besloten de beschikbare gelden in te zetten op de mensen die een reëel perspectief hebben op betaald werk. Hij vraagt hoe nu de toch al kwetsbare groepen ooit nog de aansluiting met de arbeidsmarkt moeten vinden. Ten aanzien van de problemen bij het leerlingenvervoer vraagt hij of de gemeente faciliterend kan zijn, bijvoorbeeld door het verruimen van het aantal opstappunten. Hij vraagt welk overleg al heeft plaatsgevonden over de bezuinigingen op de kinderopvang en wat de consequenties zijn voor de duur van de kinderopvang. Hij spreekt ook zijn zorg uit voor de effecten van de bezuinigingen op de bijzondere bijstand. Zaken die voor de gemeente belangrijk blijven en dus speciale aandacht vragen zijn het FBK-stadion, het wonen en werken in de binnenstad en de bezuinigingsoperatie voor de Muziekschool. Ten aanzien van Diftar merkt hij op dat hierbij vastgehouden moet worden aan zoveel mogelijk werken met variabele tarieven om het principe 'de vervuiler betaalt" aan te houden. Tot slot merkt hij op dat de verhoging van de OZB voor de burger zeer beperkt is, dus geen reden is hiertegen te protesteren. Gezamenlijke Commissie ( Bestuur ) /9

5 * De heer Van Grouw laat weten dat het mooi was geweest als Hengelo er voor had gezorgd een grote algemene reserve te hebben, dat de stad minder dure grond had aangekocht en dat men meer had gewerkt met ontwikkelingen achter elkaar in plaats van alles tegelijkertijd. Vanwege deze erfenissen uit het verleden en de keuzes die in Den Haag worden gemaakt, moet Hengelo nu bezuinigen. Bezuinigingen die over de hele linie hard zullen aankomen. De SP kiest er daarbij voor in eerste instantie te bezuinigen op fysieke zaken of in het bestuurlijke domein. De SP zal het merendeel van de nu voorgestelde bezuinigingen onderschrijven. Hij laat weten er blij mee te zijn dat culturele instellingen nu grotendeels worden ontzien. Hij gaat vervolgens in op een aantal specifieke bezuinigingsvoorstellen, onder meer het leerlingenvervoer, de buurtgerichte sociale activering, het FBK-stadion en Roza. Er zijn echter ook oplossingen denkbaar die niet in de lijst voorkomen. Hij wijst in dit verband op enkele suggesties van de stichting Centrummanagement om effectiever met budgetten om te gaan. Tot slot wijst hij erop dat de gemeente vraagt om steeds meer vrijwilligers om zaken voor de samenleving te doen. Raadsleden, die ook hun vrijwilligerswerk naast hun reguliere baan doen, houden wel vast aan het maximum voor hun raadsvergoeding. Hij stelt voor deze vergoeding te verlagen en wel zodanig dat het de gemeente een besparing oplevert van ,-. Op dezelfde manier kan gesneden worden in de fractiebudgetten, wat ook een besparing kan opleveren van ,-, zodat de raad zelf in totaal voor een bedrag van ,- bijdraagt aan de bezuinigingen. Tot slot merkt hij op akkoord te zijn met de parkeertarieven. * De heer Schoonhoven geeft aan dat de voorstellen inhouden dat vooral veel pijn wordt uitgedeeld. Organisaties die veel met vrijwilligers werken zoals Roza dreigen nu om te vallen. Die dreiging maakt de vraag naar een kerntakendiscussie prominent. Ten aanzien van de bezuiniging op de medische indicatie vraagt hij of deze maatregel niet leidt tot kostenstijgingen elders. Hij laat weten blij te zijn met de constatering binnen de culturele sector dat men meer moet gaan samenwerken. Hij laat weten dat de voorgestelde bezuinigingen op het hoofdstuk "Spelen" in strijd zijn met een motie die eerder door de raad is aangenomen. Hij laat weten dat D66 op dit onderwerp met een motie of amendement zal komen. Hij laat weten de voorgestelde versobering van de dienstverlening te onderschrijven, maar waarschuwt ervoor dat de inzet van ICT niet altijd een goede oplossing is. Niet iedereen kan de weg via internet even goed vinden. Hij onderschrift de voorstellen voor meer maatwerk bij het leerlingenvervoer en laat tot slot weten bedenkingen te hebben bij de tariefverhogingen voor de OZB en Diftar. PAUZE ( uur) * De heer Mulder laat weten dat het college zal komen met een uitgebreide schriftelijke beantwoording van de vragen van het CDA en bij de beantwoording andere complexere vragen die aan de orde zijn gekomen in deze schriftelijke reactie mee te nemen. Dat geldt zeker voor de vele vragen die de VVD over het Grondbedrijf heeft gesteld, over het rapport van Berenschot over de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen en over de vragen van de VVD ten aanzien van de macronormen voor het OZB-tarief. Aansluitend laat hij weten dat door de gemeente met vele organisaties is gesproken over de bezuinigingsvoorstellen, die aan de hand van dit overleg zijn aangepast tot het nu voorliggende voorstel. Hij tempert het optimisme over betere cijfers in 2014, waarover de heer Dragt naar aanleiding van de septembercirculaire sprak, door mee te delen dat de overheid nog 1,2 miljard euro wil bezuinigen op de gemeenten, wat voor Hengelo voor 2013 of zeker voor 2014 een korting van 6 miljoen euro betekent. Die korting komt dus nog eens bovenop het pakket maatregelen dat nu al voorligt. Terwijl de pijngrens hier en daar al is gepasseerd komen er onvermijdelijk nieuwe bezuinigingen. Hij laat weten blij te zijn met de ondersteuning voor het uitgangspunt de algemene reserve op peil te brengen. Ten aanzien van de WOZ-waarde en OZB-belasting laat hij weten dat de uiteindelijke opbrengst min of meer gelijk blijft, wat wordt bereikt door bij een dalende WOZ-waarde het tarief per 1.000,- WOZ-waarde aan te passen. Hij merkt op dat het college tegemoetkomt aan de wens tot een kerntakendiscussie door bij de algemene beschouwingen aan te geven welke visie zij heeft op de ontwikkelingen en gewenste reactie. Ten aanzien van het vastgoed heeft de gemeente een taakstelling, die zeker een lastige opgave inhoudt maar er zijn duidelijke indicaties dat er in de markt belangstelling is voor enkele panden. Daarnaast wordt op dit punt ook gekeken naar een effectiever beheer van de kosten. Per 1 januari is aan de culturele sector slechts één taakstelling opgelegd voor een bedrag van twee ton, wat een realistisch bedrag is. Het is blijkbaar ook de start om te komen tot meer samenwerking in de culturele sector, wat al jarenlang de wens is. Wellicht kan voor dat proces een externe partij worden gevonden om dat proces te begeleiden. Ten aanzien van de parkeertarieven merkt hij op dat de hoogte van het parkeertarief slechts een van de aspecten is die bepaalt of men de binnenstad bezoekt. Hij laat weten over de problematiek van de aantrekkelijkheid van de binnenstad een overleg gepland te hebben met het bestuur van het Centummanagement. Met Welbions zijn inmiddels afspraken gemaakt over het wonen boven winkels, waarvan de eerste voorzichtige resultaten zichtbaar worden. Gezamenlijke Commissie ( Bestuur ) /9

6 * Mevrouw Ten Heuw antwoordt dat ze het oneens is met de opmerking dat bepaalde bezuinigings-bedragen boterzacht zijn, zoals het bedrag van ,- op Sociale Zaken. Aan het begin van de vergadering is al meegedeeld dat Hengelo en Borne één uitvoeringsorganisatie gaan krijgen, die minimaal tot de nagestreefde bezuiniging moet leiden. Aan dat bedrag liggen onderzoeken ten grondslag, zodat de cijfers tamelijk hard te noemen zijn. De heer Knegt laat weten dat het rapport waarnaar de wethouder verwijst veel aannames bevat. Mevrouw Ten Heuw antwoordt dat het aannames zijn, maar van een zodanige hardheid dat externe partijen het reëel haalbare bedragen betreft. Dat zelfde geldt voor allerlei andere bezuinigingen, zoals de vermindering van de uitkeringen. De heer Knegt betoogt dat hij de hardheid van deze cijfers niet ziet. Mevrouw Ten Heuw laat weten dat de Agenda van Twente, die beschikt over een bedrag van drie miljoen aan arbeidsmarktbeleid. Ten aanzien van de ROZ laat ze weten dat hij alle gegevens hiervoor kan vinden in de Jaarrekening en laat ze de heer Horsthuis weten dat bij de ROZ een kerntaak is neergelegd, namelijk de uitvoering van het BBZ. Daarnaast voert het ROZ andere taken uit, onder meer ten aanzien van de economie en startende ondernemers. Het college wil ondernemerschap in de breedste zin van het woord ondersteunen, dus van grote ondernemingen tot startende zzp'ers, om een zo breed mogelijk aanbod te creëren. De heer Dragt vraagt of het in het kader van de kerntakendiscussie geen vraag is of de raad deze hele range van grote ondernemingen tot startende zzp'ers in stand wil houden. Mevrouw Ten Heuw antwoordt dat dit college het als een belangrijke kerntaak ziet een dergelijke range te bedienen, want de koers van het college is vastgelegd in de begroting. De heer Dragt merkt op hieruit de conclusie te trekken dat het college dus vindt dat wat ze nu doet allemaal behoort tot haar kerntaken en dat men met die taken gewoon doorgaat. Ze negeert daarmee de vraag of het huidige functioneren van het ROZ in de pas loopt met de kerntaken van de gemeente. Mevrouw Ten Heuw herhaalt dat de koers en de kerntaken van de gemeente vastliggen in de begroting, inclusief de budgetten die daaraan zijn gekoppeld. De heer Dragt antwoordt dat het onmogelijk is op deze manier aan een organisatie als Roza uit te leggen op basis waarvan is besloten dat zij een zware bezuiniging opgelegd krijgen en andere organisaties ontzien worden. Er is geen duidelijkheid hoe het college en de raad aankijken tegen de vraag hoe Hengelo er over pakweg vier jaar dient uit te zien. De heer Horsthuis ondersteunt deze stellingname van de heer Dragt. Mevrouw Ten Heuw antwoordt dat de afweging van het college door het gehele programma heen te lezen is. Er is niet steeds een één-op-één vergelijking tussen maatregelen mogelijk om voor elke maatregel de afweging duidelijk te maken. Men dient naar de totale begroting te kijken om te totale afweging te herleiden. De heer Dragt laat weten dat er op deze manier vele "Hengelo's" bestaan, die geen enkele inzicht geven in de afwegingen die zijn gemaakt. Mevrouw Ten Heuw vervolgt met de opmerking dat de bezuiniging op de bijzondere bijstand is teruggebracht van ,- uit de oorspronkelijke voorstellen naar 6.000,-. Ze laat weten dat geen eigen bijdrage wordt ingevoerd, zoals de heer Knegt stelt, maar dat juist het tegenovergestelde het geval is. De bijzondere bijstand werd door de gemeente juist ingezet om extra uitgaven en bepaalde eigen bijdragen bij andere regelingen af te dekken. Daarmee worden de extra kosten voor kwetsbare groepen beperkt. Er geldt nu een drempelbedrag van 125,-. De heer Knegt laat weten dat hoe dan ook nu wordt ingevoerd dat mensen de eerste 125,- zelf moeten betalen, wat dan gerust een eigen bijdrage kan worden genoemd. Mevrouw Ten Heuw laat weten dat er voor de maatregel een bescheiden bedrag van 6.000,- staat ingeboekt. Als de raad de maatregel afwijst, moet het mogelijk zijn dit bedrag elders op de begroting te vinden. Ze wacht dan de motie op dit punt van Pro Hengelo wel af. De heer Knegt antwoordt dat op dit terrein zeker een motie te verachten is. Mevrouw Ten Heuw laat weten dat het aantal kinderen waar het omgaat bij de bezuiniging in de kinderopvang gering is; slechts 20 kinderen hebben een dergelijke sociaal-medische indicatie. Gelet op de professionalisering die bij de peuterspeelplaatsen heeft plaatsgevonden, vindt het college het verantwoord de kinderen met deze indicatie bij de peuterspeelplaatsen te plaatsen. Ze kondigt een procesvoorstel aan indien wordt ingezet met deze maatregel. Mevrouw Ten Heuw merkt over Roza op dat de hoogte van het bedrag hard aangekomen is bij Scala, de organisatie die is aangesteld om het functioneren van Roza te ondersteunen. De gemeente erkent het standpunt dat Hengelo de plicht heeft te zorgen voor kwetsbare groepen in de samenleving. Door de partijen worden drie organisaties genoemd om daaraan medewerking te geven, waarvan Roza de meest genoemde is. Het is echter onmogelijk dat de door de partijen genoemde drie vrijwilligersorganisaties deze gemeentelijke taak kunnen uitvoeren. Deze drie organisaties bedienen specifieke doelgroepen, voor Roza betreft dat vrouwen. Het college wil af van deze doelgroepenbenadering en inzetten op een algemene benadering. De komende twee jaren zal nodig zijn om deze transitie mogelijk te maken. De bezuiniging op organisaties als Roza is een duidelijke indicatie van de andere richting die het college heeft gekozen. De heer Hollander merkt op dat nu aan allerlei vrijwilligersorganisaties zoals sportverenigingen wordt gevraagd in deze gemeentelijke taakstelling te participeren. Hij vraagt welke rol de gemeentelijke overheid voor zichzelf in dit traject nog ziet. Mevrouw Ten Heuw stelt dat de raad de taak heeft de kaders te stellen en beslist welke middelen beschikbaar worden gesteld, waarbij de gedachte nu is te komen tot een herschikking Gezamenlijke Commissie ( Bestuur ) /9

7 van de middelen om een en ander breder mogelijk te maken. De bezuiniging van drie ton geldt vooral personeel dat de gemeente zelf in dienst heeft. De heer Knegt meldt dat in 2013 een bedrag van ,- wordt bezuinigd. Hij vraagt of hierover met Roza is gesproken. Hij vraagt of Roza dit kan opbrengen. Mevrouw Ten Heuw antwoordt dat Roza niet direct een gesprekspartner van de gemeente is, want ze heeft niet langer een eigen bestuur. De gesprekspartner is Scala; er blijft in elk geval een bedrag van meer dan ,- staan voor Roza, zodat de organisatie haar werkzaamheden kan voortzetten, meer specifiek gericht op vrouwenactiviteiten. Er zal dus een en ander veranderen bij Roza, maar de organisatie kan blijven bestaan en zich blijven richten op haar doelgroep. * De heer Bron antwoordt dat het college tevreden was over de uitkomsten van het onderzoek naar het parkeren in Hengelo, omdat er uit bleek dat de stad op dit punt best een goede prestatie levert. Het dilemma is echter dat er in 2011 een behoorlijk tekort was omdat de opbrengsten een half miljoen lager waren dat de verwachtingen. Er zijn maatregelen getroffen om de inkomsten uit parkeren met drie ton te laten toenemen. Hij laat weten dat de ingeboekte opbrengst van ,- voor parkeren op zondag een netto-bedrag betreffen. * De heer Lievers antwoordt dat bij het leerlingenvervoer het criterium van 4 km geldt, terwijl de meeste nadere gemeenten uitgaan van 6 km, zoals het VNG voorstelt. De gemeente is dus zeker geen gemiddelde gemeente. Ook heeft Hengelo een overgangsjaar ingesteld voor het nieuwe beleid. In het nieuwe schooljaar gaat de nieuwe maatregel alleen gelden voor de nieuwe gevallen, vanaf het schooljaar voor alle gevallen. Het uitgangspunt blijft dus dat de gemeente een vergoeding voor het vervoer blijft aanbieden, maar niet het vervoer zelf gaat doen. De gemeente heeft gekozen voor invoering van een tarief bij 4 km omdat deze norm voldoet aan de eis om de overschrijdingen van het budget op te vangen. De heer Knegt antwoordt dat dit zeer pragmatisch is van het college, maar wel betekent dat als de overschrijding hoger was geweest een ander tarief was gekozen. De hoogte van het tarief is dus niet gebaseerd op een bepaalde maatschappelijke visie maar op financiële afwegingen. Hij vraagt of er geen andere mogelijkheden zijn deze overschrijdingen af te dekken. De heer Lievers antwoordt er door andere partijen andere oplossingen aangedragen zijn om de overschrijdingen op te vangen, zoals flexibilisering van de openingstijden. Hij wijst er op dat ouders met meerdere kinderen op verschillende scholen te maken kunnen krijgen met logistieke problemen, zodat bepaalde oplossingen weer nieuwe problemen met zich meebrengen. Hij laat weten dat over de alternatieven met schoolbesturen wordt gesproken. De heer Knegt meldt dat echter de realiteit is dat eerst de bezuiniging wordt ingevoerd en pas daarna overleg wordt gevoerd. Hij vraagt wat er gebeurt als de alternatieven onmogelijk zijn. De heer Lievers antwoordt dat hij daarover op dit moment niets concreets kan zeggen. Met de maatregel wordt in elk geval de mogelijkheid gefaciliteerd dat ouders hun kinderen zelf naar school kunnen brengen Hij laat weten dat ten aanzien van het openbaar vervoer ook de 4 km criteria gelden, waarbij hij voorstander is van een convenant zoals dat in de gemeente Almelo wordt aangehouden. Daarin is onder meer voorzien in een plaatsingscommissie die bepaald of een kind recht heeft op bepaald vervoer. Verder staat voor een specifieke groep altijd het taxivervoer open. De heer Lievers laat weten dat hij iedereen die nu gebruik maakt van het FBK-stadion vraagt om de kaders aan te geven die ze nodig hebben om goed te kunnen blijven functioneren. Zodra van alle partijen dat kader is ontvangen zal een gezamenlijk overleg plaatsvinden om te beoordelen in hoeverre alles passend te maken is. Daarbij zal van elke partij worden gevraagd concessies te doen. Het stadion is met een kostenpost van vijf ton een van de duurdere sportlocaties. Omdat aan alle kleine verenigingen in de stad gevraagd wordt een bijdrage in de bezuinigingen te hebben, is het logisch zeker die vraag voor te leggen bij de organisaties die gebruik maken van de duurdere locaties. Voor de gemeente zijn ten aanzien van het stadion het voortbestaan van de FBK-games en de aandacht voor breedtesport essentiële voorwaarden. Hij zegt toe de raad op te hoogte te houden van de voortgang van de diverse stappen. * Mevrouw Oude Alink antwoordt dat ze de garantie kan geven dat een organisatie als Donna vanwege de bezuiniging niet zal omvallen. Donna valt onder Carint, dat jaarlijks ongeveer één miljoen aan subsidie ontvangt. Daarnaast zijn andere partijen op dit terrein actief. Er zit logica in om te kijken naar samenwerking en betere effectiviteit bij de opvang van jonge ouders en kinderen. De heer Dragt vraagt of het bij het definiëren van de eigen taken wel zuiver is te verwijzen naar de bijdragen van andere overheden, in dit geval van Provinciale Staten. Mevrouw Oude Alink antwoordt dat wordt gewerkt aan de transitie van de jeugdzorg, waarbij in 2015 de gemeente de verantwoordelijkheid heeft. De middelen die daarmee samenhangen zullen vanuit de provincie komen, dus is het logisch daar naar te verwijzen. De heer Knegt vraagt welke toezegging Carint heeft gedaan dat Donna overeind gehouden wordt. Mevrouw Oude Alink antwoordt dat met Carint afspraken worden gemaakt over haar maatschappelijke rol, waar zij vervolgens invulling aan gaan geven. Het arrangement ten aanzien van jonge ouders, het taakveld van Donna, zal daarbij overeind blijven. Wat niet wegneemt dat er binnen Donna wel het een of ander zal veranderen. Mevrouw Oude Alink laat weten dat de samenwerking tussen peuterspeelzalen en kinderopvang Gezamenlijke Commissie ( Bestuur ) /9

8 in Hengelo al een geschiedenis heeft. De stad loopt voorop bij de discussie om te komen tot integrale kinderopvangcentra. Ze zegt toe de raad over dat laatste nader te informeren. Ten aanzien van "spelen" meldt ze dat deze bezuiniging gerealiseerd kan worden door te zorgen voor een betere spreiding van de toestellen en te werken met duurzamere materialen om zo het onderhoud terug te dringen. Daarbij wordt ernaar gestreefd 3% van de ruimte beschikbaar te hebben voor "spelen", waarbij de ideale situatie is dat kinderen bij het spelen maximaal de eigen creativiteit kunnen ontwikkelen. Natuurlijke speelmogelijkheden vormen daarbij de essentie. Mevrouw Oude Alink merkt op dat het wegonderhoud zodanig blijft dat de veiligheid niet in het geding komt. De heer Horsthuis laat weten dat bezuinigingen nu kunnen betekenen dat er in het voorjaar grote onkosten zullen volgen. Mevrouw Oude Alink antwoordt dat het niet de bedoeling is volgende generaties op te zadelen met een negatieve erfenis, maar op een verantwoorde manier de onderhoudskosten terug te dringen. * De heer Schelberg antwoordt dat juist het werken met "pm-posten" de makkelijkste oplossing is en dat het zuiverder is te werken met concrete doelstellingen. De heer Knegt laat weten dat de centrale gedachte was dat er teveel aannames worden gebruikt, zodat het college niet weet wat reële bedragen zijn. Begrotingstechnisch is dat een wankele basis. De heer Schelberg merkt op dat de aannames niet uit de losse pols zijn gemaakt, maar een deugdelijke fundering hebben. 2e termijn De heer Knegt merkt op dat een bezuiniging van ,- is ingeboekt bij het verminderde gebruik van uitkeringen, te realiseren via drie specifiek benoemde maatregelen. Hij vraagt de wethouder deze drie punten meer specifiek uit te werken. Mevrouw Ten Heuw laat weten dat het geen probleem is om dit voor de raadsvergadering schriftelijk aan te leveren. De voorzitter concludeert dat de stukken als bespreekstukken worden doorgestuurd naar de raadsvergadering. 8. Jaarverslag en Jaarrekening 2011 Stichting OSG Hengelo (12G201311) De heer Harink laat weten dat het CDA tevreden is over de aangeleverde stukken, die een duidelijke verbetering ten aanzien van de leesbaarheid te zien geven. Ook stemmen de resultaten tot tevredenheid. Ze geven een indicatie dat sprake is van een goed onderwijsbestuur. Op het financiële vlak kunnen sommige passages vragen oproepen, maar het CDA vindt de gedane keuze acceptabel. Belangrijk is dat er voldoende aandacht is voor diverse, uiteenlopende doelgroepen. Het blijkt dat het openbare onderwijs zowel kwalitatief als kwantitatief op het goede spoor zit. De OSG zorgt niet alleen goed voor haar eigen onderwijsbeleid, maar speelt ook een belangrijke rol in het Hengelose jeugdbeleid. Ook zijn zaken als een maatschappelijke stage goed geregeld. Deze conclusie leidt ertoe een motie van CDA-VVD-D66 nogmaals onder de aandacht van de wethouder te brengen en hij vraagt de wethouder inzicht te geven in de status van het onderzoek naar het vergroten van de efficiency van de maatschappelijke stage. Tot slot deelt hij mee te kunnen instemmen met het jaarverslag en de jaarrekening. De heer Theunissen laat weten OSG te willen complimenteren met de resultaten en van harte te kunnen instemmen met de voorgelegde stukken. De heer Heijstek merkt op dat hij al vaker heeft gesproken over de planning- en controlcyclus van de onderwijsinstellingen in Hengelo, waarbij hij opnieuw moet constateren dat die nog niet helemaal op orde zijn. De jaarrekening 2011 wordt nu, bijna een jaar na afloop van dat begrotingsjaar gepresenteerd. Een gang van zaken die niemand in de raad van de gemeentelijke organisatie zou accepteren, maar van de onderwijsinstellingen wel normaal vindt. De raad is er uiteindelijk wel voor verantwoordelijk en zou moeten aandringen op eerdere ontvangst van de stukken. Inhoudelijk heeft hij problemen met onder meer de gebruikte terminologie, die ondanks eerdere opmerkingen nog steeds ondermaats is. Positief is wel dat de leesbaarheid aanzienlijk is verbeterd. Hij verzoekt de wethouder er bij de onderwijsinstellingen om te vragen dezelfde onderwerpen in de verslagen te laten terugkomen om de onderlinge vergelijkbaarheid van de stukken te bevorderen. Hij laat weten het ook jammer te vinden dat in de stukken het aspect "sfeer op de school" ontbreekt, waarbij aangegeven wordt hoe dergelijke grote organisaties met hun leerlingen omgaan en hoe deze leerlingen dat ervaren. Hij laat weten tevreden te zijn over de gepresenteerde onderwijskundige en financiële resultaten. Hij vraagt de wethouder wat er mee te delen is over het bezoek dat de Onderwijsinspectie aan de school heeft gebracht. Ook merkt hij op dat het ziekteverzuim het afgelopen jaar verdubbeld is; hij vraagt wat er wordt gedaan om dat verzuim weer terug te dringen. Tot slot merkt hij op dat sommige data in de stukken niet kloppen en dat de accountantsverklaring waar naar wordt verwezen niet bij de stukken aanwezig is. De heer Winter geeft aan dat zijn partij zich aansluit bij de opmerkingen van de heer Harink. Hij merkt op slechts twee vragen te hebben die reeds zijn gesteld, namelijk de 10% aan ziekteverzuim en het ontbreken van de accountantsverklaring. Gezamenlijke Commissie ( Bestuur ) /9

9 De heer Rikkerink en mevrouw Zenginoglu melden dat ook zij zich aansluiten bij de bewoordingen van de heer Harink en dat het voor hen als hamerstuk naar de raad kan worden gestuurd. De heer Lievers antwoordt dat de complimenten over de leesbaarheid en positieve resultaten aan de OSG te zullen doorgeven. Hij constateert dat elk jaar de raad het accent legt op andere zaken, maar er terecht wel behoefte is aan onderlinge vergelijkbaarheid. Hij zal kijken hoe met de onderwijsinstellingen de opmerking over een meer uniforme opzet kan worden afgestemd. Ten aanzien van de maatschappelijke stages zijn gesprekken met het onderwijsveld gevoerd. Hij stelt voor in de eerst volgende commissie Sociaal de uitkomsten van die gesprekken te bespreken. Ten aanzien van de planning- en controlcyclus wacht hij de voorstellen tot verbetering af. De communicatie tussen OSG en gemeente is momenteel intensief over diverse onderwerpen. Ten aanzien van de opmerking over de sfeer, laat hij weten dat dit aspect onmogelijk objectief is weer te geven. Elk van de partijen binnen de onderwijsinstellingen zal een geheel andere inschatting hebben. Hij merkt op nog geen informatie te hebben ontvangen over het bezoek van de Onderwijsinspectie en dit te zullen doorgeven zodra hierover wat te melden valt. Hij zegt tevens toe schriftelijk te laten weten hoe het zit met het hoge ziekteverzuim en de maatregelen die de school daartegen heeft genomen. Voor de raadsvergadering zal ook de accountantsverklaring worden doorgestuurd. 2e termijn De heer Harink merkt op dat een opmerking over de kwaliteitskaart in relatie tot het bezoek van de inspectie zeker in het jaarverslag zou thuishoren. De heer Heijstek merkt op dat er een aanbod is voor een in-company-training over het toezicht van gemeenten op scholen dat wellicht nuttig is. De heer Lievers antwoordt beide suggesties mee te zullen nemen. De voorzitter concludeert dat het stuk als hamerstuk naar de raad kan worden doorgestuurd. 9. Beleidsplan Veiligheidsregio Twente (12G201480) De heer Jager meldt naar aanleiding van een nucleair incident vorig jaar in de Regioraad te hebben gevraagd hoe het zit met de verschillende manieren waarop Duitsland en Nederland met de materie zijn omgegaan. Hij heeft echter sindsdien niets meer over deze vraag vernomen. De heer Harink laat weten ook graag meer aandacht te willen voor de grensoverschrijdende problematiek ten aanzien van veiligheid en risico's. Hij merkt op zich te kunnen vinden in de conceptbrief, maar vraagtekens te hebben bij de passage over de Meldkamer. De heer Van den Heuvel merkt op het een gedegen, a-politiek stuk te vinden, waarbij de financiële onderbouwing nadere aandacht verdient. Hij wijst op de ongelukkige datum van verzending van de (concept)brief in relatie tot de vergadering van het AB op 5 november a.s. Mevrouw Doornbos wijst op de risico's die er ten aanzien van het gebruik van ICT zijn. De heer Genc laat weten het een prima stuk te vinden, dat als hamerstuk naar de raad kan. De heer Schelberg antwoordt dat de ICT in deze een zwakke schakel is, omdat een probleem op dit vlak de hele procedure volledig lam zal leggen. Hij recapituleert dat hij namens de commissie in het overleg meeneemt: (1) de internationale variant, (2) de stand van zaken omtrent de nucleaire problematiek, specifiek tussen Duitsland en Nederland en (3) de financiële onderbouwing. Hij meldt dat indien de commissie hiermee instemt op vrijdag 19 oktober de brief verstuurd kan worden. De heer Schelberg deelt mee dat het stuk als een informatiestuk op de agenda van de raad kan. Het gaat hier immers om een gemeenschappelijke regeling. Hij zal in de raadsvergadering een terugkoppeling verzorgen van de AB-vergadering van 5 november. 10. Rondvraag en sluiting Er zijn gaan vragen voor de rondvraag. De voorzitter sluit de vergadering om uur. Gezamenlijke Commissie ( Bestuur ) /9