- Greet en Eveline leuk vinden - Kunnen en durven spelen in de regen Zelf activiteiten aanpassen en durven in de regen blijven adhv een spel

Transcriptie

1 THEMA DOELPUBLIEK COMPETENTIES INHOUDEN DUUR MATERIAAL BRON AANMAAKDATUM AUTEUR SITE Stay in the rain Deelnemers Opkikker - Greet en Eveline leuk vinden - Kunnen en durven spelen in de regen Zelf activiteiten aanpassen en durven in de regen blijven adhv een spel 2u - Pennen - Papier - Paraplu s (Eveline + Greet + deelnemers) - Zeil (KLJ Nieuwrode/Greet) - Waterballonnen in 4 verschillende kleuren, 24 per kleur => kelder Limburg - 4 waterpistolen (Eveline) - Touw/KBC-lint - Bijlage 1, geknipt en geplastificeerd (Greet) - Bijlage 2, geknipt en geplastificeerd (Greet) - Bijlage 3, geknipt en geplastificeerd (Greet) - Bijlage 4, geknipt en geplastificeerd (Greet) - 4 grote flessen (2L) (Eveline) - 30 bekertjes => kelder Vlaams-Brabant - 5 kleine flessen (0,5L) (Greet) - Bijlage 5 op A3 - Bijlage 6 op A3 - Bijlage 7 op A3-14 pingpongballetjes => kelder Limburg - Trechter - Tuinslang (aangesloten op een kraan!) - Sproeikop in verschillende standen (Greet) - Prijs voor de winnaar (kapotte paraplu of ne lelijke poncho ofzo) (Greet/Eveline) De geniale heufden van Kauffmann en Kenis Greet Kauffmann, Eveline Kenis 1

2 TIMING VERLOOP MATERIAAL 00:00-00:15 1. Kennismaking en losmakertje We spelen enkele spelletjes die ook gespeeld kunnen worden in de regen als losmakertje. Kiezen uit: Paraplu-estafette De estafette gaat tussen twee afdakken/droge plekken. In het begin loop je met 2 over. 1 persoon loopt terug met de paraplu en neemt een nieuw iemand mee. Vervolgens loopt degene die het laatst onder de paraplu bijgekomen is terug met de paraplu en loopt terug. De groep die het eerst iedereen aan de overkant brengt, wint. 2 is te weinig, 3 is teveel Iedereen staat in een kring per twee. Ieder duo heeft een paraplu (of een opengeknipte vuilniszak), waarvan 1 iemand hem vastheeft. Er worden twee personen aangeduid die kat en muis zijn. Wanneer de muis veilig wil zijn, moet die onder een paraplu gaan staan. De persoon die de parpalu niet vastheeft, wordt kat. De kat wordt de nieuwe muis. Kat en muis met paraplu s of opengeknipte vuilniszakken Zelfde systeem als hierboven, maar zonder per twee in een kring te staan. Plastrekken Iedereen staat in een kring rond een plas en houdt handen vast. Je moet nu proberen om anderen in de plas te trekken zonder zelf in een plas te stappen. Tikkertje in de plas Tikkertje. Je mag niet getikt worden als je in een plas staat. Je mag niet met 2 in een plas staan. 3 rotte eieren in de regen Iedereen staat dicht bij de vrijwilliger. Die roept een naam en gooit een mouche bal omhoog. De anderen snelwandelen weg, ze mogen niet lopen. Wanneer die persoon de bal rechtstreeks vangt, roept die meteen een andere naam. Wanneer de persoon de bal niet rechtstreeks vangt, roept hij of zij STOP. De rest stopt met weglopen. De persoon met bal mag nu 5 stappen zetten en proberen iemand nat te maken door in een plas te springen. Wordt die persoon geraakt, krijgt hij een rot ei. Indien die persoon niet geraakt wordt, krijgt de plasspringer een rot ei. Hierna mag de plasspringer de bal omhoog gooien. Bij 3 rotte eieren krijg je een bijnaam. Verstekeling: De groep wordt opgedeeld in twee groepen. 1 persoon van de eerste groep moet proberen een veld over te steken, verborgen onder een paraplu. De andere groep moet proberen raden wie die persoon is. De groep van de oversteker staat achter de andere groep, zodat ze niet kunnen zien wie er weg is. Voetbal onder zeil Maak twee ploegen. Elke ploeg krijgt een groot stuk stevige zwarte landbouwplastiek. Ze maken er een gat in waar alleen hun hoofd door kan. Versterk de gaten eventueel met plakband. Iedereen neemt plaats onder het zeil en steekt zijn hoofd door het zeil. Eén ploeg krijgt de bal en probeert de bal te dribbelen onder het zeil en de anderen te verrassen met een doelpunt. Tip: Met doorzichtige plastiek zijn beginners niet zo snel gefrustreerd. Droog overlopen Dit is een estafettespel. De spelers van een ploeg staan onder een afdakje of ergens anders op een rij in het droge. Ze moeten zo vlug mogelijk naar de overkant geraken op de volgende manier : speler 1 heeft een paraplu en neemt speler 2 bij de hand. Samen lopen ze naar de overkant. Daar blijft speler 1 staan, terwijl speler 2 met de paraplu terugloopt om speler 3 te gaan halen. Speler 3 haalt dan speler 4 op, enz... tot de laatste twee overgelopen zijn. Tip: Je kan ook een fietscape gebruiken waar de spelers zich met n tweeën moeten inwringen. Verstekeling Er zijn twee ploegen. Ploeg A moet overlopen, maar wel zodanig dat de spelers niet 2

3 herkend worden door ploeg B. Iedere speler van ploeg A heeft daarvoor paraplu's en regenponcho's, daarachter probeert de speler zich zodanig klein te maken dat alleen nog zijn voeten zichtbaar zijn. Eén voor één proberen de spelers zo de overkant te bereiken. Ondertussen mag ploeg B (na gezamenlijk overleg) één naam roepen, telkens er iemand oversteekt. Als dat de naam is van de speler die probeert over te lopen. 10-bal met poncho Er zijn twee ploegen, ze spelen 10-bal maar met hun regenponcho aan. De bal mag niet met de handen aangeraakt worden maar moet van speler naar speler gegooid en opgevangen worden met behulp van de regenponcho. Tikkertje paraplu De groep speelt tikkertje. Iedereen heeft een paraplu. Wanneer een speler getikt wordt moet die zijn paraplu dicht doen. Hij regent dus nat. De speler kan alleen worden bevrijd doordat een andere speler zijn paraplu opnieuw komt openen. Estafette met poncho aan De deelnemers moeten om beurt een bepaald parcours afleggen (onder een tafel, over een stoel, door een hoelahoep, over een bezemsteel, slalommen,...) Ze dragen elk een poncho. Ze maken met hun armen en soort van kuiltje waar een bepaalde hoeveelheid water in wordt gekapt. Het water dat ze op het einde nog in hun poncho hebben zitten mogen ze in hun pluviometer kappen. 00:15-00:25 Spel: 00:25-01:55 2. Speluitleg Het spel wordt gespeeld in drie verschillende rondes. Elke ronde worden er andere groepen gevormd waardoor iedereen eigenlijk individueel speelt. De rondes bevatten elk drie fases: Fase 1: De queeste Er zijn vier verschillende kleuren waterballonnen die allemaal bij een team horen. Elk team verstopt de waterballonnen in hun kleur in hun kamp. Op het fluitsignaal mag iedereen vertrekken uit het eigen kamp en moeten ze in de andere kampen ballonnen gaan stelen. Als ze een ballon van een ander team in hun eigen kamp krijgen, mogen ze deze kapot maken, kapotte ballonnen kunnen niet meer gestolen worden door een ander team. In elk kamp ligt één waterpistool waarmee indringers tegengehouden kunnen worden: ben je geraakt door het pistool, dan moet je terug naar je eigen kamp voor je weer op pad mag. Als een team van elke kleur een ballon heeft verzameld, mogen ze verder naar fase 2. Fase 2: De schepping (samen met de queeste max 20 ) In de gevonden ballonnen zitten geplastificeerde kaartjes met eigenschappen van een activiteit die ze moeten maken. Er zijn vier verschillende eigenschappen waarmee ze rekening moeten houden bij de activiteit die ze moeten maken: o Activiteiten: 1a, 1b, 1c, 1d; 2a, 2b, 2c, 2d; 3a, 3b, 3c, 3d. 1, 2 en 3 staan de uitgewerktheid van de activiteit, terwijl de letters staan voor andere activiteiten. De lijst van activiteit en de uitgeschreven activiteiten staan in o bijlage 1 en 2. Aanpastijd: Hoe lang heb je nog voor de activiteit begint? Deze kaartjes vind je terug in bijlage 2. o Aantal leden: Zie bijlage 3. o Leeftijd leden: Zie bijlage 4. Met deze eigenschappen moeten ze een zo sterk mogelijke activiteit maken die ze kunnen doen bij gegeven weersomstandigheden op de gegeven locatie. Fase 3: De eilandraad (10 ) In deze fase krijgt elk groepje 100 om hun activiteit kort voor te stellen. Daarna krijgen de groepjes 20 om in hun groepje te overleggen en te beslissen hoeveel regenwater ze per groepje uitdelen. Hoe beter ze een activiteit vinden, hoe meer water ze ervoor geven. Na elke ronde moeten de flesjes water van de groepjes leeg zijn. Ook de jury krijgt water om uit te delen. Bij het geven van water dient er rekening gehouden te worden met de creativiteit en het gebruik van het regenweer. (activiteiten buiten krijgen altijd meer punten dan seuten die binnen spelen!) 16 waterballo nnen met geplastific eerde papiertjes uit bijlage 1 tem 4 per ronde KBC-lint Papier Pennen 4 waterpistol en 5 0,5Lflessen 15 bekertjes 4 grote flessen (2L) Trechter 3

4 Deze fases worden elke ronde opnieuw gespeeld. Een verdere ronde betekent extra moeilijkheid: Ronde 1: Het miezert en jullie afdeling heeft 4 lokalen, 1 grote zaal en douches beschikbaar. Ronde 2: Het is wisselvallig met kans op een bui. Jullie zijn op weekend met z n allen en beschikken over twee kleine lokalen, een afdak en twee slaapzalen met bedden. Ronde 3: Er zijn zware buien met kans op onweer. Jullie zijn allemaal op kamp en hebben naast de slaaptenten nog één grote eettent en een vrije seniortent. Als jullie het materiaalkot (lees: de camion) opgeruimd krijgen, is daar misschien ook nog wel wat plaats voor een kleine groep. Na de eilandraad van elke ronde krijgen de deelnemers seconden naargelang de hoeveelheid water die hun groep verdiend heeft. Deze tijd kunnen ze op het einde van het spel gebruiken om hun zwemmertje (lees pingpongballetje) te laten zwemmen. Na de eilandraad van ronde drie krijgt elke individuele deelnemer een bekertje met een pingpongballetje in. De VKB heeft een tuinslang vast en begint omhoog te sproeien. Alle deelnemers moeten proberen hun bekertje zo snel mogelijk vol te krijgen. De eerste waarvan het zwemmertje over de rand geraakt, is de winnaar van het spel en krijgt een mooie prijs. Bijlage 5, 6 en 7 op A3 14 bekers 14 pingpongb alletjes tuinslang (aan te sluiten op kraantje) prijs (kapotte paraplu ofzo) 01:55-02:00 3. Evaluatie Alle deelnemers mogen een slok water nemen. Hoe beter/leuker/interessanter ze de blok vonden, hoe verspreider ze hun water spuwen. (zie jpg) (kent ge de mop van de duizend druppels?) Hoe meer ze meenemen naar hun afdeling, hoe verder ze hun water spuwen. (zie Gorgel met het water wat je van de begeleiding vond. (let them go crazy!) Water De bekertjes van daarnet 4

5 Bijlage 1: kaartjes verschillende activiteiten Activiteit 1a Activiteit 1b Activiteit 1c Activiteit 1d Activiteit 2a Activiteit 2b Activiteit 2c Activiteit 2d Activiteit 3a Activiteit 3b Activiteit 3c Activiteit 3d Bijlage 2: kaartjes hoe lang je nog tijd hebt 1 uur 1 uur 3 uur 3 uur 1 voormiddag 1 voormiddag 24 uur 24 uur 48 uur 48 uur 1 week 1 week Bijlage 3: aantal deelnemers aan activiteit 5 leden 5 leden 10 leden 10 leden 15 leden 15 leden 20 leden 20 leden 25 leden 25 leden 30 leden 30 leden Bijlage 4: leeftijd van je leden

6 Bijlage 5: lokaal en weerbericht ronde 1 KADERVORMINGSBLOK : STAY IN THE RAIN 6

7 Bijlage 6: lokaal en weerbericht ronde 2 KADERVORMINGSBLOK : STAY IN THE RAIN 7

8 Bijlage 7: lokaal en weerbericht ronde 3 KADERVORMINGSBLOK : STAY IN THE RAIN 8