VERSLAG FYSIEKE OVERLEGTAFEL (FOT) 7 juli Betreft: Fysieke overlegtafel transformatie begeleiding 18+ BOV-Kempen Datum: 7 juli 2016

Transcriptie

1 VERSLAG FYSIEKE OVERLEGTAFEL (FOT) 7 juli 2016 Betreft: Fysieke overlegtafel transformatie begeleiding 18+ BOV-Kempen Datum: 7 juli 2016 Aanwezig: Maarten Rietveld (POP Bladel) Piet van Eekert (Carepower B.V. / zorgcoöperatie Brabant) Xander Koster (gemeente Bergeijk, voorzitter) Daisy Follon (vanaf 15:35 uur) (gemeente Bladel) Ilse Verkleij (ISD De Kempen) Janneke Franken (Bizob) Denise Hendriks (Bizob) Robert Slaghuis (Lunet zorg) Desirée van Bakel (Lunet zorg) Lisette van Druenen (Stichting Archipel) Inge Scherpenzeel (gemeente Best) Coen van Hoorn (gemeente Veldhoven, notulen) 1. Opening en vaststellen agenda Er zijn geen aanvullingen op de agenda. Xander Koster meldt dat Daisy Follon later zal aanschuiven en dat er veel afmeldingen zijn, waardoor er minder deelnemers zijn dan normaal gesproken. Opgemerkt wordt dat er niemand van Jan Arends aanwezig is. Er is geen afmelding ontvangen. Er wordt een kort voorstelrondje gedaan. Nieuw aan tafel is Desirée van Brakel van Lunet Zorg, Beleidsadviseur Strategie en Verkoop. Zij is de opvolgster van Sharon Buquet, die een nieuwe functie heeft binnen Lunet zorg als Manager Cliëntbureau. 2. Mededelingen Kennismakingsbijeenkomst 13 oktober 2016: Xander licht toe dat er op 13 oktober 2016 een kennismakingsbijeenkomst is gepland, om klantmanagers/consulenten van gemeenten en zorgaanbieders kennis met elkaar te laten maken. Alle betrokkenen hebben hierover reeds een ontvangen. De werkgroep die deze bijeenkomst organiseert zal via de DOT aanbieders bevragen om behoefte en wensen te inventariseren (wensen en behoeften kunnen naar wmobovkempen@bizob.nl gestuurd worden). Deze vraag wordt ook aan de klantmanagers/consulenten van BOV- en Kempengemeenten gesteld. De antwoorden zullen door de werkgroep bestudeerd worden en naar aanleiding daarvan wordt de vorm en inhoud van de bijeenkomst bepaald. Robert Slaghuis geeft aan dat Lunet zorg een folder heeft ontwikkeld waarin het aanbod vermeld is met daarbij o.a. voor welke doelgroep welk aanbod geschikt is en welke doelstellingen ermee behaald kunnen worden. Robert geeft aan dat geïnteresseerden deze folders via hem kunnen opvragen. Robert geeft verder aan dat in Eindhoven al gebruik gemaakt wordt van de website eindhoven.steunwijzer.nl. Hierop kunnen aanbieders per gemeente hun aanbod publiceren. Cliënten kunnen hier dan het gewenste aanbod vinden in hun gemeente. Janneke Franken en Denise Hendriks geven aan dat ze gaan kijken of dit ook voor de BOV- en Kempengemeenten meerwaarde kan hebben.

2 Bekendmaken nieuwe deelnemers FOT mogelijkheid inschrijven flexibele schil: Xander licht toe dat aanbieders zich de afgelopen periode opnieuw konden inschrijven voor deelname aan de FOT. De inschrijving van aanbieders is beoordeeld op basis van hun motivatie alsmede een representatieve vertegenwoordiging van de verschillende aanbieders. Bij de beoordeling is gekeken naar de volgende criteria: - A/B/C leverancier - Motivatie / innovatie - Doelgroep - Regio De volgende zes aanbieders zijn met ingang van september 2016 vaste deelnemer aan de FOT: 1. Zuidzorg 2. Buro Maks 3. Severinus 4. Impegno 5. Lunet zorg 6. HSPO. Alle aanbieders die zich in hebben geschreven zijn al per geïnformeerd of zij wel of niet deelnemen aan de FOT. Ook via de DOT zal dit nog gecommuniceerd worden. We gaan de FOT vanaf heden zoveel als mogelijk benutten voor onderwerpen die met transformatie / inhoudelijke doorontwikkeling van Wmo-begeleiding te maken hebben. Om inspiratie en kruisbestuiving een extra impuls te geven worden de bijeenkomsten opengesteld voor alle partijen die de basisovereenkomst zijn aangegaan, zij vormen de flexibele schil. Deze flexibele schil kan per overlegtafel verschillen. Aanbieders kunnen op basis van de onderwerpen die geagendeerd zijn en via de Bizob website bekend worden gemaakt besluiten om zich al dan niet aan te melden om deel te nemen. Details hierover zullen nog gecommuniceerd worden via de DOT. Het hoofdonderwerp van de volgende FOT is wel al bekend: Welzijn. GOW Welzijnswerk en SWBO zullen dan een presentatie geven. Lisette van Druenen vindt het jammer dat de ouderenzorg vanuit Best niet langer vertegenwoordigd is in de FOT. Zij wil graag de contactgegevens van diegene die de ouderenzorg in de FOT gaat vertegenwoordigen, zodat zij via deze persoon input kan blijven leveren. Toegezegd is dat dit op de DOT gepubliceerd wordt. Piet van Eekert vindt het jammer dat hij niet langer kan deelnemen. De omzet van zorgcoöperatie Brabant, die hij ook vertegenwoordigd, is namelijk groeiende. Vanuit de zorgcoöperatie Brabant vertegenwoordigt hij een grote groep aanbieders met hele diverse doelgroepen. Robert Slaghuis geeft aan dat het van belang is dat de agenda tijdig gedeeld wordt aan alle aanbieders, zodat de juiste mensen aan kunnen schuiven bij de FOT. Denise Hendriks geeft aan dat het bij de nieuwe werkwijze met de flexibele schil in ieder geval van belang is dat de agenda tijdig gedeeld wordt, zodat aanbieders de tijd hebben zich in te kunnen schrijven. 3. Vaststellen conceptverslag 19 mei 2016 Maarten Rietveld vraagt of al getoetst is of de overeenkomst van begeleiding 18+ voldoet aan het VN-verdrag (pagina 2 van het verslag). Janneke Franken geeft aan dat hier nog niet naar gekeken is. Zij zal dit meenemen bij de het uitwerken van de overeenkomst 2.0 waar momenteel aan gewerkt wordt. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.

3 4. Tarieven 2017 Denise Hendriks licht toe waarom wordt voorgesteld om de tarieven voor 2017 ongewijzigd te laten. Bij de start van de overeenkomst is het tarief bepaald op basis van het gemiddeld aantal uren/dagdelen dat per profiel werd ingezet. Afgelopen periode hebben we de beschikbare gegevens over 2015 geanalyseerd en geprobeerd om hiermee een tarief voor 2017 te berekenen. De conclusie hieruit is dat er geen aanleiding is om het tarief te wijzigen. De gegevens en de analyse geven namelijk geen harde onderbouwing om de tarieven omlaag of omhoog bij te stellen. Het tarief 2016 blijft dan ook ongewijzigd en is daarmee ook het tarief voor Om volgend jaar de tarieven voor 2018 beter te kunnen bepalen is het noodzakelijk dat aanbieders gegevens bijhouden en gaan aanleveren bij gemeenten over de uren/dagdelen die werkelijk ingezet worden per cliënt. Deze overzichten zullen door BIZOB tijdig worden opgevraagd bij alle aanbieders. Ook geeft de evaluatie die in het najaar wordt gehouden input voor de tarieven en de indeling van de cliëntprofielen vanaf NB: Denise Hendriks zal nog een nadere onderbouwing hiervoor in een korte memo beschrijven en deze via de DOT verspreiden. Piet van Eekert geeft aan dat hij met de GGZ-doelgroep, bij de overgang van AWBZ naar gemeenten, te maken heeft gehad met een forse tariefdaling. GGZbehandeling is door landelijke bezuinigingen flink afgenomen. Om toch resultaten te kunnen bereiken met deze cliënten doet Carepower nu vaker een beroep op Zorgverzekeringswet (ZVW) gefinancierde ondersteuning/behandeling (vooral inzet door FACT-teams). Piet stelt dat dit per saldo duurder is als je de bestedingen vanuit gemeenten en de ZVW bij elkaar neemt. Daarnaast merkt Piet op dat het per gemeente verschilt of er een HBO-kracht verplicht ingezet dient te worden. Carepower werkt enkel met HBO-krachten. Al met al is de middeling voor Carepower dus slecht uitgepakt volgens Piet. Coen van Hoorn vraagt Piet of hiermee zijn bedrijfsvoering in gevaar komt en of cliënten hier de dupe van worden. Piet geeft nogmaals aan dat hij met de cliënt, door de extra inzet van FACTteams, toch de gevraagde resultaten kan behalen. Hij merkt verder een toename van het aantal cliënten (door afbouw van behandeling in de GGZ), wat zijn omzet ten goede is gekomen. De bedrijfsvoering lijdt er dus niet onder, maar overall is de overheid dus wel duurder uit stelt hij. Daarnaast zijn er meer verwarde personen op straat, wat voortkomt uit de bezuinigingen op GGZ. Xander Koster geeft aan dat we deze input kunnen gebruiken bij de geplande evaluatie en we dit gesprek dan verder kunnen voeren. Robert Slaghuis geeft aan dat bij hen het tarief vooral wringt als cliënten zowel dagbesteding als individuele begeleiding nodig hebben. Bij deze cliënten komen zij niet uit met het budget. Janneke Franken geeft aan dat uit de leveranciersgesprekken is gebleken dat meerdere aanbieders hiermee te maken hebben en dat dit meegenomen wordt bij de geplande evaluatie. Lisette van Druenen ziet een duidelijke afname van het aantal afgegeven beschikkingen Wmo begeleiding. Dit heeft consequenties voor de bedrijfsvoering van Stichting Archipel. Zij verzoekt om dit ook mee te nemen bij de evaluatie. Robert Slaghuis vraagt of het tarief 2016 wel geïndexeerd wordt naar 2017 toe, aangezien de werkgeverslasten wel gestegen zijn. Denise Hendriks geeft aan dat dit niet het geval is. Zij geeft nogmaals aan dat de gemiddelde kosten van overgangscliënten in beeld zijn gebracht en dat op basis hiervan een stijging niet te motiveren is. Ilse Verkleij vult aan dat gemeenten per cliënt gemiddeld zelfs duurder uit zijn dan in Dit blijkt uit een vergelijking van dezelfde cliënten, waarbij de werkelijke kostprijs in 2015 is vergeleken o.b.v. het overgangsrecht met de kostprijs in 2016 o.b.v. een cliëntprofiel.

4 Maarten Rietveld vraagt of dit consequenties heeft voor de eigen bijdrage die cliënten betalen. De tarieven wijzigen niet per 2017 en er zijn geen plannen om de maximering van bijdrage voor begeleiding aan te passen. Dit heeft dus in principe geen invloed op de hoogte van de eigen bijdrage. Lisette van Druenen vraagt of het mogelijk is om de eigen bijdrage pas in te laten gaan wanneer de zorg ook daadwerkelijk is gestart. Inge Scherpenzeel geeft aan dat dit pas echt goed werkt als het iwmo-bericht start ondersteuning (iwmo306) operationeel is. Lisette van Druenen vraagt of het mogelijk is om de eigen bijdrage direct in mindering te brengen op het tarief van het cliëntprofiel, zodat de cliënt niets meer hoeft te betalen. Coen van Hoorn geeft aan dat dit niet mogelijk omdat gemeenten wettelijk verplicht zijn om de berekening en inning van de eigen bijdrage door het CAK te laten plaatsvinden. Piet van Eekert geeft aan dat het regelmatig voorkomt dat je er als zorgaanbieder rekening mee kan houden wanneer je een cliënt uit zorg meldt. Dit kan een verschil maken omdat het CAK de eigen bijdrage per 4 weken berekent en het cliëntprofiel een bedrag per maand is. Xander geeft aan dat we dit momenteel niet op kunnen lossen. Janneke Franken geeft aan dat het CAK ernaar streeft om per de eigen bijdrage ook per maand te gaan berekenen. Dan zou dit probleem opgelost kunnen zijn. 5. KPI s Janneke Franken licht toe dat de KPI s een instrument zijn om de uitvoering van de overeenkomst te monitoren. Een werkgroep heeft in samenspraak met diverse zorgaanbieders een eerste format opgesteld voor de KPI s, te weten het aantal klachten en het aantal zorgweigeringen. In het najaar komt de werkgroep weer bij elkaar en wordt bekeken of de KPI s uitgebreid kunnen worden. Maarten Rietveld geeft aan dat hij begrijpt dat de KPI s nu vereenvoudigd zijn, maar hij wijst erop dat in de overeenkomst (artikel 16) veel meer indicatoren en details beschreven staan die gemonitord moeten worden. Als voorbeeld geeft hij aan dat een grote klacht erger kan zijn dan veel kleine klachten. Wanneer dan bijvoorbeeld niet de ernst wordt beschreven zouden we bepaalde informatie kunnen missen. Robert Slaghuis wijst erop dat er ook informatie in jaarverslagen te vinden is. Xander Koster merkt hierbij op dat dit vaak ook niet gedetailleerd is. Inge geeft aan dat bij klachten de gemeente meestal het gesprek aangaat en dat dan de ernst zeker duidelijk wordt en de klacht serieus opgepakt wordt. Maarten Rietveld zegt dat je als cliëntvertegenwoordiger en gemeente gedetailleerdere informatie nodig hebt om hierop werkelijk te kunnen sturen en het gesprek aan te gaan. Janneke Franken geeft aan dat artikel 16 van de overeenkomst uitgebreider is dan de KPI s die tot nu toe zijn vastgelegd. Nu is er voor een praktische invulling gekozen. De verdieping volgt volgend jaar, waarbij dan ook scores aan de KPI s gehangen worden. Piet van Eekert merkt verder op dat er geen datum op het KPI-format staat, oftewel over welke periode hij dit in moet vullen. Janneke Franken zal deze aanvulling nog verwerken in het format. Maarten Rietveld geeft aan dat er in het format de term klachtencommissie is opgenomen. Er staat echter niet bij van wie die klachtencommissie is. Janneke geeft aan dat zij dit kan aanpassen in klachtencommissie van de aanbieder zodat dit voor iedereen duidelijk is. Robert Slaghuis vraagt hoe vaak deze KPI s uitgevraagd gaan worden. Janneke Franken geeft aan dat dit per KPI kan verschillen, maar dat de KPI s klachten en zorgweigering 2 keer per jaar zal worden uitgevraagd.

5 6. Wijzigingen deelovereenkomst Denise Hendriks licht toe dat de voorgestelde wijzigingen in de deelovereenkomst begeleiding 18+ en kortdurend verblijf 18+ zijn voorbesproken met een select aantal zorgaanbieders om te toetsen of de voorgenomen aanpassingen duidelijk zijn, of er haken en ogen aan zitten en of er misschien nog relevante aanvullingen zijn. Vanuit deze zorgaanbieders en de gemeenten hebben diverse functionarissen meegedacht. In twee bijeenkomsten is uitvoerig feedback gegeven en van gedachten gewisseld wat heeft geleid tot een aangescherpte uitwerking die u hierbij aangeboden krijgt. Xander Koster vult nog aan dat het de bedoeling is dat deze wijzigingen niet in een apart addendum worden vastgelegd, maar dat deze wijzingen verwerkt worden in de overeenkomst 2.0., zodat in het najaar 2016 slechts één tekenronde hoeft plaats te vinden. Denise Hendriks vraagt de groep vervolgens om opmerkingen, aanvullingen en advies op de voorgestelde wijzigingen op deze overeenkomsten. Maarten Rietveld vraagt in het algemeen aandacht voor het toepassen van de privacy rechten van cliënten bij de uitvoering. Het is van belang dat er bij het ondertekenen van bijvoorbeeld verslagen of evaluaties door de cliënt niet alleen gezegd wordt dat er wel of niet getekend kan worden, maar ook dat de cliënt eventuele opmerkingen of wijzigingen kan voorstellen. Robert Slaghuis geeft aan dat het bij artikel 5 lid 1 onder vi niet altijd logisch is dat de gemeente de opdracht van een cliënt opzegt als de cliënt ermee wil stoppen, aangezien veel cliënten dit eerst bij de aanbieder melden en niet bij de gemeente. De aanbieder verstuurt dan via iwmo een stop ondersteuning bericht naar de gemeente. Coen van Hoorn geeft aan dat het dan formeel de gemeente is die beschikking en opdracht van de cliënt stopzet en eventueel een nieuwe verstrekt aan een andere aanbieder. Deze overeenkomst regelt op dit punt de formele procedure. In de praktijk zal het inderdaad vaak zo lopen zoals Robert dit benoemd heeft. Denise Hendriks geeft aan dat deze zin in de toelichting op dit artikel nog verwijderd zal worden om verschil van interpretatie te voorkomen: indien de cliënt opzegt loopt dit te alle tijde via de gemeente (de gemeente is immers de opdrachtverstrekker. Bij artikel 6 wordt de vraag gesteld of de eigen bijdrage wordt stopgezet wanneer er tijdelijk geen zorg geleverd/gefactureerd wordt. Inge Scherpenzeel bevestigd dat dit het geval is. Coen van Hoorn vult nog aan dat het voor kan komen dat de eigen bijdrage van cliënt weinig tot niets verlaagd wordt, ondanks dat een maand geen eigen bijdrage opgevoerd wordt. Dit komt doordat de eigen bijdrage per 4 weken berekend wordt en het cliëntprofiel per maand. Hij geeft aan dat hier in de praktijk pragmatisch mee wordt omgegaan, doordat klantmanagers er dan bijvoorbeeld voor zorgen dat een cliënt minimaal een periode van 4 weken niets hoeft te betalen. Maarten Rietveld vraagt waarom het zolang duurt om de bewerkersovereenkomsten te maken. Xander Koster licht toe dat dit nieuw is voor gemeenten. Bij veel gemeenten is het nog niet ingebed hoe bijvoorbeeld het format van de bewerkersovereenkomst ingevuld moet worden en wat er uitgevraagd moet worden. Daarnaast geeft Coen van Hoorn aan dat het ook een flinke omvang betreft. Het gaat voor begeleiding alleen al om circa 100 bewerkersovereenkomsten per gemeente die gesloten moeten worden. Iedere gemeente en iedere zorgaanbieder heeft verschillende ICT-systemen, waardoor iedere overeenkomst afwijkt. Het is dus niet zo dat er één overeenkomst gemaakt kan worden die voor iedere gemeente en aanbieder exact hetzelfde is. Daarnaast is het ook een capaciteitsprobleem om dit werk in deze omvang op te pakken.

6 Ilse geeft bij het iwmo protocol voor de Kempen aan dat de product-code voor kortdurend verblijf inmiddels gewijzigd is van naar 04A04. Dit is nu uniform met Veldhoven en Best. Op de website van BIZOB is inmiddels de correcte code vermeld. Daisy Follon zal dit protocol samen met het verslag toesturen. Robert Slaghuis geeft aan dat Lunet Zorg per ook nog een vraag heeft gesteld over de facturatie in stuks bij de opslag individueel rolstoelvervoer. Xander Koster geeft aan dat dit te technisch is om dit aan deze tafel te bespreken. Coen van Hoorn geeft wel aan dat dit in ieder geval voor Veldhoven een theoretische vraag is, aangezien cliënten van Lunet zorg nog geen opslag individueel rolstoelvervoer hebben. Lisette van Druenen vraag tot slot of het evaluatieverslag zoals beschreven in het protocol monitoring maatwerkvoorziening begeleiding 18+ echt vormvrij is. Denise Hendriks bevestigt dat dit inderdaad zo is, zodat enkel voldaan hoeft te worden aan de inhoudseisen die in het protocol staan. 7. Rondvraag Maarten Rietveld merkt op dat wat is opgehaald is tijdens de brainstormsessie over de nieuwe samenstelling van de FOT en beschreven is in het verslag van de brainstormsessie toch tot nieuwe voorstellen kan leiden en deze dan toch ter besluitvorming ter tafel komen. Dit terwijl in het verslag van 19 mei 2016 is beschreven dat het verslag van de brainstormsessie niet formeel zal worden vastgesteld en verder geen status heeft. Daisy Follon wijst erop dat het nog steeds is zoals het in het verslag van 19 mei 2016 beschreven is, maar dat het natuurlijk wel zo kan zijn dat de input van een eerdere brainstormsessie kan leiden tot nieuwe voorstellen in een later stadium. Daisy geeft aan dat het dan helder is om bij een voorstel te vermelden dat hierover eerder een brainstormsessie heeft plaatsgevonden, anders lijkt het net of een dergelijk voorstel uit de lucht is komen vallen. Maarten Rietveld merkt verder op dat beschreven is dat bij de FOT onderwerpen afgetikt worden. Aftikken impliceert dat het al besloten is voor het overleg, maar het alleen nog even afgetikt hoeft te worden. Coen van Hoorn geeft aan dat bijvoorbeeld bespreken van de uitkomsten dan wellicht beter op zijn plaats is dan aftikken. Piet van Eekert bedankt alle deelnemers van de FOT voor de samenwerking en merkt tot slot nogmaals op dat hij het jammer vindt dat Carepower/zorgcoöperatie Brabant niet gekozen is om deel te nemen aan de FOT. Daisy Follon herhaalt hierbij nogmaals dat de huidige zorgaanbieders die geen vaste deelnemer meer zijn van de FOT vanaf september 2016, zich alsnog in kunnen schrijven via de flexibele schil.