Vrouw en recht. Marjet Gunning* Op weg naar een wetenschappelijke benadering"

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vrouw en recht. Marjet Gunning* Op weg naar een wetenschappelijke benadering""

Transcriptie

1 Marjet Gunning* Vrouw en recht Op weg naar een wetenschappelijke benadering" Vrouwenstudies zijn aan de rechtenfaculteiten nog nauwelijks ontwikkeld. De eerste medewerksters vrouwenstudies zijn pas een paar jaar aan het werk en vormen een klein aantal. In de congresbundel voor de Zomeruniversiteit Vrouwenstudies in 1981 staat 'recht' niet als thema vermeld. Gelukkig staan in de congresbundel Winteruniversiteit Vrouwenstudies 1983 enkele juridische bijdragen. Er zijn echter met betrekking tot het onderwerp 'vrouw en recht' nog nauwelijks artikelen gepubliceerd op wetenschapstheoretisch en rechtstheoretisch gebied. 1 Dankzij de wet van de remmende voorsprong kunnen we voor het ontwikkelen van vrouwenstudies rechten gebruik maken van rechtstheoretische discussies, en debatten over vrouwenstudies op andere dan juridische faculteiten. Problemen waarmee vrouwenstudies kampen, zoals de verhouding politiek en wetenschap, en de verhouding kennis en ervaring, spelen ook op rechtstheoretisch niveau. Vrouwenstudies hebben zich tot nu toe echter niet beziggehouden met de specifieke rol van recht met betrekking tot vrouwen, terwijl de rechtstheorie geen oogje had op vrouwen. Een confrontatie lijkt dus zinvol. Dit artikel is dan ook bedoeld om aan te geven welke theoretische problemen onder ogen moeten worden gezien voordat men kan overgaan tot onderzoek op het gebied van vrouwenstudies rechten. Niet alles waar 'vrouw en recht' op staat verdient het predikaat 'vrouwenstudies rechten'. Het artikel is als volgt opgebouwd. In par. 1 komen die rechtstheoretische discussies aan de orde, die van belang lijken voor de in par. 2 behandelde vrouwenstudiesdiscussies. In par. 3 worden beide benaderingen met elkaar geconfronteerd. Het artikel eindigt waar onderzoek veelal mee begint, namelijk het formuleren van een onderzoeksvraag, en wel op het gebied van vrouw en recht. 1 Rechtstheoretische discussies enkele rechtstheoretische uitspraken hoop ik een antwoord te kunnen geven op de vraag waarom de gangbare Inleiding rechtswetenschappelijke benaderingen vrouwen als spe- Voordat bepaalde rechtsverschijnselen kunnen worden cifiek zelfstandig onderzoeksobject uitsluiten, onderzocht (dit gebeurt op het niveau van de rechtswetenschap) zal een reflectie moeten plaatsvinden omtrent de De verhouding wetenschap-politiek en de verhouding wijze van wetenschapsbeoefening. Deze reflectie vindt kennis- ervaring plaats op het niveau van de rechtstheorie. De rechtstheo- De traditionele rechtswetenschap berust veelal op een rie bestudeert (onder andere) object en methode van ver- positivistische wetenschapsopvatting. Hieronder versta ik schillende benaderingen binnen de rechtswetenschap, de wetenschapsopvatting die zich uitsluitend beroept op Rechtstheoretisch onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat waarneembare verschijnselen. 2 Hieraan ligt een empirisbepaalde begrippen en theorieën onderzoeksobjecten uit- tische kennistheorie ten grondslag die leert dat kennis sluiten. Zo heeft de marxistische rechtstheorie opgemerkt slechts op ervaring kan berusten en niet op metafysisch dat de arbeidersklasse in de traditionele rechtsweten- of theologisch denken. De positieve wetenschap was een schap uit het beeld verdwijnt. reactie op de eraan voorafgaande metafysica. Kritici van Vrouwenstudies rechten moeten daarom niet blijven ste- het empirisme, en dat zijn niet alleen marxisten, maar ken in onderzoek op het niveau van de rechtswetenschap, bijvoorbeeld ook Popper 3, wijzen op de onmogelijkheid door bijvoorbeeld analyses van wetgeving op het gebied 'de' werkelijkheid te kennen. Steeds zal een beschrijving van de gelijke behandeling. Daarnaast is reflectie op voor- van het werkelijke zich moeten beperken tot een deelasonderstellingen achter gangbare wetenschapsopvattin- peet. Bovendien kan een beschrijving niet meer geven gen en de ontwikkeling van nieuwe begrippen die vrouwen insluiten noodzakelijk. Hieraan gaat een vraag vooraf, namelijk waaróm vrouwen vaak Uit het beeld Van de rechtswetenschap verdwijnen, Of Slechts verschijnen in * Marjet Gunning is wetenschappelijk medewerkster En- cyclopedie aan de Universiteit van Amsterdam. lk dank Alma van PPn een aan vrouwen toebeaaente tnpheriarhtp rnl rol. ueze DP7P vraag vraan hrennt Drengt ons " ' Eke Poortin 9a. Yvonne Quispel, Gerrit van Maanen en The0 de Roos voor hun bijdra. op de methode van rechtswetenschap. Aan de hand van 1(1984/5)1 7 gen,

2 dan een beeld van dat deelaspect. Dat beeld varieert al naar gelang de wijsgerige en politieke opvattingen van de onderzoek(st)er. In deze opvatting is er een onderscheid tussen 'het werkelijke' en 'het denken'. Het proces waarin wetenschappelijke kennis wordt verkregen begint steeds vanuit bepaalde ideeën 4 overóe werkelijkheid die door allerlei invloeden worden gevormd, omdat feiten niet voor zich kunnen spreken. 5 Vandaar het pleidooi van antipositivisten voor het bewust expliciteren van de gekozen theorie. 6 Een marxistische rechtstheorie is uitgewerkt door Poulantzas. 7 Volgens hem is er pas sprake van een wetenschappelijke benadering als de theorie is opgebouwd uit begrippen die zijn ontstaan als produkt van het denken. Met deze begrippen kan vervolgens een object van onderzoek theoretisch worden geconstrueerd en na empirisch onderzoek door toetsing aan de theorie kennis over het concrete worden verkregen. De marxistische theorie hanteert de begrippen produktiekrachten, produktieverhoudingen, meerwaarde etcetera. Deze begrippen zijn wel ontstaan naar aanleiding van waarnemingen, onder meer met betrekking tot de positie van arbeiders, maar zijn zelf abstracties ten opzichte van het werkelijke. 8 Als theoretische begrippen staan zij tegenover de begrippen in een positivistische wetenschapsopvatting die worden opgevat als schematiseringen van de concrete werkelijkheid. Deze laatstgenoemde opvatting heeft als consequentie dat geen expliciete uitspraken worden gedaan over politieke kwesties. In Poulantzas' rechtstheorie is echter sprake van een relatief autonome verhouding tussen politiek en wetenschap. De wetenschap wordt als een bijzonder niveau van de maatschappelijke structuur opgevat (waar positivisten de wetenschap zien als geschematiseerde werkelijkheid), maar het denken over de werkelijkheid wordt door politieke opvattingen beïnvloed. Dit geldt ook voor de positivistische wetenschapsopvatting, want bij nadere beschouwing zijn bepaalde impliciete politieke veronderstellingen (bijvoorbeeld dat alle mensen vrij en gelijk zijn) debet aan het verdwijnen van arbeiders als klasse van het onderzoeksveld. Vrouwenstudies rechten kunnen van deze kritiek op positivistische wetenschapsopvattingen gebruik maken. Met betrekking tot vrouwen wordt bijvoorbeeld uitgegaan van ongereflecteerde vooronderstellingen als: 'het is de natuur van de vrouw dat...', die niet worden geëxpliciteerd en bovendien niet tot feiten te herleiden zijn. Wanneer vervolgens een beroep wordt gedaan op de ervaring dat vrouwen minder ambitieus zijn is daarmee geenszins de noodzaak aangetoond. Kennis die op dergelijke vooronderstellingen is gebaseerd moet grote leemten en onjuistheden vertonen met betrekking tot de werkelijke positie van vrouwen. Er is niets in te brengen tegen de pretentie objectief over feiten te kunnen schrijven, alleen blijkt het moeilijk te zijn afstand te doen van je culturele en politieke bagage. Vrouwenstudies rechten hebben weinig aan kennis gebaseerd op een positivistische wetenschapsopvatting die zich slechts beroept op ervaring. Het bezwaar van deze benadering is, dat hetgeen niet 'waarneembaar' is het 'verzwegene' wetenschappelijk geen rol kan spelen, terwijl datgene dat wordt waargenomen niet wordt verklaard bij gebrek aan theorie. Wat bestaat is al gauw 'natuurlijk'. Het gevaar van subjectcentrisme Het afwijzen van een positivistische wetenschapsopvatting hoeft geen garantie te zijn voor een goede theorie. In sommige vrouwenstudies wordt de positie van vrouwen niet zelfstandig onderzocht, maar afgeleid uit één de hele maatschappij determinerende factor, bijvoorbeeld de arbeidsdeling naar sexe. Problemen van vrouwen die niets te maken hebben met arbeidsdeling, verdwijnen uit het gezicht. Voor het aangeven van de bezwaren tegen dergelijke theorieën maak ik gebruik van Poulantzas' kritiek op twee deformaties van de marxistische rechtstheorie. 9 De negatieve kwalificatie 'deformatie' hebben zij te danken aan het feit dat hun object van onderzoek niet theoretisch werd geconstrueerd, maar direkt afgeleid uit empirisch waarneembare verschijnselen. Van economisme is sprake als de juridische bovenbouw wordt gezien als een weerspiegeling van de economische basis. 10 In de voluntaristische deformatie wordt recht, door de staat uitgevaardigd als een geheel van normen, herleid tot de wil van de heersende klasse waarvan de staat slechts de belichaming is. Beide zijn in de ogen van Poulantzas voorbeelden van een subjectcentrische benadering die ik ook meen te herkennen bij bepaalde vrouwenstudies. Een centraal subject brengt het recht voort; in de 'economistische' richting is dat de economie, in de 'voluntaristische' de wil van de heersende klasse. Tot een zelfstandige bestudering van recht kan men in dergelijke benaderingen niet komen, omdat recht niet als (relatief) autonoom object verschijnt, maar wordt afgeleid uit de ontstaansgeschiedenis van een subject dat het recht historisch tot stand brengt. 11 De eigen structuur en autonomie van recht moeten daarentegen niet als object van onderzoek worden uitgesloten. 12 Alleen een theoretisch geconstrueerd begrip van een specifiek onderzoeksobject schept de mogelijkheid van een bijzondere wetenschap, in dit geval de rechtswetenschap. Vanuit een theoretisch begrip van de kapitalistische produktiewijze, als een systeem van specifieke verbindingen tussen verschillende instanties of niveaus (bijvoorbeeld de economie, de politiek en het recht) is de eigen specificiteit van recht afhankelijk van de plaats en funktie binnen deze produktiewijze. Door de maatschappelijke arbeidsdeling en de produktieverhoudingen krijgt recht een plaats toegewezen waarvan het bijzondere karakter tot uitdrukking komt in het door Poulantzas voorgestelde theoretische begrip het moderne recht: een systeem van strikt gereglementeerde, formele, abstracte en algemene normen. Recht sanctioneert de individualisering in het arbeidsproces door alle actoren rechtssubjectiviteit te verlenen waarmee het abstraheert van klasseverschillen. Dat abstraheren wordt het verhullen van de NEMESIS

3 werkelijke verschillen tussen individuen waar de wet stelt dat iedereen vrij en gelijk is. Tegelijkertijd zien we dat recht in de beschermende bepalingen van het ontslagrecht verschillen tot stand brengt in een poging consensus te bereiken tussen werkgevers en werknemers. Veel van deze contradicties in het staatsoptreden raken ook vrouwen en kunnen worden verklaard uit bovengenoemd bijzonder karaktervan het recht. In zoverre kunnen we gebruik maken van Poulantzas' begrip het moderne recht. Verderop zullen we zien dat dit begrip aanvulling behoeft in verband met het specifieke karakter van recht met betrekking tot vrouwen. Conclusie Op grond van de kritiek op het positivisme en op subjectcentrische benaderingen kunnen de volgende eisen worden gesteld aan vrouwenstudies rechten: een wetenschappelijke bestudering van 'vrouw en recht' veronderstelt dat recht wordt gezien als een bijzonder niveau van de totale maatschappelijke structuur en als een relatief autonoom verschijnsel dat wetenschappelijk bestudeerd kan worden. Het gevaar blijft dan echter bestaan dat vrouwen niet als specifiek onderzoeksobject verschijnen. Zo wordt in Poulantzas' concept de positie van mannen en vrouwen uiteindelijk verklaard uit de tegenstelling kapitaal-arbeid. Zijn theoretische begrip het moderne recht schiet tekort voor onderzoek naar de verhouding vrouw en recht, omdat het is ontwikkeld vanuit een analyse van de economische verhoudingen met slechts oog voor de tegenstelling kapitaal-arbeid. Deze tegenstelling is wel medebepalend, maar niet specifiek voor de tegenstelling man- vrouw. Ook het door Van Maarseveen voorgestelde begrip patriarchie is naar mijn mening geen alternatief. De positie van vrouwen wordt in dit concept subjectcentrisch afgeleid uit het bestaan van een mannenregering. 13 De tweede eis die daarom aan vrouwenstudies rechten moet worden gesteld is: het ontwikkelen van onderzoeksobjecten vanuit een feministische visie op de maatschappelijke werkelijkheid en met behulp van specifieke theoretische begrippen. 2 Theoretische discussies binnen vrouwenstudies Inleiding De in par. 1 behandelde theoretische problemen zijn slechts ten dele specifiek voor de rechtswetenschap. Ook binnen vrouwenstudies heeft een uitgebreide discussie plaatsgevonden over wetenschapsopvattingen en methoden van onderzoek. 14 Veel van deze discussies gaan in op de verhouding marxisme-feminisme. Dit is geen toeval, want veel van de nu spraakmakende feministen op universiteiten zijn in het verleden in de studentenbeweging marxistisch geschoold. Het marxisme bood een kader voor kritiek op de gangbare wetenschapsopvattingen. Sommige feministen verwerpen echter de marxistische uitgangspunten, anderen komen tot een bewerking ten behoeve van vrouwenstudies. 15 De weerslag van deze theoretische debatten is goed te merken in publicaties vanuit verschillende disciplines, behalve op juridisch vakgebied. 16 Vrouwenstudies hebben tot nu toe geen alternatieve theorieën ten aanzien van recht en rechtspolitiek opgeleverd. 17 De vraag of we een feministische rechtswetenschap moeten ontwikkelen brengt ons op de in par. 1 besproken verhouding tussen wetenschap en politiek en die tussen kennis en ervaring en op de gevolgen van een subjectcentrische benadering. Vrouwenstudies: wetenschap-politiek, kennis-ervaring De kritiek van vrouwenstudies op de gangbare positivistische wetenschapsopvattingen is gericht tegen de gepretendeerde scheiding tussen politiek en wetenschap (vgl. par. 2). De verhouding tussen politiek en wetenschap wordt binnen vrouwenstudies aan de orde gesteld als de verhouding tussen de vrouwenbeweging(en) en vrouwenstudies. Twee stromingen treden op de voorgrond, namelijk de opvatting dat politiek dominant is ten opzichte van de wetenschap en daarnaast de opvatting dat er sprake is van een relatief autonome verhouding van wetenschap ten opzichte van politiek. Een pleidooi voor de eerste opvatting is gehouden door Mies. 18 Zij ziet de wetenschap als onderdeel van de politieke beweging. Vrouwen delen met elkaar de ervaring van onderdrukking en zijn op die grond politiek solidair met andere vrouwen. Ook wetenschapsters zouden solidair met andere vrouwen moeten zijn en onderzoek in dienst moeten stellen van de vrouwenbeweging. De resultaten van wetenschappelijk onderzoek worden daarmee afhankelijk gemaakt van de gekozen politieke strategie. Elk onderscheid tussen politiek en wetenschap verdwijnt. Wetenschap is slechts een middel in de politieke strijd. De uitgangspunten van de wetenschap worden bepaald door de politieke analyse van de maatschappelijke verhoudingen. In de ijver positivistische wetenschapsopvattingen te vuur en te zwaard te bestrijden, worden vrouwenstudies gebombardeerd tot politieke strategieën. Met de reductie van wetenschap tot politiek wordt ontkend dat wetenschappelijk onderzoek een geheel eigen bijdrage kan leveren aan de vrouwenbeweging. Op politiek niveau kunnen veranderingsmogelijkheden worden aangegeven. Op wetenschappelijk niveau is het noodzakelijk te analyseren öf en zo ja, welke onderdrukkingsmechanismen er zijn, hoe ze functioneren, of daarin contradicties schuilen etcetera. Juist van contradicties in bijvoorbeeld het optreden van de staat kunnen vrouwen wellicht profiteren. 19 Deze contradicties komen niet boven water als vrouwenstudies zouden uitgaan van de veronderstelling dat de staat is te kwalificeren als de Grote Onderdrukker van vrouwen. Dit monolitische uitgangspunt kan wel van waarde zijn als het erom gaat politieke eisen kracht bij te zetten. De opvatting dat politiek en wetenschap niet te scheiden 1(1984/5)1

4 niveaus zijn, gaat in dit geval samen met de opvatting dat kennis geen produkt is van het denken, maar berust op ervaring. Hierin herkennen we weer een empiristische kennistheorie, met de in par. 1 vermelde bezwaren. De taak van de wetenschap wordt op grond van deze kennistheorie beperkt tot het beschrijven van ervaringen van vrouwen in termen ontleend aan die ervaringen. In het beschrijven en verklaren van genoemde contradicties in het staatsoptreden schieten deze vrouwenstudies noodgedwongen tekort. Het begrippenapparaat is slechts een schematisering van de door de vrouwen ervaren werkelijkheid. Wetenschapsters rest nog slechts een (onbetaald) baantje als notulistes in dienst van vrouwenpraatgroepen. Het in par. 1 aangegeven alternatief, namelijk het aannemen van een relatief autonome verhouding tussen wetenschap en politiek, is ook binnen vrouwenstudies voorgesteld. 20 In die opvatting wordt erkend dat elke onderzoekster werkt vanuit een bepaald standpunt over de werkelijkheid; in het kader van vrouwenstudies vanuit een feministisch standpunt. Van een onmiddellijke onderschikking van wetenschap aan politiek hoeft geen sprake te zijn. Denken over de werkelijkheid in de wetenschap is een andere activiteit dan het uitstippelen van een politieke strategie. Een theorie is een produkt van het denken en opgebouwd met behulp van theoretische begrippen. De vrouwenbeweging is wel inspiratiebron voor het denken over de positie van vrouwen, maar daarmee vallen wetenschap en politiek nog niet samen, net zo min als kennis en ervaring. Wil kennis niet beperkt blijven tot de ervaring van vrouwen, dan moeten theoretische begrippen worden ontwikkeld die in staat zijn de positie van vrouwen te beschrijven en wellicht te verklaren. Vrouwenstudies kunnen in die visie geen schematisering van de werkelijkheid zijn zoals vrouwen die ervaren, maar moeten onderzoek doen naar de maatschappelijke verhoudingen in het bijzonder met betrekking tot de positie van vrouwen, met behulp van een theorie en begrippen die zijn ontstaan als produkt van het denken. Het doel van vrouwenstudies kan niet zijn te blijven steken in de constatering dat vrouwen zich onderdrukt voelen. Terug naar de term feministische rechtswetenschap. Ook deze term wijst op een dominantie van de politiek over wetenschap. Feministische standpunten kunnen op politiek niveau worden ingenomen. Zij beïnvloeden de keuze van onderzoeksobjecten, begrippen en methoden van onderzoek, maar zouden niet moeten leiden tot een onderschikking van de wetenschap aan politiek. Vrouwenstudies: subjectcentrisme De kritiek van feministen op het marxisme richtte zich met name op de grote betekenis die de economische verhoudingen kregen toebedeeld. Inmiddels wordt wel algemeen ingezien dat de positie van vrouwen door deze theorieën onvoldoende verklaard bleef. 21 De onderdrukking van vrouwen wordt in sommige marxistische theorieën afgeleid uit één de hele maatschappij determinerende factor, namelijk de economische verhoudingen. Dit gebeurt niet in Poulantzas' marxistische theorie, op grond van zijn bezwaren tegen dergelijke subjectcentrische benaderingen die ik in par. 1 weergaf. Ook voor vrouwenstudies geldt als bezwaar dat de positie van vrouwen niet als specifiek object van onderzoek verschijnt en een wetenschappelijke bestudering van die positie dus onmogelijk is. Overigens hebben deze theorieën lange tijd op politiek niveau gelegitimeerd dat vrouwen zich niet afzonderlijk mochten organiseren in vakbonden en politieke partijen. Een voorbeeld van een subjectcentrische benadering binnen vrouwenstudies is de analyse van Firestone. 22 De oorzaak van de onderdrukking van vrouwen wordt door haar gezocht in de biologische verschillen tussen mannen en vrouwen. De positie van vrouwen is door de natuur opgelegd en en ligt dus vast. Dit concept schiet volstrekt tekort in het verklaren van vrouwenonderdrukking en is niet veel meer dan propaganda voor de door Firestone bepleite baarstaking. Ook zij miskent de relatieve autonomie van wetenschap. Haar theorie verklaart weinig; haar (negatieve) strategie kan geen bijdrage aan theorieontwikkeling worden genoemd. 3 Een confrontatie en een onderzoeksvraag Op grond van het bovenstaande kunnen we de conclusie trekken dat vrouwenstudies rechten geïnspireerd door een feministische maatschappij-visie nieuwe theoretische begrippen moeten ontwikkelen op grond van de relatieve autonomie van wetenschap ten opzichte van politiek. De vraag rijst vervolgens of het marxistische begrip het moderne recht (zie par. 1) bruikbaar is voor vrouwenstudies. Dit begrip heeft als grondslag de kapitalistische produktiewijze die zou worden gekenmerkt door een specifieke vorm van arbeidsdeling en produktieverhoudingen waarbij de producenten van de produktiemiddelen worden gescheiden. We kunnen nu opmerken dat het recht niet alleen tegemoet komt aan de eisen die de produktieverhoudingen stelt, maar dat het tevens de neerslag is van de specifieke onderdrukking van vrouwen die niet slechts op economisch niveau plaatsvindt. Poulantzas had geen oog voor deze specifieke plaats van vrouwen in het recht en de door hem genoemde grondslag van het begrip het moderne recht moet daarom worden aangevuld vanuit een feministische optiek. In feministische literatuur wordt de positie van vrouwen verklaard uit de arbeidsdeling naar sexe en de organisatie van sexualiteit in termen van mannelijkheid en vrouwelijkheid. 23 Hiermee kunnen we de grondslag van het begrip het moderne recht aanvullen. Vervolgens zal ten behoeve van een theorie over vrouwen en recht het begrip het moderne recht met nieuwe theoretische begrippen vanuit een feministische visie moeten worden aangevuld. Op grond van die visie kunnen we van de voorwetenschappelijke hypothese uitgaan dat vrouwen in deze maatschappij worden onderdrukt. Doel van onderzoek op het gebied van vrouw en recht zou moeten zijn het beschrijven en verklaren van de vele rollen 10 NEMESIS

5 die het recht speelt en waarmee het vrouwen al dan niet onderdrukt. Met het ontwikkelen van begrippen ten behoeve van dit onderzoek wil ik een voorzichtig begin maken. Ik zou de rollen die het recht ten aanzien van vrouwen vervult met de volgende begrippen willen aanduiden: 24 het recht kan: spreken over vrouwen, zwijgen over vrouwen, zich neutraal tegenover vrouwen opstellen, of vrouwen beschermen. In hoeverre deze begrippen voldoen voor een verdere theorieontwikkeling moet nog maar blijken. In het kader van dit artikel volsta ik met het geven van een paar voorbeelden met behulp van deze begrippen. Terzijde merk ik op dat het bij een aantal varianten van belang kan zijn of het recht de aangegeven rol impliciet of expliciet speelt, omdat wetgeving soms lijdt aan niet beoogde effecten of juist wel beoogde effecten niet bereikt. Voorbeelden waaruit blijkt dat het recht sprekend over vrouwen, expliciet onderdrukt, staan bij tientallen in het rapport Anders Geregeld dat nog weinig aan actualiteit heeft ingeboet. 25 Waar art. 1 van de Grondwet spreekt over vrouwen, worden vrouwen impliciet onderdrukt omdat de norm 'gelijkheid' vooralsnog met mannelijke criteria wordt ingevuld. Het recht zwijgt maar onderdrukt vrouwen impliciet door verkrachting binnen het huwelijk niet strafbaar te stellen. Met het toekennen van WWV aan vrouwen lijkt het recht neutraal op te treden, maar het onderdrukt vrouwen als het een toeslag geeft aan kostwinners. Op dit moment is in discussie of de vrouwen zogenaamd beschermende bepalingen waarin nachtarbeid voor vrouwen is verboden, vrouwen onderdrukken omdat ze vrouwen verhinderen aan het werk te gaan. Over de gegeven voorbeelden is een verschillend oordeel mogelijk. Wat onder onderdrukking moet worden verstaan, moet steeds vanuit een bepaald feministisch standpunt worden ingevuld. Tenslotte wil ik proberen een onderzoeksvraag te formuleren rekening houdend met de in de voorgaande paragrafen genoemde valkuilen. Een onderzoeksvraag zou kunnen luiden: 'Hoe kunnen we verklaren dat het juridische begrip 'gelijkheid' niet zonder meer strekt tot het opheffen van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen?'. Bij dit onderzoek kunnen we ons niet ongereflecteerd beroepen op verschijnselen die we waarnemen. 26 Recht is een relatief autonoom niveau en met behulp van het theoretisch begrip van recht zal per gebied waarop het probleem van de ongelijkheid speelt, de plaats en functie van recht ten opzichte van de andere niveaus van de maatschappij moeten worden bepaald. Recht is niet dé grote onderdrukker; ook andere niveaus kunnen de positie van vrouwen (mede) bepalen. Onderzocht zal moeten worden welke rol recht met behulp van het begrip gelijkheid vervult. Het zou wel eens kunnen zijn dat we na onderzoek tot de conclusie komen dat de eigen structuur van recht verhindert dat de positie van vrouwen verbetert ten gevolge van wetgeving op het gebied van gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Heeft het juridische begrip gelijkheid wel een autonome betekenis of wordt de inhoud bepaald door andere niveaus van de maatschappij? Werkt een eventueel autonome betekenis wel ten gunste van vrouwen? Bovengenoemde onderzoeksvraag beperkt het kader van de te vinden oplossingen echter te veel door een aantal politieke vooronderstellingen die op wetenschappelijk niveau juist ter discussie moeten staan, namelijk: a dat recht (althans het begrip 'gelijkheid') een bijdrage behoort te leveren aan het opheffen van de maatschappelijke situatie dat mannen en vrouwen ongelijk behandeld worden; b dat recht een instrument zou kunnen zijn tot verandering van de maatschappelijke verhoudingen; c dat mannen en vrouwen maatschappelijk ongelijk zijn, d en dat juist of rechtvaardig is mannen en vrouwen gelijk te behandelen, niet alleen op formeel juridisch maar ook op feitelijk niveau. Alleen punt c. kunnen we als hypothese gebruiken, de andere punten niet. Om te voorkomen dat die punten 'verdwijnen' als object van onderzoek zouden we onze onderzoeksvraag als volgt moeten (her)formuleren: 'Onder welke voorwaarden strekt juridische gelijkheid tot het beëindigen of verminderen van de onderdrukking van vrouwen?'. Met behulp van het begrip het moderne recht als formele, abstrakte en algemene normen kunnen we vervolgens een deel van de aard van en de vooronderstellingen achter het juridische gelijkheidsbeginsel onderzoeken. Het formele karakter schuilt in het feit dat wetten met betrekking tot gelijke behandeling van mannen en vrouwen, het ongelijk behandelen van abstracte rechtssubjecten verbiedt. Materieel resteert (sic) het kleine verschil, met als consequentie dat juridische gelijkheid onderdrukkende gevolgen kan hebben. Door zijn benadering van individuen als abstracte rechtssubjecten heeft het recht een individualiserende werking. Alles wordt vertaald in individuele aanspraken, groepsbelangen worden weggedrukt en dat mensen in relaties tot elkaar staan wordt niet van belang geacht voor het bepalen van hun rechtspositie. Vanuit een feministisch concept kunnen we hieraan toevoegen dat het recht mensen op grond van een bepaalde maatstaf, bijvoorbeeld mens-zijn, gelijk behandeld. Dankzij deze maatstaf lijkt gelijkheid eenduidig te zijn. Maar vrouwen zijn niet identiek aan elkaar en het kleine verschil tussen mannen en vrouwen zal altijd blijven bestaan. De uitwerking van het gelijkheidsbeginsel op deze relaties en de positie van vrouwen kan onderdrukkend zijn. Een 1(1984/5)1 11

6 geïndividualiseerde gelijke behandeling van man en vrouw in het familierecht zwijgt bijvoorbeeld over het feit dat vrouwen in een gezinsstructuur desalniettemin de kans niet zullen krijgen zich te ontplooien overeenkomstig hun wensen en mogelijkheden. Recht houdt zo impliciet een voor vrouwen specifiek onderdrukkende maatschappelijke situatie mede in stand. Ook het nieuwe systeem van de sociale verzekeringen gaat neutraal'uit van gelijke behandeling, maar houdt daarmee de economie gebaseerd op een gezinshuishouding in stand. De hoogte van de lonen veronderstelt immers een kostwinner met daarnaast een huishoudster. De derde EEG-richtlijn eist een gelijke behandeling van mannen en vrouwen in de sociale zekerheidswetgeving. De interpretatie door de nederlandse overheid dat ter uitvoering van deze richtlijn de gezinsvorm kan worden gehandhaafd/geïntroduceerd is het gevolg van een sexeneutrale analyse van het probleem van de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen, die vrouwen echter impliciet onderdrukt. Het Gezin blijft uitgangspunt en is maatstaf voor gelijke behandeling. Ten gevolge van deze maatstaf verdwijnen differenties tussen mannen en vrouwen in gezinnen en tussen vrouwen onderling. Vanuit een feministisch concept zou moeten worden onderzocht of de door het recht neutraal gehanteerde term het gezin vrouwen impliciet of expliciet onderdrukt. Pas daarna kan antwoord worden gegeven op de vraag of vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid gelijk behandeld willen worden in de door de wetgever voorgestelde zin, of anders, different. Noten 1 De vakgroep Encyclopedie van de UvA nam in 1982 het initiatief tot het opstellen van een Nota Vrouwenstudies aan de juridische fakulteit van de UvA. Op basis van deze nota is een halve formatieplaats voor vrouwenstudies gecreëerd. Inmiddels is dit aangegroeid tot 1,6 formatieplaats. Zie voor een uitgebreid overzicht van teksten die zijn gepubliceerd in buitenlandse tijdschriften, mr. Dorien Pessers, Kroniek Feminisme en Recht, in: NJB 5 mei 1984, p en prof. mr. H.Th.J.F. van Maarseveen, Rechtstheorie en vrouwen: patriarchie als juridisch concept, in: NJB 16 juni 1984, p (zie voor een recensie door José Bolten elders in dit nummer) en idem, Vrouwen recht, in: NJB 20/27 december 1980, p Herman Koningsveld, Het verschijnsel wetenschap. Meppel, Boom , p Zie voor een inleiding in het denken van Popper: Koningsveld, t.a.p., p. 92 e.v. en H. Franken e.a., inleiden tot de rechtswetenschap. Gouda Quint 1982, p N.B.: Ideëen óver de werkelijkheid, wel te onderscheiden van metafysische ideëen in een idealistische opvatting, 5 Vgl. H. Manschot, Althusser en het marxisme, Nijmegen SUN, 1980, p Vgl. S. Stuurman, Verzuiling, kapitalisme en patriarchaat, Nijmegen SUN, 1983, p Nicos Poulantzas, Over de marxistiese rechtstheorie, in: Recht en kritiek 2/75, p Manschot, t.a.p., p Zie noot Bijvoorbeeld in: Petr. I. Stutchka, De revolutionaire rol van het recht en de staat. Moskou 1921 en Suhrkamp, Frankfurt am Main 1969 en: Eugen Paschukanis, Allgemeine Rechtslehre und Marxismus, Versuch einerkritik der juristischen Grundbegriffe. Wenen/Berlijn 1929 en Frankfurt am Main Zie voor een introductie: Norbert Reich, Marxistiese en socialistiese rechtstheorie subjekt en objekt van wetenschap, in: Recht en kritiek 1/75, p. 52 e.v.. 11 Dit wordt de historicistische problematiek van het subject genoemd. Deze theorieën zijn gebruikt ter legitimering van politieke maatregelen. Het afwijzen van een positivistische wetenschapsopvatting sloeg door in een politiek gedicteerde wetenschap. Veranderingen op het gebied van het recht, werden geheel afhankelijk geacht van economische politieke maatregelen. 12 Zie hierover uitgebreider Poulantzas, t.a.p., p en idem, De wet, in: Recht en kritiek 1/79, p. 83 e.v.. In het kader van dit artikel volsta ik met een korte samenvatting. 13 Van Maarseveen, t.a.p., Zie hiervoor het Tijdschrift voor vrouwenstudies (verder aangegeven als: TvVS), Nijmegen SUN, en de Socialisties- Feministiese Teksten, Feministische Uitgeverij Sara, Amsterdam. 15 Een overzicht is te vinden in: J. Outshoorn, Feminisme en marxisme: het relaas van een echtscheiding op zoek naar een omgangsregeling, in: TvVS 1981, nr. 3, p De enige artikelen die ik kan noemen zijn die van: Riki Hoetmaat, De wet gelijk loon voor vrouwen en mannen, in: TvVS 1980, nr. 4 en Jantien van den Oord, Het voorontwerp Wet Gelijke Behandeling Anticiperen op een nieuw ontwerp, in: TvVS 1983, nr Althans niet de in noot 16 vermelde artikelen. In één artikel worden feministische theoretische uitgangspunten gebruikt bij het behandelen van een juridisch onderwerp, namelijk in: Willy M.E. Thomassen, Familierecht en de onderdrukking van vrouwen in verband met het wetsontwerp omgangsrecht, in: Recht en kritiek 2/82, p Maria Mies, Vrouwenstudies of feministiese studies? Het debat over feministiese wetenschap en methodologie, in: TvVS 1982, nr. 1, p Mary Mclntosh, De Staat en de onderdrukking van de vrouw, Nijmegen SUN, Anet Bleich, Ulla Jansz, Selma Leydesdorff, Lof der Rede, in: TvVS, 1980, nr. 2, p en de kritiek daarop van Annelies Pleiter en Anneke Zijp, De politiek van de relatieve autonomie, in: TvVS 1981, nr. 2, p Zie voor een overzicht: Saskia Poldervaart, e.a., Vrouwenstudies, Een inleiding, Nijmegen SUN, Shulamith Firestone, De dialectiek van de sekse, Amsterdam Bert Bakker, 1979 en voor kritiek óp Firestone, Willy Thomassen, t.a.p.. 23 Werkgroep Theoretisch Kader, Een analyse van het 'Vrouwenvraagstuk', DCE, mei 1982, p Ook de franse filosofe en psychoanalytica Irigaray heeft het zoeken naar nieuwe begrippen aan de orde gesteld. Vrouwen blijven volgens haar 'verborgen' achter de begrippen die de wetenschappen hanteren. Zij wijst er op dat bijvoorbeeld het begrip 'het onbewuste' in de psychoanalyse het mogelijk maakte de verdrongen herinnering zelfstandig te onderzoeken naast het bewuste. Desondanks moet de psychoanalyse worden 'opengebroken' omdat het onbewuste door Freud werd herleid tot de mannelijke sexe als norm (en dus weer een centraal subject) waarvan het vrouwelijke hoogstens de keerzijde is. Passen we Irigaray's theorie toe op de rechtswetenschap dan is essentieel dat het theoretisch kader voor het thema vrouw en recht uitgaat van de bestaansmogelijkheid van het subject vrouw in het 12 NEMESIS

7 recht, ook al zou recht zelf niet spreken (zwijgen) over vrouwen. De rechtswetenschap moet worden opengebroken met behulp van nieuwe begrippen waardoor het object van onderzoek (het verhullen of niet benoemen van) vrouwen mede omvat. Dan pas kunnen vragen over het hoe en waarom van het al dan niet noemen van vrouwen gesteld worden, (zie voor haar theorieën de vertalingen van Ce sexe qui n'en est pas un en L'une ne bouge pas sans l'autre, uitgegeven door de Vrouwendrukkerij Virginia, Amsterdam Staatsuitgeverij, CRM, Een kwantitatief onderzoek naar het aantal keren dat vrouwen een beroep doen op de Commissie Gelijke Behandeling zegt bijna niets over de mate waarin vrouwen ongelijk zijn behandeld en nog minder over de manier waarop ze ongelijk behandeld zijn.

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker

Dit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker Sanne Taekema (Tilburg) Sanne Taekema, The concept of ideals in legal theory (diss. Tilburg), Tilburg: Schoordijk Instituut 2000, vii + 226 p.; Den Haag: Kluwer Law International 2002, ix + 249 p. Idealen

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 2 Religieus recht 7 maximumscore 2 een beargumenteerd standpunt over de vraag of religieuze wetgeving en rechtspraak voor bepaalde bevolkingsgroepen tot cultuurrelativisme leidt 1 een uitleg van

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie vwo II

Eindexamen Filosofie vwo II 3 Antwoordmodel Opgave 1 De empirische werkelijkheid 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een goede uitleg van wat het verificatie- en het confirmatieprincipe inhouden 2 een goede uitleg dat

Nadere informatie

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!!

Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!! Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk

Nadere informatie

Datum Wijziging Awgb 20 september 2016 Ons kenmerk 2016/0125/AvD/KB/RG

Datum Wijziging Awgb 20 september 2016 Ons kenmerk 2016/0125/AvD/KB/RG Tweede Kamer der Staten-Generaal Aan de voorzitter van de Vaste commissie voor Binnenlandse Zaken Mevrouw P. Dijkstra Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Onderwerp Datum Wijziging Awgb 20 september 2016 Ons

Nadere informatie

Maatschappijleer in kernvragen en -concepten

Maatschappijleer in kernvragen en -concepten Maatschappijleer in kernvragen en -concepten Deel I Kennis van de benaderingswijzen, het formele object Politiek-juridische concepten Kernvraag 1: Welke basisconcepten kent de politiek-juridische benaderingswijze?

Nadere informatie

Filosofie voor de Wetenschappen

Filosofie voor de Wetenschappen Date 15-10-2013 1 Filosofie voor de Wetenschappen Presentatie voor de Honours-studenten van de Rijksuniversiteit Gent Jan-Willem Romeijn Faculteit Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Date 15-10-2013

Nadere informatie

Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op!

Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op! Arbeidsconflicten onder de WWZ: geen ontslag maar los het probleem op! Pascal Willems In TBV 3 uit maart 2015 is een bijdrage verschenen van mijn hand en die van Frans van den Nieuwenhof over de STECR

Nadere informatie

IGANG 1 NUMMER 1 GEMBER 1984 * dezwaar^: \ de wreketïöe gerechtigheid, die de strijd Jen hoogmoed en lompheid. De geboorte van fengendee^'

IGANG 1 NUMMER 1 GEMBER 1984 * dezwaar^: \ de wreketïöe gerechtigheid, die de strijd Jen hoogmoed en lompheid. De geboorte van fengendee^' r IGANG 1 NUMMER 1 GEMBER 1984 * dezwaar^: \ de wreketïöe gerechtigheid, die de strijd Jen hoogmoed en lompheid. De geboorte van fengendee^' v een 'wetepschappetijkë-benadering itie vaa ^peptontractantes,

Nadere informatie

oe vrouwelijk is gelijkheid?

oe vrouwelijk is gelijkheid? Marjet Gunning* oe vrouwelijk is gelijkheid? De betekenis van het begrip gelijkheid is niet zonder meer vast te stellen. In de buitenlandse feministische litteratuur wordt veel gedebatteerd over de inhoud

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Probleemstelling en hypotheses

Samenvatting. 1. Probleemstelling en hypotheses Samenvatting 1. Probleemstelling en hypotheses Doel van het onderzoek was na te gaan in hoeverre kenmerken van wetgeving die worden geacht de voorspelbaarheid van het overheidsgedrag te bernvloeden, effect

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 924 Regeling van het conflictenrecht met betrekking tot het geregistreerd partnerschap (Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap) B ADVIES

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.6 Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2002-I

Eindexamen filosofie vwo 2002-I Opgave 1 Wetenschappelijke verklaringswijzen Maximumscore 3 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een antwoord op de vraag of de Weense Kring de uitspraak zinvol zou vinden: ja 1 een omschrijving

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo II

Eindexamen filosofie vwo II Opgave 2 Over wetenschap en religie: zij die uit de hemel kwamen 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom wetenschappelijke kennis niet als probleemloze bron van vooruitgang kan worden beschouwd: wetenschap

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016

Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016 Consultatieperiode loopt tot 27 september 2016 vóór 09.00 uur Consultatiedocument

Nadere informatie

LOWI Advies 2014, nr. 11

LOWI Advies 2014, nr. 11 LOWI Advies 2014, nr. 11 Advies van 28 november 2014 van het LOWI ten aanzien van de klacht van Verzoeker, ingediend op 2014 en gericht tegen het besluit van het Bestuur van 2014. 1. De klacht De klacht

Nadere informatie

6. Voorbij het multiculturalisme: kritiek op de democratie Dictatuur van het proletariaat Afsluitend 135.

6. Voorbij het multiculturalisme: kritiek op de democratie Dictatuur van het proletariaat Afsluitend 135. Inhoud Inleiding 7 Gundula Ludwig Judith Butler en Queer Politics 13 1. Inleiding 15 2. Een ethisch imperatief: biografische schets 18 3. De constructie van het geslacht 23 4. Heteroseksuele matrix en

Nadere informatie

De overtuigingskracht van emoties bij het rechterlijk oordeel

De overtuigingskracht van emoties bij het rechterlijk oordeel De overtuigingskracht van emoties bij het rechterlijk oordeel Een theoretisch onderzoek PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Tilburg, op gezag van de rector magnificus

Nadere informatie

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER 2018 The Spirit Level Een authentieke toetstaak in de praktijk Niels Hoendervanger Stedelijk Gymnasium Nijmegen The Spirit Level Wat gaan we doen? Korte introductie op de taak

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5

Inhoudsopgave. 1. Inleiding 5 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. Een liberale visie op gezondheidszorg 11 2.1 Het individu als ultieme waarde 11 2.2 Gezondheidszorg in een liberale rechtsstaat 14 2.3 Kortom: een liberale visie op gezondheidszorg

Nadere informatie

Leren Filosoferen. Tweede avond

Leren Filosoferen. Tweede avond Leren Filosoferen Tweede avond Website Alle presentaties zijn te vinden op mijn website: www.wijsgeer.nl Daar vind je ook mededelingen over de cursussen. Hou het in de gaten! Vragen n.a.v. vorige keer

Nadere informatie

DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z.

DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z. DISCUSSIE OVER BEWUSTZIJN BIJ DIEREN EN DE NOODZAAK VAN HET ANALOGIE-POSTULAAT door Titus Rivas In de discussie rond bewustzijn (d.w.z. subjectieve beleving) bij dieren wordt soms geopperd dat het analogie-principe

Nadere informatie

DEEL II DE RUIS TUSSEN POLITIEK EN RECHT

DEEL II DE RUIS TUSSEN POLITIEK EN RECHT DEEL II DE RUIS TUSSEN POLITIEK EN RECHT HOOFDSTUK 6 Introductie tot het tweede deel In het tweede deel gaat het om de onderlinge relaties tussen politieke beleidsinstrumentering en rechtsvorming inzake

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie. Onderzoeksvraag: Waardoor ontstonden het liberalisme en het socialisme, en hoe dachten liberalen en socialisten over de sociale kwestie? Kenmerkende aspect: De opkomst van de politiek maatschappelijke

Nadere informatie

Eindexamen Filosofie havo I

Eindexamen Filosofie havo I Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan

Nadere informatie

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen.

Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen. Maak een eind aan de beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen Samenvatting Wat wordt er bedoeld met beloningsverschillen tussen vrouwen en mannen? Waarom bestaan er nog steeds beloningsverschillen

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo I Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Tijd rijp voor verplichte scheidingsbemiddeling

Tijd rijp voor verplichte scheidingsbemiddeling Tijd rijp voor verplichte scheidingsbemiddeling Nieuwsbrief NGR 14.03.03 De Nederlandse Gezinsraad (NGR) constateert dat er een breed maatschappelijk draagvlak is voor verplichte scheidingsbemiddeling.

Nadere informatie

ISSAI 30 Ethische code

ISSAI 30 Ethische code ISSAI 30 Ethische code Vertaling ISSAI 30VERTALING REKENHOF, MEI 2017 / 2 INHOUD Hoofdstuk 1 - Inleiding 4 Concept, achtergrond en doel van de ethische code 4 Vertrouwen en geloofwaardigheid 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:172

ECLI:NL:CRVB:2017:172 ECLI:NL:CRVB:2017:172 Instantie Datum uitspraak 13-01-2017 Datum publicatie 19-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/4485 AOW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK VAN GEMEENSCHAPSVORMING?

WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK VAN GEMEENSCHAPSVORMING? O1 WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK VAN GEMEENSCHAPSVORMING? Werktekst visiedag 5 oktober 2005 O2 WAT IS DE ROL VAN HET SOCIAAL- CULTUREEL VOLWASSENENWERK OP HET VLAK

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011

Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011 Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Naam: Violette van Zandbeek Vak: Social research Datum: 15 april 2011 1 Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Als onderdeel van het vak social research

Nadere informatie

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Uitspraak. Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978. Instantie. Rechtbank Zeeland-West-Brabant Afname (F)OR voor lijfrentepremie beïnvloedt vermogenstoets (F)OR niet ECLI:NL:RBZWB:2015:1978 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk

Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk Verandering in de frequentie van het gemengde huwelijk G. Dekker Aan het kerkelijk gemengde huwelijk wordt vanuit de sociale wetenschappen niet zo bijzonder veel aandacht geschonken. De belangstelling

Nadere informatie

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend:

Op 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend: Reactie van het College van B en W op de motie inzake Aanpak Discriminatie Amsterdam (openstellen functies voor iedereen bij ingehuurde organisaties) van het raadslid Flos (VVD) van 18 november 2009. Op

Nadere informatie

»vi^.^4*/ OyCtM^+c **.. 21 oktober 1968

»vi^.^4*/ OyCtM^+c **.. 21 oktober 1968 ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZU1DENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 6194»vi^.^4*/ OyCtM^+c **.. 21 oktober 1968 Bericht op het schrijven van 31 juli 1968, D.G.W- 167279 Betreft; ontwerp-besluit

Nadere informatie

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging? september 2009 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch

Nadere informatie

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T

Rolnummer 3630. Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T Rolnummer 3630 Arrest nr. 174/2005 van 30 november 2005 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 320, 4, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te

Nadere informatie

Beloning Externe Leden van Rekenkamer- (functies/commissie) s

Beloning Externe Leden van Rekenkamer- (functies/commissie) s Aanbeveling Beloning Externe Leden van Rekenkamer- (functies/commissie) s Voorbereid door Vastgesteld door NVRR bestuur Bestuur NVRR 9 september 2007 1 Aanleiding In de huidige wet- en regelgeving is geen

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts

Vraag Antwoord Scores. Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts Opgave 1 Een sceptische schnauzer en een sceptische arts 1 maximumscore 3 een uitleg dat de schnauzer vragen stelt die blijk geven van metafysisch scepticisme: hij vraagt zich af of er wel een buitenwereld

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

"Een eigen ontwikkeling voor vrouwenstudies." -98-

Een eigen ontwikkeling voor vrouwenstudies. -98- "Een eigen ontwikkeling voor vrouwenstudies." -98- Wetenschapswinkels en vrouwenstudies: Een vruchtbare relatie? Maria Hijman Al sinds het ontstaan van vrouwenstudies - halverwege de zeventiger jaren -

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2007 tijdvak 1 woensdag 16 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 50 punten

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Casus 10 Om ziek van te worden

Casus 10 Om ziek van te worden Casus 10 Om ziek van te worden De derde casus over ziekte, nu toegespitst op de vraag wanneer iemand recht heeft op een uitkering krachtens de Ziektewet, ervan uitgaande dat een thuiswerkster niet werkzaam

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 De thematiek

1 Inleiding. 1.1 De thematiek 1 Inleiding 1.1 De thematiek Voor ondernemers is de relatie tussen organisatie en markt van cruciaal belang. De organisatie ontleent haar bestaansrecht aan de markt. De omzet wordt tenslotte op de markt

Nadere informatie

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden. Aan: Gemeenteraad van Druten Druten, 27 juli 2015 Geachte voorzitter en leden van de gemeenteraad, In de eerste rekenkamerbrief van 2015 komt inkoop en aanbesteding aan bod. Dit onderwerp heeft grote relevantie,

Nadere informatie

Lijst met veel gebruikte afkortingen. Introductie 1. Deel I Grondslagen van partneralimentatie in het Nederlandse recht 9

Lijst met veel gebruikte afkortingen. Introductie 1. Deel I Grondslagen van partneralimentatie in het Nederlandse recht 9 INHOUDSOPGAVE Lijst met veel gebruikte afkortingen XII Introductie 1 Deel I Grondslagen van partneralimentatie in het Nederlandse recht 9 Hoofdstuk 1 Het onderscheid tussen de twee grondslagen in het huidige

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor

Nadere informatie

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG

de Rechtspraak Raad voor de rechtspraak Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Ministerie van Veiligheid en Justitie mr. F. Teeven Postbus 20301 2500 ER DEN HAAG Directie Strategie en Ontwikkeling bezoekadres Kneuterdijk 1 2514 EM Den Haag correspondentieadres Postbus 90613 2509

Nadere informatie

Delta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene.

Delta Lloyd Schadeverzekering N.V, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-122 d.d. 23 april 2013 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. E.E. Ribbers, secretaris) Samenvatting

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs Voor de sociale

Nadere informatie

Zin en betekenis van (kennis)valorisatie belicht en toegelicht (av)

Zin en betekenis van (kennis)valorisatie belicht en toegelicht (av) 1 Zin en betekenis van (kennis)valorisatie belicht en toegelicht (av) Dr mr A.A.Th.A. (Ard) Cools, (kennis)valorisatie expert april 2012 Inleiding Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstellingen ontwikkelen,

Nadere informatie

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel

Bijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores

Vraag Antwoord Scores Opgave 2 Spiritueel scepticisme 6 maximumscore 4 een uitleg dat McKenna in tekst 6 vanuit epistemologisch perspectief over solipsisme spreekt: hij stelt dat de kennisclaim over het bestaan van andere mensen

Nadere informatie

Andreas Burnier en de vrouwenbeweging

Andreas Burnier en de vrouwenbeweging Uit: Lover, driemaandelijks Literautuuroverzicht van de Vrouwenbeweging, 1978-1 Andreas Burnier en de vrouwenbeweging Petra de Vries Joyce Outshoorn Anet Bleich Een reactie in gespreksvorm op de uitspraken

Nadere informatie

Geachte, Met vriendelijke groet, LijstvanDamme. Ombudsdienst

Geachte, Met vriendelijke groet, LijstvanDamme. Ombudsdienst Geachte, In aansluiting op ons eerder ingezonden stuk R20190409, d.d. 9 april 2019 aan uw gemeenteraad zend ik u hierbij - aanvullend ter kennisname - bijgaande email uitwisseling (geanonimiseerd) tussen

Nadere informatie

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE

UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE UITGEBREIDE INHOUDSOPGAVE Inleiding Algemeen deel in drievoud 1 1 Synthese 2 Leeswijzer 3 Nieuwe visie 4 Forumgedachte 5 Discipline in transitie 6 Privaatrecht 1 Pluriforme rechtswetenschap 7 1.1 Een identiteitscrisis?

Nadere informatie

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Wynand van de Ven en Erik Schut Wederreactie op Douven en Mannaerts In ons artikel in TPEdigitaal (Van de Ven en Schut 2010) hebben wij uiteengezet

Nadere informatie

Samenvatting. Het behandelbaarheidscriterium in de WBO

Samenvatting. Het behandelbaarheidscriterium in de WBO Samenvatting De Staatssecretaris van VWS heeft de Gezondheidsraad gevraagd om een verkenning van mogelijke problemen bij de interpretatie van het begrip (niet-)- behandelbaar in een tweetal wetten op het

Nadere informatie

GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. versie 3.7 januari 2012

GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. versie 3.7 januari 2012 GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken versie 3.7 januari 2012 Op verzoek van de Raad voor de rechtspraak en onder de verantwoordelijkheid van de landelijke

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet. Nummer 4445-51 Betreft zaak: 4445/ Aannemingsbedrijf

Nadere informatie

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven

Willen sterven. Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Moment voor religieuze bezinning en waardevol leven Wie anders dan ik zelf zou het recht hebben om te beslissen over mijn leven? Paul van Tongeren was tot zijn emeritaat hoogleraar wijsgerige ethiek in Nijmegen en Leuven. Hij is als geassocieerd onderzoeker

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft

Nadere informatie

perspectief voor professionele ontwikkeling

perspectief voor professionele ontwikkeling Actie-onderzoek als perspectief voor professionele ontwikkeling Workshop ALTHUS-Seminar 6 maart 2012 Geert Kelchtermans (KU Leuven) 1. What s in a name? 1. Term: veelgebruikt; uitgehold? In literatuur:

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

RICHTSNOEREN OVER DE REGLEMENTAIRE WERKZAAMHEDEN VAN DE CCR. Artikel 1. Doel en strekking van het besluit

RICHTSNOEREN OVER DE REGLEMENTAIRE WERKZAAMHEDEN VAN DE CCR. Artikel 1. Doel en strekking van het besluit CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART Bijlage bij RV (12) 45 add. 1 RICHTSNOEREN OVER DE REGLEMENTAIRE WERKZAAMHEDEN VAN DE CCR Artikel 1 Doel en strekking van het besluit 1. Dit besluit bepaalt de manier

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling

1. Inleiding. 2. De analyses. 2.1 Afspraken over kinderopvang versus m/v-verdeling Bijlage II Aanvullende analyses 1 Inleiding In aanvulling op de kwantitatieve informatie over de diverse arbeid-en-zorg thema s, is een aantal analyses verricht Aan deze analyses lagen de volgende onderzoeksvragen

Nadere informatie

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen

Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen 1 Verdringing op de Nederlandse arbeidsmarkt: sector- en sekseverschillen Peter van der Meer Samenvatting In dit onderzoek is geprobeerd antwoord te geven op de vraag in hoeverre het mogelijk is verschillen

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd? Kenmerkende aspecten: * Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politiek proces. * De opkomst van

Nadere informatie

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht

Interventie Syrië. Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Afdeling Internationaal en Europees recht Oudemanhuispoort 4-6 1012 CN Amsterdam Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 5252833 Interventie Syrië Datum 29 augustus 2013 Opgemaakt

Nadere informatie

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 14 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 14 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2012 tijdvak 1 maandag 14 mei 13.30-16.30 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 20 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening, nr. 2016-281 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. D.G. Rosenquist, secretaris) Klacht ontvangen op : 30 november 2015 Ingesteld door :

Nadere informatie

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur Begrippen: -Cultuur -Cultureel relativisme -Cultuur patroon -Cultural lag -Culturele uitrusting -Subcultuur -Contracultuur Definitie Cultuur Samenhangend geheel van

Nadere informatie

Advies nr. 154 van 8 december 2017 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen over de verloven voor co-ouders in het

Advies nr. 154 van 8 december 2017 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen over de verloven voor co-ouders in het Advies nr. 154 van 8 december 2017 van het Bureau van de Raad van de Gelijke Kansen voor Mannen en Vrouwen over de verloven voor co-ouders in het geval van een doodgeboren kind 1 Advies nr. 154 van 8 december

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 7

Inhoudsopgave. Voorwoord 7 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1 Beginselen van academisch-juridisch onderzoek 9 1.1 Academisch-juridisch onderzoek 9 1.2 Verschillen met ander juridisch onderzoek 10 1.3 Het onderzoeksproces 11 1.4 Eisen waaraan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 800 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2007 Nr. 145 BRIEF

Nadere informatie

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet

Essay. Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Essay Norbert Vogel* Morele feiten bestaan niet Ethici onderscheiden zich van gewone mensen doordat zij niet schijnen te weten wat morele oordelen zijn. Met behulp van elkaar vaak uitsluitende ismen trachten

Nadere informatie

Examen HAVO. Nederlands

Examen HAVO. Nederlands Nederlands Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 2 Dinsdag 20 juni 13.30 16.30 uur 20 06 Vragenboekje Voor dit examen zijn maximaal 47 punten te behalen; het examen bestaat uit 22 vragen

Nadere informatie

Paperopdracht, Architectuurtheorie, deel 2 Tendensen en vertogen

Paperopdracht, Architectuurtheorie, deel 2 Tendensen en vertogen 16 mei 2016 Paperopdracht, Architectuurtheorie, deel 2 Tendensen en vertogen 1965-2000 Vraag 19: Bespreek de kritische stemmen die niet akkoord gaan met de visie dat de architectuur van de Moderne Beweging

Nadere informatie