*Z008FBE6B29* documentnr.: INT/M/14/10534 zaaknr.: Z/M/14/07067

Transcriptie

1 *Z008FBE6B29* documentnr.: INT/M/14/10534 zaaknr.: Z/M/14/07067 Raadsvoorstel Onderwerp : Rapportage haalbaarheid breedband Land van Cuijk Datum college : Portefeuillehouder : J.G.M. van den Boogaart Afdeling : Openbare Werken Commissie : Ruimte en Economie Contactpersoon : Andy Peeters adres : andy.peeters@cgm.nl Telefoonnummer : In te vullen door de griffie Nummerraadsvoorstel : Datum commissie : 8 december 2014 Agendapuntcommissie : Datum raad :18 december 2014 Agendapunt raad : 11 Samenvatting voorstel Het bijgevoegde haalbaarheidsrapport bevat de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek naar een nieuwe supersnelle breedband infrastructuur binnen de gemeente Mill & Sint Hubert. De vijf gemeenten in het Land van Cuijk hebben in de Strategische visie de verbetering van de infrastructuur benoemd als element bij de versterking van de vestigingsvoorwaarden. In het uitvoeringsprogramma van eind 2013 is het verkennen van een Breedbandnetwerk Land van Cuijk benoemd als actie voor Vanuit de drie CGM gemeenten is eind 2013 opdracht verstrekt voor dit haalbaarheidsonderzoek. In het onderzoek is de doelstelling uit de Strategische visie overgenomen. Doelstelling is een netwerk met 100% dekking van alle huishoudens, bedrijven en instellingen in zowel de kernen en buitengebieden van het Land van Cuijk. Dit tegen een aantrekkelijk marktconforme prijs. Conclusie van het onderzoek is dat de aanleg en exploitatie van een nieuw gebied dekkend netwerk technisch en economisch haalbaar is. Volledige verglazing van het netwerk is de beste optie, daarbij is het gezamenlijk verglazen van de kernen en buitengebieden de beste keuze. Advies ten aanzien van het vervolg: 1

2 Ga verder met de vraagbundeling en uitdetailleren van het netwerk, op basis van scenario 1, volledig verglazen; Maak als gemeente een keuze voor een borgstelling ofwel zelf te financieren Probeer in het Land van Cuijk alle gemeenten gelijk op te laten trekken in de vervolgfase, zodat er één coöperatie gevormd kan worden, die het netwerk exploiteert. (Zie ook pagina 54 van het haalbaarheidsonderzoek) Voorstel besluit 1. In te stemmen met een actieve rol van de gemeente Mill & Sint Hubert in de tweede fase van de ontwikkeling van een breedbandnetwerk in de gemeente Mill & Sint Hubert. 2. In te stemmen met de resultaten van het Haalbaarheidsonderzoek uit de eerste fase van het plan van aanpak 3. Een budget van ,- beschikbaar te stellen voor de tweede fase van het plan van aanpak, in de vorm van een investeringskrediet Dit bedrag ten laste te laten komen van de algemene reserve van de gemeente Mill & Sint Hubert. 4. In te stemmen met het sluiten van een nader op te stellen samenwerkingsovereenkomst met de op te richten coöperatie LVC net, om de tweede fase ter hand te nemen. 5. In te stemmen met deelname in deze op te richten coöperatie. 6. Voor nu te besluiten dat de gemeente bereid is een borgstelling te verstrekken om daarmee financiering ten behoeve van realisatie mogelijk te maken, indien de uitgangspunten niet drastisch wijzigen. 7. In te stemmen voor de uitrol akkoord te gaan met de coöperatie gedachte en op het moment van een succesvolle vraagbundeling, marktpartijen nogmaals te consulteren teneinde het project mogelijk onder hun verantwoording te kunnen realiseren. Financiële consequenties Voor het doorlopen van de tweede fase is reeds eerder een budget opgesteld. Dit budget is een prognose van de te verwachten kosten op basis van eerdere vraagbundelingstrajecten. Dit hangt mede af van de wijze waarop de vraagbundeling gaat lopen. Dit budget is hieronder nader gespecificeerd naar acties. Gemeenschap Mill & Sint Hubert; tweede fase: Prognose kosten per activiteit: Projectmanagement (438 uur `) ,- (onder meer definitief ontwerp, financiering, aanbesteding) Vrijwilligers inzet (ca 1400 uur) 0,- Winkelvoorziening t.b.v. serviceproviders informatie e.d ,- Promotie/ werving via social media en website ,- Promotie via flyers, radio, TV ,- Direct mailing actie 8.611,- Reclame bureau en evenementen en acties ,- Notaris, accountantskosten 5.250,- Subtotaal Mill & Sint Hubert = ,- 2

3 Deze kosten dienen ten laste gebracht te worden van de algemene reserve. De kosten voor de eerste fase en de tweede fase kunnen ten last worden gebracht van de exploitatie van het breedbandnetwerk op termijn indien de vraagbundeling succesvol verloopt. Wettelijk kader en beleidskader Zie haalbaarheidsrapportage en verwijzing naar de Strategische visie Land van Cuijk. Communicatie en participatie Zoals reeds aangegeven in de presentatie van 16 oktober jl. is communicatie essentieel voor een succesvolle vraagbundeling. Hiervoor zal een bureau worden ingeschakeld echter in nauw overleg met de afdeling communicatie van de gemeente. Voorafgaand zal er een marketing- en communicatieplan worden opgesteld en dienen alle medewerkers en vrijwilligers goed voorbereid te worden op hun taken. Er is rekening gehouden met voldoende budget voor de uitvoering van deze activiteiten, zie bovenstaande budgetoverzicht. Consequenties voor de gemeente Mill & Sint Hubert voor fase 2: Allereerst dient er budget beschikbaar te komen voor de voorfinanciering van de tweede fase: Het gaat om een bedrag van ,- voor de kosten van onder meer: - definitief ontwerp - vraagbundeling - verkrijgen van financiering - voorbereiding voor aanbesteding Deze kosten worden voorgeschoten aan de coöperatie, die bij een positief besluit direct wordt opgericht. Indien de vraagbundeling niet slaagt en er wordt besloten niet verder te gaan met het initiatief dan zullen deze kosten niet kunnen worden vergoed. Ten tijde van de vraagbundeling zal na drie maanden het succes van vraagbundeling worden gemonitord zodat niet meer geld dan noodzakelijk wordt uitgegeven. Indien op dat moment mocht blijken dat de vraagbundeling niet naar wens verloopt zal in overleg met de gemeente bezien worden of het nog zinvol is verder te gaan. Deze tussentijdse evaluatie wordt naar de Raad teruggekoppeld. Consequenties voor de gemeente na een succesvolle vraagbundeling: Als de vraagbundeling succesvol is kan overgegaan worden tot uitrol van het netwerk. De kosten van de eerste en tweede fase zullen dan worden vergoed vanuit de exploitatie. Voor de structuur van de financiering wordt verwezen naar de rapportage hoofdstukken 6, 7 en 8. In het kort komt het er op neer dat de coöperatie circa 30% aan eigenvermogen moet vergaren (obligaties en of aandelen uitgifte). Het resterende deel circa 70% kan geleend worden bij een bank. Voor dat deel dient een garantstelling van de gemeente verstrekt te worden als extra waarborg. Indien de gemeente een garantstelling afgeeft t.b.v. de financiering houdt dat het volgende in: Hoofdsom borgstelling is maximaal 80% van de lening bij de bank. Lening omvang is 3,25 mln. 3

4 Bankgarantie maximaal 80% van 3,25 mln. = 2,6 mln. maximaal. De gemeente ontvangt jaarlijks een garantiepremie als vergoeding voor de garantstelling. Dit is gemiddeld ,- per jaar voor een periode van 8 jaar. Totaal ,-. Hierna kan de garantie waarschijnlijk komen te vervallen bij herfinanciering. Bij een garantstelling van deze omvang is het toegestaan om eerste hypotheek te vestigen op het netwerk. Dat wil zeggen dat bij een faillissement van de coöperatie, de gemeente eerste schuldeiser is. Het is de bedoeling om de met de banken dit op deze wijze vast te leggen. Indien de gemeente besluit om zelf de coöperatie via een lening te gaan financieren neemt zij voor 100% het risico voor het uit te lenen bedrag. Als er geen medefinanciers zouden zijn zou het gaan om 3,25 mln. Voordeel is dat zij meer grip heeft op de coöperatie en een rentevergoeding ontvangt van (bij huidige marktrentes) 4,53% (percentage bestaat uit 0,53% basisrente + 4,00% marktconforme opslag). Het nadeel is dat er meer risico gelopen wordt. De gemeente zal verder vergoedingen ontvangen voor leges en degeneratiekosten. In de op te stellen samenwerkingsovereenkomst met de coöperatie worden deze bedragen benoemd en vastgelegd. In de overeenkomst wordt onder meer vastgelegd: - Deelnamepercentage voor start uitrol - Demarcatiegebied waar breedband dient te worden aangelegd - Uitzonderingen - Rolverdeling gemeente en coöperatie Bij een succesvolle vraagbundeling zal naar marktpartijen nogmaals een vraag uitgezet worden om een aanbieding te doen het netwerk aan te leggen en te financieren. Dit heeft dan mogelijk drastische gevolgen voor de nu bekende uitgangspunten, onder andere de borgstelling. Dan zal een nieuw voorstel aan de Raad worden voorgelegd Uitvoering, risico s en evaluatie Hierbij verwijzen wij naar de risicoparagraaf in de haalbaarheidsstudie, pagina 44. Overige politiek relevante informatie Conclusie vanuit de gehouden enquête en diverse gesprekken met belangengroepen binnen de CGM gemeenten is dat er voldoende animo en behoefte bestaat om een netwerk te bouwen voor supersnel internet. Met name in de buitengebieden is veel onvrede over de huidige situatie maar ook in de kernen zijn er bewoners die meer bandbreedte en mogelijkheden willen. Er is met verschillende wijk en dorpsraden gesproken en overwegend wil men graag mee doen aan een initiatief voor en door de gemeenschap. Dit leeft meer in de kleine kernen dan in de grote centra. Uit de enquête komt naar verder voren dat als gestart wordt met de vraagbundeling het mogelijk moet zijn om 40% van de aansluitingen in de kernen te contracteren en 70% van de mensen in het buitengebied en op de bedrijventerreinen. Vanuit andere initiatieven is ook helder dat hier een zeer intensieve promotiecampagne voor nodig is. Deze percentages zijn als uitgangspunt genomen in de exploitatie. Kijkend naar verschillende technieken is glasvezel de techniek om zowel de kernen als buitengebieden te ontsluiten. Draadloze technieken zijn relatief goedkoop, maar nog niet geschikt om voor een groot aantal aansluitingen een hoge verbindingssnelheid te leveren. Zendmasten 4

5 moeten daarnaast ook weer worden aangesloten op een glasvezelnet. Zeker op de langere termijn is het zeker rendabel om meteen voor glasvezel te kiezen tot in de woning. De techniek van aanleg van glasvezel wordt steeds verder geoptimaliseerd en is nog niet uitontwikkeld. TKF (Twentse Kabelfabriek BV) heeft een pre ontwerp gemaakt voor de CGM gemeenten. Op basis van deze structuur is er een kostprijs geraamd per aansluiting. De kostprijs, per aansluiting bedraagt: - 905,- per aansluiting in de kern ,- per aansluiting in het buitengebied ,- per aansluiting op het industrieterrein Om per gemeente een besluit te kunnen nemen over de haalbaarheid is per gemeente een tweetal scenario s doorgerekend. Scenario 1 ontsluiting van de gehele gemeente, dus kernen buitengebieden en bedrijventerreinen. Scenario 2 ontsluiting van het buitengebied en de bedrijventerreinen. In scenario 1 wordt er uitgegaan van één marktconform prijsniveau. In de calculatie is uitgegaan van 50,00-55,00 per maand voor triple play met 150 Mbps snelheid up en down. Buitengebieden en bedrijven betalen daarnaast 495,- aansluitbijdrage. In scenario 2 wordt een prijsniveau aangehouden van 75,- per maand en een éénmalige bijdrage van 750,-. Uit de exploitatieberekeningen per verschillende gemeente blijkt dat met name voor het scenario 1 goede cijfers te halen zijn. De terugverdientijden per gemeente zijn: Mill & Sint Hubert 16 jaar Grave 14 jaar Cuijk 13 jaar CGM gemeenten gezamenlijk 12 jaar Binnen deze periode is het gehele netwerk terugverdiend. Bij een lagere drempel aan deelnemers respectievelijk 35% kernen en 50% buitengebied is er nog steeds een haalbare exploitatie, de terugverdientijd gaat dan naar 18 jaar. Scenario 2 levert op termijn ook goede cijfers maar is minder bestand tegen risico s van dalende abonnementen en (prijsdruk). Het voordeel bij scenario 2 is wel dat er minder omvangrijke risico s gelopen worden. Als dit project slaagt zou nadien bekeken kunnen worden hoe de kernen kunnen worden benaderd. In scenario 2 is het niet mogelijk om met 50% deelnamepercentage toe te kunnen, dit geeft een negatieve cashflow de eerste jaren. Een gezamenlijke exploitatie van CGM gemeenten is financieel het meest aantrekkelijk, vooral ook omdat er met één ringstructuur gewerkt kan worden. Door het grote aantal abonnees is er meer weerstand tegen prijsdruk en verlies van abonnees. In een groter verband van Land van Cuijk zou dit nog aantrekkelijker kunnen zijn. Er is nauw overleg met Boxmeer en St Anthonis om samenwerking en een netwerk voor het hele Land van Cuijk als optie open te houden. Er zijn een aantal banken die ervaring hebben met het financieren van dit soort initiatieven. Zij hebben aangegeven ook geïnteresseerd te zijn in dit initiatief mits er een garantstelling van de gemeente komt. Daarbij wordt ook gekeken naar het weerstandsvermogen van de exploitatie, zoals tegenvallende prijsontwikkelingen en terugval in deelnamepercentage. 5

6 Een coöperatie is zeer geschikt voor het beoogde doel om vanuit de gemeenschap een dergelijk netwerk op de te bouwen en te exploiteren. Dit creëert een wij gevoel dat noodzakelijk is om de doelstelling te halen. Daarboven zou een BV of stichting geplaatst kunnen worden die het eigendom heeft. De gemeente kan kiezen om zowel in de coöperatie als de BV / Stichting deel te nemen. De gemeente speelt een belangrijke rol; de regio Land van Cuijk zou dit initiatief nog beter kunnen laten slagen. Deze studie is voor de drie CGM gemeenten opgezet, in Boxmeer wordt deze studie op vrijwel gelijke wijze uitgevoerd. De laatste maanden zijn de uitgangspunten afgestemd in goed overleg met Boxmeer. In Sint Anthonis is de intentie om een soortgelijk traject te starten, om op korte termijn gelijk te gaan optrekken. Daarmee is een netwerk voor het hele Land van Cuijk een stap dichterbij. Bijlage: Haalbaarheidsstudie LVC net Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Mill en Sint Hubert, Ir. C.C. Boode secretaris Ing. A.A.M.J. Walraven burgemeester 6