BAS: Voorspelbaarheid in leerkrachtgedrag. Oktober 2016

Transcriptie

1 BAS: Voorspelbaarheid in leerkrachtgedrag Oktober 2016

2 BAS project Ontwikkelingslijn: Structuur Ontwikkelingsveld 1: Voorspelbaarheid in leerkrachtgedrag Datum: oktober 2016 Doel: Het werk in de groep zodanig structureren (voorspelbaar maken) dat leerlingen optimaal worden ondersteund bij het omgaan met uitgestelde aandacht en de planning van de leerkracht veilig wordt gesteld. Toepassingsgebied: Deze procedure heeft betrekking op alle momenten waarbij er interactie is tussen leerling en leerkracht. Algemeen: Voorspelbaarheid in leerkrachtgedrag moet een bijdrage leveren aan het welbevinden van kinderen. Het bepaalt de rust en de orde, maar ook de betrokkenheid van kinderen bij hun werk. Voorspelbaarheid moet de planning van de instructie van de leerkracht waarborgen en het zelfstandig werken en denken van de kinderen stimuleren.

3 Succesindicatoren: 1: De lesmomenten zijn zoveel mogelijk gestructureerd De lesindeling ziet er als volgt uit; startrondes voor zelfstandig werk, instructie voor hele groep, middenronde/ tevens start van instructiegroep, verlengde instructie aan instructietafel, eindronde. Er is een duidelijke communicatie. De leerlingen weten wat er van ze verwacht wordt, doordat de leerkracht de regels herhaalt, het startmoment bepaalt en de verwachtingen uitspreekt. Op het bord wordt de structuur gevisualiseerd door symbolen en teksten. (denk hierbij aan de picto s/ klokken/ dagritmepakket/stoplichten). Er is bij de leerlingen duidelijkheid over tijd. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van de time-timer. Er is een heldere indeling van lessen, waarbij onderscheid is in hulp en instructie, bij het lopen van rondes wordt hulp geboden en verlengde instructie wordt gegeven aan de instructietafel. 2: Het is voor de leerlingen duidelijk wanneer de leerkracht aanspreekbaar is. De leerkrachten van groep 1-2 dragen een medaille als zij niet gestoord mogen worden en in groep 3-8 wordt gebruik gemaakt van stoplichten. De stoplichten worden als volgt gebruikt: (visualisatie bijlage 1) Rood: De leerlingen werken zelfstandig. De leerlingen mogen de leerkracht niet storen. Oranje: De leerlingen mogen een andere leerling in hun groepje om hulp vragen. De leerkracht mag niet worden gestoord. Groen: De leerlingen mogen andere leerlingen in hun groepje om hulp vragen. De leerlingen mogen ook de leerkracht om hulp vragen. Bij het hulp vragen wordt gebruik gemaakt van de kleuren dobbelsteen.

4 Afspraken rond voorspelbaarheid leerkrachtgedrag Groep 1 en 2: Lesmomenten worden nadrukkelijk geopend / afgesloten Gebruik dagritmekaarten Instructie moeilijke opdrachten aan de instructietafel of ter plekke Opruimen; handen leeg en leerkracht aankijken ( het focus-/opruimlied) Kring: terugblik/vooruitblik Er zijn afspraken over Wat als je klaar bent Tijdens de lesmomenten is de aandachtsverdeling gereguleerd De kinderen werken veelal zelfstandig Er wordt gebruik gemaakt van een time-timer Als kinderen hulp van de leerkracht willen, wachten ze aan hun eigen tafel Er is onderscheid tussen hulp- en instructiecontacten De leerkracht/leerling bepaalt het hulpcontact Voor extra hulp wordt een instructietafel gebruikt of ter plekke leerkracht loopt rondes Leerkracht (1/2) draagt een medaille/bloemenketting indien hij/zij niet gestoord wil worden Groep 3, 4 en 5 Lesmomenten worden nadrukkelijk geopend / afgesloten Op bord uitleg structuur van dagdeel, door gebruikmaking van symbolen per vak met de opdracht erbij geschreven Individuele hulp tijdens rondes Er wordt gebruik gemaakt van een time-timer indien noodzakelijk Gebruik van startronde, tussenronde en eindronde Er zijn afspraken over Wat als je klaar bent

5 Tijdens de lesmomenten is de aandachtsverdeling gereguleerd De leerlingen gebruiken een gekleurde dobbelsteen. (visualisatie bijlage 2) Groen = ik wil hulp bieden Rood = ik wil niet gestoord worden / ik stoor zelf ook niet? = ik wil hulp van de leerkracht Er zijn regels voor materiaalgebruik als potloden / pennen. De leerkracht loopt (vaste) rondes (start en hulp). Er is onderscheid tussen werk- en instructiecontact Leerkracht en leerlingen bepalen hulpcontact tijdens rondes en instructie Kinderen gebruiken hun kleuren dobbelsteen Korte instructie gebeurt aan het tafeltje van de leerling Er is een instructietafel Groep 6, 7 en 8 Lesmomenten worden nadrukkelijk geopend / afgesloten Vooruitblik dagdeel door het op het bord visueel te maken Er wordt gebruik gemaakt van een time-timer in sommige gevallen Er zijn afspraken over Wat als je klaar bent Tijdens de lesmomenten is de aandachtsverdeling gereguleerd De leerlingen gebruiken een gekleurde dobbelsteen. (visualisatie bijlage 2) Groen = ik wil hulp bieden Rood = ik wil niet gestoord worden / ik stoor zelf ook niet? = ik wil hulp van de leerkracht Er zijn regels voor materiaalgebruik zoals potloden/ pennen De leerkracht loopt (vaste) rondes (start en hulprondes). Er is onderscheid tussen hulp- en instructiecontacten Leerkracht bepaalt hulpcontact tijdens rondes en instructie Kinderen gebruiken hun kleuren dobbelsteen Korte instructie gebeurt aan het tafeltje van de leerling Er wordt gebruik gemaakt van een instructietafel

6 Toetsing Tijdens de onderwijsinhoudelijke teamvergaderingen Tijdens het groepsbezoek van de directie Tijdens collegiale consultatie Nabespreking groepsbezoek Tijdens het functioneringsgesprek BAS-stuurgroep Zorgvergaderingen

7 Bijlage 1: Rood: De leerlingen werken zelfstandig. De leerlingen mogen de leerkracht niet storen. Oranje: De leerlingen mogen een andere leerling in hun groepje om hulp vragen. De leerkracht mag niet worden gestoord. Groen: De leerlingen mogen andere leerlingen in hun groepje om hulp vragen. De leerlingen mogen ook de leerkracht om hulp vragen.

8 Bijlage 2 Groen: Ik wil hulp bieden Rood: Ik wil niet gestoord worden / ik stoor zelf ook niet?: Ik wil hulp van de leerkracht