LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD 1. Lesbegin

Transcriptie

1 LESONDERWERP : De Stad (Gent) ALGEMENE VAARDIGHEDEN EN ATTITUDES : LEERPLANDOEL(EN) : - - LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD 1. Lesbegin onderwijsleergesprek Kunnen definiëren wat een stad is. De huizen en de overige gebouwen zijn in de stad anders gegroepeerd dan in de verstedelijkte en landelijke woonkern. In de stad wordt de grond voor het overgrote deel ingenomen door gebouwen en wegen. In de stad domineert de aaneengesloten bebouwwing. Open ruimtes komen zelden voor. In de stad wonen meer mensen dan in de andere woonkernen. - Wie gaat er soms naar Gent? - Wat gaan jullie daar doen? - Kennen jullie enkele plaatsnamen? slide : overzicht stad Gent Hier zien jullie de stad Gent. Wat valt jullie op in tegenstelling met wat jullie vorige les gezien hebben over landelijke gemeenten. - wat in verband met de groepering van de gebouwen? - open en gesloten ruimtes? - het aantal inwoners? 1

2 LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD uitleggen wat een stadskern is + voorbeelden van de meest voorkomende gebouwen opsommen. 2. Lesuitwerking 2.1. Ruimtelijke delen van de stad Gent Uitzicht van de stadsdelen + meest voorkomende gebouwen. STADSKERN -marktplein -kerk (historische gebouwen) -winkels -banken -horecazaken -kantoren -warenhuizen Het is een aaneengesloten bebouwing rond de markt met veel smalle straten. De bebouwingsdichtheid is heel hoog. Besluit : wanneer we een aaneengesloten bebouwing hebben (bestaande uit bovenstaande gebouwen) rond de markt en veel smalle straten spreekt men van een STADSKERN. De stadskern = centrum van de stad. Het hart wordt gevormd door het marktplein. (Koornmarkt;...) onderwijsleergesprek - Beschrijf wat je ziet op de slide? - Welke zijn de meest voorkomende gebouwen? slide : stadskern - Kan je nog voorbeelden geven van gebouwen die je al gezien hebt bij een bezoek aan het centrum van Gent? - Wat valt jullie op in verband met de soort bebouwing? - Wat valt jullie op in verband met de bebouwingsdichtheid? - Wat bemerk je in verband met de straten? - Weet er soms iemand waar het hart van de stadskern dan ligt. - En waar is dat dan voor Gent. LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD 2

3 uitleggen wat een stadswijk is + voorbeelden van de meest voorkomende gebouwen opsommen. uitleggen wat een stadsrand is + voorbeelden van de meest voorkomende gebouwen opsommen. STADSWIJK De meest voorkomende gebouwen zijn : -rijwoningen, gewone huizen - flats -winkels -kantoorgebouwen Het is een aaneengesloten bebouwing. De bebouwingsdichtheid is hoog. Besluit : wanneer we een aaneengesloten bebouwing hebben met bovenstaande gebouwen spreekt men van een STADSWIJK. STADSKERN + STADSWIJK = BINNENSTAD Binnenstad wordt meestal begrensd door een ring. De ring is een belangrijke verkeersader. STADSRAND -eengezinswoningen -flatgebouwen -fabrieken -sportterreinen -villa s slide : stadswijk - Welke zijn hier de meest voorkomende gebouwen? - Hoe is het uitzicht van de bebouwing van dit stadsdeel? - Wat bemerk je in verband met de bebouwingsdichtheid in vergelijking met de stadskern. slide : stadsrand - Welke zijn hier de meest voorkomende gebouwen? LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD 3

4 Het zijn brede straten, er is groen aanwezig, zelfs parken. Er kwamen als maar meer mensen wonen (uit de stad). Daardoor werden er grote warenhuizen en winkelcentra opgetrokken. er werden ook fabrieken aangelegd. De bebouwingsdichtheid is er lager dan in de stadskern en in de stadswijk. Besluit :wanneer we een gegroepeerde bebouwing hebben met groen ertussen, grote wegen en bovenstaande gebouwen spreekt men van de STADSRAND. - Wat kan je vertellen van de omgeving? - Wat zou het gevolg kunnen zijn van de aanwezigheid van groen en parken in het woongedeelte? - Wat zou je kunnen zeggen over de bebouwingsdichtheid? STADSKERN+STADSWIJKEN+STADSRAND TOT OVER ANDERE GEMEENTEN =AGGLOMERATIE kaartjes Duo-opdracht: per 2 krijgen ll elke een postkaart. Na overleg met de buurman/vrouw, elk om beurt de postkaart in de juiste kolom plaatsen. werkblaadje idem Klassikale verbetering. 4

5 LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD Ruimtelijke structuur van een stad op het terrein, of foto en op een kaart aflezen Ruimtelijke delen van de stad weergeven op kaart. Uitleggen hoe je vanuit een bovenaanzicht de dingen weergeeft op een kaart. maquette stad/ ll komen naar voor en duiden de delen van de stad aan op de maquette. slide bovenaanzicht van de stad, van de maquette weergave op kaart 2.2. Functies van de stad stadskern : dienstenfuncties handelsfunctie, bestuursfunctie, geneeskundige functies, recreatie, onderwijs. Vele op een hoger niveau dan in een dorp. stadswijk : woonfunctie + dienstenfuncties (kappers, artsen, winkels) stadsrand : woonfunctie +industriële functie (fabrieken op nieuw aangelegde terreinen). Handelsfunctie (warenhuizen) en recreatieve functies (sportterreinen) worden ook belangrijker Invloedssfeer van een stad werkgelegenheid en diensten slide topografische kaart van Gent Individuele opdracht : invullen van een werkblaadje - Wat kunnen we zoal doen in de stadskern? Een deel is reeds gezegd in het begin van de les. - Wat is de voornamelijk de functie van de stadswijk? - Wat is de voornaamste functie van de stadsrand? Individuele opdracht : invullen van het werkblaadje. Klassikale verbetering - Wat biedt een stad ons allemaal aan? 5

6 LESDOELEN LEERINHOUD WERKVORMEN/MEDIA/ORGANISATIE TIJD 3. Lesafsluiting stadskern : aaneengesloten bebouwing + vb gebouwen stadswijk : aaneengesloten bebouwing + vb gebouwen stadsrand : gegroepeerde bebouwing met groen + vb gebouwen - Noem de bijpassende bebouwing bij elk stadsdeel slide overzicht - Geef een vb van een soort gebouw bij elk stadsdeel. - Wat is de voornaamste functie van elk stadsdeel ll schrijven de tekst van de slide over. Opruimen van het lokaal. 6