Alleen indien de noodzaak daartoe is aangetoond wil de Provincie zeer selectief nog een nieuw bedrijventerrein aanleggen.

Transcriptie

1 Wat is het doel van het provinciale bedrijventerreinbeleid? Wij willen bereiken dat er een excellent vestigingsklimaat in onze provincie voor bedrijven aanwezig is. Daarvoor is het nodig dat de bedrijventerreinen die kwaliteiten hebben, die aansluiten bij de wensen van de ondernemers, zodat bedrijven optimaal kunnen functioneren, rekeninghoudend met hun omgeving. De provincie draagt er zorg voor dat er voldoende bedrijventerreinen van de juiste kwaliteit beschikbaar zijn. De provincie zet vooral in op verhoging van de kwaliteit van de bestaande bedrijventerreinen. De provincie wil deze bedrijventerreinen samen met gemeenten en private partijen toekomstbestendig maken en daarmee het Limburgse bedrijfsleven faciliteren. Alleen indien de noodzaak daartoe is aangetoond wil de Provincie zeer selectief nog een nieuw bedrijventerrein aanleggen. Wat willen we bereiken op verouderde terreinen? Door de kwaliteit van bedrijventerreinen op het gewenste niveau te houden, willen we bereiken dat bedrijven niet meer verhuizen naar een ander meestal nieuw- bedrijventerrein, maar dat ze weer gaan investeren in hun eigen pand op de oude locatie. Door efficiënter ruimtegebruik kan weer uitbreidingsruimte voor gevestigde bedrijven worden gecreëerd of ruimte vrijkomen voor de vestiging van nieuwe bedrijven. In sommige gevallen kan zelfs aan een functieverandering worden gedacht. Verouderde bedrijventerreinen zien er nu vaak erg onaantrekkelijk uit en leveren overlast op. Door milieumaatregelen te nemen en vastgoed te upgraden kan hier een aanzienlijke verbetering in optreden, hetgeen bijdraagt aan een positiever imago van het bedrijventerrein. Infrastructuur voldoet vaak niet meer aan de eisen van de tijd en helaas is er ook maar al te vaak sprake van achterstallig onderhoud. Een verbetering van de bereikbaarheid is dus bijna altijd een belangrijke doelstelling. Al dit soort maatregelen draagt ertoe bij dat het vastgoed op het bedrijventerrein door de kwaliteitsimpuls in waarde stijgt, hetgeen vooral in het belang van de ondernemers is. Wat zijn de resultaten tot nu toe? Al sinds 2000 voert de provincie een actief beleid om de kwaliteit op verouderde bedrijven te verhogen. In Limburg zijn in totaal met stimulering door provincie ca. 20 projecten gerealiseerd. Het gaat hier ca. 700

2 ha bedrijventerrein, over heel Limburg verspreid. De totale projectkosten bedroegen ca. 67 mln. Rijk, provincie en EU namen gezamenlijk 30 mln. voor hun rekening, het resterende bedrag was voor rekening van de gemeenten. Overigens zit in het gemeentelijk deel ook de inhaalslag van achterstallig onderhoud! Daarnaast hebben gemeenten zelfstandig nog ca. 600 ha gerevitaliseerd. Deze aanpak kan dus als succesvol worden beschouwd. Maar kan het nog beter? en hoe dan? Het Coalitieakkoord In het Coalitieakkoord van 2007 werd opgenomen, dat er een inventarisatie van de verouderingsproblematiek gemaakt moest worden. Dit leverde het volgende beeld op: Ruim 1700 ha is verouderd, waarvan 600 ha ernstig verouderd. Verreweg de grootste problematiek doet zich voor in de regio s Venlo en Parkstad. Waarom een nieuwe aanpak? De revitaliseringsprojecten, die afgelopen 10 jaar zijn uitgevoerd, hadden voor het merendeel betrekking op het openbare gebied. De investeringen gebeurden vooral door gemeenten, met forse subsidies ondersteund door Provincie, Rijk en Europese Unie. De investeringen door ondernemers of andere private marktpartijen bleven daarbij ver achter. De ondernemers dachten wel mee over de plannen, maar committeerden zich te weinig om ook investeringen te doen. Andere marktpartijen speelden geen of nauwelijks een rol. Wij hebben ook geconstateerd dat de regionale samenwerking nog niet voldoende vorm en inhoud wordt gegeven en dat er nog steeds sprake is van onderlinge concurrentie binnen de regio. Het betreft vaak zeer complexe en langdurige projecten, waarin een belangrijke rol voor private partijen is weggelegd. Het is noodzakelijk om slagvaardig te kunnen blijven opereren. Een overheidsorganisatie kan hier onvoldoende op inspelen. Bovendien is er behoefte om de uitvoering van de herstructurering op grotere afstand van de provinciale politiek te plaatsen. De nieuwe aanpak Provinciale Staten hebben daarom de forse ambitie uitgesproken om tot ha bedrijventerrein te herstructureren. Bij de nieuwe aanpak is het uitdrukkelijk de bedoeling ook de private kavels erbij te betrekken. Dit betekent dat we een beroep zullen doen op de gevestigde ondernemers of andere marktpartijen om te investeren. 2

3 De regionale samenwerking zal verder geconcretiseerd moeten worden: afspraken over prioritering van herstructureringsplannen, afspraken over bedrijfsverplaatsingen, afspraken over selectieve aanleg van nieuwe terreinen, alsmede afspraken over het financieel en juridisch instrumentarium. We hebben daarom de regionale programmeringsoverleggen in het leven geroepen in het kader van het POL Programma Werklocaties Limburg In deze overleggen worden de opgaven voor nieuwe en te herstructureren bedrijventerreinen per regio gebundeld. Wij willen niet meer subsidiëren: we willen investeren! Daarom heeft de provincie besloten samen met LIOF een aparte organisatie hiervoor op te richten: de Limburgse Herstructureringsmaatschappij Bedrijventerreinen (LHB) BV. De LHB is in staat meer marktgericht en slagvaardig te opereren dan de overheid. LHB zal dan ook nadrukkelijk marktpartijen bij de projecten gaan opzoeken. Dit betekent ook dat veel meer dan tot nu toe het geval is een beroep zal worden gedaan op daadwerkelijke investeringen door ondernemers en vastgoedeigenaren. LHB BV De LHB is opgericht door provincie en LIOF. De LHB BV heeft vanuit de provincie als eerste tranche een budget meegekregen van 10 mln. Naar verwachting zullen om aan de taakstelling te kunnen voldoen nog tweemaal een tranche van dergelijke omvang beschikbaar moeten komen. Het draagvalk hiervoor binnen Provinciale Staten is hiervoor aanwezig. Vanuit LIOF is een bedrag van 5 mln. beschikbaar gesteld. Daarnaast zal worden toegevoegd het budget dat het rijk voor Limburg voor de periode tot 2013 ter beschikking stelt op basis van het Convenant Bedrijventerreinen van ruim 11 mln. Daar bovenop gaan we nog inzetten op FES-middelen. Alles bij elkaar een forse pot met geld dus. Waarom een aparte BV? Er zijn een aantal redenen waarom voor de oprichting van een aparte BV is gekozen. Het past niet binnen de visie van de provincie om nog langer uitvoeringstaken voor haar rekening te nemen. Wel wil de Provincie invloed kunnen uitoefenen op de uitvoering, met name op welke projecten in welke regio s opgepakt gaan worden en hoeveel middelen daarvoor ingezet worden. Maar ook op de programmering per regio en de regionale samenwerking. Wij hebben in Limburg een partij in huis die al langdurige ervaring heeft op het gebied van herstructureringsprojecten : LIOF. LIOF opereert ook dichtbij de markt, maar is ook gelieerd aan provincie en Ministerie van EZ. 3

4 De afdeling Bedrijventerreinen van L IOF heeft namens de provincie al vele jaren betrokkenheid heeft bij herstructureringsprojecten. Er heeft hier belangrijke kennisopbouw plaatsgevonden. Daar gaat ook de LHB van profiteren, aangezien LIOF de workforce gaat vormen van de LHB. Onderbrengen in een aparte BV betekent ook dat de financiële risico s beter beheersbaar worden. Ook dat vergroot de slagvaardigheid van een dergelijke organisatie. Voorwaarden Provinciale Staten hebben een aantal voorwaarden opgesteld om voor LHB-middelen in aanmerking te komen. Deze zijn vertaald in het businessplan van de LHB. Enkele voorwaarden zijn: De LHB investeert alleen in projecten, wanneer de gemeenten en het bedrijfsleven dat ook doen. Zonder gemeenten en zonder bedrijfsleven dus geen project! Voor de gemeenten betekent herstructurering dan ook een fors beslag op de toekomstige financiële middelen, waarop tijdig middels reserveringen ingespeeld zal moeten worden. Regionale samenwerking is een must! In de regio Midden Limburg heeft deze al vorm gekregen middels de oprichting van ontwikkelingsmaatschappijen. Op het gebied van bedrijventerreinen wordt ook in Parkstad intensief samengewerkt en wordt gekeken naar nieuwe organisatorische mogelijkheden voor samenwerking. Ook Venlo heeft de uitdaging al opgepakt en neemt het voortouw bij de regionale samenwerking. Wij gaan ervan uit dat in de regionale programmeringsoverleggen op korte termijn een uitvoeringsprogramma per regio wordt opgesteld. Voor prioritaire projecten kunnen gemeenten en private partners, in nauwe samenwerking met LHB, proberen tot een haalbare businesscase te komen. Kortom regionale samenwerking en een stevige gemeentelijke financiële bijdrage zijn een vereiste. Om een en ander haalbaar te maken zullen nieuwe financieringsvormen onderzocht en toegepast moeten worden. Voorbeelden zoals grondprijsverhoging op bestaande terreinen, winst op nieuwe terreinen inzetten voor herstructurering, regionale fondsvorming e.d. zullen zeker de revue passeren. Ook het realiseren van parkmanagement is een belangrijke voorwaarde. Immers zonder een goed beheer is een bedrijventerrein niet toekomstbestendig en zouden de gepleegde investeringen op termijn teniet worden gedaan. Aansluiting bij het Rijksbeleid Op rijksniveau is in september 2008 een belangrijk advies uitgebracht over de aanpak van bedrijventerreinen. Dit gebeurde door de Taskforce (her)ontwikkeling Bedrijventerreinen, ook wel 4

5 genaamd Cie Noordanus. De in Limburg reeds in 2007 in gang gezette aanpak met de oprichting van de LHB sluit hier perfect bij aan en loopt dus vooruit op dit advies! Onlangs is een en ander bestuurlijk bezegeld in een convenant tussen Rijk,IPO en VNG waardoor Limburg bij goedkeuring van haar provinciale herstructureringsprogramma- verzekerd is van ruim 11 mln. aan te decentraliseren rijksmiddelen. We zijn al volop bezig! Het overleg tussen LHB en diverse regio s is inmiddels al opgestart. In Parkstad loopt een piltoproject van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. In het kader van dit project zullen een 4-tal Masterplannen worden opgesteld, maar zal ook in regionaal verband de toepasbaarheid van een aantal nieuwe financiële en juridische instrumenten worden onderzocht. De eerste resultaten worden hier volgend voorjaar van verwacht. Door diverse regio s en gemeenten zijn al projecten aangekaart. Vragen? Voor vragen kunt u contact opnemen met: Marion Cremers- van As, accountmanager LHB BV van de Provincie Limburg (tel ) ( mcp.cremers@prvlimburg.nl) of met Rob van Midden, directeur LHB BV ( ) ( rvanmidden@liof.nl) I 5