John Bowlby, Charles Darwin en evolutie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "John Bowlby, Charles Darwin en evolutie"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 4 John Bowlby, Charles Darwin en evolutie De gehechtheidstheorie als evolutionaire theorie Marianne S. de Wolff en Frank C.P. van der Horst De Britse kinderpsychiater John Bowlby ( ) was zijn tijd ver vooruit in de wetenschappelijke aandacht die hij had voor jonge kinderen. In de jaren veertig van de vorige eeuw ontwikkelde hij een eerste, rudimentaire vorm van de gehechtheidstheorie, die inmiddels is uitgegroeid tot toonaangevend in de moderne ontwikkelingspsychologie en pedagogiek. De gehechtheidstheorie beschrijft de sociaalemotionele ontwikkeling van kinderen, die als een belangrijke determinant wordt gezien van het hele functioneren van het kind, tot in de volwassenheid toe. In dit hoofdstuk beschrijven we de evolutionaire basis van de gehechtheidstheorie. In kort bestek wordt geschetst hoe Bowlby s affiniteit met de ethologie, zijn vroege liefde voor de natuur en zijn fascinatie voor Darwin hebben bijgedragen aan zijn nieuwe theoretische inzichten. Zowel in zijn persoonlijke als professionele leven heeft Bowlby zich sterk laten inspireren door de ethologie, die we kunnen beschouwen als een exponent van de evolutionaire benadering in de biologie. We zullen hier betogen dat de gehechtheidstheorie vooral als een evolutionaire theorie moet worden beschouwd. Vormende jaren tot kritisch psychoanalyticus In het leven van de jonge Bowlby doen zich een heel aantal scheidingservaringen voor: als vierjarig jongetje moet Bowlby afscheid nemen van het vaste kindermeisje van de familie, vader Anthony is gedurende de Eerste Wereldoorlog voor lange tijd aan het front, en als elfjarige wordt Bowlby naar een kostschool buiten Londen gestuurd. Of al die vroege ervaringen een bepaalde gevoeligheid bij Bowlby voor het thema scheiding hebben teweeggebracht, is niet met zekerheid te zeggen (Van Dijken, 1998). Scheiding van de moeder is echter wel een centraal thema in Bowlby s werk geworden. Ook van belang in de vormende jaren is de grote liefde voor de natuur die Bowlby van zijn moeder krijgt bijgebracht. In Bowlby s kindertijd verblijft de familie regelmatig op het Engelse platteland en tijdens de zomervakanties worden de grootouders in Schotland bezocht. Tijdens deze vakanties leren de kinderen 39

2 Darwin, geschiedenis en opvoeding vlinders, vogels en bloemen te herkennen en worden hun de beginselen van het schieten en vissen bijgebracht. In zijn tienerjaren wordt Bowlby een enthousiast vogelaar zoals veel van de vroege ethologen waren. Het is aannemelijk dat deze voorliefde voor de natuur Bowlby in latere jaren meer ontvankelijk heeft gemaakt voor de ideeën en methodieken van de ethologen. Na het afronden van zijn studie medicijnen werkt de eenentwintigjarige Bowlby een jaar lang als vrijwilliger op twee scholen voor kinderen met onaangepast gedrag : Bedales en Priory Gate School. Het moeilijke gedrag wordt op deze scholen toegeschreven aan vroegere, minder gunstige ervaringen van de jongens. Velen waren als klein kind al door hun moeder verlaten. Voor Bowlby is deze veronderstelling aanleiding om zich verder te verdiepen in de psyche van het kind. Hij besluit vanaf 1929 zijn medische opleiding te combineren met een psychoanalytische training. Als tweeëntwintigjarige student wordt Bowlby toegelaten aan het Institute of Psycho-Analysis en krijgt hij Melanie Klein als supervisor toegewezen. Volgens Klein hebben geestelijke aandoeningen hun oorsprong in onderbewuste fantasieën uit de kindertijd. Bowlby brengt emotionele stoornissen liever in verband met feitelijke ervaringen van het kind, zoals het verlies van de moeder. In zijn toetredingsrede voor de British Psycho-Analytical Society vraagt Bowlby (1940) dan ook aandacht voor de vroege ervaringen van kinderen en de scheiding van hun moeder. De deprivatiehypothese wordt geïntroduceerd: een verbroken band met moeder leidt tot affectieloos gedrag op latere leeftijd. In de jaren na zijn toetreding krijgt Bowlby van verschillende kanten bijval voor zijn stelling dat ervaringen uit de jeugd van invloed zijn op de latere ontwikkeling. Dorothy Burlingham en Anna Freud (1942, 1944) publiceren verschillende boeken over de schrijnende ervaringen van jonge kinderen die in de Tweede Wereldoorlog in kindertehuizen werden opgenomen. Ondanks de goede lichamelijke verzorging waren deze kinderen apathisch en passief. Volgens Bowlby ligt een belangrijke oorzaak bij de scheiding tussen moeder en kind. Voor deze veronderstelling is op dat moment echter nog weinig empirische evidentie. In 1944 publiceert Bowlby een retrospectief onderzoek naar afwijkend gedrag van 44 jongens die behandeld werden in de Londense Tavistock Clinic. De 44 diefjes werden geïnterviewd en vergeleken met 44 kinderen in een controlegroep die in dezelfde kliniek onder behandeling waren voor emotionele problemen. Deze controlegroep vertoonde geen delinquent gedrag. Bowlby stelt vast dat meer dan de helft van de diefjes op jonge leeftijd al gescheiden was van hun moeder. Deze jongens lijden volgens Bowlby aan affectieloosheid : ze zijn niet in staat om een emotionele band met een ander aan te gaan. Bowlby s studie naar de 44 diefjes brengt hem in beeld bij de Wereldgezondheidsorganisatie WHO (Van der Horst, Van der Veer & Van IJzendoorn, 2007). In 1949 wordt Bowlby gevraagd een rapport te schrijven over de geestelijke gezondheid van kinderen die zonder moeder opgroeien. Dit onderzoek zal het verdere verloop van zijn loopbaan en onderzoeksactiviteiten sterk beïnvloeden. In 1951 verschijnt 40

3 Hoofdstuk 4 John Bowlby, Charles Darwin en evolutie het WHO-rapport Maternal Care and Mental Health, waarin Bowlby beweert dat de behoefte van een kind om gehecht te raken aan zijn moeder net zo belangrijk is als de behoefte van het kind aan voeding. Bowlby baseert zich op zijn eigen klinische observaties, maar is ook te rade gegaan bij verschillende experts in Europa en de VS, zoals William Goldfarb en René Spitz (Van der Horst & Van der Veer, 2008). Spitz (1945) was een psychoanalyticus die, net als Bowlby, aandacht vraagt voor de risico s van moederlijke deprivatie. Kinderen die voor korte of lange tijd in een ziekenhuis werden opgenomen kwijnden weg, ondanks het feit dat de verzorging goed was naar toenmalige inzichten. Volgens Spitz krijgen de kinderen in de ziekenhuizen te weinig affectieve aandacht, wat kan leiden tot een blijvende emotionele schade, door Spitz aangeduid als hospitalisatie. Bowlby s aandacht voor moederlijke deprivatie is dus zeker niet uniek. In het rapport voor de WHO werkt Bowlby zijn belangrijkste stelling uit: wanneer jonge kinderen van hun moeder worden gescheiden, heeft dit negatieve gevolgen voor de verdere ontwikkeling van het kind. Hiermee neemt Bowlby afstand van de psychoanalytische opvattingen waarbij emotionele problemen worden toegeschreven aan de innerlijke (fantasie)wereld van het kind. Waar in traditionele psychoanalyse mentale stoornissen worden verklaard vanuit interne (psychische) factoren, wijst Bowlby op externe, reële gebeurtenissen. Over het belang van interne en externe factoren merkt Bowlby veel later op: Verreweg het grootste deel van wat zich afspeelt in de innerlijke wereld is een min of meer nauwkeurige weerspiegeling van de ervaringen die iemand in de werkelijkheid heeft opgedaan... Als een jong kind zijn moeder als een liefdevol persoon ziet, dan is de kans groot dat deze moeder inderdaad een erg liefdevolle persoon is. Als hij haar ziet als een afwijzende moeder, dan is ze een zeer afwijzende moeder (Bowlby, Figlio & Young, 1986, p. 43). Kennismaking met de ethologie Voor een andere interpretatie van de band tussen moeder en kind wendt Bowlby zich tot de ethologie. Ethologie of gedragsleer is een onderdeel van de biologie, waarin het gedrag van dieren centraal staat. De ethologie zoekt naar verschillende soorten verklaring van gedrag door middel van de vier waaromvragen van de Nederlandse bioloog en Nobelprijswinnaar Niko Tinbergen. Ten eerste: hoe draagt het gedrag bij aan de overleving en het succes van het dier (de functie van het gedrag)? Welke situatie en welke stimuli roepen het gedrag op (de oorzaak van het gedrag)? Verandert het gedrag met leeftijd, zijn er eerdere leerervaringen nodig om dit gedrag te vertonen (de individuele ontwikkeling van het gedrag)? Ten slotte: hoe is het gedrag evolutionair gezien ontstaan (de evolutie van het gedrag)? Na het schrijven van de WHO-publicatie wordt Bowlby door een vriend gewezen op het werk van de Oostenrijkse zoöloog Konrad Lorenz. Het is Bowlby s eerste kennismaking met de ethologie. Een bevriende bioloog, Julian Huxley, moedigt Bowlby 41

4 Darwin, geschiedenis en opvoeding vervolgens aan zich verder te verdiepen in deze relatief nieuwe discipline. In de jaren vijftig heeft Bowlby enkele ontmoetingen met Lorenz. Lorenz, die samen met Tinbergen wordt beschouwd als de grondlegger van de ethologie, heeft dan al grote faam gemaakt met zijn beschrijving van het concept inprenting (of imprinting). Lorenz ontdekte immers dat jonge ganzen een kritische periode hebben waarin zij, zodra zij uit het ei komen, direct het eerste bewegende object in hun omgeving gaan volgen en als moedergans gaan beschouwen. Met zijn experimenten toont Lorenz aan dat een bepaald hechtingsmechanisme voorgeprogrammeerd zit in het genetisch materiaal van de ganzen. De gans wordt niet geboren met een bepaald beeld van de moedergans, maar met een hechtingsmechanisme. Via Lorenz komt Bowlby in 1954 in aanraking met de Britse etholoog Robert Hinde. De vijftien jaar jongere Hinde zal Bowlby in de jaren daarna meer vertrouwd maken met de grondbeginselen van de ethologie (Van der Horst, Van der Veer & Van IJzendoorn, 2007). De ethologie verschaft Bowlby een instrument waarmee hij gehechtheidsgedrag van kinderen kan beschrijven als instinctief gedrag. Bowlby maakt in zijn theorie gebruik van concepten uit de ethologie, zoals imprinting, sensitive period, set-goal, goal-corrected system, cognitive map en working model (Van der Horst & Van der Veer, 2005). Ook de methoden van de ethologie, observatie en experimentatie, zijn voor Bowlby bruikbaar voor zijn gehechtheidstheorie. In een interview uit 1979 zegt Bowlby zelf over ethologie: De ethologie beschouw ik als immens belangrijk. Het is eigenlijk altijd mijn streven geweest om de psychoanalyse te herschrijven in het licht van ethologische principes. Hinde heeft een bijzonder sterke invloed op mij gehad. Ik ken hem al sinds Hij heeft sindsdien mijn werk bekeken en bekritiseerd (Dinnage, 1979, p. 325). In een interview met Robert Hinde zegt deze over Bowlby s keuze voor de ethologie: Bowlby s fascinatie voor de ethologie was evident, maar men zou zich kunnen afvragen waarom hij zich überhaupt tot de ethologie wendde. Een antwoord zou kunnen zijn dat hij op zoek was naar een bevestiging van ideeën die hij al veel langer had. Vanaf het allereerste begin van zijn loopbaan geloofde Bowlby dat de emotionele band tussen ouders en kinderen erg belangrijk was, en dat deze band langlopende, serieuze gevolgen kan hebben die los staan van zaken zoals voeden (Van der Horst, Van der Veer & Van IJzendoorn, 2007, p. 32). Bowlby heeft alleen nog empirisch bewijs nodig voor zijn ideeën: niet omdat hij zelf twijfelt aan de juistheid van zijn theorie, aldus Hinde, maar louter om anderen van de juistheid ervan te overtuigen. In 1958 verschijnt The Nature of the child s tie to his mother, waarin Bowlby zijn ethologische theorie in een notendop beschrijft. De cupboard theory of social development is onjuist, betoogt Bowlby, niet voeding maar de aangeboren neiging om gehecht te raken ligt ten grondslag aan de band van een kind met zijn moeder. 42

5 Hoofdstuk 4 John Bowlby, Charles Darwin en evolutie Kinderen laten verschillende gehechtheidsgedragingen zien: zuigen, zich vastklampen, volgen, huilen en lachen. Deze gedragingen zijn aangeboren en kunnen worden verklaard vanuit een evolutionair perspectief: gehechtheidsgedrag bevordert de overleving van de menselijke soort. Bowlby baseert zijn theorie op klinische gevalsbeschrijvingen, zoals de studie naar de 44 diefjes. Empirische steun voor Bowlby s veronderstellingen komt uit onverwachte hoek van de Amerikaanse dierpsycholoog Harry Harlow (1958; cf. Van der Horst, LeRoy & Van der Veer, 2008). In een van zijn experimenten werden jonge aapjes direct na de geboorte van de moeder gescheiden. De babyaapjes hadden twee kunstmoeders : één van ijzerdraad die zorgde voor de voeding, en een surrogaatmoeder van badstof, zonder voeding. Harlow ontdekte tot zijn verbazing dat de babyaapjes per etmaal zo n zeventien uur doorbrachten bij de badstofmoeder, tegenover nauwelijks één uur bij de voedende moeder. Met zijn experimenten toont Harlow aan dat, in weerwil van wat psychoanalytici en leertheoretici beweerden, voeding geen doorslaggevende rol speelt bij het tot stand komen van de band tussen moeder en kind. Niet voeding maar de aaibaarheid van de kunstmoeder Harlow gebruikt hiervoor de term contact comfort blijkt een grote rol te spelen in de totstandkoming van de band tussen aap en kunstmoeder. In mondeling commentaar dat Harlow bij filmopnames van deze experimenten gaf, valt op dat hij de band tussen babyaap en de kunstmoeder omschrijft in termen van veiligheid (security). De moeder met wie het apenjong een band heeft opgebouwd, verschaft het apenjong veiligheid wanneer het gespannen is. Precies dezelfde redenering gebruikt Bowlby als hij de band tussen moeders en (mensen)kinderen beschrijft. Bowlby s fascinatie voor Darwin Bowlby s kennismaking met de ethologie in 1951 zorgt voor een levenslange fascinatie voor evolutie en de persoon van Charles Darwin. Al heel vroeg in de ontwikkeling van zijn evolutionaire ideeën over gehechtheid schrijft Bowlby aan zijn vrouw Ursula over zijn belangstelling voor Darwin als wetenschapper: Het doet me deugd dat ik enkele eigenschappen met Darwin deel, hoewel lang niet alle! Hij was een onnoemelijk goede waarnemer en hij besteedde al zijn tijd aan onderzoek. Ik ben bij lange na niet zo n goed waarnemer en verre van een voltijds onderzoeker. Desondanks geloof ik dat ik dezelfde capaciteit heb om jaren te worstelen met een probleem, peinzend over de beschikbare data totdat de onderliggende theorie vorm begint te krijgen; en daarnaast dat ik de theorie dicht bij de data probeer te houden. Geen ondeugdelijke speculatie! Maar diepgaande theorievorming wanneer die zich voordoet. Twee andere eigenschappen die ik blij ben met hem te delen het maken van systematische aantekeningen en het ineens schrijven van stukken tekst met vele revisies later. Dus hoe goed of slecht ik als wetenschapper ook moge zijn, ik denk dat ik dezelfde soort wetenschapper ben als Darwin en niet het minste zoals Freud. (Bowlby in een brief aan Ursula, 19 mei 1958; onderstreping in het origineel.) 43

6 Darwin, geschiedenis en opvoeding Niet alleen wordt Bowlby s grote bewondering voor Darwin duidelijk uit dit citaat, Bowlby plaatst zichzelf nadrukkelijk in de wetenschappelijke traditie van Darwin. De grote fascinatie van Bowlby voor Darwin blijkt ten slotte ook uit zijn biografie over Darwin, die in 1990 verscheen. In deze biografie (Bowlby, 1990) beschrijft Bowlby het leven van Darwin alsof die bij hem op de sofa heeft gelegen: Bowlby probeert de emotionele problemen die Darwin gedurende bijna zijn gehele leven kende, te verklaren door scheidingservaringen in zijn jeugd. Bowlby betoogt dat het verlies van zijn moeder Darwin op achtjarige leeftijd voorgoed heeft getekend. Soms wordt wel aangenomen dat Bowlby veel van Darwins leven in dat van zichzelf terugvond. Zijn biografie van Darwin zou daarom ook veel autobiografische elementen bevatten. In bovengenoemd citaat neemt Bowlby heel duidelijk afstand van Sigmund Freud, en dan met name van de onderzoeksmethoden van psychoanalytici: een intuïtieve, hypothetische benadering van gedrags- en persoonlijkheidsproblemen en psychoanalytische interpretatie in de klinische praktijk. Bowlby was er juist van overtuigd dat kinderen het meest gebaat waren bij een zorgvuldige observatie en verklaring van hun gedrag geplaatst in de context van hun omgeving, geheel in de geest van de ethologische traditie. Eerste ontwerp van de gehechtheidstheorie: Attachment and Loss In 1969 verschijnt Bowlby s compleet uitgewerkte theorie in het eerste deel van de trilogie Attachment and Loss (Bowlby, 1982/1969), waarvan het laatste deel verschijnt in In zijn gehechtheidstheorie integreert Bowlby onder meer concepten uit de psychoanalyse, uit de ethologie en uit de regelsysteemtheorie. Bowlby probeert, zoals hij het zelf ooit verwoordde, de psychoanalyse te herschrijven in het licht van ethologische concepten (Dinnage, 1979, p. 325). Volgens Bowlby heeft menselijk gedrag biologische wortels die slechts vanuit een evolutionair perspectief begrepen kunnen worden. Verondersteld wordt dat jonge kinderen en ook ouders bepaalde gedragingen laten zien die overlevingswaarde hebben (gehad) in de primitieve omgeving, waarin de soort zich gedurende miljoenen jaren heeft ontwikkeld. Deze primitieve omgeving duidt Bowlby aan als de Environment of Evolutionary Adaptedness. Kleine kinderen hadden in deze omgeving meer kans om te overleven als ze in de nabijheid van hun ouders bleven en afstand bewaarden tot vreemden of onbekenden. Bowlby veronderstelt dat deze gunstige gedragingen in de loop van miljoenen jaren genetisch verankerd zijn geraakt bij de mens (cf. Van der Horst & Van der Veer, 2005). Ieder kind is volgens Bowlby van nature uitgerust met een repertoire van gedragingen waarmee het de nabijheid van de opvoeder kan bewerkstelligen of handhaven: huilen, glimlachen, volgen, vastklampen, of protesteren tegen contact verbreken. Al die gedragingen vormen volgens Bowlby een zichzelf regulerend regelsysteem 44

7 Hoofdstuk 4 John Bowlby, Charles Darwin en evolutie dat doelgericht kan functioneren. Bowlby vergeleek het gehechtheidssysteem ook wel met een thermostaat die zorgt dat een bepaalde temperatuur gehandhaafd blijft. Doel van het gehechtheidssysteem is het handhaven van contact met en nabijheid tot de opvoeder. Een enkele gebeurtenis kan het gedragssysteem van het kind in werking zetten. Bijvoorbeeld: het jonge kind ziet dat zijn moeder weggaat, en gaat vervolgens huilen. Totdat het doel van het systeem (nabijheid van de moeder) bereikt is, kan het kind verschillende gedragingen laten zien, met verschillende intensiteit. Wanneer een kind de leeftijd van één jaar bereikt, wordt duidelijker een vast patroon van de gedragingen waarneembaar: het ene kind kan in de regel zeer heftig reageren als zijn gehechtheidssysteem geactiveerd wordt, terwijl een ander kind nauwelijks stress laat merken. Volgens Bowlby waren het met name de ervaringen met de vaste verzorgers die bepaalden wat voor patroon een kind zou ontwikkelen. Op grond van tal van kleine interacties met de vaste verzorger ontwikkelt het jonge kind een bepaald verwachtingspatroon ten aanzien van de verzorger. Bowlby duidde het geheel van verwachtingen (ten aanzien van een gehechtheidspersoon, bijvoorbeeld de ouder) ook wel aan als een intern werkmodel van gehechtheid. Het intern werkmodel ligt ten grondslag aan het gedrag dat een kind laat zien wanneer zijn gehechtheidssysteem geactiveerd wordt. Op de leeftijd van ongeveer één jaar is een ruwe versie van het intern werkmodel gereed. In de levensjaren daarna ontwikkelt het model zich verder. Op basis van nieuwe ervaringen kunnen verwachtingen worden bijgesteld, maar met de leeftijd neemt de veranderbaarheid af. Het intern werkmodel, de mentale kant van de gehechtheidsrelatie, vormt als het ware de blauwdruk voor alle latere sociale relaties die een kind aangaat. Die blauwdruk is bepalend voor het verdere leven, maar niet in een deterministische zin. Het intern werkmodel kan altijd bijgesteld worden door nieuwe, positieve ervaringen. Mary Ainsworth en de Vreemde Situatie Procedure Het is vooral de verdienste van Mary Ainsworth geweest dat de theorie van Bowlby een brede ingang heeft gevonden in de hedendaagse pedagogiek en ontwikkelingspsychologie. Bowlby was in de eerste plaats theoreticus en het is Ainsworth die de link heeft gelegd tussen gedragsobservaties en de theoretische concepten, aldus Hinde in een interview (Van der Horst, Van der Veer & Van IJzendoorn, 2007, p. 331). Mary Ainsworth ( ), een Canadese psychologe, werkt van 1950 tot 1954 bij de Tavistock Clinic in Londen. In die periode verschijnt Bowlby s WHO-rapport en verdiept Bowlby zich in de ethologie. In 1954 het jaar dat Bowlby Robert Hinde ontmoet vertrekt Ainsworth alweer met haar echtgenoot naar Afrika. Met Bowlby blijft ze echter tot het einde van haar leven intensief samenwerken. Het onderzoek 45

8 Darwin, geschiedenis en opvoeding dat Ainsworth (1967) in Afrika uitvoert, sluit overigens goed aan bij ethologische principes. Ze observeert het gedrag van moeders in de alledaagse interacties met de baby in de thuissituatie. Deze observaties worden uitvoerig beschreven, met als doel om achteraf te kunnen vaststellen waarom sommige baby s wel, en andere (nog) niet aan hun moeder gehecht zijn. Volgens Ainsworth zijn er systematische verschillen tussen beide typen moeders: moeders van de kinderen die aan hen gehecht zijn, zijn sensitiever in de omgang. Wanneer Ainsworth terugkeert naar Noord-Amerika, worden deze eerste observaties in Oeganda min of meer gerepliceerd in een kleine Amerikaanse steekproef. Dit onderzoek resulteerde onder andere in de Vreemde Situatie Procedure om verschillen in kwaliteit van de moeder-kindrelatie te kunnen vaststellen (Ainsworth, Blehar, Waters & Wall, 1978; Ainsworth & Wittig, 1969). De Vreemde Situatie Procedure (VSP) verschaft de gehechtheidsonderzoekers een methode om individuele verschillen in de gehechtheidsrelatie betrouwbaar vast te stellen. Hiermee wordt een nieuwe weg ingeslagen: decennialang staat het onderzoek naar determinanten en gevolgen van individuele verschillen van gehechtheid centraal. In de VSP verblijft het jonge kind een korte periode in een voor het kind onbekende ruimte, waarbij de vaste verzorger ook nog eens twee keer achter elkaar uit beeld verdwijnt. Deze stressvolle gebeurtenissen activeren het gehechtheidssysteem van het kind. De verzorger keert vrijwel onmiddellijk terug in de ruimte waar het kind verblijft. Het gedrag van het kind bij de terugkeer van de verzorger maakt duidelijk hoe het gehechtheidsgedrag is georganiseerd. Als het kind vertrouwen heeft in de beschikbaarheid van de verzorger, zoekt het onmiddellijk contact met de verzorger en is de stress gauw verdwenen. De verzorger functioneert als bron van steun, een veilige haven van waaruit het kind zich kan ontwikkelen. Kinderen met een onveilige band daarentegen blijven ook als de vaste verzorger weer is teruggekeerd in de ruimte veel stress ervaren. Hier ontbreekt het vertrouwen in de beschikbaarheid van de vaste verzorger. Een onveilige gehechtheidsrelatie kan beschouwd worden als een risicofactor in de ontwikkeling van het jonge kind. Een kind met een veilige relatie heeft vertrouwen in zijn sociale omgeving en in zichzelf. Empirisch onderzoek heeft inmiddels laten zien dat een veilig gehechte peuter op basisschoolleeftijd niet alleen sociaal, maar ook cognitief beter af is dan zijn onveilig gehechte leeftijdgenoot. Hoe evolutionair is de gehechtheidstheorie? De gehechtheidstheorie heeft een duidelijke evolutionaire basis: gehechtheidsgedrag wordt gezien als een instinctief gedragpatroon, dat is vastgelegd in de genen. In deze paragraaf bespreken we eerst de kritiek die geuit is op de evolutionaire basis. Vervolgens betogen we dat ondanks deels terechte kritiek het evolutionair-theoretische fundament toch gehandhaafd moet blijven vanwege grote heuristische waarde. 46

9 Hoofdstuk 4 John Bowlby, Charles Darwin en evolutie De term Environment of Evolutionary Adaptedness (EEA) staat centraal in Bowlby s theorie: de term geeft aan waarom een kind gehechtheidsgedrag laat zien. In de primitieve leefomgeving is een kind beschermd tegen roofdieren, invloeden van het klimaat en andere gevaren wanneer het in de nabijheid van zijn dagelijkse verzorger blijft. In de jaren zestig en zeventig kwam kritiek op het gebruik het gebruik van de EEA (zie ook Van der Horst & Van der Veer, 2005). Eén van de kritiekpunten heeft betrekking op Bowlby s focus op de moederfiguur. In de EEA zouden kinderen namelijk opgroeien in een grote groep zonder exclusieve band met één enkele opvoeder (Morgan, 1975). Later heeft Bowlby de strikte exclusiviteit van de moeder als primaire verzorger losgelaten. In de gehechtheidstheorie is de verbredingshypothese inmiddels overgenomen waarbij verondersteld wordt dat het kind een gehechtheidsrelatie opbouwt met een aantal vaste verzorgers zoals ouders, oppas, en grootouders (Van IJzendoorn, Tavecchio, Goossens & Vergeer, 1982). Een tweede punt van kritiek heeft betrekking op het concept EEA. Met dit concept zou Bowlby een te statische, te uniforme en te optimistische voorstelling geven van het oorspronkelijke leefmilieu van de primitieve mens (Foley, 1996; Irons, 1998). Critici zijn van mening dat er nooit één uniforme leefomgeving heeft bestaan. Inmiddels is het idee van een uniforme leefomgeving losgelaten in het gehechtheidsonderzoek. Er zijn altijd al verschillende ecologische omgevingen geweest die een rol hebben gespeeld in het ontstaan van gehechtheid. Zo worden de verschillende patronen van gehechtheid de veilige, ambivalente of vermijdende vorm nu gezien als aanpassingen aan het ouderlijk gedrag in verschillende omgevingen (Chisholm, 1996). Een derde punt van kritiek betreft de verwarring die ontstaat over het descriptief en verklarend gebruik van concepten zoals EEA en gehechtheid (Clinton, 1986). Met de term EEA beschrijft Bowlby geobserveerde gedragingen van het kind op een descriptieve wijze. Volgens Clinton worden dezelfde descriptieve termen ook gebruikt om het gedrag causaal te verklaren, en dat geeft juist de verwarring. Samenvattend: veel van de geuite kritiekpunten op de EEA waren terechte kritiek. De gehechtheidstheorie is inmiddels op verschillende punten aangepast: de focus op de moederfiguur is losgelaten en vervangen door de verbredingshypothese. Ook de uniforme interpretatie van de EEA heeft men opgegeven. Het concept EEA achten we daarom niet langer volledig houdbaar in het gehechtheidsonderzoek. In navolging van Hinde stellen we vast dat het concept wel een duidelijke historische waarde heeft: voor de ontwikkeling van de gehechtheidstheorie is het begrip van groot belang geweest (zie ook Van der Horst & Van der Veer, 2005). Naast de historische waarde van het concept EEA, is de evolutionaire basis in bredere zin onmisbaar voor de gehechtheidstheorie. De centrale veronderstelling dat menselijk gedrag zich voortdurend aanpast aan de belangrijkste bedreigingen van de inclusive fitness van de mens blijft namelijk gehandhaafd. De verschillende gehechtheidspatronen, zoals de veilige, ambivalente en vermijdende vorm, wor- 47

10 Darwin, geschiedenis en opvoeding den gezien als het resultaat van optimale aanpassing aan een specifieke context waarin ouders en kinderen met elkaar omgaan. Vanuit die optiek kan onveilige gehechtheid evolutionair voordeel hebben in een omstandigheid waarbij ouders en kinderen zich moeten aanpassen aan (economisch) slechte levensomstandigheden (Simpson & Belsky, 2008). In de tweede plaats wordt de evolutionaire basis bevestigd door uitkomsten van crosscultureel onderzoek. Als gehechtheid evolutionair is, mag immers aangenomen worden dat gehechtheid universeel is over landen en culturen heen. Crossculturele studies in Afrika, Indonesië, Israël en Japan hebben inderdaad laten zien dat in verschillende landen en culturen dezelfde patronen van gehechtheid worden teruggevonden, en dat veilige gehechtheid de meest voorkomende vorm is (zie voor een overzicht Van IJzendoorn, 2008). De evolutionaire basis van de gehechtheidstheorie ten slotte, heeft veel heuristische waarde voor toekomstig onderzoek. Door gedrag vanuit een evolutionair perspectief te interpreteren, komt de functie van het gedrag duidelijker naar voren. Vanuit evolutionair perspectief kan bijvoorbeeld begrepen worden waarom kinderen van mishandelende ouders zich toch hechten aan deze ouders en waarom deze kinderen als volwassenen meer risico lopen om zelf ook te gaan mishandelen wanneer ze vader of moeder worden. Er kunnen nog wel vragen gesteld worden bij de evolutietheoretische basis van de gehechtheidstheorie. In hoeverre is gehechtheid iets universeels en in hoeverre is sprake van cultuurspecifieke invloeden op gehechtheid? Waar Bowlby vanouds de universaliteit van de gehechtheidsrelatie verdedigde, hebben anderen meer aandacht gevraagd voor de rol van de omgeving (bijvoorbeeld Crockenberg 1981; Gunnar, Larson, Hertsgaard, Harris & Brodersen, 1992). Met de formulering van het evolutionaire model van gehechtheid probeert Van IJzendoorn (2008) recht te doen aan zowel het universele als het cultuurspecifieke aspect van een gehechtheidsrelatie. Ieder kind wordt geboren met een universele neiging om gehecht te raken aan zijn of haar belangrijkste verzorgers. Inclusive fitness heeft ervoor gezorgd dat alle mensenkinderen geneigd zijn zich vast te klampen aan de beschermende gehechtheidsfiguur. De wijze waarop de verzorgers reageren op deze neiging van het kind is daarentegen veel meer afhankelijk van de specifieke omgeving en cultuur. Er bestaan immers tal van normen en waarden voor het grootbrengen van kinderen die van invloed zijn op het gedrag waarmee ouders hun jonge kind tegemoet treden en reageren op de kinderlijke behoefte aan nabijheid. Met andere woorden: de neiging om gehecht te raken is universeel, de inbreng van ouders en verzorgers zou meer cultuurspecifiek en afhankelijk van de omgeving zijn. Een opvallende parallel is er met de taalontwikkeling: ieder kind leert taal (universele neiging), maar welke taal het kind uiteindelijk zal leren spreken is afhankelijk van de specifieke omgeving. Hoe de verhouding tussen beide invloeden precies uitpakt bij gehechtheid is nog niet scherp afgebakend. 48

11 Hoofdstuk 4 John Bowlby, Charles Darwin en evolutie De tweede vraag die zich voordoet, heeft te maken met de eerder geconstateerde verwarring tussen het descriptief en normatief gebruik van de term veilige gehechtheid. Veilige gehechtheid komt het meeste voor over verschillende culturen, omdat een veilig patroon de inclusive fitness bevordert. Daarnaast wordt veilige gehechtheid ook als de norm gezien. Een veilige gehechtheidsrelatie is het meest optimaal voor een kind omdat het kind met een veilige gehechtheidsrelatie de beste ondergrond heeft voor zijn verdere sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling. Waar gedrag vanuit evolutionair perspectief louter functioneel geïnterpreteerd wordt los van culturele normen en waarden lijkt op dit punt een prescriptieve, normatieve trek in de gehechtheidstheorie geïntroduceerd te worden. In het voorgaande hebben we betoogd dat John Bowlby een kritisch psychoanalyticus was die, mede door zijn vroege fascinatie voor de natuur, de ethologie gebruikte om de psychoanalyse ter herschrijven. Zijn nadruk op observaties in de natuurlijke omgeving en de evolutionaire oorsprong van (gehechtheids)gedrag sloten haarfijn aan op de ideeën van de vroege ethologen. Deze ethologische invloed op Bowlby s denken heeft zijn weg gevonden naar de gehechtheidstheorie die we zonder meer als een evolutionaire theorie moeten beschouwen. Literatuur Ainsworth, M. D. S. (1967). Infancy in Uganda: Infant care and the growth of love. Baltimore, MD: The Johns Hopkins University Press. Ainsworth, M. D. S., Blehar, M. C., Waters, E., & Wall, S. (1978). Patterns of attachment: A psychological study of the Strange Situation. Hillsdale, NJ: Erlbaum. Ainsworth, M. D. S. & Wittig, B. A. (1969). Attachment and exploratory behavior of 1-year-olds in a strange situation. In B. M. Foss (Ed.), Determinants of infant behavior, IV (pp ). London: Methuen. Bowlby, J. (1940). The influence of early environment in the development of neurosis and neurotic character. International Journal of Psychoanalysis, 21, Bowlby, J. (1951). Maternal care and mental health. Bulletin of the World Health Organization, 3, Bowlby, J. (1958). The nature of the child s tie to his mother. International Journal of Psycho- Analysis, 39, Bowlby, J. (1982). Attachment and loss. Vol. 1: Attachment (2nd ed.) (oorspr. 1969). New York: Basic Books. Bowlby, J. (1990). Charles Darwin: a new biography. London: Hutchinson. Bowlby, J., Figlio, K., & Young, R. M. (1986). An interview with John Bowlby on the origins and reception of his work. Free Associations, 6, Burlingham, D. T. & Freud, A. (1942). Young Children in War-Time: A Year s Work in a Residential War Nursery. London: Allen & Unwin. Burlingham, D. T. & Freud, A. (1944). Infants Without Families: The Case For and Against Residential Nurseries. London: Allen & Unwin. Chisholm, J. S. (1996). The evolutionary ecology of attachment organization. Human Nature, 7, Clinton, D. N. (1986). A critical analysis of Bowlby s theory of attachment. In D. Magnusson, T. Künnapas, S. Dornic, & B. Ekehammar, Reports from the department of Psychology, 650,

12 Darwin, geschiedenis en opvoeding Crockenberg, S. (1981). Infant Irritability, Mother Responsiveness, and Social Support Influences on the Security of Infant-Mother Attachment. Child Development, 52, Dijken, S. van (1998). John Bowlby: His early life. London: Free Association Books. Dinnage, R. (1979, May 10). John Bowlby. New Society, Foley, R. A. (1996). The adaptive legacy of human evolution: a search for the environment of evolutionary adaptedness. Evolutionary Anthropology, 4, Gunnar, M. R., Larson, M. C., Hertsgaard, L., Harris M. L., & Brodersen, L. (1992). The Stressfulness of Separation among Nine-Month-Old Infants: Effects of Social Context Variables and Infant Temperament. Child Development, 63, Harlow, H. F. (1958). The nature of love. American Psychologist, 13, Horst, F. C. P. van der, LeRoy, H. A., & Veer, R. van der (2008). When strangers meet : John Bowlby and Harry Harlow on attachment behavior. Integrative Psychological and Behavioral Science, 42 (4), Horst, F. C. P. van der & Veer, R. van der (2005). John Bowlby als icoon: ethologische noties in de gehechtheidstheorie. In: D. J. de Ruyter, G. D. Bertram-Troost, & S. M. A. Sieckelinck (red.), Idealen, idolen en iconen van de pedagogiek. Bijdragen aan de Twaalfde Landelijke Pedagogendag (pp ). Amsterdam: SWP. Horst, F. C. P. van der & Veer, R. van der (2008). Loneliness in infancy: Harry Harlow, John Bowlby and issues of separation. Integrative Psychological & Behavioral Science, 42 (4), Horst, F. C. P. van der, Veer, R. van der, & IJzendoorn, M. H. van (2007). John Bowlby and ethology: An annotated interview with Robert Hinde. Attachment & Human Development, 9 (4), IJzendoorn, M. H. van (2008). Opvoeding over de grens. Gehechtheid, trauma en veerkracht. Amsterdam: Boom. IJzendoorn, M. H. van, Tavecchio, L. W. C., Goossens, F. A., & Vergeer, M. M. (1982). Opvoeden in geborgenheid. Een kritische analyse van Bowlby s attachmenttheorie. Deventer: Van Loghum Slaterus. Irons, W. (1998). Adaptively relevant environments versus the environment of evolutionary adaptedness. Evolutionary Anthropology, 6, Morgan, P. (1975). Child care: sense and fable. London: Temple Smith. Simpson, J. A. & Belsky, J. (2008). Attachment theory within a modern evolutionary framework. In J. Cassidy & P. R. Shaver (Eds.), Handbook of attachment. Theory, research, and clinical applications (pp ). New York: Guilford. Spitz, R. A. (1945). Hospitalism: An inquiry into the genesis of psychiatric conditions in early childhood. The Psychoanalytic Study of the Child, 1,

John Bowlby ( ) Onderzoeker van gehechtheid en verlies. Frank van der Horst

John Bowlby ( ) Onderzoeker van gehechtheid en verlies. Frank van der Horst John Bowlby (1907 1990) Onderzoeker van gehechtheid en verlies Frank van der Horst Tegenwoordig is het volstrekt normaal dat ouders de nacht doorbrengen bij hun in het ziekenhuis opgenomen kinderen. Ook

Nadere informatie

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH)

SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) (SUMMARY IN DUTCH) 161 162 Op zoek naar de wortels van de gehechtheidstheorie De Britse kinderpsychiater John Bowlby formuleerde in de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw voor het eerst wat

Nadere informatie

John Bowlby als icoon

John Bowlby als icoon Ethologische noties in de gehechtheidstheorie Frank van der Horst & René van der Veer, Universiteit Leiden Inleiding In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw ontwikkelde de kinderpsychiater John

Nadere informatie

Anneke Vinke 2010 Training VH 1

Anneke Vinke 2010 Training VH 1 QUIZ: waar/niet waar Wetenschappelijk onderzoek naar : een veilige basis voor de praktijk? Anneke Vinke 2010 Met dank aan Universiteit Leiden, Linda van den Dries en Femmie Juffer 1. Gehechtheid speelt

Nadere informatie

4.4 Hechting en scheiding

4.4 Hechting en scheiding 4.4 Hechting en scheiding 155 In het leven van elk kind komt er een moment waarop ze zich los moeten maken van hun eerste verzorger. Voor sommige kinderen gebeurt dat al heel vroeg doordat ouders bijvoorbeeld

Nadere informatie

Samenvatting Dit proefschrift beschrijft een aantal onderzoeken op het gebied van gehechtheid en psychosociaal functioneren in de volwassenheid. In hoofdstuk 1 wordt een overzicht gegeven van de gehechtheidstheorie.

Nadere informatie

John Bowlby, Charles Darwin en evolutie

John Bowlby, Charles Darwin en evolutie Hoofdstuk 4 John Bowlby, Charles Darwin en evolutie De gehechtheidstheorie als evolutionaire theorie Marianne S. de Wolff en Frank C.P. van der Horst De Britse kinderpsychiater John Bowlby (1907-1990)

Nadere informatie

Kinderstudies ACK. Gehechtheid aan pleegouders. Amsterdams Centrum voor. vrije Universiteit amsterdam

Kinderstudies ACK. Gehechtheid aan pleegouders. Amsterdams Centrum voor. vrije Universiteit amsterdam Amsterdams Centrum voor Kinderstudies ACK interdisciplinair onderzoek naar kinderen, ouders en samenleving Gehechtheid aan pleegouders vrije Universiteit amsterdam Gehechtheid aan pleegouders De relatie

Nadere informatie

Hechting en hechtingsproblemen. Risico- en beschermende factoren

Hechting en hechtingsproblemen. Risico- en beschermende factoren Hechting en hechtingsproblemen Risico- en beschermende factoren September 2017 2017 Nederlands Jeugdinstituut Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk,

Nadere informatie

Hechtingstoornissen. Karin Hermans, KJP Symposium Pedagogie opvoedingstoolbox Curaçao, 7 december 2012

Hechtingstoornissen. Karin Hermans, KJP Symposium Pedagogie opvoedingstoolbox Curaçao, 7 december 2012 Hechtingstoornissen Karin Hermans, KJP Symposium Pedagogie opvoedingstoolbox Curaçao, 7 december 2012 Hechting duurzame affectieve relatie tussen een kind en één of meer opvoeders The initial relationship

Nadere informatie

Disclosure. Wie doorbreekt de cirkel van mishandeling? Kindermishandeling. Comorbiditeit. Prevalentie in Nederland. Prevalentie in Nederland

Disclosure. Wie doorbreekt de cirkel van mishandeling? Kindermishandeling. Comorbiditeit. Prevalentie in Nederland. Prevalentie in Nederland Disclosure Wie doorbreekt de cirkel van? Prof.dr. Lenneke Alink Kinder Kinder is elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die

Nadere informatie

Inhoud. - Hechting - Werkplek - Visie - Video-interactiebegeleiding - Tot slot

Inhoud. - Hechting - Werkplek - Visie - Video-interactiebegeleiding - Tot slot Wie Ben ik? Inhoud - Hechting - Werkplek - Visie - Video-interactiebegeleiding - Tot slot Kind en ziekenhuis Ouderparticipatie september 1993 Kind en ziekenhuis kindgericht = gezinsgericht februari 2009

Nadere informatie

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg

Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg Het samenspel van genen en omgeving: Relevantie voor de Jeugdgezondheidszorg Luc Goossens KU Leuven Schoolpsychologie and Ontwikkeling in Context (SCenO) Leuven Institute of Human Genomics and Society

Nadere informatie

Het hechtingsproces. bij kinderen tussen de 0 en 2 jaar. Kindergeneeskunde. Hechting. Hoe verloopt het hechtingsproces?

Het hechtingsproces. bij kinderen tussen de 0 en 2 jaar. Kindergeneeskunde. Hechting. Hoe verloopt het hechtingsproces? Het hechtingsproces bij kinderen tussen de 0 en 2 jaar Kindergeneeskunde In deze brochure leest u meer over de hechtingsprocessen bij baby s in de leeftijd van 0 tot 12 maanden. Daar waar ouders staat

Nadere informatie

Betekenis van vaderschap

Betekenis van vaderschap Betekenis van vaderschap Conferentie vader-empowerment G.O.Helberg Kinder-en Jeugdpsychiater Materiaal ontleed aan onderzoek: Prof. dr. Louis Tavecchio Afdeling POWL, Universiteit van Amsterdam Een paar

Nadere informatie

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA

Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen. Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA Vroegdetectie van een autismespectrumstoornis bij jonge kinderen Dr. Jo Wellens, kinder- en jeugdpsychiater TheA 7-12-2018 Inhoud Vroegdetectie in een relationeel perspectief Infant and Early Childhood

Nadere informatie

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie Carlo Schuengel, Orthopedagogiek VU Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging Signaleren verstoord gehechtheidsgedrag Verschillende betekenissen van gehechtheid Band Gedrag Interactie Relatie

Nadere informatie

Ainsworth in Londen met Bowlby

Ainsworth in Londen met Bowlby Samenvatting De gehechtheidstheorie, die beschrijft hoe vroege ervaringen in de relatie met opvoeders van belang zijn bij de ontwikkeling van het zelfbeeld van kinderen en invloed hebben op relaties en

Nadere informatie

Introductie. Katrien Zabeau. 9 oktober Symposium Opvoeden anno 2015

Introductie. Katrien Zabeau. 9 oktober Symposium Opvoeden anno 2015 Katrien Zabeau Symposium Opvoeden anno 2015 9 oktober 2015 Psychoanalytische pedagogiek: opvoedingsondersteuning en psychotherapie aan kinderen en jongeren (Een andere visie op de psychoanalytische pedagogiek:

Nadere informatie

AIT studiedag Multidisciplinair kijken!

AIT studiedag Multidisciplinair kijken! AIT studiedag Multidisciplinair kijken! Lezing Multidisciplinair werken en kijken bij jonge kinderen in gezinnen, verwezen vanwege ontwikkelings- en gedragsproblemen Frederike Scheper, Kinderpsychiater

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33739 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rosmalen, Lenette (Lenny) van Title: From security to attachment : Mary Ainsworth's

Nadere informatie

De invloed van affectieve betrokkenheid op moeilijk verstaanbaar gedrag

De invloed van affectieve betrokkenheid op moeilijk verstaanbaar gedrag Date 14-10-2011 1 De invloed van affectieve betrokkenheid op moeilijk verstaanbaar gedrag Marga Martens Promovenda Rijksuniversiteit Groningen Consulent doofblindheid Koninklijke Kentalis Begeleiderscongres

Nadere informatie

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie

Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging. Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale representatie Carlo Schuengel, Orthopedagogiek VU Signaleren verstoord Reactieve hechtingsstoornis; een diagnose in beweging Verschillende betekenissen van gehechtheid Band Gedrag Interactie Relatie Stoornis Mentale

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Is er in de toekomst van coaching nog plek voor een olifant?

Is er in de toekomst van coaching nog plek voor een olifant? 28 TvC maart nr. 1 2013 ACHTERGROND Is er in de toekomst van coaching nog plek voor een olifant? TOEKOMST Er lijkt zich een tweedeling voor te doen in coachland. Enerzijds roepen mensen vooral: Ik wil

Nadere informatie

De ouder als meubelmaker of tuinman

De ouder als meubelmaker of tuinman De ouder als meubelmaker of tuinman Amsterdam, januari 2017 Beste Alison Gopnik, Jij moet een moedig persoon zijn. Over opvoeden zijn er alleen al bij Amazon 60.000 titels en toch heb je onlangs over dat

Nadere informatie

Gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb

Gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb Gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb Een interventieprogramma Monique Boon Ton van der Wiel Psychische en Gedragsproblemen Relatief vaak sprake van psychische en gedragsproblemen. onder

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Delen is Helen. Wat kan je doen bij verlies van relatie, werk, geliefde of gezondheid

Delen is Helen. Wat kan je doen bij verlies van relatie, werk, geliefde of gezondheid Delen is Helen Wat kan je doen bij verlies van relatie, werk, geliefde of gezondheid Rouw Is een natuurlijk proces, waarbij verdriet en eenzaamheid voorkomende gevoelens kunnen zijn. Verlies van gezondheid

Nadere informatie

1 Het sociale ontwikkelingstraject

1 Het sociale ontwikkelingstraject 1 Het sociale ontwikkelingstraject Tijdens de schoolleeftijd valt de nadruk sterk op de cognitieve ontwikkeling. De sociale ontwikkeling is in die periode echter minstens zo belangrijk. Goed leren lezen,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding 11

Hoofdstuk 1 Inleiding 11 5 INHOUD Hoofdstuk 1 Inleiding 11 1.1. De ontwikkeling van het kind: gewikt en gewogen 11 1.2. Wat is ontwikkeling? 13 1.3. Wat is psychologie? 14 1.4. Hoe ontstaat ontwikkeling? 15 1.4.1. De natuur (je

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Inhoud. Woord vooraf 11. 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13. 2. Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51

Inhoud. Woord vooraf 11. 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13. 2. Biologie en gedrag De hardware van het psychisch functioneren 51 Inhoud Woord vooraf 11 1. Inleiding Kennismaking met de psychologie 13 1.1 Een definitie van de psychologie 14 1.2 Wetenschappelijke psychologie en intuïtieve mensenkennis 16 1.2.1 Verschillen in het verzamelen

Nadere informatie

OUDERS EN HET JONGE KIND WERKEN IN DE TRIADE

OUDERS EN HET JONGE KIND WERKEN IN DE TRIADE OUDERS EN HET JONGE KIND WERKEN IN DE TRIADE Lidewei Chavannes: klinisch psycholoog, psychotherapeut, IMH specialist Triade THERE IS NO SUCH THING AS A BABY. Winnicott Visie diagnostiek en behandeling

Nadere informatie

Universiteit. Brochure. Opleidingsinstituut Dageraad

Universiteit. Brochure. Opleidingsinstituut Dageraad Brochure Opleidingsinstituut Dageraad Universiteit Informatie Je zult je wel afvragen wie zoiets bedenkt en wie zo iets op de kaart wil zetten. Ik kan daar kort en krachtig over zijn: kijk op www.ruudvanlent.nl

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) SAMENVATTING Jaarlijks wordt 8% van alle kinderen in Nederland prematuur geboren. Ernstige prematuriteit heeft consequenties voor zowel het kind als de ouder. Premature

Nadere informatie

CHAPTER 7. Samenvatting

CHAPTER 7. Samenvatting CHAPTER 7 Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) De interacties die depressieve patiënten hebben met anderen, in het algemeen, en de interacties van depressieve patiënten met hun partner, in het

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29874 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Voort, Anja van der Title: The importance of sensitive parenting : a longitudinal

Nadere informatie

Onderlinge verbondenheid. begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen

Onderlinge verbondenheid. begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen Onderlinge verbondenheid begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen Onderlinge verbondenheid Alleen in verbondenheid met de ander kan je mens zijn. Door de ander ontdek

Nadere informatie

A. De wetenschap van psychologie

A. De wetenschap van psychologie A. De wetenschap van psychologie Psychologische wetenschap Psychologie is de studie naar mentale activiteiten en gedrag. Psychologen proberen het mentale leven te begrijpen en gedrag te voorspellen. Alle

Nadere informatie

Samen op weg: over gehechtheid, hechtingsproblemen en hechtingsstoornissen. dr. Anneke JG Vinke

Samen op weg: over gehechtheid, hechtingsproblemen en hechtingsstoornissen. dr. Anneke JG Vinke Samen op weg: over gehechtheid, hechtingsproblemen en hechtingsstoornissen dr. Anneke JG Vinke Adoptiepraktijk Bilthoven www.adoptiepraktijk.nl 2010 - XONAR Vanavond Theorie Pleegkind zijn... Bouwen aan

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Grit. Amsterdam, december Beste Paul en Angela,

Grit. Amsterdam, december Beste Paul en Angela, Grit Amsterdam, december 2016 Beste Paul en Angela, Zo nu en dan zijn er van die Engelse woorden die op de een of andere wijze een eigen leven gaan leiden. Jaren geleden was er plotseling het woord flow

Nadere informatie

Veiligheid en welbevinden. Hoofdstuk 1

Veiligheid en welbevinden. Hoofdstuk 1 30 Veiligheid en welbevinden Kees (8) en Lennart (7) zitten in de klimboom. Kees geeft Lennart een speels duwtje en Lennart geeft een duwtje terug. Ze lachen allebei. Maar toch kijkt Lennart even om naar

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach

De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach De pedagogische kwaliteit van SWPBS. Monique Nelen, PBS coach Programma Even voorstellen SWPBS als methodiek Het pedagogische doel van onderwijs Pedagogische Kwaliteit SWPBS met pedagogische kwaliteit

Nadere informatie

Intieme Relaties Attachment TEST. Vorig hoorcollege. Het aangaan van relaties. Aantrekkelijkheid. Nonverbaal gedrag: Flirtquiz. Dit hoorcollege.

Intieme Relaties Attachment TEST. Vorig hoorcollege. Het aangaan van relaties. Aantrekkelijkheid. Nonverbaal gedrag: Flirtquiz. Dit hoorcollege. Intieme Relaties Attachment Vorig hoorcollege Het aangaan van relaties Aantrekkelijkheid Nonverbaal gedrag: Flirtquiz College 2 C.J.Wiekens@pl.hanze.nl Dit hoorcollege Test Hechtingstheorie - John Bowlby

Nadere informatie

Groot Perinataal Overleg preventie en cliënten participatie

Groot Perinataal Overleg preventie en cliënten participatie Groot Perinataal Overleg preventie en cliënten participatie 20-11-2017 MARJA REXWINKEL, KLINISCH PSYCHOLOOG INFANT MENTAL HEALTH SPECIALIST 1001 kritieke dagen groei van het brein, ontstaan van veilige

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

NEJA conferentie Integraal werken in de Amsterdamse zorg voor jeugd: Handvat of hype?

NEJA conferentie Integraal werken in de Amsterdamse zorg voor jeugd: Handvat of hype? NEJA conferentie Integraal werken in de Amsterdamse zorg voor jeugd: Handvat of hype? Workshop Integraal werken aan gehechtheid bij jonge kinderen in gezinnen Frederike Scheper, kinderpsychiater, Infant

Nadere informatie

Appendix A. Samenvatting. (Summary in Dutch)

Appendix A. Samenvatting. (Summary in Dutch) Appendix A Samenvatting (Summary in Dutch) Gehechtheid, zorg en pro-sociaal gedrag Dit proefschrift heeft tot doel de relatie tussen onveilige gehechtheid (vermijding, angst) en prosociaal gedrag te onderzoeken

Nadere informatie

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media

Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016

DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 DSM-5: Nieuw, maar ook beter? Arq Herfstsymposium vrijdag 25 november 2016 Psychotrauma en stressorgerelateerde stoornissen Marloes de Kok, GZ-psycholoog Marthe Schneijderberg, orthopedagoog Psychotrauma

Nadere informatie

inleiding 1 concordantievan gehechtheid

inleiding 1 concordantievan gehechtheid inleiding 1 concordantievan gehechtheid Deze dissertatie onderzoekt, of de emotionele band die eenadoptiemoeder ontwikkeld heeft met haar eigen ouders zich weerspiegelt in de kwaliteit van de emotionele

Nadere informatie

diagnostiek en behandeling voor de professional Gehechtheid en trauma Rien van IJzendoorn Marian Bakermans-Kranenburg

diagnostiek en behandeling voor de professional Gehechtheid en trauma Rien van IJzendoorn Marian Bakermans-Kranenburg diagnostiek en behandeling voor de professional Gehechtheid en trauma Rien van IJzendoorn Marian Bakermans-Kranenburg Gehechtheid en trauma Diagnostiek en behandeling voor de professional Rien van IJzendoorn

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE

Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE Koffieochtend 20 oktober 2016 OPVOEDING IN DE FAMILIE Voorstelronde Mesut Cifci, onderwijsondersteuner/oudercontactpersoon Welke ouders zijn er vandaag aanwezig? Samen met en van elkaar leren! Het belang

Nadere informatie

Minor Psychiatrie van het jonge kind ( 0-3 jaar)

Minor Psychiatrie van het jonge kind ( 0-3 jaar) Minor Psychiatrie van het jonge kind ( 0-3 jaar) 1. Administratieve gegevens 1.1 Naam van het minorpakket psychiatrie van het jonge kind : The first Years last forever 1.2 Penvoerende Schooldirecteur Marij

Nadere informatie

Onderzoeksfiche e00295.pdf. 1. Referentie

Onderzoeksfiche e00295.pdf. 1. Referentie 1. Referentie Referentie Juffer, F., Duyvensteyn, M.G.C. & van Ijzendoorn, M.H., (1995). Opvoedingsondersteuning en intergenerationele overdracht van gehechtheid: Kan de cirkel worden doorbroken? Kind

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch Summary in Dutch Door de snelle wereldwijde verspreiding van pediatrische besmetting met HIV komen er elke dag meer dan 450 nieuwe gevallen bij (UNAIDS, 2007). De vooruitgang in medische behandelingen

Nadere informatie

Kindermishandeling: korte en lange termijn gevolgen. Ramón Lindauer AMC-de Bascule

Kindermishandeling: korte en lange termijn gevolgen. Ramón Lindauer AMC-de Bascule Kindermishandeling: korte en lange termijn gevolgen Ramón Lindauer AMC-de Bascule Eerste Geneeskundigen dag 15 maart 2011 Inhoud definitie en prevalentie kindermishandeling gevolgen kindermishandeling

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding General discussion Samenvatting Inleiding Jaarlijks worden tienduizenden kinderen na een internationale adoptie opgenomen in een nieuw gezin. De meeste van deze internationaal geadopteerde kinderen komen

Nadere informatie

Medisch trauma in de babytijd impact en behandeling

Medisch trauma in de babytijd impact en behandeling Medisch trauma in de babytijd impact en behandeling Heleen Mülder, klinisch psycholoog Psychotherapie Jeugd Drachten / Infant Netwerk Friesland OCRN symposium 20 november 2018 Opbouw van deze presentatie

Nadere informatie

Toetsing aan recente wetenschappelijke inzichten. (zie volgende sheets)

Toetsing aan recente wetenschappelijke inzichten. (zie volgende sheets) Toetsing aan recente wetenschappelijke inzichten (zie volgende sheets) Op zoek naar empirisch onderbouwde adviezen Adviezen gebaseerd op degelijk en recent empirisch onderzoek! Consensus Report* van Richard

Nadere informatie

Regulatiemoeilijkheden binnen de moeder-baby dyade

Regulatiemoeilijkheden binnen de moeder-baby dyade Regulatiemoeilijkheden binnen de moeder-baby dyade Inge Van der Elst, psycholoog Moeder-Baby-Eenheid PC Bethanië Pats Boeykens, logopedist Afdeling Jonge Kind en Gezin ZNA UKJA Carine Van Vlierden, kinesitherapeut

Nadere informatie

Leren over leren. Amsterdam, januari Beste Cora Bagley Marrett,

Leren over leren. Amsterdam, januari Beste Cora Bagley Marrett, Leren over leren Amsterdam, januari 2019 Beste Cora Bagley Marrett, Volgens de grote Amerikaanse ontwikkelingspsycholoog Jerome Bruner waren er in de twintigste eeuw, die hijzelf overigens bijna helemaal

Nadere informatie

Het Mamatrauma. Symposium: Trauma van wieg tot volwassenheid 15 maart Margriet Wentink

Het Mamatrauma. Symposium: Trauma van wieg tot volwassenheid 15 maart Margriet Wentink Het Mamatrauma Symposium: Trauma van wieg tot volwassenheid 15 maart 2016 Margriet Wentink 0 PROGRAMMA Wat is het? Hoe ontstaat het? Hoe werkt het? Welke gevolgen heeft het? De bron. Meergenerationele

Nadere informatie

Inleiding Onderzoek, een lessen-cyclus voor MT/AD 3.

Inleiding Onderzoek, een lessen-cyclus voor MT/AD 3. Inleiding Onderzoek, een lessen-cyclus voor MT/AD 3. Hans Timmermans. De Onderzoekscyclus: In de bovenstaande figuur is schematisch de onderzoekscyclus weergegeven. - Er is een onderwerp van onderzoek.

Nadere informatie

effecten van stress tijdens de zwangerschap op de feutale ontwikkeling Een longitudinale studie

effecten van stress tijdens de zwangerschap op de feutale ontwikkeling Een longitudinale studie effecten van stress tijdens de zwangerschap op de feutale ontwikkeling Een longitudinale studie 1 Mechanisme Dierstudies geven aan dat de placenta stress gerelateerde hormonen (cortisol) doorlaat naar

Nadere informatie

Wat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie

Wat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie De menselijke natuur, week 9 De opkomst van de filosofische antropologie Overzicht van reeds behandelde mensbeelden en de mechanistische visie uit de late 19e eeuw Wat is de mens? - Context Plato / Descartes

Nadere informatie

Kinderarmoede en opvoedingsondersteuning. Prof. Dr. Rudi Roose Universiteit Gent Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek Senaat - 6 juli 2015

Kinderarmoede en opvoedingsondersteuning. Prof. Dr. Rudi Roose Universiteit Gent Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek Senaat - 6 juli 2015 Kinderarmoede en opvoedingsondersteuning Prof. Dr. Rudi Roose Universiteit Gent Vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek Senaat - 6 juli 2015 Kinderarmoede en opvoedingsondersteuning Enkele aandachtspunten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting en conclusies

Nederlandse samenvatting en conclusies Nederlandse samenvatting en conclusies Samenvatting van het onderzoeksproject De afgelopen decennia gaan kinderen op steeds jongere leeftijd naar het kinderdagverblijf. In Nederland worden kinderen net

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders. Leony Coppens Carina van Kregten

Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders. Leony Coppens Carina van Kregten Zorgen voor getraumatiseerde kinderen: een training voor opvoeders Leony Coppens Carina van Kregten Het zuurstofmasker Doe de zelfzorgcheck Wat gaan we vandaag doen? Wie zijn wij? Wat gaan we vandaag doen?

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C

Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Wat weet u nog over HECHTING

Wat weet u nog over HECHTING Wat weet u nog over HECHTING John Bowlby 1907-1990 Hechtingstheorie HECHTING BOWLBY : Attachment theory : Hechting : is een duurzame emotionele binding tussen het kind en zijn verzorgers intern schema

Nadere informatie

Welkom bij OCRN Inleiding in de Infant Mental Health. Erica Everts, kinder- en jeugdpsychiater Infantteam OCRN 20 november 2018

Welkom bij OCRN Inleiding in de Infant Mental Health. Erica Everts, kinder- en jeugdpsychiater Infantteam OCRN 20 november 2018 Welkom bij OCRN Inleiding in de Infant Mental Health. Erica Everts, kinder- en jeugdpsychiater Infantteam OCRN 20 november 2018 Wat Disclosure weten we? (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher.

No part of this book may be reproduced in any way whatsoever without the written permission of the publisher. Bedankt voor het downloaden van dit artikel. De artikelen uit de (online)tijdschriften van Uitgeverij Boom zijn auteursrechtelijk beschermd. U kunt er natuurlijk uit citeren (voorzien van een bronvermelding)

Nadere informatie

perspectief voor professionele ontwikkeling

perspectief voor professionele ontwikkeling Actie-onderzoek als perspectief voor professionele ontwikkeling Workshop ALTHUS-Seminar 6 maart 2012 Geert Kelchtermans (KU Leuven) 1. What s in a name? 1. Term: veelgebruikt; uitgehold? In literatuur:

Nadere informatie

Ronald van Assen. Een ervaringsverhaal. 40 dagen, 40 angsten Uitgeverij Tobi Vroegh 1e druk Ronald van Assen ISBN

Ronald van Assen. Een ervaringsverhaal. 40 dagen, 40 angsten Uitgeverij Tobi Vroegh 1e druk Ronald van Assen ISBN 1 Ronald van Assen 40 dagen, 40 angsten Uitgeverij Tobi Vroegh 1e druk 2014 Ronald van Assen ISBN 978-9-07876-142-6 redactie: Jan Matse correctie: Hella de Groot grafisch ontwerp: Robert Nieman www.tobivroegh.nl

Nadere informatie

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)

Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn

Nadere informatie

The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer

The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer The Glue of (ab)normal Mental Life: Networks of Interacting Thoughts, Feelings and Behaviors A.O.J. Cramer Wat is een psychische stoornis? Als we de populaire media en sommige stromingen in de gedragswetenschappen

Nadere informatie

Samenvatting Filosofie Emoties

Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting door een scholier 1030 woorden 28 mei 2013 3,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Filosofie samenvatting Emoties (theorie en primaire teksten) THEORIE

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Ervaringen in de vroege kindertijd zijn van grote invloed op de ontwikkeling van de regulatie van emoties en stress. Onderzoek bij dieren en bij kinderen in

Nadere informatie

Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans

Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans Helping infants and toddlers in Foster family care van Andel, Hans IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document

Nadere informatie

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller

Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Do Fathers Matter? The Relative Influence of Fathers versus Mothers on the Development of Infant and Child Anxiety E.L. Möller Samenvatting 207 Samenvatting Zijn vaders belangrijk? De relatieve invloed

Nadere informatie

Pruning. Pasgeborene Vroege kinderjaren Late kinderjaren

Pruning. Pasgeborene Vroege kinderjaren Late kinderjaren Gehechtheid of regulatie? Peter Emmery 20.11.2012 Inleiding Classificatie? DSM-IV schiet tekort, niet gebaseerd opklinische data Weinig betrouwbaar epidemiologisch onderzoek Meer verfijning in DC: 0-3R

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/28630 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haan, Anna Marte de Title: Ethnic minority youth in youth mental health care :

Nadere informatie

Woord vooraf Opbouw van deze studie

Woord vooraf Opbouw van deze studie Woord vooraf Opbouw van deze studie XIII XVI DEEL I: PROBLEEMSTELLING 1 HOOFDSTUK I ONTWIKKELING EN STAGNATIE IN DE PSYCHIATRIE 2 Inleiding 2 1. 1 Psychiatrie en geestelijke gezondheidszorg - stand van

Nadere informatie

Gehechtheid of regulatie?

Gehechtheid of regulatie? Gehechtheid of regulatie? Peter Emmery 20.04.2010 Classificatie? Inleiding DSM-IV schiet tekort, niet gebaseerd op klinische data Weinig betrouwbaar epidemiologisch onderzoek Meer verfijning in DC: 0-3R

Nadere informatie