Aanvraagformulier met invulinstructie

Transcriptie

1 Aanvraagformulier met invulinstructie Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b) aanvraagtijdvak 2008 Bijlage bij artikel 4 van de Subsidieregeling kinderopvang In te vullen door het Agentschap SZW Projectnummer Doc.Registratienummer Datum binnenkomst Paraaf

2 Invulinstructie bij aanvraagformulier Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b) aanvraagtijdvak 2008 Inleiding Deze invulinstructie ondersteunt u bij het zo volledig en goed mogelijk invullen van het bijgevoegde aanvraagformulier. Het aanvraagformulier is bedoeld om een aanvraag in te dienen voor subsidie op grond van de Subsidieregeling kinderopvang, hierna te noemen Subsidieregeling. Deze Subsidieregeling werkt met tijdvakken waarbinnen u een aanvraag voor subsidie kunt indienen. Voor het komende aanvraagtijdvak kunt u een subsidieaanvraag indienen voor projecten die betrekking hebben op één van de twee thema s met ieder een eigen subsidieplafond. Het eerste thema betreft de bevordering van de kwaliteit van de kinderopvang. Het tweede thema betreft de stimulering en ontwikkeling van innovaties bij buitenschoolse opvang. Wie het eerst komt, die het eerst maalt Aanvragen worden op volgorde van binnenkomst behandeld, waarbij alleen volledige aanvragen in behandeling worden genomen. U kunt voor het aanvraagtijdvak voor slechts één project een aanvraag indienen. De volgorde van alle aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen wordt door loting bepaald. Uiterlijk dertien weken na het sluiten van het tijdvak wordt op een aanvraag beslist. Wanneer het subsidieplafond van één van de twee thema s bereikt is, zullen latere projectaanvragen om budgettaire redenen worden afgewezen. U krijgt daar tijdig bericht van. Indienen aanvraag Dit aanvraagformulier bestaat uit de volgende onderdelen: 1. Algemene gegevens; 2. Inhoudelijke gegevens projectplan; 3. Financiële gegevens projectplan; 4. Ondertekening. U dient alle delen van het aanvraagformulier in te vullen. U wordt verzocht de vragen zo gedetailleerd mogelijk te beantwoorden. U bent verantwoordelijk voor de subsidieaanvraag en kwaliteit van uw projectplan. Het projectplan dient duidelijk te zijn en een consistent geheel te vormen. Met andere woorden, de probleemstelling houdt verband met het thema uit hoofde waarvan u aanspraak maakt op subsidie; de doelstelling, de daaruit voortvloeiende activiteiten en resultaten vormen een samenhangend geheel en dragen bij aan de oplossingen van het genoemde probleem. Tot slot dient de begroting aan te sluiten bij de activiteiten zoals benoemd in het projectplan. Verderop volgt een nadere toelichting op de verschillende onderdelen van het aanvraagformulier. Bij elke vraag en elk onderdeel van dit aanvraagformulier dient u de daarbij horende toelichting uit de invulinstructie te lezen. Deze toelichting geeft inzicht in de wijze waarop u de vragen uit het aanvraagformulier dient te beantwoorden. Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

3 Naast dit aanvraagformulier dient u een aantal bijlagen bij te voegen. Ten eerste dient iedere aanvraag vergezeld te zijn van ten minste drie ondersteuningsverklaringen (zie ook onderdeel 2.5.3). Daarnaast dient u, indien u de aanvraag namens een samenwerkingsverband heeft ingediend, ook een verklaring bij te voegen waaruit blijkt dat u als aanvrager namens het samenwerkingsverband gemachtigd bent het samenwerkingsverband in en buiten rechte te vertegenwoordigen (zie onderdeel 1.4). Verder geldt voor privaatrechtelijke organisaties dat zij een uittreksel bijvoegen van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel en Fabrieken èn een afschrift van de oprichtingsakte dan wel statuten zoals laatstelijk gewijzigd (zie onderdeel 1.3). Onderdeel 1: Algemene gegevens 1.1 Vul de projectnaam in van uw project, de start- en einddatum en de totale looptijd in maanden. Startdatum dient te liggen na de datum waarop u uw subsidieaanvraag hebt ingediend. Starten zonder formele beschikking tot subsidieverlening is op uw eigen risico. De subsidiabele projectperiode mag maximaal 18 maanden zijn en dient te sporen met de opgegeven tijdsplanning van alle activiteiten samen. Let op: Er kan niet met terugwerkende kracht subsidie worden verleend voor de voorbereiding van een project en eventuele advieskosten gemaakt voor het indienen van de subsidieaanvraag. 1.2 Vul alle contactgegevens in van de organisatie namens wie de aanvraag is ingediend. Controleer deze gegevens goed, opdat correspondentie goed kan verlopen. Geef aan wie de eerste contactpersoon is voor dit project. Aan deze persoon zal de correspondentie worden gericht. Let er verder op dat de tekenbevoegd persoon bij onderdeel 1.2 ook degene is die bij onderdeel 4 de aanvraag ondertekent. 1.3 Geef aan of uw organisatie een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke organisatie is. Vul ook in welke rechtsvorm uw organisatie heeft en onder welk nummer u in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel geregistreerd staat. Aanvragen kunnen alléén gedaan worden door een rechtspersoon. Dit houdt in dat organisaties met als rechtsvorm maatschap, eenmanszaak, VOF (Vennootschap Onder Firma) en CV (Commanditaire Vennootschap) niet voor subsidie in aanmerking komen. Dit zijn immers rechtspersonen zonder rechtspersoonlijkheid. Artikel 4 (tweede lid, onder d) schrijft voor dat voor privaatrechtelijke organisaties geldt dat hun aanvraag ook vergezeld gaat van een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk gewijzigd zijn èn een afschrift van de inschrijving (uittreksel) bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Als u een subsidieaanvraag doet voor uw eigen organisatie dient u alleen onderdeel 1.3 in te vullen; indien u een aanvraag indient namens een samenwerkingverband, dient u tevens onderdeel 1.4 in te vullen. 1.4 Indien u een aanvraag indient namens een samenwerkingverband dient u bij de tabel van onderdeel 1.4 aan te geven welke organisaties in uw samenwerkingsverband participeren. In geval er sprake is van een samenwerkingsverband bent u als aanvrager verplicht een, door alle deelnemende partijen (ook u), ondertekende verklaring mee te sturen waaruit blijkt dat u als aanvrager gemachtigd bent op te treden als aanvrager en het samenwerkingsverband in en buiten te rechte vertegenwoordigen. Indien uw project in aanmerking komt voor subsidie, wordt deze verleend aan u als aanvrager. 1.5 Indien u eerder als subsidieontvanger een project heeft uitgevoerd op grond van de Subsidieregeling kinderopvang voor de jaren 2006 respectievelijk 2007, dient u bij de tabel van onderdeel 1.5 de naam van het project en het projectnummer in te vullen. Indien dit niet het geval is kunt u in deze tabel n.v.t. invullen. Onderdeel 2: Inhoudelijke gegevens projectplan 2.1 Zoals bepaald in artikel 2 van de Subsidieregeling strekt het project tot realisatie van of is het dienstig aan het bevorderen van toegankelijke en verantwoorde kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang. Omschrijf welk probleem in de kinderopvangsector, passend binnen het door u gekozen thema, u met uw project beoogt aan te pakken. Licht hierbij de aard en omvang van het door u geconstateerde probleem toe, bij voorkeur onderbouwd met onderzoeksmateriaal of andere bronnen. Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

4 2.2.1 Formuleer de doelstelling(en) van uw project tegen de achtergrond van uw probleemstelling en het gekozen thema. In andere woorden, beschrijf de omstandigheden die u na afloop van uw project bereikt wilt hebben. Maak indien nodig onderscheid tussen de hoofddoelstelling en bijbehorende subdoelstellingen Vink aan onder welk thema u uw aanvraag wilt indienen. U kunt slechts één thema kiezen. Indien uw project volgens u onder beide thema s geschaard kan worden, dan dient u te kiezen voor het thema dat het meest prominent aanwezig is binnen uw project Onderbouw waarom uw project volgens u past onder het door u gekozen thema. Voor nadere beschrijving van de thema s wordt u verwezen naar de toelichting op de Wijziging Subsidieregeling kinderopvang in verband met de vaststelling van aanvraagtijdvakken, subsidieplafonds en thema s voor het jaar De tekst van de Subsidieregeling vindt u op de website van het Agentschap SZW: In onderdeel dient u aan te geven of het project waarvoor u subsidie aanvraagt nog niet eerder is uitgevoerd oftewel nieuw is. Projecten die zijn uitgevoerd op grond van de Subsidieregeling kinderopvang voor de jaren 2006 respectievelijk 2007 zijn in ieder geval van subsidieverlening uitgesloten. 2.3 Een van de belangrijkste uitgangspunten van de Subsidieregeling is dat een project dient te leiden tot breed overdraagbare èn toepasbare producten (bijvoorbeeld een methodiek of een instrument). Dit houdt in dat een project niet uitsluitend gericht mag zijn op de verbetering van de eigen organisatie. Het is de bedoeling dat de gehele kinderopvangsector kan profiteren van de producten die in de gesubsidieerde projecten ontwikkeld worden. Het is onvoldoende als deze producten beperkt blijven tot een lokaal of regionaal niveau. De producten dienen in landelijke zin toepasbaar te zijn. Deze producten dienen, indien mogelijk, in digitale vorm beschikbaar te komen en als zodanig kosteloos door derden te kunnen worden gedownload. Maak aannemelijk dat uw project leidt tot breed overdraagbare en landelijk toepasbare producten. Geef hiertoe een beschrijving van alle eindproducten die met uw project tot stand worden gebracht en ga per te ontwikkelen product ten minste in op de volgende elementen. a. Naar welk(e) eindproduct(en) werkt u met uw project in zijn totaliteit toe? b. Voor wie zijn (ieder van) de eindproducten bestemd? c. In welke vorm bent u voornemens (ieder van) de producten op te leveren? Let er op dat producten in zo n vorm worden opgeleverd dat brede overdraagbaarheid mogelijk is. d. Komen de producten in digitale vorm beschikbaar en kunnen ze kosteloos door derden worden gedownload? e. In welke mate en op welke wijze zijn (ieder van) de producten toepasbaar voor andere organisaties uit de kinderopvangsector? Beschrijf aan de hand van welke activiteiten u de bij 2.3 beschreven eindproducten gaat realiseren. Om de te ondernemen acties concreet te definiëren kunt u uzelf vragen stellen als wat (ga ik precies doen), wanneer (wil ik dit doen), welk resultaat (wil ik bereiken) en welk product (moet het opleveren). U dient hierbij ten minste aandacht te besteden aan de volgende elementen. a. Wat houdt de activiteit in? Uit welke acties / werkzaamheden bestaat de activiteit? b. Wie heeft er een rol in de uitvoering van de activiteit? Geef bijvoorbeeld aan welke functiegroep(en) en/of welke organisaties bij de uitvoering betrokken zijn. Indien er sprake is van inzet van derden, dient u de noodzaak ervan aan te tonen. c. Wat is de planning voor deze activiteit? Geef start- en einddatum van de activiteit weer. Let er op dat de planning van de individuele activiteiten de totale looptijd van het project (zoals ingevuld bij onderdeel 1.1) niet overschrijdt. d. Welk resultaat en/of (tussen)product(en) beoogt u met de activiteit te verwezenlijken? De activiteiten dienen de volgende SMART-kenmerken te hebben: - Specifiek: geef helder en eenduidig weer wat u gaat doen en hoe; - Meetbaar: maak zoveel mogelijk meetbaar door te kwantificeren (bijvoorbeeld prijs, aantal); - Acceptabel: is er draagvlak voor en overeenstemming over de te leveren resultaten?; Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

5 - Realistisch: zijn activiteiten / resultaten / producten haalbaar gezien gereserveerde menskracht en middelen?; - Tijdgebonden: kunnen de resultaten binnen het aangegeven tijdpad tot stand komen? Vat aan de hand van voorgaande activiteitenbeschrijving per activiteit de kernpunten samen in de samenvattende tabel Toon aan, bijvoorbeeld door middel van onderzoeksresultaten, dat er binnen de kinderopvangsector behoefte is aan uw project. Het is niet voldoende als uit het projectplan blijkt dat uitsluitend de organisatie van de aanvrager behoefte heeft aan het project Onderbouw waaruit blijkt dat er binnen de kinderopvangsector draagvlak is voor uw project. Het is niet voldoende als blijkt dat alléén uw eigen organisatie of de organisaties uit uw samenwerkingsverband draagvlak hebben voor uw project Naast een beschrijving van het draagvlak voor uw project dient u ook middels ondersteuningsverklaringen aan te tonen dat er buiten uw eigen organisatie (en indien van toepassing buiten uw samenwerkingsverband) draagvlak is voor uw project. Uw aanvraag dient vergezeld te zijn van ten minste drie ondersteuningsverklaringen van verschillende organisaties waaruit blijkt dat er buiten uw eigen organisatie behoefte is aan en draagvlak is voor uw project en de in uw project te ontwikkelen producten. Geef in bijbehorend veld aan van welke organisaties u een ondersteuningsverklaring heeft bijgevoegd. De ondersteuningsverklaringen hoeven overigens niet uitsluitend van kinderopvangorganisaties te zijn. Al naargelang de aard van uw project kunnen ook andere relevante organisaties een verklaring afgeven, zoals scholen, gemeenten, of sportverenigingen. 2.6 Maak aannemelijk dat de continuïteit van de projectactiviteiten gedurende de uitvoeringsfase van het project gewaarborgd is. Ga hierbij ten minste in op de volgende elementen: a. Geef op hoofdlijnen aan hoe de projectorganisatie er uit komt te zien. Denk hierbij aan de verdeling van rollen, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. b. Hoe wordt gegarandeerd dat er voldoende personeel, middelen en expertise voor de uitvoering van het project beschikbaar zijn. c. Hoe wordt de kwaliteit van de door u te ontwikkelen producten gewaarborgd? Het is van belang dat de resultaten ook na afloop van het project kunnen worden voortgezet. Het is niet voldoende, wanneer uit uw projectplan blijkt dat de ontwikkelingen die met behulp van de projectsubsidie in gang zijn gezet, worden beëindigd zodra de subsidie ten einde loopt. U dient bij dit onderdeel aan te geven wat voor activiteiten u gaat ondernemen en/of welke middelen u gaat aanwenden om voortzetting van de in uw project behaalde resultaten en structurele implementatie van de ontwikkelde producten binnen uw eigen organisatie te realiseren Het is van belang dat er ook buiten uw eigen organisatie sprake is van voortzetting van de projectresultaten en/of toepassing van de door u ontwikkelde producten. Licht toe wat voor activiteiten u gaat ondernemen en/of welke middelen u gaat aanwenden om de voortzetting van de in uw project behaalde resultaten en structurele implementatie van de ontwikkelde producten buiten uw eigen organisatie te realiseren. Geef hierbij aan welke organisaties belang kunnen hebben bij de door u te ontwikkelen producten en welke organisaties u als potentiële afnemers van uw eindproducten ziet. Onderdeel 3 Financiële gegevens projectplan 3.1 U dient bij onderdeel 3.1 een realistische gespecificeerde begroting van het project weer te geven in de daarvoor bestemde tabel. U dient per activiteit de begrote subsidiabele kosten weer te geven. De naam of het nummer van de activiteit plaatst u in de eerste kolom van het overzicht. Voor de nummering / benaming van de activiteiten waarvoor de kosten zijn gemaakt, dient u dezelfde nummering te hanteren als bij onderdeel 2.4. Per kostenpost dient u in de tweede kolom aan te geven wat voor kostensoort het betreft. Onder de Subsidieregeling is het mogelijk uit drie kostensoorten te kiezen: personele kosten, exploitatiekosten of overheadkosten. Kosten kunnen Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

6 intern of extern zijn. Interne kosten zijn kosten gemaakt door de subsidieaanvrager of organisaties uit het samenwerkingsverband, externe kosten zijn kosten gemaakt door derden. Iedere kostenpost dient te worden gespecificeerd in prijs (p, intern tarief in derde kolom, extern tarief in vierde kolom) maal hoeveelheid (q, in vijfde kolom). Het totaal van de p maal q van iedere kostenpost plaatst u in de zesde kolom. Let op: voor de berekening van een intern uurtarief dient te worden uitgegaan van de werkelijke loonkosten voor de werkgever (dit bestaat uit het brutoloon, vakantietoeslag en sociale lasten) en het normaal aantal werkbare uren per jaar voor de betreffende medewerker. Gedurende het project dienen de gerealiseerde uren ten minste onderbouwd te worden met een deugdelijke sluitende urenadministratie die aansluit op de salaris- en contractadministratie. Voor externe kosten afgerekend op basis van facturen geldt dat de marktconformiteit van de kosten (bij opdrachten vanaf de 1000) moet worden aangetoond door middel van een vooraf uitgevoerde transparante offerteprocedure. Hierbij dienen ten minste drie offertes te worden vergeleken. Daarbij geldt voor aanbestedende diensten dat voor opdrachten vanaf (excl. BTW) een Europese aanbesteding moet worden uitgevoerd. Verder verwijs ik u naar de Handleiding Projectadministratie van de Subsidieregeling kinderopvang, die een praktische uitwerking van de administratieve vereisten bevat. De gespecificeerde begroting van het project dient verder aan de volgende criteria te voldoen: De projectbegroting dient één op één aan te sluiten op de activiteiten zoals weergegeven bij onderdeel 2.4; Een gespecificeerde (project)begroting zie onderstaande tabel als voorbeeld- dient zowel inzicht te geven in de reële kosten per activiteit als in de totale kosten van het project; Alléén kosten die betrekking hebben op het project (personeel, exploitatie en overhead) komen voor subsidie in aanmerking; Een realistische begroting wil zeggen dat de opgevoerde kosten en inkomsten noodzakelijk zijn en in redelijke zin c.q. billijke verhouding staan tot de te verrichten activiteiten en beoogde resultaten; Onvoorziene kosten, algemene kosten, p.m. kosten en kosten voor ingeschakelde subsidieadviseurs zijn niet subsidiabel; Voor BTW-plichtige subsidieontvangers wordt de BTW niet gesubsidieerd. Voorbeeld Activiteit Kostensoort Intern tarief (p) Activiteit 1: communicatie Folders Redactionele voorbereiding Bijeenkomst Exploitatie: Folder/flyer Personeel: directeur/ manager/ medewerker Personeel: Directeur/ Manager/ medewerker Extern tarief (p) Uren/aantal (q) Kosten (p x q) 2,- 250 st ,- 10 uur 250,- 35,- 1 bijeenkomst x 8 uur 280,- dagvoorzitter 600,- 1 dag 600,- Totale kosten activiteit ,- Activiteit 2: Etc onderzoek Etc Totaal 1630,- Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

7 3.2.1 De subsidie die op grond van de Subsidieregeling wordt verstrekt is een tekortfinanciering. Dit betekent dat de gevraagde subsidie slechts noodzakelijk is als resterende financiering en dat de te maken kosten niet (volledig) uit hoofde van andere regelingen kunnen worden gefinancierd. In geval u beschikt over eigen financiering, financiering van samenwerkingspartners of derden, dient dit te worden afgetrokken van het totaal aan subsidiabele kosten. Ook eventuele verwachte inkomsten dienen in mindering te worden gebracht op het totaal aan subsidiabele kosten. Geef in het financieringsoverizcht van onderdeel ten eerste weer wat het totaal aan subsidiabele kosten is. U dient hiervoor het totaalbedrag uit de begroting (onderdeel 3.1) over te nemen. Indien er sprake is van inzet van financiering uit de eigen organisatie of van financiële bijdragen van overige partijen dient u ook in dit overzicht weer te geven. Ook inkomsten die u verwacht uit het project te genereren dienen in dit overzicht te worden vermeld. In de onderste rij van de tabel kunt u het bedrag aan benodigde restsubsidie berekenen. Maximaal kan per aanvraag een bedrag van , - gevraagd worden Indien er sprake is van inzet van eigen financiering of financiering van overige partijen, dient u in bijbehorend invulveld te specificeren hoeveel financiering u van welke organisatie ontvangt. Geef ook aan of het een contante bijdrage is of dat het inzet in natura (uren, middelen) betreft. 4. Ondertekening Onderdeel 4 van het formulier bevat de verklaring en ondertekening van deze aanvraag voor projectsubsidie. Om de aanvraag in behandeling te kunnen nemen, dient dit formulier te worden ondertekend door de tekenbevoegde functionaris van de aanvragende organisatie. Tevens dient de aanvraag te worden voorzien van de voor u verplichte bijlagen. Bij het vijfde punt van de verklaring dient u zelf in te vullen hoeveel bijlagen u bij dit aanvraagformulier hebt gevoegd. Bij de asterisk onder het handtekeningblok dient u te specificeren welke bijlagen het betreft. Denkt u hierbij aan de ondersteuningsverklaringen (zie onderdeel 2.5). Privaatrechtelijke organisaties dienen tevens een uittreksel van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel bij te voegen alsook een afschrift van de oprichtingsakte dan wel statuten zoals laatstelijk gewijzigd (zie onderdeel 1.3). Indien u uw aanvraag namens een samenwerkingsverband indient, is de verklaring van het samenwerkingsverband (zie onderdeel 1.4). Het aanvraagtijdvak 2008 loopt vanaf maandag 16 juni 2008 tot en met woensdag 16 juli U kunt uw aanvraag op één van de volgende manieren indienen: 1. Per post naar: Agentschap SZW t.a.v. Team Nationale Regelingen Postbus AE Den Haag 2. Persoonlijk of per koerier Op maandag 16 juni 2008, de eerste dag van het aanvraagtijdvak, is er op de Anna van Hannoverstraat 4 te Den Haag van 08:00 uur tot 17:00 uur een loket geopend waar u uw aanvraag persoonlijk kunt indienen. Voor de goede orde: het indienen van een subsidieaanvraag per fax of per is niet mogelijk. Het indienen bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is ook niet mogelijk. Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

8 Aanvraagformulier Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b) aanvraagtijdvak Algemene gegevens zie invulinstructie 1.1 Projectgegevens Projectnaam Samen met anderen Startdatum 1 januari 2009 Einddatum 30 juni maanden Duur van project 1.2 Gegevens aanvrager Naam organisatie Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg Correspondentieadres Kerkstraat 3 Postcode 6085 AX Plaatsnaam HORN Telefoonnummer Faxnummer Bank- of gironummer Website Bezoekadres Kerkstraat 3 Postcode Plaatsnaam 6085 AX Horn Naam contactpersoon R.Schreurs M V Telefoonnummer adres r.schreurs@deortolaan.nl Naam bevoegd persoon J. Verstegen M V Telefoonnummer adres j.verstegen@deortolaan.nl Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

9 1.3 Typering aanvrager Soort organisatie publiekrechtelijk Rechtsvorm Stichting KvK-nummer privaatrechtelijk Aanvraag namens organisatie ga door naar 2 samenwerkingsverband ga door naar Gegevens organisaties uit samenwerkingsverband Naam organisatie Adres en Plaatsnaam Betrokkenheid bij eerdere projecten op grond van de Subsidieregeling Naam project Projectnummer 1 Versterking van de samenwerking 2007/KO2/ Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

10 2 Inhoudelijke gegevens projectplan 2.1 Probleemstelling Omschrijf welk probleem in de kinderopvangsector u met uw project wilt aanpakken. Licht hierbij de aard en omvang van het door u geconstateerde probleem toe, bij voorkeur onderbouwd met onderzoeksmateriaal of andere bronnen. Uit onderzoek van Radar Kinderopvang (juni 2007) blijkt dat 62% van de ouders die gebruik maken van de buitenschoolse opvang niet weet of de basisschool al keuzes heeft gemaakt met betrekking tot de invulling van het opvangaanbod. Meer dan de helft van de ouders denkt dat de school bij de start van het schooljaar een goed aanbod heeft. Bij ouders gaat daarbij duidelijk de voorkeur uit naar het aanbieden van ontspannende activiteiten aan hun kinderen. Ouders zijn wel van mening dat de opvang moet worden aangeboden door professionals en dat er goed toezicht dient te zijn. In de regio Weert delen partners in WSNS (Weer Samen Naar School) deze standpunten. In het kader van de Zorgplicht binnen het primair onderwijs en aansluitend op de ontwikkelingen binnen Passend Onderwijs hebben ze ook gekozen voor het realiseren van een geïntegreerde buitenschoolse opvang voor alle leerlingen van 4 tot 13 jaar. Dus ook de zorgleerlingen worden samen met de andere kinderen opgevangen in de buitenschoolse opvang. Om de professionaliteit te kunnen garanderen hebben de scholen de opvang uitbesteed aan ervaren kinderopvanginstellingen (zoals Humanitas, Korein en Virkmeer). Het aanbieden van een integrale buitenschoolse opvang vraagt wel om extra maatregelen. Leidsters in de opvang mogen bijvoorbeeld niet in handelingsverlegenheid komen, doordat binnen de groepen ook zorgleerlingen deelnemen aan de activiteiten. Daarom ondersteunt de stichting Aloysius Onderwijs Jeugdzorg de kinderopvang in Weert bij het realiseren van een integraal aanbod van buitenschoolse activiteiten voor kinderen. De opbrengsten uit het project zullen vanuit een gezamenlijke visie op specialistische begeleiding en de gedachte van 'een kind een plan' worden gerealiseerd. De focus ligt op het verbeteren van de ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen die extra zorg behoeven en die gebruik maken van de opvang. Begeleiders binnen de opvang krijgen ook handvatten aangeboden om kinderen te (kunnen) begeleiden bij sport, spel en creatieve activeiten. Veel aandacht zal ook worden besteed aan het informeren van alle betrokken partijen over het aanbod dat is ontwikkeld en de redenen waarom is gekozen voor de opzet van een geïntegreerde buitenschoolse kinderopvang in plaats van een gespecialiseerde opvang. Kinderen met gedragsproblemen vormen een groeiend probleem in de buitenschoolse kinderopvang. Inmiddels vertoont een vijfde deel van de kinderen in die opvang lastig gedrag en dat aantal neemt nog steeds toe. Dat blijkt niet alleen uit cijfers van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) en onderzoeksbureau Regioplan, maar ook de MO-groep, de brancheorganisatie voor onder meer werkgevers in de kinderopvang, signaleert een toename van kinderen met gedragsproblemen in de buitenschoolse opvang. Het moeilijke gedrag wordt deels veroorzaakt door gedragsstoornissen als ADHD en aan autisme verwante stoornissen. Voor een deel komt het door bijvoorbeeld problemen thuis. Samenwerkingspartners in het project, te weten de kinderopvangorganisaties, de scholen voor primair onderwijs (verenigd in het samenwerkingsverband WSNS Weert), de ASOJ en de gemeente Weert willen voorkomen dat kinderen door hun probleemgedrag op de buitenschoolse opvang Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

11 worden geweigerd. Het mag niet zo zijn dat ouders besluiten om die reden hun kinderen maar thuis te houden. Dat zou ook haaks staan op de geldende verplichting voor scholen de opvang van kinderen te regelen. In de regio Weert werken de scholen dan ook nauw samen met de ambulante dienst van de Aloysiusstichting om kinderen met gedragsstoornissen zoveel mogelijk naar de gewone scholen te laten gaan, dus ook naar de buitenschoolse opvang van deze scholen. Kinderen die extra zorg behoeven krijgen ook een rugzakje met geld om extra begeleiding te betalen. Op die manier moeten kinderen met een stoornis niet alleen naar het regulier onderwijs kunnen gaan, maar ook naar de gewone buitenschoolse opvang. Het is daarom zaak dat er gewerkt wordt vanuit een kind en een plan tussen scholen en ouders enerzijds en de buitenschoolse opvanginstellingen en ondersteuningsinstellingen anderzijds. 2.2 Doelstelling(en) Formuleer de doelstelling(en) van uw project tegen de achtergrond van uw probleemstelling en gekozen thema. Hoofddoelstelling: Na het project zijn de leidsters van de buitenschoolse opvang in de regio Weert in staat om een integraal aanbod van activiteiten aan te bieden gericht op de ontwikkeling en emancipatie van zowel leerlingen met een zorgindicatie als leerlingen zonder deze indicatie. Subdoel 1 Uitvoeren van een behoefteonderzoek onder ouders, leerlingen/ leerkrachten BO/SO en leidsters naar welk activiteiten- en ondersteuningsaanbod vraag is. Subdoel 2 Inventariseren van voorhanden zijnde materialen en middelen die ingezet kunnen worden binnen het activiteitenaanbod van de buitenschoolse opvang. Subdoel 3 Samenstellen van een activiteitenaanbod met daaraan gekoppeld kijkwijzers, handreikingen en visualisaties speciaal voor kinderen met gedrags- en/of contactstoornissen. Subdoel 4 Bouw van een digitaal volgsysteem voor leidsters en leidinggevenden met daaraan gekoppeld een database waarin activiteiten op het gebied van ontspanning, sport, spel, muziek, dans en creatieve bezigheden kunnen worden opgenomen. Subdoel 5 Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

12 Ontwikkelen en aanbieden van een 'train de trainer' programma waarbij leidsters van de buitenschoolse opvang worden getraind in het kunnen omgaan met drukke kinderen en kinderen met gedragstoornissen binnen de opvang. Subdoel 6 Inrichten van een helpdesk voor leidsters en medewerkers binnen de buitenschoolse kinderopvang met daaraan gekoppeld een informatiedesk voor ouders, leerkrachten en andere belangstellenden uit het regulier en speciaal onderwijs. subdoel 7 Implementeren van ontwikkelde programma's en instrumenten binnen de kinderopvang in de regio Weert en het toegankelijk maken van producten voor derden door middel van een DVD Geef aan onder welk thema u uw aanvraag wilt indienen. U dient slechts één thema aan te kruisen. a. Bevordering van de kwaliteit van de kinderopvang. b. Stimulering en ontwikkeling van innovaties bij buitenschoolse opvang Onderbouw waarom uw project volgens u past onder het door u gekozen thema. Het project past onder thema b Stimulering en ontwikkeling van innovaties bij buitenschoolse opvang, omdat uitvoeringspartners een geïntegreerd activiteiten- en begeleidingsaanbod willen ontwikkelen en implementeren voor zowel kinderen met- als kinderen zonder een zorgindicatie. Het realiseren van ontwikkelingsperspectieven bij de kinderen staat daarbij centraal op basis van het uitgangspunt "een kind, een plan''. Daarmee wordt een brug geslagen tussen de buitenschoolse opvang enerzijds en het primair (speciaal)onderwijs anderzijds. Bij de totstandkoming van het activiteiten- en ondersteuningsaanbod wordt uitdrukkelijk gebruik gemaakt van de deskundigheid van gedragskundigen van de ambulante dienst REC cluster 4 van de Aloysiusstichting. Voor de zorgleerlingen zijn zij namelijk zowel binnen het speciaal onderwijs alsook het regulier basisonderwijs actief. Innovatief in het project is niet zozeer welke activiteiten worden aangeboden, maar hoe (in welke context en welke omgeving) deze activiteiten worden aangeboden. In plaats van segregratie wordt in het project dus nadrukkelijk gewerkt aan inclusie. In het project Samen met anderen richten de innovaties zich op het verbeteren van de kwaliteit van het activiteitenaanbod voor oudere kinderen en het verbeteren van de relatie tussen buitenschoolse opvang en onderwijs. Dit laatste onder andere door het beter afstemmen van elkaars programma- aanbod. Omdat de ambulante dienst van de stichting Aloysius de scholen in de regio Weert ondersteunt bij het begeleiden van rugzakleerlingen in de school en er door deze dienst ook al met kinderopvangorganisaties wordt Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

13 samengewerkt in het project Versterking van de Samenwerking, ligt het voor de hand dat in het nieuwe project de ASOJ wat de buitenschoolse opvang betreft ook hier weer een brugfunctie gaat vervullen tussen onderwijsinstellingen uit het samenwerkingsverband WSNS enerzijds en de buitenschoolse opvang instellingen uit Weert anderzijds. De lijst van scholen uit het samenwerkingsverband WSNS Weert hebben we toegevoegd. Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

14 2.2.4 Geef aan of het project waarvoor u subsidie aanvraagt nog niet eerder is uitgevoerd. Het onderhavige project is nog niet eerder uitgevoerd. Er is inderdaad sprake van eenzelfde strekking met het project Geïntegreerde Naschoolse Opvang van Kinderstad LVG. Dit project richt zich echter op een andere doelgroep, namelijk kinderen met een licht verstandelijke handicap. Ons project richt zich op kinderen met gedragsstoornissen. Producten die worden opgeleverd zullen wat inhoud betreft dan ook aanmerkelijk verschillen van de producten die Kinderstad Opvang gaat opleveren. Met Kinderstad hebben we wel afgesproken elkaar op de hoogte te houden van de resultaten. Wat de ontwikkelde procedures betreft voor deskundigheidsbevordering en informatieoverdracht kunnen we zeker van elkaars ervaringen leren. Omdat het project in Tilburg in maart 2009 afloopt kunnen wij gebleken good practices meenemen in ons project 2.3 Breed overdraagbare en landelijk toepasbare producten Maak aan de hand van de beantwoording van onderstaande vragen aannemelijk dat uw project leidt tot breed overdraagbare en landelijk toepasbare producten. a. Naar welk(e) eindproduct(en) werkt u met uw project in zijn totaliteit toe? b. Voor wie zijn (ieder van) de eindproducten bestemd? c. In welke vorm bent u voornemens (ieder van) de producten op te leveren? Let er op dat producten in zo n vorm worden opgeleverd dat brede overdraagbaarheid mogelijk is. d. Komen de producten in digitale vorm beschikbaar en kunnen ze kosteloos door derden worden gedownload? e. In welke mate en op welke wijze zijn (ieder van) de producten toepasbaar voor andere organisaties uit de kinderopvangsector? a. * Database met activiteiten- en ondersteuningsaanbod voor geïntegreerde buitenschoolse opvang (tevens geschikt voor kinderen met gedragsstoornissen) * Digitaal volgsysteem voor geïntegreerde buitenschoolse opvang * Cursus 'Begeleiding van kinderen met gedragsstoornissen binnen de geïntegreerde buitenschoolse opvang' * Online helpdesk geïntegreerde buitenschoolse opvang * DVD 'Samen met anderen' waarin een toelichting wordt gegegeven op de aanpak binnen de geïntegreerde buitenscholse opvang b. Database met activiteiten- en ondersteuningsaanbod is bestemd voor begeleidsters in de buitenschoolse opvang Het volgsysteem is bestemd voor begeleidsters en leidinggevenden in de buitenschoolse opvang. De cursus is bestemd voor de begeleidsters van de buitenschoolse opvang. De helpdesk is bestemd voor alle betrokken partijen zoals leidsters, leiding, ouders, leerkrachten en overige organisaties De DVD is eveneens bestemd voor alle betrokkenen, maar zal vooral in de voorlichting naar ouders toe worden gebruikt door de leiding van de buitenschoolse kinderopvang Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

15 c. Activiteiten- en ondersteuningsaanbod, alsook de cursus worden om niet in digitale vorm opgeleverd (CD-Rom) evenals de DVD. Alleen aan het in licentie nemen van het volgsysteem alsmede het meehelpen inrichten van een eigen online- helpdesk zijn kosten verbonden. Niet de aanvrager van de subsidie maar het ict- bedrijf, verantwoordelijk voor het beheer van de applicatie, zal deze extra kosten in rekening brengen aan derden. d. Ja, de opzet is dat alle producten (kosteloos) kunnen worden gedownload, op het volgsysteem en de online helpdesk na zoals aangegeven. e. Alle producten zijn in zijn geheel toepasbaar voor andere kinderopvangorganisaties. 2.4 Activiteiten Omschrijving geplande activiteiten Beschrijf aan de hand van welke activiteiten u voornemens bent bovengenoemde eindproduct(en) te realiseren. Beschrijf per activiteit de volgende elementen: a. Wat houdt de activiteit in? b. Wie heeft er een rol in de uitvoering van de activiteit? Geef bijvoorbeeld aan welke functiegroep(en) en/of welke organisaties bij de uitvoering betrokken zijn. Indien er sprake is van inzet van derden, dient u de noodzaak ervan aan te tonen. c. Wat is de planning voor deze activiteit? d. Welk resultaat en/of (tussen)product(en) beoogt u met de activiteit te verwezenlijken? Activiteit 1: Uitvoeren behoefteonderzoek a. Kinderen, ouders, leerkrachten en leidsters worden aan de hand van voorgestructureerde vragenlijsten bevraagd, aan welke buitenschoolse activiteiten zij nu deelnemen, aan welke activiteiten zij de voorkeur geven en waarom. Leidsters en leerkrachten worden gevraagd welke ervaringen zij hebben opgedaan met zorgkinderen binnen hun groep en aan te geven aan welke vormen van ondersteuning zij baat hebben of waaraan behoefte is. b. Medewerkers van de ambulante dienst van Aloysius nemen de interviews af bij zowel ouders en kinderen met een zorgindicatie als kinderen zonder deze indicatie. Ook bij leerkrachten/leidsters die werken met kinderen met en zonder zorgindicatie worden Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

16 vragenlijsten afgenomen. De interviewresultaten worden geanalyseerd door gedragskundigen van de ambulante dienst en op basis van deze analyse worden criteria opgesteld voor de selectie van activiteiten en materialen. (zie activiteit 2) c. Planning: januari-februari 2009 d. Het tussenproduct is een verslag over het uitgevoerde onderzoek met daarin opgenomen de belangrijkste uitkomsten, conclusies en aanbevelingen voor het innoveren van het actiteiten- en ondersteuningsaanbod binnen de buitenschoolse kinderopvang. Het verslag zal te downloaden zijn vanaf de website van Aloysius en van de deelnemende kinderopvangorganisaties. Bij het uitvoeren van het behoefteonderzoek worden leidsters van de opvang en leerkrachten van het basisonderwijs geïnterviewd en wordt expliciet ingegaan op de vraag hoe zij denken de onderlinge relatie te kunnen verbeteren. Daarnaast wordt gevraagd hoe zij de kwaliteit denken te verbeteren voor wat betreft het buitenschoolse aanbod voor het oudere kind. Leerkrachten uit het onderwijs en leidsters uit de opvang, maar ook kinderen, ouders en willekeurig andere volwassenen zullen onder andere worden gevraagd mee te werken aan een onderzoek naar vrijetijdsbesteding. Kinderen zelf krijgen daarbij in het onderzoek een taak toebedeeld in het meehelpen opstellen en afnemen van vragenlijsten bij respondenten. De vragenlijsten die worden gemaakt ten behoeve van het behoefteonderzoek worden als bijlage opgenomen in het onderzoeksverslag. Het verslag zal ook als landelijk toepasbaar product worden overgedragen.. Activiteit 2: Inventariseren van bestaande materialen en middelen voor buitenschoolse opvang a. Aan de hand van de resultaten uit het behoefteonderoek en de criteria die zijn opgesteld voor selectie, worden geschikte materialen en middelen in kaart gebracht. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen materialen waarmee kinderen werken en ondersteuningsmaterialen voor de begeleiders. b. Medewerkers van de buitenschoolse opvang en medewerkers van de ambulante dienst van Aloysius, die kennis hebben van wat er al is en wat verder de markt te bieden heeft, voeren deze inventarisatie uit. c. maart - april 2009 d. Het tussenproduct is een lijst van materialen en middelen die ingezet kunnen worden voor kinderen en begeleiders binnen de geïntegreerde buitenschoolse opvang. De lijst van materialen zal te downloaden zijn van de websites van Aloysius en de deelnemende kinderopvangorganisaties. Bij het inventariseren van materialen en middelen zal expliciet aandacht zijn voor het zowel in kaart brengen van materiaal dat gehanteerd wordt in het basisonderwijs (SO en PO) en materiaal dat gehanteerd wordt in de buitenschoolse opvang. In tegenstelling tot wat uit de aanvraag zou kunnen worden opgemaakt zullen ook leerkrachten van het basisonderwijs bij deze inventarisaties worden betrokken. Uit praktische overwegingen zijn het echter de ambulant begeleiders Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

17 van de Aloysiusstichting, reeds werkzaam binnen de basisscholen in Weert e.o., die zorgen voor het maken van de inventarisaties binnen de scholen. Zij vormen zo de brug tussen enerzijds de opvang en anderzijds het onderwijs binnen het project. Gemaakte keuzes door medewerkers uit het speciaal onderwijs, regulier onderwijs en opvang worden ook met elkaar vergeleken en waar mogelijk in een doorgaande lijn van ontwikkeling geplaatst. Bij het inventariseren van de bestaande materialen en middelen voor de geïntegreerde opvang zullen projectmedewerkers zich vooral focussen op het selecteren van materialen en middelen voor het oudere kind. Zoals algemeen bekent vragen oudere kinderen, vanaf ongeveer acht a negen jaar, binnen de buitenschoolse opvang bijzondere aandacht. Zij voelen zich vaak te groot om naar de BSO te gaan zoals deze nu nog vaak is georganiseerd. Bij de selectiecriteria zal dan ook rekening worden gehouden met het feit dat oudere kinderen behoefte hebben aan meer vrijheid, zelfstandigheid, keuzemogelijkheden, verantwoordelijkheid en meer uitdaging. In het project Samen met anderen zal ook de mogelijkheid worden onderzocht om kinderen buiten de huidige BSO- locaties zelfstandig activiteiten te laten ondernemen. Omdat ook kinderen die meer zorg behoeven aan de activiteiten deelnemen, zal in het project veel aandacht worden besteed aan een geleidelijke doorstroom van kinderen naar de activiteiten buiten de BSO, m.a.w. zijn ze er al aan toe en wat is er nodig om doorstroom van kinderen die extra aandacht behoeven te bevorderen Activiteit 3: Ontwikkelen activiteiten- en ondersteuningsaanbod voor geïntegreerde opvang a. Bij deze activiteit worden keuzes gemaakt voor activiteiten op het gebied van ontspanning, sport, spel, muziek, dans, tekenen, schilderen en eventueel huiswerkbegeleiding. Bij alle geselecteerde activiteiten wordt in duidelijke en observeerbare termen beschreven hoe begeleidsters of andere volwassenen de kinderen kunnen ondersteunen bij het verrichten van deze activiteiten. Getracht wordt om middels eenvoudige handelingswijzers de leidsters te ondersteunen bij het samen met kinderen met gedragsstoornissen verrichten van buitenschoolse activiteiten. b. Een team van medewerkers en begeleiders van de ambulante dienst Aloysius en de deelnemende kinderopvangorganisaties stellen het aanbod op. Een extern adviseur met specifieke expertise op het terrein van het creëren van emotionele veiligheid en het ontwikkelen van persoonlijke- en sociale competenties bij kinderen zal hen daarbij ondersteunen. Ook voor de inzet van deze expertise zullen bij drie bureaus offertes worden aangevraagd en zal een keuze worden gemaakt voor het beste aanbod. Leidinggevenden toetsen het aanbod aan de kwaliteitsnormen zoals die onder andere zijn vastgelegd in het pedagogisch beleidsplan van de kinderopvangorganisaties en het sectorplan van Aloysius Onderwijs Jeugdzorg. c. Planning mei - juni 2009 d. De database is een eindprodukt dat via de websites van Aloysius en de kinderopvangorganisaties te downloaden zal zijn. Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

18 Bij het samenstellen van het aanbod slaan ambulant begeleiders van Aloysius dus de brug tussen de opvang enerzijds en het basisonderwijs anderzijds. Binnen het curriculum zal het accent vooral liggen op de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen. Uitgangspunt is dat kinderen in de programma s worden uitgedaagd om in eigen tempo hun eigen talenten te ontdekken. Naast plezier moeten kinderen ook kunne werken aan het opdoen van meer zelfvertrouwen, zelfkennis, sociale vaardigheden, zelfdiscipline, creativiteit, spreekvaardigheid, onderling respect en samenwerking. Afstemming tussen het curriculum van de school en het curriculum van de opvang wordt gerealiseerd door het beschrijven van de verschillende programmaonderdelen in leerlijnen. De leerlijnen vormen via het gemeenschappelijk protocol handelingsplan (een kind een plan) de basis voor planning. Werken met het protocol zowel binnen de opvang alsook binnen het onderwijs werkt efficiënt en is tijdbesparend, omdat het breekt met de traditie van omvangrijke individuele plannen voor elke leerling afzonderlijk. Het protocol werkt namelijk in drie stappen van instellingsplan, groepsplan naar individueel handelingsplan. Door het activiteiten- en ondersteuningsaanbod op te nemen in een database kunnen betrokken instellingen het aanbod opnemen binnen hun eigen plannen en hun eigen digitale omgeving. Om leidsters te helpen bij het omgaan met ander gedrag in het algemeen en met specifieke aanpak van kinderen met gedrags- en ontwikkelingsstoornissen in het bijzonder maakt de ASOJ gebruik van handelingswijzers. In de wijzers wordt dit andere gedrag beschreven en worden adviezen verstrekt hoe om te gaan met dit gedrag. Bij het samenstellen van het activiteiten- en ondersteuningsaanbod wordt een extern adviseur ingeschakeld om medewerkers en begeleiders van de buitenschoolse opvang en Aloysius te ondersteunen daarbij. In de samenvattende tabel van geplande activiteiten hebben we deze adviseur toegevoegd. Activiteit 4: Bouwen van een digitaal en webbased volgsysteem voor het kunnen plannen, volgen en evalueren van activiteiten binnen de geïntegreerde buitenschoolse kinderopvang a. Op basis van de database, maar ook de eerder genoemde tussenproducten wordt door een programmaontwikkelaar van Aloysius een functioneel ontwerp gemaakt voor de bouw van een digitaal volgsysteem voor geïntegreerde buitenschoolse kinderopvang. b. Een derde partij zal worden aangetrokken om dit functionele inhoudelijke ontwerp om te zetten in een technisch ontwerp. Deze partij wordt ook verantwoordelijk voor de bouw van de applicatie. Samenwerking hiervoor zal worden aangegaan met een ict- bedrijf dat ruime ervaring heeft met de bouw van volgsystemen in de zorg en het onderwijs. Aanvrager zal hiertoe middels een vooraf uitgevoerde transparante offerteprocedure drie offertes vergelijken. c. Planning: juli, augustus, september 2009 d. Het digitale volgsysteem is een eindproduct waarvan een 'demoversie' Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

19 ter beschikking zal worden gesteld voor iedereen die daar belangstelling voor heeft. De demo zal ook te zien zijn op de websites van Aloysius en de kinderopvangorganisaties. Binnen de geïntegreerde opvang zal toegewerkt worden naar meer zelfstandigheid, verantwoordelijkheid en uitdaging voor elk kind. Om te bepalen of een kind sociaal en emotioneel toe is aan een overstap van de ene naar de andere groep zal gebruik worden gemaakt van een digitaal en webbased volgsysteem dat aansluit op het binnen de geïntegreerde opvang gekozen gemeenschappelijke protocol. Het volsysteem is dus naast de eerder genoemde database een belangrijk instrument om te komen tot enerzijds afstemming en anderzijds kwaliteitsverbetering van het aanbod. Een bedrag van (ex BTW) is begroot voor het bouwen van een digitaal volgsysteem. Hiervoor worden minimaal 3 offertes bij ictbedrijven opgevraagd. Uit dit bedrag worden bekostigd het analyseren van de digitale behoeften, het realiseren van een functioneel ontwerp, het voorbereiden en programmeren van de gewenste applicatiedelen, het voorbereiden en programmeren van de diverse rollen, autorisaties en Beheerfunctionaliteit, het bouwen, testen en debuggen van de basisapplicatie en het opleveren van de basisapplicatie. Activiteit 5: Ontwikkelen van de cursus 'Begeleiding van kinderen binnen een geïntegreerde buitenschoolse opvang'. a. Op basis van de resultaten van het behoefteonderzoek en alle hiervoor genoemde activiteiten en producten wordt er een ondersteuningsaanbod voor de leidsters in de kinderopvang ontwikkeld in de vorm van een 'train de trainer' programma. Naast het eerder samengestelde activiteiten- en ondersteuningsaanbod zal in de cursus ook aandacht worden besteed aan psychopathologie en worden leidsters uitgenodigd om aan de slag te gaan met de ontwikkelde kijkwijzers, handreikingen en speciaal voor de zorgleerlingen samengestelde buitenschoolse opvangarrangementen. Uiteraard wordt in de cursus tevens ervaring opgedaan met het speciaal voor de geïntegreerde opvang gebouwde digitale volgsysteem, zodat ook dit product kan worden getest en indien nodig verbeterd. b. De cursus wordt ontwikkeld door gedragskundigen van Aloysius. Er wordt echter ook een klankbordgroep bestaande uit medewerkers van de kinderopvang samengesteld voor het leveren van commentaar op de inhoud van de cursus. c. Planning: juli, september, oktober 2009 d. De cursus is een eindproduct dat via de website van Aloysius en de kinderopvangorganisaties te downloaden zal zijn. De cursus zal beschikbaar komen op het einde van het project, wanneer ook alle verbeteringen op basis van ervaringen verwerkt zijn. Ofschoon alleen leidsters en begeleiders binnen de buitenschoolse opvang deelnemen aan de cursus zijn het toch ook ambulant begeleiders van Aloysius die kennis hebben van de inhoud. Zij zullen tijdens de intervisiebijeenkomsten op de scholen waar ze actief zijn leerkrachten informeren over het ontwikkelde aanbod. Ook wijzen ze Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak

20 scholen op de instrumenten die het project gaat opleveren en nemen ze deze op in hun ambulante aanbod voor de scholen. Verder zullen alle instrumenten inclusief de dvd aangeboden worden aan het Samenwerkingsverband Weer Samen Naar School Weert e.o., de deelnemende kinderopvangorganisaties en de opdrachtgever. Genoemde handelingswijzers zijn voor een groot deel ontwikkeld door de ambulante dienst van de stichting Aloysius. Datzelfde geldt voor de aanpak die wordt gehanteerd om te komen tot individuele opvangarrangementen voor kinderen. Bij het inventariseren van geschikte materialen en middelen voor buitenschoolse opvang zal zeker op zoek worden gegaan naar handelingswijzers die zijn ontwikkeld elders. Landelijk werkt de ASOJ ook nauw samen met onder andere het Landelijk netwerk Autisme, het Nederlands Jeugdinstituut en de oudervereniging Balans. Activiteit 6: Implementeren van de instrumenten middels de cursus 'Begeleiding van kinderen binnen een geïntegreerde buitenschoolse kinderopvang' a. In de cursus worden de leidsters van de buitenschoolse opvang getraind in het omgaan met kinderen met gedragsstoornissen en maken zij kennis met het aanbod aan activiteiten en instrumenten die daarvoor binnen het project zijn ontwikkeld. Ze leren dus werken met het volgsysteem en met handvatten die hen worden aangereikt zodat ze gericht een bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de ontwikkelmogelijkheden van de kinderen. b. De cursus wordt gegeven door gedragskundigen van de ambulante dient van Aloysius. Daarnaast bezoeken zij de leidsters op hun werkplek om hen te ondersteunen bij het maken van de praktijkopdrachten uit de cursus. In het project wordt de cursus gegeven aan twee groepen van elk tien leidsters. Direct leidingevenden van de leidsters krijgen eveneens een taak in het bijstaan van de leidsters bij het uitvoeren van de opdrachten. Middels feedbackformulieren brengen de 'trainers' van Aloysius in kaart waar de kritieke incidenten voor slagen en falen liggen bij het werken met de kinderen in de buitenschoolse opvang. Uitkomsten hieruit worden aangewend om de verschillende producten (zie 1 t/m 7) aan te passen en te verbeteren. c. Planning: oktober, november, december 2009, januari, februari, maart, april, mei Per maand 2 sessies = 2 x 8 = 16 sessies. Cursus aan 2 groepen van 10 leidsters. d. Het eindresultaat dat aanvrager met het aanbieden en evalueren van de cursus wil bereiken, zijn voorstellen voor verbetering van de in het project te realiseren eindproducten, te weten de database met activiteiten, de cursus, het volgsysteem en de help- en informatiedesk. Deze eindproducten of de informatie over deze producten is te downloaden via de websites van de Aloysiusstichting Onderwijs Jeugdzorg en de kinderopvangorganisaties. Aanvraagformulier; Subsidieregeling kinderopvang (thema a en b), aanvraagtijdvak