JEUGDMONITOR NIJMEGEN 1999

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JEUGDMONITOR NIJMEGEN 1999"

Transcriptie

1 JEUGDMONITOR NIJMEGEN 1999

2 Uitgave: Afdeling Onderzoek en Statistiek, Gemeente Nijmegen januari 2000 Verkrijgbaar: Afdeling Onderwijs en Jeugd, Gemeente Nijmegen Tel: Rapporteurs: Ad Manders (afdeling Onderzoek en Statistiek, Gemeente Nijmegen) Tel: Marlene van der Star (afdeling Epidemiologie en Beleid, GGD Regio Nijmegen) Tel:

3 Colofon Uitgave Gemeente Nijmegen Directie Strategie en Projecten Afdeling Onderzoek en Statistiek Ontwerp omslag Maarten Slooves, Grave Fotografie Afdeling Onderzoek en Statistiek Drukwerk Omslag: Drukkerij Trioprint Nijmegen bv Binnenwerk: Copyshop Stadhuis

4 INHOUDSOPGAVE Samenvatting I 1. Inleiding I 2. Uitkomsten ten behoeve van de vraaggerichte benadering: een algemeen beeld van de situatie en de wensen van de jongeren II 3. Onderscheid deelgroepen naar pluspunten en risico s V 4. Probleemarme en probleemrijke jongeren VI 5. Slotconclusies VIII Hoofdstuk 1: inleiding 1 1. Wat is de Jeugdmonitor? 1 2. Belang van een Nijmeegse monitor 1 3. Opzet 2 4. Specifieke aandacht voor aanpak- en attentiewijken 3 5. Twee leeftijdsgroepen en specifieke aandacht voor open wijkscholen 3 6. Uitwerking van interstedelijke vergelijking 4 7. Hoe heeft de jeugd gereageerd op de Jeugdmonitor? 5 8. Overzicht van ingevulde enquêtes naar leeftijd en gebied 5 9. Opzet verslag Landelijke Jeugdmonitor CBS-SCP 6 Hoofdstuk 2: kenmerken van Nijmeegse jongeren 9 1. Inleiding 9 2. Leeftijd en geslacht 9 3. Allochtonen en autochtonen Schooltype Een- en meeroudergezinnen Nul-, een- en tweeverdieners Representativiteit 12 Hoofdstuk 3: de buurt Inleiding Algemeen oordeel over de buurt Onderlinge verhoudingen in de buurt Is er in de buurt voldoende te doen voor jongeren? Prioriteiten in de buurtaanpak 20 Hoofdstuk 4: de stad Inleiding Algemeen oordeel over de stad Is er in Nijmegen genoeg te doen voor jongeren? Prioriteiten in stadsaanpak 26

5 Hoofdstuk 5: meedenken over beleid Inleiding In welke mate en hoe willen jongeren meedenken met de gemeente? Meehelpen met buurtverbetering 32 Hoofdstuk 6: de vrije tijd Inleiding Druk bezig of juist niet? Bijbaantjes Invulling vrije tijd Verenigingslidmaatschap 37 Hoofdstuk 7: de ouders Inleiding Relatie met ouders Gedrag van ouders Een- en tweeoudergezinnen Nul-, een- en tweeverdieners 43 Hoofdstuk 8: de school Inleiding Omgang met andere leerlingen Het begrijpen van de lesstof Schoolplezier Spijbelen, te laat komen en ziek thuisblijven Pesten De school als plek voor het ventileren van problemen 50 Hoofdstuk 9: de vriendengroep Inleiding Omvang en aard vriendengroep Gedrag vriendengroep 55 Hoofdstuk 10: genotmiddelengebruik Inleiding Roken Alcohol Gebruik van drugs en andere middelen Gokken 67 Hoofdstuk 11: geld Inleiding Besteedbare inkomsten 69 Hoofdstuk 12: seksualiteit 73

6 Hoofdstuk 13: gezondheid Inleiding Eigen oordeel over de gezondheid Ongelukken Verwondingen door vechtpartij Psychisch welbevinden 78 Hoofdstuk 14: criminaliteit en veiligheid Inleiding Plegen van strafbare feiten Politiecontacten en verwijzingen naar Halt Achtergrondfactoren Slachtofferschap Onveiligheidsgevoelens 90 Hoofdstuk 15: profielen deelgroepen naar pluspunten en risico s Inleiding Overzicht van verschillen per thema en per groep Profielen deelgroepen Samenvattende opmerkingen 105 Hoofdstuk 16: probleemarme en probleemrijke jongeren Inleiding Afbakening probleemarme en probleemrijke jongeren Kenmerken, gedrag en spreiding van probleemjongeren 113 Hoofdstuk 17: verschillen tussen gebieden in Nijmegen Inleiding Overzicht van verschillen per thema en per groep Gebiedsprofielen Samenvattende opmerkingen Gebiedsverschillen afgezet tegen uitkomsten Stadspeiling Hoofdstuk 18: verschillen tussen enkele steden Inleiding Vergelijking met Venlo, Leeuwarden en Arnhem 129 Bijlagen: Begeleiding onderzoek Schematische weergave van het sociaal-ecologische ontwikkelingsmodel Gebruikte schalen Extra tabellen Bronnen Vragenlijst voor de 12- t/m 17-jarigen 143

7 SAMENVATTING VAN DE BELANGRIJKSTE UITKOMSTEN JEUGDMONITOR Inleiding Waarom Jeugdmonitor 1999? Jeugdproblematiek is opkomend thema Ontwikkeling integraal jeugdbeleid Grotestedenbeleid Wijze waarop In Nijmegen en andere grote steden is jeugdproblematiek een opkomend thema. In het Nijmeegse Wijkonderzoek 1998 komen jongerenproblemen en -overlast duidelijk naar voren. Jeugd en jongeren is dan ook een van de speerpunten van het Ontwikkelingsplan (OP), dat ten behoeve van het grotestedenbeleid (GSB) is opgesteld. Inmiddels is in Nijmegen de aanzet gegeven voor een integraal jeugdbeleid. In de startnotitie integraal jeugdbeleid worden drie benaderingen onderscheiden: 1. een vraaggerichte benadering: wat hebben kinderen en jongeren nodig om zich te kunnen ontwikkelen tot actieve, zelfstandige burgers die er een gezonde levensstijl op na houden, brede interesses hebben en geschikt zijn om zelf de toekomstige ouderrol op verantwoorde wijze invulling te geven; 2. een aanbodgerichte benadering bedoeld voor risicogroepen onder de jongeren; 3. een aanbodgerichte benadering bedoeld voor jeugdige probleemgevallen. De Jeugdmonitor is uitgevoerd om voeding te geven aan de ontwikkeling van dit integraal jeugdbeleid. In deze samenvatting en het volledige Jeugdmonitorverslag sluiten we aan bij de hierboven genoemde benaderingen door eerst een algemeen beeld en een aantal algemene aandachtspunten te schetsen. Vervolgens gaan we in op profielen van deelgroepen (pluspunten, risico s), probleemarme versus probleemrijke jongeren en gebiedsverschillen. De vragenlijsten zijn thuis ingevuld door ruim 1300 van de ongeveer 8500 Nijmeegse jongeren van jaar en een kleine 300 van de ongeveer 3000 Nijmeegse kinderen van 10 en 11 jaar. Aan de ouders is uitdrukkelijk verzocht om de jongeren de lijst alleen te laten invullen. De respons bedraagt 67% voor de 12- t/m 17-jarigen en 71% voor de 10- en 11-jarigen. De voorgelegde vragen zijn voor een groot deel afkomstig uit de Standaard Jeugdmonitor G21, die met name gericht is op risico- en probleemgedrag en op een drietal belangrijke achtergrondvelden daarbij: het gezin, de school en de vriendengroep 1. Met het oog op de vraaggerichte benadering zijn vragen toegevoegd om een aantal wensen en behoeften van Nijmeegse jongeren in beeld te krijgen. Wanneer hieronder over jongeren wordt gesproken, gaat het over de jongeren van 12 t/m 17 jaar. Een aantal keer gaat het over kinderen. Dan worden de 10- en 11-jarigen bedoeld. 1 Voor vragen uit de Standaard Jeugdmonitor G21 zijn in hoofdstuk 18 - voor zover tot nu toe mogelijk - vergelijkingen getrokken tussen Nijmegen en enkele andere grote steden: Venlo, Leeuwarden en Arnhem. Samenvatting Jeugdmonitor Nijmegen 1999, blz. I

8 2. Uitkomsten ten behoeve van de vraaggerichte benadering: een algemeen beeld van de situatie en de wensen van jongeren Drie leefwerelden van groot belang voor ontwikkeling naar volwassenheid: gezin, school en vriendengroep De eerste poot van het integraal jeugdbeleid is een vraaggerichte benadering: wat hebben jongeren op weg naar een gezonde rol als volwassene nodig? Volgens het sociaal-ecologisch ontwikkelingsmodel van probleemgedrag 2, waarop de vragenlijst van de Standaard Jeugdmonitor G21 is gebaseerd, zijn drie subsystemen van groot belang bij de ontwikkeling naar de volwassenheid: het gezin, de school en de vriendengroep. Het ontbreken van bindingen met en overdracht van maatschappelijk ongewenste normen via deze subsystemen worden gezien als risicofactoren die van invloed zijn op de kans dat problematische gedrag tot ontwikkeling komt. Hieronder volgt een aantal belangrijke resultaten als het gaat om het gezin, de school en de vriendengroep. Bij meerderheid is het contact met thuis goed; bij minderheid wisselend of niet goed Samenhang met strafbare feiten en psychisch welbevinden Omgang met medeleerlingen vaak goed; deel heeft problemen met het volgen van de lesstof Spijbelen en pesten als signaal voor andere problemen Pesten vooral probleem bij kinderen op de basisschool School is belangrijke aanbodplaats voor cannabis Gezin Driekwart van de jongeren heeft het thuis naar de zin, 1% heeft het er niet naar de zin; 23% heeft het er wisselend naar de zin. 70% van de jongeren kan met de ouders praten over de dingen die hen bezighouden, 7% kan dat meestal niet en 23% soms wel, soms niet. Jongeren die een minder contact met thuis hebben, plegen vaker delicten en hebben vaker een matig of slecht psychisch welzijn. School Bij 78% van de schoolgaande jongeren 3 is de omgang met medeleerlingen goed; bij 1% slecht. De lesstof kan door 70% redelijk tot goed gevolgd worden; 10% heeft er duidelijk problemen mee. Voor bijna een kwart van de jongeren geldt dat ze met weinig plezier op school zitten. In 1 jaar tijd wordt door 14% van de schoolgaande jongeren wel eens gespijbeld; 2% spijbelt veel (meer dan twee keer per week). Veel spijbelen blijkt samen te hangen met zaken als het plegen van strafbare feiten, onverschilligheid t.o.v. diefstal en vernieling door anderen, op straat rondhangen, genotmiddelengebruik, weinig schoolplezier, een mindere binding met thuis en een lager psychisch welbevinden. 10% van de kinderen en 7% van de jongeren zegt het afgelopen jaar regelmatig op school dader van pesten te zijn geweest. Pestgedrag blijkt met dezelfde zaken samen te hangen als hierboven bij spijbelen genoemd. Van de kinderen van 10 en 11 geeft 19% aan het afgelopen jaar regelmatig op school slachtoffer van pesten te zijn geweest. Dat is een hoger percentage dan bij de jongeren (9% van de 12- t/m 14-jarigen en 4% van de 15- t/m 17- jarigen). Een vijfde van de betreffende kinderen geeft aan zich op de basisschool wel eens onveilig te voelen. Bij de jongeren komen onveiligheidsgevoelens op school minder voor. 35% van de jongeren geeft aan dat er niet altijd iemand is om na schooltijd naartoe te gaan. De school speelt een rol bij het gebruik van genotmiddelen: veel jongeren roken op of bij school en de jongere leeftijdsgroepen noemen het schoolfeest als plek waar alcohol wordt gedronken. Bovenal dient vermeld te worden dat de school vaak genoemd is als plaats waar jongeren drugs aangeboden 2 Van der Ploeg en Scholte in Lastposten of slachtoffers van de samenleving (Rotterdam, 1990). 3 Niet alle jongeren in de steekproef zitten op school: voor ruim 4% is werken de belangrijkste bezigheid (al dan niet in combinatie met een deeltijdopleiding). Samenvatting Jeugdmonitor Nijmegen 1999, blz. II

9 krijgen, met name cannabis, maar ook harddrugs en overige drugs. Dat roept de volgende vraag op: zijn het vooral leerlingen op school of zijn het handelaren in de buurt van de school die deze drugs aanbieden? Meerderheid heeft voldoende en genoeg vrienden Samenhang met strafbare feiten plegen De omgeving waar jongeren opgroeien Meerderheid vindt buurt en stad prettig om in te wonen; 15% vindt de woonbuurt niet prettig Sterke behoefte aan jongerenvoorzieningen en activiteiten Met name grote behoefte aan sportveldjes/- pleintjes Manieren om mee te denken met de gemeente Vriendengroep Ruim 90 procent zegt genoeg vrienden en vriendinnen te hebben. Ruim 80 procent kan met vrienden of vriendinnen praten als men ergens mee zit. De overige 20% kan bijna altijd elders terecht (o.a. bij de ouders, bij andere familie of op school). Jongeren die veel stafbare feiten plegen, hebben vaker oudere vrienden en ontmoeten hun vrienden vaker op straat. Ook hebben ze vaker vrienden die spijbelen, drugs gebruiken en gokken. Woonbuurt Het gezinsleven en vaak ook de school en de vriendengroep zijn in de woonbuurt gesitueerd. Hoe kijken jongeren tegen die buurt waar ze opgroeien aan? Vinden jongeren de buurt prettig en is er genoeg voor jongeren te doen? In hoeverre spelen er problemen in de buurt? En zijn er wensen met betrekking tot de buurt? Driekwart van de jongeren vindt de eigen woonbuurt prettig om in te wonen, 15% vindt van niet. Ruim een derde van de jongeren is van mening dat vervelende groepjes jongeren het voor andere jongeren en volwassenen in de buurt verpesten. Ruim een kwart vindt de omgang tussen jongeren en volwassenen in de buurt niet goed. Bijna de helft van de jongeren vindt dat de volwassenen positiever over de jongeren in de buurt zouden moeten denken. Net als de volwassen Nijmegenaren vinden veel jongeren dat er in de buurt te weinig voor jongeren te doen is: bijna 60 procent van de jongeren vindt dat er te weinig ontmoetingsplaatsen zijn en volgens bijna 70 procent worden er te weinig leuke activiteiten georganiseerd. Als het gaat om de behoefte aan jongerenvoorzieningen en -activiteiten, steekt zowel bij de jongens als de meisjes de behoefte aan sportveldjes en - pleintjes in de buurt erbovenuit. Het gaat met name om veldjes/pleintjes om te kunnen voetballen, maar ook om pleintjes om te kunnen skaten en basketballen. Ook is er behoefte aan sportdagen/-toernooien (24%), buurtfeesten (29%), jeugdhonken/jongerencentra (21%) en hangplekken (18%). Over de stad Nijmegen zijn meer jongeren positief dan over hun woonbuurt: 90% vindt Nijmegen een prettige stad om in te wonen; 4% vindt van niet. Meedenken met de gemeente Een belangrijk deel van het leven van jongeren speelt zich af in de woonbuurt. Jongeren zullen daarom ook zeker ideeën over hun woonbuurt hebben, bijvoorbeeld over wat voor jongerenvoorzieningen er waar gewenst zijn. De vraag is in hoeverre en hoe jongeren dergelijke en andere ideeën naar voren zouden willen brengen. In verschillende gemeenten zijn jongeren en gemeentebesturen bezig met het thema inspraak door jongeren. Dat blijkt o.a. uit de groei van het aantal jongerenraden in Nederlandse gemeenten, die dienen als spreekbuis voor de jongeren. In dit verband zijn aan de jongeren een aantal vragen over het meedenken met de gemeente voorgelegd. Meerderheid van jongeren wil met de Een meerderheid van de jongeren (56%) geeft aan met de gemeente mee te willen denken. Verder wil 23% dat misschien doen; 21% heeft er geen behoefte aan. Als het gaat om hoe jongeren het liefst met de gemeente willen meedenken, Samenvatting Jeugdmonitor Nijmegen 1999, blz. III

10 gemeente meedenken Gedrag van jongeren staat het opschrijven van eigen plannen en ideeën op de eerste plaats (14%), vooral bij meisjes. Een gedeelde tweede plaats is er voor door met een klein groepje jongeren een paar keer per jaar met mensen van de gemeente te praten en door in een jongerenraad te gaan zitten (beide 10%). Met het stijgen van de leeftijd neemt de belangstelling om met de gemeente mee te denken af (geldt minder voor de jongerenraad). Ook vbo- en mboleerlingen hebben minder interesse. Allochtonen hebben relatief vaak belangstelling voor het zitting nemen in een jongerenraad. De levenssferen waarin jongeren zich bevinden (gezin, school, vriendengroep, woonbuurt) en de wijze waarop zij omgaan met de experimenteerfase in hun leven zullen invloed hebben op het gedrag en op hoe men zich voelt. Denk aan de manier waarop jongeren hun vrije tijd invullen, het genotmiddelengebruik, ervaringen op het gebied van seksualiteit, de mate waarin zijn dingen doen die niet mogen en hoe zij in lichamelijk en geestelijk in hun vel zitten. Hieronder staan een aantal belangrijke uitkomsten m.b.t. deze zaken. Kleine groep verveelt zich vaak, grotere groep verveelt zich af en toe Verschillende redenen om lidmaatschap van sportvereniging op te zeggen Hebben van bijbaantje kan gevolgen voor huiswerk maken hebben Een vijfde van de 16- en 17-jarige jongens drinkt veel alcohol Percentage dagelijkse rokers relatief laag Vanaf de 17 jaar begint het harddruggebruik grotere vormen aan te nemen Grootste risicogroep voor SOA kent laag condoomgebruik Vrije tijd Er zijn niet veel jongeren die zich vaak vervelen (7%). Wel is er een grotere groep, die zich af en toe verveelt (49%). 55% van de Nijmeegse jongeren is lid van een sportvereniging. Met het stijgen van de leeftijd neemt het lidmaatschap van sportverenigingen af (44% van de 16-/17-jarigen). Behalve dat men de betreffende sport of sporten in het algemeen niet meer leuk vindt of men er geen tijd meer voor heeft (o.a. vanwege bijbaantjes), speelt ook dat jongeren buiten de vereniging om gaan sporten, omdat ze de (competitie)verplichtingen bij de vereniging als te veel ervaren. Een derde van de schoolgaande jongeren heeft een bijbaantje. Scholieren met een bijbaantje geven vaker aan niet altijd genoeg tijd voor hun huiswerk te hebben (41% t.o.v. 28% van de schoolgaande jongeren zonder bijbaantje). Jongeren met bijbaantjes hebben gemiddeld 69 gulden per week te besteden. Bij jongeren zonder bijbaantje is dat 42 gulden. Genotmiddelengebruik Het alcoholgebruik bij de jongeren neemt bij de leeftijd van 16 en 17 jaar sterk toe en dan het sterkst bij jongens. Van de 16- en 17-jarige jongens drinkt een op de vijf meer dan 20 glazen alcohol per week. Het percentage dagelijkse rokers (11%) is lager dan in andere steden. Vóór de 17 jaar worden er nauwelijks harddrugs gebruikt; van de 17-jarigen heeft 4% in de afgelopen 4 weken dergelijke drugs gebruikt. Het harddrugsgebruik ligt ongeveer op hetzelfde niveau als in andere G21- steden. Seksualiteit Naar schatting 12% van de jongeren heeft bij hun eerste geslachtsgemeenschap geen voorbehoedsmiddel gebruikt en daarmee dus risico gelopen op zwangerschap. Bij de kleine groep jongeren die regelmatig met wisselende partners naar bed is geweest (potentiële risicogroep voor Seksueel Overdraagbare Aandoeningen) ligt het condoomgebruik juist relatief laag: slechts 22% gebruikt altijd een condoom. Gezondheid 95% geeft aan zich gezond of heel gezond te voelen. De uitkomsten op de vragenset over het psychisch welbevinden laten minder gunstige percentages zien: bij 7% van de jongeren is het psychisch welbevinden slecht te noemen Samenvatting Jeugdmonitor Nijmegen 1999, blz. IV

11 Samenhang tussen psychisch welbevinden en andere factoren Deel van jongeren pleegt veel strafbare feiten Wapenbezit: 8% van jongeren loopt wel eens met wapen op zak Jongeren regelmatig betrokken bij of slachtoffer van geweld en bij 19% matig. Er blijkt een duidelijke samenhang te zijn tussen psychisch welbevinden en andere Jeugdmonitor-onderwerpen, zoals: schoolplezier, pesten, gepest worden, verveling, spijbelen en het plegen van strafbare feiten. Criminaliteit en veiligheid Een deel van de jongeren pleegt veel strafbare feiten: 11% doet in 1 jaar tijd minimaal 5 strafbare dingen. 16% van de jongeren is wel eens betrapt of (op)gepakt door de politie, 5% is wel eens naar Halt verwezen. Ruim een vijfde van de jongeren laat het onverschillig als anderen diefstal plegen en 15% laat het onverschillig als anderen iets vernielen. Bij de jongeren die veel strafbare feiten plegen (5 of meer in 1 jaar tijd) staat een veel groter percentage - rond de 55% - onverschillig tegenover deze zaken. 8% van de jongeren heeft wel eens een wapen op zak. Deze uitkomst roept nieuwe vragen op: hoe vaak loopt men met een wapen op zak, waar doet men dat en om wat voor wapens gaat het. Wat we wel weer weten is dat in het afgelopen jaar 1% van de jongeren iemand met een mes of wapen verwond heeft. Jongeren hebben vaak met geweld te maken. Jongeren worden vaker dan volwassen Nijmegenaren slachtoffer van bedreiging en mishandeling: respectievelijk 15 en 8% in 1 jaar tijd. Verder is 17% van de jongeren in 1 jaar tijd betrokken bij een gevecht of onenigheid tussen mensen op een openbaar terrein; 11% loopt in die periode verwondingen op bij een vechtpartij. Hoewel kinderen van 10 en 11 duidelijk minder strafbare feiten plegen dan jongeren, laat de Jeugdmonitor zien dat op deze leeftijd toch al een vijfde in 1 jaar tijd 1 of meer strafbare dingen doet. 3. Onderscheid deelgroepen naar pluspunten en risico s (meer hierover in hoofdstuk 15) Deelgroepen jongeren naar pluspunten en risico s Meer risico s bij jongeren van jaar. Verschillen in deze leeftijdscategorie tussen jongens en meisjes Andere risicogroepen Het tweede onderdeel van het integraal jeugdbeleid is een gerichte benadering van risicogroepen. In dat verband is voor deelgroepen Nijmeegse jongeren bekeken op welke punten deze gunstiger of ongunstiger scoren dan de totale groep van jaar. Dat leidt in hoofdstuk 15 tot thematische overzichten per deelgroep van de pluspunten en risico s. Bij de 12- t/m 14-jarigen zijn er vooral pluspunten (hogere waardering van de eigen woonbuurt, meer belangstelling voor het meedenken met de gemeente, minder spijbelgedrag, lager genotmiddelengebruik, vaker een goed psychisch welbevinden). Bij de 15- t/m 17-jarigen spelen meer risico s, waarbij er duidelijke verschillen tussen de jongens en meisjes zijn. Meisjes van jaar hebben vaker een negatief oordeel over hun eigen gezondheid en een matig of slecht psychisch welbevinden, blijven vaker ziek van school thuis, hebben vaker een minder contact met de ouders en voelen zich vaker onveilig. Jongens van jaar maken zich vaker schuldig aan strafbare feiten, hebben vaker met geweld te maken (vaker betrokken bij vechtpartijen, lopen vaker verwondingen op door vechtpartijen, dragen vaker een wapen) en hebben een hoger genotmiddelengebruik (roken, alcohol, cannabis en harddrugs). Andere groepen jongeren bij welke verhoudingsgewijs meer risico s spelen zijn: jongeren uit eenoudergezinnen, jongeren met ouders zonder werk en jongeren die een lagere of middelbare opleiding volgen (meer strafbare feiten, hoger genotmiddelengebruik, vaker met geweld te maken, meer spijbelen). Samenvatting Jeugdmonitor Nijmegen 1999, blz. V

12 Bij allochtone jongeren zowel risico s als pluspunten Bij allochtone jongeren zien we zowel risico s (vaker een minder contact met de ouders, meer schoolverzuim, meer verveling, een lager verenigingslidmaatschap, vaker een matig of slecht psychisch welbevinden) als pluspunten (lager genotmiddelengebruik, hogere waardering van de woonbuurt, meer bereid om mee te helpen met buurtverbetering). Bij het constateren van risicogedrag hoort wel een nuancering. Bij een deel van de jongeren hoort dit gedrag bij een tijdelijke experimenteerfase in hun leven. Bij een beperkter deel is het de voorbode voor een hardnekkiger problematisch gedrag. Ook dient opgemerkt te worden dat een aantal hierboven genoemde risicogroepen relatief meer in de Nijmeegse aanpak- en attentiewijken woonachtig is. Dat werpt de vraag op of de gevonden verschillen vooral veroorzaakt worden door bepaalde kenmerken en achtergronden of vooral door gebiedsverschillen. Daarom is voor het onderwerp probleemgedrag - voor zover de beschikbare informatie dat toeliet - geanalyseerd welke factoren wel en niet van significante invloed zijn. Daarover gaat de volgende paragraaf. 4. Probleemarme en probleemrijke jongeren (meer hierover in hoofdstuk 16) Schatting van probleemarme en probleemrijke jongeren Onderscheid tussen geëxternaliseerd en geïnternaliseerd probleemgedrag Naar schatting 17% van de jongeren behoort tot de groep probleemjongeren (= minimumraming) Het derde onderdeel van het integraal jeugdbeleid is de aanpak van jeugdige probleemgevallen. In dat verband is het van belang te weten hoe groot de groep probleemjongeren in Nijmegen is. Binnen het sociaal-ecologisch ontwikkelingsmodel wordt onderscheid gemaakt in twee soorten probleemgedrag: 1. Problemen van jongeren kunnen meer naar binnen gericht zijn. Denk aan jongeren die niet goed in hun vel zitten, die zich depressief en/of eenzaam voelen. Er wordt dan gesproken van geïnternaliseerd probleemgedrag. 2. Problemen kunnen ook meer naar buiten komen en direct leiden tot overlast voor anderen. Denk aan het plegen van delicten en aan drank- of drugsmisbruik, waardoor jongeren zichzelf minder in de hand hebben. We hebben het dan over geëxternaliseerd probleemgedrag. Op basis van de Jeugdmonitor zijn schattingen gemaakt voor de twee vormen van probleemgedrag: 11% van de Nijmeegse jongeren vertoont geëxternaliseerd probleemgedrag (ongeveer 950 jongeren); 7% heeft te kampen met geïnternaliseerd probleemgedrag (ongeveer 600 jongeren); er is een overlap van 1% met zowel geïnternaliseerd als geëxternaliseerd probleemgedrag (100 jongeren); dan blijft er een groep van 83% relatief probleemarme jongeren over (ongeveer 7100 jongeren). Omdat de non-respons naar verwachting bij probleemrijke jongeren wat hoger is dan bij probleemarme jongeren, gaat het hier om een minimumraming van de aantallen probleemjongeren. Nagegaan is wat voor kenmerken en achtergronden er bij probleemgedrag spelen. Samenvatting Jeugdmonitor Nijmegen 1999, blz. VI

13 Overzicht kenmerken, en spreiding van probleemjongeren Ook is gekeken naar de spreiding in de stad, waarbij er voor vijf gebieden vergeleken kon worden: vier clusters van aanpak- en attentiewijken (gebieden met veel of diverse problemen) en de andere Nijmeegse wijken (de preventie- en routinegebieden, waar relatief weinig problemen spelen) 4. Leeftijd, geslacht, opleiding en het woonachtig zijn in een een- of tweeoudergezin blijken significant samen te hangen met geëxternaliseerd probleemgedrag: jongens van jaar, jongeren op een lagere/middelbare opleiding en jongeren uit eenoudergezinnen vertonen vaker geëxternaliseerd probleemgedrag. Het onderscheid naar gebied blijkt van minder belang voor dergelijk probleemgedrag. Alleen het verschil tussen Dukenburg en de rest van Nijmegen is significant: in Dukenburg wonen verhoudingsgewijs de meeste jongeren met geëxternaliseerd probleemgedrag. Allochtone jongeren vertonen wat minder vaak geëxternaliseerd probleemgedrag in de zin van de combinatie van harddrugsgebruik en strafbare feiten plegen; als alleen naar delinquentie gekeken wordt, zitten autochtone en allochtone jongeren op een vergelijkbaar niveau. Bij geïnternaliseerd probleemgedrag spelen deels dezelfde en deels andere factoren een rol. Behalve leeftijd, geslacht en het woonachtig zijn in een- of tweeoudergezinnen, hangen ook de arbeidsmarktsituatie (het al dan niet hebben van werkende ouders) en het woongebied significant samen met geïnternaliseerd probleemgedrag. Meisjes van jaar, jongeren uit eenoudergezinnen, jongeren met ouders zonder werk en jongeren in de aanpak- en attentiewijken in Lindenholt hebben vaker te kampen met geïnternaliseerd probleemgedrag. Voor de jongeren in de aanpak- en attentiewijken in Dukenburg, Nieuw-West en Zuidrand geldt het tegenovergestelde. Herkomst (autochtoon/allochtoon) blijkt geen factor van belang. Overzicht achtergronden van probleemgedrag Kijkend naar de achtergronden van het probleemgedrag zien we zowel bij geëxternaliseerd als geïnternaliseerd probleemgedrag verbanden met de situatie in het gezin, op school en in de vriendengroep: o.a. het thuis vaker niet goed naar de zin hebben, vaker minder aandacht van de ouders krijgen, een lager schoolplezier, meer schoolverzuim, het vaker hebben van oudere vrienden en vrienden met risicogedrag. Daarbij valt op dat bij geïnternaliseerd probleemgedrag verhoudingsgewijs meer de volgende achtergronden spelen: een geringere binding met het gezin en het gevoel dat men te weinig vrienden en vriendinnen heeft. Jongeren met dergelijk probleemgedrag blijven het vaakst ziek van school thuis. Bij geëxternaliseerd probleemgedrag zien we verhoudingsgewijs meer een laag normbesef, het regelmatig op straat ontmoeten van de vrienden en drankmisbruik in de vriendengroep. Jongeren met dergelijk probleemgedrag spijbelen het vaakst. Voor beide vormen van probleemgedrag is er sprake van een groter risico op onderwijsachterstand en schooluitval (vaker ziek van school thuisblijven, vaker spijbelen). Op langere termijn kan dat gevolgen hebben voor de perspectieven op de arbeids- en de woningmarkt. 4 Niet alleen voor het onderwerp probleemjongeren, maar voor alle Jeugdmonitor-onderwerpen zijn gebiedsvergelijkingen getrokken. Een thematisch overzicht is opgenomen in hoofdstuk 17. Samenvatting Jeugdmonitor Nijmegen 1999, blz. VII

14 5. Slotconclusies Bij de meeste thema s, die in de Jeugdmonitor aan bod komen, zijn er voor een meerderheid van de jongeren gunstige of niet verontrustende uitkomsten. Stedenvergelijking - tot dusver beperkt mogelijk - laat zien dat de situatie van de Nijmeegse jeugd niet wezenlijk afwijkt van die in de andere steden. Een groep Nijmeegse jongeren van naar schatting minimaal 17% (oftewel minimaal t/m 17- jarigen) vertoont probleemgedrag en loopt daarmee een meer dan gemiddeld risico op maatschappelijke uitval. Enerzijds gaat het om jongeren die veel strafbare feiten plegen en met hun gedrag overlast voor anderen veroorzaken; anderzijds om jongeren bij wie de problemen meer naar binnen gericht en dus minder zichtbaar zijn. Bij beide groepen probleemjongeren zien we verbanden met de situatie thuis, op school en in de vriendengroep. Met deze leefwerelden moet dan ook rekening gehouden worden bij de preventie en aanpak van probleemgedrag. Een breed opgezet beleid is gewenst. Probleemgedrag komt verhoudingsgewijs vaker voor bij groepen jongeren met bepaalde (gezins)kenmerken: jongeren woonachtig in eenoudergezinnen, jongeren met ouders zonder werk en jongeren die een lagere of middelbare opleiding volgen. Dat wil niet zeggen dat bij andere groepen jongeren geen problemen spelen. Als het gaat om de spreiding van probleemgedrag springen de Nijmeegse aanpak- en attentiewijken er iets ongunstiger uit. Het woongebied blijkt echter in beperkte mate een verklarende factor voor probleemgedrag. Deels worden de gebiedsverschillen veroorzaakt doordat jongeren met de hierboven genoemde kenmerken verhoudingsgewijs veel in de aanpak- en attentiewijken woonachtig zijn. Bij het integraal jeugdbeleid zou deze constatering kunnen leiden tot een meer groepsgerichte en niet zozeer gebiedsgerichte benadering. De leeftijd van 15 à 16 jaar komt in het onderzoek naar voren als een kritische leeftijdsgrens. Zo zien we vanaf die leeftijd meer jongeren met problemen en daarmee samenhangend gedrag (schoolverzuim, hoger genotmiddelengebruik). Bij de meisjes van jaar speelt vooral geïnternaliseerd probleemgedrag (een slecht psychisch welbevinden); bij de jongens van jaar vooral geëxternaliseerd probleemgedrag (delinquentie, een hoog genotmiddelengebruik). Ook is er vanaf die leeftijd sprake van concurrentie tussen de verschillende bezigheden buiten schooltijd: huiswerk maken, werken (bijbaantjes), uitgaan, sporten en het (sport)verenigingslidmaatschap. De behoefte om bij te verdienen is blijkbaar groot. In Nijmegen heeft ruim de helft van de schoolgaande jongeren van jaar een bijbaantje. Bij een deel van de scholieren blijkt het bijbaantje ten koste te gaan van de tijd die men aan huiswerk besteedt. Ook zijn de betreffende scholieren minder vaak lid van sport- en andere verenigingen. Zowel veel volwassenen (Stadspeiling) ais veel jongere Nijmegenaren vinden dat er in de woonbuurt te weinig voor jongeren te doen is. Zo geeft men aan dat er te weinig plekken in de buurt zijn waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten. Uit de verschillende antwoorden op de vraag wat er in de buurt voor ontmoetingsplaatsen bij moeten komen, kan afgeleid worden dat het niet alleen om een kwantitatieve, maar ook om een kwalitatieve behoefte gaat. Er blijkt vooral behoefte aan plekken om behalve elkaar te ontmoeten ook actief bezig te zijn (spelen, voetballen, skaten, basketballen). Net als een deel van de volwassen Nijmegenaren (Stadspeiling) geeft een deel van de jongeren aan dat ze jongerenoverlast in de buurt zien. Vaak zijn kleinere groepen de veroorzakers. Ruim een derde van de jongeren - en in bepaalde gebieden rond de 50% - is van mening dat vervelende groepjes jongeren het voor de anderen in de buurt verpesten. Jongerenoverlast kan leiden tot een negatieve beeldvorming en - meer dan dat - tot het over een kam scheren van de jeugd. Blijkbaar hebben jongeren last van die negatieve ideeën over hen. Zo geeft ongeveer de helft van de jongeren aan dat de volwassenen positiever over de jongeren in hun buurt zouden moeten denken. Juist een positieve, serieuze en stimulerende benadering van de jeugd kan van pas komen bij de Samenvatting Jeugdmonitor Nijmegen 1999, blz. VIII

15 ontwikkeling van een integraal jeugdbeleid. Dat jongeren zich van hun positieve kant willen laten zien, blijkt uit de volgende uitkomsten: meer dan de helft van de jongeren zegt bereid te zijn tijd steken in het meedenken met de gemeente over dingen die hen bezighouden en een vijfde zegt zich te willen inzetten voor het verbeteren van de woonbuurt. Frequent spijbelen kan leiden tot een achterstand op school en uiteindelijk tot schooluitval. De meeste spijbelaars zitten in de leeftijdscategorie 15 t/m 17 jaar. Beneden de 15 jaar zijn er meer jongeren die op school medeleerlingen pesten. Bij pesten en spijbelen blijken dezelfde achtergronden (o.a. vaker een mindere binding met thuis, vaker weinig schoolplezier) en hetzelfde gedrag (o.a. meer delinquentie, meer op straat rondhangen) te spelen. Pestgedrag op school kan dus beschouwd worden als een mogelijke voorbode voor spijbelgedrag. Samenvatting Jeugdmonitor Nijmegen 1999, blz. IX

16 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1. Wat is de Jeugdmonitor? Tot dusver beschikte de gemeente Nijmegen over Stadspeilingen voor de burgers vanaf 18 jaar. In de Stadspeilingen meten we wat leeft onder de burgers waar het gaat om thema s als leefbaarheid, veiligheid, gezondheid, multiculturele samenleving, enzovoorts. Nijmegen had nog geen soortgelijk instrument voor de jongeren. Jeugdproblematiek is een sterk opkomend thema. Het jeugdbeleid krijgt dan ook een zwaarder accent en vraagt om basisinformatie over de leefsituatie van de jongeren: Wat voor wensen hebben de Nijmeegse jongeren als het gaat om hun directe woonomgeving en de stad? Op welke punten gaat het goed en minder goed met de Nijmeegse jeugd? Wat voor risico- en probleemgroepen zijn er onder de Nijmeegse jeugd? Deze Nijmeegse behoefte aan informatie over de jeugd is niet uniek. In het Grotestedenbeleid is jeugdbeleid een belangrijk thema. Om te voorkomen dat iedere stad het wiel gaat uitvinden, is vorig jaar een gezamenlijk instrument ontwikkeld: de Standaard Jeugdmonitor G21 1. Het is een onderzoeksinstrument, dat beoogt om: a. de leefsituatie van jongeren in een gemeente in kaart te brengen; b. de leefsituatie van jongeren te vergelijken met de situatie elders; c. door herhaling zicht te bieden op de veranderingen in de leefsituatie van jongeren. In september 1998 is de Jeugdmonitor aan de G21 toegestuurd, met de bedoeling dat deze in veel steden uitgevoerd zou gaan worden. Inmiddels hebben enkele grote steden (delen van) de Jeugdmonitor uitgevoerd. Diverse andere steden zijn er mee bezig Belang van een Nijmeegse Jeugdmonitor De uitvoering van de Nijmeegse Jeugdmonitor valt samen met de ontwikkeling in Nijmegen van een integraal jeugdbeleid, dat aansluit op de grotere kaders het Grotestedenbeleid en de ontwikkeling van een stadsvisie. Jeugd en jongeren is één van de speerpunten van het ontwikkelingsplan (OP) dat ten behoeve van deze kaders is opgesteld. Landelijk gezien is er de afgelopen periode sprake van een groeiende regierol van gemeenten als het gaat om jeugdbeleid. Zo hebben gemeenten de regie gekregen over het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOA). Verder is de onderwijshuisvesting naar gemeenten gedecentraliseerd, wat de mogelijkheid biedt om nieuwe concepten zoals de open wijkschool uit te proberen. Ook houden gemeenten zich steeds meer bezig met preventief jeugdbeleid. De nu gehouden Nijmeegse Jeugdmonitor moet een bijdrage leveren aan een goed gefundeerd integraal jeugdbeleid. Bij de uitwerking van de monitor is dan ook aansluiting gezocht bij de drie benaderingen, zoals die onderscheiden worden in de startnotitie integraal jeugdbeleid. 1. Een vraaggerichte benadering: wat hebben kinderen en jongeren nodig om zich te kunnen ontwikkelen tot actieve, zelfstandige burgers die er een gezonde levensstijl op na houden, brede interesses hebben en geschikt zijn om zelf de toekomstige ouderrol op verantwoorde wijze invulling te geven. 2. Een aanbodgerichte benadering bedoeld voor risicogroepen. 1 De Standaard Jeugdmonitor G21 is in opdracht van de ambtelijk coördinatoren Grotestedenbeleid van de G21 opgesteld door het bureau Onderzoek SozaWe te Groningen en I&O Research te Enschede. Behalve Nijmegen behoren de volgende steden tot de G21: Almelo, Arnhem, Breda, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hengelo, Den Bosch, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Schiedam, Tilburg, Venlo en Zwolle. Jeugdmonitor Nijmegen 1999, H1, blz. 1

17 3. Een aanbodgerichte benadering bedoeld voor probleemgevallen. Voor de langere termijn - bij herhaling - kan de monitor dienen om trends in beeld te brengen en aanwijzingen te geven voor beleidseffecten. De Jeugdmonitor is gehouden op het moment dat uit het in 1999 uitgebrachte Wijkonderzoek 2 blijkt dat zowel volwassen Nijmegenaren als mensen, die vanuit hun dagelijks werk betrokken zijn op Nijmegen en/of specifieke wijken daarbinnen, een groeiende jeugdproblematiek ervaren en constateren. De monitor geeft uitsluitsel over de omvang van bepaalde problemen en probleemgroepen Opzet De Standaard Jeugdmonitor G21 is ontwikkeld om te komen tot cijfers bruikbaar voor interstedelijke vergelijking. Zodoende kan een stad bepalen op welke punten haar jeugdige inwoners positief en negatief afwijken van de jongeren in andere steden. Voor de Nijmeegse Jeugdmonitor 1999 is een groot deel van de vragenlijst uit de Standaard Jeugdmonitor aan de jongeren voorgelegd. Op advies van gemeentelijke materiedeskundigen en gemeentelijke en GGD-onderzoekers zijn wel enkele aanpassingen in de lijst verwerkt. Daarnaast zijn enkele onderwerpen aan de vragenlijst toegevoegd. De standaardlijst is gericht op risicofactoren (o.a. genotmiddelengebruik, spijbelen), probleemgedrag (o.a. plegen van strafbare feiten) en belangrijke achtergrondvelden daarbij (het gezin, de school en de vriendengroep). De antwoorden geven wel een beeld van wat jongeren doen, niet van wat ze willen. Daarom hebben we jongeren ook gevraagd wat voor meningen, wensen en behoeften ze met betrekking tot de buurt en de stad hebben? De uitkomsten bij dit soort vragen leveren aanknopingspunten op voor een vraaggerichte benadering van de jeugd. Het uitsluitend vanuit problemen benaderen van jongeren is niet de insteek bij het opzetten van een integraal Nijmeegs jeugdbeleid. In de startnotitie voor het integraal jeugdbeleid wordt gekozen voor een combinatie van een aanbodgerichte benadering gericht op risico- en probleemgroepen en een vraaggerichte benadering. Al met al heeft dit geleid tot een Nijmeegse jeugdmonitor over de volgende thema s: vrije tijd en vrijetijdsbesteding; behoefte aan voorzieningen/activiteiten; mening over de woonbuurt; meedenken over de toekomst van de buurt en over het jeugdbeleid; lichamelijke gezondheid; psychosociale gezondheid en welbevinden; leefstijl (roken, drinken, drugsgebruik, gokken); criminaliteit en veiligheid (strafbare feiten plegen, onveiligheidsgevoelens, slachtofferschap); school en schoolbeleving; sociaal netwerk en vriendengroep; seksualiteit (vrijen, condoomgebruik); ouders. Op basis van goede ervaringen in andere steden (hogere respons), is besloten om de vragenlijst naar het huisadres van de jongeren te sturen en deze na enige tijd te laten ophalen 3. 2 In het Wijkonderzoek (O&S, mei 1999) wordt een beeld geschetst van de Nijmeegse wijken aan de hand van kwantitatieve gegevens (bevolkingsenquête GSB, die is opgenomen in de Stadspeiling; statistische gegevens uit de Sociale Atlas) en kwalitatieve gegevens (gesprekken met werkers in de wijken). Daarbij komt o.a. het thema jongeren en jongerenoverlast aan bod. 3 Een alternatief was geweest om de lijsten in klassen op scholen te laten invullen. Om verschillende redenen is daar niet voor gekozen: langere doorlooptijd van onderzoek, afhankelijkheid van medewerking van scholen, problemen met herhaalbaarheid onderzoek, zeer grote steekproef vereist, op VO-scholen zitten niet alleen Nijmeegse jongeren en de mogelijke invloed van de klassikale omgeving (overrapportage). Jeugdmonitor Nijmegen 1999, H1, blz. 2

18 Bij de opzet van de steekproef is rekening gehouden met de behoefte om niet alleen op stadsniveau, maar ook voor delen van de Nijmeegse jeugd specifieke conclusies te kunnen trekken Specifieke aandacht voor aanpak- en attentiewijken In het Wijkonderzoek komen de Nijmeegse jongeren nadrukkelijk naar voren (jongerenproblematiek, overlast, alcohol en drugs, opvoeding, ontevredenheid over voorzieningen). Het gaat enerzijds om problemen die jongeren ondervinden en anderzijds om overlast die ze veroorzaken. Hoewel het Wijkonderzoek laat zien dat problemen van en met jongeren in uiteenlopende wijken voorkomen, geldt voor sommige cijfers en bevindingen dat bepaalde aanpak- en attentiewijken (wijken met complexe en/of diverse problemen) er ongunstig uitspringen: Zellersacker, Centrum, Voorstenkamp en Wolfskuil hebben de meest ongunstige scores als het gaat om de houding ten opzichte van jongeren 4. In Zellersacker, Tolhuis, Voorstenkamp, Neerbosch-Oost en Meijhorst worden jongeren relatief vaak als reden van onveiligheidsgevoelens genoemd. In de profielschetsen van de aanpak- en attentiewijken wordt vaak jongerenproblematiek vermeld (Hatert, Neerbosch-Oost, Biezen, Kolpingbuurt, Wolfskuil, Voorstenkamp en Zellersacker). Naast een algemeen beeld van de Nijmeegse jeugd, is daarom een gebiedsuitsplitsing van de uitkomsten gewenst. Gekozen is om de steekproef op te hogen in vier clusters van aanpak- en attentiewijken, zodat over deze clusters betrouwbare en nauwkeurige uitspraken gedaan kunnen worden. De clusterindeling van de aanpak-en attentiewijken (aaw) ziet er als volgt uit: 1. de oude wijken Willemskwartier, Wolfskuil en Biezen, verder aangeduid als aaw Oud-West; 2. de 50-/60-er jaren wijken Neerbosch-Oost, Heseveld 5, Hatert, Grootstal en Hatertse Hei, verder aangeduid als aaw Nieuw-West en Zuidrand; 3. de Dukenburgse wijken Meijhorst, Zwanenveld, Tolhuis, Malvert en Aldenhof, verder aangeduid als aaw Dukenburg; 4. De Lindenholtse wijken Zellersacker, Voorstenkamp en Gildekamp, verder aangeduid als aaw Lindenholt. In dit rapport zijn de uitkomsten voor deze gebieden onderling vergeleken en afgezet tegen de uitkomsten voor de rest van Nijmegen 6 oftewel de zogenaamde preventie- en routinegebieden (gebieden waar relatief weinig problemen spelen) Twee leeftijdsgroepen en specifieke aandacht voor open wijkscholen De Standaard Jeugdmonitor G21 richt zich met reden op de 12- t/m 17-jarigen. Vanaf hun twaalfde krijgen jongeren steeds meer te maken met allerlei verleidingen en risicofactoren en kunnen zij experimenteer- en normoverschrijdend gedrag gaan vertonen. Dat kan leiden tot problemen voor zichzelf 4 Het gaat hier om een schaal gebaseerd op vragen over ervaren jongerenoverlast en de verhouding tussen jongeren onderling en tussen jong en oud in de wijk. 5 Heseveld is in het Wijkonderzoek weliswaar als een preventiegebied gekarakteriseerd, maar behoort wel tot de 50- en 60-er jaren wijken waar het thema jongeren aandacht behoeft. 6 Twee aanpak- en attentiegebieden zijn niet opgenomen in de 4 clusters: Kolpingbuurt en Centrum. De Kolpingbuurt past niet goed in een van de vier onderscheiden clusters van aanpak- en attentiegebieden. Bovendien woont in deze kleine buurt een beperkt aantal jongeren van jaar. Het feit dat de Kolpingbuurt en het centrum bij de rest van Nijmegen gerekend zijn, heeft geen noemenswaardige invloed op de uitkomsten; van de in de Kolpingbuurt woonachtige jongeren zal een enkeling in de steekproef opgenomen zijn. Centrum neemt een aparte positie in; vanwege de uitgaans- en winkelfunctie wordt (jongeren)overlast daar vooral veroorzaakt door personen van buiten de wijk. Ook in deze wijk woont een beperkt aantal jongeren van jaar. Jeugdmonitor Nijmegen 1999, H1, blz. 3

19 en voor anderen (overlast). Het over de schreef gaan van jongeren kan de aanzet zijn tot zwaarder en meer hardnekkig problematisch gedrag. Bij een deel van de jongeren gaat het echter om een tijdelijke experimenteerfase. De afgelopen periode verschijnen er steeds vaker berichten over een verjonging van de jongerenproblematiek. Op steeds jongere leeftijd worden strafbare feiten gepleegd, wordt er gepest en worden er alcohol en drugs gebruikt. Ook in de Wijkonderzoek-gesprekken is deze ontwikkeling naar voren gebracht. Besloten is om bij de Nijmeegse Jeugdmonitor ook de 10- en 11-jarigen te betrekken. Dat is gedaan in de vorm van een aangepaste vragenlijst (niet alle onderwerpen relevant voor 10- en 11- jarigen; aangepast taalgebruik), die is afgenomen bij een beperkte steekproef. De uitkomsten schetsen een algemeen beeld van de kinderen van 10 en 11 jaar en kunnen vergeleken worden met die voor de jongeren van 12 t/m 17. Let op: wanneer bij de presentatie van de resultaten in dit rapport wordt gesproken van jongeren worden in de regel de 12- t/m 17-jarigen of deelgroepen daaruit bedoeld. Wanneer gesproken wordt over kinderen worden de kinderen van 10 en 11 jaar bedoeld. De vragenlijst voor de 10- en 11-jarigen is ook bruikbaar voor het volgen van de ontwikkeling in Nijmegen van open wijkscholen 7. Kijkend naar de doelgroep kinderen, kunnen er twee soorten resultaten van de open wijkscholen-ontwikkeling onderscheiden worden, namelijk onderwijsresultaten en resultaten als het gaat om de ontwikkeling van kinderen in bredere zin. Voor het in beeld brengen van de laatstgenoemde resultaten zijn elementen uit de Jeugdmonitor-vragenlijst bruikbaar. Inmiddels is de vragenlijst ingevuld door kinderen in de groepen 7 en 8 op de vier basisscholen, die als eerste scholen in Nijmegen gaan uitgroeien tot open wijkscholen. Over de uitkomsten zal apart gerapporteerd worden Uitwerking van interstedelijke vergelijking Voor wat betreft de vragen uit de standaardlijst is geprobeerd de vergelijking te trekken met andere steden. Alle G21- en G4-steden zijn benaderd met de vraag of er in de afgelopen periode een groot jeugdonderzoek gehouden is, waarbij standaardvragen voorgelegd zijn. Tijdens de analyse van de Nijmeegse uitkomsten en het schrijven van deze rapportage waren er van 3 grote steden gegevens beschikbaar, die met Nijmegen vergeleken konden worden 8. Het stellen van dezelfde vragen is nog geen garantie voor de mogelijkheid tot vergelijking. Niet altijd zijn de resultaten hetzelfde uitgewerkt, zijn dezelfde leeftijdscategorieën onderzocht en is dezelfde onderzoeksmethode gehanteerd 9. 7 Een open wijkschool is een voorziening die bestaande onderwijs-, welzijns- en zorgfuncties samenbrengt om die functies te versterken en verbeteren. Opvoeding is de gemeenschappelijke noemer (Kadernota: open wijkscholen in Nijmegen, december 1998). De eerste scholen in Nijmegen die gaan uitgroeien tot Open Wijkscholen zijn de basisscholen De Bloemberg en De Lindenhoeve in Zellersacker, De Klumpert in Hatert en Het Octaaf in Neerbosch- Oost. 8 In een aantal steden is er reeds voor het verschijnen van de Standaard Jeugdmonitor een groot jeugdonderzoek gehouden. De vragen zijn vaak net iets anders gesteld en/of de onderzochte leeftijdscategorie is ruimer, waardoor vergelijking niet goed mogelijk is. Andere steden nemen in 1999 een deel van de standaardvragenlijst af, maar de uitkomsten zijn nog niet beschikbaar. Bij weer andere steden is nog niet precies bekend hoe en wanneer een groot jeugdonderzoek wordt gehouden. 9 De omgeving waarin de enquêtes ingevuld zijn kan van invloed zijn op de resultaten. Gekozen kan worden voor het laten invullen van de lijsten in de klas op school. Groepsgedrag in klassikale situaties zou echter kunnen leiden tot het aandikken van de werkelijkheid (overrapportage). Onder andere in Nijmegen is gekozen voor het thuis laten invullen van de vragenlijst. Hoewel de ouders uitdrukkelijk verzocht is om de jongeren de lijst zonder hun hulp en toezicht te laten invullen, kan dat leiden tot sociaal wenselijke antwoorden (onderrapportage). Dat probleem doet zich met name voor bij de vragen over onderwerpen, die het meest gevoelig liggen (drugsgebruik, seksualiteit, spijbelen, plegen van strafbare feiten). Jeugdmonitor Nijmegen 1999, H1, blz. 4

20 1.7. Hoe heeft de Nijmeegse jeugd gereageerd op de jeugdmonitor? Niet eerder is onder de Nijmeegse jeugd zo n uitgebreid onderzoek gehouden. We vroegen ons af hoe de ouders zouden reageren en of de jongeren bereid zouden zijn mee te werken. De ouders zijn door middel van een brief op de hoogte gesteld van het onderzoek en de onderwerpen. Als ze niet wilden dat hun kind meewerkte, konden zij dat doorgeven. Slechts enkele ouders hebben dat gedaan. De medewerking van de jongeren was redelijk tot goed. De respons ligt hoger dan bij de Stadspeilingen, die onder de volwassen Nijmegenaren gehouden zijn. Bij de 12- t/m 17-jarigen, waarbij de steekproef in de aanpak- en attentiewijken (aaw) verdicht is, ligt de respons op 67%. Bij de kinderen is de respons 71%. In bepaalde gebieden, met name de aaw in Oud West, is de respons lager (minimaal 55%). Aan de ouders is gevraagd om hun kinderen de vragenlijst in alle rust te laten invullen. Of dat altijd gebeurd is, weten we niet. Wel geven de lijsten in het algemeen de indruk zonder terughoudendheid ingevuld te zijn. Dat blijkt onder andere uit het vaker voorkomende antwoord dat de ouders niet weten dat de jongeren roken of drinken. Bij de vragen over drugs is een controlevraag opgenomen; gevraagd is of men het middel relevin wel eens gebruikt of aangeboden gekregen heeft. Geen van de jongeren heeft deze vraag bevestigend beantwoord Overzicht van ingevulde enquêtes naar leeftijd en gebied Zoals eerder opgemerkt is de steekproef voor de 12- t/m 17-jarigen opgehoogd voor 4 clusters van aanpak- en attentiewijken, terwijl voor de 10- en 11-jarigen uitsluitend een algemene steekproef getrokken is. Tabel 1.1: aantal ingevulde enquêtes naar geslacht en leeftijd jongens meisjes totaal 10 en 11 jaar t/m 17 jaar totaal In totaal bestaat het onderzoeksbestand uit 1628 personen. Bij de keuze van de steekproefomvang per cluster zijn zodanige aantallen gekozen dat de gevonden percentages voor de clusters met een zekerheid van 95% maximaal 5% van de werkelijkheid afwijken. Dat betekent dat een in het onderzoek voor een cluster gevonden percentage van 50% met grote waarschijnlijkheid in werkelijkheid tussen de 45 en 55% ligt. Naarmate het gevonden percentage dichter bij de 0 of de 100% komt, ligt het werkelijke percentage dichter bij het gevonden percentage. Tabel 1.2: verdeling door 12- t/m 17-jarigen ingevulde enquêtes naar gebied aaw Oud-West 185 aaw Nieuw-West en Zuidrand 223 aaw Dukenburg 202 aaw Lindenholt 165 rest Nijmegen 574 totaal 1349 Jeugdmonitor Nijmegen 1999, H1, blz. 5

Beknopte gecombineerde samenvatting van Jeugdmonitor en E-MOVO

Beknopte gecombineerde samenvatting van Jeugdmonitor en E-MOVO Beknopte gecombineerde samenvatting van Jeugdmonitor en E-MOVO O&S Gemeente Nijmegen, GGD regio Nijmegen september 2004 Inleiding Najaar 2003 zijn onder Nijmeegse jongeren twee op elkaar afgestemde onderzoeken

Nadere informatie

E-MOVO 2010: gezondheid, welzijn en leefstijl. Een scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs

E-MOVO 2010: gezondheid, welzijn en leefstijl. Een scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs E-MOVO 2010: gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in zaanstreek-waterland Een scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs VOORWOORD INHOUDSOPGAVE Voorwoord

Nadere informatie

Jeugd. Gezondheid, welzijn en leefstijl

Jeugd. Gezondheid, welzijn en leefstijl Jeugd Gezondheid, welzijn en leefstijl Verslag van een onderzoek onder jeugd in de regio Oost Nederland 24 Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Oost Nederland Zeven samenwerkende GGD en in

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt IJsselland SEKSUEEL GEDRAG Jongerenmonitor 2015 7% geslachtsgemeenschap gehad 10.163 jongeren School Klas 2 13-14 jaar Klas 4 15-16 jaar 49% negatieve houding homoseksualiteit 55% altijd een condoom gebruikt

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

tot 24 jaar Monitor jongeren 12

tot 24 jaar Monitor jongeren 12 Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Jeugdmonitor samenvatting en conclusies

Jeugdmonitor samenvatting en conclusies samenvatting en conclusies O&S Nijmegen juli 24 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Leefwerelden 4 1.2.1 Buurt 4 1.2.2 Stad 6 1.2.3 Thuis 6 1.2.4 School 6 1.3 Veiligheid 8

Nadere informatie

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID IJsselland PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jongerenmonitor 20 92% normaal risico op psychosociale problemen.3 jongeren School Klas 2 13-1 jaar Klas - jaar 86% goede ervaren gezondheid %* is op school gepest *van

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015 Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015 Inleiding In het schooljaar 2014/2015 is voor de 4 e keer Emovo uitgevoerd onder 2 e en 4 e

Nadere informatie

5. CONCLUSIES ONDERZOEK

5. CONCLUSIES ONDERZOEK 5. CONCLUSIES ONDERZOEK In dit hoofdstuk worden de conclusies van het onderzoek gepresenteerd. Achtereenvolgens worden de definitie van het begrip risicojongeren, de profielen en de registraties besproken.

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Seksualiteit

GO Jeugd 2008 Seksualiteit GO Jeugd 2008 Seksualiteit Samenvatting seksualiteit Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 22% van de Friese 12 t/m 18 jongeren wel eens geslachtsgemeenschap heeft gehad. De helft

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Gemeente Zaanstad en Molenwerf

Gemeente Zaanstad en Molenwerf Gemeente en Molenwerf Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin per

Nadere informatie

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen?

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen? E-MOVO 2011-2012 Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen? E-MOVO (Elektronische MOnitor en VOorlichting) is een grootschalig jongerenonderzoek van de GGD en in Oost-Nederland. Dit onderzoek wordt

Nadere informatie

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling

Roken, drinken en gokken. Nagegaan is hoeveel en hoe vaak jongeren uit de gemeente Groningen roken, drinken en gokken. Hierbij is een onderverdeling De Jeugdpeiling is een instrument met als doel op systematische wijze ontwikkelingen en trends in riskante gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Hierbij is de aandacht gericht op gedrag met betrekking

Nadere informatie

Resultaten Schoolkracht Basisonderwijs Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Resultaten Schoolkracht Basisonderwijs Gemeente Utrechtse Heuvelrug Resultaten Schoolkracht Basisonderwijs 2008-2009 Gemeente Utrechtse Heuvelrug Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Kenmerken onderzoekspopulatie... 3 3. Lichamelijk en psychosociaal functioneren... 4 3.1

Nadere informatie

Ons kenmerk Aantal bijlagen 4

Ons kenmerk Aantal bijlagen 4 Directie Bestuur & Organisatie Concernfinanciën Aan de Raad van de gemeente Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024) 329 22 92 E-mail gemeente@nijmegen.nl Postadres

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Jeugdmonitor 2003 O&S Nijmegen juli 2004

Jeugdmonitor 2003 O&S Nijmegen juli 2004 O&S Nijmegen juli 2004 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 1.1 Doel Jeugdmonitor 5 1.2 Opzet Jeugdmonitor 6 1.3 Inhoud vragenlijst 6 1.4 Respons 7 1.5 Afstemming met GGD-onderzoek 8 1.6 Begeleidingscommissie 8

Nadere informatie

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Zaanstad Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Zaanstad. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Vermogensdelicten 2 Geweld 4 Vernieling en overlast 6 Verdachten 8 Onveiligheidsgevoelens 9 Preventie 11 Oordeel over functioneren politie en gemeente m.b.t. veiligheid

Nadere informatie

SAMENVATTING EN CONCLUSIES

SAMENVATTING EN CONCLUSIES SAMENVATTING EN CONCLUSIES Inleiding Sinds voert het Sociaal Geografisch Bureau tweejaarlijks de Jongeren-monitor uit in opdracht van de sector Onderwijs en Welzijn van de gemeente Dordrecht. Doel van

Nadere informatie

Jeugdmonitor Onderzoek onder Nijmeegse jongeren van 10 t/m 17 jaar

Jeugdmonitor Onderzoek onder Nijmeegse jongeren van 10 t/m 17 jaar Onderzoek onder Nijmeegse jongeren van 10 t/m 17 jaar Samenvatting Inhoudsopgave 1 Samenvatting 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Leefwerelden 6 1.2.1 Woonbuurt 6 1.2.2 Thuis 6 1.2.3 School 6 1.3 Probleemgedrag 7

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD Nijmegen is volgens veel Nijmegenaren een mooie en groene stad. Tweederde vindt Nijmegen bovendien een schone stad. Ook van buitenaf is er een gunstige indruk. Al enkele jaren oordelen bezoekers positief

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Veiligheid-

Stadsmonitor. -thema Veiligheid- Stadsmonitor -thema Veiligheid- Modules Samenvatting 1 Vermogensdelicten 2 Geweldsdelicten 5 Vernieling en overlast 7 Verdachten 10 Onveiligheidsgevoelens 11 Preventie 13 Oordeel over functioneren politie

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Samenvatting Jeugdmonitor Utrecht

Samenvatting Jeugdmonitor Utrecht Samenvatting Jeugdmonitor Utrecht Gezondheid en leefstijl Psychosociale gezondheid Gezin School Vrije tijd Sociaaleconomische verschillen Verschillen naar wijk Trends Beschouwing Groep 7 en 8 van het basisonderwijs,

Nadere informatie

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt. IJsselland GENOTMIDDELEN Jongerenmonitor 1 4% ooit alcohol gedronken.163 jongeren School Klas 13-14 jaar Klas 4 1-16 jaar 4% weleens gerookt % ooit wiet gebruikt Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen

Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen Inventarisatie overlast uitgaanscentrum Vlaardingen J. Snippe A. Beelen B. Bieleman COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl www.intraval.nl Kantoor Groningen:

Nadere informatie

GO Jeugd 2008 Alcohol

GO Jeugd 2008 Alcohol GO Jeugd 2008 Alcohol Samenvatting alcohol Uit de gegevens van GO Jeugd 2008 van GGD Fryslân blijkt dat 63% van de Friese 12 t/m 18 jarigen wel eens alcohol heeft, 51% nog in de vier voorafgaand aan het

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Gemeente Zeevang Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Zeevang. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin per

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003

ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 RIS128575b_10-JUN-2005 ONDERZOEK GENOTMIDDELENGEBRUIK SCHOLIEREN BASISONDERWIJS DEN HAAG 2003 Beknopt verslag ten behoeve van de deelnemende scholen April 2005 Dienst OCW / GGD Den Haag Epidemiologie en

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012 Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012 Wat is E-MOVO q Onderzoek onder 2 e en 4 e klassers, nu 3 e keer q Vragenlijst wordt digitaal in klas ingevuld

Nadere informatie

Gemeente Oostzaan. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Oostzaan. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Oostzaan Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Oostzaan. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Gemeente Beemster. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014

Gemeente Beemster. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Gemeente Beemster Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Beemster. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

Psychosociale gezondheid en gedrag

Psychosociale gezondheid en gedrag Psychosociale gezondheid en gedrag 1. Criminaliteit 1.1 Criminaliteit onder Friese jongeren De meest genoemde vorm van criminaliteit waar Friese jongeren van 13 tot en met 18 jaar zich in 2004 schuldig

Nadere informatie

De jeugd van tegenwoordig. Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017

De jeugd van tegenwoordig. Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017 De jeugd van tegenwoordig Resultaten uit Gezondheidsonderzoek Jeugd 2016 Bestuurscommissie 6 juli 2017 1 Inhoud Waartoe, hoe en wat? Wat kenmerkt de jeugd van tegenwoordig? Patronen voor preventie En verder

Nadere informatie

Evaluatie aanpak probleemjongeren Pekela

Evaluatie aanpak probleemjongeren Pekela Evaluatie aanpak probleemjongeren Pekela Presentatie Raadsvergadering Pekela 29 november 2011 Erna Muntendam Doelstelling evaluatie In kaart brengen welke activiteiten de diverse instellingen verrichten

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Waterland Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland Jongerenmonitor 2014-2015: Gemeente Voor de Jongerenmonitor 2015 zijn de data uit schooljaar 2014-2015 gebruikt die de JGZ van GGD IJsselland in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs verzameld heeft.

Nadere informatie

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente. Achtereenvolgens treft u: 1. De samenvatting met daarin per onderwerp

Nadere informatie

Gezondheidsbeleving bij Jongeren in Limburg

Gezondheidsbeleving bij Jongeren in Limburg Gezondheidsbeleving bij Jongeren in Limburg Enkele resultaten uit het Euregionaal jongerenonderzoek 08 rond welbevinden en zelfdoding bij Limburgse jongeren 3de en 5de jaar GSO/2de tot 5de jaar BuSO Ellen

Nadere informatie

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016

34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016 34300 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2016 34300 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs,

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol 1 (19) Onderzoek Inwonerspanel Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 5 december kregen de panelleden van 12 tot en met 18 jaar (280 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst

Nadere informatie

Sociale samenhang in Groningen

Sociale samenhang in Groningen Sociale samenhang in Groningen Goede contacten zijn belangrijk voor mensen. Het blijkt dat hoe meer sociale contacten mensen hebben, hoe beter ze hun leefsituatie ervaren (Boelhouwer 2013). Ook voelen

Nadere informatie

Leefsituatie Dordtse jongeren 2009

Leefsituatie Dordtse jongeren 2009 Onderzoekcentrum Drechtsteden dr. B.J.M. van der Aa dr. J.W. Metz februari 2010 Colofon Opdrachtgever Tekst Informatie Gemeente Dordrecht, sector MO Onderzoekcentrum Drechtsteden GR Drechtsteden Onderzoekcentrum

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die

Nadere informatie

Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel

Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel In onderstaande tabellen zijn cijfers weergegeven met betrekking tot de gezondheid van Friezen in de gemeente Leeuwarderadeel. Daarnaast vindt u ook

Nadere informatie

Hoe veilig is Leiden?

Hoe veilig is Leiden? Hoe veilig is? Veiligheidsmonitor gemeente Tabellenrapport April 2014 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2014/015 Datum April 2014 Opdrachtgever Auteurs

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Tabellenboek. GO Jeugd 2012

Tabellenboek. GO Jeugd 2012 Tabellenboek GO Jeugd 2012 Tabellenboek GO Jeugd 2012 Leeswijzer... 5 Respons per gemeente...6 Ervaren gezondheid...7 Belemmering door ziekte/aandoening...8 Indicatieve score psychosociale problematiek...9

Nadere informatie

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Noord gezond en wel? 1 Wat valt op in Noord? Voor Noord zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Toezichthouders in de wijk

Toezichthouders in de wijk Toezichthouders in de wijk Hoe ervaren inwoners uit Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht de aanwezigheid van Toezichthouders? Inhoud: 1 Conclusies 2 Bekendheid 3 Effect 4 Waardering taken Hondengerelateerde

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt

Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Groningers positief over sociale contacten in de woonbuurt Sociale betrokkenheid, ofwel sociale cohesie, is een belangrijke eigenschap voor een leefbare woonomgeving. Zo blijkt dat hoe meer sociale contacten

Nadere informatie

Gemeente Edam-Volendam

Gemeente Edam-Volendam Gemeente Edam-Volendam Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Edam-Volendam. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting

Nadere informatie

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin per onderwerp beschreven

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

RAPPORT. OIV Maart ja ri g e n

RAPPORT. OIV Maart ja ri g e n RIS170508c_25-MRT-2010 Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Den Den Den Den Haag Haag Haag Haag Dienst Dienst Dienst Onderwijs, Onderwijs, Onderwijs, Cultuur Cultuur Cultuur en en en Welzijn Welzijn Welzijn

Nadere informatie

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014

Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie in s-hertogenbosch vergeleken Afdeling Onderzoek & Statistiek, juni 2014 Veiligheidssituatie steeds beter De veiligheidssituatie in s-hertogenbosch verbetert. Dit bleek al uit de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

JEUGDMONITOR EMOVO 2013-2014 Gemeente Heemstede

JEUGDMONITOR EMOVO 2013-2014 Gemeente Heemstede Gemeente Resultaten voor gemeente en regio Kennemerland Regio N=9.98 Ervaren gezondheid en aandoeningen Voelt zich gezond 84 83 Heeft minstens chronische aandoening, vastgesteld door arts 3 3 Heeft allergie,

Nadere informatie

Behoefte bij kinderen op Open Wijk Scholen aan sportactiviteiten van Sportservice Nijmegen. meting juni 2003

Behoefte bij kinderen op Open Wijk Scholen aan sportactiviteiten van Sportservice Nijmegen. meting juni 2003 Behoefte bij kinderen op Open Wijk Scholen aan sportactiviteiten van Sportservice Nijmegen meting juni 2003 O&S Nijmegen september 2003 Inhoudsopgave 1 Samenvatting en conclusies 3 1.1 Inleiding 3 1.2

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Jeugd Zwolle 2016

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Jeugd Zwolle 2016 Buurt-voor-Buurt Onderzoek Jeugd Zwolle 2016 Status: definitief februari 2017 Voor informatie of nadere toelichting kunt u contact opnemen met Madelinde Tuk Senior adviseur/onderzoeker Gemeente Zwolle,

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N GENOTMIDDELEN V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 5 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in 2009 een schriftelijke

Nadere informatie

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017

Ervaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...

Nadere informatie

Provinciaal rapport. Resultaten jeugdgezondheidsonderzoek S a m e n w e r k e n a a n g e z o n d h e i d

Provinciaal rapport. Resultaten jeugdgezondheidsonderzoek S a m e n w e r k e n a a n g e z o n d h e i d Provinciaal rapport Resultaten jeugdgezondheidsonderzoek 2015 S a m e n w e r k e n a a n g e z o n d h e i d Tabellenboek Tabellenboek bij het Jeugdgezondheidsonderzoek 2015 De tabellen in deze bijlage

Nadere informatie

Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008

Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008 Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008 Samenvatting De Westfriese gemeenten hebben in samenwerking met onder meer de politie

Nadere informatie

Weinig mensen sociaal aan de kant

Weinig mensen sociaal aan de kant Weinig mensen sociaal aan de kant Tevredenheid over de kwaliteit van relaties Hoge frequentie van contact met familie en vrienden Jongeren spreken of schrijven hun vrienden elke week 15 Drie op de tien

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Heemstede. Resultaten van het Emovo-onderzoek

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Heemstede. Resultaten van het Emovo-onderzoek Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Heemstede Resultaten van het Emovo-onderzoek R. Cluitmans S. Robroek Hulpverleningsdienst Kennemerland / GGD Afdelingen Beleid & Ondersteuning en Jeugdgezondheidszorg

Nadere informatie

Voel je thuis op straat!

Voel je thuis op straat! Voel je thuis op straat! 0-meting onder kinderen, jongeren en volwassenen in Bergen op Zoom Centrum Ron van Wonderen Nanne Boonstra Utrecht, september 2007 Verwey- Jonker Instituut 1 Samenvatting en conclusies

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R ROKEN EN ALCOHOLGEBRUIK Jeugd 2010 5 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R THUISSITUATIE, KINDEROPVANG EN OPVOEDING K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 2 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied,

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT IJsselland VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT Jongerenmonitor 2015 77% ontbijt dagelijks 10.3 jongeren School 13-14 jaar 15- jaar 76% een gezond gewicht 15% beweegt voldoende Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Absoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar

Absoluut verzuim. Absoluut verzuim totaal verzuim. > 3 maanden. Opgelost in schooljaar Bijlage 1. Landelijke gegevens De gegevens over het schooljaar 2014-2015 zijn afkomstig uit de leerplichttelling die jaarlijks onder de gemeenten wordt uitgevoerd. De respons op de leerplichttelling bedroeg

Nadere informatie

Veiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen

Veiligheid I.V ERMOGENSDELICTEN. Vooraf In dit hoofdstuk schetsen we in grote lijnen de ontwikkelingen Na een daling van de onveiligheidsgevoelens onder Nijmegenaren in de periode 2001 2009 is er nu sprake van een lichte toename. Ook de trend, dat steeds minder Nijmegenaren onveiligheid als een met voorrang

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is het? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie