BESLUITVORMINGSNOTITIE VESTIGINGSBELEID

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESLUITVORMINGSNOTITIE VESTIGINGSBELEID"

Transcriptie

1 BESLUITVORMINGSNOTITIE VESTIGINGSBELEID Bijstelling van de uitgangspunten en contouren van het nieuwe vestigingsbeleid OPEN UNIVERSITEIT versie 26 januari 2016 U2016/00868/MWK Els Verhoef Lisette Meijrink 1

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1. De OU-gemeenschap spreekt zich uit over het vestigingsbeleid 1.2. Opbouw en aard van deze notitie 2. Onderwijskundig perspectief tegen de context van een veranderende omgeving 2.1. De ambitie in een veranderende omgeving 2.2. Het vernieuwde onderwijs stelt andere eisen aan de leeromgeving 3. Opbrengst van de consultatieronde onder de OU-gemeenschap 3.1. Reacties van de studenten 3.2. Reacties vanuit de studiecentra 3.3. Reacties vanuit het land: media en politiek 3.4. Reacties vanuit de faculteiten, gedeeld in UMT-verband 4. Hernieuwde weging van uitgangspunten op basis van de reacties 4.1. De in 2014 geformuleerde uitgangspunten voor een vestigingsbeleid 4.2. Belangrijkste bevindingen en conclusies in relatie tot de uitgangspunten 5. Het nieuwe vestigingsbeleid op hoofdlijnen 5.1. Onderzoek concentreren op twee vestigingen 5.2. Onderwijslocaties waar onderwijs en tentaminering worden georganiseerd dáár waar de studenten zijn 6. Het karakter van de locaties nader geduid 6.1. Integrale vestiging Utrecht met de functionaliteiten: ontmoeting, onderzoek, onderwijs en tentaminering 6.2. Onderwijslocaties met de functionaliteiten: ontmoeting, onderwijs en tentaminering 7. Hoe gaat het proces verder? 7.1. Besluitvormingsroute over het voornemen tot wijziging van het vestigingsbeleid 7.2. Uitwerking van de geschetste contouren naar de gevolgen voor organisatie en personeel 7.3. Globale fasering van afbouw van studiecentra en opbouw nieuwe infrastructuur 7.4. Aanpak van de implementatie Bijlage Conclusies: enquête vestigingsbeleid Studentinzicht 2

3 1. Inleiding 1.1. De OU-gemeenschap spreekt zich uit over het vestigingsbeleid Het Rapport vestigingsbeleid d.d. 19 oktober 2015 omvat de toetsing en validering van een aantal uitgangspunten die in zomer van 2014 door het College van Bestuur zijn vastgesteld. In april 2015 is aan een projectteam de opdracht verstrekt om op basis van onder meer bezoeken aan de studiecentra, gesprekken met de faculteiten en bestudering van data, de eerder vastgestelde uitgangspunten te toetsen en te valideren en de contouren van een nieuw vestigingsbeleid te schetsen. Dit resulteerde, na het verwerken van de reacties van de klankbordgroep, in het Rapport Vestigingsbeleid d.d. 19 oktober Op 20 oktober 2015 besloot het College van bestuur om het rapport breed te verspreiden onder de OU-gemeenschap, met de uitnodiging aan medewerkers en studenten om op de daarin beschreven voorstellen te reageren. Doel was om tot een gedragen visie te komen ten aanzien van de wijze waarop faculteiten hun activiteiten betreffende onderwijs, onderzoek en valorisatie in de vestigingen willen organiseren, rekening houdend met behoeften van studenten. Deze uitnodiging is breed opgepakt: faculteiten hebben binnen eigen geledingen de discussie geactiveerd en een standpunt bepaald, samen met de Studentenraad is een enquête onder studenten uitgezet, studenten kwamen in studiecentra bijeen en activeerden met name in de noordelijke provincies de nodige aandacht in de media en genereerden reacties bij enkele gemeentebesturen. Er zijn diverse reacties en petities geschreven aan het CvB. Onder hen de Studentenraad die het CvB een brief stuurde met hun reactie op het rapport, maar ook de Medezeggenschapraad GSO, die per brief reageerde aan de directeur GSO. Uit de reacties werd duidelijk dat een aantal uitgangspunten, zoals beschreven in het rapport, niet wordt gedeeld en beter kan worden losgelaten omdat ze niet logisch optellen tot een eenduidig ontwerp. Geconcludeerd kan worden dat er onder de OU-gemeenschap grote overeenstemming bestaat dat voor onderwijs bereikbaarheid en spreiding voorop staan en dat voor onderzoek concentratie en academische massa de belangrijkste uitgangspunten zijn Opbouw en aard van deze notitie In deze notitie wordt de conclusie van de consultatie beschreven en worden de nieuwe uitgangspunten voor het vestigingsbeleid uitgewerkt. Hoofdstuk 2 geeft bondig aan wat de achtergrond en noodzaak is om het vestigingsbeleid aan te passen. In hoofdstuk 3 wordt het net opgehaald met de opbrengst van de consultatieronde over de in oktober jl. verspreide Rapportage Vestigingsbeleid. De hoofdstukken 4 en 5 vormen samen de kern van deze notitie. In hoofdstuk 4 worden de aanvankelijke uitgangspunten opnieuw gewogen tegen de achtergrond van de diverse reacties, welke uitmonden in de twee belangrijkste conclusies. In hoofdstuk 5 worden gegeven deze nieuwe uitgangspunten de contouren voor het vestigingsbeleid geformuleerd. In hoofdstuk 6 worden de contouren verder geconcretiseerd. Aan de hand van deze notitie zal het College van bestuur in januari 2016 een standpunt innemen. In hoofdstuk 7 is uitgewerkt welke stappen er de komende periode nodig zullen zijn om de voorgestelde uitgangspunten en eerste contouren voor het vestigingsbeleid nader uit te werken, waarover vervolgens nadere besluitvorming zal plaatsvinden om ten slotte te komen tot een meer gedetailleerd implementatieplan gericht op de wijze en het tempo van de uitvoering van het vestigingsbeleid. 3

4 2. Onderwijskundig perspectief tegen de context van een veranderende omgeving 2.1. De ambitie in een veranderende omgeving De discussie over de studiecentra van de Open Universiteit is niet los te zien van de ontstaansgeschiedenis in 1981, en evenmin van de actuele ontwikkelingen anno Het aanbod van de studiecentra vormde bij de start van de Open Universiteit een belangrijke schakel in het toenmalige onderwijsconcept waar de cursus als bouwsteen van het onderwijsaanbod fungeerde. Het cursusmateriaal werd schriftelijk per post uitgeleverd en de Open Universiteit was voor contacten met studenten aangewezen op een reeks van studiecentra verspreid over het land. Werden de studiecentra ooit de OU-parels in het land genoemd, dan moet dat gezien worden tegen de achtergrond van die tijd. Echter, sinds het ontstaan van de OU heeft de aanwezigheid en de betekenis van internet, mobile services, virtuele verbindingen en online onderwijsmogelijkheden een enorme vlucht genomen. Met deze nieuwe communicatiemogelijkheden zijn fysieke ontmoetingen en begeleidingsbijeenkomsten een andere plaats in gaan nemen. Dit geldt evenzeer voor functionaliteiten als voorlichting, advisering bij de studiekeuze en studiebegeleiding: daarbij wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van online faciliteiten en dat zal de komende jaren alleen maar toenemen. De omgeving verandert en de Open Universiteit verandert mee. De digitale mogelijkheden voor het geven van onderwijs, het begeleiden van studenten en het creëren van binding, het faciliteren van interactie tussen studenten onderling en studenten en docenten, maakt dat de rol van de studiecentra verandert. Van de enorme toename van de nieuwe communicatiemogelijkheden heeft de Open Universiteit hoge verwachtingen in relatie tot de toegankelijkheid en de kwaliteit van haar onderwijs. Dit alles past in de ambitie van de Open Universiteit die in het instellingsplan Leren in tijden van verandering van de Open Universiteit d.d. september 2012 wordt geschetst, waarbij de kaders voor de vernieuwing van het onderwijs worden beschreven als een onderwijsmodel dat gebaseerd is op binding, uitdaging en interactie met inzet van de moderne media. De Open Universiteit profileert zich hiermee als dé deeltijduniversiteit met flexibel en gepersonaliseerd activerend online onderwijs, waar je studeert met de bedoeling een diploma te behalen. Het nieuwe onderwijsconcept is daarom gericht op het stimuleren van actief studiegedrag, met meer structuur en begeleiding en daarmee de vermindering van de vrijblijvendheid van het onderwijs, en dat alles met behoud van een grote mate van flexibiliteit Het vernieuwde onderwijs stelt andere eisen aan de leeromgeving In lijn met het instellingsplan is in 2013 begonnen met de vernieuwing van het masteronderwijs en de vernieuwde masteropleidingen zijn in september 2014 van start gegaan. Vanaf september 2016 zullen de vernieuwde bacheloropleidingen worden aangeboden, ingericht volgens de onderwijskundige kaders die daarvoor recent zijn vastgesteld 2. Tegen het licht van deze veranderingen past ook een nieuwe opzet en inrichting van studiecentra, gericht op het ondersteunen van processen en behoeftes die voortkomen uit de nieuwe onderwijsaanpak. 1 Uit programmaplan youteach, dd. april Op 31 augustus 2015 stelde het CvB Onderwijskundige kaders vast voor het bachelor- en schakelonderwijs. 4

5 Essentieel hierbij is de nieuwe digitale leer- en werkomgeving youlearn 3, waarmee de toegang tot het studiemateriaal en het contact met docenten en medestudenten online wordt georganiseerd en gefaciliteerd. Uitgangspunt is dat het onderwijs van de OU efficiënt online te volgen is en dat voor bijeenkomsten standaard de virtuele klas wordt gebruikt. Face-to-face-bijeenkomsten worden ingezet wanneer deze binnen het curriculum een toegevoegde waarde hebben. 4 Dit betekent een belangrijke verschuiving in de wijze waarop het OU-onderwijs begeleid wordt, wat directe gevolgen heeft voor de wijze waarop de onderwijsvoorzieningen georganiseerd en ingericht dienen worden. De combinatie van de veranderende omgeving en het vernieuwde onderwijs maakt dat de Open Universiteit toe is aan een grondige herziening van de wijze waarop zij haar onderwijs- en onderzoeksactiviteiten verspreid over het land wenst te organiseren. Daarbij speelt een belangrijke rol hoe de Open Universiteit haar studenten het best kan stimuleren en activeren om succesvol te studeren, naast dat zij haar onderzoeksactiviteiten efficiënt en effectief kan versterken. Het initiatief om het vestigingsbeleid te herzien is niet gedreven door een bezuinigingsdoelstelling. Dat neemt echter niet weg dat het van belang wordt geacht om de uitgaven die met de studiecentra zijn gemoeid, nog eens goed te bezien. Het is altijd zinvol te kijken waar de Open Universiteit haar geld aan uit wil geven, en te streven naar een goede balans tussen gelden besteed aan het primair proces en ondersteunende processen. 3 Per september 2015 zijn alle masterstudenten gebruik gaan maken van de youlearn omgeving, en voor september 2016 komen daar alle nieuwe bachelorstudenten bij. Voorzien wordt dat in enkele jaren alle OU-studenten aangesloten zullen zijn op deze nieuwe leer- en werkomgeving. 4 Uit de Onderwijskundige kaders, augustus

6 3. Opbrengst van de consultatieronde onder de OU-gemeenschap 3.1. Reacties van de studenten Na de publicatie van de Rapportage Vestigingsbeleid in oktober jl. in de studentennieuwsbrief stuurden 42 studenten hun reacties in op een speciaal daarvoor geopend adres (vanuit de faculteit MST 2 reacties, de faculteit CenR 20 reacties en de faculteit PenOW 20 reacties). De essentie van die bezwaren: de te grote reisafstand van huis tot onderwijslocatie. 5 Vooral studenten uit de noordelijke provincies (Groningen, Enschede en Leeuwarden) reageerden via virtuele community s en sociale-media kanalen. Daarnaast stelden ze een petitie op, gericht aan het College van bestuur, waarin ze ernstig bezwaar maken tegen de langere reisafstanden. Ze gaven verder aan in de nieuwe plannen een verzwakking te ervaren van de OU-vertegenwoordiging in de noordelijke provincies. Ze stelden tot slot het belang van een academische uitstraling van de studiecentra ter discussie: liever een goedkoper alternatief, met behoud van landelijke spreiding. De Studentenvereniging TouS uit Enschede/Twente sloot zich bij deze zorg aan in een petitie waarin zij haar zorg uitsprak over de sluiting van de studiecentra in Enschede en Groningen. Ook studenten uit de regio Den Haag schreven een brief met handtekeningen waarin zij aangaven dat met de sluiting van het studiecentrum een belangrijke bindende factor voor studenten(verenigingen) en alumni met de OU verdwijnt. Ze betreuren het feit dat Den Haag daardoor niet langer een universiteit binnen de stadsgrenzen zal huisvesten. De Studentenraad organiseerde in de maand november 2015 verschillende meetings in het land om de rapportage met studenten te bespreken. Er werd een studentenenquête georganiseerd (zie bijlage) in samenwerking met de Studentenraad en de faculteit PenOW. 6 De enquête geeft een duidelijk beeld: studenten willen niet te vaak en niet te ver reizen voor onderwijsactiviteiten. Van de studenten is 58,5% bereid om maximaal één maal per maand naar een vestiging te komen voor cursus gebonden onderwijsactiviteiten, waarvoor ze niet meer dan gemiddeld een uur willen reizen. Zo n twee derde van de respondenten geeft aan ook naar een vestiging te willen komen voor niet cursusgebonden activiteiten, zoals gesprekken met begeleiders, mentoren of onderzoekers; overigens op de voet gevolgd door voorlichtings- en informatie bijeenkomsten en extra activiteiten als workshops. Ongeveer de helft van de studenten geeft aan naar een vestiging te willen komen voor het samenwerken met andere studenten aan opdrachten én om zelfstandig te studeren. Bijna de helft van de studenten geeft daarbij qua openingstijden de voorkeur aan de avonden (maandag t/m donderdag), de gehele woensdag én zaterdag. Zo n 20% geeft aan op overige dagdelen te willen komen, waarbij de zaterdag- en zondagavond het minst favoriet zijn. Studenten vinden de bereikbaarheid met het OV en met de auto beiden van groot belang. De Studentenraad stuurde op 30 december 2015 een preadvies aan het College van bestuur waarin zij aangeeft de reductie van het aantal OU-vestigingen tegen het licht van technologische ontwikkelingen te begrijpen, maar vraagt zich af of de Open Universiteit dit pad in voldoende mate heeft onderzocht. Daarnaast maakt de Studentenraad zich zorgen over de reisafstanden en vraagt zij 5 Door meerdere studenten werd aandacht gevraagd voor studenten met een functiebeperking en de impact die een grotere reisafstand tot een vestiging voor hén zal hebben (wat als een apart te adresseren thema zal worden opgepakt). 6 Vragen over het vestigingsbeleid zijn als apart onderdeel van het jaarlijks studentonderzoek Studentinzicht, meegenomen. De totale respons was 2287 (17.5 %). 6

7 zich af of studentenverenigingen niet te zeer ontmanteld raken. Zij vindt de snelheid waarmee het dossier vestigingsbeleid en de voorgestelde besluitvorming in januari 2016 zou moeten worden afgerond onacceptabel en wil ruimte voor meer onderzoek en debat Reacties vanuit de studiecentra Ook medewerkers in de studiecentra hebben gereageerd. Zo hebben de hoofden studiecentra laten weten sterk te hechten aan het concept van zes vestigingen, waar recht gedaan wordt aan de drie strategische pijlers van de OU: onderwijs, onderzoek en in de toekomst valorisatie. Zij komen tot een afwijkende keuze van de voorgestelde locaties en stellen voor te kiezen voor de universiteitssteden Amsterdam, Eindhoven, Groningen, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht. Voor de inrichting van de vestigingen sluiten zij grotendeels aan bij de voorstellen in de Rapportage Vestigingsbeleid ; daarnaast pleiten ze voor de aanwezigheid van voorlichters/onderwijsadviseurs in de vestigingen, die tevens participeren in het regionale onderwijsveld. Docenten en wetenschappers, werkzaam in de studiecentra van Groningen en Nijmegen, stuurden een brief aan het CvB om te protesteren tegen de mogelijke sluiting van hun studiecentrum. Vanuit Nijmegen benadrukten de wetenschappelijk medewerkers de betekenis van de huidige inspirerende en uitstekend functionerende academische omgeving, bestaande uit een concentratie van (met name CenR) onderzoekers, de meerwaarde van de opgebouwde OU-RU samenwerking en het omvangrijke netwerk aan contacten met RU-wetenschappers. De onderzoekambities van de OU krijgen daar gestalte, aldus deze medewerkers. Wetenschappelijk medewerkers werkzaam op het studiecentrum van Groningen wezen er op, dat in een tijd van dalende instroom, verjonging van onze studentenpopulatie en toegenomen aandacht voor onderzoek en valorisatie juist essentieel te vinden. Zij verbazen zich zeer dat in de gepresenteerde voorstellen niet voorzien is in een vestiging in een academische stad als Groningen, en spreken hun zorg uit dat daarmee de zichtbaarheid van de Open Universiteit en de nauwe samenwerking met het hoger onderwijs en academisch onderzoek in Noord Nederland, zal komen te vervallen. Voorts wijzen zij op de onacceptabele lange reistijden van studenten uit de provincie Groningen en vrezen, als gevolg daarvan, voor het verdwijnen van deze provincie als afzetgebied voor de Open Universiteit Reacties vanuit het land: media en politiek Met name in de noordelijke provincies bestaat er onrust over de voorgestelde veranderingen die gevolgen hebben voor deze regio. De media is daar op ingesprongen en heeft diverse malen bericht van de op handen zijnde sluiting van de locaties in Groningen, Enschede en Leeuwarden. Ook de lokale politiek heeft haar zorgen geuit en op 14 december 2015 is in de Tweede Kamer aan minister Bussemaker een vraag gesteld over het voornemen van de Open Universiteit om enkele studiecentra te gaan sluiten. De politieke reacties, zowel landelijk als regionaal, getuigen van begrip voor de afwegingen die de Open Universiteit maakt. Er wordt meegedacht in termen van gebruik van ruimtes ( om-niet of tegen lage kosten) in Enschede en Leeuwarden Reacties vanuit de faculteiten, gedeeld in UMT-verband De decanen van de faculteiten PenOW, MST en CenR hebben de Rapportage Vestigingsbeleid binnen hun faculteit besproken. Daarbij hebben zij de reacties vanuit de brede OU-gemeenschap 7

8 expliciet betrokken. Tijdens een extra UMT-bijeenkomst is de opbrengst van de consultatieronde met elkaar gedeeld. De faculteit PenOW heeft haar visie beschreven in een notitie Visie Vestigingsbeleid naar aanleiding van gesprekken met medewerkers en studenten uit de faculteit. De conclusie is dat de faculteit het mogelijk acht en voornemens is om het onderzoek van de faculteit op twee vestigingen, in Heerlen en Utrecht, te positioneren, ervan uitgaande dat op beide locaties de onderzoeks-infrastructuur op orde is en de onderzoeksfaciliteiten aanwezig zijn. Medewerkers zouden in dat geval één van beide vestigingen als standplaats krijgen. Met betrekking tot het onderwijs vindt de faculteit het van groot belang dat onderwijsfaciliteiten dicht bij de studenten worden gesitueerd en zo mogelijk flexibel worden ingevuld. Op basis van een analyse van waar en hoe vaak fysieke bijeenkomsten in het nieuwe onderwijs gegeven worden, kan daar een nadere invulling aan worden gegeven. De faculteit CenR heeft de voorstellen in de faculteit besproken met staf en medewerkers; daarbij hebben zij kennis genomen van de notitie van PenOW. De conclusie van die bespreking is dat het voor onderzoek noodzakelijk is om een vaste plek te kiezen, bij voorkeur facultair en interdisciplinair, in de buurt van een goede universiteitsbibliotheek (dat is nu het geval in Heerlen/Maastricht, Nijmegen en Amsterdam). Gekozen wordt voor een concentratie van het onderzoek op een beperkt aantal plaatsen; nut en noodzaak voor regionale aanwezigheid van de Open Universiteit worden sterk betwijfeld. Bij onderwijs moet volgens de faculteit juist worden uitgegaan van de behoefte van de studenten en het heeft daarom de voorkeur om onderwijs flexibel te organiseren, dáár waar bijeenkomsten plaatsvinden, op basis van een analyse van het programma, het jaarrooster en de woonplaats van studenten. De faculteit MST heeft eveneens het vestigingsbeleid met staf en medewerkers besproken en de visienotitie van PenOW daarbij betrokken. Voor MST is het doen van onderzoek plaatsonafhankelijk en verbinding met de andere faculteiten wordt minder noodzakelijk geacht. Ook voor de onderwijsactiviteiten gelden voor MST geen specifieke randvoorwaarden, anders dan flexibel en dicht bij de student. Goede onderwijsvoorzieningen zijn belangrijk en de organisatie van tentamenlocaties dient afzonderlijk te worden bekeken. Alle reacties die tijdens de consultatieronde naar voren zijn gebracht geven ruimschoots aanleiding om de eerdere uitgangspunten met betrekking tot het vestigingsbeleid te heroverwegen. Immers, zij blijken bij nader inzien minder goed hanteerbaar, respectievelijk van minder groot belang te zijn voor de vormgeving van het nieuwe vestigingsbeleid. In het volgende hoofdstuk worden de aanvankelijke uitgangspunten opnieuw geijkt tegen de achtergrond van deze reacties. 8

9 4. Hernieuwde weging van uitgangspunten op basis van de reacties 4.1. De in 2014 geformuleerde uitgangspunten voor een vestigingsbeleid Binnen de Open Universiteit is de afgelopen jaren volop nagedacht over het vestigingsbeleid; zo werd in 2013 door een werkgroep een visiedocument ten aanzien van het vestigingsbeleid opgesteld en stelde het CvB in de zomer van 2014 de uitgangspunten daarvan vast, namelijk: o de OU is een landelijke universiteit en wil zich als zodanig herkenbaar positioneren; o er komt een beperkt aantal (indicatief vijf) decentrale vestigingen waar activiteiten plaatsvinden op het gebied van onderwijs, onderzoek en valorisatie; o deze decentrale vestigingen moeten een academische sfeer uitstralen; o op de decentrale vestigingen van de OU zal meer academische massa aanwezig dienen te zijn; wetenschappelijke staf van de OU zal vaker decentraal haar standplaats hebben dan nu het geval is; o spreiding van vestigingen is afhankelijk van nabijheid van studenten en reistijd moet acceptabel blijven; o studenten en wetenschappelijke medewerkers zijn de belangrijkste gebruikers van de faciliteiten van decentrale vestigingen. Het zijn deze uitgangspunten die in het Rapport Vestigingsbeleid d.d. 19 oktober 2015 tegen het licht zijn gehouden en waar de OU-gemeenschap nu uitgebreid op gereageerd heeft. Uit de reacties mag blijken dat deze uitgangspunten behoorlijk onder druk zijn komen te staan, zowel vanuit het perspectief van de studenten en docenten als het om onderwijs gaat, als vanuit het perspectief van wetenschappers waar het om de onderzoeksfunctie gaat. Daarmee is de noodzaak gegeven om tot bijgestelde uitgangspunten te komen voor het vestigingsbeleid van de Open Universiteit. In de volgende alinea s worden de uitgangspunten ten aanzien van het vestigingsbeleid opnieuw tegen het licht gehouden Belangrijkste bevindingen en conclusies in relatie tot de uitgangspunten Het uitgangspunt dat de Open Universiteit een landelijke universiteit is en zich herkenbaar positioneert staat niet ter discussie. Het doel van de Open Universiteit om in het publieke bestel herkenbaar te zijn als de universiteit waar je middels online activerend deeltijdonderwijs je bacheloren masterdiploma kunt behalen, blijft onverminderd van kracht. De digitale leeromgeving en digitale media zullen worden ingezet om dit te realiseren en de fysieke onderwijs- en tentamenfaciliteiten verspreid over het land vormen daar een aanvulling op, niet in de laatste plaats om gecontroleerd tentamens te kunnen maken. In de zichtbare aanwezigheid van eigen OU-vestigingen verspreid over het land wordt geen toegevoegde waarde gezien als het gaat om regionale samenwerking en inbedding. Die regionale inbedding wordt door de Open Universiteit wél beoogd vanuit de vestiging in Heerlen 7. In de rapportage d.d. 19 oktober 2015 werd gesteld dat het voor de academische vorming van studenten van belang is dat zij deel uit maken van een universitaire gemeenschap, waarvan ontmoeting en (individuele) aandacht onderdeel zijn. Kenmerkend voor zo n universitaire gemeenschap is het belang van een levendige dynamiek, een broedplaats van ideeën en innovatie, een ontmoetingsplaats van studenten, docenten en onderzoekers, een omgeving waar collegaonderzoekers en vertegenwoordigers van voor de Open Universiteit relevante instellingen en 7 Voorbeeld van een regionale activiteit is de BISS, smart services campus in Heerlen, samenwerkingsproject van de Universiteit van Maastricht, Zuyd Hogeschool en Open Universiteit. 9

10 bedrijven graag en betrekkelijk eenvoudig aan zouden kunnen schuiven. Deze doelstelling staat onder druk als ontwerpcriterium voor alle nieuwe locaties; immers het voorstel om op vijf OUlocaties verspreid in het land onderwijs- en onderzoeksactiviteiten te combineren stuit op grote bezwaren. Hoewel studenten zich in een aantal gevallen positief hebben uitgelaten over de vorming van een dergelijke universitaire gemeenschap, hechten zij als het om de vestigingen gaat, veel meer aan een goede spreiding daarvan over het land én een beperkte reistijd voor het maken van tentamens en het bijwonen van onderwijsbijeenkomsten. De faculteiten sluiten daar op aan en achten de combinatie van onderwijs en onderzoek op meerdere vestigingen geen haalbare en wenselijke ontwikkeling: Academische massa creëer je met de medewerkers van alle faculteiten samen, maar met zeg zo n 100 wetenschappers verdeeld over vijf vestigingen is de academische massa niet gegarandeerd. 8 Daarmee wordt de belangrijkste conclusie van de consultatieronde binnen de OU-gemeenschap duidelijk, namelijk dat het streven naar een vijftal integrale onderwijs- en onderzoeksvestigingen geen wenselijk perspectief is. Immers, voor een relatief kleine universiteit als de OU, met een beperkte onderzoekscapaciteit, is het niet realistisch om op een vijftal decentrale vestigingen een academische sfeer te creëren door middel van de combinatie van onderwijs en onderzoek. Bovendien blijken de voorgestelde integrale onderzoek- en onderwijsvestigingen ook nog eens niet te voldoen als het gaat om het onderwijs dicht bij studenten te organiseren, met een acceptabele reistijd. De focus wordt verlegd naar een tweetal nieuwe uitgangspunten, namelijk bij onderwijs staat bereikbaarheid en een goede spreiding over het land voorop en bij onderzoek gaat het om concentratie en academische massa. Deze uitgangspunten worden hier onder kort samengevat. o Onderzoek vraagt om concentratie, academische massa en uitstraling Voor het doen van onderzoek, en de verdere uitbouw daarvan, is concentratie en daarmee academische massa nodig. Mede om een aantrekkelijke werkgever te zijn voor nieuw aan te trekken onderzoekers, achten de faculteiten het een goede zaak als naast Heerlen centraal in het land in Utrecht een goed bereikbare tweede vestiging zou komen, met een concentratie van onderzoek. Het wetenschappelijk personeel, docenten en onderzoekers, heeft belang bij een goed geoutilleerde standplaats op één van deze twee vestigingen. 9 o Bij onderwijs staan een goede spreiding over het land en bereikbaarheid voorop. Een tegengestelde conclusie tekent zich af als het om onderwijs gaat. Uit de reacties van de studenten en medewerkers blijkt het belangrijk dat het "face-to-face" onderwijs (als aanvulling op het online activerend onderwijs in de digitale leer- en werkomgeving youlearn) met een goede spreiding over het land wordt georganiseerd en met goed geoutilleerde onderwijsvoorzieningen gefaciliteerd. Dat geldt nog sterker voor tentaminering, waar alle studenten regelmatig mee te maken hebben. Daar waar face-to-face-bijeenkomsten georganiseerd worden, staat voorop dat deze 8 Uit: Visie vestigingsbeleid Faculteit PenOW, Daarbij moet worden aangetekend dat in Nijmegen een positieve samenwerking bestaat tussen onderzoekers van de Open Universiteit met medewerkers van de Radboud Universiteit, en dat om die reden vooralsnog een uitzondering zal worden gemaakt m.b.t. het onderzoek dat daar plaats vindt. 10

11 bijeenkomsten dáár plaats vinden waar de (meeste) studenten zijn en volgens een flexibel concept worden ingevuld. 5. Het nieuwe vestigingsbeleid op hoofdlijnen Op basis van voorgaande overwegingen en daarmee samenhangende conclusies, wordt het vestigingsbeleid uitgewerkt langs een tweetal lijnen, namelijk de nieuwe uitgangspunten met betrekking tot het onderzoek en het onderwijs (inclusief tentaminering) Onderzoek concentreren op twee vestigingen Het uitgangspunt voor onderzoek is concentratie, waardoor academische massa en -uitstraling mogelijk blijven/worden. Onderzoek zal daarom op twee vestigingen van de Open Universiteit gerealiseerd worden, namelijk in Heerlen en Utrecht. De vestiging in Heerlen is het bestuurlijk-administratieve centrum van de Open Universiteit en kent reeds een concentratie van onderzoek; het heeft een (bescheiden) onderwijsfunctie, waarbij ook tentamens kunnen worden afgenomen. Daarnaast komt een nieuwe vestiging in Utrecht met een tweede concentratiepunt voor onderzoek gecombineerd met een onderwijsactiviteiten en tentaminering. De centrale ligging van deze vestiging is voor zowel het onderzoek als voor het onderwijs een belangrijk voordeel, evenals de aanwezigheid van een universiteitsbibliotheek in de stad. Uitgangspunt is dat de vestiging in Utrecht goed bereikbaar is (OV en parkeren), ook op de avonden en de zaterdag geopend is en een uitnodigende, inspirerende en academische uitstraling krijgt. Alle medewerkers van de Open Universiteit krijgen standplaats Heerlen of Utrecht toegewezen. Vooralsnog wordt Nijmegen als overgangssituatie meegenomen Onderwijslocaties waar onderwijs en tentaminering worden georganiseerd dáár waar de studenten zijn Uitgangspunt voor het onderwijs is flexibiliteit en spreiding: de organisatie van bijeenkomsten en tentamens dichtbij de studenten en verspreid over het land. Daarbij geldt het principe dat als er ergens in het land een vraag om een onderwijsactiviteit is voor een aanzienlijke groep studenten, de Open Universiteit daar op maat een locatie bij zoekt. Op deze wijze ontstaat een reeks onderwijsknooppunten 10 op basis van in de regio wonende studenten en jaarlijks geplande onderwijs- en tentamenactiviteiten. Flexibel wil ook zeggen, dat jaarlijks bekeken zal worden op basis van de inschrijfgegevens bekeken zal worden wáár zich concentraties van studenten bevinden en hoe die gelinkt kunnen worden aan de te plannen bijeenkomsten en tentamens vanuit de OU-opleidingen. Op basis van deze analyse en op basis van ervaringsgegevens, is jaarlijks een goede inschatting te maken van de plaatsen waar een onderwijs- en tentamenlocatie 11 van een bepaalde omvang kan worden ingericht. Op basis van diezelfde analyse zal ook duidelijk worden, of er aanleiding is om 10 Het is nog zoeken naar de juiste terminologie: voorop staat dat studenten studeren aan de Open Universiteit en aan activiteiten van hun universiteit deel nemen ergens in het land. De term knooppunt benadrukt de verknoping van mensen en activiteiten, gaat over wat er gebeurt, maar is geen geschikte term als aanduiding. Te denken valt aan een term als OUmeet o.i.d. 11 Er is enige terughoudendheid om termen als centrum, locatie e.d. te hanteren, omdat daarmee teveel accent komt te liggen op de fysieke omgeving in plaats van op de activiteiten en de mensen zelf. De term locatie wordt in deze notitie gebruikt als het specifiek gaat om die fysieke omgeving waar de activiteiten flexibel georganiseerd worden. 11

12 incidenteel voor opleiding-x onderwijs en tentamenactiviteiten in te plannen ten behoeve van een specifieke groep studenten in plaats-y. Voor het gecontroleerd afnemen van tentamens is het de verwachting dat er minimaal een tiental locaties nodig zullen zijn. Daarmee zal er sprake zijn van een goede dekking over het land en is naar verwachting de bereikbaarheid voor studenten geborgd. In principe kunnen op al deze tentamenlocaties ook onderwijsactiviteiten aangeboden c.q. georganiseerd worden, afhankelijk van het onderwijsaanbod van de opleidingen en concentraties van studenten in een specifieke regio. Dat zal tot een heel gedifferentieerd beeld leiden, van locaties waar veel en waar relatief weinig onderwijsactiviteiten georganiseerd zullen worden. Bij deze locaties wordt steeds uitgegaan van voorzieningen die flexibel kunnen worden ingezet, waar piekbezetting goed kan worden opgevangen, in een aantrekkelijke omgeving, ook in de avonduren en op zaterdag én die goed en veilig bereikbaar zijn met OV en auto. 12 Ook voor medewerkers 13, studenten, studentenverenigingen en alumni zullen flex-(werk)ruimtes beschikbaar worden gesteld in geval daar aansluitend op activiteiten behoefte aan is. Op basis van een gedegen inventarisatie zal een realistische inschatting gemaakt worden van een tiental steden waar de OU naar grote waarschijnlijkheid haar onderwijsactiviteiten en tentamens zal gaan organiseren, steeds volgens het principe van de flexibele aanpak, door onderwijsactiviteiten en tentamens dáár te organiseren waar studenten wonen, jaarlijks bekeken op grond van de tentamenroosters en woonplaatsen van studenten. Daarvoor zal in ieder geval aansluiting gezocht worden bij de twee OU-vestigingen, namelijk Heerlen en Utrecht. Voor alle steden waar flexibele onderwijsvoorzieningen zullen worden ingericht geldt dat er nieuwe locaties zullen worden gezocht, in samenwerking met externe aanbieders of partners. De studiecentra zullen in het hele land worden afgebouwd. 12 Voor de tentamens spelen al deze afwegingen nog eens extra: er zal specifiek voor het maken van tentamens een plan worden opgesteld op welke wijze dat goed verspreid over het land, zo mogelijk in samenwerking met externe partners, optimaal vorm kan krijgen. 13 Niet als standplaats; medewerkers hebben immers standplaats Heerlen of Utrecht. 12

13 6. Het karakter van de locaties en vestigingen nader geduid In het vorige hoofdstuk is aangegeven dat het uitgangspunt voor onderzoek concentratie is, waardoor academische massa en -uitstraling mogelijk blijven/worden. Onderzoek zal daarom op twee vestigingen van de Open Universiteit gerealiseerd worden, namelijk in Heerlen en Utrecht. 14 Uitgangspunt voor het onderwijs is flexibiliteit, spreiding en bereikbaarheid: de organisatie van bijeenkomsten en tentamens dichtbij de studenten en verspreid over het land. Daarvoor zal in ieder geval aansluiting gezocht worden bij de twee OU-vestigingen, namelijk Heerlen en Utrecht. Daarnaast zullen nog minimaal acht locaties gekozen worden, waarvoor in alle gevallen geldt dat er nieuwe locaties worden gezocht, in samenwerking met externe aanbieders of partners. In november jl. is met een groep medewerkers (totaal 18 mensen vanuit de diverse faculteiten en studiecentra) in een ontwerpsessie nagedacht over de nodige voorzieningen. Er is daarbij onderscheid gemaakt tussen de functies ontmoeting, onderzoek, onderwijs en tentaminering. Bij de uitwerking van bovenstaande conclusies is aangesloten bij de uitkomst van deze ontwerpsessie 6.1. Integrale vestiging Utrecht met de functionaliteiten: ontmoeting, onderzoek, onderwijs en tentaminering Het is belangrijk dat deze vestiging de ontmoeting vorm geeft van onderzoekers, docenten, studenten en externe gasten/collega s. In de entree bevindt zich daarom een multifunctionele ontmoetingsruimte (met sta-, zit- en loungeplekken, pc-aansluitingen, kleine catering, een spelelement) waarin verschillende functies worden gecombineerd zoals een kop koffie, een praatje en goed gesprek, de gelegenheid om mail te checken en even wat bij te komen of te lezen, of voor actieve ontspanning. Op een groot scherm is er onafgebroken contact mogelijk met de collega s in Heerlen, voor een kort gesprek bij de koffie. Uitgangspunt is dat alle relevante informatie voor studenten en medewerkers online te vinden is, gewoon vanuit huis, maar eventueel ook vanuit een zuil waarop ingelogd kan worden op de informatievoorziening van de Open Universiteit. Daarnaast wordt er gezorgd voor een gastvrije ontvangst en een aanspreekpunt voor facilitaire en technische dienstverlening aan studenten, maar ook aan medewerkers. Voor alle medewerkers van de Open Universiteit die standplaats Utrecht zullen hebben, zijn er werkplekken (flexibel, stil, overleg en samenwerking). Ook voor medewerkers uit Heerlen (bv. in verband met verzorging van onderwijs), studenten (bv. die komen studeren of samenwerken) en externe gasten (bv. collega onderzoekers) kunnen in deze locatie in Utrecht gebruik maken van flexibele voorzieningen. Voor docenten zijn er goed geoutilleerde ruimtes van waaruit zij een digitale classroom kunnen verzorgen. Onderzoek doen betekent dat er een atmosfeer en de gelegenheid moet zijn voor onderlinge uitwisseling, leggen van contacten, schrijven van voorstellen, aanvragen en rapporten, voor deskresearch, dataverzameling en -analyse, experimenten (inzet van studenten), presentaties en begeleiding van promovendi. In Utrecht zullen ook promoties worden georganiseerd. Studenten zullen deze vestiging bezoeken voor cursusgebonden onderwijsbijeenkomsten, aanvullend op de online activiteiten, zoals startbijeenkomsten, colleges, werkgroepen en begeleidings- 14 Vooralsnog geldt voor Nijmegen een uitzonderingspositie 13

14 gesprekken; daarvoor zullen er ruimtes zijn die op meerdere manieren kunnen worden gebruikt. Studenten komen ook voor niet cursusgebonden activiteiten, zoals conferenties van hun opleiding, voor lezingen van studieverenigingen en studie-activerende workshops. Ook de diplomeringsbijeenkomsten worden hier verzorgd. Voor het doen van tentamens zullen studenten ontvangen worden voorafgaand aan het tentamen, waarvoor zij zich hebben ingepland en zijn er voldoende kluisjes om de persoonlijke spullen op te bergen. Voor het afnemen van CBI-tentamens zijn er ruimtes ingericht, voor openvragententamens worden reguliere ruimtes gebruikt of bij gehuurd in het geval van grote groepen of piekbelasting. Het heeft de voorkeur om deze vestiging onder te brengen in een omgeving waar de basisservice is geregeld, maar waar tevens een OU-uitstraling mogelijk is. Op basis van de ervaringen in Utrecht kan vervolgens worden bekeken welke aanpassingen in de inrichting van de vestiging in Heerlen nuttig en noodzakelijk zullen zijn Locaties met de functionaliteiten: ontmoeting, onderwijs en tentaminering Ook bij de flexibele onderwijs- en tentamenlocatie is ontmoeting belangrijk, want het is een plek in het land waar studenten onderling en studenten met docenten face-to-face kunnen afspreken. In de entree bevindt zich daarom een bescheiden multifunctionele ontmoetingsruimte, met sta-, zit- en werkplekken, pc-aansluitingen en een goede koffievoorziening. Deze voorziening wordt ondergebracht in een omgeving waar de basisservice is geregeld en waar de entree kan samenvallen met een publieke ruimte met catering (voor een eenvoudige maaltijd in de avonduren) die daar wordt aangeboden. Uitgangspunt is dat alle relevante informatie voor studenten en medewerkers online te vinden is, gewoon vanuit huis, maar eventueel ook vanuit een zuil waarop ingelogd kan worden op de informatievoorziening van de Open Universiteit. Daarnaast is het van belang dat er een gastvrije ontvangst is en een aanspreekpunt voor facilitaire en technische dienstverlening voor studenten en medewerkers. Er zijn in deze locatie slechts enkele flexplekken beschikbaar waar medewerkers (bv. in verband met verzorging van onderwijs) en studenten (bv. die komen studeren) gebruik van kunnen maken. Studenten zullen deze locatie bezoeken voor cursusgebonden onderwijsbijeenkomsten, aanvullend op de online activiteiten, zoals startbijeenkomsten, colleges, werkgroepen en begeleidingsgesprekken; daarvoor zullen er ruimtes zijn die op meerdere manieren kunnen worden gebruikt. Studenten komen ook naar deze locatie voor niet-cursusgebonden activiteiten, zoals conferenties, lezingen van studieverenigingen en studie-activerende workshops. Voor het doen van tentamens zullen studenten ontvangen worden voorafgaand aan het tentamen, waarvoor zij zich hebben ingepland en zijn er voldoende kluisjes noodzakelijk. Voor het afnemen van CBI-tentamens zijn er ruimtes ingericht, voor openvragententamens worden reguliere ruimtes gebruikt of bij gehuurd in het geval van grote groepen of piekbelasting Openingstijden zullen maximaal worden aangepast in de tentamenweken volgens het jaarrooster 14

15 Gezien het belang van de flexibiliteit van een dergelijke voorziening, is het noodzakelijk dat de voorziening waar gebruik van gemaakt wordt, vrij eenvoudig op basis van jaarlijkse behoeften in omvang is aan te passen. 15

16 7. Hoe gaat het proces verder? 7.1. Besluitvormingsroute over het voornemen tot wijziging van het vestigingsbeleid Het standpunt dat het College van Bestuur eind januari 2016 over de toekomst van het vestigingsbeleid van de Open Universiteit inneemt, zal worden voorgelegd aan de medezeggenschap. Daar is een intensieve periode van verkenning aan vooraf gegaan, met als opbrengst Rapport Vestigingsbeleid d.d. 19 oktober Deze rapportage is breed in de OU-gemeenschap ter consultatie voorgelegd, medewerkers en studenten hebben zich uit kunnen spreken. Daar is goed naar geluisterd en dit heeft tot een verschuiving in de voorstellen geleid, beschreven in de voorafgaande hoofdstukken van deze notitie Uitwerking van de geschetste contouren naar de gevolgen voor organisatie en personeel Na overeenstemming over de voorgestelde koers tussen bestuur en medezeggenschap zal een aantal zaken nader worden uitgewerkt, zoals: a. model voor planning van activiteiten, op grond van een analyse van inschrijfgegevens van studenten en hoe die gelinkt kunnen worden aan de te plannen bijeenkomsten en tentamens verspreid over het land; b. aanwijzing van de tien steden (waaronder OU-vestigingen in Heerlen en Utrecht) waar de flexibele onderwijs- en tentamenlocaties zullen worden gesitueerd, op basis van een analyse van de woonplaats van de ingeschreven studenten; c. planning van volgorde van inrichting van nieuwe voorzieningen en daarmee samenhangende afbouw van de studiecentra per regio; d. plan voor de tentaminering, mogelijk in samenwerking met externe partners; e. uitwerking van de opzet van de nieuwe vestiging in Utrecht én de flexibele locaties ten behoeve van onderwijs- en tentamenactiviteiten in relatie tot concrete aanbieders van flexibele kantoorfaciliteiten (voorstel voor openstelling en inrichting van fysieke locaties; opzetten van de technische infrastructuur, eventueel inkopen van tentamenfaciliteiten etc.); f. beschrijving van de belangrijkste werkprocessen in de diverse locaties; g. beschrijving van de nieuwe functies van de ondersteuning c.q. opstellen van een personeelsplan. (n.b. bovenstaande activiteiten zijn niet volgordelijk in tijd en mogelijk ook niet uitputtend.) Diverse van deze uitwerkingen zullen onderwerp van overleg zijn tussen bestuur en medezeggenschap, maar in ieder geval b. en g Globale fasering van afbouw van de studiecentra en opbouw van de nieuwe infrastructuur Voor de uitrol van het vestigingsbeleid wordt zo n drie jaar de tijd genomen. Het gaat bij de fasering over 1. de afbouw van de studiecentra; 2. de opbouw van de nieuwe infrastructuur van twee OU-vestigingen; 3. en in overleg nieuwe plaatsen waar onderwijs- en tentamenactiviteiten georganiseerd gaan worden. Er zal flexibel worden omgegaan met de planning van de afbouw van de huidige studiecentra, dat wil zeggen dat er rekening wordt gehouden met de specifieke omstandigheden van een studiecentrum, zoals de personele implicaties en de termijnen van de huurcontracten. 16

17 Door de inrichting van de OU-vestiging in Utrecht als eerste ter hand te nemen, wordt ervaring opgedaan met de nieuwe werkconcepten. Voor de onderwijs- en tentamenknooppunten is het van belang dat er eerst gewerkt wordt aan de uitwerking van de zaken die onder 7.2. staan. Verder zal gewerkt worden via het principe dat eerst de nieuwe voorziening moet zijn ingericht alvorens het studiecentrum in die regio af te bouwen. Een globale planning is: o januari t/maart 2016 besluitvorming vestigingsbeleid o maart t/m juni 2016 uitwerken van de punten onder 7.2. o + januari 2017 locatie in Utrecht in werking o Vanaf januari 2017 wordt gestart met de inrichting van alle nieuwe faciliteiten en zijn voor studenten toegankelijk per september o tussen januari 2017 en december 2018 worden alle studiecentra, volgens een nader te bepalen volgorde, afgebouwd. Voor de studenten kan bij deze planning het signaal worden afgegeven dat zij gedurende het collegejaar voor geplande onderwijsactiviteiten en tentamens terecht kunnen in de stad waar de huidige studiecentra gevestigd zijn. Voor de ondersteunende medewerkers betekent het nog een periode van onzekerheid over de toekomst van hun functie. Op z n vroegst wordt in de zomer van 2016 duidelijk welke functies er in de nieuwe vestigingen en locaties beschikbaar zullen komen en wanneer de huidige studiecentra zullen worden afgebouwd. Voor de personele implicaties zal een personeelsplan worden opgesteld en zal onderwerp voor nadere afstemming met de medezeggenschap vormen. Voor een deel van het wetenschappelijk personeel betekent deze ontwikkeling een wisseling van standplaats. Ook voor deze groep medewerkers geldt dat het nog minimaal tot de zomer 2016 duurt voordat er duidelijkheid komt over mogelijke individuele consequenties Aanpak van de implementatie Voor de aanpak van de implementatie zal een projectorganisatie worden ingericht. De projectleider/implementatiemanager zal de leiding krijgen voor de periode vanaf de start van de implementatie tot einde In een kleine projectorganisatie wordt vooral gezorgd dat er expertise op het terrein van personeel en organisatie, planning van het onderwijs, financiën, ict en vastgoed i.c. flexibele kantoorconcepten, aanwezig is. Van de projectleider wordt verwacht dat hij een projectplan maakt met: o heldere mijlpalen, go/no go-momenten, o de belangrijkste activiteiten en o de mogelijke risico s, o de implementatiekosten en een o communicatieplan. Door binnen het project te werken met mensen uit de staande organisatie, zowel vanuit de faculteiten als GSO, wordt gezorgd voor de juiste borging met de staande organisatie. De opdrachtgever bestaat uit een kleine stuurgroep van een lid CvB, een decaan en de directeur GSO. 17

18 Bijlage Conclusies: enquête vestigingsbeleid Studentinzicht Inleiding: Om inzicht te krijgen in de vraag hoe studenten staan ten opzichte van de uitgangspunten voor het vestigingsbeleid (document "Vestigingsbeleid, Herijking van de uitgangspunten") is een aantal vragen via de enquête Studentinzicht aan de studenten voorgelegd. Deze vragen zijn in samenwerking met de Studentenraad (SR) opgesteld. In dit document worden de conclusies geformuleerd uit deze enquête. Voor een gedetailleerd overzicht van de resultaten wordt verwezen naar het rapport " Resultaten vestigingsbeleid" van 16 december In de enquête zijn zes vragen voorgelegd aan zo'n studenten en daarnaast had men de mogelijkheid nog verdere opmerkingen en suggesties te geven in een open tekstveld. Deze vragen zijn voorgelegd aan drie groepen studenten: nieuwe studenten, ervaren studenten en studenten van de begeleide master. De totale respons was 2287 (17,5%) en de respons in de drie groepen was respectievelijk 266, 1754 en 267. De resultaten voor de verschillende groepen laten geen hele grote verschillen zien. De conclusies zijn om die reden geformuleerd over de totale groep en daar waar afwijkingen zijn tussen de groepen worden deze vermeld. Frequentie bijeenkomsten: Van de ondervraagde studenten geeft 18,8% aan 2 keer per maand een vestiging te willen bezoeken. 39,7% geeft aan één keer per maand voor bijeenkomsten naar een locatie te willen afreizen. Daarnaast vindt 41,6% van de studenten minder dan één keer een redelijke frequentie. Bij elkaar genomen lijkt één keer per maand een bijeenkomst een redelijke frequentie. Zeker voor de groep studenten die de begeleide master volgen is dit van toepassing, want in deze groep geeft nog geen 10% aan dat tweemaal per maand een bijeenkomst tweemaal per maand redelijk is. Niet cursusgebonden activiteiten: Zo'n twee derde van alle ondervraagde studenten geeft aan naar een vestiging te willen komen voor gesprekken met begeleiders, mentoren of onderzoekers. Dit wordt op de voet gevolgd door de activiteiten voorlichting- en informatiebijeenkomsten en extra activiteiten als workshops. Ongeveer de helft van de studenten geeft aan naar een vestiging te willen komen voor het samenwerken met andere studenten aan opdrachten. Eén derde van de studenten geeft nog aan te willen komen voor het ontmoeten van medestudenten Een kwart komt voor goede ICT-faciliteiten en een tiende deel van de studenten geeft nog aan zelfstandig te willen studeren. Dit beeld is voor de verschillende groepen studenten nagenoeg hetzelfde. Aanwezigheid: Geconcludeerd kan worden dat onder de bevraagde studenten de maandagavond, dinsdagavond, woensdagavond, donderdagavond, zaterdagochtend en de zaterdagmiddag de dagdelen zijn dat men graag een vestiging wil bezoeken. Dit wordt gemiddeld door zo'n 45% van de studenten aangegeven. Een goede 20% geeft aan op de overige dagdelen te willen komen voor al dan niet cursusgebonden activiteiten. Daarbij zijn de zaterdagavond en zondagavond het minst favoriet. Dit beeld is voor de verschillende groepen studenten niet noemenswaardig verschillend. Reistijd: Studenten geven gemiddeld aan een uur te willen reizen. De standaarddeviatie (0,3 uur) geeft aan er een spreiding rond het gemiddelde is van 18 minuten. Geconcludeerd kan worden dat

19 één uur reistijd met een uitloop van zeg een kwartier het uitgangspunt zou moeten zijn. De groepen lieten hierop geen verschillen zien. Vervoer: Geconcludeerd kan worden dat studenten net iets vaker met de auto willen komen dan met het openbaar vervoer. Maar het doet niet heel veel voor elkaar onder (auto 52% en openbaar vervoer 42%), wat betekent dat vestigingen zowel via het openbaar vervoer als met de auto goed bereikbaar zouden moeten zijn. Faciliteiten: Aansluitend bij de wijze van vervoer staan bij de faciliteiten "bereikbaarheid openbaar vervoer" en "parkeergelegenheid" met stip bovenaan. Deze twee faciliteiten werden het meest als eerste in de rangorde genoemd (respectievelijk 876 en 775 keer). Gevolgd door rustige werkplekken, bibliotheekvoorzieningen en plekken om samen te werken (werden respectievelijk 185, 160 en 179 keer genoemd als eerste in de rangorde). ICT-voorzieningen en catering sluiten de rij. Echter hier moeten we concluderen dat de groep studenten van de begeleide master een afwijkend beeld laat zien. Bij deze studenten staan ook bereikbaarheid met openbaar vervoer en parkeergelegenheid nummer 1 en 2 in de rangorde, maar deze worden gevolgd door plekken om samen te werken en ICT-voorzieningen. De ICT-voorzieningen zijn in het nieuwe onderwijs, dat is gebaseerd op online activerend leren, van belang en worden door de studenten als zodanig ervaren. Catering blijft bij alle groepen steeds op de laatste plaats in de rangorde staan. Losse opmerkingen: Kijkend naar de opmerkingen die studenten in het open tekstveld konden maken kan worden geconcludeerd dat er opmerkingen worden gemaakt die te maken hebben met de faciliteiten, waarbij ook vooral wordt aangeven dat faciliteiten voor minder validen van belang zijn. Het belang van de aanwezigheid van docenten en begeleiders wordt vaker aangehaald. Ook allerlei zaken rondom inrichting worden genoemd, zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van kluisjes. Deze inrichtingszaken zullen in de uitwerking van de vestigingen kunnen worden meegenomen. Daarnaast zijn veel opmerkingen te categoriseren onder de noemer "locatie" waarbij het bijvoorbeeld ook gaat om locaties bij een station en op een veilige plaats. Heerlen,

Plan Huisvesting Open Universiteit

Plan Huisvesting Open Universiteit Plan Huisvesting Open Universiteit Resultaten analyse- en onderzoeksfase en voorstel voor aanpassing van de studiecentra OPEN UNIVERSITEIT Versie 1.0 SR 1 MANAGEMENT SAMENVATTING In maart 2016 heeft het

Nadere informatie

RAPPORTAGE VESTIGINGSBELEID. Fase 1. Herijking uitgangspunten OPEN UNIVERSITEIT. versie 19 oktober 2015. Lisette Meijrink Els Verhoef

RAPPORTAGE VESTIGINGSBELEID. Fase 1. Herijking uitgangspunten OPEN UNIVERSITEIT. versie 19 oktober 2015. Lisette Meijrink Els Verhoef RAPPORTAGE VESTIGINGSBELEID Fase 1 Herijking uitgangspunten OPEN UNIVERSITEIT versie 19 oktober 2015 Lisette Meijrink Els Verhoef 1 2 Inhoud 1. Inleiding 1.1. De opdracht en wat eraan vooraf ging 1.2.

Nadere informatie

Geachte collega's, beste studenten,

Geachte collega's, beste studenten, College van Bestuur Geachte collega's, beste studenten, Na de hectische weken met de bezetting van het Bungehuis en het Maagdenhuis, hebben we een moment van bezinning ingelast. Wij hebben tijd genomen

Nadere informatie

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas provincie :: Utrecht Plan van aanpak Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas In samenwerking tussen Veenendaal: 23 oktober 2017 Versie: 0.1 Opgesteld door: Maurice Kassing Gemeente

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

Communicatie verenigingen KNVB 2014

Communicatie verenigingen KNVB 2014 1 Communicatie verenigingen KNVB 2014 1. Achtergrond van de notitie: veranderde rollen De kern van de bestuurlijke vernieuwing is het realiseren van een efficiëntere besluitvorming in het amateurvoetbal.

Nadere informatie

De studieloopbaanadviseur

De studieloopbaanadviseur De studieloopbaanadviseur Notitie Lijst Calimero, mei 2017 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Achtergrondinformatie 3. Voorstel 4. Conclusie 5. De studieloopbaanadviseur in beeld Inleiding De RUG stelt zich

Nadere informatie

RESULTATEN VAN DE ENQUETE NAAR MENINGEN VAN VLAAMSE STUDENTEN OVER HET STUDEREN AAN DE OPEN UNIVERSITEIT - SEPTEMBER 2007 -

RESULTATEN VAN DE ENQUETE NAAR MENINGEN VAN VLAAMSE STUDENTEN OVER HET STUDEREN AAN DE OPEN UNIVERSITEIT - SEPTEMBER 2007 - RESULTATEN VAN DE ENQUETE NAAR MENINGEN VAN VLAAMSE STUDENTEN OVER HET STUDEREN AAN DE OPEN UNIVERSITEIT - SEPTEMBER 2007 - Uitgevoerd: september 2007 Onderzoekers: drs. Herman Kiesel, drs. Lic. Rick Coone,

Nadere informatie

CONCEPT Jules Study Labs is de oplossing voor de leegstand in bedrijfspanden in Maastricht.

CONCEPT Jules Study Labs is de oplossing voor de leegstand in bedrijfspanden in Maastricht. Maastricht LAB aanvraag financiële ondersteuning experiment Door Jules & You / Veer Maastricht CONCEPT Jules Study Labs is de oplossing voor de leegstand in bedrijfspanden in Maastricht. Het concept omvat

Nadere informatie

Studentinzicht 14. Bibliotheekvoorzieningen. Rapport Psychologie en Onderwijswetenschappen Expertisecentrum Onderwijs en Professionalisering

Studentinzicht 14. Bibliotheekvoorzieningen. Rapport Psychologie en Onderwijswetenschappen Expertisecentrum Onderwijs en Professionalisering Rapport Psychologie en Onderwijswetenschappen Expertisecentrum Onderwijs en Professionalisering Studentinzicht 14 Bibliotheekvoorzieningen van: Kathleen Schlusmans en Rieny van den Munckhof Colofon Productie

Nadere informatie

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013

Tilburg University 2020 Toekomstbeeld. College van Bestuur, april 2013 Tilburg University 2020 Toekomstbeeld College van Bestuur, april 2013 Strategie in dialoog met stakeholders Open voor iedere inbreng die de strategie sterker maakt Proces met respect en waardering voor

Nadere informatie

Bètasamenwerking UvA en VU Karen Maex, Peter van Tienderen, Hubertus Irth & Gert Grift Overzicht van aanpak en stand van zaken van de samenwerking

Bètasamenwerking UvA en VU Karen Maex, Peter van Tienderen, Hubertus Irth & Gert Grift Overzicht van aanpak en stand van zaken van de samenwerking Bètasamenwerking UvA en VU Karen Maex, Peter van Tienderen, Hubertus Irth & Gert Grift Overzicht van aanpak en stand van zaken van de samenwerking FNWI- FEW/FALW, versie april 2015 Eén gedeeld uitgangspunt

Nadere informatie

Naam opleiding: Molecular Science & Technology. Toelating

Naam opleiding: Molecular Science & Technology. Toelating Naam opleiding: Molecular Science & Technology Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas

Nadere informatie

Naam opleiding: Life Science & Technology. Toelating

Naam opleiding: Life Science & Technology. Toelating Naam opleiding: Life Science & Technology Toelating Is de studie moeilijk? De studie is pittig; zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie direct vol voor gaat. Gas terugnemen kan altijd

Nadere informatie

Bachelor of Business Administration (MER opleiding)

Bachelor of Business Administration (MER opleiding) Bachelor of Business Administration (MER opleiding) voor decentrale overheden Het Onderwijs De Bachelor of Business Administration voor decentrale overheden (Management, Economie & Recht, MER) wordt aangeboden

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

Desirée van den Bergh, Marga Kemp, Rob Mientjes, Bianca Peersman en Harry Vankan

Desirée van den Bergh, Marga Kemp, Rob Mientjes, Bianca Peersman en Harry Vankan Project Meer met Mediavoorzieningen een onderzoek naar rol en positionering Mediavoorzieningen: Essentieel en Effectief Samenvatting rapport over de meerwaarde van de diensten van Mediavoorzieningen voor

Nadere informatie

START-UP PACKAGE TENURE TRACK 2015

START-UP PACKAGE TENURE TRACK 2015 START-UP PACKAGE TENURE TRACK 2015 1 Kenmerk: CvB UIT - 2056 Datum: 20 november 2015 Auteur: R. Schwartz Inhoud Aanleiding... 3 Doel van de Start-up package... 4 Inhoud van de Start-up package... 4 Randvoorwaarden

Nadere informatie

Naar een facultair meerjarenplan Opbrengst visiebijeenkomsten

Naar een facultair meerjarenplan Opbrengst visiebijeenkomsten Naar een facultair meerjarenplan 2016-2021 Opbrengst visiebijeenkomsten Het faculteitsbestuur van Geesteswetenschappen heeft eind mei en begin juni visiebijeenkomsten georganiseerd voor respectievelijk

Nadere informatie

Voorbereidingscursussen

Voorbereidingscursussen Voorbereidingscursussen Biologie Natuurkunde Scheikunde Wiskunde Studeren aan de Open Universiteit voorbereidings cursussen Het systeem van eindexamenprofielen in het voortgezet onderwijs brengt met zich

Nadere informatie

Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen

Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen Projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen Afdeling grondgebied 26-0-205 INLEIDING Voor u ligt het projectplan Detailhandelsvisie gemeente Drimmelen, alle kernen. 2 AANLEIDING PROJECT

Nadere informatie

Beoordelingsformulier projectvoorstellen KFZ

Beoordelingsformulier projectvoorstellen KFZ sformulier voor de projectvoorstellen. sformulier projectvoorstellen KFZ Callronde: Versie 14-02-13 Instelling: Naam project: 1) Algemeen Het beoordelingsformulier wordt gebruikt om de projectvoorstellen

Nadere informatie

faculteit ruimtelijke wetenschappen

faculteit ruimtelijke wetenschappen faculteit ruimtelijke wetenschappen faculteitsraad notulen Faculteitsraadsvergadering Datum en tijd 1 februari 2016, 13.00-15.00 uur Aanwezig Erik Meijles (vz), Wim Meester, Fanny Janssen, Elroy van Ostheim,

Nadere informatie

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 1. Aanleiding De BMWE-gemeenten willen zoveel mogelijk gezamenlijk het Centrum Jeugd en Gezin realiseren. Dit plan van aanpak is hierop

Nadere informatie

Onderwerp: Herindeling DAL-gemeenten

Onderwerp: Herindeling DAL-gemeenten Vergadering gemeenteraad d.d. 25 januari 2018 Agenda nummer 7 Portefeuillehouder: burgemeester de heer G. Beukema Onderwerp: Herindeling DAL-gemeenten Korte inhoud: De raad wordt voorgesteld de beoogde

Nadere informatie

Uitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur

Uitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur Uitkomsten evaluatie module sociale infrastructuur Maart 2017 Begin 2017 zijn enquêtes uitgezet bij (A) gemeenten uit de kernwerkgebieden van Menzis, (B) zorgaanbieders die gecontracteerd zijn voor de

Nadere informatie

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit

Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten. Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Vernieuwing masterfase UU Inputsessies met studenten Sessie 3 Keuzemogelijkheden en interdisciplinariteit Resultaten van inputsessie 10 juni 2014 Introductie Deze PowerPoint bevat de resultaten van de

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf. BW-nummer

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf. BW-nummer Openbaar Onderwerp Breed en het nieuwe werkbedrijf Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting In februari 2013 is regionaal werkdocument Samen

Nadere informatie

Evaluatierapport Inleiding Technologisch Onderzoek

Evaluatierapport Inleiding Technologisch Onderzoek Evaluatierapport Inleiding Technologisch Onderzoek 191155210 drs. E.M. Gommer 100% geslaagd na eerste poging De evaluatiecommissie heeft het vak Inleiding Technologisch Onderzoek via een e-mailenquête

Nadere informatie

Het Nieuwe Werken en Werken Anno Nu

Het Nieuwe Werken en Werken Anno Nu Het Nieuwe Werken en Werken Anno Nu Ardis Organisatie Ontwikkeling Het Nieuwe Werken en Werken Anno Nu Ardis Organisatie Ontwikkeling Na een afspraak niet terug naar kantoor, maar door naar huis waar je

Nadere informatie

Onderwerp: Duiding raadsbesluiten van de DAL-gemeenten d.d. 16 november 2017 over hun bestuurlijke toekomst.

Onderwerp: Duiding raadsbesluiten van de DAL-gemeenten d.d. 16 november 2017 over hun bestuurlijke toekomst. Raadsvergadering 29 januari 2018 Nr.: 12 AAN de gemeenteraad Onderwerp: Duiding raadsbesluiten van de DAL-gemeenten d.d. 16 november 2017 over hun bestuurlijke toekomst. Portefeuillehouder: Burgemeester

Nadere informatie

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030 Projectvoorstel Projectopdracht / -voorstel Datum: 8 juli 2010 Versie: definitief t.b.v. definitiefase en ontwerpfase Pagina: 1 / 9 Soort project Extern/Lijn Projectnaam MijnBorne2030 (Herijking Toekomstvisie)

Nadere informatie

Het Nieuwe Werken 111

Het Nieuwe Werken 111 Het Nieuwe Werken 111 Inleiding Het Nieuwe Werken De laatste jaren heeft Het Nieuwe Werken zich sterk ontwikkeld en veel bekendheid gekregen. Maatschappelijke ontwikkelingen als files, de balans tussen

Nadere informatie

Resolutie Ledendemocratie

Resolutie Ledendemocratie Resolutie Ledendemocratie Tot nu toe Deze resolutie is de resultante van het rapport Tussen Leden en Leiders van de commissie Noten. Dat rapport spoort de PvdA aan om leden meer invloed uit te laten oefenen

Nadere informatie

Premaster Managementwetenschappen

Premaster Managementwetenschappen Premaster Managementwetenschappen Studeren om hogerop te komen Zelfstandig naar een masteropleiding toe werken, maar toch ook weer niet alleen. Studeren in modulen, op momenten dat het je zelf uitkomt,

Nadere informatie

Profiel. Strategisch HR adviseur. 8 december 2015. Opdrachtgever Stichting Openbaar Onderwijs Noord

Profiel. Strategisch HR adviseur. 8 december 2015. Opdrachtgever Stichting Openbaar Onderwijs Noord Profiel Strategisch HR adviseur 8 december 2015 Opdrachtgever Stichting Openbaar Onderwijs Noord Voor meer informatie over de functie Erik Frieling, adviseur Leeuwendaal Telefoon (070) 414 27 00 evt. mobielnummer

Nadere informatie

Universiteit Leiden. John Kroes 12 mei 2017

Universiteit Leiden. John Kroes 12 mei 2017 Universiteit Leiden John Kroes 12 mei 2017 In Leiden en Den Haag Leiden Nederland Amsterdam Den Haag Eerste Universiteit van Nederland Opgericht door Willem van Oranje in 1575 Als beloning voor verzet

Nadere informatie

Tienpuntenlijst #1 Investeer in goede weblectures bij alle hoorcolleges. #2 Betere communicatie: tijd voor de RU-app

Tienpuntenlijst #1 Investeer in goede weblectures bij alle hoorcolleges. #2 Betere communicatie: tijd voor de RU-app Tienpuntenlijst 2015 #1 Investeer in goede weblectures bij alle hoorcolleges #2 Betere communicatie: tijd voor de RU-app #3 Investeer in meer specialisatie in de master #4 Gemakkelijker studeren in het

Nadere informatie

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2

Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 Startnotitie Visie winkelcentra Heemstede- fase 2 1. Inleiding In het collegeakkoord voor de periode 2014-2018 is als één van de doelstellingen geformuleerd: Het college zet zich in voor een florerende

Nadere informatie

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG STUDENTEN DOEN UITSPRAKEN OVER DE ACADEMISCHE WERELD, HET VAKGEBIED EN HET BEROEPENVELD.. onderzoek niet zo saai als ik dacht werken in

Nadere informatie

Gezamenlijke backoffice inkomensvoorziening

Gezamenlijke backoffice inkomensvoorziening Marktonderzoek Gezamenlijke backoffice inkomensvoorziening Versie 1.0, 4 mei Kenmerk. 0014 1 Gezamenlijke backoffice informatievoorziening Binnen het programma 'Gezamenlijke backoffice informatievoorziening'

Nadere informatie

Studeren met een functiebeperking

Studeren met een functiebeperking Studeren met een functiebeperking 1. Vooraf De Inspectie van het Onderwijs en het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben in de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de toegankelijkheid

Nadere informatie

Kernwaarden + Een stip aan de horizon

Kernwaarden + Een stip aan de horizon Kernwaarden + Een stip aan de horizon Samenwerkende Mediatheken Fontys Hogescholen Versie 1.0, 19 januari 2016 Inleiding Fontys Mediatheken ondersteunen en faciliteren het onderwijs en het onderzoek bij

Nadere informatie

Marktconsultatie Restauratieve voorzieningen Universiteit Twente

Marktconsultatie Restauratieve voorzieningen Universiteit Twente Marktconsultatie Restauratieve voorzieningen Universiteit Twente Kenmerk: CVB UIT - 2776 Datum: 22 Pagina augustus 2 van 42017 Inhoudsopgave 1. UNIVERSITEIT TWENTE EN DE MARKTCONSULTATIE... 2 1.1 Universiteit

Nadere informatie

Smart Education. Marieke Versteijlen

Smart Education. Marieke Versteijlen Smart Education Marieke Versteijlen Is dit de toekomst van onderwijs met ICT? Draadloze analyse van hersengolven Duurzaam, maar. Uitvoering verkennende studie In samenwerking met: Marleen Janssen Groesbeek

Nadere informatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Nieuwsbrief Resultaten evaluatie Toen het project 2030 werd gestart, is aan de gemeenteraad toegezegd dat na vier afgeronde en het project geëvalueerd zou worden. In april heeft het projectteam 2030 een

Nadere informatie

HNW Er wordt veel over geschreven HNW Feiten en Cijfers. Het Nieuwe Werken. Integrale Vormgeving. Probleemstelling. efficiëntie

HNW Er wordt veel over geschreven HNW Feiten en Cijfers. Het Nieuwe Werken. Integrale Vormgeving. Probleemstelling. efficiëntie Het Nieuwe Werken Effecten op bedrijfsdoelstellingen HNW Er wordt veel over geschreven HNW Feiten en Cijfers Merle Blok Het Nieuwe Werken Het Nieuwe Werken is een visie op een manier van werken die optimaal

Nadere informatie

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo Vergadering d.d. Agendapunt: 9 juli 2018 Zaaknummer: 500858 Portefeuillehouder : J.H. Lammers Openbaar Besloten Team : Team Mens en Maatschappij

Nadere informatie

Afstudeeronderzoek van E. van Bunningen BSc (Het volledige Engelstalige onderzoeksrapport kunt downloaden via deze link)

Afstudeeronderzoek van E. van Bunningen BSc (Het volledige Engelstalige onderzoeksrapport kunt downloaden via deze link) CONCENTRATIE VAN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTEN IN GEMEENTELIJK VASTGOED NAAR AANLEIDING VAN DEMOGRAFISCHE TRANSITIE Een casestudie in landelijke gemeenten in Noord-Brabant, Nederland Afstudeeronderzoek van

Nadere informatie

Virtuele klas of face-to-facebegeleiding: naar een hybride begeleidingsaanbod

Virtuele klas of face-to-facebegeleiding: naar een hybride begeleidingsaanbod Virtuele klas of face-to-facebegeleiding: naar een hybride begeleidingsaanbod Paquita Pérez en Frank Wester In de faculteiten Natuurwetenschappen en Informatica is al een aantal jaar geëxperimenteerd met

Nadere informatie

Deeltijd voor professionals

Deeltijd voor professionals Deeltijd voor professionals Presentatie informatiedossier 13-04-2016 Aanvraag Vooraf Gemeenschappelijk onderwijsmodel Informatiedossier Bijlagen Onze vraag voor NVAO Voldoet opzet en uitwerking 2 Inleiding

Nadere informatie

PAGINA 1/5. Voortgang onderzoek naar samenwerking CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak

PAGINA 1/5. Voortgang onderzoek naar samenwerking CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak STUKNUMMER AV 2013-054 Verzonden 15 november 2013 ARCHIEFKENMERK Notitie AAN Algemene vergaderingen CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak AFKOMSTIG VAN Besturen CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak DOORKIESNUMMER

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Raadsvoorstel. Geachte raad, Raadsvoorstel Nummer: 165140 Behandeld door: J. van Dijk Agendapunt: 27 juni 2017 Onderwerp: Voorlopige voorkeur uitvoeringsvariant Participatiewet Geachte raad, Samenvatting: In opdracht van het algemeen

Nadere informatie

Greenport Horti Campus. Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011

Greenport Horti Campus. Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011 Greenport Horti Campus Burgemeester Sjaak van der Tak 16 december 2011 1 Internationaal kenniscentrum in het hart van de Greenport 2 Doel en ambitie Versterken internationale concurrentiekracht van de

Nadere informatie

Welke hoofdlijnen? ISO inventariseert instemmingsrecht hoofdlijnen begroting

Welke hoofdlijnen? ISO inventariseert instemmingsrecht hoofdlijnen begroting Welke hoofdlijnen? ISO inventariseert instemmingsrecht hoofdlijnen begroting Mei 206 Inhoud Inhoud... Aanleiding... Duidelijkheid over hoofdlijnen?... Medezeggenschapsreglement... 5 Investeringen... 6

Nadere informatie

CvE-protocol bij tentamenincidenten en -calamiteiten

CvE-protocol bij tentamenincidenten en -calamiteiten CvE-protocol bij tentamenincidenten en -calamiteiten Commissie voor de examens CenR, MST en PenOW U2014/04526/MLS 1 september 2014 Onderhavig protocol heeft betrekking op de communicatie en raadpleging

Nadere informatie

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit?

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit? Naam opleiding: Industrieel Ontwerpen Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen

Nadere informatie

Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016

Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016 Dit document maakt gebruik van bladwijzers Consultatiedocument Nieuwe Nederlandse Standaard 3001N voor directe opdrachten 21 juli 2016 Consultatieperiode loopt tot 27 september 2016 vóór 09.00 uur Consultatiedocument

Nadere informatie

profiel Open Universiteit Voorzitter en leden raad van toezicht

profiel Open Universiteit Voorzitter en leden raad van toezicht profiel Open Universiteit Voorzitter en leden raad van toezicht Open Universiteit Voorzitter en leden raad van toezicht Organisatie De Open Universiteit (OU), opgericht in 1984, is de jongste universiteit

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare

Nadere informatie

Verkiezingsprogramma 2012-2013

Verkiezingsprogramma 2012-2013 Verkiezingsprogramma 2012-2013 UVASOCIAAL 5 mei 2012 UVASOCIAAL streeft naar keuzevrijheid, kwaliteit, gelijkheid en betrokkenheid, de belangrijkste voorwaarden voor een goede universiteit! Inleiding UVASOCIAAL

Nadere informatie

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht Rapportage Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Uitgevoerd door: ETIN Adviseurs s-hertogenbosch, mei 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Populatie

Nadere informatie

Bijlage 1 Concept intentieverklaring WOC Campus Nieuwleusen

Bijlage 1 Concept intentieverklaring WOC Campus Nieuwleusen Bijlage 1 Concept intentieverklaring WOC Campus Nieuwleusen Intentieverklaring project WOC Campus Nieuwleusen De Partijen: In het project WOC Campus Nieuwleusen participeren de volgende partijen: Landstede

Nadere informatie

FIT-traject onderwijsvernieuwing met ICT en sociale media. draagvlak inspiratie motivatie vernieuwing 21st century skills borging

FIT-traject onderwijsvernieuwing met ICT en sociale media. draagvlak inspiratie motivatie vernieuwing 21st century skills borging FIT-traject onderwijsvernieuwing met ICT en sociale media draagvlak inspiratie motivatie vernieuwing 21st century skills borging Via het Klavertje 4 Model zet u sociale media en ICT breed in Didactische

Nadere informatie

Kwaliteitscriteria voor GKC innovatieprojecten

Kwaliteitscriteria voor GKC innovatieprojecten Groene Kennis Coöperatie Kwaliteitscriteria voor GKC innovatieprojecten Waar is dit instrument voor bedoeld? Binnen de GKC, o.a. via KIGO, worden veel projecten uitgevoerd. We hebben gemerkt dat (te) veel

Nadere informatie

Wat weet jij over het leenstelsel?!

Wat weet jij over het leenstelsel?! Resultaten onderzoek Wat weet jij over het leenstelsel? 13-01-2015 Wat weet jij over het leenstelsel? In 2015 staan er ingrijpende veranderingen voor de deur die de toegankelijkheid van het onderwijs onder

Nadere informatie

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan.

dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. dekken. Het veiligheidsniveau geeft dus weer WAT het bestuur van de organisatie verwacht. De bestuurlijke uitgangpunten geven hier invulling aan. Veiligheidszorg geeft invulling aan de HOE-vraag en is

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek 2016 Kinderdagverblijf (KDV) Resultaten & Aanbevelingen

Klanttevredenheidsonderzoek 2016 Kinderdagverblijf (KDV) Resultaten & Aanbevelingen Klanttevredenheidsonderzoek 2016 Kinderdagverblijf (KDV) Resultaten & Aanbevelingen Inhoudsopgave Inleiding Blz. 2 Vragenlijsten klanttevredenheidsonderzoek 2016. Blz. 4 Totaal beoordeling Kindercentrum

Nadere informatie

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde

Voorlichtingsdag Bedrijfskunde. Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde Voorlichtingsdag Bedrijfskunde Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde PROGRAMMA Bedrijfskunde@VU: hoe, wat en waarom? Prof. dr. W.E.H. Dullaert, Opleidingsdirecteur bachelor bedrijfskunde

Nadere informatie

Avans visie Onderwijs & ICT

Avans visie Onderwijs & ICT Avans visie Onderwijs & ICT Samen het maximale uit jezelf halen met ICT Algemeen De visie op Onderwijs en ICT is afgeleid van de Avans Onderwijsvisie en opgesteld vanuit de overtuiging dat we onze ambitie

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

Welkom in het Horizon College

Welkom in het Horizon College Welkom in het Horizon College Bij het Horizon College maken we onze naam waar: we geven middelbaar beroepsonderwijs dat bij jou past en jouw horizon groter maakt. We leren je niet alleen een vak met toekomst,

Nadere informatie

Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR

Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR Beschrijving kwaliteitszorg (A)OSR Okt2015 Uitgangspunten Het kwaliteitsbeleid van de (A)OSR is gebaseerd op de ontwikkeling van keurmerk naar alliantie die het ICLON aan de met hem samenwerkende scholen

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL Huizinga Instituut 2012-2016

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL Huizinga Instituut 2012-2016 De Colleges van Bestuur van: GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING ONDERZOEKSCHOOL Huizinga Instituut 2012-2016 de Erasmus Universiteit Rotterdam; de Radboud Universiteit Nijmegen; de Rijksuniversiteit Groningen;

Nadere informatie

REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 2017

REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 2017 REGLEMENT EN WERKWIJZE COMMISSIE NORMSTELLING ERKENNINGSREGELING GOEDE DOELEN 30 januari 07 Artikel De Commissie Normstelling Erkenningsregeling Goede Doelen a. De Commissie Normstelling is verantwoordelijk

Nadere informatie

BABZ-opleiding Basisjaar en Specialisatie Burgerzaken

BABZ-opleiding Basisjaar en Specialisatie Burgerzaken www.segment.nl BABZ-opleiding Basisjaar en Specialisatie Burgerzaken Investeren in uw persoonlijk vakmanschap 3 Samen studeren in een vaste groep 3 Persoonlijke benadering 3 Gemotiveerde studenten 3 Enthousiaste

Nadere informatie

Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T 2 0 1 1 )

Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T 2 0 1 1 ) Nie uwsb rie f Stichting OE R S T I C H T I N G O N D E R W I J S E V A L U A T I E R A P P O R T J A A R G A N G 4, NR. 3 ( M A A R T 2 0 1 1 ) Nieuwsbrief Stichting OER Stichting Onderwijs Evaluatie

Nadere informatie

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: appellant

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: appellant UITSPRAAK Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:. appellant tegen de beslissing van Commissie Studieadvies Eerste Jaar

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Externe communicatie ambtelijke samenwerking Beemster- Purmerend

Externe communicatie ambtelijke samenwerking Beemster- Purmerend Externe communicatie ambtelijke samenwerking Beemster- Purmerend Gemeente Beemster Versie: definitief Goedkeuring: gemeentesecretaris Beemster, Els Kroese Juni 2012 Auteur: Nancy van der Vin, Filtercommunicatie

Nadere informatie

Brief Verbetering van de Criteria van Onderwijs in het Engels en Nederlands

Brief Verbetering van de Criteria van Onderwijs in het Engels en Nederlands Dhr. prof. dr. F.P. Weerman Kloveniersburgwal 48 1012 CX Amsterdam Spuistraat 134 1012 VB Amsterdam (020) 525 3278 fsr-fgw@uva.nl studentenraad.nl/fgw Datum 6 december 2016 Ons kenmerk 16fgw043 Contactpersoon

Nadere informatie

012345561728944 53 9 1 49 6 2 0 C*D('8>,E@D8*.*,F@*/F*..*+,*+, /@=8G.,E*;8G,@+;*(,/F';*+F*+, E*8,HIJJ &'()*+,-'./,012345216,*+,78*+9,:;,

Nadere informatie

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget

Nadere informatie

LOCATIEMATRIX Integraal Kind Centrum te Eindhoven

LOCATIEMATRIX Integraal Kind Centrum te Eindhoven LOCATIEMATRIX Integraal Kind Centrum te Eindhoven Opdrachtgever Aloysius Stichting Kerkstraat 3 6085 AX HORN Deelnemende organisaties Gemeente Eindhoven Aloysius Stichting Projectmanagement BSU UW VASTGOEDPARTNER

Nadere informatie

fr, Vere : Geachte mevrouw Bussemaker,

fr, Vere : Geachte mevrouw Bussemaker, t 0 4 fr, Vere : Hogeschoe1if Prinsessegracht 21 Postbus 123 2501 CC Den Haag t (070)31221 21 f(070)31221 00 Aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap - Mevrouw dr. M. Bussemaker Postbus 16375

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016

Ontwerpkaders: Onderwijs. Versie 1.0/november 2016 Ontwerpkaders: Onderwijs Versie 1.0/november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Samenwerking Bibliotheek en Voortgezet Onderwijs

Samenwerking Bibliotheek en Voortgezet Onderwijs Samenwerking Bibliotheek en Voortgezet Onderwijs Naar een landelijke aanpak SAMENVATTING Marleen Wijnen in opdracht van Kunst van Lezen september 2012 Samenvatting De bibliotheek op school voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Beleidskader agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam

Beleidskader agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam Beleidskader 2017 agenda van onze gewenste ontwikkelingen Samen Onderwijs Maken = Leerzaam College van Bestuur, vastgesteld 06-12-2016 Inleiding We hebben inmiddels het tweede jaar van ons meerjarenbeleidsplan

Nadere informatie

De Netwerkschool. Sligte H., Heyma A., van Eck, E., van der Meijden, A. (2015)

De Netwerkschool. Sligte H., Heyma A., van Eck, E., van der Meijden, A. (2015) Sligte H., Heyma A., van Eck, E., van der Meijden, A. (2015) De Netwerkschool Onderzoek naar werkzame bestanddelen voor vernieuwing van het middelbaar beroepsonderwijs Kohnstamm Instituut SEO Economisch

Nadere informatie

Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen

Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen 19 JUNI 2014 Flexibilisering van het onderwijs aan volwassenen kan alleen door het systeem volledig anders te gaan opzetten en is niet gebaat bij het veranderen van de bestaande situatie Flexibilisering

Nadere informatie

Studeren aan het Studiecentrum Open Universiteit Gent Directie onderwijsaangelegenheden Afdeling onderwijskwaliteitszorg

Studeren aan het Studiecentrum Open Universiteit Gent Directie onderwijsaangelegenheden Afdeling onderwijskwaliteitszorg Studeren aan het Studiecentrum Open Universiteit Gent Directie onderwijsaangelegenheden Afdeling onderwijskwaliteitszorg Studiegids 2015 INHOUDSTABEL 1. VOORWOORD... 3 2. OPEN UNIVERSITEIT... 4 2.1 Kernpunten...

Nadere informatie

WPM OFFICES.

WPM OFFICES. Kantoorbeleving Nog een wereld te winnen 2 Opzet presentatie 1. De kantorenmarkt 2. Hoe mensen werken 3. Kantorenmarkt 2020 4. Creëren van toegevoegde waarde 5. Kantoorbeleving en resultaten onderzoek

Nadere informatie

Topstructuur Faculteit Bètawetenschappen

Topstructuur Faculteit Bètawetenschappen Faculteitsraad Bètafaculteit ingekomen 15 mrt 2005 FRBF 05-014 Topstructuur Faculteit Bètawetenschappen Vastgesteld in gezamenlijk overleg tussen het college van bestuur en het federatiebestuur. 15 maart

Nadere informatie

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's Aan Veiligheidsberaad Van DB Veiligheidsberaad Datum 17 september Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's Context en aanleiding Tijdens het Veiligheidsberaad

Nadere informatie

Samen sterk in het sociaal domein

Samen sterk in het sociaal domein Samen sterk in het sociaal domein Duurzaam organiseren van het sociaal domein door intergemeentelijke samenwerking In dit artikel gaan we in op de meerwaarde van samenwerking tussen gemeenten in het sociaal

Nadere informatie

De spilfunctie van het Leercentrum binnen het nieuwe onderwijs bij Avans Hogeschool

De spilfunctie van het Leercentrum binnen het nieuwe onderwijs bij Avans Hogeschool De spilfunctie van het Leercentrum binnen het nieuwe onderwijs bij Avans Hogeschool Ellen Simons en Rien Brouwers Leer- en Innovatiecentrum Inhoud Context Onderwijsvisie van Avans Van mediatheek naar Leercentrum

Nadere informatie

Visiedocument FSR FNWI

Visiedocument FSR FNWI Visiedocument Jan Martens (Voorzitter) Rachel Mijdam (Vicevoorzitter) Luc van Keulen (Secretaris) Beate Stevens (Algemeen lid) Stijn van Uffelen (Algemeen lid) Ahmed Avci (Algemeen lid) Voorwoord Voor

Nadere informatie

STUDIEGIDS PREMASTERPROGRAMMA ACCOUNTING & CONTROL

STUDIEGIDS PREMASTERPROGRAMMA ACCOUNTING & CONTROL Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde STUDIEGIDS PREMASTERPROGRAMMA ACCOUNTING & CONTROL Cursusjaar 2015-2016 Versie september 2015 2015 Vrije Universiteit, Amsterdam PREMASTERPROGRAMMA

Nadere informatie

Directeur onderwijsinstituut

Directeur onderwijsinstituut Directeur onderwijsinstituut Doel College van van Bestuur Zorgdragen voor de ontwikkeling van het facultair en uitvoering en organisatie van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen de faculteit, uitgaande

Nadere informatie