UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE. Academiejaar"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar VLEES EN KARKASKWALITEIT BIJ EVERZWIJNEN door Alexander VANTYGHEM Promotor: Prof. Dr. A. Van Zeveren Copromotor: Prof. Dr. L. Peelman Literatuurstudie in het kader van de Masterproef 2015 Alexander Vantyghem

2

3 Universiteit Gent, haar werknemers of studenten bieden geen enkele garantie met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de gegevens vervat in deze masterproef, noch dat de inhoud van deze masterproef geen inbreuk uitmaakt op of aanleiding kan geven tot inbreuken op de rechten van derden. Universiteit Gent, haar werknemers of studenten aanvaarden geen aansprakelijkheid of verantwoordelijkheid voor enig gebruik dat door iemand anders wordt gemaakt van de inhoud van de masterproef, noch voor enig vertrouwen dat wordt gesteld in een advies of informatie vervat in de masterproef.

4 VOORWOORD Eerst en vooral wil ik mijn promotor Prof. Dr. A. Van Zeveren enorm bedanken voor zijn hulp op zowel inhoudelijk vlak als op grammaticaal vlak. Zonder u zou deze literatuurstudie nooit tot stand gekomen zijn. Ook wil ik mijn copromotor Prof. Dr. L. Peelman bedanken voor zijn mening op deze literatuurstudie. Bij deze wil ik ook mijn ouders bedanken om mij tijdens de studie Diergeneeskunde te steunen, en om mij de kansen en het vertrouwen te geven alle dingen die ik graag wil doen te verwezenlijken.

5 INHOUD SAMENVATTING... 1 INLEIDING... 2 LITERATUURSTUDIE Karkaskwaliteit Bespierdheid Magerheid Vleeskwaliteit Sensorische kwaliteit Smaak KLEUR MALSHEID PH EN VOCHTHOUDEN VERMOGEN NUTRITIONELE KWALITEIT VETGEHALTE DE AARD VAN HET VET TRICHINELLA BESPREKING REFERENTIELIJST... 18

6 SAMENVATTING Als men het karkas van een everzwijn vergelijkt met dat van een varken, dan ziet men een korter karkas waarbij de voorhand zwaarder uitgebouwd is. De grotere gewichtsproportie van hun organen t.o.v. hun lichaamsgewicht, resulteert in een lager slachtrendement van de everzwijnen in vergelijking met de hierop geselecteerde sterk bevleesde commerciële varkens. Ook kent het everzwijn een tragere groeisnelheid. Het everzwijn bevat meer karkasvet dan het varken, terwijl er een lager gehalte aan intramusculair vet aanwezig is. Men ziet dat de verschillen in lichaamsgewicht en dieet tussen het everzwijn en het varken, alsook het geslacht en de periode van jagen, een invloed hebben op de vetzuursamenstelling van het vet. Zo werd bewezen dat het dieet van het everzwijn zorgt voor een uitstekende en gezonde ratio van poly-onverzadigde vetzuren t.o.v. verzadigde vetzuren, en dat dit vooral wordt gezien in het intramusculair vet van de m. semimembranosus en minder in het subcutaan vet. Hieruit volgend, is in vergelijking met varkensvlees, ook de omega 6/omega 3 ratio véél beter in everzwijnvlees. De keerzijde van de medaille is dan weer dat de gezonde onverzadigde vetzuren sneller ranzig worden, wat de houdbaarheid van het vlees niet ten goede komt. Dit zal enigszins geremd worden door het hoger gehalte aan Vit. E in everzwijnvlees, die fungeert als antioxidant. De vleeskwaliteit tussen het everzwijn en het varken is sterk verschillend, en dan vooral wat betreft het vet en cholesterolgehalte. Everzwijnvlees bevat minder intramusculair vet, en het cholesterolgehalte is lager in de commercieel belangrijkste spieren (m. semimembranosus en m. longissimus dorsi). Het vlees met een hoge nutritionele kwaliteit wordt gekenmerkt door een intens zoete en aromatische smaak, en berengeur vormt hier nauwelijks een probleem. De kleur van het vlees is, net zoals ander wild vlees, donkerrood. Dit valt te verklaren door de grotere hoeveelheid aan myoglobine in de spiervezels en door de grotere oppervlakte van de dwarsdoorsnede (of CSA = cross-sectional area) ervan. In everzwijnvlees is er een hoger gehalte aan rode spiervezels type I en IIA, en minder witte spiervezels IIB. Er is ook meer intramusculair collageen aanwezig, wat vooral wordt opgemerkt in de rode spiervezels. Al deze kenmerken van de spiervezels van het everzwijn, uitgezonderd de grotere hoeveelheid myoglobine, zorgen er voor dat het vlees taaier is in vergelijking met varkensvlees. Dit kan enigszins verholpen worden door massage van het vlees uit te voeren of het vlees te laten rijpen. Door het hoog gehalte aan oxidatieve spiervezels is er minder kans op PSE-vlees bij het everzwijn. Het vlees bevat wel minder vrij water, maar bevat daarentegen wel hetzelfde waterbindend vermogen als varkensvlees; doordat er post mortem in het everzwijnvlees een tragere en minder uitgebreide phdaling is, alsook een snellere temperatuurdaling, wordt het vlees gekenmerkt door lage waarden van spiervochtverlies. Met Trichinella besmette everzwijnen komen in België al een tijdje niet meer endemisch voor, maar het oplopen van een Trichinella infectie is in ons land zeker niet uitgesloten door de import van hiermee besmet everzwijnvlees uit Zuid en Oost-Europese landen. Kernwoorden: Slachtrendement Vetzuren Spiervezels Berengeur Trichinella 1

7 INLEIDING De bedoeling van deze literatuurstudie is om de karkas en vleeskwaliteit van het everzwijn te vergelijken met deze van het gedomesticeerde varken. Doordat de mens geselecteerd heeft naar betere bevleesdheid (beter gespierde achterhand en langere varkens), meer malser en magerder vlees en vroegrijpheid, zijn er heel wat verschillen op zowel morfologisch gebied als op het gebied van sensorische en nutritionele vleeskwaliteit tussen het varken en zijn voorloper het everzwijn. Deze waarneembare verschillen zijn mede tot stand gekomen doordat varkens andere voeding krijgen, alsook een andere huisvesting en levenswijze kennen. In deze literatuurstudie zullen vooral de twee commercieel belangrijkste spieren, namelijk de m. semimembranosus en de m. longissimus dorsi, besproken worden. Indien een bepaalde spiergroep significant verschillend is van één deze twee spieren zal dit vermeld worden. Voor de karkaskwaliteit, wordt de bespierdheid en de magerheid van het karkas besproken. De sensorische en nutritionele kwaliteit van het vlees worden van naderbij bekeken om de vleeskwaliteit te kunnen beoordelen. Tot slot, zal de parasitaire Trichinella besmetting van everzijnvlees besproken worden. 2

8 1. KARKASKWALITEIT 1.1. BESPIERDHEID Als we de lichaamsbouw van een everzwijn vergelijken met het gedomesticeerd varken, valt op dat everzwijnen een veel grotere voorhand hebben en een veel kleinere achterhand (zie figuur 1). Enerzijds, valt dit verschil in conformatie te verklaren doordat bij het varken actief geselecteerd werd naar de betere ontwikkeling van de commercieel edele spieren van vooral rug, lenden en ham. Anderzijds speelt ook de levensstijl van het everzwijn een rol. Het dier leeft in het wild, en moet continu opzoek gaan naar voedsel en alert blijven voor mogelijke predatoren (Skewes et al., 2013). Het is als het ware een echte atleet waarbij de gewichtsproportie van het hart t.o.v. het totale lichaamsgewicht hoger ligt dan bij het gedomesticeerde varken (Razmaite et al., 2009; Sales en Kotrba, 2013). Wat trouwens ook wordt gezien bij andere inwendige organen, zoals longen, lever, maag en darmen (zie tabel 1). De huid is het orgaan met de grootste gewichtsproportie t.o.v. het totale lichaamsgewicht bij het everzwijn. Hun huid is veel harder en dikker, en is bedekt met borstelharen (Skewes et al., 2008). De verschillende gewichtsproporties van organen in vergelijking met het varken, kunnen verklaren waarom het slachtrendement (percentage slachtgewicht t.o.v. levend gewicht) bij everzwijnen lager ligt dan bij gedomesticeerde varkens. Hun karkas weegt al minder dan van een varken dat even oud is, en dan wordt nog eens een groter deel van dat karkasgewicht ingenomen door interne organen en huid. Tabel 1. Karkas en vleeskarakteristieken van everzwijnen en Pietrain varkens met een leeftijd van 210 dagen. (uit Sales en Kotrba, 2013) KARAKTERISTIEKEN EVERZWIJN PIETRAIN Lichaamsgewicht (kg) 48,38 ± 4,97 117,07 ± 1,74 Karkas Warm karkasgewicht (kg) 37,49 ± 4,24 99,04 ± 1,49 Koud karkasgewicht (kg) 35,37 ± 4,23 97,62 ± 1,49 Slachtrendement (%) 76,63 ± 0,90 84,57 ± 0,32 Lever (%) 2,43 ± 0,07 1,32 ± 0,03 Hart (%) 0,42 ± 0,01 0,28 ± 0,01 Kop (%) 5,68 ± 0,18 4,20 ± 0,07 Karkaslengte (cm) 71,24 ± 1,90 94,46 ± 0,67 Buikstuk vlees (kg) 3,98 ± 0,38 12,67 ± 0,14 extern vet (kg) 1,10 ± 0,22 1,87 ± 0,08 3

9 KARAKTERISTIEKEN EVERZWIJN PIETRAIN Vlees Schouder vlees (kg) 2,00 ± 0,20 5,69 ± 0,07 extern vet (kg) 0,54 ± 0,10 1,06 ± 0,03 Rugvet diepte (mm) 22,07 ± 1,99 24,20 ± 0,70 Oppervlakte magere lendendoorsnede 18,80 ± 1,60 57,64 ± 0,70 (cm 2 ) Buikvet (kg) 0,40 ± 0,12 0,59 ± 0,04 Magere deelstukken (%) 49,52 ± 1,22 59,49 ± 0,43 Vette deelstukken (%) 16,23 ± 1,07 11,25 ± 0,38 M. longissimus dorsi ph 45 6,12 ± 0,12 5,27 ± 0,05 ph 24 5,45 ± 0,03 5,47 ± 0,01 elektrische geleidbaarheid 2,86 ± 0,85 10,63 ± 0,30 (ms/cm) Kleur (%) 81,71 ± 2,89 59,17 ± 1,01 M. semimembranosus ph45 6,14 ± 0,11 5,45 ± 0,04 ph24 5,58 ± 0,04 5,55 ± 0,00 elektrische geleidbaarheid 4,22 ± 0,69 9,75 ± 0,24 (ms/cm) Pure everzwijnen alsook kruisingen met het gedomesticeerd varken vertonen een tragere groeisnelheid, waardoor ze op dezelfde leeftijd een lager karkasgewicht hebben in vergelijking met het gedomesticeerde varken (zie tabel 1). Het genoom van everzwijnen, die van nature een kleiner lichaamsvolume hebben, speelt hier natuurlijk een rol in. Maar men vermoedt dat het continu in het wild leven van everzwijnen, en de hiermee gepaard gaande stress, ook een invloed heeft op het groeivermogen. Hogere cortisolgehaltes bij everzwijnen zouden immers zorgen voor een daling van de concentratie aan anabole hormonen zoals testosteron, alsook voor een stijging van katabole processen (spierafbraak) (Skewes et al., 2008). Ook heeft cortisol een invloed op de spiergroei door verlaging van de eiwitsynthese in spieren. Tijdens periodes van honger zal hun lichaam eerder overschakelen naar andere energiebronnen dan glucose of vet, en met name aminozuren aanspreken om de spieren van energie te voorzien. Bij de kruisingen ziet men ook een verkorting van het karkas dankzij het genoom van het everzwijn, maar de dikte van het rugvet en de longissimus regio (de rug) neemt wel toe (zie tabel 1) (Sales en Kotbra, 2013). Het gewichtspercentage van de m. longissimus thoracis en de m. pectoralis profundus ten opzichte van het karkasgewicht ligt hoger bij het everzwijn dan bij het varken, ondanks het feit dat het absoluut gewicht van deze spieren veel lager is dan bij het varken. Dit alles kan verklaard worden door de zwaardere voorhand bij everzwijnen (zie figuur 1) (Oshima et al., 2009). 4

10 Men veronderstelt door het feit dat everzwijnen een hoger gewichtspercentage van spieren hebben t.o.v. het lichaamsgewicht, dat kruisingen meer mager vlees kunnen produceren dan de rasechte varkens (Oshima et al., 2009). Figuur 1. Verschil in lichaamsbouw tussen het everzwijn en het gedomesticeerd varken (uit Van everzwijn tot vleesvarken) 1.2. MAGERHEID De consument verwacht van vlees in het algemeen dat het zo weinig mogelijk vet bevat. In vergelijking met het gedomesticeerd varken bevat het everzwijn een groter gehalte aan karkasvet (zie tabel 1) (Sales en Kotrba, 2013). Dus bij kruisingen ziet men dan ook dat het vetgehalte in de waardevolle snedes ham en lendenen hoger ligt dan bij rasechte varkens, terwijl er minder intramusculair vet aanwezig is. Karkasgewicht heeft een invloed op de hoeveelheid intramusculair vet in de m.longissimus dorsi, wat zich uit in een toename van intramusculair vet bij een gewichtstoename (Sales en Kotrba, 2013). We zien bij het everzwijn dat het gewicht geen effect heeft op de proportie van totaal aantal verzadigde vetzuren en totaal aantal poly onverzadigde vetzuren (PUFA). Er is wel een invloed op de hoeveelheid individuele mono onverzadigde vetzuren (MUFA) in intramusculair vet, zodat een gewichtstoename zorgt voor een stijging van oliezuur (C18:1 n-9) en een daling van heptadeceenzuur (C 17 H 32 O 2 ). Een toename in gewicht zorgt ook voor een daling van sommige individuele poly onverzadigde vetzuren 5

11 zoals linoleenzuur (C18:2 n-6), arachidonzuur (C20:4 n-6) en docosapentaeenzuur (C22:5 n-3 of n-6) in intramusculair vet, en een daling in de hoeveelheid docosadieenzuur (C 22 H 40 O 2 ) in subcutaan vet (Razmaite et al., 2012; Sales en Kotrba, 2013). Er is een geslachtsdimorfisme wat betreft de vetzuursamenstelling voor zowel subcutaan als intramusculair vet. Zo zal het het mannelijk everzwijn (keiler), die zwaarder gebouwd is, een hoger gehalte aan verzadigde vetzuren bevatten, waarbij dit vooral wordt gezien in het subcutaan vet (Razmaite et al., 2012). De verschillende individuele vetzuren worden verder besproken bij het puntje aard van het vet. 2. VLEESKWALITEIT Het verschil tussen everzwijn en varkensvlees zien we in de chemische compositie (vocht, vet, eiwit, as) en ph-waarden. Maar er is ook een verschil in de vetzuursamenstelling, cholesterolgehalte en vleeskleur. Bij kruisingen gaat het genoom van het everzwijn de vleeskwaliteit sterk/significant beïnvloeden, en dan vooral het vet en cholesterolgehalte (Skewes et al., 2014). De kenmerken om de vleeskwaliteit te beoordelen die hier besproken worden, zijn: de sensorische kwaliteit, waaronder smaak, kleur, malsheid, ph en sappigheid, en de nutritionele kwaliteit, zoals het vetgehalte en de aard van het vet SENSORISCHE KWALITEIT SMAAK De hoeveelheid en het type vet bepaalt in belangrijke mate de smaak van vlees in het algemeen. De meeste smaakstoffen zijn namelijk vet oplosbaar. Daarnaast heeft het vet ook een invloed op de malsheid van het vlees. Omdat de consument mager en mals kwaliteitsvlees verkiest, wordt het vet dat zich op het karkas bevindt grotendeels verwijderd. Hierdoor is vooral de hoeveelheid intramusculair vet (wat zich tussen de spiervezels bevindt) sterk bepalend voor de smaak van het vlees. In vergelijking met gedomesticeerde varkens heeft het everzwijn minder intramusculair vet, wat ook aannemelijk is want wild bezit van nature mager vlees (Żmijewski en Korzeniowski, 2001). Het gehalte aan intramusculair vet zal gaan toenemen als het karkasgewicht toeneemt, wat reeds werd vermeld (Sales en Kotrba, 2013). De consument verkiest everzwijnvlees voor zowel zijn intense, zoete en aromatische smaak, alsook voor zijn hoge nutritionele kwaliteit wat later besproken wordt (Guzek et al., 2013). Net zoals bij het varken, is er ook bij de mannelijke everzwijnen het probleem van berengeur (onaangename urine en faeces geur) tijdens het bakken van het vlees. Uit een studie is wel gebleken dat er bijna geen klachten waren bij de consument omwille van berengeur (Fischer en Wüst, 6

12 2012). Ondanks het feit dat geen enkel everzwijn gecastreerd was, en dat 40% ouder was dan 10 maand en dus seksueel rijp waren. De belangrijkste componenten die berengeur veroorzaken zijn androstenone en skatol. Minder belangrijke zijn indol en 3-alfa en 3-beta androstenol. De mannelijke feromonen androstenone en 3-alfa en 3-beta androstenol komen voornamelijk in rugvet voor onder zeer hoge concentratie. Deze laatste twee componenten zijn nadrukkelijk aanwezig, omdat zij ontstaan door de enzymatische reductie van androstenone in de testis. Androstenone, dat wordt gesynthetiseerd in de testes bij seksueel rijpe mannetjes, stapelt zich op in het vetweefsel omwille van zijn lipofiel karakter. Het zorgt voor een urine-achtige en zweterige geur tijdens het bakken van het vlees. Everzwijnen zijn seizoensgebonden kwekers, namelijk tussen de late herfst en vroege winter. Bij afname van de daglengte stelt men een 10 maal verhoogde concentratie aan testosteron en androstenone vast in het seminaal plasma (Fischer en Wüst, 2012). Met als logisch gevolg dat mannelijke everzwijnen meer vatbaar zijn voor berengeur als ze worden geschoten tijdens het dekseizoen. De hoogste piek aan androstenone situeert zich dan ook eind december door de continue productie en afzetting van androstenone in het rugvet. Nog een reden voor verhoogde kans op berengeur tijdens het dekseizoen is dat mannelijke everzwijnen gedurende zes weken tijdens het dekseizoen niet veel eten, waardoor de vetreserves dalen en dus de verhouding tussen androstenone en het overblijvende vet stijgt (Fischer en Wüst, 2012). Ook zag men een hogere feromoonconcentratie bij oudere everzwijnen met een leeftijd van 15 jaar, dan bij jongere everzwijnen van 16 maand oud (Fischer en Wüst, 2012). Skatol wordt gevormd door de microbiële afbraak van tryptofaan in de darmen (colon), en wordt maar gedeeltelijk opgenomen door de intestinale mucosa. Daarna ondergaat een deel metabolisatie in de lever, en gaat niet gemetaboliseerd skatol zich opstapelen in het vetweefsel waar het zorgt voor een faeces-achtige geur tijdens het bakken. Skatol komt in zeer lage concentratie voor, en bij 50% van de mannelijke everzwijnen komt het zelfs niet voor. Terwijl skatol bij gedomesticeerde varkens een zeer belangrijke rol speelt in het ontstaan van berengeur. Redenen voor deze lage concentratie aan skatol zijn: verschillen in dieet, vertering, fysiologie, huisvesting en genetische samenstelling. Indol, die ook ontstaat door microbiële degradatie van tryptofaan in het colon, komt daarentegen bij elk mannelijk everzwijn voor maar ook in een lage concentratie. Tryptofaan kan afkomstig zijn uit proteïnes in het voeder, of het kan ontstaan door microbiële afbraak van de intestinale mucosa. Een dieet rijk aan vezels stimuleert het fermentatief proces wat leidt tot een verkorte transittijd in de darmen, en dus minder tijd voor microbiële afbraak van tryptofaan en opname van skatol en indol. Het dieet van het everzwijn is afhankelijk van het seizoen, maar bestaat onder andere uit vezelrijke eikels, beukennootjes en granen. Dit is dus een eerste reden waarom er minder afzetting is van skatol en indol in het rugvet. Een dieet rijk aan carbohydraten (en dan vooral non-starch polysaccharides (NSP)) stimuleert de vorming van korte vetzuurketens in het colon, waarbij vooral butyraat zorgt voor een inhibitie van de mucosale apoptosis en een vermindering van de aanwezigheid aan tryptofaan. Voorbeelden van NSP zijn cellulose en pectines, en zij vormen de hoofdcomponent van de vezels in eikels, beukennootjes en granen. De verhoogde synthese van korte vetzuurketens doet ook de ph in het colon dalen, waardoor een ongeschikte omgeving wordt gevormd voor de skatol vormende bacteriën. Kortom, het dieet van everzwijnen is dus eigenlijk ideaal om de vorming en afzetting van 7

13 skatol en indol te vermijden (Fischer en Wüst, 2012). Ook zou het everzwijn een intestinaal oppervlak hebben dat 27% kleiner is dan het gedomesticeerde varken (Fischer en Wüst, 2012). Een variatie in het genoom die instaat voor de vorming van enzymen voor de metabolisatie in de lever zou ook een reden kunnen zijn voor het minder voorkomen van berengeur, maar dit is niet bewezen bij het everzwijn. Wat ook een hypothese zou kunnen zijn, is dat skatol kan geabsorbeerd worden door het lichaam via de faecale contaminatie van de huid bij varkens. Dit zou te wijten zijn aan de hoge bezettingsgraad of vuile hokken. Terwijl everzwijnen in een grotendeels faeces vrije omgeving leven en hun haarkleed proper houden. Uit een studie is gebleken dat androstenone en skatol een synergistisch effect hebben (Annor- Frempong, 1997; Xue & Dial,1997). De onaangename geur die geassocieerd wordt met androstenone, zou als erger ervaren worden in aanwezigheid van hoge concentraties skatol. Is skatol nauwelijks aanwezig dan is de geur minder sterk, ook al is er een hoge concentratie aan androstenone. Natuurlijk spelen verschillen in smaakappreciatie en bereidingsmethode ook een rol KLEUR Everzwijnvlees heeft, net zoals al het wild, een meer donker rode kleur (zie tabel 1). Dit is te wijten aan de hogere concentratie aan myoglobine als gevolg van de intense fysieke activiteit van everzwijnen (Marchiori en de Felicio, 2003; Skewes et al., 2014). Het verschil in vleeskleur met gedomesticeerde varkens kan ook gedeeltelijk toegeschreven worden aan een tragere ph-daling en een snellere temperatuurdaling van everzwijnvlees (Marchiori en Felicio, 2003). In de m. semimembranosus en m. longissimus dorsi is er een link tussen de vezel CSA en het gehalte aan roodheid, wat er op zou kunnen wijzen dat er een relatie is tussen de grootte van de spiervezels en de vleeskleur dat bewezen werd bij het varken (Ryu en Kim, 2005). De grotere spiervezel CSA zou de meer intense kleur van everzwijnvlees verklaren. De m. longissimus dorsi is wel wat bleker van kleur dan de m. semimembranous dankzij het groter aantal witte spiervezels. Die laatste is dan weer roder van kleur door de verhoogde hoeveelheid aan oxidatieve spiervezels die meer myoglobine bevatten (Ruusunen en Puolanne, 2004) MALSHEID Voor de consument is malsheid één van de meest belangrijke kwaliteitseigenschappen van vlees. Wild is van nature al wat taaier, en door de mindere aanwezigheid van intramusculair vet kan everzwijnvlees taai worden tijdens het koken. Om de malsheid te verbeteren wordt er aan massage gedaan van het rauw everzwijnvlees, wat de vezel CSA en de dikte van het endomysium verlaagt. Ook wordt de hardheid verminderd en de elasticiteit van het vlees verhoogd (Żochowska-Kujawska et al., 2007). Spieren met een grotere hoeveelheid intramusculair vet of met een fijnere structuur zijn meer gevoelig aan massage. De grootste veranderingen ziet men bij de m. longissimus dorsi, en de minste bij de m. biceps femoris. Ook spieren van oudere everzwijnen zijn minder gevoelig aan massage (Sales en Kotrba, 2013). 8

14 Men kan het vlees ook 7 dagen laten rijpen in een vacuum verpakking bij een temperatuur van 4 C. Hierbij is er ook afname van de CSA en de dikte van endomysium en perimysium, alsook een verhoging van de malsheid, sappigheid en de algemene aantrekkelijkheid van het vlees. De m. semimembranosus is gevoeliger aan rijping in vergelijking met de m. biceps femoris (Sales en Kotrba, 2013). Er bestaan 3 soorten spiervezeltypes: oxidatieve (I), oxidatieve glycolytische (IIA) en glycolytische (IIB). De oxidatieve spiervezels, ook wel rode spiervezels genaamd, hebben zuurstof nodig om energie te leveren. Terwijl de glycolytische spiervezels, of witte spiervezels, sneller samentrekken en een zuurstof onafhankelijke bron aan ATP bezitten. Everzwijnvlees bevat een hoger gehalte aan type I en IIA spiervezels, en minder IIB spiervezels in vergelijking met varkensvlees (Ruusunen en Puolanne, 2004; Oshima et al., 2009). De grotere proportie aan oxidatieve spiervezels zou kunnen verklaard worden door het feit dat everzwijnen in het wild continu op zoek moeten gaan naar voedsel en waakzaam moeten blijven voor mogelijke predatoren. Doordat sommige spieren continu moeten werken, hebben ze een grotere zuurstofcapaciteit nodig (Oshima et al., 2009). Men ziet ook bij varkens die worden gehuisvest met buitenloop, dat het percentage aan type I spiervezels toeneemt bij de m. semimembranosus en m. longissimus dorsi in vergelijking met varkens die op stal worden gehuisvest. Niet alleen fysieke inspanningen spelen een rol, maar men ziet ook bij mature everzwijnen dat er een hoger gehalte is aan type I en IIB vezels vergeleken met jonge everzwijnen (Ruusunen en Puolanne, 2004; Oshima et al., 2009). Een grotere hoeveelheid aan type IIB vezels zorgt voor een slechte capillarisatie in het spierweefsel, wat de vleeskwaliteit doet verminderen door gebrekkige zuurstoftoevoer en eliminatie van afvalstoffen. Daarentegen zorgt hypertrofie van de type IIB spiervezels wel voor een snelle toename van de spiermassa (Oshima et al., 2009). De m. longissimus dorsi bevat minder type IIA spiervezels en meer IIB spiervezels in vergelijking met de m. semimembranosus. Bij het everzwijn zijn er meer type I en IIA spiervezels aanwezig met een grote CSA (Żochowska- Kujawska et al., 2012). Dus de spieren van everzwijnen hebben grotere spiervezels in vergelijking met het gedomesticeerde varken die hetzelfde lichaamsgewicht heeft. Een uitzondering hierop zijn de spieren m. semimembranosus en m. longissimus dorsi, waarbij de gemiddelde CSA 25% kleiner is (Ruusunen en Puolanne, 2004). Het aantal spiervezels ligt bij de geboorte vast. Daarna kan enkel nog de lengte en de CSA van de spiervezels toenemen. Men ziet als het karkasgewicht toeneemt, dat ook de CSA van de spiervezels toeneemt. Het verschil tussen de CSA van de verschillende spiervezeltypes is kleiner bij het everzwijn dan bij het gedomesticeerde varken. Bij die laatste is de CSA van de type IIB vezels groter dan van de type I en IIA vezels. Er is een grotere hoeveelheid intramusculair collageen aanwezig in everzwijnvlees, die een beter ontwikkelde architectuur vormt van het perimysium in vergelijking met varkensvlees (Oshima et al., 2009). Ook hier, als het karkasgewicht toeneemt gaat ook de hoeveelheid aan structurele componenten toenemen. De witte spiervezels bevatten een lager gehalte aan intramusculair collageen dan de rode spiervezels. Dit verklaart waarom everzwijnvlees, met een hoog aantal aan type I spiervezels, een hogere hardheid heeft dankzij een dikker endomysium. 9

15 De hardheid van everzwijnvlees zal toenemen als er een toename is van de CSA van de spiervezels, van de dikte van het endomysium en van het percentage aan rode spiervezels. Dit alles wordt gezien bij oudere everzwijnen, terwijl de spieren van de jonge dieren meer elastisch zijn. Ook zijn de commercieel belangrijkste spieren, m. semimembranosus en m. longissimus dorsi, meer elastisch in vergelijking met de m. biceps femoris ph EN VOCHTHOUDEND VERMOGEN Bij evenzwijnen gebeurt de ph-daling post mortem in de m. longissimus dorsi gradueel, terwijl dit bij het varken sneller en uitgebreider gebeurt (zie tabel 1) (Marchiori en Felicio, 2003). Men ziet bij de m. semimembranosus van het everzwijn een daling van de ph van 7,2 naar 5,8 tussen de 30 minuten en 6 uren post mortem, terwijl er bij het varken een ph-daling is naar 5,4-5,8 binnen het uur post mortem. Bij de m. longissimus dorsi van het everzwijn ziet men zelfs een kleine stijging van de ph (van 5,4 24h post mortem naar 5,7 288h post mortem), wanneer men het karkas samen met de huid laat rijpen bij een temperatuur van 4-6 C. Een hogere concentratie aan oxidatieve spiervezels vermindert de vatbaarheid voor snelle glycolyse post mortem, en dus minder kans op het ontstaan van PSE (Pale, Soft, Exudative) vlees (Sales en Kotrba, 2013). Adrenaline die vrijkomt tijdens stresstoestanden zorgt voor een versnelde afbraak van de glycogeenreserves, waardoor de ph in het vlees zeer snel daalt door de vorming van melkzuur. Hierdoor krijgt het vlees een slecht waterbindend vermogen, en wordt het vlees taai. Dankzij de grotere hoeveelheid aan type I vezels en de lagere hoeveelheid aan type IIB vezels zijn everzwijnen resistenter tegen stress. Trouwens de rode type I spiervezels gaan aëroob energie (ATP) produceren waardoor ze weinig glycogeen bevatten, maar wel veel intramusculaire triglyceriden. De witte type IIB spiervezels daarentegen produceren anaëroob energie (ATP), en bevatten dus veel glycogeen. Deze spiervezels zijn dus gevoelig voor het ontstaan van PSE-vlees. Uit een studie is gebleken dat als men jaagt zonder gebruik te maken van honden, de ante-mortem stress vermindert en dus de vleeskwaliteit beter is (Cifuni et al., 2014). Everzwijnvlees bevat een lagere hoeveelheid vrij water, maar heeft wel hetzelfde waterbindend vermogen als varkensvlees. Vrouwelijke everzwijnen hebben daarentegen wel een lager spiervochtverlies van de m. longissimus dorsi tijdens de drip loss test in vergelijking met varkens. Die lage waarden voor spiervochtverlies worden gelinkt aan de tragere en minder uitgebreide ph daling, alsook aan de snelle temperatuurdaling post mortem (Marchiori en Felicio, 2003). 10

16 2.2. NUTRITIONELE KWALITEIT VETGEHALTE Wild is van nature mager vlees, waardoor everzwijnvlees minder intramusculair vet bevat (Żochowska-Kujawska et al., 2012). Het cholesterolgehalte voor alle spiergroepen is ongeveer hetzelfde voor everzwijn en varken, met uitzondering voor de m. semimembranosus en de m. longissimus dorsi die een lager gehalte bezitten (Quaresma et al., 2011). De ratio poly-onverzadigde vetzuren / verzadigde vetzuren (P/S-ratio) van het intramusculair vet is bij het everzwijn drie tot vier maal hoger dan de nutritionele aanbeveling (zie tabel 2 en 3). Uit een bepaalde studie is wel gebleken, dat enkel de m. semimembranosus voldoet aan de P/S-ratio die wordt beoogd om het risico op coronaire ziekten bij de mens te voorkomen (Quaresma et al., 2011). Het subcutaan vet zit onder het aanbevolen minimum voor humaan dieet (zie tabel 4). Het gewicht, geslacht en de periode van jagen beïnvloedt de vetzuursamenstelling in zowel intramusculair vet als subcutaan vet. Dit zal verder besproken worden als het gaat over de samenstelling van het vet. Men ziet bijvoorbeeld dat mannelijke everzwijnen meer verzadigde vetzuren bevatten in intramusculair en subcutaan vet dan vrouwelijke (Razmaite et al., 2012). Door een verschillend dieet in vergelijking met gedomesticeerde varkens bevat everzwijnvlees meer onverzadigde, en dan voornamelijk poly-onverzadigde, vetzuren (Sales en Kotrba, 2013). Ondanks dat onverzadigde vetzuren gezond zijn, hebben ze wel als nadeel dat ze sneller ranzig worden. Hierdoor is er dus meer kans op vetoxidatie, en zal het everzwijnvlees dus minder lang houdbaar zijn. Everzwijnvlees bevat een hoger gehalte aan omega 3 en omega 6 vetzuren, en heeft de beste omega 6/omega 3 ratio vergeleken met varkensvlees (zie tabel 2 en 3). De ratio s variëren tussen de 6,9 en 17, wat ver boven de aanbevolen ratio van 4 zit. Subcutaan vet bevat nog een hogere omega 6 / omega 3 ratio dan intramusculair vet (Sales en Kotrba, 2013). Tabel 2. Vetzuursamenstelling (percentage t.o.v. totale hoeveelheid vetzuren) in de m. semimembranosus van verschillende genetische groepen: wild everzwijn (2n = 36), kruising everzwijn x gedomesticeerd varken (2n = 37) en gedomesticeerd varken (2n = 38) (uit Skewes et al., 2009) VETZUUR KARYOTYPE 2n = 36 2n = 37 2n = 38 C14:0 0,94 ± 0,61 1,18 ± 0,34 1,39 ± 0,06 C16:0 20,87 ± 2,74 23,02 ± 1,92 23,78 ± 0,88 C16:1 3,06 ± 1,59 3,81 ± 1,19 4,10 ± 0,55 C18:0 9,59 ± 1,56 15,12 ± 5,78 16,85 ± 8,93 C18:1 n 9 32,21 ± 17,93 40,08 ± 9,05 42,64 ± 8,58 C18:1 n 7 3,76 ± 1,15 2,67 ± 0,43 2,58 ± 0,63 11

17 VETZUUR KARYOTYPE 2n = 36 2n = 37 2n = 38 C18:2 n 6 13,96 ± 10,05 8,98 ± 7,02 6,25 ± 1,01 C18:3 n 3 1,68 ± 1,95 0,47 ± 0,14 0,45 ± 0,08 C20:0 1,79 ± 1,91 0,96 ± 0,34 1,03 ± 0,20 C20:4 n 6 4,62 ± 5,38 1,76 ± 2,65 0,45 ± 0,25 C20:5 n 3 3,77 ± 4,66 0,95 ± 2,01 0,08 ± 0,07 C22:4 n 6 0,98 ± 0,85 0,30 ± 0,41 0,10 ± 0,02 C22:5 n 3 1,17 ± 1,39 0,41 ± 0,49 0,15 ± 0,08 C22:6 n 3 1,61 ± 2,06 0,30 ± 0,50 0,06 ± 0,04 Verzadigde vetzuren (SFA)* 33,18 ± 2,70 40,27 ± 5,37 43,06 ± 9,68 Mono-onverzadigde vetzuren (MUFA) 39,02 ± 20,32 46,56 ± 9,85 49,31 ± 9,28 Poly-onverzadigde vetzuren (PUFA)** 27,80 ± 22,03 13,17 ± 13,06 7,53 ± 1,21 n 6 / n 3 ratio 9,21 ± 9,61 7,89 ± 2,73 9,43 ± 1,16 PUFA / SFA ratio 0,87 ± 0,73 0,36 ± 0,44 0,18 ± 0,05 * C14:0 + C16:0 + C18:0 + C20:0 ** C18:2 n 6 + C18:3 n 3 + C20:4 n 6 + C20:5 n 3 + C22:4 n 6 + C22:5 n 3 + C22:6 n 3 Tabel 3. Vetzuursamenstelling (percentage t.o.v. totale hoeveelheid vetzuren) in de m. longissimus dorsi van verschillende genetische groepen: wild everzwijn (2n = 36), kruising everzwijn x gedomesticeerd varken (2n = 37) en gedomesticeerd varken (2n = 38) (uit Skewes et al., 2009) VETZUUR KARYOTYPE 2n = 36 2n = 37 2n = 38 C14:0 1,37 ± 0,10 1,42 ± 0,07 1,33 ± 0,42 C16:0 24,45 ± 1,50 24,51 ± 0,55 24,18 ± 2,93 C16:1 3,93 ± 0,60 4,32 ± 0,48 3,79 ± 1,05 C18:0 12,98 ± 5,26 15,41 ± 8,60 10,12 ± 1,32 C18:1 n 9 43,35 ± 4,81 43,35 ± 7,59 43,02 ± 10,40 C18:1 n 7 3,47 ± 1,16 3,81 ± 1,29 3,85 ± 0,57 C18:2 n 6 7,13 ± 1,88 4,95 ± 1,04 8,50 ± 7,88 C18:3 n 3 0,46 ± 0,08 0,35 ± 0,10 0,48 ± 0,26 C20:0 0,84 ± 0,09 0,99 ± 0,20 0,79 ± 0,26 C20:4 n 6 0,79 ± 0,99 0,42 ± 0,12 2,00 ± 3,36 C20:5 n 3 0,35 ± 0,60 0,08 ± 0,10 0,61 ± 1,07 C22:4 n 6 0,20 ± 0,17 0,10 ± 0,03 0,24 ± 0,36 C22:5 n 3 0,41 ± 0,42 0,13 ± 0,07 0,68 ± 1,01 C22:6 n 3 0,28 ± 0,24 0,15 ± 0,14 0,41 ± 0,57 Verzadigde vetzuren (SFA)* 39,64 ± 6,63 42,33 ± 8,72 36,42 ± 3,91 Mono-onverzadigde vetzuren (MUFA) 50,75 ± 5,63 51,49 ± 9,06 50,66 ± 11,29 Poly-onverzadigde vetzuren (PUFA)** 9,62 ± 3,29 6,18 ± 1,19 12,69 ± 13,57 n 6 / n 3 ratio 6,85 ± 3,28 8,10 ± 2,18 6,87 ± 3,31 PUFA / SFA ratio 0,25 ± 0,12 0,15 ± 0,04 0,38 ± 0,46 * C14:0 + C16:0 + C18:0 + C20:0 ** C18:2 n 6 + C18:3 n 3 + C20:4 n 6 + C20:5 n 3 + C22:4 n 6 + C22:5 n 3 + C22:6 n 3 12

18 Tabel 4. Vetzuursamenstelling (percentage t.o.v. totale hoeveelheid vetzuren) in het subcutaan vetweefsel van verschillende genetische groepen: wild everzwijn (2n = 36), kruising everzwijn x gedomesticeerd varken (2n = 37) en gedomesticeerd varken (2n = 38) (uit Skewes et al., 2009) VETZUUR KARYOTYPE 2n = 36 2n = 37 2n = 38 C14:0 1,29 ± 0,25 1,19 ± 0,08 1,28 ± 0,14 C16:0 25,99 ± 2,07 24,10 ± 0,57 24,78 ± 2,11 C16:1 2,19 ± 0,24 1,91 ± 0,19 2,11 ± 0,41 C17:0 0,32 ± 0,03 0,32 ± 0,09 0,29 ± 0,05 C18:0 16,39 ± 4,14 14,27 ± 0,64 17,87 ± 6,50 C18:1 n 9 41,37 ± 3,29 44,80 ± 1,68 41,36 ± 5,31 C18:1 n 7 0,45 ± 0,98 0,79 ± 1,21 0,10 ± 0,02 C18:2 n 6 9,34 ± 1,28 9,25 ± 0,80 9,05 ± 0,47 C18:3 n 3 0,67 ± 0,06 0,75 ± 0,11 0,69 ± 0,05 C20:0 1,10 ± 0,09 1,49 ± 0,33 1,18 ± 0,25 C20:4 n 6 0,69 ± 0,39 0,62 ± 0,10 0,54 ± 0,11 C20:5 n 3 0,16 ± 0,02 0,21 ± 0,05 0,16 ± 0,03 C22:4 n 6 0,07 ± 0,02 0,21 ± 0,30 0,08 ± 0,02 C22:5 n 3 0,07 ± 0,02 0,08 ± 0,03 0,15 ± 0,24 C22:6 n 3 0,04 ± 0,05 0,09 ± 0,09 0,02 ± 0,01 Verzadigde vetzuren (SFA)* 45,08 ± 3,56 41,37 ± 0,63 45,39 ± 5,42 Mono-onverzadigde vetzuren (MUFA) 44,01 ± 3,26 47,50 ± 1,01 43,57 ± 5,58 Poly-onverzadigde vetzuren (PUFA)** 11,05 ± 1,48 11,21 ± 0,90 10,70 ± 0,37 n 6 / n 3 ratio 10,68 ± 1,60 9,21 ± 1,51 9,79 ± 1,89 PUFA / SFA ratio 0,25 ± 0,05 0,27 ± 0,02 0,24 ± 0,03 * C14:0 + C16:0 + C18:0 + C20:0 ** C18:2 n 6 + C18:3 n 3 + C20:4 n 6 + C20:5 n 3 + C22:4 n 6 + C22:5 n 3 + C22:6 n DE AARD VAN HET VET De vetzuursamenstelling van het intramusculair en het subcutaan vet wordt beïnvloed door het lichaamsgewicht, geslacht, dieet en periode van jagen. Het effect van gewicht en geslacht is weliswaar groter in subcutaan vet (Razmaite et al.,2012). Het lichaamsgewicht beïnvloedt voornamelijk het gehalte van enkele individuele vetzuren, zoals margarinezuur of heptadecaanzuur (C17:0), docosapentaeenzuur (C22:5 n-3 of n-6), linoleenzuur (C18:2 n-6), en arachidonzuur (C20:4 n-6) die in hoeveelheid dalen als het lichaamsgewicht toeneemt. Men kwam tot de vaststelling dat de n-6/n-3 ratio in subcutaan vetweefsel bij mannelijke everzwijnen lager is dan bij vrouwelijke (zie tabel 5). Ook vond men in het subcutaan rugvet dat het gehalte aan myristinezuur (C14:0), palmitinezuur (C16:0) en stearinezuur (C18:0) hoger was bij mannelijke everzwijnen, terwijl er minder aanwezig was van het poly-onverzadigde hexadecadieenzuur (C16:2) (zie tabel 5) (Razmaite et al.,2012). De vetzuursamenstelling van vlees hangt ook af van het dieet (net zoals bij alle andere monogastrische dieren) (Sales en Kotrba, 2013). Zo vond men dat de voornaamste vetzuren in de m. psoas major, de vetzuren oliezuur (C18:1 n-9), linoleenzuur (C18:2 n-6), palmitinezuur (C16:0) en 13

19 stearinezuur (C18:0) waren. Dit kan verklaard worden doordat everzwijnen grote hoeveelheden eikels opnemen. Eikels zijn in overvloed aanwezig tijdens de herfst en de winter, en bevatten voornamelijk oliezuur (63,8%) maar ook linoleenzuur (16,1%) en palmitinezuur (14,6%). De hoeveelheden aan individuele vetzuren worden ook beïnvloed door de periode van jagen. Bijvoorbeeld het intramusculair vet van everzwijnen geschoten in de maand november bevat de hoogste gehaltes aan de langketige verzadigde vetzuren pentadecaanzuur (C15:0) en margarinezuur (C17:0), alsook de hoogste gehaltes aan de PUFA s eicosapentaeenzuur (C20:5 n-3), docosapentaeernzuur (C22:5 n-3 of n-6) en docosahexaeenzuur (C22:6 n-3). In het subcutaan vet zal de maand van jagen het gehalte van de verzadigde vetzuren palmitinezuur (C16:0) en stearinezuur (C18:0) beïnvloeden, alsook die van de MUFA s oliezuur (C18:1 n-9) en eicoseenzuur (C20:1 n-9). Aan de totale hoeveelheden verzadigde, mono en poly onverzadigde vetzuren verandert er niks, en blijven dus heel het jaar door constant. Net zoals de P/S ratio en de n-6/n-3 ratio (Razmaite et al.,2012). Everzwijnvlees bevat ook meer vitamine E vergeleken met varkensvlees (ook al kregen de varkens een hoog vitamine E dieet). De meest actieve component van vitamine E is α-tocoferol, de tweede is γ-tocoferol. De hoeveelheden van allebei de componenten wordt beïnvloed door de leeftijd, doordat er een verschil is in eetgewoontes en stofwisseling tussen volwassen en jonge everzwijnen. Volwassen everzwijnen bevatten meer tocoferolen dan jonge. Doordat vitamine E een antioxidant is, zal het hoog gehalte hiervan de houdbaarheid van everzwijnvlees verlengen. De tocoferolen zorgen er voor dat er minder oxidatie is van membraanvetten, en dus wordt ranzigheid onderdrukt. Ze zorgen er ook voor dat het everzwijnvlees trager zal gaan verkleuren door het myoglobine te beschermen tegen oxidatie (Quaresma et al., 2011). Tabel 5. Effect van het geslacht op de vetzuursamenstelling in intramusculair en subcutaan vet. (uit Razmaite et al., 2012) VETZUUR INTRAMUSCULAIR VET SUBCUTAAN VET Vrouwelijk Mannelijk Vrouwelijk Mannelijk C14:0 0,90 ± 0,06 0,99 ± 0,05 1,07 ± 0,06 1,24 ± 0,07 C15:0 0,62 ± 0,19 1,00 ± 0,17 0,02 ± 0,01 0,01 ± 0,01 C16:0 23,63 ± 0,51 25,00 ± 0,44 25,31 ± 0,56 26,70 ± 0,66 C16:1 n 7 3,01 ± 0,15 3,31 ± 0,13 2,38 ± 0,13 2,39 ± 0,15 C16:2 n 4 0,15 ± 0,04 0,16 ± 0,03 0,10 ± 0,01 0,09 ± 0,01 C17:0 0,42 ± 0,09 0,51 ± 0,08 0,32 ± 0,02 0,36 ± 0,02 C17:1 0,29 ± 0,04 0,31 ± 0,03 0,26 ± 0,01 0,27 ± 0,02 C18:0 10,62 ± 0,41 11,28 ± 0,36 13,20 ± 0,49 14,85 ± 0,58 C18:1 n 9 40,13 ± 1,10 39,29 ± 0,96 43,14 ± 0,98 41,73 ± 1,16 C18:2 n 6 13,04 ± 0,81 11,37 ± 0,71 11,16 ± 0,80 9,29 ± 0,95 C18:3 n 3 0,64 ± 0,13 0,46 ± 0,12 0,64 ± 0,04 0,71 ± 0,05 C20:0 0,09 ± 0,02 0,09 ± 0,02 0,23 ± 0,02 0,22 ± 0,03 C20:1 n 9 0,58 ± 0,04 0,53 ± 0,03 0,91 ± 0,03 0,91 ± 0,04 C20:2 n 6 0,36 ± 0,03 0,30 ± 0,02 0,49 ± 0,03 0,45 ± 0,04 C20:3 n 6 0,32 ± 0,04 0,33 ± 0,04 0,14 ± 0,01 0,12 ± 0,02 14

20 VETZUUR INTRAMUSCULAIR VET SUBCUTAAN VET Vrouwelijk Mannelijk Vrouwelijk Mannelijk C20:4 n 6 2,83 ± 0,34 2,86 ± 0,30 0,20 ± 0,01 0,21 ± 0,01 C20:5 n 3 0,38 ± 0,04 0,42 ± 0,04 0,09 ± 0,02 0,10 ± 0,02 C22:2 n 6 0,59 ± 0,20 0,78 ± 0,18 0,06 ± 0,01 0,09 ± 0,02 C22:4 n 6 0,24 ± 0,08 0,31 ± 0,07 0,08 ± 0,01 0,05 ± 0,02 C22:5 n 3 0,71 ± 0,09 0,83 ± 0,08 0,26 ± 0,03 0,23 ± 0,04 C22:6 n 3 0,20 ± 0,07 0,20 ± 0,06 0,01 ± 0,01 0,02 ± 0,01 SFA* 36,30 ± 0,92 38,88 ± 0,81 40,19 ± 1,01 43,40 ± 1,20 MUFA 44,26 ± 1,15 43,65 ± 1,00 46,69 ± 0,96 45,31 ± 1,14 PUFA 18,91 ± 1,35 17,39 ± 1,18 11,45 ± 0,74 11,35 ± 0,88 PUFA/SFA 0,53 ± 0,04 0,45 ± 0,04 0,27 ± 0,02 0,27 ± 0,03 n 6 / n 3 ratio 10,33 ± 0,96 9,01 ± 0,83 15,33 ± 1,59 11,37 ± 1, TRICHINELLA Trichinella is een parasiet die behoort tot de rondwormen (Nematoden), en die voorkomt in het spierweefsel van zoogdieren. De meest voorkomende soort is Trichinella spiralis, deze komt meestal voor bij varkens en veroorzaakt de ziekte Trichinellose. Trichinellose is een zeldzame zoönose die veroorzaakt wordt door het eten van rauw of onvoldoende verhit vlees dat larven bevat van Trichinella spiralis. De ziekte is niet van mens op mens overdraagbaar. Carnivoren (o.a. vossen, beren) en omnivoren (varkens, everzwijnen, ratten) kunnen als reservoirdier fungeren voor Trichinella species. Deze worm komt niet meer voor in België (dus geen endemische trichinellose meer), maar is wel endemisch aanwezig bij wilde everzwijnen in een aantal Zuid en Oost-Europese landen. Everzwijnvlees moet altijd getest worden op mogelijks aanwezige Trichinella larven in spierweefsel (zie figuur 2). Er wordt een spierbiopt genomen (meestal van het middenrif), dat daarna microscopisch wordt onderzocht (Gómez-Morales et al., 2014). De ingekapselde larven zijn enorm persistent, en kunnen meerdere jaren in het spierweefsel aanwezig zijn. Ze worden gedood bij een vriestemperatuur van -20 C en bij een temperatuur boven de 60 C gedurende 2 minuten. Daarom wordt aangeraden om het everzwijnvlees zeer goed te verhitten tot in de kern, en dus het vlees niet rosé te eten. De incubatieperiode bij besmetting van de mens is afhankelijk van de infectiedosis, en kan variëren van een enkele dag (bij hoge infectiedosis of bij ernstige beschadigingen van de darm) tot wel 45 dagen. Maar meestal treedt het ziektebeeld op tussen de 10 en 14 dagen na opname van besmet vlees, en dit bestaat uit: hoge koorts, eosinofilie, overvloedig zweten, spierpijn, moeheid, faciaal en vooral peri-orbitaal oedeem, encefalitis en myocarditis. Naast de symptomen (waar vooral eosinofilie de sleutel is tot de diagnose) en anamnese (eten van rauw everzwijnvlees), kan men de diagnose ook bevestigen via serologisch onderzoek (ELISA) en via een spierbiopt (Gottstein et al., 2009; Kim et al., 2011) De behandeling richt zich op het verminderen van het aantal volwassen wormen met behulp van anthelmintica, die slechts beperkt werken tegen de ingekapselde larven. De laatste besmetting in België dateert van 4 december 2014, waarbij 16 mensen besmet zijn geraakt door het eten van geïmporteerd everzwijnvlees op restaurant. Het vlees was afkomstig uit Spanje, en 15

21 daar moeten fouten gebeurd zijn bij de lokale keuringsinstanties. De Belgische importeur had namelijk attesten gekregen die verklaren dat de filets van everzwijn veilig waren. Alle patiënten vertoonden koorts en nachtelijk zweten. Andere symptomen waren peri-orbitaal oedeem, fotofobie, milde tot veralgemeende spierpijn en conjunctivitis. Slechts een minderheid van de patiënten vertoonde abdominale klachten en diarree. Ernstige complicaties kwamen voor bij twee patiënten, waarbij één patiënte een pericarditis vertoonde en de andere maakte een encefalitis door met neurologische restverschijnselen zoals coördinatiestoornissen, problemen met de fijne motoriek en tremor van de handen. Deze laatste patiënt verbleef in januari 2015 nog altijd in een revalidatiecentrum. figuur 2. Ingekapselde Trichinella larven in spierweefsel 16

22 BESPREKING Men kan besluiten dat de nutritionele kwaliteit (P/S-ratio en n-6/n-3 ratio) van everzwijnvlees beter is dan dat van varkensvlees, maar dat het vlees wel minder mals is. Ook zal het sneller ranzig worden, wat gedeeltelijk wordt gecompenseerd door een hoger concentratie aan de antioxidant vitamine E. Een kenmerkende wildsmaak wordt waargenomen, iets wat niet bij iedereen wordt geapprecieerd. Daarnaast zijn er nauwelijks problemen met berengeur bij het vlees van mannelijke everzwijnen. Het karkas van een everzwijn is compacter (kleiner) en korter, en is vooraan zwaarder gebouwd dan achteraan in vergelijking met dat van het gedomesticeerde varken. Ook zijn de commercieel belangrijkste spieren minder goed ontwikkeld, waardoor men uit één karkas minder consumeerbaar vlees kan halen. Al deze tegenstrijdigheden met het gedomesticeerde varken zijn te wijten aan verschillen in dieet, groeisnelheid(gewicht), leefomstandigheden (huisvesting), levensstijl (beweging), periode van slachten ( er is een jachtseizoen bij het everzwijn), genetische samenstelling en selectie. Men moet in België steeds voorzichtig omspringen met geïmporteerd everzwijnvlees dat mogelijks besmet kan zijn met ingekapselde Trichinella larven in het spierweefsel van het everzwijn. 17

23 REFERENTIELIJST 1. Cifuni G. G., Amici A., Contò M., Viola P., Failla S. (2014). Effects of the hunting method on meat quality from fallow deer and wild boar and preliminary studies for predicting lipid oxidation using visible reflectance spectra. Eur J Widl Res 60, Fischer J., Wüst M. (2012). Quantitative determination of the boar taint compounds androstenone, skatole, indole, 3α-androstenol and 3β-androstenol in wild boars (Sus scrofa) reveals extremely low levels of the tryptophan-related degradation products. Food Chemistry 135, Gómez-Morales M.A., Ludovisi A., Amati M., Bandino E., Capelli G., Corrias F., Gelmini L., Nardi A., Sacchi C., Cherchi S., Lalle M., Pozio E. (2014). Indirect versus direct detection methods of Trichinella spp. Infection in wild boar (Sus scrofa). Parasites and Vectors 7 4. Gottstein B., Pozio E., Nöckler K. (2009). Epidemiology, diagnosis, treatment and control of Trichinellosis. Clinical Microbiology Revieuws 22, Guzek D., Glabska D., Plewa P., Kozan K., Pietras J., Plewa R., Pogorzelska E., Pogorzelska G., Trajer J., Wierzbicka A. (2013) Wild boar meat sensory attributes contributing general meat quality. Bull Vet Inst Pulaway 57, Kim G., Choi M., Kim J., Kang Y.M., Jeon H. J., Jung Y., Lee M. J., Oh M. (2011). An outbreak of Trichinellosis with detection of Trichinella larves in leftover wild boar meat. Journal of Korean Medical Science 26, Marchiori A. F., de Felicio P. E. (2003). Quality of wild boar meat and commercial pork. Scienta Agricola 1, Oshima I, Iwamoto H., Nakamura Y., Takayama K., Ono Y., Murakami T., Shiba N., Tabata S., Nishimura S. (2009). Comparative study of the histochemical properties, collagen content and architecture of the skeletal muscles of wild boar crossbred pigs and commercial hybrid pigs. Meat Science 81, Quaresma M.A.G., Alvas S.P., Trigo-Rodrigues I., Pereira-Silva R., Santos N., Lemos J.P.C., Barreto A.S., Bessa R.J.B. (2011). Nutritional evaluation of the lipid fraction of feral wild boar (Sus scrofa scrofa) meat. Meat Science 89, Razmaite V., Kerziene S., Jatkauskiene V. (2009). Body and carcass measurement and organ weights of Lithuanian indigenous pigs and their wild boar hybrids. Animal Science Papers and Reports 27, Razmaite V., Svirmickas G.J., Siukscius A. (2012). Effect of weight, sex and hunting period on fatty acid composition of intramuscular and subcutaneous fat from wild boar. Italian Journal of Animal Science 11, Ruusunen M., Puolanne E. (2004). Histochemical properties of fibre types in muscles of wild and domestic pigs and the effect of growth rate on muscle fibre properties. Meat Science 67, Sales J., Kotrba R. (2013). Meat from wild boar (Sus scrofa L.): A review. Meat Science 94,

24 14. Skewes O., Morales R., Gonzalez F., Lui J., Hofbauer P., Paulsen P. (2008). Carcass and meat quality traits of wild boar (Sus scrofa s. L.) with 2n=36 karyotype compared to those of phenotypically similar crossbreed (2n=37 and 2n=38) raises under same farming conditions 1. Carcass quantity and meat dressing. Meat Science 80, Skewes O., Morales R., Mendoza N., Smulders F.J.M., Paulsen P. (2009). Carcass and meat quality traits of wild boar (Sus scrofa s. L.) with 2n=36 karyotype compared to those of phenotypically similar crossbreed (2n=37 and 2n=38) raises under same farming conditions Fatyy acid profile and cholesterol. Meat Science 83, Żochowska-Kujawska, Lachowicz K., Sobczak M., Gajowiecki L., Kotowicz M., Zych A., Medrala D. (2007) Effects of massaging on hardness, rheological properties, and structure of four wild boar muscles of different fibre type content and age. Meat Science 75, Żochowska-Kujawska, Lachowicz K., Sobczak M. (2012). Effects of fibre type and kefir, wine lemon, and pineapple marinades on texture and sensory properties of wild boar and deer longissimus muscle. Meat Science 92,

Dit demonstratieproject werd medegefinancierd door Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Dit demonstratieproject werd medegefinancierd door Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Beste lezer, In het kader van het ADLO Demonstratieproject Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten bezorgen we u graag een vierde nummer van onze nieuwsbrief ivm het belang van

Nadere informatie

Het Varkensloket Scheldeweg Melle

Het Varkensloket Scheldeweg Melle Het Varkensloket Scheldeweg 68 9090 Melle 09 272 26 67 info@varkensloket.be Vraag: Door welke factoren wordt de smaak van het varkensvlees beïnvloed? Wat moet ik mijn varkens voeren, welk soort varkens

Nadere informatie

Invloed van dier-, voeding- en slachtfactoren op de kleurstabiliteit van vers vlees. S.Lescouhier

Invloed van dier-, voeding- en slachtfactoren op de kleurstabiliteit van vers vlees. S.Lescouhier Invloed van dier-, voeding- en slachtfactoren op de kleurstabiliteit van vers vlees S.Lescouhier Ghent University Member of the Food2Know network www.food2know.be Overzicht Diereffect Voedereffect Spiereffect

Nadere informatie

Trichinellose uitbraak in België, geassocieerd met de consumptie van ingevoerd everzwijn; een voorbeeld uit de praktijk

Trichinellose uitbraak in België, geassocieerd met de consumptie van ingevoerd everzwijn; een voorbeeld uit de praktijk Trichinellose uitbraak in België, geassocieerd met de consumptie van ingevoerd everzwijn; een voorbeeld uit de praktijk Leen Claes, Marjan Van Esbroeck, Peter Messiaen, Annemarie Forier, Pierre Dorny Nieuws

Nadere informatie

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa.

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa. METING TANITA INNERSCAN NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V DATUM DATUM DATUM DATUM Gewicht Vetpercentage Watergehalte % Spiermassa Lichaamsbouwtype Basismetabolisme Metabolische leeftijd Botmassa

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding kokosolie voor minder vet in de taille Kokosolie staat bekend als een van de gezondste vetten in de wereld. Ondanks dat vele, waar onder het Voedingscentrum, roepen dat verzadigd vet ongezond is, maar

Nadere informatie

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 5 Energiesystemen 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Fosfaatpool Anaërobe alactische systeem Energierijke fosfaatverbindingen in de cel Voorraad ATP en

Nadere informatie

Deze variatie tussen de slachtingen wijst erop dat naast bedrijfsspecifieke ook slachtgerelateerde invloedsfactoren meespelen. De drie belangrijkste

Deze variatie tussen de slachtingen wijst erop dat naast bedrijfsspecifieke ook slachtgerelateerde invloedsfactoren meespelen. De drie belangrijkste Berengeur wordt deels beïnvloed door slachtgebonden factoren Evert Heyrman (KU Leuven, ILVO), Marijke Aluwé (ILVO), Steven Janssens (KU Leuven), Lynn Vanhaecke (UGent), Sarah De Smet (Varkensloket) Het

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 106 Samenvatting Samenvatting Actieve sportpaarden krijgen vaak vetrijke rantsoenen met vetgehalten tot 130 g/kg droge stof. De toevoeging van vet verhoogt de energiedichtheid van voeders.

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 119 120 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar de voorziening met essentiële vetzuren van gespeende biggen. Gewervelde dieren hebben in de voeding de essentiële vetzuren linolzuur

Nadere informatie

Demoproject Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten

Demoproject Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten Demoproject Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten Discussiedag 6 of 27 febr 2014 Programma 1. Voorstelling reeds uitgevoerde en lopende onderzoek Marijke Aluwé, ILVO 2. Voorstelling

Nadere informatie

Figuur 1. Schematische voorstelling van een triacylglycerol (voorbeeld).

Figuur 1. Schematische voorstelling van een triacylglycerol (voorbeeld). FoodGate STW nr. 30 (2009/10/15) Symmetrie of asymmetrie in de vetten? De structuuropbouw en mechanische sterkte van vetrijke levensmiddelen wordt in belangrijke mate bepaald door de vetzuursamenstelling

Nadere informatie

Onderzoeksprogramma Beren op de Weg

Onderzoeksprogramma Beren op de Weg Onderzoeksprogramma Beren op de Weg Fokkerij Wat kun je doen om berengeur te verlagen Bennie van der Fels, Egbert Knol Lochem, 4 Juni 2013 Fokkerij oplossingen Berengeur Agenda: Situatie Castratie Beren

Nadere informatie

Nederlandstalige samenvatting van het rapport Prospects to reduce aggressive and sexual behaviours in entire male pigs

Nederlandstalige samenvatting van het rapport Prospects to reduce aggressive and sexual behaviours in entire male pigs Nederlandstalige samenvatting van het rapport Prospects to reduce aggressive and sexual behaviours in entire male pigs Tette van der Lende, ProPhys Animal Science Consultancy, Swifterbant, The Netherlands

Nadere informatie

Demoproject Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten

Demoproject Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten Demoproject Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten Degezelle Isabelle Vragen Wat is nu het juiste alternatief voor chirurgische castratie? Zijn er meer problemen in de stal?

Nadere informatie

Rapport: Fruitmix (mango/avocado) als voeder voor BSF larven. Thomas Spranghers VIVES

Rapport: Fruitmix (mango/avocado) als voeder voor BSF larven. Thomas Spranghers VIVES Rapport: Fruitmix (mango/avocado) als voeder voor BSF larven Thomas Spranghers VIVES Op vraag van een afvalverwerkend bedrijf werd een fruitmix onderzocht in het Insectlab. Over de samenstelling van deze

Nadere informatie

Proefopzet. Wat doet immunocastratiebij beren, bargen en gelten? Immunocastratie. Parameters. Groeiresultaten. Groeiresultaten 3/06/2015.

Proefopzet. Wat doet immunocastratiebij beren, bargen en gelten? Immunocastratie. Parameters. Groeiresultaten. Groeiresultaten 3/06/2015. Proefopzet Wat doet immunocastratiebij beren, bargen en gelten? Alice Van den Broeke 1 dieren 4 beren: Controle, IC 4 bargen: Controle, IC 4 gelten: Controle, IC Vaccin met Improvac : 7 kg en kg Individueel

Nadere informatie

Brouwland, 26 mei 2012

Brouwland, 26 mei 2012 Zuurstof, een vloek of een zegen? Jacques Bertens Een vet verhaal Brouwland, 26 mei 2012 Vet Dit verhaal gaat over zuurstof en vet Verzadigde vetzuren worden onder invloed van zuurstof omgezet in onverzadigde

Nadere informatie

Effect van berenlijn op groeiprestaties en vleeskwaliteit

Effect van berenlijn op groeiprestaties en vleeskwaliteit Effect van erenlijn op groeiprestaties en vleeskwaliteit Eline Kowalski, Marijke Aluwé, Els Vossen, Sam Millet, Stefaan De Smet 02/04/2019 Situatie in Vlaanderen Hyride zeug Belgische Piétrain Lage voederconversie

Nadere informatie

Karkas- en vleeskwaliteit Studiemiddag Bonte Bentheimers. Gert Hemke Hemke Nutri Consult

Karkas- en vleeskwaliteit Studiemiddag Bonte Bentheimers. Gert Hemke Hemke Nutri Consult Karkas- en vleeskwaliteit Studiemiddag Bonte Bentheimers Gert Hemke Hemke Nutri Consult Kwaliteit Agenda presentatie Consument Sensoriek, gezond, welzijn, veilig Retail Shelflife, kleur, microbieel Vleesverwerker

Nadere informatie

De functies van slaap

De functies van slaap De functies van slaap Waarom slapen we? Prof. Anton Coenen Radboud Universiteit Nijmegen Symposium Slaap en Sportprestatie Papendal 03-10-2018 slow wave sleep 1. Waken met hoge breinactiviteit en intens

Nadere informatie

LA GLA AA. Enkelvoudig meervoudig Enzymen Delta-6 desaturase Elongase Delta 5-desaturase

LA GLA AA. Enkelvoudig meervoudig Enzymen Delta-6 desaturase Elongase Delta 5-desaturase Over vetzuren en waar je op moet letten bij het kopen van een olie voor je dier. Irene Rol 30 oktober 2018 LA GLA AA Enkelvoudig meervoudig 3 6 9 Enzymen Delta-6 desaturase Elongase Delta 5-desaturase

Nadere informatie

Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten

Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten Evidence-based richtlijn van de German Nutrition Society Van vezels tot suikers: koolhydraten omvatten een brede range van voedingsstoffen. Wat is er precies

Nadere informatie

MINDER SUIKER BETER VET UITDAGINGEN VOOR DE VOEDINGSINDUSTRIE

MINDER SUIKER BETER VET UITDAGINGEN VOOR DE VOEDINGSINDUSTRIE MINDER SUIKER BETER VET UITDAGINGEN VOOR DE VOEDINGSINDUSTRIE WIE IS FLANDERS FOOD? VZW 2005 Vlaamse voedingsbedrijven + Fevia Vlaanderen WAT IS ONZE MISSIE? Flanders FOOD ondersteunt en faciliteert competitieve,

Nadere informatie

15-07-2012. Voedingsadvies bij de ziekte van McArdle

15-07-2012. Voedingsadvies bij de ziekte van McArdle 15-07-2012 Voedingsadvies bij de ziekte van McArdle Ziekte-informatie De ziekte van McArdle behoort tot de glycogeenstapelingsziekten. Er is sprake van een tekort aan fosforylase in de spiercel. De ziekte

Nadere informatie

Voeding en turnen: van essentieel belang!

Voeding en turnen: van essentieel belang! Voeding en turnen: van essentieel belang! Shiannah Danen, Sportdiëtist December 2013 Even voorstellen Voormalig topturnster Sportdiëtist Post-HBO eetstoornissen Master Nutrition and Health (sinds september)

Nadere informatie

Zuivelproducten voor sporters Effect van melkeiwit en micronutriënten voor prestatie. Jan Steijns

Zuivelproducten voor sporters Effect van melkeiwit en micronutriënten voor prestatie. Jan Steijns Zuivelproducten voor sporters Effect van melkeiwit en micronutriënten voor prestatie Jan Steijns physical activity, athletic performance, and recovery from exercise are enhanced by optimal nutrition @

Nadere informatie

Inspirerende cases afzet en vermarkting varkensvlees Isabelle Vuylsteke Inagro Afdeling Dierlijke productie

Inspirerende cases afzet en vermarkting varkensvlees Isabelle Vuylsteke Inagro Afdeling Dierlijke productie Inspirerende cases afzet en vermarkting varkensvlees Isabelle Vuylsteke Inagro Afdeling Dierlijke productie Inhoud Labelling varkensvlees: Stalconcepten Ras differentiatie Alternatieve voeders Labelling

Nadere informatie

Voedingsvezel % (m/m) 1.1. Koolhydraten (berekend) 2 % (m/m) 5.4

Voedingsvezel % (m/m) 1.1. Koolhydraten (berekend) 2 % (m/m) 5.4 Analysecertificaat Analytical Service Manager Klantcode Uw projectnaam Uw projectnummer Uw ordernummer Quotationcode Aantal monsters Ronald Van Der Schaaf HE0012223 Whey Protein Bodymass LTI&2015004614

Nadere informatie

dieren, dan door een grotere activiteit per cel. In hoofdstuk 5 wordt de invloed van phenobarbital en methylcholanthreen beschreven.

dieren, dan door een grotere activiteit per cel. In hoofdstuk 5 wordt de invloed van phenobarbital en methylcholanthreen beschreven. SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een verslag gegeven van een aantal experimenten welke gedaan worden om te onderzoeken of er enzymhistochemische en/of andere morfologische criteria zqn te vinden

Nadere informatie

Selectie tegen berengeur als duurzaam alternatief voor castratie van biggen

Selectie tegen berengeur als duurzaam alternatief voor castratie van biggen Selectie tegen berengeur als duurzaam alternatief voor castratie van biggen Chris Lamberigts, Francesca Bertolini, Machteld Brebels, Martine Schroyen, Steven Janssens, Nadine Buys, Marijke Aluwé, Alice

Nadere informatie

S C H I J F V A N V I J F

S C H I J F V A N V I J F SCHIJF VAN VIJF DE SCHIJF VAN VIJF, GOED VOOR JE LIJF! V o o r i e d e r e e n i s e e n v o e d i n g s k e u z e v a n b e l a n g w a a r a l l e b e n o d i g d e voedingsstoffen in zitten. Dit zijn

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten Dia 1 Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema Dia 2 Wat is voeding: Voeding = alle organische stoffen die je als mens of organisme nodig hebt om energie op te wekken in je

Nadere informatie

Nederlandse. Samenvatting

Nederlandse. Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het metabole syndroom is tegenwoordig een veel voorkomend ziektebeeld dat getypeerd wordt door een combinatie van verschillende aandoeningen. Voornamelijk in de westerse landen

Nadere informatie

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof

Organismen die organisch en anorganische moleculen kunnen maken of nodig hebben zijn heterotroof Boekverslag door A. 1802 woorden 20 juni 2007 5 71 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Samenvatting stofwisseling Stofwisseling is het totaal van alle chemische processen in een organisme

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Welke noten zijn gezond, onderzoek gezonde vetten Noten zijn gezond en rijk aan gezonde, onverzadigde vetten die je helpen om af te vallen! Eet 20 gram noten per dag voor je gezondheid en krijg daardoor

Nadere informatie

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN

BOUWSTENEN VAN HET LEVEN BOUWSTENEN VAN HET LEVEN Pearson Basisboek Biologie 10voorBiologie VWO Hoofdstuk 1 L. Grotenbreg (MSc.) Bouwstenen van het leven Organische moleculen, groot of klein, bevatten chemische energie en zijn

Nadere informatie

Kies gezond vet! Wetenschap en praktijk! Gerard Hornstra,"

Kies gezond vet! Wetenschap en praktijk! Gerard Hornstra, Kies gezond vet! Wetenschap en praktijk! Gerard Hornstra," emeritus hoogleraar " Experimentele Voedingskunde" Universiteit Maastricht" " Voorzitter MVO stuurgroep" Kies gezond vet! Kies gezond vet!! Vet

Nadere informatie

Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven

Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven Larven van de zwarte soldatenvlieg zijn in staat om heel wat verschillende reststromen om te zetten tot nutritionele biomassa. In het kader van de projecten

Nadere informatie

PRODUCTEN VOOR DE FOODSERVICE

PRODUCTEN VOOR DE FOODSERVICE Creative with oils & fats PRODUCTEN VOOR DE FOODSERVICE A.1. ONS GAMMA FRITUURVETTEN Product Omschrijving Kenmerken FRIBEL 4x2,5 kg en 12,5 kg Het goudgele uitzicht en de niet te evenaren smaak blijven

Nadere informatie

Dit demonstratieproject werd medegefinancierd door Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

Dit demonstratieproject werd medegefinancierd door Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland Beste lezer, In het kader van het ADLO Demonstratieproject Optimalisatie van het houden van intacte beren en immunocastraten bezorgen we u graag een vijfde nummer van onze nieuwsbrief ivm de invloed van

Nadere informatie

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken Wat zijn voedingsstoffen Voedingsstoffen zijn stoffen die je nodig hebt om te lopen, te denken enz. Er zijn 6 soorten voedingsstoffen. 1. eiwitten (vlees, peulvruchten.

Nadere informatie

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA CHOLESTEROL. GabrieleJasmin@Fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA CHOLESTEROL. GabrieleJasmin@Fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA CHOLESTEROL GabrieleJasmin@Fotolia DUIDELIJKE ANTWOORDEN Globaal Cardiovasculair Risico Sommige gedragingen in ons dagelijks leven vergroten de kans dat we vroeg of laat problemen

Nadere informatie

MELATONINE. Het natuurlijke slaapmiddel

MELATONINE. Het natuurlijke slaapmiddel MELATONINE Het natuurlijke slaapmiddel Wat is Melatonine Melatonine is een hormoon dat in de pijnappelklier (epifyse) geproduceerd wordt uit serotonine (neurotransmitter betrokken bij stemming en pijn)

Nadere informatie

Dr. Ronald Jan Corbee

Dr. Ronald Jan Corbee Voeding voor fretten Dr. Ronald Jan Corbee Dierenarts, specialist diervoeding Anatomie Carnivoor Gebit (34 elementen I3/3 C1/1 P3/3 M1/2) Maagdarmkanaal extreem kort (0,5x kat) Geen blinde darm, korte

Nadere informatie

Vernieuwde charcuterie voor de ambachtelijke slagerij. Workshop droge worst - salami

Vernieuwde charcuterie voor de ambachtelijke slagerij. Workshop droge worst - salami Vernieuwde charcuterie voor de ambachtelijke slagerij Workshop droge worst - salami Inhoud Introductie Deel 1: Kwaliteitsaspecten van droge worst en salami, bijdrage van grondstoffen en ingrediënten =>

Nadere informatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Fysiologie les 2 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:

Nadere informatie

Koolhydraatbeperking S, M, L. Welke maat heeft je cliënt? Welkom Waarschuwing

Koolhydraatbeperking S, M, L. Welke maat heeft je cliënt? Welkom Waarschuwing Koolhydraatbeperking S, M, L. Welke maat heeft je cliënt? Welkom Waarschuwing 9 november 2015 Gent HarriëtVerkoelen.nl Insuline resistentie Achtergrond van insuline resistentie, de invloed hiervan op de

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding

Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding Wat zijn de nieuwe voedingsaanbevelingen vanuit de wetenschap? Prof. Edith Feskens, edith.feskens@wur.nl Inhoud Voedingsonderzoek is moeilijk! Hoe komen Richtlijnen tot

Nadere informatie

De filosofie van het voeren

De filosofie van het voeren Terug naar Voorwoord Terug naar Inhoudsopgave Verder naar volgende hoofdstuk De filosofie van het voeren Inhoudsopgave van dit hoofdstuk: Het algehele beeld Hoe voeding in de Natuur er uit zou zien...

Nadere informatie

Hoe word je 100? (en willen we dat eigenlijk wel?)

Hoe word je 100? (en willen we dat eigenlijk wel?) Hoe word je 100? (en willen we dat eigenlijk wel?) Gezond zijn levert dus niet alleen meer Als voorbeeld vergelijken we twee jaren op, vijftigjarigen zonder en met diabetes maar ook veel betere en vitalere

Nadere informatie

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het

Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de. hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het SUIKERZIEKTE Overmatig drinken en plassen is een vaak voorkomend symptoom bij de hond. Het kan veroorzaakt worden door verschillende ziekten in het lichaam. U kunt hierbij denken aan slecht functionerende

Nadere informatie

Tinlo BV Wilgenlaan 3e 2651TA Berkel en Rodenrijs www.tinlo.nl

Tinlo BV Wilgenlaan 3e 2651TA Berkel en Rodenrijs www.tinlo.nl Tinlo BV Wilgenlaan 3e 2651TA Berkel en Rodenrijs www.tinlo.nl Inhoudsopgave BARFmenu - Less is more! BARFmenu - COMPLEET BARFmenu - Productinformatie HOND BARFmenu - *Premium* BARFmenu - ENERGIEK *Premium*

Nadere informatie

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3. Gezonde voeding

GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3. Gezonde voeding GEZONDHEIDSKUNDE-AFP LES 3 Gezonde voeding 1 INLEIDING Thema 3 hoofdstuk Gezonde voeding blz. 149 Onderwerpen: -Persoonlijke verschillen -Voeding en levensfasen -Voedingsmiddelen en voedingsstoffen -Richtlijnen

Nadere informatie

Roofdiervoeding Meer spiegelen aan de natuur?

Roofdiervoeding Meer spiegelen aan de natuur? Roofdiervoeding Meer spiegelen aan de natuur? Docentendag Dierentuinvoedingscursus 8 februari 2011 Tjalling Huisman Diersoorten Onderwerpen Kenmerken natuurlijke prooi Opname prooi Energiebehoefte Samenstelling

Nadere informatie

Voor op brood (kuipjes 41 % totaal vet) Voor op brood (kuipjes > 41 % vet) Twenty Four Brio Light Becel pro.activ Calorie Light

Voor op brood (kuipjes 41 % totaal vet) Voor op brood (kuipjes > 41 % vet) Twenty Four Brio Light Becel pro.activ Calorie Light INFOKAART n van margarine-, halvarine- en bak- en braadproducten December 2016 - Het assortiment margarineproducten wordt steeds groter en sluit steeds beter aan op de wensen en eisen van de consument.

Nadere informatie

Gezond leven betekent dat je; - voldoende beweegt - gezond eet

Gezond leven betekent dat je; - voldoende beweegt - gezond eet Gezond leven betekent dat je; - voldoende beweegt - gezond eet Waarom eet je eigenlijk? Je krijgt er energie van! Energie heb je nodig alle processen in je lichaam b.v. voor lopen, computeren Maar ook

Nadere informatie

Eet smakelijk René de Groot 15-06-2014

Eet smakelijk René de Groot 15-06-2014 Eet smakelijk René de Groot 15-06-2014 Inhoudsopgave: Kennis testen Waar is voeding eigenlijk goed voor? Waarmee moeten we dan ontbijten? Bloedsuiker spiegel Calorieën?? Schijf van 5 Hoeveel calorieën

Nadere informatie

vetreserves worden aangemaakt door de gastheer. Het eerste aspect met betrekking tot deze hypothese berust op het verband tussen deze metabolische

vetreserves worden aangemaakt door de gastheer. Het eerste aspect met betrekking tot deze hypothese berust op het verband tussen deze metabolische Het verlies van eigenschappen is een belangrijk proces dat bijdraagt aan evolutionaire veranderingen van organismen. Desondanks heeft onderzoek op dit gebied relatief weinig aandacht gekregen en wordt

Nadere informatie

Trichinen. inspectiemaatregelen: analyses. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Trichinen. inspectiemaatregelen: analyses. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Trichinen risico in de voedselketen: vlees inspectiemaatregelen: analyses nieuwe aanpak: regio verwaarloosbaar risico Trichinen: wat? Parasitaire

Nadere informatie

VOEDING. Trainingsadvies Transplantoux 2011. Belangrijk! Energie en opbouwstoffen voor het metabolisme ALGEMEEN: Gewicht ~ prestatie

VOEDING. Trainingsadvies Transplantoux 2011. Belangrijk! Energie en opbouwstoffen voor het metabolisme ALGEMEEN: Gewicht ~ prestatie VOEDING Belangrijk! Energie en opbouwstoffen voor het metabolisme Gewicht ~ prestatie Koolhydraten ~ prestatie Vochtopname ~ prestatie Voeding ~ gezondheid ALGEMEEN: - Koolhydraten: Koolhydraten zijn de

Nadere informatie

In deze circulaire zal aandacht worden besteed aan maatregelen om deze ongewenste situaties te voorkomen of te beperken.

In deze circulaire zal aandacht worden besteed aan maatregelen om deze ongewenste situaties te voorkomen of te beperken. SCH-1996-20 DE INTERNE OF VOERGEBONDEN WARMTE VAN VARKENSVOEDERS Inleiding Van de energie die met het voer aan varkens wordt verstrekt komt een aanzienlijk deel vrij als warmte. Dit is de interne of voergebonden

Nadere informatie

Sojaproducten - Een bron van hoogwaardige eiwitten

Sojaproducten - Een bron van hoogwaardige eiwitten Sojaproducten - Een bron van hoogwaardige eiwitten Standpuntnota van de ENSA Scientific Advisory Committee Inleiding Eiwitten zijn een belangrijke voedingsstof die nodig zijn voor de groei en het herstel

Nadere informatie

Cholesterol. Alles wat je ooit wilde weten

Cholesterol. Alles wat je ooit wilde weten Cholesterol Alles wat je ooit wilde weten Waar komt cholesterol vandaan? Het overgrote deel van de cholesterol in ons lichaam maakt ons lichaam zélf aan. Eén derde nemen we op via onze voeding. Cholesterol

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Samenvatting Men schat dat in 2005 ongeveer 40.000 mensen in Nederland een nieraandoening hadden. Hiervan waren ruim 5500 patiënten afhankelijk van dialyse. Voor dialysepatiënten

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

USDA Grading Runderclassificatie in Amerika

USDA Grading Runderclassificatie in Amerika USDA Grading Runderclassificatie in Amerika 1. Inleiding Al sinds 1928 worden runderen die in Amerika worden geslacht, ingedeeld in kwaliteitsklassen. Op basis van deze classificatie werd gepoogd om geschikt

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding Vetten zijn gezond en noodzakelijk laat je niets wijsmaken Vet heeft een slecht imago en dat is vreemd omdat vet noodzakelijk is en zeker niet alleen maar slecht is en het het is niet iets wat je zoveel

Nadere informatie

lyondellbasell.com Eet dit Dat niet Verbeter je gezondheid

lyondellbasell.com Eet dit Dat niet Verbeter je gezondheid Eet dit Dat niet Verbeter je gezondheid Verander je keuzes, verander je leven Deze presentatie heeft als doel om u betere beslissingen te laten nemen m.b.t. voeding om zo uw gezondheid te verbeteren. Belangrijke

Nadere informatie

3.1 Inleiding 67 3.2 Suiker en suikers

3.1 Inleiding 67 3.2 Suiker en suikers INHOUD 13 17 1.1 Inleiding 17 1.2 Definitie van vet 18 1.2.1 Structuur van vet 18 1.2.2 Vetzuurgroepen 19 1.2.3 Oorsprong van vet 23 1.3 Aanwezigheid van vet in levensmiddelen 24 1.3.1 Onverzadigde vetzuren

Nadere informatie

Algemene Samenvatting

Algemene Samenvatting Algemene Samenvatting e vitamine metaboliet 1,25-dihydroxyvitamine ( ) speelt een sleutelrol bij het handhaven van de calcium homeostase door middel van effecten op de darm, het bot en de nier. e metaboliet

Nadere informatie

DE GEZONDE OPLOSSING VOOR KAAS HEALTH PLUS TM CONCEPT

DE GEZONDE OPLOSSING VOOR KAAS HEALTH PLUS TM CONCEPT TM HEALTH PLUS TM CONCEPT Marketing informatie Leefstijl en eetgewoontes Gezondheid en welzijn zijn de belangrijkste trends in de kaasmarkt. Ondanks dat de smaak van volvette kaas de voorkeur heeft, is

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G 1 6 3

S A M E N V A T T I N G 1 6 3 161 Samenvatting S A M E N V A T T I N G 1 6 3 Veroudering gaat samen met verlies van spiermassa en spierkracht, ook wel sarcopenie genaamd. Dit verlies in spiermassa en spierkracht zorgt in het dagelijkse

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting - voor niet-vakgenoten -

Nederlandse samenvatting - voor niet-vakgenoten - Nederlandse samenvatting - voor niet-vakgenoten - Nederlandse samenvatting voor niet-vakgenoten In dit proefschrift staat het metaal koper centraal. Koper komt vooral via de voeding in het lichaam van

Nadere informatie

Optimale biggen voeding Hoe verteerd een big en hoe kan ik hem daarbij helpen?

Optimale biggen voeding Hoe verteerd een big en hoe kan ik hem daarbij helpen? Optimale biggen voeding Hoe verteerd een big en hoe kan ik hem daarbij helpen? Albert Timmerman Hoe kunnen we door middel van voer onze biggen helpen opnemen en verteren en daarmee de weerstand en resultaten

Nadere informatie

KEN JIJ JE CHOLESTEROL- GEHALTE? PRAAT EROVER MET JE HUISARTS

KEN JIJ JE CHOLESTEROL- GEHALTE? PRAAT EROVER MET JE HUISARTS KEN JIJ JE CHOLESTEROL- GEHALTE? PRAAT EROVER MET JE HUISARTS Cholesterol is een vetachtige stof die van nature in het lichaam voorkomt, en wordt aangemaakt door de lever (endogene cholesterol). Cholesterol

Nadere informatie

Voeding en personalized prevention

Voeding en personalized prevention Voeding en personalized prevention Dr. Simone G.J. van Breda Afdeling Toxicogenomics, Universiteit Maastricht 17 mei 2018. Inhoud Personalized nutrition Het meten van gezondheid in relatie tot voeding

Nadere informatie

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106.

Naar: D.O. Hall & K.K. Rao, Photosynthesis, Studies in Biology, Cambridge, 1994, blz. 106. Examentrainer Vragen Fotosynthese Vanuit tussenproducten van de fotosynthese worden niet alleen koolhydraten gevormd, maar ook vetten, vetzuren, aminozuren en andere organische zuren. Dag- en seizoensgebonden

Nadere informatie

Voeding en prestatie bij turnsters. Shiannah Danen, Augustus 2012

Voeding en prestatie bij turnsters. Shiannah Danen, Augustus 2012 Voeding en prestatie bij turnsters Shiannah Danen, Augustus 2012 Welkom! Even voorstellen Waar komt energie vandaan? Algemene voeding Voeding voor/tijdens en na inspanning Voeding rondom een wedstrijd

Nadere informatie

Hormoongebruik rond de overgang

Hormoongebruik rond de overgang Hormoongebruik rond de overgang Afdelingen gynaecologie en verloskunde Inhoudsopgave Inleiding 2 Wat is de overgang? 2 Klachten tijdens de overgang 2 Het gebruik van oestrogenen tijdens de overgang 2 De

Nadere informatie

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11

Fenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11 1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen

Nadere informatie

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition HERBALIFE FITCHECK WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition BMI Body Mass Index = gewicht in kg lengte x lengte in m BMI < 18,5 ondergewicht 18,5 24,9 normaal 25 29,9 overgewicht 30 34,9 zwaar

Nadere informatie

Kunstvoeding vs borstvoeding

Kunstvoeding vs borstvoeding Ontoereikende productie en een hongerige baby Welke voeding bijgeven? Lesgever Dr. Apr. Eline Tommelein Kunstvoeding vs borstvoeding 2 1 Samenstelling moedermelk Totale energie-inhoud 60 à 75 kcal/100ml

Nadere informatie

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition HERBALIFE FITCHECK WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition BMI Body Mass Index = gewicht in kg lengte x lengte in m BMI < 18,5 ondergewicht 18,5 24,9 normaal 25 29,9 overgewicht 30 34,9 zwaar

Nadere informatie

INFOBLAD. Meeste invloed. Gezond leven

INFOBLAD. Meeste invloed. Gezond leven GEWICHT, VOEDING, BEWEGEN EN ALCOHOL INFOBLAD Ongeveer 30% van kanker zou voorkomen kunnen worden. Een garantie om kanker te voorkomen is er niet. Je kan wel het risico op kanker verkleinen door een gezonde

Nadere informatie

Verlichting verkort de houdbaarheid van witte chocolade

Verlichting verkort de houdbaarheid van witte chocolade Verlichting verkort de houdbaarheid van witte chocolade Inleiding Een Belgische chocolatier heeft 2 winkels: een oudere met halogeenverlichting en sinds 2 jaar een extra winkel met led-verlichting. In

Nadere informatie

XIII. Samenvatting. Samenvatting

XIII. Samenvatting. Samenvatting XIII In dit werk wordt de invloed van dimethyldisulfide (DMDS) en van zeven potentiële additieven op het stoomkraken van n-hexaan onderzocht aan de hand van experimenten in een continu volkomen gemengde

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting De groei en de ontwikkeling van diverse orgaansystemen en regelmechanismen in de foetus tijdens de periode in de baarmoeder worden verstoord door vroeggeboorte.

Nadere informatie

AFLEVERSTRATEGIE BIJ VLEESVARKENS

AFLEVERSTRATEGIE BIJ VLEESVARKENS Spekdikte (gem 12,1) Spekdikte (gem 13,5) Tekst: Norbert Vettenburg (Departement Landbouw en Visserij), Jos Van Thielen (KULeuven/Thomas More) en Bruno Vandorpe (Vives) AFLEVERSTRATEGIE BIJ VLEESVARKENS

Nadere informatie

SAMENVATTING Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3.1 Hoofdstuk 3.2 Hoofdstuk 3.2 Hoofdstuk 3.3

SAMENVATTING Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3.1 Hoofdstuk 3.2 Hoofdstuk 3.2 Hoofdstuk 3.3 SAMENVATTING Gesproeidroogd bloedplasma, spray-dried animal plasma (SDAP), is een bijproduct van slachterijen. Het plasma dat verkregen is van geslachte varkens of runderen wordt gesproeidroogd en kan

Nadere informatie

Dieet Oké. TU Delft, November 2012

Dieet Oké. TU Delft, November 2012 TU Delft, November 2012 Dieet Oké Janet Vervoorn sportdiëtist Dieet Oké Summit Health Veilingweg 16A 2678 LN De Lier tel. 06-46675281 email: janet.vervoorn@chello.nl Inzicht krijgen in de energiehuishouding

Nadere informatie

Honden worden (nog sterker dan. Vetten

Honden worden (nog sterker dan. Vetten Vetten Honden worden (nog sterker dan katten) van nature aangetrokken tot vetrijke voeding.als de hond weinig aan lichaamsbeweging doet, moet de opname van vetten echter beperkt worden. Als er geen nauwkeurig

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting 121 Samenvatting Antioxidanten spelen een belangrijke rol in tal van biochemische processen, variërend van het ontstaan van ziekten tot het verouderen van voedingsmiddelen. Om deze rol accuraat te kunnen

Nadere informatie

Patiënten vragenlijst baseline - chronische urticaria

Patiënten vragenlijst baseline - chronische urticaria Patiënten vragenlijst baseline - chronische urticaria Beste patiënt De vragenlijst hieronder betreft vragen over urticaria (galbulten) en/of angio-oedeem (zwellingen). De antwoorden op de vragen zijn van

Nadere informatie

Reumatische Koorts en Post-Streptokokken Reactieve Artritis

Reumatische Koorts en Post-Streptokokken Reactieve Artritis www.printo.it/pediatric-rheumatology/be_fm/intro Reumatische Koorts en Post-Streptokokken Reactieve Artritis Versie 2016 1. WAT IS REUMATISCHE KOORTS 1.1 Wat is het? Reumatische koorts wordt veroorzaakt

Nadere informatie

Verlaag uw kans op een hart- of vaatziekte

Verlaag uw kans op een hart- of vaatziekte Verlaag uw kans op een hart of vaatziekte Neem het heft in eigen hand! Verlaag het risico op hart en vaatziekten We willen allemaal graag gezond en vitaal oud worden. Daarbij helpt het als u voldoende

Nadere informatie

THEMA 8 Opslag, uitscheiding en bescherming EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 4 VMBO-bk. talgklier haarspier. borstelhaar

THEMA 8 Opslag, uitscheiding en bescherming EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN 4 VMBO-bk. talgklier haarspier. borstelhaar Examentrainer Vragen Varkensvlees Mannetjesvarkens worden beren genoemd. Vlees van zulke varkens kan een nare geur hebben, de zogenaamde berengeur. Deze geur wordt veroorzaakt door een mannelijk geslachtshormoon,

Nadere informatie

Hormoon onderzoek Voorbeeld verslag hormoonanalyse

Hormoon onderzoek Voorbeeld verslag hormoonanalyse Hormoon onderzoek Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Welke hormonen zijn getest?...3 2. Cortisol...4 2.1. Wat is cortisol?...4 2.2. Oorzaken...4 2.3 Symptomen...4 2.4 Uitslag Cortisol...5 3. Testosteron...6

Nadere informatie

Maakt zwangerschap vergeetachtig?

Maakt zwangerschap vergeetachtig? Fatty acids, Pregnancy, and Cognition Vetzuren, zwangerschap en cognitie Renate H.M. de Groot Maakt zwangerschap vergeetachtig? 1 Wat is cognitie? Cognitie = Verzamelnaam voor allerlei processen waarbij

Nadere informatie

PERFECT BALANCE. supergezonde oliemelange met omega-3, omega-6 en omega-9

PERFECT BALANCE. supergezonde oliemelange met omega-3, omega-6 en omega-9 PERFECT BALANCE supergezonde oliemelange met omega-3, omega-6 en omega-9 Deze combinatie van bijzondere biologische oliën bevat precies de essentiële vetzuren die uw lichaam nodig heeft om goed te kunnen

Nadere informatie