I. Voorwerp van de opdracht

Transcriptie

1 1 I. Voorwerp van de opdracht De opdracht betreft in hoofdzaak het maken, het leveren en het installeren van een beweegbare stormvloedkering met een doorvaartbreedte van 38 m en een onbeperkte doorvaarthoogte in de IJzer. Bovendien omvat de opdracht het oprichten van een bedieningsgebouw en de realisatie van de nodige randinfrastructuur zoals wegenis en groenaanleg. I.1. Kader van de opdracht Het voorkomen van stormen vormt één van de belangrijkste natuurlijke bedreigingen in de Noordzeeregio. Rondom de Noordzee wonen meer dan zestien miljoen mensen in gebieden die kunnen overstromen bij elke zware stormvloed. Om de kust en het hinterland te beschermen tegen zware stormen werd een Masterplan Kustveiligheid opgesteld, goedgekeurd door de Vlaamse regering op 10 juni Ook Nieuwpoort en haar hinterland zijn vandaag niet voorzien op de hoge waterstanden die met zware stormen gepaard gaan. De haveningang vormt een belangrijke zwakke schakel in onze kustlijn. Voor het beschermen van de badplaats Nieuwpoort evenals de langs de Ijzer gelegen gemeenten en steden in het hinterland, bekrachtigt het Masterplan de nood van de bouw van een stormvloedkering op de monding van de Ijzer. De stormvloedkering heeft als doel de havengeul af te sluiten van de zee en aldus hoge waterstanden (bijvoorbeeld bij storm) in de haven en naar het hinterland via de Ijzer te voorkomen. Studies en het architecturaal ontwerp voor de stormvloedkering hebben uitgewezen dat een horizontale sectorschuif met een doorvaartbreedte van 38m, de ideale oplossing is voor Nieuwpoort. Het bedieningsgebouw voor het aansturen van de kering wordt op het landhoofd van de kering geïntegreerd. I.2. Beschrijving van de opdracht Impressies van de werken (schetsmatig): Impressie van het keerlichaam in kerende stand:

2 2 Impressie van het bedieningsgebouw Beschrijving der werken De opdracht betreft in hoofdzaak het maken, het leveren en het installeren van een beweegbare stormvloedkering met een doorvaartbreedte van 38 m en een onbeperkte doorvaarthoogte in de IJzer. Bovendien omvat de opdracht het oprichten van een bedieningsgebouw en de realisatie van de nodige randinfrastructuur zoals wegenis en groenaanleg. De stormvloedkering is onderdeel van de primaire waterkering langs de Belgische kust. Deze stormvloedkering beschermt de haven en het achterland tegen storm en hoge waterstanden en geeft ongehinderd toegang vanaf de Noordzee naar de haven van Nieuwpoort en vice versa. De wijze en fasering van uitvoering van de gehele constructie en zijn randconstructies dient afgestemd te worden met de doorvaart voor de scheepvaart en de noodzakelijke afvoer van het water uit het hinterland. De bouwkuipen worden tijdens uitvoering beschermd tegen aanvaring. De beweegbare stalen kering, onderdeel van de stormvloedkering, is een constructie die om een horizontale as roteert en verdiept geparkeerd ligt in een betonnen drempel op de bodem van de IJzer. De stalen kering roteert tussen twee gietstalen assen welke elk zijn verankerd in een betonnen landhoofd. Deze twee landhoofden zijn over de gehele landhoofdlengte en verbredend naar de oever tot het kerend niveau verbonden met de oevers van de IJzer. Voor een voorspelde stormvloed of voor een proefsluiting wordt de kering 90 graden geroteerd naar de kerende positie. Ten behoeve van onderhoud kan de kering naar de onderhoudspositie 180 graden geroteerd worden. Hierna wordt de kering teruggeroteerd naar de parkeerstand. In de drie standen parkeren, keren en onderhoud kan de stormvloedkering vergrendeld en ontgrendeld worden met behulp van afstandsbediening.

3 3 De stormvloedkering wordt aan beide zijden met een bewegingswerk uitgevoerd zodanig dat in één ononderbroken beweging de kering van parkeerstand tot kerende stand en/of van parkeerstand tot onderhoudstand geroteerd kan worden. Het bewegingswerk heeft een zodanig voldoende capaciteit dat, indien zelfs maar één van de beide bewegingswerken werkzaam is, de kering nog altijd van parkeerstand naar kerende stand geroteerd kan worden bij elke mogelijk optredende waterstand. De bewegingswerken zijn verankerd opgesteld in de betonnen landhoofden. Zowel tussen de vaargeul en de linkeroever van de IJzer als tussen de vaargeul en de rechteroever van de IJzer wordt er een landhoofd gebouwd. In de landhoofden zijn ruimten voorzien voor alle voorzieningen voor deze bewegingswerken. Zowel op het landhoofd linkeroever als op het landhoofd rechteroever is er een bewegingswerk en een vergrendeling opgesteld. Elk bewegingswerk is opgebouwd uit een in het landhoofd geplaatste stoel waarin een cilinder en een krukarm zijn geplaatst. De kop van de zuigerstang van de cilinder is verbonden met de korte arm van de krukarm waardoor de lange arm een grotere tangentiële verplaatsing maakt. De lange arm van de krukarm is verbonden met een trekduwstang die op zijn beurt verbonden is met een schijf van de kering. Het geheel van stoel, cilinder, krukarm en trekduwstang genereert de roterende beweging van de kering. In de parkeerstand van de kering is de zuigerstang in de cilinder geschoven en ligt de onderkant van de lange arm van de krukarm evenwijdig met de bovenkant van het betonnen landhoofd. De korte arm wijst daarbij schuin naar beneden. De trekduwstang is aan een uitkragende constructie aan de schijf van de kering verbonden. Alle lageringen van de roterende delen zijn onderhoudsvrije lagers. De stoel is een gelaste plaatstalen constructie die opgebouwd is uit twee wangplaten en die voorzien is van een behuizing voor de cilinder, een behuizing voor de krukarm, verstijvers, onderlinge koppelingen en fundatieplaten. De gaten voor de cilinder en krukarm zijn ondermaats om afwijkingen op de bouwplaats te corrigeren. De behuizing voor de cilinders is deelbaar om montage/demontage mogelijk te maken. Voorgespannen ankers zorgen voor de starre verbinding met de betonnen landhoofden. Tevens zijn er bordessen en ladders voorzien voor inspectie en onderhoud. De stalen cilinder heeft astappen voor een cardanophanging in de stoel. Aan de zuigerstang is er een oog dat door middel van schroefdraad bevestigd is aan de zuigerstang. In het oog is er een gewrichtslager voorzien voor de bevestiging aan de korte arm van de krukarm. De krukarm is een gelaste plaatstalen constructie met een lange arm en een korte arm. De beide armen van de krukarm eindigen in gaffels waartussen aan de korte arm de zuigerstang van de cilinder bevestigd wordt en aan de lange arm de trekduwstang. Het draaipunt van de krukarm is gelagerd tussen de beide wangen van de stoel. De trekduwstang is eveneens een gelaste plaatstalen constructie. Het betreft een kokervormige stang met aan beide zijden oogplaten die geschikt zijn voor gewrichtslagers. De vergrendeling is opgesteld in een verdiept gedeelte van de bovenkant van het landhoofd en dit zodanig dat een pen in de schijf van de kering gestoken kan worden om ongewenste rotatie van de kering te voorkomen. In de schijf zijn drie gaten met lagering voorzien zodat in de drie voorkeurstanden (parkeerstand, kerende stand, onderhoudsstand) de kering vergrendeld kan worden. De vergrendeling is een gelaste plaatstalen doosconstructie waarin een grendelpen is geborgd. Door middel van twee cilinders die in deze doosconstructie aan beide zijden van de pen gepositioneerd zijn, wordt deze pen in een opening in de schijf van de kering geduwd voor borging op drie voorkeurstanden van de kering. Voorgespannen ankers en deuvels verbinden de doosconstructie met het betonnen landhoofd tot één star lichaam.

4 4 De landhoofden zijn via een drempel met elkaar verbonden en deze drempel geeft ook voldoende toegang voor personen, kabels en leidingen van het ene landhoofd naar het andere. De drempel is gefundeerd op de beide landhoofden en is voorzien van aanslagen in roestvast staal om de lekkage tussen de stalen kering en de drempel te minimaliseren. Deze aanslagen zijn ook aan de landhoofden aan de zeezijde voorzien, zodat in kerende stand ook hier een minimale lek optreedt tussen de landhoofden en de stalen kering. De landhoofden zijn geschikt en gefundeerd om de krachten welke via de gietstalen assen uit de stalen kering en via de bewegingswerken ingeleid worden, af te kunnen dragen en minimale verplaatsingen ondergaan om de correcte werking van de kering te blijven garanderen. Tussen de beschoeiingen van de bouwkuipen van de beide landhoofden worden twee evenwijdige damplankenschermen tot in de tertiaire klei aangebracht. Deze schermen worden verbonden met de beschoeiingen van de bouwkuipen van de beide landhoofden. Tussen de twee damplankenschermen wordt een sleuf gebaggerd waarin de drempel geplaatst wordt. Aandacht dient geschonken te worden aan de correcte positionering van de drempel alsook het ondervullen van deze met zand. Deze schermen dienen niet alleen als tijdelijke beschoeiing voor de zinksleuf van de drempel maar ook als onderloopsheidsscherm in de afgewerkte toestand. De bovenkant van de beide damplankenschermen mag niet hoger komen dan de onderkant van de nieuw aan te leggen aangrenzende definitieve bodembescherming. De drempel wordt in een afzonderlijk bouwdok gemaakt. De ruimte tussen de bodem van de sleuf en de onderkant van de drempel alsook de ruimtes tussen de beide damplankenschermen en de zijkanten van de drempel worden opgevuld. Als resultaat van het ondervullen van de drempel met zand zijn de ruimte tussen de bodem van de sleuf en de onderkant van de drempel alsook de beide ruimtes tussen de beide damplankenschermen en de zijkanten van de drempel over de volledige lengte van de drempel opgevuld met zand en dit tot op een niveau dat minstens 1 meter hoger ligt dan de onderkant van de vloerplaat van de drempel. Boven op deze aanvulling met zand wordt colloïdaal beton gestort tot aan de bovenkant van de drempel en tot aan de bovenkant van de aangrenzende nieuw aan te leggen definitieve bodembescherming. De verbindingen tussen de uiteinden van de drempel en de beide landhoofden gebeuren door middel van sluitvoegen in gewapend beton. Om de drempel te kunnen plaatsen, worden de wanden van de beide landhoofden verder afgewerkt door het plaatsen van geprefabriceerde betonnen onderdelen met gebogen zijden. De beide landhoofden zijn grote massieve betonconstructies die op palen gefundeerd worden. Om deze constructies te kunnen maken wordt er voor elk landhoofd, rekening houdend met de noodzakelijke fasering van de werken, een bouwkuip in de rivier gemaakt. Voor de beschoeiing van de bouwkuipen van de landhoofden worden combi-wanden toegepast. Deze combi-wanden blijven gedeeltelijk in de grond achter omdat ze ook de krachten die op de landhoofden inwerken in afgewerkte toestand mee opnemen. De beschoeiing van de bouwkuip wordt constructief verbonden met de betonvloer in gewapend beton. Als paalfundering worden onder elk landhoofd 42 stalen buispalen geplaatst.

5 5 De werken voor de landhoofden worden in den droge in de beschoeide bouwkuip uitgevoerd. De onderkant van de beschoeiing reikt voldoende diep in de tertiaire klei zodat deze hydraulisch geïsoleerd is van het grond- en het zeewater. In de bouwkuip bevindt zich de onderwaterbetonvloer. Doorheen deze onderwaterbetonvloer worden er filterbuizen geplaatst om het water dat zich onder deze vloer bevindt tijdens de bouw van het landhoofd ook nog te kunnen bemalen. De boorgaten voor de filterbuizen worden minstens 1 m diep in de tertiaire kleilaag uitgevoerd. De boordiameter van deze gaten is voldoende groot zodat tussen de wand van het geboorde gat en de filterbuis zand kan aangebracht worden. Tevens worden er verticaal doorheen de vloerplaten (onderwaterbetonvloer + later nog te storten vloerplaat in gewapend beton) van de landhoofden op 8 plaatsen per landhoofd drukvereffeningsbuizen geplaatst. Deze zorgen ervoor dat de waterdruk onder de volledige vloerplaat en de waterdruk boven de volledige vloerplaat van het landhoofd aan de achterzijde van de wanden van het landhoofd steeds gelijk is om geen bijkomende opwaartse of neerwaartse belastingen te krijgen op de paalfundering van het landhoofd. De grond onder de vloerplaat van het landhoofd is immers hydraulisch afgesloten door de vloerplaat van het landhoofd zelf, de beschoeiing van de bouwkuip van het landhoofd en de tertiaire klei in de ondergrond. De drukvereffeningsbuizen worden opgevuld met schoon filterzand. De bovenkant en de onderkant van de drukvereffeningsbuizen worden met een geotextiel afgedekt om inspoeling van fijn materiaal te vermijden. Na verharding fungeert deze onderwaterbetonvloer ook als stut voor de beschoeiing van de bouwkuip. Indien de bovenzijde van de onderwaterbetonvloer grote oneffenheden vertoont wordt deze uitgevlakt met een beton van lage kwaliteit. Een vlakke werkvloer is vereist om de wapeningen juist te kunnen aanbrengen. Het water boven de onderwaterbetonvloer wordt uit de bouwkuip weggepompt. Het water in de grondlagen tussen de onderwaterbetonvloer en de tertiaire kleilaag wordt verwijderd door het toepassen van een bemaling. De funderingspalen worden afgebrand tot op het niveau -12,60 mtaw. Vooraleer de vloerplaat in gewapend beton gestort wordt worden de koppen van de funderingspalen zuiver gemaakt en wordt de grond in de koppen van de funderingspalen verwijderd tot op het niveau -14,40 mtaw. Vanaf dat niveau tot aan het afbrandpeil van -12,60 mtaw worden de buispalen met beton gevuld. De bovenkant van de betonconstructie van de landhoofden ligt op het niveau +8,50 mtaw. De stempeling met stutten, schoren en gordingen van de beschoeiing van de bouwkuipen vormt dus een hindernis bij de bouw van de landhoofden. Na de uitvoering van de beide landhoofden worden van beide landhoofden de vloerdoorgangen, die gebruikt zijn voor de bemaling onder de onderwaterbetonvloer, met beton dichtgemaakt en dit over de volledige dikte van de onderwaterbetonvloeren en de volledige dikte van de vloeren in gewapend beton. De bodem van de rivier wordt op volgende plaatsen uitgebaggerd: ter plaatse van de drempel; tussen de beide landhoofden; tussen het landhoofd van de linkeroever en de linkeroever zelf; tussen het landhoofd van de rechteroever en de rechteroever zelf; stroomopwaarts van de kering; stroomafwaarts van de kering. Om erosie van de bodem dieper dan het ontgravings- of baggerniveau te voorkomen (en daarmee de stabiliteit van de oevers en de landhoofden te waarborgen) wordt direct na het ontgraven of baggeren op deze plaatsen een tijdelijke bodembescherming aangebracht. Op de plaatsen waar er later een definitieve bodembescherming komt, wordt het bodempeil van de rivier tot op het niveau van de onderkant van de definitieve bodembescherming

6 6 gebracht. Op de plaatsen waar er later geen definitieve bodembescherming komt en op de plaatsen waar er later een zandaanvulling tot maximum 2 m op het oorspronkelijke bodemniveau van de rivier aangebracht wordt, wordt het bodempeil van de rivier terug aangevuld tot op zijn oorspronkelijke niveau. Tussen het nieuwe landhoofd linkeroever en de bestaande linkeroever worden twee kaaimuren gemaakt. Hiervoor worden er combi-wanden tot in de tertiaire klei geplaatst. Deze combiwanden worden verbonden met de combi-wanden van de beschoeiing van de bouwkuip van het landhoofd. Aan de bovenkant van elke kaaimuur wordt er een kesp in gewapend beton voorzien. Tussen het beton van de kespen van de kaaimuren en het beton van de zijmuren van het landhoofd wordt een voeg voorzien. De bovenkanten van de beide kaaimuren worden met elkaar verbonden door middel van legankers (trekstaven). Analoog voor rechteroever. De nieuwe kaaimuren lopen door tot in de bestaande oeververdedigingen (glooiingen) van de linkeroever. Om dit te kunnen realiseren worden plaatselijk de bestaande oeververdedigingen (glooiingen) opgebroken en later, volgens de opbouw van de bestaande oeververdedigingen, terug aangewerkt tot tegen de nieuwe kaaimuren. Aan linkeroever zeezijde, rechteroever zeezijde, linkeroever rivierzijde, rechteroever rivierzijde worden buispalen ten behoeve van de remmingswerken in de bodem van de rivier geplaatst. De remmingswerken dienen voldoende robuust te zijn om de stormvloedkering te vrijwaren van frontale aanvaring. Aan de buispalen worden horizontale en verticale stalen profielen gemonteerd waaraan nadien houten wrijfbalken bevestigd worden. Om aanvaringen op de uiteinden van de stootmuren van de landhoofden te vermijden wordt de voorkant van de wrijfbalken van de remmingswerken niet in het verlengde van de betonnen stootmuren van de landhoofden geplaatst maar wel 0,60 m naar binnen, in de richting van de vaargeul. Het remmingswerk wordt volgens de richtlijnen gesloten voorzien tussen m TAW en 8.50 m TAW. De houten wrijfbalken worden wit geschilderd. Ter beveiliging van het remmingswerk wordt voor elke hoek ervan een dukdalf geplaatst. Op de dukdalven op linkeroever wordt een getijdemeetbuis voorzien. Aan de zeezijde van de kering wordt er een definitieve bodembescherming aangebracht tussen de bestaande oeververdediging van de linkeroever en de bestaande oeververdediging van de rechteroever. De bodembescherming zorgt ervoor dat er geen ontgronding optreedt ten gevolge van de stroming veroorzaakt door de gehele stormvloedkeringsconstructie in de verschillende standen. Bij het neerlaten van de schuif wordt hierbij rekening gehouden met een verval van 1,5m water. Zowel aan de linkeroever van de IJzer (aan de zeezijde van de kering) als aan de rechteroever van de IJzer (aan de rivierzijde van de kering) wordt een wachtplaats voor jachten gemaakt. Het geheel van de kering (landhoofden, drempel, kaaimuren, remmingswerken, dukdalven en wachtplaatsen voor jachten) wordt verder afgewerkt met de nodige aanhorigheden zoals leuningen, loopvloeren, waterdichte deksels, voegen, verkenmerken en referentieverkenmerken; gravitaire leidingen en persleidingen; wrijfbalken met bevestigingsprofielen; ladders binnen in onderdelen van de kering; ladders aan de buitenkant van onderdelen van de kering; afdichtingsprofielen; beugels getijmeetbuizen; buitendeuren en

7 7 binnendeuren; conserveringen van staal; kathodische bescherming; conserveringen van beton; conserveringen van uitrustingen en aanhorigheden; tijdelijke signalisatie op de weg; definitieve signalisatie op de weg; tijdelijke signalisatie op de waterweg; definitieve signalisatie op de waterweg, Deze opsomming is niet limitatief. De kering, van gewalst en gelast staal, bestaat uit twee schijven met daarop het keerlichaam. De schijven hebben de vorm van cirkelvormige doosconstructies. Een deel van de omtrek van de beide schijven is echter recht uitgevoerd om, na montage van de volledige kering, samen met de segmentvorm van het keerlichaam een cirkelvorm te bekomen. De schijven zijn samengesteld uit, door middel van bulb- en T-profielen verstijfde, plaatvelden, met afzonderlijke waterdichte compartimenten en ze zijn in het centrum voorzien van een gietstalen naaf. De beide schijven en het keerlichaam zijn toegankelijk via afsluitbare waterdichte deuren. Alle ruimten in de beide schijven zijn toegankelijk via afsluitbare waterdichte deuren en luiken. In de schijven zijn versterkte voorzieningen aangebracht voor het bewegingswerk en de vergrendeling. Eén van de schijven geeft, via een waterdichte mantelbuis (wachtbuis) in de naaf, toegang voor bekabeling voor verlichting en instrumentarium, zoals hoekmeters, in de beide schijven en het keerlichaam. Doorheen de schijven zijn zes grote doorgangen gelast voor drukvereffening aan weerszijden van de schijven. Aan de zeezijde zijn instelbare selfactivating afdichtingen aangebracht. Aan het vlak van de doorvaartzijde van de beide schijven zijn geleidebalken ten behoeve van de scheepvaart voorzien. De schijven zijn met elkaar verbonden via het keerlichaam en dusdanig sterk en stijf om de waterdruk op de schijven in elke stand te weerstaan en de belastingen vanuit het keerlichaam over te dragen via de naaf aan de centrale assen, Bovendien dient er in alle omstandigheden voldoende vrije tussenruimte beschikbaar te blijven voor de nodige bewegingen van de kering en dient waarnodig de afdichting voldoende behouden te blijven. Het keerlichaam, een cirkelsegment over de volledige doorvaartbreedte, is opgebouwd uit dubbelzijde plaatconstructies die verstijfd zijn met gelaste bulb- en T-profielen. Het keerlichaam is voorzien van waterdichte compartimenten die elk toegankelijk zijn via afsluitbare waterdichte deuren en afsluitbare waterdichte luiken. De centrale compartimenten worden verlicht. Van daaruit is toegang mogelijk van het ene landhoofd naar het andere landhoofd. Twee compartimenten aan de zeezijde, bij de verbinding met de schijven, zijn gevuld met beton als ballast om een evenwichtigere krachtverdeling in de bewegingswerken te verkrijgen. Ten behoeve van de aanhechting van dit ballastbeton aan de staalconstructie zijn er aan de beplating in deze ruimten stiftdeuvels gelast. Het keerlichaam heeft aan de twee lange zijden afdichtingen die in geparkeerde stand voorkomen dat er sediment tussen de drempel en het keerlichaam komt en die in kerende stand het lekverlies tussen de drempel en het keerlichaam minimaliseert. Deze afdichtingen zijn instelbaar, de instelmogelijkheid wordt door de aannemer ontworpen en voorgelegd aan de opdrachtgever ter goedkeuring om een juiste indrukking tegen de aanslagen in de drempel te verkrijgen. De afdichting aan de rivierzijde heeft een PE-glijvlak om lage wrijvingskrachten te bekomen. Het keerlichaam is dusdanig sterk en stijf om de waterdruk te weerstaan en de vervormingen te beperken om de lek te minimaliseren. Tussen de gietstalen naaf en de gietstalen as is een kogelgewrichtslagering voorzien ten behoeve van de rotatie van de kering. Het lager is waterdicht afgesloten. Eén zijde is een vaste lager opstelling en de andere zijde heeft een losse opstelling. Aan de zijde van de vaste opstelling komt een mantelbuis uit de centrale as die voor een waterdichte toegang zorgt voor de bekabeling van verlichting en instrumentarium naar de gietstalen naaf.

8 8 Op één van beide landhoofden wordt een bedieningsgebouw gerealiseerd. Vanuit de controleruimte in dit gebouw, waarbij zicht is op de gehele toegangsweg aan beide zijden van de kering en op de kering zelf, kan de bediening uitgevoerd worden. Op het lokale bedieningspaneel bevindt zich een schakelaar afstand/lokaal. Deze laat de keuze toe tussen lokale bediening of bediening op afstand. Om te vermijden dat er water links en rechts van de kering over de linkeroever van de IJzer en over de rechteroever van de IJzer stroomt worden deze oppervlakken in de nieuwe toestand op een hoger peil aangelegd. Zowel op de linkeroever als op de rechteroever van de IJzer wordt het hoogste peil van de nieuwe verhardingen plaatselijk tot op het niveau +8,50 mtaw aangelegd. Om het hoogteverschil met de bestaande glooiing te overwinnen worden kleine keermuurtjes aangelegd en verankerd in de bestaande glooiing. Op linkeroever dient deze verhoging waterdicht aan te sluiten met het bestaande muurtje van de afsluiting rondom de ondergrondse parking. Op rechteroever dient deze verhoging waterdicht aan te sluiten met de bestaande muur langs het militair domein. Ter bescherming van het dienstgebouw bij extreme omstandigheden, wordt een stormmuur aangelegd tussen de ladder nabij het landhoofd en de aansluiting met de weg.. De Paul Orbanpromenade wordt in de oorspronkelijke staat heraangelegd ten behoeve van het verhogen van het niveau +8,50 m TAW. De bestaande materialen worden maximaal herbruikt. De verhardingen op de landhoofden en de verhardingen langs de Ijzer moeten steeds afwateren in de richting van het bekken van de Ijzer. De verharding op de landhoofden wordt zo aangelegd dat de afwatering naar achter gebeurd. Tussen het nieuwe landhoofd en het Loodswezenplein watert een kleine zone af naar een afvoergeul. De afvoer van deze geul wordt via een riolering PVC diameter 250mm afgevoerd naar de bestaande riolering. De nieuwe inspectieputten moeten mantoegankelijk zijn voor inspectie en de deksels van deze inspectieputten moeten ingewerkt worden in de verharding. Op linkeroever wordt tussen de aansluiting van het landhoofd en de Paul Orbanpromenade een strook voorzien met duingras. Dit is gelijkaardig aan de bestaande begroeiing langs deze promenade. De zones van het landhoofd die na de werken openbaar worden, worden aan de buitenrand van de kesp afgewerkt met een open leuning van 1,20 m hoog. De niet openbare delen worden afgesloten met een hoge afsluiting/architectonisch hekwerk van 2 m hoog. Dit zijn stalen panelen met perforaties met de visualisatie van duingras. De afgesloten zones zijn toegankelijk voor bevoegden via de brede vrijdragende toegangspoorten. Deze poorten zijn ook uitgevoerd in deze hoogwaardige afwerken van stalen panelen met perforaties. Alle vaste en losse elementen (zoals o.a. de vaste zitbanken aan de rand van de ondergrondse parking, fietshouders, ) in de zone die heraangelegd wordt van het Loodswezenplein worden opgebroken waar nodig en worden aangepast teruggeplaatst

9 9 Het opstellen, leveren en toelichten van de nodige asbuiltdocumenten en handleidingen, debriefing over de technische ervaring behoort eveneens tot de opdracht. Enkele cijfers (grootte-ordes, niet bindend): Geotechnische constructies: aandeel circa 25% van de opdracht Staalconstructie en montage: aandeel circa 20% van de opdracht De gietstalen naaf en assen aan beide zijden samen kennen een gewicht van circa 170 ton. De beide schijven en het keerlichaam samen kennen een gewicht van circa 1100 ton. Beton, wapening en betonconstructies: aandeel circa 20% van de opdracht Hydraulische en elektrische uitrusting, sturing: aandeel circa 8% van de opdracht I.3 CPV-classificatie Volgens de CPV-classificatie hebben deze werken betrekking op: Waterbouwwerkzaamheden Constructiestaalbouw Elektromechanische uitrusting Bijkomende relevante codes: Grondverzet Betonwerk van gewapend beton Havenbouwwerkzaamheden Bouwen van kademuren Voor de werken, die het voorwerp uitmaken van de aanneming van betreffende opdracht, dient de aannemer erkend te zijn in categorie E, klasse 8 + categorie B en E, klasse 8 voor het onderdeel aangaande de werken van de burgerlijke bouwkunde, meer bepaald de geotechnische constructie-elementen en constructies, de betonconstructies en de realisatie ervan op de uiteindelijke locatie; + categorie F, klasse 8 voor het onderdeel aangaande de werken van de metaalbouw; + categorie K1 of K3 of P2, klasse 7 voor het onderdeel aangaande de werken van het deel elektromechanische en hydraulische uitrusting. Indien de aannemer erkend in categorie E, klasse 8, zelf niet beschikt over de erkenning in de overige aannemingsonderdelen, dient hij dit aandeel toe te vertrouwen aan een onderaannemer of andere derde die beschikt over de erkenning in de overeenstemmende categorie en klasse voor het aandeel van deze werken in het geheel van de opdracht.

10 10 I.4. Toelichting bij de procedure Afdeling KUST onderscheidt in deze procedure (beperkte aanbesteding) 2 fasen. In een eerste fase (= kandidaatstelling) zal de afdeling de door de kandidaten ingediende kandidaatsdossiers analyseren en toetsen aan de kwalitatieve selectiecriteria. De kwalitatieve criteria hebben voornamelijk betrekking op het toegangsrecht, de economische en financiële draagkracht en de technische bekwaamheid van de kandidaten (zie hieronder punt II). Hierna ontvangt elke niet-geselecteerde kandidaat binnen redelijke termijn een uitvoerige gemotiveerde beslissing met daarin opgenomen de redenen tot niet-selectie. In een tweede fase nodigt de afdeling de geselecteerde kandidaten uit om een offerte in te dienen op basis van het bijzonder bestek dat zij hen ten dien einde zal opsturen. Bij het ontvangen van meer dan 5 regelmatige kandidatuurstellingen die aan de minimale eisen voldoen, behoudt afdeling KUST zich het recht het aantal geselecteerden te beperken tot 5 op basis van het beoordelingssysteem onder punt II weergegeven. Tijdens deze fase hebben de geselecteerde kandidaten de mogelijkheid om schriftelijk vragen, suggesties of bemerkingen omtrent het bijzonder bestek aan de afdeling voor te stellen. Indien het geval zal de afdeling KUST voor de opening der offerten een document opstellen waarbij deze vragen, suggesties of bemerkingen omtrent het bijzonder bestek gebundeld en beantwoord zullen worden. II. Kwalitatieve selectiecriteria ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN BIJ TOEPASSING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT VAN PLAATSING OVERHEIDSOPDRACHTEN KLASSIEKE SECTOREN (K.B. PLAATSING) (BS 9 AUGUSTUS 2011) Hoofdstuk 5 Selectie kandidaten en inschrijvers - toegangsrecht en kwalitatieve selectie Afdeling 1 Algemene bepalingen Art. 60 Administratieve vereenvoudiging 1 De aanbestedende overheid vraagt voor de Belgische inschrijvers zelf de volgende documenten op: - Attest inzake sociale zekerheid en het bijbehorend attest inhoudingsplicht artikel 30bis ; - Attest niet-faillissement; - Bewijs van erkenning; - Attest hoofdelijke aansprakelijkheid en inhouding artikel 402 en 403 WIB.

11 11 Afdeling 2 Toegangsrecht Art. 61, 4 Uitsluitingscriteria Door zich kanidaat te stellen voor deze opdracht verklaart de kandidaat zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden zoals bedoeld in art. 61, 1 en 2 K.B. Plaatsing. De aanbestedende overheid houdt zich het recht voor om de attesten die de niet- uitsluiting bewijzen op te vragen ongeacht het moment van de procedure voor de sluiting van de opdracht. Art. 64 Toegangsverbod Door zich kandidaat te stellen voor deze opdracht verklaart de kandidaat niet over een voorkennis te beschikken zoals bedoeld in dit artikel. Afdeling III Kwalitatieve selectie Art 67 Financiële en economische draagkracht Inschrijvers van vreemde nationaliteit dienen zelf de nodige bewijsstukken inzake erkenning bij hun offerte te voegen. Voor de vereiste erkenningen wordt verwezen naar punt I.3 Art. 69 Technische bekwaamheid Een eerste minimale vereiste om toegelaten te worden, is dat de inschrijver aantoont over de nodige erkenningen te beschikken voor de uit te voeren werken en de hieronder expliciet vermelde onderdelen: Voor de werken, die het voorwerp uitmaken van de aanneming van betreffende opdracht, dient de aannemer erkend te zijn in categorie E, klasse 8 + categorie B en E, klasse 8 voor het onderdeel aangaande de werken van de burgerlijke bouwkunde, meer bepaald de geotechnische constructie-elementen en constructies, de betonconstructies en de realisatie ervan op de uiteindelijke locatie; + categorie F, klasse 8 voor het onderdeel aangaande de werken van de metaalbouw; + categorie K1 of K3 of P2, klasse 7 voor het onderdeel aangaande de werken van het deel elektromechanische en hydraulische uitrusting. Indien de aannemer erkend in categorie E, klasse 8, zelf niet beschikt over de erkenning in de overige aannemingsonderdelen, dient hij dit aandeel toe te vertrouwen aan een onderaannemer of andere derde die beschikt over de erkenning in de overeenstemmende categorie en klasse voor het aandeel van deze werken in het geheel van de opdracht.

12 12 Bovendien dient de kandidaat zijn technische bekwaamheid aan te tonen door het voorleggen van onderstaande documenten / nota s. Een tweede minimale vereiste om toegelaten te worden is bovendien dat de kandidaat minimaal 70/100 punten scoort op onderstaand beoordelingssysteem. De kandidaat dient bij het indienen van de documenten onderstaande vorm te respecteren. Informatie die aangeleverd wordt buiten deze structuur zal niet in aanmerking komen bij de beoordeling. Bij het ontvangen van meer dan 5 regelmatige kandidatuurstellingen die aan de minimale eisen voldoen, behoudt afdeling Kust zich het recht het aantal geselecteerden te beperken tot 5 op basis van dit beoordelingssysteem. Elke kandidaat dient een referentielijst en/of andere documenten voor te leggen waaruit volgende expertise blijkt: A. Voor wat betreft de burgerlijke bouwkunde: Een lijst met realisaties van beweegbare stormvloedkeringen, sluizen, afgezonken tunnelelementen, en/of andere werken verwant met de voorliggende opdracht, waarvan de voorlopige oplevering plaatsvond in de loop van de voorbije 10 jaren. In de lijst dient achtereenvolgens vermeld te worden: het jaartal van de uitvoering (actualiteitswaarde wordt beoordeeld), de titel, het bedrag, de afmetingen en het gewicht van de eventuele zinkstukken, de aanbestedende publiek- of privaatrechtelijke instanties, de contactpersoon (naam en telefoonnummer) en een bondige beschrijving van de inhoud van de opdracht en de opdracht uitgevoerd door de kandidaat in deze. Deze diensten worden gestaafd aan de hand van hetzij certificaten opgesteld door de bevoegde autoriteiten, hetzij, bij ontstentenis daarvan door een verklaring van de dienstverlener zelf. De lijst dient door de kandidaat zelf gesorteerd te worden volgens de relevantie voor deze opdracht. De relevantie en raakpunten met de huidige opdracht dienen specifiek vermeld te worden. B. Voor wat betreft de metaalbouw: Een lijst met realisaties van beweegbare stormvloedkeringen, sluizen, waarvan de voorlopige oplevering plaatsvond in de loop van de voorbije 10 jaren In de lijst dient achtereenvolgens vermeld te worden: het jaartal van de uitvoering (actualiteitswaarde wordt beoordeeld), de titel, het bedrag, tonnage gelast staal, tonnage gietwerk, de aanbestedende publiek- of privaatrechtelijke instanties, de contactpersoon (naam en telefoonnummer) en een bondige beschrijving van de inhoud van de opdracht en de opdracht uitgevoerd door de kandidaat in deze. Deze diensten worden gestaafd aan de hand van hetzij certificaten opgesteld door de bevoegde autoriteiten, hetzij, bij ontstentenis daarvan door een verklaring van de dienstverlener zelf. De lijst dient door de kandidaat zelf gesorteerd te worden volgens de relevantie voor deze opdracht. De relevantie en raakpunten met de huidige opdracht dienen specifiek vermeld te worden. De kandidaat dient ook aan te tonen te beschikken over voldoende gecertificeerde lassers en schilders.

13 13 C. Voor wat betreft de automatisatie (PLC, sturing,.): Een lijst met realisaties van gelijkaardige projecten (elektronische aansturing van mobiele keringen, ) waarvan de voorlopige oplevering plaatsvond in de loop van de voorbije 10 jaren. In de lijst dient achtereenvolgens vermeld te worden: het jaartal van de uitvoering (actualiteitswaarde wordt beoordeeld), de titel, het bedrag, de aanbestedende publiekof privaatrechtelijke instanties, de contactpersoon (naam en telefoonnummer) en een bondige beschrijving van de inhoud van de opdracht en de opdracht uitgevoerd door de kandidaat in deze. Deze diensten worden gestaafd aan de hand van hetzij certificaten opgesteld door de bevoegde autoriteiten, hetzij, bij ontstentenis daarvan door een verklaring van de dienstverlener zelf. D. Het team dat zal ingezet worden voor de concrete opdracht. De kandidaat geeft de nominatieve samenstelling weer van het voorgestelde projectteam (met hun functie en de betreffende opdracht) en hun eventuele vervangers met daarbij de specifieke ervaring in de uitvoering van soortgelijke werken, hun algemene beroepservaring en hun technische achtergrond (diploma s en getuigschriften). De inschrijver verbindt er zich toe de uitvoering door het voorgestelde projectteam te laten uitvoeren. Er kunnen geen wijzigingen aan het projectteam worden aangebracht tenzij na instemming van de aanbestedende overheid op een daartoe gemotiveerde schriftelijke aanvraag aan de aanbestedende overheid. Beoordelingssysteem A: 25 punten Volgende onderdelen worden meegenomen voor het toekennen van punten: 1. Aantal geldige referenties /5 punten 2. De relevantie van de referenties en raakpunten met de huidige opdracht; de beschrijving van de opdrachten uitgevoerd door de kandidaat in de vermelde referenties /20 punten B: 25 punten Volgende onderdelen worden meegenomen voor het toekennen van punten: 1. Aantal geldige referenties / 5 punten 2. De relevantie van de referenties en raakpunten met de huidige /15 punten opdracht; de beschrijving van de opdrachten uitgevoerd door de kandidaat in de vermelde referenties 3. De kandidaat beschikt over voldoende gecertificeerde lassers en schilders. Onder voldoende wordt begrepen dat de kandidaat aantoont dat de volledige opdracht kan gerealiseerd worden met de beschikbare gecertificeerde lassers en schilders. / 5 punten

14 14 C: 15 punten Volgende onderdelen worden meegenomen voor het toekennen van punten: 1. Aantal geldige referenties /5 punten 2. De relevantie van de referenties en raakpunten met de huidige opdracht; de beschrijving van de opdrachten uitgevoerd door de kandidaat in de vermelde referenties /10 punten D: 35 punten De meeste punten worden toegekend aan het team dat het meest ervaring heeft in gelijkaardige projecten aangaande burgelijke bouwkunde, metaalbouw, elektromechanische en hydraulische uitrusting, sturing, en die in aard en omvang deze van huidige opdracht evenaren of overstijgen. Bij de quotering worden de 3 specificaties, namelijk burgerlijke bouwkunde, metaalbouw en elektromechanische en hydraulische uitrusting en sturing, gelijkwaardig beschouwd. Bovendien wordt het belang van een voldoende ervaring van het gehele team en ieder teamlid afzonderlijk ten zeerste benadrukt om punten op dit onderdeel te kunnen toekennen. Art. 74 Beroep op draagkracht andere entiteiten Het is de inschrijver niet toegelaten een beroep te doen op de draagkracht van andere entiteiten wanneer aan deze laatste het toegangsrecht is ontzegd op grond van art. 21 wet Als de inschrijver zich beroept op de draagkracht van andere entiteiten, moet de behoorlijk ondertekende en gedagtekende verbintenis met deze entiteiten bij de offerte gevoegd worden.