beleid remtestinrichtingen

Transcriptie

1 beleid remtestinrichtingen In dit document wordt een toelichting gegeven omtrent de toepassing en plaatsing van remtestinrichtingen. Dit document is informatief van aard en wordt gezien als een groeidocument. Aan het document kunnen geen rechten worden ontleend. Dit document ontslaat de erkenninghouder niet van zijn verplichting om te voldoen aan de arbeidsomstandighedenwet en onderliggende regelgeving. Mocht er sprake zijn van een ongeval dan zal de arbeidsinspectie achteraf beoordelen of de betrokken erkenninghouder alles in het werk heeft gesteld om het ongeval te voorkomen.

2 algemeen Inhoudsopgave 1 Algemeen: Typegoedkeuring van een remtestinrichting Rollenremtestbanken Platenremtestbanken Verplaatsen remtestinrichting Plaats remtestinrichting: Binnen Buiten Motivering plaats remtestinrichting Beleid RDW m.b.t. plaatsing: Overgangsregeling Rollenremtestbank Plaatsing voor een hefinrichting: Beleid RDW: Vrije ruimte rondom een rollenremtestinrichting Platenremtestbank Plaatsing Platenremtestbank in combinatie met een hefinrichting Platenremtestbank in combinatie met een inspectieput Mobiele platenremmenbank Elektronische remvertragingsmeter Pedaalkrachtmeter RDW-VT APK proces 1

3 algemeen 1 Algemeen: Vanaf 1 mei 2014 moeten alle APK erkenninghouders beschikken over een rollenremtestbank of een platenremtestbank. het gebruik van een elektronische remvertragingsmeter is alleen toegestaan indien een voertuig technisch zodanig is ontworpen dat een remtest op een rollenremtestbank of een platenremmenbank onmogelijk is. Hierbij speelt alleen de technische constructie (het voertuig is te laag of heeft een niet uitschakelbare permanente vierwiel-drive) van een voertuig een rol. Te grote afmetingen van een voertuig, is alleen op de categorie APK 1-voertuigen van toepassing. 2010/48/EG De basis voor deze verplichting is opgenomen in richtlijn 2010/48/EG bijlage 2 artikel Bepalen van de bedrijfszekerheid van de bedrijfsrem: Test met een statische remtestmachine of, indien door technische redenen dergelijke machine niet kan worden gebruikt, een test op de weg met een registrerende vertragingsmeter. Voertuigen of aanhangwagens met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg moeten overeenkomstig de ISO normen of gelijkwaardige methoden worden gecontroleerd. Testen op de weg moeten worden uitgevoerd onder droge weersomstandigheden op een vlakke, rechte baan. Arbidsomstandighedenwet artikel 3 Arbeidsomstandigheden besluit Art 3.2; 3.6; 3.14 Indien een remtestinrichting geplaatst wordt, dient de erkenninghouder rekening te houden met zijn verplichting om te voldoen aan de arbeidsomstandighedenwet en onderliggende regelgeving. Dit document is opgesteld om een interpretatie te geven aan de plaatsing van remtestinrichtingen en de aangegeven maatvoeringen zijn richtinggevend. RDW-VT APK proces 2

4 algemeen 2 Typegoedkeuring van een remtestinrichting Regeling Voertuigen Hoofdstuk 8 Meetmiddelen 2.1 Rollenremtestbanken De eisen van de rollenremtestbanken zijn niet gewijzigd. De eisen zoals deze in 2004 zijn opgesteld blijven dus onverkort van toepassing 2.2 Platenremtestbanken Nieuwe typegoedkeuringen zijn verplicht per Vanaf kan het NMi nieuwe typegoedkeuringen afgeven en mogen ze worden gebruikt. Bestaande typegoedkeuringen vervallen per Platenremtestbanken welke geplaatst zijn op basis van een oude typegoedkeuring kunnen gebruikt worden tot ze vervangen worden (end of life). De herkeuring vindt plaats op basis van de eisen die gekoppeld zijn aan de typegoedkeuring van de betreffende platenremtestbank. Voor platenremtestbanken die zijn toegelaten op basis van een typegoedkeuring van voor betekent dit dat zij tijdens de herkeuring getoetst worden aan de eisen zoals zij op van kracht waren nieuwe TGK verplicht Afgifte nieuwe TGK vervallen oude TGK platenremtestbank nieuwe TGK oude TGK REK APK art 17 lid Verplaatsen remtestinrichting Indien een bestaande remtestinrichting wordt verplaatst dient deze na verplaatsing een eerste-, dan wel een herkeuring te ondergaan. Om een herkeuring te kunnen toepassen dient de remtestinrichting voorzien te zijn van een certificaat van eerste dan wel van herkeuring. Dit certificaat behoeft niet geldig te zijn. RDW-VT APK proces 3

5 algemeen Arbeidsomstandigheden besluit Art 3.2; 3.6; Plaats remtestinrichting: Een remtestinrichting dient dusdanig geplaatst te zijn dat de risico s bij het gebruik van de remmentestinrichting tot een minimum beperkt worden (denk daarbij aan o.a. de beschikbare vrije ruimte en aanrijdgevaar). 3.1 Binnen Buiten APK 1 Van het moment dat de rollenremtestbank voor APK 1 verplicht gesteld is, moet een rollenremtestinriching bij een APK 1 erkenninghouder binnen in de werkplaats liggen. Voorgaande is ook van toepassing op zogenaamde combi (APK1+APK2) rollenremtestbanken. APK 2 Bij APK 2 moet een remtestinrichting binnen geplaatst zijn of buiten zover de remtestinrichting is geplaatst onder een deugdelijke overkapping. 3.2 Motivering plaats remtestinrichting Er is een verschil in beleid ten aanzien van APK 1 en APK 2 en de plaatsing van een remmentestinrichting. APK 1 Bij een rembeproeving van een APK 1 voertuig is het noodzakelijk dat de keurmeester onder het voertuig een aantal handelingen moet uitvoeren zoals remdrukopnemer aansluiten, aslastsimulatie monteren. Dit heeft tot gevolg dat gezien o.a. arbeidsomstandigheden de remtestinrichting altijd binnen geplaatst moet zijn. APK 2 Bij een rembeproeving van de APK 2 voertuig zijn er geen extra handelingen noodzakelijk en kan de keurmeester een volledige remproef uitvoeren terwijl hij in het voertuig zit. Het is dan vanuit de arbeidsomstandigheden niet noodzakelijk dat de remproef binnen plaats vindt Beleid RDW m.b.t. plaatsing: Bij een APK 2 erkenninghouder moet de remmmentestinrichting binnen in de werkplaats of onder een overkapping geplaatst te worden. Een overkapping moet dan aan de volgende eisen voldoen: De overkapping is permanent aangebracht De vrije ruimte rondom de remtestinrichting van 0,5 meter De overkapping dient geplaatst te zijn op hetzelfde perceel als waar de keuringsplaats gevestigd is. REK APK begripsbepalingen keuringsplaats: een perceel of enkele kadastraal aangrenzende percelen waarop een erkenninghouder als bedoeld in artikel 83 van de wet de keuring verricht en waarbij de keuringsruimte kan bestaan uit één of meer besloten ruimten gelegen in één gebouw, dan wel in verscheidene belendende of nagenoeg belendende gebouwen, bedoeld om deel uit te maken van een keuringsplaats; RDW-VT APK proces 4

6 algemeen De overkapping dient van voldoende afmetingen te zijn, welke noodzakelijk is voor de remproef. Voorgaande houdt in dat tijdens de remproef zowel het voertuig als de remtestinrichting overkapt dient te zijn. De overkapping dient voorzien te zijn van deugdelijke verlichting Indien een remtestinrichting onder een overkapping is geplaatst, dient de erkenninghouder er rekening mee te houden dat de remtestinrichting maar tot en bepaalde minimum temperatuur geschikt is. REK APK art 28, art 31 Voorgaande betekent dat wanneer de remtestinrichting niet werkt als gevolg van de buitentemperatuur dit beschouwd wordt als een ondeugdelijk meetmiddel en leidt tot een overtreding van de APK-voorschriften met als gevolg dat er een sanctie kan worden opgelegd.. Mobiele APK 1 erkenninghouder Een mobiele APK1-erkenninghouder dient de beschikking te hebben over een eigen remtestinrichting. Een mobiele APK1-erkenninghouder heeft toestemming om de remproef buiten uit te voeren. Mobiele APK 2 erkenninghouder Een mobiele APK2-erkenninghouder dient de beschikking te hebben over een eigen remtestinrichting. Gezien de voorgaande standpunten dient een mobiele APK2-erkenninghouder ook er zorg voor te dragen dat de remproef binnen dan wel onder een afdak kan gebeuren. 3.4 Overgangsregeling Erkenninghouders die de beschikking hebben over een remtestinrichting en die geplaatst is voor , maar niet voldoen aan de in dit document geformuleerde richtlijnen, dienen deze aan te passen conform de richtlijnen in dit document. De bestaande situaties moeten geïnventariseerd worden en voor zijn aangepast. In overleg met de bedrijfsinspecteur kan gemotiveerd van deze datum worden afgeweken tot uiterlijk Remtestinrichtingen ten behoeve van APK2 welke nog buiten liggen dienen voor verplaatst te zijn naar binnen dan wel overkapt te zijn. RDW-VT APK proces 5

7 rollenremtestinrichting 4 Rollenremtestbank 4.1 Plaatsing voor een hefinrichting: Uitgangspunt is dat het voertuig tijdens de remmentest (nagenoeg) horizontaal 1 moet staan. Tevens dient er voldoende ruimte rond de remtestinrichting aanwezig te zijn zodat op een normale en veilige wijze een remproef kan worden uitgevoerd. Deze ruimte kan beperkt worden door bijvoorbeeld de hefinrichting, muren, enz. Voor een hefinrichting met rijbanen Indien een rollenremtestbank voor een hefinrichting met rijbanen geplaatst wordt dient de remmenbank zo geplaatst te zijn dat op een normale manier een beremming uitgevoerd kan worden en het voertuig veilig op de hefinrichting gereden kan worden. Dergelijke situaties zijn afhankelijk van de infrastructuur waar de rollenremtestbank geplaatst wordt. De rollenremtestbank, moet zo geplaatst zijn dat de plaatsing geen invloed heeft op de uit te voeren remtesten en de resultaten van de remtest Tevens dient de rollenremtestbank, indien deze deels dan wel helemaal binnen de 50 cm van de hefinrichting ligt, bij niet gebruik te zijn afgesloten dmv afdekplaten. 4.2 Beleid RDW: De rollenremtestbanken die voor in de hiervoor geschetste situatie geplaatst zijn en die niet zijn voorzien van afdekplaten moeten zijn voor voorzien van afdekplaten. 4.3 Vrije ruimte rondom een rollenremtestinrichting Rondom de remtestinstallatie dient voldoende vrije ruimte aanwezig te zijn om een remtest op normale en veilige wijze te kunnen uitvoeren. Bij een rollenremtestbank is er minder vrije ruimte nodig omdat de remtest statisch gebeurt. De vrije ruimte bij een rollenremtestinrichting moet aan beide zijden minimaal 50 cm bedragen. De plaatsbepaling van de remmenbank in de lengte is afhankelijk van de lengte van het te remmen voertuig. De plaatsbepaling wordt gemeten vanaf het hart van de remmenbank tot aan het einde van de vrije ruimte, deze lengte is maat X Maat x : Hart achterste as tot voorzijde voertuig + 0,5 meter. Het kan zijn dat de erkenninghouder door de plaats van de rollenremtestbank een beperking krijgt op de breedte, lengte of hoogte van de te keuren voertuigen. 1 Nagenoeg horizontaal betekent dat de remtest en de resultaten van de remtest niet beïnvloed mogen worden door de hellingshoek van het voertuig. RDW-VT APK proces 6

8 rollenremtestinrichting 50 cm X RDW-VT APK proces 7

9 platenremtestbank 5. Platenremtestbank 5.1 Plaatsing Een remmentest op een platenremmenremtestinrichting gebeurt dynamisch. Hierdoor is het noodzakelijk dat de test gebeurt op een vlakke ondergrond en dat het voertuig vlak blijft staan tijdens de test. Voorgaande houdt dan ook in dat er voorwaarden gesteld moeten woorden ten aanzien van de plaatsing van een platenremtestbank. Het plaatsen van een platenremtestbank onder een hefbrug met rijbanen is niet toegestaan. Het plaatsen van een platenremtestbank tussen een tweekolomsbrug is toegestaan indien voldaan wordt aan de vrije ruimte zoals hieronder gesteld. Indien een platenremtestbank tussen een tweekolomsbrug wordt geplaatst mag er geen hoogteverschil aanwezig zijn tussen een eventuele dwarsverbinding tussen de kolommen van de hefinrichting en de bovenzijde van de remplaten. Indien een platenremtestbank voor een hefinrichting met rijbanen wordt geplaatst en er is een hoogteverschil tussen de bovenzijde van de rijbanen en de bovenzijde van de remplaten, dient tijdens de remproef de hefinrichting omhoog te zijn. Logische wijs zal hierdoor de te keuren voertuigen in de hoogte beperkt worden. Indien een platenremtestbank voor een hefinrichting met rijbanen wordt geplaatst en er is geen hoogteverschil tussen de bovenzijde van de rijbanen en de bovenzijde van de remplaten, dient tijdens de remproef de hefinrichting volledig gefixeerd te zijn (bijvoorbeeld een platenremtestbank in combinatie met een schaarhefbrug). Arbeidsomstandigheden besluit Art 3.2; 3.6; Vrije ruimte rondom een platen remtestbank Rondom de remtestinstallatie dient voldoende vrije ruimte aanwezig te zijn om een remtest op normale en veilige wijze te kunnen uitvoeren. Bij een platenremmenbank gebeurt de remtest dynamisch. Hierdoor is er meer vrije ruimte rond om de installatie noodzakelijk. Aan de beide zijkanten moet een vrije ruimte zijn van 0.5 meter en aan de voorkant een vrije ruimte van de voertuiglengte plus 1 meter. De plaatsbepaling van de remmenbank is afhankelijk van de lengte van het te remmen voertuig. De plaatsbepaling wordt gemeten vanaf het einde van de remplaat van de platenbank tot aan het einde van de vrije ruimte, deze lengte is maat X. Bij een 4 plaats remmenbank kan vanaf de eerste remmenplaat gemeten worden, mits de procedures van de remmenbank het toelaten dat de parkeerrem op de eerste remplaat gemeten kan worden. RDW-VT APK proces 8

10 platenremtestbank Maat x : Hart achterste as tot voorzijde voertuig + 1 meter. 50 cm X 50 cm X RDW-VT APK proces 9

11 Afwijkende constructies 5.3 Platenremtestbank in combinatie met een hefinrichting Het plaatsen van een rollenremtestbank in een hefinrichting zal nagenoeg onmogelijk zijn. Het combineren van een remtestinrichting met een hefinrichting zal zich daarom beperken tot een platenremtestbank. 50 cm De platenremtestbank dient goed gefixeerd te zijn met de fundering waar hij op rust. Indien de platenremmenbank geplaatst wordt op of in een hefinrichting zal de hefinrichting, in verband met het hoogte verschil, verzonken in de vloer geplaatst moeten zijn. Een combinatie van hefinrichting met een platenremmenbank zal daarom in de praktijk zich beperken tot een zogenaamde schaarhefbrug. Omdat de hefinrichting fungeert als fundering van de platenremmenbank zal deze volledig gefixeerd moeten zijn ten opzichte van de werkplaatsvloer waarin hij is geplaatst. Met name in de lengterichting van de hefinstallatie is een volledige fixatie noodzakelijk. 5.4 Platenremtestbank in combinatie met een inspectieput Indien een platenremtestbank geplaatst wordt kort voor of op de rijbanen naast een inspectieput, moet de inspectieput voorzien zijn van een deugdelijke geleidingsrand om zo het risico om in de inspectieput te rijden tot een minimum te beperken. 6 Mobiele platenremmenbank Uit het voorgaande blijkt dat een platenremmenbank volledig gefixeerd dient te zijn met de fundering. De mobiele installatie waarop de platenremmenbank is geplaatst dient tijdens de remmentest volledig gefixeerd te zijn op de vloer waarop hij geplaatst is. Indien een platenremmenbank als mobiele installatie ontworpen wordt zal dan ook terdege rekening gehouden moeten worden dat de mobiele installatie volledig gefixeerd is met de ondergrond waarop hij geplaatst is. Naar de mening van de RDW zal de ondergrond voorbereid dienen te zijn op plaatsing van een mobiele platenremmenbank. Een constructie met kabels, kettingen of sjorbanden voldoet niet aan de eis dat de platenremtestbank volledig gefixeerd is.. Het NMi deelt deze mening van de RDW. Daarnaast is er het probleem dat de APK-keuring binnen, dan wel, bij APK 2, overkapt dient te gebeuren. Voorgaande geldt ook voor de remmentest bij een mobiele KI RDW-VT APK proces 10

12 Bijzondere situaties 7 Elektronische remvertragingsmeter Het gebruik van een elektronische remvertragingsmeter is alleen toegestaan indien een voertuig zodanig technisch is ontworpen dat een remtest op een rollenremtestbank of een platenremmenbank onmogelijk is. Hierbij speelt alleen de technische constructie van een voertuig een rol. Bijvoorbeeld een niet uitschakelbare permanente vierwielaandrijving of een voertuig dat zodanig laag geconstrueerd is dat het niet op een remtestinrichting geremd kan worden.. Te grote afmetingen van een voertuig, behoudens buiten categorie APK 1-voertuigen, spelen hierbij geen rol. Indien een voertuig technisch niet geremd kan worden op een remtestinstallatie moet de keurmeester verplicht beschikken over een goedgekeurde remvertragingsmeter. Anders dan in de huidige systematiek dient hij de remvertragingsmeter ook te gebruiken tijdens de remtest. In exceptionele gevallen, bv een defecte remtestinstallatie, zal de RDW een individuele afspraak met haar erkenninghouder maken. 8 Pedaalkrachtmeter Tijdens de remtest op een remtestinrichting dient gebruik gemaakt te worden van een goedgekeurde pedaalkrachtmeter. Wordt de remtest op een platenremtestbank uitgevoerd dan dient de pedaalkrachtmeter te beschikken over een zogenaamde arreteerstand. Met behulp van een arreteerstand kan achteraf, na de remtest, de maximum behaalde pedaalkracht worden afgelezen. In plaats van een pedaalkrachtmeter mag ook een elektronische remvertragingsmeter gebruikt worden. Het moet echter wel praktisch uitvoerbaar zijn om een elektronische remvertragingsmeter tijdens een remtest als pedaalkrachtmeter te gebruiken. Ook dient in dat geval de remtest volgens de regelgeving en de voorschriften van de fabrikant van de remtestinrichting uitgevoerd kunnen worden. Daarnaast zal de pedaalkrachtmeter goedgekeurd moeten zijn. Voorgaande kan inhouden dat de gehele remvertragingsmeter jaarlijks een herkeuring moet ondergaan. RDW-VT APK proces 11