Balanceermachine GEBRUIKERSHANDLEIDING

Transcriptie

1 - 1 -

2 1 Algemeen 1.1 Algemene veiligheidsregels De balanceermachine mag alleen gebruikt worden door personeel dat daar gemachtigd voor is en voldoende opgeleid is. De balanceermachine mag alleen maar gebruikt worden voor de doeleinden die beschreven staan in het de handleiding. De balanceermachine mag niet aangepast worden op wat voor een manier dan ook, tenzij deze aanpassingen expliciet worden voorgeschreven door de fabrikant. Verwijder de beveiligingen aan de balanceermachine niet. Er mag alleen maar door gespecialiseerd personeel gewerkt worden aan de balanceermachine. De balanceermachine niet schoonmaken met compressorlucht. Vermijdt vloeistoffen die oplosmiddelen bevatten om de machine schoon te maken. Voordat met het wiel gaat balanceren, moet met men er zeker van zijn dat het wiel veilig tegen de flens aan zit. Degene die de balanceermachine bediend mag geen kleren dragen met loshangende/flapperende delen. Sta niet toe dat onbevoegd personeel de balanceermachine benaderd als men aan het balanceren is. Plaats geen voorwerpen op/naast/onder de balanceermachine die juiste werking van deze machine zouden kunnen beïnvloeden. De stop knop om het wiel te stoppen tijdens noodgevallen Gebruik de beschermkap indien deze met de machine geleverd is. 1.2 Toepassing De machine is ontworpen om wielen te balanceren van motorfietsen met een maximum gewicht van 65 kg. De machine kan gebruikt worden bij temperaturen tussen 0 en 45 graden Celsius. 1.3 Maatvoering 1.4 Technische gegevens 1-fase voeding Maximaal opgenomen vermogen Balanceersnelheid Maximale meetresolutie Gemiddelde geluidsproductie Breedte bereik van de velg Diameter bereik van de velg 230V - 50/60Hz 180 W 150 omw/min 1 gram < 70dB (A) 1.5" - 20" ( mm) 10" - 26" ( mm) - 2 -

3 2 Het plaatsen en verplaatsen van de machine De machine kan gebruikt worden op iedere niet veerkrachtige vloer. Zorg ervoor dat de machine alleen rust op de steunpunten die er op zijn gemonteerd OPMERKING: til de balanceermachine niet op aan de balanceeras. 3 Elektrische aansluiting De machine is uitgevoerd met een 1-fase kabel plus een aarde aansluiting. Als de kabel van de machine verlengd wordt dan moet deze kabel minimaal een doorsnede hebben van 1,5mm2 De voedingsspannning en de frequentie van de machine staat vermeld op het identificatieplaatje, deze mogen niet worden veranderd. Het elektrisch aansluiten van de machine moet altijd gedaan worden door vakbekwaam personeel. De machine mag niet worden aangesloten zonder een goed aardpunt. 4 Het monteren van de motorfietswiel adaptors 1. Monteer as (C) en draai deze aan. 2. monteer plaat (D) over de as en bevestig deze aan de flens van de balanceermachine. 3. Monteer de schijven (E) aan de plaat (D)

4 5 Aan- en uitzetten van de machine De machine wordt aan en uitgezet met de schakelaar aan de linkerkant van de machine. 6 Monteren van de velg op de as 1. Selecteer een paar conussen (F) die het beste in het gat van de velg passen. 2. Schuif de eerste conus op de as met het dunste gedeelte aan de kant van de velg. 3. Schuif de velg over de as, tegen de conus aan. Zodat de velg gecentreerd zit op de as. 4. Schuif de tweede conus over de as met het dunste gedeelte aan de kant van de velg. 5. Selecteer de best passende spacer (G) en schuif deze op de as, monter het geheel met de moer (H). 6. Monteer de pinnnen (I) zoals aangegeven in de afbeelding hieronder. Let op! Monteer altijd alle 4 de pinnen symmetrisch in verband met de balansmeting

5 7 De afstand meting Extensie (J) kan op de meetarm geplaatst worden, voor het meten van motorfietswielen. 8 Wielgegevens A: De afstand gemeten van de machine tot aan de velg. Gebruik hiervoor de meetarm met verlenging (J). B: De breedte van de velg. D: De diameter van de velg. Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel om handmatig de wielgegevens in te voeren

6 9. Balanceermode Voor wielen smaller dan 4 inch: Gebruik de statische balanceermode. Druk op de S/D/M knop, totdat de statische (S) balanceermode is geselecteerd. Er komt dan STA in het linker LED-display te staan. Sluit de beshermkap, de machine zal beginnen met de meting. Na de meting komt op het rechter LED-display het gewicht te staan. Voor wielen breder dan 4 inch: Gebruik de dynamische balanceermode. Druk op de S/D/M knop, totdat de dynamische (D) balanceermode is geselecteerd. Sluit de beshermkap, de machine zal beginnen met de meting. Na de meting komt op de LED-displays het gewicht te staan. 10. Zelf-diagnose Draai het wiel in de richting van de balanceermachine. Het display zal een waarde van 0 tot 255 weergeven. Draai het wiel in tegengestelde richting, het display zal dan een waarde van 255 tot 0 weergeven. Druk de balanceeras in een willekeurige richting, de waarde op het display moet veranderen. Druk de balanceeras in een willekeurige richting, de waarde op het display moet veranderen

7 11. Zelf-kalibratie Monteer een personenautowiel met gemiddelde maten en voer deze maten in. Voer een meting uit zonder gewicht toe te voegen. Monteer 100 gr lood aan de binnenkant van de velg op 12 uur positie. Monteer 100 gr lood aan de buitenkant van de velg op dezelfde postie. Dus oversteken. Zodra er Etp On in beeld komt te staan is de kalibratie voltooid. 12. ERROR codes ERR -0- De machine is niet correct ingesteld en gekalibreerd. Bel voor technische assistentie. ERR -CAL- De machine is niet correct gekalibreerd. Bel voor technische assistentie of voer opnieuw de kalibratie uit. ERR -2- De snelheid van het draaiende wiel was te langzaam tijdens de meting. Controleer of de opspanmoer vast genoeg is aangedraaid. ERR -5- Microschakelaar is defect of niet goed afgesteld. Bel voor technische assistentie. ERR -6- Tijdens de meting is het wiel te vroeg gestopt

8 13. Elektrisch schema - 8 -