ECTS-fiche. Graduaat sociaal-cultureel werk Educatieve activiteiten opzetten

Transcriptie

1 ECTS-fiche Opzet van de ECTS-fiche is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één ECTS-fiche voor elke module. 1. Identificatie Opleiding Graduaat sociaal-cultureel werk Module Educatieve activiteiten opzetten Code Bc7 Lestijden 40 Studiepunten n.v.t. Ingeschatte totale 150 studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot NEE aanvragen vrijstelling Vereiste aanwezigheid 100% 1 De totale studiebelasting hangt af van de kennis, inzet en ervaring van de student. De ingeschatte totale studiebelasting geeft een gemiddelde weer en wordt uitgedrukt in uren van 50 minuten. Het omvat de lesmomenten, de verwerkings- en voorbereidingstijd en de evaluatiemomenten. 1

2 2. Inhoud Een geïntegreerde opdracht op basis van de competenties verworven in de verschillende modules en de beroepspraktijk. De studenten werken gezamenlijk een sociaal-cultureel project uit dat ze ook effectief uitvoeren in het werkveld. Dit proces verloopt over twee modules waarvan Bc7 de eerste is. In deze module vinden volgende zaken plaats: Thema en onderwerp vastleggen Projectidentificatiefiche uitwerken Projectvoorbereiding (in werkgroepen) Aanzet projectdossier Werken aan persoonlijke leerdoelen Extra info: zie infobundel 3. Draagt bij tot volgende competenties AC1 Denk- en redeneervaardigheid AC2 Verwerven en verwerken van informatie AC3 Vermogen tot kritische reflectie AC4 Vermogen tot projectmatig werken AC5 Creativiteit AC8 Een ingesteldheid tot levenslang leren ABC1 Teamgericht kunnen werken BSC3 Participeren aan samenwerkingsverbanden of deze organiseren BSC4 De eigen taakuitoefening en van samenwerkingsverbanden integraal bewaken en bevorderen BSC5 De eigen taakuitoefening en deze van samenwerkingsverbanden administratief en logistiek ondersteunen BSC8 De eigen professionele ontwikkeling en deze van het beroep bevorderen 2

3 BSC10 De sociaal-cultureel werker kan projectmatig werken en treedt hierbij creatief en innovatief op. Hij/zij ontwikkelt hiertoe ook het nodige financieel en logistiek kader. BSC12 De sociaal-cultureel werker kan een doelgroepanalyse maken van individuele cliënten en van organisaties. Hij/zij kan contact leggen met doelgroepen, groepsdynamisch werken en aangepaste methodieken hanteren voor specifieke doelgroepen BSC13 De sociaal-cultureel werker kan zich positioneren in een diverse context en in dialoog gaan met de andere in wederzijds respect BSC16 De sociaal-cultureel werker kan educatieve activiteiten ontwerpen en vindt aansluiting bij de leefwereld van de doelgroep. Hij/zij kan leerbehoeften en leervragen opsporen en kan de doelgroep activeren. BSC17 De sociaal-cultureel werker kan culturele en kunstzinnige programma s en activiteiten ontwerpen. Hij/zij kan het eigen creatief proces en dat van anderen stimuleren en ruimte creëren voor creatieve uitingen op verschillende niveaus. Hij/zij kan kwaliteitsbevorderende initiatieven opzetten in functie van kunst beleven, creëren, ontmoeten en bewaren. Hij kan culturele ontmoetingen en uitwisselingen organiseren en intermediair zijn tussen kunstenaar, culturele instelling en doelgroep. BSC18 De sociaal-cultureel werker kan de doelgroep sensibiliseren, motiveren en activeren om te participeren in veranderingsprocessen gericht op belangenbehartiging. Hij kan projectmatige acties opzetten en samen met de betrokkenen activiteiten organiseren met en vanuit verschillende organisaties. BSC19 De sociaal-cultureel werker kan vanuit elk van de drie kernfuncties (educatie, cultuur en activering) verbindingen BSC20 De sociaal-cultureel werker kan, vanuit een bewustzijn van de eigen leiderschapsstijl, interactieprocessen tussen individuen, groepen en organisaties begeleiden. Hij/zij kan animeren, coördineren en adviseren. Hij/zij kan procesmatig werken en moeilijke materies op een creatieve manier hanteren. 3

4 Meer specifiek: zie infobrochure 4. Doelstellingen De student verzorgt het financieel en logistiek kader van educatieve activiteiten en programma s De student hanteert aangepaste methodieken voor specifieke doelgroepen De student ontwerpt activiteiten en programma s en legt hierbij verbindingen tussen het educatieve, het culturele (kunstzinnige/recreatieve) en de gemeenschapsopbouw De student ontwerpt educatieve activiteiten voor diverse doelgroepen De student zet educatieve programma s op vanuit een open doeloriëntatie en verantwoordt zich voor de gezette stappen De student werkt competentiegericht, krijgt inzicht in eigen kunnen en dat van medestudenten De student stemt zijn communicatie af op zijn/haar gesprekspartners De student werkt samen: in groep en met externe partners Meer specifiek: zie infobrochure 4

5 5. Werkvormen Interactievormen: klasgesprek, discussie, brainstorm, vergaderingen, Opdrachtvormen: opzoekwerk, rapportage, presentatie, Projectwerk: voorbereiding, uitvoering, evaluatie Betrokkenen De studenten werken een project uit in samenwerking met of op vraag van het werkveld. Zij krijgen ondersteuning van hun partnerorganisatie, indien deze aanwezig is. Daarnaast krijgen zij op school wekelijks inhoudelijke, methodische en procesbegeleiding van één of meerdere lectoren. Projectactiviteiten en taken a. Startmoment Studenten krijgen aan het begin van de module algemene uitleg en richtlijnen van de begeleidende lector(en). b. Projectoverleg Wekelijks vindt een overlegmoment plaats. Studenten vergaderen met de hele groep of in kleinere werkgroepen. Indien het project in samenwerking met een externe partner loopt wordt ook hier regelmatig een overleg mee gepland. c. Feedback Studenten krijgen van de begeleidende lectoren doorlopend feedback op ingediende opdrachten en het projectverloop. d. Peerevaluaties Attitudes worden regelmatig geëvalueerd door middel van peerevaluatie. Studenten beoordelen elk groepslid op basis van vooropgestelde attitudes. Ze geven elkaar troeven en leerpunten mee en volgend deze samen op. Ook het algemene groepsproces wordt door de studenten zelf in groep besproken en geëvalueerd. 5

6 6. Leermiddelen Cursusmateriaal, elektronische leeromgeving, Infobrochure, opdrachtenbundel, ELO, aangebrachte leermiddelen door studenten Literatuurlijst (verplicht/aanbevolen) Verplicht Geen Aanbevolen Laming, C. (2009). Activiteitenmethodiek voor agogische beroepen (3 e druk). Baarn: HBuitgevers. 7. Evaluatie Groeps- en individuele evaluatie (verhouding 50/50) Groepsevaluatie: projectidentificatiefiche, tijdsplanning, vergaderverslagen en projectvoorstelling Individuele evaluatie: opstellen leerdoelen + plan, tussentijdse evaluatie leerdoelen, attitudes en aanwezigheden Meer details: zie infobrochure en evaluatiecontract 8. Gecombineerd onderwijs / zelfstudie opdrachten Niet van toepassing 9. Laatste wijziging 6 december