Cochleaire implantatie en logopedie

Transcriptie

1 Cochleaire implantatie en logopedie Nancy de Ruiter- Flokstra Logopediste NSDSK

2 Het cochleaire implantaat Het CI-team Revalidatie en logopedie

3 Het Cochleaire Implantaat Het oor Hoe een CI werkt De verschillende onderdelen 25 jaar CI in Nederland

4

5

6 Hoe een CI werkt De geluidsprocessor Vangt geluidsgolven op en zet deze om in een digitale code. De zendspoel Stuurt het digitaal gecodeerd geluid van de geluidsprocessor naar het implantaat.

7 Het implantaat Zet het digitaal gecodeerd geluid om in elektrische impulsen en stuurt deze langs de elektrodebundel, die zich in het slakkenhuis (binnenoor) bevindt.

8 De gehoorzenuw De elektroden van het implantaat stimuleren de gehoorzenuw in het slakkenhuis, die de signalen doorstuurt naar de hersenen waar ze als geluid worden geïnterpreteerd.

9 De afstandsbediening Je bedient het gehoor via de afstandsbediening of direct vanuit de geluidsprocessor.

10

11 Het CI team 8 verschillende CI teams in Nederland Van aanmelding tot nazorg

12 CINN in Groningen VUmc in Amsterdam AMC in Amsterdam Zorggroep CI UMC Utrecht CIRCLE in Leiden CI team Nijmegen Erasmus MC Rotterdam Zuid-Oost-Nederland in Maastricht en Hoensbroek

13 Van aanmelding tot nazorg Informatie en adviesprocedure Operatie Revalidatie Nazorg

14 Informatie en adviesprocedure Aanmelding KNO-onderzoek Audiologisch onderzoek Evenwichtsonderzoek CT-scan en/of MRI-scan

15 operatie De voorbereiding Ziekenhuisopname en operatie

16 revalidatie Afregelsessies spraakprocessor Hoortrainingssessies Informatieve gesprekken -inhoudelijk (hooropvoeding) -technisch (werking apparatuur)

17 nazorg Na 1,2 en 3 jaar, daarna iedere 5 jaar Begeleiding op aanvraag

18 Revalidatie en logopedie Aspecten geluidgerichtheid stem en spraak communicatieve interactie

19 Geluidgerichtheid dragen apparatuur opmerken malfunctie processor aanroepbaarheid reactie en interesse in omgevingsgeluiden reacties signaalgeluiden discriminatie stemmen discr.omgevingsgeluid - spraak perceptie stemnuances

20 stem en spraak brabbelen bewust stemgeven zinvol stemgebruik reactie/oordeel stem van anderen uitspraak auditief te corrigeren spontane correctie uitspraak stem auditief te corrigeren spontaan aanpassen stemgebruik

21 communicatieve interactie reactie op stemgeluid communicatie met (on)bekenden auditief bepaald beurtgedrag storen van de communicatie last van storende geluiden betrokkenheid bij communicatie initiatiefname

22 auditieve feedback auditieve feedback/ zelfcontrole ontwikkelen door: luisteren naar de ander; aangeven goed / fout; luisteren naar zichzelf; aangeven goed / fout; opzettelijke fout op aangegeven plaats; spontane correctie uitspraak.

23 oefening op 4 niveau s detectie discriminatie identificatie spraakherkennen en spraakverstaan

24 detectie Onder detectie wordt verstaan het waarnemen en ervaren van geluid, en het onderscheid tussen geluid en geen geluid.

25 discriminatie In de fase van discriminatie gaat het om de gelijkenis en het verschil tussen geluiden. Duur van het geluid Luidheid Toonhoogte Intonatie Klankkleur Ritme Aaneengesloten of onderbroken

26 identificatie Identificatie is het niveau van betekenisgeving en herkenning: kunnen aangeven welk geluid je hoorde, het geluid benoemen en het herkennen van geluid.

27 Spraakherkenning en spraakverstaan Op woordniveau, beginnend bij woorden die sterk van elkaar verschillen tot woorden die erg op elkaar lijken. In gesloten set, half open set en open set. Variëren van afstand Oefenen met omgevingslawaai Telefoontraining

28 Nancy de Ruiter-Flokstra Logopedist Lutmastraat GX Amsterdam T (020) F (020) E nderuiter@nsdsk.nl I