Veel gestelde vragen toezicht mbo

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Veel gestelde vragen toezicht mbo"

Transcriptie

1 Veel gestelde vragen toezicht mbo Versie januari 2017 Inhoud A. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 4 c. Beoordeling en normering... 7 B. WAARDERINGSKADER KWALITEITSGEBIED ONDERWIJSPROCES (OP) a. Algemeen b. Onderwijsteam c. Bpv d. Begeleiding e. Onderwijs in het buitenland KWALITEITSGEBIED EXAMINERING EN DIPLOMERING (ED) Beroepsgerichte examinering a. Algemeen b. Uitbesteding c. Inkoop d. Beoordeling examens e. Exameninstrumenten f. Diplomering g. Keuzedelen h. Examinering in het buitenland Eerder Verworven Competenties (evc) KWALITEITSGEBIED SCHOOLKLIMAAT (SK) KWALITEITSGEBIED ONDERWIJSRESULTATEN (OR) KWALITEITSGEBIED KWALITEITSZORG EN AMBITIE (KA) NALEVING WETTELIJKE VEREISTEN C. TOEZICHT OP TAAL EN REKENEN, LOOPBAAN EN BURGERSCHAP a. Algemeen b. Nederlandse taal, rekenen en moderne vreemde talen c. Loopbaan en burgerschap D. TOEZICHT OP VAVO E. TOEZICHT OP OVERIGE EDUCATIE F. TOEZICHT OP SAMENWERKINGSORGANISATIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN G. MIDDELBAAR BEROEPSONDERWIJS AAN STATUSHOUDERS (VLUCHTELINGEN) Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 1 van 42

2 A. TOEZICHT ALGEMEEN a. Toezicht 1. Hoe is het toezicht door de Inspectie vormgegeven? Het reguliere toezicht betreft: Een vierjaarlijks onderzoek naar het bestuur en de opleidingen (voorheen: de staat van de instelling). Dit is een onderzoek op de instelling dat onder andere bestaat uit documentanalyses, gesprekken met diverse betrokkenen en lesobservaties. Het vierjaarlijks onderzoek bestaat uit vier onderdelen, namelijk een onderzoek op het niveau van het bestuur, en drie soorten onderzoek op het niveau van de opleidingen. Op het niveau van het bestuur doen we onderzoek naar de kwaliteitszorg en het financieel beheer van het bestuur. De drie typen onderzoek die we op het niveau van de opleidingen onderscheiden zijn: o verificatieonderzoek o kwaliteitsonderzoek naar opleidingen waar risico s gesignaleerd zijn o op verzoek onderzoek naar goede opleidingen. In het onderzoekskader mbo 2017 zijn deze onderzoekstypen nader uitgewerkt. Een jaarlijkse prestatieanalyse op afstand Dit gebeurt aan de hand van de verantwoording van de volgende onderwerpen en kengetallen: onderwijsresultaten, financiële kengetallen, personele en materiële kosten, ontwikkeling studentpopulatie, bestuurlijke inrichting, beschikbare onderzoeken naar veiligheid en resultaten van tevredenheidsonderzoeken. Zo nodig start de inspectie een onderzoek. 2. Wanneer is vervolgtoezicht aan de orde? Dit is aan de orde als er (vermoedens van) risico s zijn op het gebied van kwaliteit van de opleidingen of ten aanzien van het financieel beheer door het bestuur op grond van het vierjaarlijks onderzoek naar het bestuur en opleidingen of de jaarlijkse prestatieanalyse. 3. Welke actie onderneemt de inspectie wanneer er signalen zijn over een instelling of een opleiding? Bij ernstige signalen die niet individueel van aard zijn, zal de inspectie altijd eerst contact opnemen met het bevoegd gezag. Daarmee sluit de inspectie aan bij de eigen verantwoordelijkheid van de instelling. Afhankelijk van de verkregen informatie van de instelling en de aard van de klacht(en) kan de inspectie besluiten om alsnog zelf een onderzoek te doen. Overigens staat het de inspectie volgens de WOT altijd vrij om eigen onderzoek in te richten. 4. Wat houdt het waarderingskader in? Het waarderingskader is onderdeel van het onderzoekskader. Het waarderingskader geeft weer WAT de inspectie beoordeelt en bekijkt. Het waarderingskader mbo 2017 bevat alle onderwerpen die wij onderzoeken. Het waarderingskader 2017 is geordend in kwaliteitsgebieden en standaarden. Het waarderingskader telt per kwaliteitsgebied een aantal standaarden. Daarbinnen maken we onderscheid in aspecten die uit de wet voortvloeien, en in eigen aspecten van kwaliteit. Aspecten die uit de wet voortvloeien omvatten de basiskwaliteit. Eigen aspecten van kwaliteit hebben betrekking op de ambities en doelen die een bestuur zelf stelt en die verder reiken dan basiskwaliteit. De inspectie voert het gesprek hierover met opleidingen en besturen en in de rapporten ontstaat zo een volledig beeld van de kwaliteit van een opleiding en/of instelling. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 2 van 42

3 5. Welke themaonderzoeken vinden er plaats en wanneer? Het uitgangspunt is om themaonderzoeken bij voorkeur uit te voeren bij die instellingen, waar ook het vierjaarlijks onderzoek naar het bestuur en opleidingen wordt uitgevoerd. Het kan nodig zijn hiervan af te wijken, bijvoorbeeld als de Tweede Kamer of de minister een verzoek doet voor een aanvullend onderzoek. Ook de aard van het vraagstuk/onderwerp bepaalt of een koppeling met het vierjaarlijks onderzoek mogelijk is. In het jaarwerkplan van de inspectie zijn de themaonderzoeken opgenomen. Een urgent stelselprobleem kan leiden tot voorrang op de onderzoeksagenda. 6. Op welke wijze houdt de inspectie toezicht op niet-bekostigde opleidingen? Het onderzoekskader mbo 2017 geldt zowel voor de bekostigde als de niet-bekostigde instellingen. Wij kijken bij niet-bekostigde instellingen echter niet naar de financiële aspecten. Ook zijn de kengetallen voor onderwijsresultaten bij deze twee categorieën verschillend. De oordeelsvorming op het gebied van onderwijsresultaten is uiteraard wel vergelijkbaar. In bijlage 2 van het onderzoekskader mbo 2017 is het waarderingskader opgenomen voor de niet bekostigde instellingen en in hoofdstuk 11 van het onderzoekskader wordt de specifieke toepassing van het waarderingskader toegelicht. 7. Hoe lang moeten gegevens over de inrichting van het onderwijs worden bewaard? In de zogeheten selectielijst (zie Staatscourant 9 oktober 2006, nr. 1 /pagina 15) is aangegeven hoe lang bepaalde documenten door onderwijsinstellingen bewaard moeten worden. Diverse punten hebben betrekking op de inrichting van het onderwijs. De onderwijsovereenkomst moet bijvoorbeeld zeven jaar bewaard worden, gerekend vanaf het moment van uitschrijven van de student (handeling 43). Dat geldt ook voor de praktijkovereenkomst (handeling 55). Voor meer informatie verwijzen wij naar de Vaststelling selectielijst neerslag handelingen BVEinstellingen beleidsterrein Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie vanaf Gegevens die van belang zijn voor de bekostiging zullen instellingen gelet op artikel van het Uitvoeringsbesluit WEB zeven jaar moeten bewaren. 8. Hoe lang moeten diploma s worden bewaard? Gelet op de selectielijst (zie Staatscourant 9 oktober 2006, nr. 1 /pagina 15) dient de door de examencommissie ondertekende uitslagenlijst 30 jaar bewaard te worden. Als er geen uitslagenlijst beschikbaar is dienen certificaten, diploma s en cijferlijsten 30 jaar te worden bewaard. 9. Hoe lang moeten examengegevens van studenten worden bewaard? De selectielijst (zie Staatscourant 9 oktober 2006, nr. 1/pagina 15) geeft niet aan hoe lang examengegevens moeten worden bewaard. Wij gaan er vanuit dat instellingen alle examengegevens van een student bewaren, tot anderhalf jaar na diplomering. Dat is nodig om ons toezicht goed uit te kunnen oefenen. Voor ons (examen)toezicht hebben wij dezelfde documenten nodig als de examencommissie om een diplomabesluit te kunnen nemen: examenplan, examenopdrachten, ingevulde beoordelingsformulieren en het gemaakte werk indien daar het beoordelingsformulier in is verwerkt. Ook moet duidelijk zijn hoe de examenonderdelen leiden tot een diplomabesluit. Inzage in het gemaakte werk (dus ruimer dan alleen de beoordelingsformulieren) kan bij ons toezicht een meerwaarde hebben omdat dit nog meer informatie verschaft. Wij kunnen daarbij ook gebruik maken van films, foto s of ingescande documenten. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 3 van 42

4 b. Onderzoek 1. Hoe ziet het vierjaarlijks onderzoek bij besturen en opleidingen eruit? Het vierjaarlijks onderzoek bij besturen en opleidingen is de nieuwe naam voor de Staat van de Instelling. Niet alleen de naam is echter anders, maar ook de inrichting. In het vierjaarlijks onderzoek naar besturen en opleidingen doen we nog steeds uitspraken over de kwaliteitszorg van het bestuur, het financieel beheer en de onderwijskwaliteit van de opleidingen. Het onderzoek bestaat uit vier onderdelen, namelijk een onderzoek op het niveau van het bestuur, en drie soorten onderzoek op het niveau van de opleidingen. Op het niveau van het bestuur doen we onderzoek naar de kwaliteitszorg en het financieel beheer van het bestuur. De drie typen onderzoek die we op het niveau van de opleidingen onderscheiden zijn verificatieonderzoek kwaliteitsonderzoek naar opleidingen waar risico s gesignaleerd zijn op verzoek onderzoek naar goede opleidingen. 2. Welk typen onderzoek zijn er op opleidingsniveau bij het vierjaarlijks onderzoek? We onderscheiden de volgende drie typen onderzoek: verificatieonderzoek kwaliteitsonderzoek naar opleidingen waar risico s gesignaleerd zijn op verzoek onderzoek naar goede opleidingen. Verificatieonderzoek: toetsing van informatie en sturing In het verificatieonderzoek beoordelen we op opleidingsniveau in hoeverre de informatie van het bestuur over de onderwijskwaliteit overeenkomt met onze waarnemingen. Met dit onderzoek krijgen we tevens een beeld van de kwaliteit bij die opleidingen. Het gaat ons bij verificatieonderzoek niet alleen om de vraag of de informatie van het bestuur juist is, maar ook om de vraag of de sturing op kwaliteit in de praktijk werkt. Voor dat laatste bekijken we bijvoorbeeld of het beleid van het bestuur doorwerkt tot op het niveau van de leraren en vooral ook: de studenten. Ook kijken we hoe het bestuur zich verantwoordt naar de belanghebbenden. Als startpunt van het verificatieonderzoek nemen wij de informatie waarover het bestuur beschikt. Bij een verificatieonderzoek wordt gebruik gemaakt van het onderzoekskader mbo Op basis van onze expertanalyse en de verantwoordingsinformatie van het bestuur, selecteren we de standaard(en) die we onderzoeken. We kijken in ieder geval ook naar de kwaliteitszorg op het niveau van de opleidingen, omdat deze informatie geeft over de doorwerking van het systeem tot in de opleiding en de lessen en de beroepspraktijk. We gaan uit van een beredeneerde steekproef bij opleidingen. We houden daarbij rekening met de inrichting van de organisatie. Ook streven we naar een relevante selectie van opleidingen. Kwaliteitsonderzoek bij opleidingen waar risico s gesignaleerd zijn We voeren een kwaliteitsonderzoek uit bij (een aantal) opleidingen waarvan het vermoeden bestaat dat zij onvoldoende kwaliteit bieden. Dit vermoeden kan voortkomen uit de expertanalyse ter voorbereiding van het vierjaarlijks onderzoek. Het kwaliteitsonderzoek moet antwoord geven op de vraag of er sprake is van wettelijke tekortkomingen en of de opleiding dus voldoet aan de basiskwaliteit. De omvang van het onderzoek is afhankelijk van de informatie die het bestuur over de onderwijskwaliteit en/of de continuïteit kan geven. De selectie van te onderzoeken standaarden wordt mede daarop afgestemd. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 4 van 42

5 Onderzoek naar goede opleidingen: op verzoek van bestuur Het bestuur kan ons bij het vierjaarlijks onderzoek vragen onderzoek uit te voeren bij opleidingen die naar de mening van het bestuur goed zijn. We voeren het onderzoek uit bij één of een beperkt aantal opleidingen per bestuur. Als voorwaarde geldt dat het bestuur beschikt over een gedegen zelfevaluatie over de opleiding, waaruit blijkt waarom het bestuur van mening is dat het een goede opleiding betreft. We beoordelen dan de feitelijke kwaliteit en vergelijken die met het beeld dat het bestuur over de betreffende opleiding heeft. Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van het onderzoekskader mbo Een opleiding kan op die manier de waardering Goed krijgen. 3. Hoe wordt bij het vierjaarlijks onderzoek bepaald welke opleidingen onderzocht worden? De inrichting van het vierjaarlijks onderzoek is maatwerk. Wat we onderzoeken leggen we vast in het onderzoeksplan. We onderscheiden drie typen onderzoek op het niveau van de opleidingen: verificatieonderzoek; kwaliteitsonderzoek bij eventuele risico-opleidingen; en op verzoek onderzoek naar een goede opleiding. Per type onderzoek lichten we in het onderzoeksplan toe welke opleiding we gaan onderzoeken. We geven daarbij ook aan waarom we die opleiding onderzoeken. We bespreken dat plan met de instelling. 4. Kan de instelling zelf de locatie kiezen bij het onderzoek naar specifieke opleidingen? Nee, dat doet de inspectie. Het onderzoeksplan van het vierjaarlijks onderzoek wordt wel met het bestuur besproken. Het bestuur bekijkt het onderzoeksplan op organisatorische en logistieke haalbaarheid voor de instelling. Zo nodig en zo mogelijk voeren we wijzigingen door. 5. Beoordeelt de inspectie de verschillende opleidingsniveaus op dezelfde wijze? Ja, het onderzoekskader geldt voor zowel de entree opleiding als voor opleidingen op niveau 2, 3 of Hoe is een onderzoek van de inspectie naar een opleiding ingericht? Bij elk onderzoek dat wij uitvoeren op de instelling, onderzoeken wij documenten en spreken wij met verantwoordelijken van de opleiding, met docenten en met studenten die de opleiding volgen. Voor elk onderzoek maken wij een onderzoeksprogramma dat vooraf wordt afgestemd met de instelling. Op deze wijze kan de instelling er voor zorgen dat de juiste personen worden uitgenodigd en wij de beschikking hebben over de juiste (digitale) documenten. Bij het vierjaarlijks onderzoek werken we met een onderzoek dat is toegespitst op de specifieke situatie van de instelling. Daarvoor maken we een onderzoeksplan. Dat plan bespreken we met de instelling. 7. Wat is de bijdrage van docenten aan het onderzoek naar een opleiding? Docenten zijn de direct betrokkenen bij het verzorgen van goed onderwijs. Wij spreken daarom met meerdere docenten over de inrichting, de daadwerkelijke uitvoering en mogelijke knelpunten van de opleiding zowel op het gebied van het onderwijsproces, de onderwijsresultaten, diplomering en examinering als het schoolklimaat. De inspectie kan ook een aantal lessen bijwonen om vast te stellen of op een effectieve wijze onderwijs wordt gegeven. Daarbij gaan we bijvoorbeeld na hoe de interactie is tussen docent en student, en in welke mate er feedback wordt gegeven op de individuele prestaties van de student. 8. Wat is de bijdrage van het management aan het onderzoek? Wij spreken met de (eind)verantwoordelijken van de opleiding over inrichting en realisatie van het onderwijs. We kijken daarbij ook naar de kwaliteitszorg, zowel op opleidings- als op instellingniveau. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 5 van 42

6 9. Wat is de bijdrage van studenten aan het onderzoek naar een opleiding? Studenten ervaren dagelijks of er sprake is van goed onderwijs. Wij spreken daarom met meerdere studenten uit meerdere leerjaren van de te onderzoeken opleiding. Tijdens een groepsgesprek gaan wij na wat zij vinden van het onderwijsproces en de examinering. We vragen ook naar de ervaringen met de beroepspraktijkvorming. Wij geven de studenten de gelegenheid om zowel positieve punten als eventuele knelpunten aan te geven. 10. Worden klachten of berichten uit de media betrokken bij het oordeel? De inspectie behandelt geen klachten over het onderwijs. Klachten worden behandeld door de onderwijsinstellingen zelf en wij zullen in eerste instantie de klager altijd naar de instelling verwijzen. Klachten die bij de inspectie zijn binnengekomen, worden uiteraard wel gebruikt als input voor onze (jaarlijkse) prestatieanalyse. Ook bij het vierjaarlijks onderzoek gebruiken we klachten als input voor het onderzoek. Ernstige klachten kunnen voor ons bovendien aanleiding zijn om een onderzoek te starten. 11. Wat is het belang van enquêtes bij het onderzoek? Enquêtes, zoals tevredenheidsonderzoeken bij studenten, leerbedrijven, ouders en medewerkers, betrekken wij bij het onderzoek omdat deze gegevens ons informatie verschaffen over het gevoerde beleid van de instelling. 12. Wat is de intentie van de inspectie bij een bezoek? Onze intentie is door eigen observaties, gesprekken met betrokkenen en documentanalyse een realistisch beeld te vormen van de kwaliteit van het onderwijs. Daarbij heeft de inspecteur een nieuwsgierige, onderzoekende en objectieve houding, waarbij oog is voor de context waarin instellingen werken. 13. Als een opleiding in company op een bedrijf wordt verzorgd gaat de inspectie bij een onderzoek dan ook naar die locatie? Ja, wij bekijken bij elk onderzoek de kwaliteit van het onderwijs. In dit geval zullen we het onderzoek (deels) bij het bedrijf uitvoeren. 14. Hoe worden gesprekken met studenten en observaties vormgegeven als lessen in company bij bedrijven worden verzorgd? Wij zullen dan deze onderdelen van het onderzoek uitvoeren op het bedrijf waar het onderwijs wordt verzorgd. 15. Gelden voor bedrijfsgerichte maatwerktrajecten (crebo-opleidingen) dezelfde eisen als voor de reguliere bekostigde opleidingen? En gelden voor onbekostigde opleidingen die bekostigde instellingen aanbieden dezelfde eisen? Ja, het onderzoekskader mbo 2017 geldt voor alle crebo opleidingen. Bijlage 2 van het onderzoekskader mbo 2017 bevat het waarderingskader specifiek voor het niet bekostigd onderwijs. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 6 van 42

7 c. Beoordeling en normering 1. Hoe komt het oordeel tot stand? De oordeelsvorming vindt conform het onderzoekskader mbo 2017 plaats op drie niveaus: op standaardniveau, op het niveau van het kwaliteitsgebied en op het niveau van de opleiding als geheel. Daarnaast is er oordeelsvorming op instellingsniveau, d.w.z. bestuursniveau. Het oordeel op de standaard leidt tot een oordeel op het kwaliteitsgebied én tot een oordeel over de opleiding als geheel. In het onderzoekskader mbo 2017 is dit verder uitgewerkt (zie hoofdstuk 4 van het onderzoekskader). 2. Hoe komt het oordeel op standaardniveau tot stand? Of een standaard als voldoende of onvoldoende wordt beoordeeld is alleen gebaseerd op de vraag of het bestuur/de opleiding voldoet aan de deugdelijkheidseisen. Voor de waardering goed worden de eigen aspecten van kwaliteit als volgt bij de oordeelsvorming betrokken. Oordeel standaard Goed Voldoende (basiskwaliteit) Onvoldoende Norm voor standaarden met deugdelijkheidseisen De opleiding voldoet aan alle deugdelijkheidseisen bij de standaard en realiseert op overtuigende wijze eigen aspecten van kwaliteit. De opleiding voldoet aan de deugdelijkheidseisen. De opleiding voldoet niet aan de deugdelijkheidseisen. 3. Hoe komt het oordeel op het niveau van het kwaliteitsgebied tot stand? Als een kwaliteitsgebied voldoende is, dan voldoet het gebied aan basiskwaliteit. Het oordeel over de kwaliteitsgebieden komt als volgt tot stand. Onderwijsproces Goed Voldoende (basiskwaliteit) Onvoldoende Norm Alle standaarden zijn ten minste voldoende, én twee van de vier standaarden zijn goed. Didactisch handelen en Beroepspraktijkvorming zijn ten minste voldoende en niet meer dan één van de andere standaarden is onvoldoende. Didactisch handelen óf Beroepspraktijkvorming is onvoldoende óf twee andere standaarden zijn onvoldoende. Examinering en diplomering Goed Voldoende Onvoldoende Standaard Kwaliteitsborging examinering en diplomering is goed en beide andere standaarden zijn voldoende. De drie standaarden zijn voldoende. Eén van de drie standaarden is onvoldoende. Schoolklimaat Goed Voldoende Onvoldoende Beide standaarden in zijn ten minste voldoende, en één van beide is goed. Veiligheid is ten minste voldoende. Veiligheid is onvoldoende. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 7 van 42

8 Onderwijsresultaten Goed Voldoende Onvoldoende Studiesucces is goed. Studiesucces is ten minste voldoende. Studiesucces is onvoldoende. Kwaliteitszorg en ambitie Goed Voldoende Onvoldoende De drie standaarden in het gebied zijn ten minste voldoende en Kwaliteitscultuur is goed. De drie standaarden zijn voldoende. Eén van de drie standaarden is onvoldoende. Financieel beheer Voldoende Onvoldoende De drie standaarden zijn voldoende. Eén van de drie standaarden is onvoldoende. 4. Hoe komt het oordeel op het niveau van de opleiding tot stand? Het oordeel op de standaarden leidt als volgt tot een oordeel op het niveau van de opleiding. Eindoordeel / waardering opleiding mbo Goed Voldoende (=basiskwaliteit) Onvoldoende Onvoldoende Zeer zwak Norm voor mbo Alle standaarden zijn minimaal voldoende, de standaard Kwaliteitscultuur is goed, de standaard Kwaliteitsborging examinering en diplomering is goed én één standaard uit het gebied Onderwijsproces of Schoolklimaat is goed. Studiesucces, Didactisch handelen, Beroepspraktijkvorming en Veiligheid én de drie examenstandaarden zijn voldoende, én niet meer dan één standaard in het gebied Onderwijsproces is onvoldoende. Studiesucces of Didactisch handelen of Beroepspraktijkvorming of Veiligheid is onvoldoende, óf twee andere standaarden in de gebieden Onderwijsresultaten, Onderwijsproces of Schoolklimaat zijn onvoldoende. Onvoldoende examenkwaliteit: één van de drie examenstandaarden is onvoldoende. Studiesucces is onvoldoende én Didactisch handelen of Beroepspraktijkvorming of Veiligheid is onvoldoende. Relatie examenkwaliteit en oordeel opleiding Voor examinering en diplomering geldt dat we dit de eerste vier jaar nog niet betrekken bij het eindoordeel van de opleiding. Vanaf augustus 2021 doen we dat wel. Let op: Tot augustus 2021 geldt wel het volgende: Als één van de standaarden binnen het kwaliteitsgebied Examinering en diplomering onvoldoende is, kan het eindoordeel van de opleiding nooit tot de waardering goed leiden. Zie hieronder voor meer informatie over het oordeel goed. Waardering goed De waardering goed op het niveau van de opleiding spreken we alleen uit als het bestuur een verzoek heeft ingediend om te onderzoeken of een door het bestuur geselecteerde opleiding van goede kwaliteit is. Die verzoeken kunnen worden ingediend bij de vierjaarlijkse onderzoeken (zie hoofdstuk 7 van het onderzoekskader). Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 8 van 42

9 5. Honoreert de inspectie de kwaliteit die meer dan voldoende is? Ja, instellingen die beter presteren dan de basiskwaliteit (voldoende) worden met goed gewaardeerd. In dat geval realiseert de instelling ook op overtuigende wijze de eigen aspecten van kwaliteit. We spreken dan niet meer over een oordeel, maar over een waardering. We spreken alleen oordelen uit als sprake is van wettelijke eisen, dus als het gaat over de basiskwaliteit. 6. Het onderzoek is op één locatie, wat betekent dit voor andere locaties waar dezelfde opleiding wordt aangeboden? Het oordeel over één locatie heeft betrekking op de opleiding als geheel. Het oordeel van de onderzochte opleiding geldt dus voor alle locaties waar deze opleiding wordt uitgevoerd. De inspectie kiest de te onderzoeken locatie. De wet stelt eisen aan de opleiding als geheel en maakt geen onderscheid tussen locaties. 7. Kan er tot intrekking worden overgegaan als de opleiding blijkens het onderzoek naar kwaliteitsverbetering opnieuw onvoldoende is, maar dan op een andere locatie? Ja, dat kan zowel voor examinering als voor onderwijskwaliteit. Het oordeel van de onderzochte opleiding geldt immers voor alle locaties waar de opleiding wordt uitgevoerd. Als het eerste onderzoek is uitgevoerd op locatie A, dan kan het onderzoek naar kwaliteitsverbetering plaatsvinden op locatie A èn B (of zelfs alleen op locatie B, als de opleiding op locatie A gestopt is). Als de kwaliteit dan bij locatie A op orde is, maar bij locatie B niet, dan kan tot intrekking van de licentie worden overgegaan. Er is immers opnieuw een onvoldoende vastgesteld bij deze opleiding. 8. Bij onderzoeken naar de examenkwaliteit bestaat de mogelijkheid voor herstel binnen vier weken. Gaat dit ook gelden voor het onderzoeken naar de onderwijskwaliteit? Ja, ook voor de onderzoeken op het gebied van onderwijsproces is het mogelijk om herstel binnen vier weken af te spreken. Het gaat hierbij om het herstel van een wezenlijke, maar relatief eenvoudig te herstellen tekortkoming. Herstel dat leidt tot een geheel nieuwe beoordeling op een kwaliteitsgebied betrekt de inspectie niet bij het oordeel over de opleiding. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 9 van 42

10 B. WAARDERINGSKADER 1. KWALITEITSGEBIED ONDERWIJSPROCES (OP) a. Algemeen 1. Wanneer is het onderwijsproces voldoende/onvoldoende? Dit wordt beoordeeld aan de hand van het waarderingskader mbo 2017, kwaliteitsgebied OP, onderwijsproces. De daarin opgenomen standaarden vormen de basis voor de beoordeling en waardering. Het kwaliteitsgebied onderwijsproces telt vier standaarden. In de volgende tabel is te lezen wanneer sprake is van onvoldoende, voldoende of een goed onderwijsproces. Onderwijsproces Goed Voldoende (basiskwaliteit) Onvoldoende Norm Alle standaarden zijn ten minste voldoende, én twee van de vier standaarden zijn goed. Didactisch handelen en Beroepspraktijkvorming zijn ten minste voldoende en niet meer dan één van de andere standaarden is onvoldoende. Didactisch handelen óf Beroepspraktijkvorming is onvoldoende óf twee andere standaarden zijn onvoldoende. 2. Hoe worden tekorten in de onderwijskwaliteit vastgesteld? Aan de hand van de standaarden en de daarbij gegeven uitwerking voor de basiskwaliteit, onderzoeken wij op locatie (gesprekken) en aan de hand van een analyse van documenten of voldaan wordt aan de basiskwaliteit. Daarnaast gaan wij na of er aanvullend beleid is geformuleerd op het punt van het onderwijsprogramma, de ontwikkeling/begeleiding, het didactisch handelen en de beroepspraktijkvorming, en of dat beleid gerealiseerd wordt. 3. Beoordeelt de inspectie of het gekozen onderwijsconcept goed is? Nee, de inspectie gaat niet over de keuze van het onderwijsconcept maar beoordeelt wel de werking ervan conform de standaarden in het waarderingskader. De instelling en/of het team bepaalt zelf hoe het onderwijs vorm gegeven wordt. b. Onderwijsteam 1. Waar kijkt de inspecteur naar als hij bij mij in de klas komt? De inspecteur wil met de lesobservaties een beeld krijgen van verschillende aspecten binnen het gebied onderwijsproces (zie hiervoor hoofdstuk 3 uit het onderzoekskader mbo 2017). De inspecteur kijkt of de leersituatie voldoende effectief benut wordt, of er rekening wordt gehouden met verschillen tussen studenten, of er een duidelijke verbinding wordt gelegd met het leren in de beroepspraktijk of er voldoende ondersteuning en begeleiding is van de leeractiviteiten en of de studenten voldoende actief en betrokken worden via onderlinge interactie tussen studenten en de docenten. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 10 van 42

11 2. Wat wil de inspectie van de docent weten? Vragen aan docenten zijn divers en zullen over het algemeen te maken hebben met het onderwijsproces (OP), het schoolklimaat (SK), de examinering en diplomering (ED) en/of kwaliteitsborging (KA). Wij beoordelen niet de kwaliteit van de individuele docent. 3. In hoeverre wordt een opleiding beoordeeld op activiteiten die door anderen buiten het team (bijvoorbeeld intake) verricht worden? De inspectie beoordeelt niet het team, maar de kwaliteit van de opleiding. Indien anderen buiten het team taken verrichten voor de opleiding, dan wordt dat meegenomen bij de beoordeling. 4. Is er ruimte voor een docent om in gesprek, dan wel discussie te gaan met de inspectie tijdens een inspectiebezoek? De inspecteur wil tijdens het onderzoek zo veel mogelijk betrouwbare informatie verzamelen. Als een discussie meer of betere informatie oplevert zal de inspecteur deze zeker benutten. c. Bpv 1. De inspectie neemt tijdens een onderzoek contact op met stagebedrijven. Hoe worden bedrijven geselecteerd? De inspectie selecteert zelf de te bevragen bedrijven. Het gesprek met de stagebedrijven kan telefonisch plaatsvinden, bij de onderwijsinstelling, maar ook op het stagebedrijf zelf. Dit is afhankelijk van de situatie; het inspectieteam zal dit aangeven bij de instelling. 2. Hoe worden de resultaten van deze gesprekken met de stagebedrijven teruggekoppeld? De resultaten van deze bevraging worden als een van de onderbouwingen van de oordelen in het onderzoek meegenomen. In het rapport kan er dan ook een opmerking over worden gemaakt. Aan de stagebedrijven wordt geen terugkoppeling gegeven. Aan de instelling wordt indien noodzakelijk apart een terugkoppeling van dit onderdeel gegeven. 3. De opleiding draagt zorg voor een passende bpv-plaats. Voor bol is dit vanzelfsprekend, maar hoe moet hiermee worden omgegaan voor bbl? Mag een instelling een deelnemer vragen om eerst zelf voor een arbeidsovereenkomst te zorgen? Alhoewel onderwijsinstellingen eindverantwoordelijk zijn voor het vinden van een bpvplaats voor al haar deelnemers, hebben bbl-deelnemers op dit punt een inspanningsverplichting en mag hen gevraagd worden zelf voor een leer- /arbeidsovereenkomst te zorgen. Er hoeft bij een bbl-opleiding niet perse sprake te zijn van een arbeidsovereenkomst. De enige wettelijke eis is dat voor bpv een praktijkovereenkomst wordt afgesloten. 4. Aan welke eisen moet de beroepspraktijkvorming voldoen voor opleidingen binnen de derde leerweg? Gelden daarvoor de urennormen voor de beroepspraktijkvorming? De derde leerweg is geregeld in artikel 1.4.1, lid 1a, van de WEB. In dat lid is bepaald dat het eerste lid van overeenkomstige toepassing is op een beroepsopleiding in de derde leerweg, met dien verstande dat voor die opleiding: artikel 7.2.2, tweede lid, niet van toepassing is ten aanzien van het onderwijs artikel 7.2.7, eerste lid, niet in acht behoeft te worden genomen voor wat betreft de eisen met betrekking tot voldoende begeleide onderwijsuren en uren beroepspraktijkvorming en artikel 7.2.7, tweede tot en met achtste lid, niet in acht behoeft te worden genomen. Het tweede tot en met zevende lid van artikel WEB zijn wel van overeenkomstige toepassing op de derde leerweg. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 11 van 42

12 De bepalingen over het onderwijs en examinering (waaronder dus ook artikel 7.2.8, eerste lid, WEB; van elke beroepsopleiding maakt onderricht in de praktijk van het beroep deel uit) zijn onverkort van toepassing, met uitzondering van de vastgestelde urennormen en de voorgeschreven studieduur. Men mag minder (of meer) uren bpv geven, maar de opleiding moet wel bpv bevatten. De overige bepalingen over bpv (art , etc.) zijn eveneens van kracht op de derde leerweg. Kortom, bij de derde leerweg geldt geen verplichting voor het aantal uren bpv c.q. de omvang van de bpv. Voor de inrichting van de bpv - waaronder de begeleiding van de studenten, de wijze van beoordelen ten aanzien van dat deel van de kwalificatie dat de student tijdens de beroepspraktijkvorming dient te behalen - gelden overigens wel de kwalitatieve eisen die voortvloeien uit de WEB zoals beschreven in artikel Wij verwijzen u eveneens naar het servicedocument bpv zoals gepubliceerd op de website van de inspectie. 5. Aan welke eisen moet een erkend leerbedrijf voldoen? De erkenning als leerbedrijf is een kwaliteitskeurmerk voor studenten die een deel van hun opleiding in de beroepspraktijk willen doen. Zij moeten kunnen vertrouwen op de bereidheid van leerbedrijven om daadwerkelijk te investeren in het opleiden, de aanwezigheid van de passende werkzaamheden en goede begeleiding. Een organisatie die erkend leerbedrijf wil worden moet voldoen aan een aantal criteria. De organisatie moet in de eigen bedrijfsvoering de werkzaamheden bieden die passen bij de kwalificatie waarvoor de student wordt opgeleid. Daarnaast moet deze organisatie zorgen voor voldoende en deskundige begeleiding. Tot slot moet het leerbedrijf een (sociaal) veilige leerplaats bieden aan de student en bereid zijn tot samenwerking met de school en de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. De uitgangspunten voor samenwerking, die gebaseerd zijn op de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB), zijn vastgelegd in het reglement erkenning leerbedrijven SBB 6. Is het mogelijk om de werkzaamheden deels buiten de locatie van het leerbedrijf uit te voeren? Dat de werkzaamheden ook op een andere locatie kunnen plaatsvinden dan in het erkende leerbedrijf is in bepaalde gevallen mogelijk. Denk aan de thuiszorgmedewerker in opleiding die op verschillende thuislocaties cliënten helpt. Of de storingsmonteur in opleiding die met zijn praktijkopleider van storing naar storing reist. In andere gevallen is het niet mogelijk (of zelfs niet toegestaan) om de werkzaamheden op een andere plaats dan het leerbedrijf uit te voeren, vanwege veiligheidsvoorschriften of de aanwezigheid van bepaalde productieprocessen. 7. Kan een uitzendbureau een erkend leerbedrijf zijn? Ja, dat kan. Althans in die gevallen waar een uitzendbureau de werkzaamheden in de eigen bedrijfsvoering biedt die passen bij de opleiding van de mbo-student, en het voldoet aan de andere kwaliteitscriteria, kan aan het uitzendbureau een erkenning als leerbedrijf worden verstrekt. Denk daarbij aan een uitzendbureau dat secretariële werkzaamheden biedt voor een secretaresse in opleiding. In de praktijk zijn al diverse uitzendbureaus erkend als leerbedrijf voor de opleidingen tot secretaresse, commercieel medewerker binnendienst, marketing medewerker of administratief medewerker. Het is dus een misvatting dat een uitzendbureau geen leerbedrijf kan zijn. 8. Kan een uitzendbureau dat optreedt als intermediair een erkend leerbedrijf zijn? Nee, niet als het uitzendbureau puur als intermediair optreedt. Niet de uitzendorganisatie, maar het achterliggende leerbedrijf is verantwoordelijk voor het aanbieden van de passende werkzaamheden en goede en voldoende dagelijkse begeleiding. Niet het uitzendbureau, maar het bedrijf dat daadwerkelijk de werkzaamheden biedt zal erkend moeten zijn als leerbedrijf. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 12 van 42

13 Het is wel mogelijk dat onder verantwoordelijkheid van het erkende leerbedrijf een deel van de begeleidingstaak zoals de administratie daaromtrent wordt uitbesteed aan derden, zoals een intermediaire organisatie. De eindverantwoordelijkheid voor het opleiden en begeleiden in de beroepspraktijk blijft echter altijd bij het erkende leerbedrijf liggen. Het leerbedrijf dient dan ook de praktijkovereenkomst te ondertekenen. 9. Zijn er uitspraken door de Rechtbank gedaan over de begeleiding binnen de beroepspraktijkvorming? In elk geval is de volgende uitspraak relevant. Het betreft een uitspraak met Zaaknummer SHE 14/160; uitspraak van de meervoudige kamer van 23 oktober Kern van het oordeel van de rechtbank is dat uit art van de Web volgt dat de beroepspraktijkvorming dient plaats te vinden binnen het leerbedrijf; de arbeidsorganisatie waar de beroepspraktijkvorming plaatsvindt, hetgeen ook blijkt uit de Memorie van Toelichting bij die bepaling, waarin is vermeld dat de dagelijkse begeleiding een taak is van het leerbedrijf. Met de eis dat de beroepspraktijkvorming binnen het leerbedrijf moet plaatsvinden, wordt niet een geografische locatie bedoeld, maar de arbeidsorganisatie. d. Begeleiding 10. Is begeleiding op afstand alleen toegestaan via de computer of mogen ook andere communicatiemiddelen worden ingezet? Er kan slechts sprake zijn van begeleid onderwijs als dat ook zichtbaar is. Duidelijk moet zijn welke docent op welk moment beschikbaar is en aangetoond worden dat er sprake is van interactie tussen de docent en de deelnemer op hetzelfde tijdstip. Er wordt vanuit gegaan dat de docent interventie kan plegen op het leerproces en niet alleen vragen van studenten afwacht. Dat komt er op neer dat docenten zijn ingeroosterd voor de begeleiding van de zelfstandige studie-uren en dat zij er ook daadwerkelijk bij betrokken zijn. Daarnaast dienen ook de studenten daadwerkelijk aanwezig te zijn tijdens deze uren en aan het werk te zijn met het onderwijsprogramma. Van directe begeleiding via de computer zijn in de praktijk geen voorbeelden waargenomen. Er zijn wel verschillende casussen beschreven. Zo is een casus aangeboden waarin begeleiding plaatsvond middels contact met een docent, waarbij een 48 uur later werd beantwoord. Dit wordt niet als begeleide onderwijstijd meegerekend. 11. In hoeverre kunnen en mogen social media ingezet worden voor de begeleiding? Begeleiding van het onderwijsleerproces kan deels via social media. Het gaat er vooral om dat het geheel van begeleiding voor de individuele student effectief is. Deze vorm van begeleiding valt overigens slechts onder strenge voorwaarden onder begeleide onderwijstijd. Ook op onderdelen van de begeleiding van de bpv kunnen social media worden ingezet. Tijdens de bpv moet de opleiding de voortgang van de leerresultaten van de student in voldoende mate bewaken en begeleiden, ook moeten knelpunten in de bpv tijdig gesignaleerd en opgelost worden. Tevens moet er regelmatig contact zijn met de bpv-plaats over de inhoud van de bpv en over de voortgang van de student. De opleiding moet bereikbaar zijn voor bedrijven bij vragen of problemen. e. Onderwijs in het buitenland 1 1. Mag een student (een deel van) een beroepsopleiding in het buitenland 1 volgen? Wanneer een student onderwijs volgt aan een instelling in het buitenland, kan dit geen onderdeel uitmaken van het onderwijsprogramma van een beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Onderwijs in het buitenland moet namelijk voldoen aan de in dat land geldende regels en voldoet niet (automatisch) aan de regels die daarvoor in Nederland gelden. Er is ook een apart kader voor Caribisch Nederland. Zie hiervoor hoofdstuk 1 Onder buitenland wordt in dit document verstaan het gebied buiten het Europese deel van Nederland. Met Nederland wordt in dit document verstaan het Europese deel van Nederland; de eilanden Bonaire, Sint Eustatius of Saba (de BES-eilanden) vallen hier dus niet onder. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 13 van 42

14 11 van het onderzoekskader 2017 mbo en bijlage 5 van het kader. Een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB mag dus alleen in Nederland worden aangeboden en verzorgd, met uitzondering van het deel van het onderwijsprogramma dat de beroepspraktijkvorming betreft. Zie hiervoor de antwoorden op de vragen 2 en 4. Wel kan een student die onderwijs aan een instelling in het buitenland heeft gevolgd en dat bijvoorbeeld heeft afgesloten door middel van een examen, in aanmerking komen voor vrijstelling voor één of meer examenonderdelen van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB. De examencommissie dient dan te beoordelen of het in het buitenland gevolgde onderwijs en de eventueel afgelegde examens voldoen aan de regels die daarvoor in Nederland gelden. Het bevoegd gezag kan vervolgens ook vrijstelling van het onderwijs geven. Zie over onderwijs op de BES-eilanden het antwoord op de vraag Mag het onderwijs, de examinering en/of de BPV op de BES-eilanden worden uitgevoerd?. 2. Mag een student beroepspraktijkvorming in het buitenland 1 volgen? Ja, dat mag. Het moet dan wel gaan om een erkend leerbedrijf. De beroepspraktijkvorming (BPV) wordt verzorgd op basis van een praktijkovereenkomst. Van belang is dat in deze overeenkomst de eisen die de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) aan de BPV stelt worden opgenomen (zoals beschreven in artikel en WEB). De instelling moet erop toezien dat de afspraken die in de overeenkomst zijn vastgelegd ook daadwerkelijk (door het leerbedrijf in het buitenland) worden nagekomen. Let wel: als een student BPV in het buitenland volgt, mogen bij het betreffende leerbedrijf geen examens worden afgenomen die onderdeel zijn van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB. De examinering van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB dient in Nederland te geschieden. Wel kan een student die examens in het buitenland heeft afgelegd in aanmerking komen voor vrijstelling voor één of meer examenonderdelen van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB. Zie hiervoor verder het antwoord op de vraag Mag de examinering van een beroepsopleiding in het buitenland worden uitgevoerd?. 3. Mag BPV gevolgd in het buitenland 2 meetellen voor de onderwijstijd? Ja, de BPV-uren die in het buitenland worden gemaakt kunnen meetellen voor de uren als bedoeld in artikel 7.2.7, tweede en derde lid, van de WEB. 4. Mag het onderwijs en/of de BPV op de BES-eilanden worden uitgevoerd? Onderwijs en examinering uitgevoerd op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius of Saba (de BESeilanden) kunnen geen onderdeel uitmaken van een beroepsopleiding als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB). Onderwijs en examinering op de BES-eilanden moeten namelijk voldoen aan de daar geldende regels zoals de Wet educatie en beroepsonderwijs BES (WEB BES) en voldoen niet (automatisch) aan de regels die daarvoor in het Europese deel van Nederland gelden. Om onderdeel uit te maken van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB, dienen het onderwijs en de examinering dus plaats te vinden in het Europese deel van Nederland. Wel kan een student die onderwijs heeft gevolgd en/of examens heeft afgelegd op de BESeilanden in aanmerking komen voor vrijstelling voor één of meer examenonderdelen van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB. Zie hiervoor verder de antwoorden op de vragen Mag de examinering van een beroepsopleiding in het buitenland worden uitgevoerd? en Mag een student (een deel van) een beroepsopleiding in het buitenland volgen?. Een student mag in het kader van een beroepsopleiding als bedoeld in de WEB tot slot wel BPV volgen op de BES-eilanden. Zie hiervoor verder het antwoord op de vraag Mag een student 2 Onder buitenland wordt in dit document verstaan het gebied buiten het Europese deel van Nederland. Met Nederland wordt in dit document verstaan het Europese deel van Nederland; de eilanden Bonaire, Sint Eustatius of Saba (de BES-eilanden) vallen hier dus niet onder. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 14 van 42

15 beroepspraktijkvorming in het buitenland volgen?. Voor vragen over onderwijs en/of BPV in het buitenland verwijzen wij tevens naar de publicatie Onderwijs, beroepspraktijk en examinering in het buitenland van het Servicepunt Examinering mbo. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 15 van 42

16 2. KWALITEITSGEBIED EXAMINERING EN DIPLOMERING (ED) Beroepsgerichte examinering a. Algemeen 1. Wat is de definiëring van ontwikkelingsgerichte toetsing? Bij ontwikkelingsgerichte toetsing gaat het om inzicht krijgen in de ontwikkeling of voortgang van de student. 2. Wat is de definiëring van kwalificerende beoordeling? De kwalificerende beoordeling heeft als doel om vast te kunnen stellen of de student de vereiste kennis, houding en vaardigheden beheerst, zoals vermeld in het kwalificatiedossier waarvoor wordt opgeleid. De resultaten zijn direct van invloed op het behalen van het diploma. De examens die bijdragen aan het behalen van het diploma zijn dus kwalificerend. De examencommissie bepaalt welke examens meetellen voor het diploma. 3. Hoe gaat de inspectie om met vormen van voorwaardelijke examinering? Als het behalen van een bepaalde toets een voorwaarde is om deel te mogen nemen aan het examen, dan is het feitelijk een onderdeel geworden van het besluitvormingsproces voor diplomering. Maar deze voorwaarde is daarmee nog geen onderdeel van de examinering. Bij het oordeel over exameninstrumenten worden dus alleen die examens betrokken die zowel deel uitmaken van de examinering als van de resultaatbepaling voor het diploma. Indien bijvoorbeeld theorie-examens wel deel uitmaken van de examinering (dus toetsing op het niveau van de kerntaak) en van de resultaatbepaling voor het diploma betrekken wij deze wel bij het oordeel over exameninstrumenten. 4. Moet je als onderwijsinstelling de prestatie-indicatoren gebruiken bij het beoordelen van examens gericht op de beroepsgerichte kwalificatiestructuur? In haar toezicht hanteert de inspectie het principe comply or explain. Als delen van deel C van het kwalificatiedossier niet gehanteerd kunnen worden bij de examinering (en bij de beoordeling van studenten in het bijzonder), dan verwachten wij dat de instelling verklaart waaruit de gekozen afwijking van deel C bestaat. Wij bepalen vervolgens of de gehele examinering inzichtelijk genoeg is om vast te stellen in hoeverre of op welke manier de examinering voldoet aan de eisen van deel C uit het kwalificatiedossier. Zo nodig maken wij daarbij gebruiken van de door de instelling gehanteerde (afwijkende) prestatie-indicatoren. 5. Wat verwacht de inspectie van de verantwoording op het niveau van de prestatieindicatoren bij de beroepsgerichte kwalificatiestructuur als een student een prestatie niet behaalt? Wij verwachten dat herleidbaar is op basis van welke argumenten een student een examen(onderdeel) niet behaalt. De beoordeling wordt gebaseerd op de prestatieindicatoren uit het kwalificatiedossier (of vergelijkbare criteria). Als een examen(onderdeel) niet gehaald wordt, wordt op het niveau van de prestatie-indicator verantwoord wat de oorzaak daarvan is. 6. Welke beoordelingscriteria kunnen worden toegepast bij examinering gericht op de Herziene Kwalificatie Structuur (HKS)? De publicatie Examinering en herziening kwalificatiestructuur: van basis tot keuzedeel van het Servicepunt examinering mbo verwoordt dit onderwerp als volgt. In de herziene Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 16 van 42

17 kwalificaties benoemd ieder werkproces de volgende zaken: omschrijving: welke handelingen moet een beginnend beroepsbeoefenaar uitvoeren; resultaat: wat is het overkoepelend resultaat van alle handelingen; gedrag: hoe moet de beroepsbeoefenaar handelingen uitvoeren, zodat het gewenste resultaat wordt behaald. De omschrijving, het resultaat en de gedragsbeschrijving vormen de input voor een beoordelingsvoorschrift. Als een student niet aan deze beoordelingscriteria voldoet verwachten wij dat deze argumenten in de verantwoording waarom een student een examenonderdeel niet behaalt naar voren komen. 7. In hoeverre wordt het vastgestelde examenprofiel meegenomen in de audits c.q. toezicht? Als een instelling gebruikt heeft gemaakt van concrete richtinggevende examenprofielen dan kan het examentoezicht proportioneel worden ingericht. De profielen moeten dan uiteraard wel voldoen aan de examenstandaarden. b. Uitbesteding 1. Wat betekent uitbesteding van de examinering aan een onderwijs- of exameninstelling? Bij uitbesteding draagt de instelling de examinering over aan een andere onderwijs- of exameninstelling. Die andere (examen)instelling krijgt dan de volledige verantwoordelijkheid. Als de examinering is uitbesteed, beslist de examencommissie van de instelling waaraan is uitbesteed, over de uitslag van het examen. Ook moet zij zorgen voor een examenregeling en een commissie van beroep voor de examens en voert zij de interne kwaliteitsbewaking van de examenkwaliteit uit. Zie voor uitbesteding de volgende artikelen in de Wet educatie en beroepsonderwijs: artikelen 1.6.1; 6.3.1; 6.3.2; 7.4.4a en Wanneer kan een instelling de examinering uitbesteden? De instelling moet tot uitbesteding overgaan als de minister haar het recht op examinering voor een opleiding heeft ontnomen. De instelling kan tot uitbesteding overgaan als zij dat doelmatig acht of als zij op basis van de eigen bewaking van de kwaliteit van het examen van een opleiding constateert dat zij niet zelf kan waarborgen dat dit examen op alle examenonderdelen in voldoende mate aan de examenstandaarden voldoet. 3. Mag een exameninstelling de examinering uitvoeren en een diploma afgegeven als er géén uitbestedingsovereenkomst met een onderwijsinstelling is? Nee, dat mag niet. Er moet een uitbestedingsovereenkomst zijn met een instelling die over crebo-licenties beschikt om diploma s af te geven. De student moet ingeschreven staan bij een onderwijsinstelling die een crebo- erkenning heeft voor de betreffende beroepsopleiding. 4. Wie ondertekent het diploma bij uitbesteding? De examencommissie van de exameninstelling ondertekent bij uitbesteding het diploma, maar op het diploma wordt de naam van de onderwijsinstelling vermeld waarbij de student is ingeschreven. De examencommissie mag niet op eigen naam een diploma uitreiken. c. Inkoop 1. Wij kopen onze exameninstrumenten in bij een examenleverancier. Hoe beoordeelt de inspectie deze instrumenten? We voeren geen onderzoeken meer uit bij de afzonderlijke leveranciers. We onderzoeken bij de onderwijsinstellingen nog wel de kwaliteit van de exameninstrumenten. Daartoe vragen wij Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 17 van 42

18 bij de instellingen de exameninstrumenten op, ook als deze ingekocht zijn. Wij beoordelen vervolgens deze instrumenten en het oordeel wordt opgenomen in het rapport van de instelling. Op de langere termijn willen wij de exameninstrumenten alleen opvragen en onderzoeken als daar aanleiding toe is. Het al dan niet opvragen en onderzoeken van de exameninstrumenten is dan afhankelijk van ons oordeel over het functioneren van de examencommissie. We verwachten echter dat een volledig inspectieonderzoek naar de examenkwaliteit, gericht op de kwaliteit van het exameninstrumentarium én de afname/beoordeling, vooralsnog vaker aan de orde zal zijn dan een beperkte verificatie van de borging door de examencommissie. Naarmate de beleidsmatige invoering succesvol verloopt, zal het toezicht daarop worden afgestemd. We beperken ons dan tot verificatie. 2. Leidt een onvoldoende oordeel over een ingekocht examenproduct bij een leverancier tot een onvoldoende bij de instelling? Ja, de instelling is immers verantwoordelijk voor de kwaliteit van de examinering, ook als er wordt ingekocht. 3. Moeten wij de exameninstrumenten ook aanleveren als zij eerder positief beoordeeld zijn door bijvoorbeeld het Keurmerk of andere validerende organisaties? Ja, voorlopig beoordelen wij alle exameninstrumenten, ook als deze voorzien zijn van een keurmerk. 4. Wij kopen exameninstrumenten in en deze zijn door het Keurmerk als voldoende beoordeeld. Neemt de inspectie dit oordeel over? Nee, wij vragen bij elke te onderzoeken opleiding de exameninstrumenten op en beoordelen deze. Het oordeel van de inspectie is daarbij bindend. Bij afwijking van het oordeel nemen wij contact op met de validerende instelling. Op termijn willen wij ons meer gaan baseren op de afgegeven Keurmerken. Om dat besluit te kunnen nemen zullen wij echter gedurende een bepaalde periode nagaan of exameninstrumenten terecht een keurmerk hebben gekregen. 5. Wat betekent validering van exameninstrumenten voor het toezicht van de inspectie? Validering van exameninstrumenten is nog in ontwikkeling. Er zijn daarbij drie routes mogelijk voor scholen om de kwaliteit te borgen. Afhankelijk van het resultaat en de gemaakte afspraken in het proces van ontwikkeling zal de inspectie acteren. Voorlopig zullen wij voor route 1 (inkoop van exameninstrumenten bij een gecertificeerde examenleverancier) als die vergelijkbaar wordt aan de situatie zoals nu bij het Keurmerk, op vergelijkbare wijze handelen (zie ook vraag 1 hiervoor). Voor route 2 (zelf construeren van exameninstrumenten volgens de complete set van collectieve afspraken) vragen wij de exameninstrumenten op, tenzij deze gelijk zijn aan eerder door ons beoordeelde instrumenten. Route 3: zelf construeren van exameninstrumenten niet volgens de set van collectieve afspraken en daarmee met verplichte externe validering betekent natuurlijk ook dat wij de instrumenten opvragen en beoordelen en bij afwijking contact opnemen met de validerende instelling. Op de langere termijn willen wij de exameninstrumenten alleen opvragen en onderzoeken als daar aanleiding toe is. Het al dan niet opvragen en onderzoeken van de exameninstrumenten is dan afhankelijk van ons oordeel over het functioneren van de examencommissie. We verwachten echter dat een volledig inspectieonderzoek naar de examenkwaliteit, gericht op de kwaliteit van het exameninstrumentarium én de afname/beoordeling, vooralsnog vaker aan de orde zal zijn dan een beperkte verificatie van de borging door de examencommissie. Naarmate de beleidsmatige invoering succesvol verloopt, zal het toezicht daarop worden afgestemd. We beperken ons dan tot verificatie. Veel gestelde vragen toezicht mbo versie januari 2017 Pagina 18 van 42

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen Versie juli 2017 Inhoud TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 4 c. Beoordeling en normering... 7 Veel gestelde vragen toezicht mbo

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 A. Toezicht... 2 B. Onderzoek... 4 C. Beoordeling en normering...

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 A. Toezicht... 2 B. Onderzoek... 4 C. Beoordeling en normering... Veel gestelde vragen toezicht mbo - Toezicht algemeen Versie mei 2018 Inhoud TOEZICHT ALGEMEEN... 2 A. Toezicht... 2 B. Onderzoek... 4 C. Beoordeling en normering... 8 Veel gestelde vragen toezicht mbo

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo

Veel gestelde vragen toezicht mbo Veel gestelde vragen toezicht mbo Versie juli 2017 Inhoud A. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 4 c. Beoordeling en normering... 7 B. WAARDERINGSKADER... 11 1. KWALITEITSGEBIED ONDERWIJSPROCES

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo

Veel gestelde vragen toezicht mbo Veel gestelde vragen toezicht mbo Versie mei 2018 Inhoud A. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 4 c. Beoordeling en normering... 7 B. WAARDERINGSKADER... 12 1. KWALITEITSGEBIED ONDERWIJSPROCES

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo

Veel gestelde vragen toezicht mbo Veel gestelde vragen toezicht mbo Versie 1 juli 2016 Inhoud A. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 3 c. Beoordeling en normering... 5 B. WAARDERINGSKADER... 6 GEBIED 1: ONDERWIJSPROCES...

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader Versie januari 2017 Inhoud WAARDERINGSKADER... 2 1. KWALITEITSGEBIED ONDERWIJSPROCES (OP)... 2 a. Algemeen... 2 b. Onderwijsteam... 2 c. Bpv... 3 d.

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader

Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader Veel gestelde vragen toezicht mbo - Waarderingskader Versie juli 2017 Inhoud WAARDERINGSKADER... 2 1. KWALITEITSGEBIED ONDERWIJSPROCES (OP)... 2 a. Algemeen... 2 b. Onderwijsteam... 2 c. Bpv... 3 d. Begeleiding...

Nadere informatie

Veel gestelde vragen toezicht mbo

Veel gestelde vragen toezicht mbo Veel gestelde vragen toezicht mbo Versie 1 november 2015 Inhoud A. TOEZICHT ALGEMEEN... 2 a. Toezicht... 2 b. Onderzoek... 3 c. Beoordeling en normering... 5 B. WAARDERINGSKADER... 6 GEBIED 1: ONDERWIJSPROCES...

Nadere informatie

B. WAARDERINGSKADER GEBIED 1: ONDERWIJSPROCES. a. Algemeen. b. Onderwijsteam

B. WAARDERINGSKADER GEBIED 1: ONDERWIJSPROCES. a. Algemeen. b. Onderwijsteam B. WAARDERINGSKADER GEBIED 1: ONDERWIJSPROCES a. Algemeen 1. Wanneer is het onderwijsproces voldoende/onvoldoende? Dit wordt beoordeeld aan de hand van het waarderingskader, gebied 1, onderwijsproces.

Nadere informatie

Gelders Opleidingsinstituut B.V.

Gelders Opleidingsinstituut B.V. Gelders Opleidingsinstituut B.V. Onderzoek bestuur en opleiding(en) Vierjaarlijks onderzoek Datum vaststelling: 28 november 2018 Samenvatting Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18409 4 april 2017 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 maart 2017, nr. MBO/1087949, houdende

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Leidse Onderwijsinstellingen BV

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Leidse Onderwijsinstellingen BV KWALITEITSONDERZOEK MBO Leidse Onderwijsinstellingen BV Plaats : Leiderdorp BRIN nummer : 24LK Onderzoeksnummer : 294249 Datum onderzoek : 24 oktober 2017 Datum vaststelling : 16 januari 2018 Inhoudsopgave

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Amice

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Amice KWALITEITSONDERZOEK MBO Amice Plaats : Barneveld BRIN nummer : 24YG Onderzoeksnummer : 294261 Datum onderzoek : 12 december 2017 Datum vaststelling : 14 februari 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 2 Conclusie

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO PROFIT OPLEIDINGEN

KWALITEITSONDERZOEK MBO PROFIT OPLEIDINGEN KWALITEITSONDERZOEK MBO PROFIT OPLEIDINGEN Plaats : Zwolle BRIN nummer : 26TR Onderzoeksnummer : 294260 Datum onderzoek : 30 november 2017 Datum vaststelling : 6 februari 2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Zorgcampus Rotterdam BV KWALITEITSONDERZOEK MBO Zorgcampus Rotterdam BV Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 30NZ Onderzoeksnummer : 294248 Datum onderzoek : 19 oktober 2017 Datum vaststelling : 14 december 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017 Inleiding Het onderwijs verandert. En het toezicht verandert mee. Vanaf 1 augustus 2017 houden

Nadere informatie

AANPAK BEOORDELING INGEKOCHTE EXAMENINSTRUMENTEN EN -DIENSTEN IN 2012

AANPAK BEOORDELING INGEKOCHTE EXAMENINSTRUMENTEN EN -DIENSTEN IN 2012 AANPAK BEOORDELING INGEKOCHTE EXAMENINSTRUMENTEN EN -DIENSTEN IN 2012 UTRECHT, juli 2013 1. Inleiding 1.1. Achtergrond Het toezichtkader bve 2012 is medio september 2011 goedgekeurd door de minister.

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. New School Routing Academy Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. New School Routing Academy Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) KWALITEITSONDERZOEK MBO New School Routing Academy 90111 Commercieel medewerker (Commercieel medewerker binnendienst) December 2015 BRIN: 30KP Onderzoeksnummer: 286411 Onderzoek uitgevoerd: 07 december

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Studiecentrum Minerva

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Studiecentrum Minerva KWALITEITSONDERZOEK MBO Studiecentrum Minerva Plaats : Almere BRIN nummer : 24KK Onderzoeksnummer : 294254 Datum onderzoek : 17 november 2017 Datum vaststelling : 18 december 2017 Inhoudsopgave 1 Inleiding...

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College Medewerker havenoperaties

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College Medewerker havenoperaties KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Scheepvaart en Transport College Medewerker havenoperaties Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 05EA Onderzoeksnummer : 294233 Datum onderzoek : 21 en

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Profit Opleidingen

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. Profit Opleidingen ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO Profit Opleidingen Plaats : Zwolle BRIN nummer : 26TR Onderzoeksnummer : 280632 en 280634 Datum onderzoek : 5, 9 en 12 februari 2015 en 7 april 2016 Datum vaststelling

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Memo te Amersfoort

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Instituut Memo te Amersfoort KWALITEITSONDERZOEK MBO Instituut Memo te Amersfoort Doktersassistent juni 2013 H3257863/3 BRIN: 30LG Onderzoeksnummer: 4055487 Onderzoek uitgevoerd in: 6 en 15 april 2013 Conceptrapport verzonden op:

Nadere informatie

Het toezicht vanaf augustus BGT 4JOB Vierjaarlijks Onderzoek Bestuur

Het toezicht vanaf augustus BGT 4JOB Vierjaarlijks Onderzoek Bestuur Het toezicht vanaf augustus 2017 BGT 4JOB Vierjaarlijks Onderzoek Bestuur Ons Middelbaar Onderwijs 22 juni 2017 Inhoud presentatie Vernieuwd toezicht: waarom & hoe, grootste veranderingen Onderzoek naar

Nadere informatie

Bert Lichtenberg. Toezicht in verandering. Zaal 1 12:00 uur

Bert Lichtenberg. Toezicht in verandering. Zaal 1 12:00 uur Bert Lichtenberg Toezicht in verandering Zaal 1 12:00 uur Onderzoekskader mbo 2017 Onderzoekskader MBO 2017 Een mooi kader! Een modern kader: uitgaan van de kracht van het bestuur en ruimte voor maatwerk.

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC De Leijgraaf Mbo-Verpleegkundige

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC De Leijgraaf Mbo-Verpleegkundige KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC De Leijgraaf Mbo-Verpleegkundige Plaats : Utrecht BRIN nummer : 28DE Onderzoeksnummer : 292623 Datum onderzoek : 21, 22, 23 en 24 maart 2017 Datum

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. F. van Wetten ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU F. van Wetten Plaats : Beek en Donk BRIN nummer : 26CP Onderzoeksnummer : 292322 Datum onderzoek : 13 februari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

ONDERZOEKSKADER voor het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs

ONDERZOEKSKADER voor het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs ONDERZOEKSKADER 2017 voor het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs 1 juni 2017 2 INHOUD 1 INLEIDING... 7 1.1 Wettelijk kader middelbaar beroepsonderwijs... 7 1.2 Deugdelijkheidseisen en eigen aspecten

Nadere informatie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier Naam Examenleverancier : SHE Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Manager/ondernemer Horeca Crebonummer : 90303 Is er sprake van

Nadere informatie

ONDERZOEKSKADER voor het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs DEFINITIEVE VERSIE

ONDERZOEKSKADER voor het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs DEFINITIEVE VERSIE ONDERZOEKSKADER 2017 voor het toezicht op het middelbaar beroepsonderwijs DEFINITIEVE VERSIE 10 okober 2016 Onderzoekskader voor het toezicht op middelbaar beroepsonderwijs 2 INHOUD 1 INLEIDING... 7 1.1

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Naam Examenleverancier : KCH Examens Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Commercieel medewerker binnendienst Crebonummer : 90112

Nadere informatie

Onderzoekskader mbo Gegeven op: 10 november 01 december Onderzoekskader

Onderzoekskader mbo Gegeven op: 10 november 01 december Onderzoekskader Onderzoekskader mbo 2017 Gegeven op: Onderzoekskader MBO 10 november 2016 2017 01 december 2016 Programma 1. Plenaire presentatie. 2. Uiteen in kleinere groepen: bespreken en vraag/antwoord. 3. Plenaire

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Supplement BV

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Supplement BV KWALITEITSONDERZOEK MBO Supplement BV Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 30ZW Onderzoeksnummer : 292742 Datum onderzoek : 20 maart tot en met 17 mei 2017 Datum vaststelling : 26 juni 2017 Inhoudsopgave

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC De Leijgraaf Manager handel (Afdelingsmanager) Manager retail

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC De Leijgraaf Manager handel (Afdelingsmanager) Manager retail KWALITEITSONDERZOEK MBO ROC De Leijgraaf Manager handel (Afdelingsmanager) Manager retail Plaats : Schiedam, Veghel, Tilburg BRIN nummer : 28DE Onderzoeksnummer : 292937 Datum onderzoek : 22, 27 en 28

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC TOP Sociaal-cultureel werker Sociaal werk

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC TOP Sociaal-cultureel werker Sociaal werk KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC TOP Sociaal-cultureel werker Sociaal werk Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 30RM Onderzoeksnummer : 291992 Datum onderzoek : 13 en 14 februari 2017

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Naam Examenleverancier : KCH Examens Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Assistent Logistiek Medewerker Crebonummer : 93731 Is er

Nadere informatie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier Naam Examenleverancier : SHE Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Zelfstandig werkend Kok Crebonummer : 95420 Is er sprake van een

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Instituut Memo

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Instituut Memo STAAT VAN DE INSTELLING MBO Instituut Memo Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 30LG Onderzoeksnummer : 283873 Datum onderzoek : 22-25 september 2015 Datum vaststelling : 19 november 2015 Pagina 2 van 16

Nadere informatie

Examinering in het mbo veel gestelde vragen en antwoorden

Examinering in het mbo veel gestelde vragen en antwoorden Examinering in het mbo veel gestelde vragen en antwoorden 31 januari 2011 Deel 1 Algemeen 1 Hoe lang moeten examengegevens van studenten bewaard worden? De inspectie gaat er vanuit dat instellingen alle

Nadere informatie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier Naam Examenleverancier : VTL Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Assistent Logistiek Medewerker Crebonummer : 93732 Is er sprake

Nadere informatie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier Naam Examenleverancier : VTL Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Manager Transport en Logistiek Crebonummer : 91870 Is er sprake

Nadere informatie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier Naam Examenleverancier : VOC Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Autoschadehersteller, niveau 2 Crebonummer : 95030 Is er sprake

Nadere informatie

Examenreglement. Da Vinci College

Examenreglement. Da Vinci College Examenreglement van het Regionaal Opleidingencentrum Zuid-Holland Zuid Da Vinci College Dit reglement is vastgesteld op 2013 door het College van Bestuur en treedt in werking op 1 augustus 2013 Da Vinci

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Naam Examenleverancier : Savantis Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Gezel Stukadoor (Decoratie) Crebonummer : 91501 Is er sprake

Nadere informatie

Onderzoek besturen en scholen volgens vernieuwd toezicht

Onderzoek besturen en scholen volgens vernieuwd toezicht Onderzoek besturen en scholen volgens vernieuwd toezicht Informatie voor besturen in het funderend onderwijs die in schooljaar 2016/2017 betrokken zijn bij een vierjaarlijks onderzoek besturen en scholen

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente. Verkoper Verkoper detailhandel

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente. Verkoper Verkoper detailhandel KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC van Twente Verkoper Verkoper detailhandel Plaats :Almelo BRIN nummer :27YU Onderzoeksnummer :293555 Datum onderzoek :29 mei en 1 juni 2017 Datum

Nadere informatie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier Naam Examenleverancier : SH&M Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Logistiek medewerker houthandel Crebonummer : 95331 Is er sprake

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. NCOI MBO College te Hilversum

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. NCOI MBO College te Hilversum ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU NCOI MBO College te Hilversum Logistiek medewerker (Logistiek medewerker) Logistiek teamleider (Logistiek teamleider) Logistiek supervisor (Logistiek

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Autotechniek (Autotechnicus) Autotechnicus. : Amersfoort

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Autotechniek (Autotechnicus) Autotechnicus. : Amersfoort KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 MBO Amersfoort Autotechniek (Autotechnicus) Autotechnicus Plaats : Amersfoort BRIN nummer : 30RR Onderzoeksnummer : 292768 Datum onderzoek : 1 juni

Nadere informatie

Vernieuwd toezicht. Vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen 2016/ november 2016

Vernieuwd toezicht. Vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen 2016/ november 2016 Vernieuwd toezicht Vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen 2016/17 10 november 2016 Kwaliteit van het onderwijs Hoe weet je dat de kwaliteit van het onderwijs aan leerlingen aan de maat is? Hoe bepaal

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Kok (Zelfstandig werkend kok)

KWALITEITSONDERZOEK MBO. Kok (Zelfstandig werkend kok) KWALITEITSONDERZOEK MBO Landstede te Zwolle Kok (Zelfstandig werkend kok) definitief Mei 2015 BRIN: 01AA Onderzoeksnummer: 280134 Onderzoek uitgevoerd: 09-02-2015 t/m 10-02-2015 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Kappersschool van Wetten. Definitief

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Kappersschool van Wetten. Definitief STAAT VAN DE INSTELLING MBO Kappersschool van Wetten Definitief Juli 2012 Plaats: Beek en Donk BRIN: 26CP Onderzoeksnummer: Kenmerk: 126726 H3309496 Onderzoek uitgevoerd in: Maart 2012 Conceptrapport verzonden

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Juridisch medewerker

KWALITEITSONDERZOEK MBO. ROC Ter AA te Helmond. Juridisch medewerker KWALITEITSONDERZOEK MBO ROC Ter AA te Helmond Juridisch medewerker juli 2014 BRIN: 25LJ Onderzoeksnummer: 275653 Onderzoek uitgevoerd in: April 2014 Conceptrapport verzonden op: 2 juni 2014 Rapport vastgesteld

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Deltion College Allround schoonheidsspecialist

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Deltion College Allround schoonheidsspecialist KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Deltion College Allround schoonheidsspecialist Plaats : BRIN nummer : 25PJ Onderzoeksnummer : 292497 Datum onderzoek : 16 januari 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst. Indien er sprake is van het toetsen van een product: Crebonummer : Is er sprake van een Kadertoets

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst. Indien er sprake is van het toetsen van een product: Crebonummer : Is er sprake van een Kadertoets Naam Examenleverancier : Sectorinstituut Transport & Logistiek Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Logistiek teamleider Crebonummer

Nadere informatie

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV?

SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV? SERVICEDOCUMENT BEROEPSPRAKTIJKVORMING: WAT MAG VERWACHT WORDEN VAN DE BPV? Inleiding Op grond van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna: WEB) zijn er aan de beroepspraktijkvorming (bpv) vereisten

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU. ROC Tilburg ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg Plaats : Tilburg BRIN nummer : 25LZ Onderzoeksnummer : 292405 Datum onderzoek : 10 april 2017 Datum vaststelling : 22 mei 2017 INHOUD

Nadere informatie

Naam Examenleverancier. Beoordeling audit examinering 2012 2013 Rapportage inkoopaudit examenproducten en diensten op examinering 2012 2013

Naam Examenleverancier. Beoordeling audit examinering 2012 2013 Rapportage inkoopaudit examenproducten en diensten op examinering 2012 2013 Naam Examenleverancier : Fundeon Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Waterbouwer Crebonummer : 94020 Is er sprake van een Kadertoets

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Naam Examenleverancier : Savantis Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Schoonmaak- en Glazenwassen (Schoonmakermedewerker vloeronderhoud)

Nadere informatie

1. Wat is beroepspraktijkvorming

1. Wat is beroepspraktijkvorming 1. Wat is beroepspraktijkvorming De opleiding die je nu volgt bestaat uit twee delen: beroepspraktijkvorming en onderwijs op school. Leren doe je op school, maar vooral in de praktijk! Bij Terra leer je

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC TOP Particuliere beveiliging

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC TOP Particuliere beveiliging KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC TOP Particuliere beveiliging Plaats : Amsterdam BRIN nummer : 30RM Onderzoeksnummer : 291991 Datum onderzoek : 3 en 7 maart 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier Naam Examenleverancier : LTTR Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product :Frontoffice manager Crebonummer :94072 Is er sprake van een Kadertoets

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst. Indien er sprake is van het toetsen van een product: Crebonummer : Is er sprake van een Kadertoets

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst. Indien er sprake is van het toetsen van een product: Crebonummer : Is er sprake van een Kadertoets Naam Examenleverancier : Savantis Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Gezel schilder voorman Crebonummer : 91461 Is er sprake van

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Autotechniek (Autotechnicus)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Autotechniek (Autotechnicus) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Leiden Autotechniek (Autotechnicus) Januari 2015 BRIN: 25MA Onderzoeksnummer: 278430 Onderzoek uitgevoerd in: November 2014 Conceptrapport

Nadere informatie

Naam Examenleverancier

Naam Examenleverancier Naam Examenleverancier : Fundeon Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Dakdekker riet Crebonummer : 93845 Is er sprake van een kadertoets

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Naam Examenleverancier : Sectorinstituut Transport & Logistiek Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Chauffeur erenvervoer, Cohort

Nadere informatie

Et Examentaken mbo WWW.EXAMINERINGMBO.NL Examentaken mbo Wat is het? De Examentaken mbo omschrijven alle taken die worden uitgevoerd ten behoeve van de examinering in het mbo. Het is een hulpmiddel om

Nadere informatie

Voorwaardelijke toetsing en examinering

Voorwaardelijke toetsing en examinering Voorwaardelijke toetsing en examinering Een publicatie naar aanleiding van de leg-uit-bijeenkomst op 28 januari 2014 van het Servicepunt examinering mbo in samenwerking met het ministerie van OCW en de

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Naam Examenleverancier : Savantis Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Entreeopleiding assistent assistent dienstverlening en zorg

Nadere informatie

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst

Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Naam Examenleverancier : Savantis Toetsing Organisatieaudit Product Dienst Indien er sprake is van het toetsen van een product: Naam Product : Entreeopleiding assistent Bouwen, wonen en onderhoud - Stukadoor

Nadere informatie

1. Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan

1. Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan 1. Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Regeling van de examens Het examen Herkansen van examens

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Heering Consultancy Opleidingen B.V.

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Heering Consultancy Opleidingen B.V. STAAT VAN DE INSTELLING MBO Heering Consultancy Opleidingen B.V. Plaats : Achterveld BRIN nummer : 30HY Onderzoeksnummer : 196715 Datum onderzoek : 9 september - 14 oktober 2013 Datum vaststelling : 21

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. ARD International BV (Guard Group)

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. ARD International BV (Guard Group) STAAT VAN DE INSTELLING MBO ARD International BV (Guard Group) Plaats : Deventer BRIN nummer : 30ER Onderzoeksnummer : 196659 Datum onderzoek : 6-7 november 2013 Datum vaststelling : 23 januari 2014 Pagina

Nadere informatie

Examenreglement. Da Vinci College

Examenreglement. Da Vinci College Examenreglement van het Regionaal Opleidingencentrum Zuid-Holland Zuid Da Vinci College Dit reglement is vastgesteld op 01-04-2015 door dhr. H. van Gorkom, directeur onderwijs namens het College van Bestuur

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College (STC) Scheeps- en jachtbouwkundige

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College (STC) Scheeps- en jachtbouwkundige KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Scheepvaart en Transport College (STC) Scheeps- en jachtbouwkundige Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 05EA Onderzoeksnummer : 294230 Datum onderzoek

Nadere informatie

Examenreglement competentiegerichte opleidingen. Da Vinci College

Examenreglement competentiegerichte opleidingen. Da Vinci College Examenreglement competentiegerichte opleidingen van het Regionaal Opleidingencentrum Zuid-Holland Zuid Da Vinci College Dit examenreglement is een bijlage van de onderwijs- en examenregeling en is van

Nadere informatie

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium Dit document is een onderdeel uit het advies Drie routes naar een valide examenproduct van mei 2016. De uitwerking van het advies vindt plaats vanaf augustus 2016 door de hiervoor aangestelde kwartiermaker

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Regio College Kwaliteitsonderzoek opleiding Sport en bewegen (Sport- en bewegingsleider), Sport en bewegingsleider Plaats : Koog aan de Zaan BRIN nummer

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO VARIVA OPLEIDINGEN B.V.

STAAT VAN DE INSTELLING MBO VARIVA OPLEIDINGEN B.V. STAAT VAN DE INSTELLING MBO VARIVA OPLEIDINGEN B.V. Plaats : Someren BRIN nummer : 28CP Onderzoeksnummer : 276036 Datum onderzoek : 25 september 2014 Datum vaststelling : 8 december 2014 Pagina 2 van 25

Nadere informatie

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB Dit document is opgesteld door: Het Ministerie van OCW, het Ministerie van VWS en de MBO Raad in samenwerking met de Inspectie van het Onderwijs en JOB.

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. M & M Opleidingen B.V.

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. M & M Opleidingen B.V. STAAT VAN DE INSTELLING MBO M & M Opleidingen B.V. Plaats : Almere BRIN nummer : 30KC Onderzoeksnummer : 196498 Datum onderzoek : 10-12 september 2013 Datum vaststelling : 4 december 2013 Pagina 2 van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16683 15 september 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2 september 2011, nr. BVE/312893,

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC West-Brabant te Etten-Leur. Operator (Voedingsoperator) Operator (Operator A)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO. ROC West-Brabant te Etten-Leur. Operator (Voedingsoperator) Operator (Operator A) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO ROC West-Brabant te Etten-Leur Operator (Voedingsoperator) Operator (Operator A) Februari 2015 BRIN: 25LX Onderzoeksnummer: 280562 Onderzoek uitgevoerd in: November

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC Rivor. Particuliere beveiliging (Beveiliger) Beveiliger

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC Rivor. Particuliere beveiliging (Beveiliger) Beveiliger KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC Rivor Particuliere beveiliging (Beveiliger) Beveiliger Plaats : Tiel BRIN nummer : 04CY Onderzoeksnummer : 292522 Datum onderzoek : 30 en 31 mei

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek AOC Lentiz. Manager groene detailhandel Manager retail

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek AOC Lentiz. Manager groene detailhandel Manager retail KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 AOC Lentiz Manager groene detailhandel Manager retail Plaats : Schiedam BRIN nummer : 14YD Onderzoeksnummer : 292210 Datum onderzoek : 16 en 17 mei

Nadere informatie

Examenreglement MBO Utrecht

Examenreglement MBO Utrecht Examenreglement MBO Utrecht 2014-2016 Colofon Examenreglement Vastgesteld door het Management Team op : 30 maart 2015 Definitief vastgesteld door het College van Bestuur op : 22 april 2015 Instemming Ondernemingsraad

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College (STC) Schipper binnenvaart

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek Scheepvaart en Transport College (STC) Schipper binnenvaart KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Scheepvaart en Transport College (STC) Schipper binnenvaart Plaats : Rotterdam BRIN nummer : 05EA Onderzoeksnummer : 294229 Datum onderzoek : 11 en

Nadere informatie

Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan

Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan Centraal Examenreglement Beroepsopleidingen ROC Mondriaan Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Regeling van de examens Het examen Herkansen van examens

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Nimeto Kaderfunctie afbouw, onderhoud en interieur Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud (Kleuren interieuradvies) Plaats : Utrecht BRIN nummer

Nadere informatie

De producteisen uit de norm voor valide exameninstrumenten

De producteisen uit de norm voor valide exameninstrumenten De producteisen uit de norm voor valide exameninstrumenten Oktober 2017 Kwartiermaker Validering Examens MBO Inhoud Toelichting norm 2 Solide basis 2 Toepassing norm in de drie routes 2 Producteisen 4

Nadere informatie

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo

Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo Handreiking: Uitleg begrippen vmbo-mbo Ook in het vmbo is er sprake van onderwijsvernieuwing. De meest in het oog springende vernieuwing is de introductie van een kern, profiel en (meerdere) keuzes. De

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 Nimeto Ruimtelijk vormgever Vormgeving ruimtelijke presentatie en communicatie (Vormgever productpresentatie) Plaats : Utrecht BRIN nummer : 02PK Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige

Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Titel : Servicedocument urennormen van de Wet BIG en WEB opleiding mbo-verpleegkundige Project/Werkgroep : Voor vragen kunt

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties)

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU. Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OPLEIDINGSNIVEAU ROC Tilburg te Tilburg Installeren (Eerste monteur elektrotechnische installaties) Juli 2014 3280511/7 BRIN: 25LZ Onderzoeksnummer: 276480 Onderzoek

Nadere informatie

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl DOSSIER : Alle DOSSIERCREBO : Alle KWALIFICATIE : Alle KWALIFICATIECREBO : Alle NIVEAU : Alle COHORT : Vanaf 2015

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO

KWALITEITSONDERZOEK MBO KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 WELLANT COLLEGE Locatie Rijnsburg Assistent plant of (groene) leefomgeving Plaats : Rijnsburg BRIN nummer : 01OE Onderzoeksnummer : 292747 Datum onderzoek

Nadere informatie

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Opleidingsinstituut Thomas BV

STAAT VAN DE INSTELLING MBO. Opleidingsinstituut Thomas BV STAAT VAN DE INSTELLING MBO Opleidingsinstituut Thomas BV Plaats : 's-hertogenbosch BRIN nummer : 24AL Onderzoeksnummer : 252974 Datum onderzoek : 30 september 2013 Datum vaststelling : 15 januari 2014

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP OPLEIDINGSNIVEAU Groenhorst College Natuur en groene ruimte 3 (Vakbekwaam hovenier) Groen, grond, infra (Medewerker gemechaniseerd loonbedrijf) Dierhouderij(Melkveehouder)

Nadere informatie

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente. Apothekersassistent

KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek ROC van Twente. Apothekersassistent KWALITEITSONDERZOEK MBO Rapport stelselonderzoek 2017 ROC van Twente Apothekersassistent Plaats :Hengelo BRIN nummer :27YU Onderzoeksnummer :293552 Datum onderzoek :17 en 18 mei 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Onderwijsassistent (p3) (HKS, vanaf augustus 2016)

Examenplan , 2017 en 2018, examenplan en diplomavereisten Onderwijsassistent (p3) (HKS, vanaf augustus 2016) Examenplan (HKS, vanaf augustus 2016) Naam kwalificatie Onderwijsassistent (p3) Uitstroom crebo 25485 Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk Instroom crebo 23183 Domein Zorg en welzijn Domein crebo 79140

Nadere informatie