PIJN TIJDENS SEKS: EEN INTERPERSOONLIJK PERSPECTIEF.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PIJN TIJDENS SEKS: EEN INTERPERSOONLIJK PERSPECTIEF."

Transcriptie

1 Academiejaar Eerste Examenperiode PIJN TIJDENS SEKS: EEN INTERPERSOONLIJK PERSPECTIEF. Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad van Master in de Psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie door Lieselotte Geerolf Promotor en begeleider: dr. Marieke Dewitte

2 Ondergetekende, Lieselotte Geerolf, geeft toelating tot het raadplegen van de thesis door derden.

3 DANKWOORD Ik wil graag iedereen bedanken die heeft meegewerkt aan dit onderzoek. Omwille van de beperkte literatuur omtrent interpersoonlijke factoren in de context van seksuele pijn, was het erg interessant om samen met enkele experts te exploreren wat de belangrijkste interpersoonlijke variabelen waren om op te nemen in deze exploratieve studie. De beperkte verspreiding van seksuologen in Vlaanderen heeft ervoor gezorgd dat het rekruteren van de klinische groep niet zonder moeilijkheden verliep. Ik wil graag alle seksuologen bedanken voor de tijd die ze gedurende een sessie vrijmaakten om een cliënt aan te spreken en te motiveren om deel te nemen aan het onderzoek. Daarnaast wil ik ook graag alle vrouwen met seksuele pijn en hun partners bedanken voor de tijd die ze opbrachten om de vele vragenlijsten die deze studie omvatte te beantwoorden. Ik waardeer uw medewerking enorm, aangezien ik me bewust ben van de vele andere tijdrovende opdrachten die een behandeling bij een seksuoloog met zich meebrengt. Vervolgens wil ik alle vrienden, collega s en kennissen bedanken, die ondanks het erg persoonlijke onderwerp van deze studie, bereid waren tijd vrij te maken om de vragenlijsten te beantwoorden en op deze manier deel uit te maken van de controlegroep. Een oprechte dankuwel. Daarnaast wil ik graag mijn promotor, dr. Marieke Dewitte, hartelijk bedanken. Uw constructieve feedback gedurende de afgelopen twee jaar, heeft me telkens nieuwe inzichten geboden en steeds verder op weg gebracht. Wanneer de rekrutering van de klinische groep moeilijker verliep dan verwacht, hield u steeds de moed erin. Ik ben u erg dankbaar dat u uw uitgebreide kennis en enthousiasme omtrent de seksuologie met mij deelde. Tot slot vind ik het erg bewonderenswaardig dat u steeds beschikbaar voor me was wanneer moeilijkheden opdoken. Hartelijk bedankt voor de tijd die u voor me vrijmaakte. Tot slot wil ik graag mijn ouders en vriend bedanken voor hun onbetaalbare steun. Ondanks stresserende omstandigheden en tegenslagen, blijven jullie steeds in mij geloven. Een speciale bedanking wil ik richten tot mijn vriend, die me op tijd en stond herinnerde aan welverdiende ontspanning en er zo in slaagde me nieuwe energie te geven om verder te werken.

4 ABSTRACT Onderzoek heeft zich voornamelijk gericht op de biologische en psychologische factoren die bijdragen tot de ontwikkeling en de instandhouding van seksuele pijn. Door een strikt individuele focus in eerder onderzoek is tot op heden echter weinig geweten over de relationele aspecten die een rol spelen in deze context. Deze studie richtte zich op deze interpersoonlijke aspecten. Aan de hand van algemene vragenlijsten werd onderzocht in welke mate er overeenkomst is tussen beide partners van een koppel wat betreft relationele en seksuele variabelen. Aan de hand van vignettes werd de mate waarin beide partners van een koppel elkaars gedachten, gevoelens en gedrag kunnen inschatten, nagegaan en in verband gebracht met de pijnbeleving, het relationeel en het seksueel functioneren. Er werd een overeenkomst gevonden tussen beide partners van een koppel met betrekking tot relatietevredenheid en waargenomen responsiviteit. Vrouwen leken angstiger gehecht en rapporteerden meer seksuele onvrede. Al deze bevindingen werden zowel in de klinische als de controlegroep teruggevonden, maar het verschil in seksuele onvrede tussen beide partners was groter in de klinische groep. Beide partners konden in beide groepen tamelijk goed elkaars gedachten, gevoelens en gedrag inschatten in een seksuele pijnsituatie. De gedachten, gevoelens en gedragingen die in beide groepen verschillend en minder goed werden ingeschat hadden betrekking op seksuele pijn. Tot slot werd vastgesteld dat in de klinische groep een betere inschatting van elkaars gedachten, gevoelens en gedrag meestal samenhing met meer relatie en seksuele tevredenheid en minder intense pijn. Er werd echter ook aangetoond dat een betere inschatting eveneens kan samenhangen met negatieve uitkomsten. De bevindingen in deze studie wijzen erop dat het opnemen van interpersoonlijke factoren in het onderzoek naar seksuele pijn een belangrijke piste is die in toekomstig onderzoek verder geëxploreerd kan worden.

5 INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING Diagnostiek Definitie Prevalentie Seksuele disfunctie of pijnstoornis? Theoretische modellen omtrent etiologie van seksuele pijn Biologische factoren Psychologische factoren 6 Algemene psychologische correlaten 6 Psychoseksuele verklaringsmodellen 7 Circulair model van dyspareunie 7 Informatieverwerkingsmodellen 9 Fear-Avoidance Sociale en relationele factoren 11 Belang van interpersoonlijke processen bij seksuele pijn 12 Interpersoonlijke perspectieven 13 Operante visie 13 Intimiteitsmodel 14 Communal Coping Model 14 Empathie-model 17 Conclusie interpersoonlijke perspectieven Huidige studie en onderzoeksvragen METHODE Deelnemers Procedure Klinische groep Controlegroep Materiaal Algemeen relationeel en seksueel functioneren 25 Vrouwen 25 Mannen 30

6 Vignettestudie RESULTATEN De pijnbeleving, het relationeel en het seksueel functioneren Groepsverschillen Analyses binnen een koppel Vignettes Analyse verschillende pijnsituaties Groepsverschillen Inschatting van elkaars gevoelens, gedachten en gedrag Vignettes en pijnbeleving, relationeel en seksueel functioneren DISCUSSIE Doelstelling Bespreking resultaten Groepsverschillen pijnbeleving, relationeel en seksueel functioneren Analyses binnen een koppel Groepsverschillen vignettes Inschatting van elkaars gevoelens, gedachten en gedrag Vignettes en pijnbeleving, relationeel en seksueel functioneren Beperkingen en sterktes van de studie Implicaties voor toekomstig onderzoek en de praktijk Algemene conclusie 56 REFERENTIES 58

7 LIJST VAN TABELLEN Tabel 1 Groepsgemiddelden en t-waarden voor de demografische 23 variabelen Tabel 2 Groepsgemiddelden en t-waarden voor de relationele en 35 seksuele variabelen bij de vrouwen Tabel 3 Groepsgemiddelden en t-waarden voor de relationele en 36 seksuele variabelen bij de mannen Tabel 4 Groepsgemiddelden en t-waarden voor de subschalen bij 39 de vrouwelijke vignettes Tabel 5 Groepsgemiddelden en t-waarden bij de subschalen bij de 40 mannelijke vignettes

8 LIJST VAN FIGUREN Figuur 1 Angst-pijn cirkel dyspareunie (Spano & Lamont, 1975) 8 Figuur 2 Informatieverwerkingsmodel (naar Janssen, Spiering, 9 Everaerd, & Janssen, 2000)

9 1. INLEIDING Seksualiteit heeft altijd al een belangrijk onderdeel van het leven van mensen uitgemaakt. Het is noodzakelijk voor de voortplanting en is dan ook al even oud als de mensheid zelf. Het is verwonderlijk dat seks en seksualiteit doorheen de geschiedenis slechts zeer beperkt werden behandeld. In de wijsbegeerte duurde het tot het midden van de 19 e eeuw voordat de eerste filosofische tekst verscheen die expliciet en volledig gewijd was aan seksualiteit (Die Metafysik der Geschlechtsliebe ~ Arthur Schopenhauer). De seksuologie als discipline ontstond pas op het einde van de 19 e eeuw bij de Engelse arts Henry Havelock Ellis ( ) (Menger, 2007). Maar ook toen bleven de rapporten beperkt tot beschrijvingen van rariteiten. Het is pas in de jaren 70 van de vorige eeuw dat wetenschappelijk seksuologisch onderzoek mogelijk werd (Slob, 2002). Aangezien het taboe omtrent seksualiteit pas de laatste decennia geleidelijk werd verlaten, blijven nog heel wat vragen omtrent seksualiteit en seksuele problemen onbeantwoord. Seksualiteit hangt voor vele mensen samen met intimiteit en verschillende emotionele aspecten. Vele studies hebben aangetoond dat een goed seksueel functioneren voor velen een essentiële component van een goede partnerrelatie is (Nicolosi et al., 2006). Toch hebben heel wat mensen te kampen met een seksueel probleem, dat hun (seksueel) leven ernstig verstoort. Het is dan ook belangrijk dat men hiervoor in onderzoek aandacht heeft. In deze thesis zal gefocust worden op seksuele pijnproblemen. Seksuele pijn dient beschouwd te worden vanuit een biopsychosociaal model, waarbij zowel biologische, psychologische als sociale factoren een belangrijke rol spelen (Engel, 1977). Verschillende studies hebben zich reeds gericht op de biologische en psychologische factoren die bijdragen tot de ontwikkeling en de instandhouding van seksuele pijn. Door een strikt individuele focus op de vrouw die de pijn ervaart in eerder onderzoek naar seksualiteit is echter weinig geweten over de sociale en relationele aspecten die een rol spelen bij seksuele pijn. Seks is bij uitstek een relationele aangelegenheid en het is dan ook vreemd dat slechts weinig onderzoek naar seksuele pijn zich richtte op het belang van dit interpersoonlijke aspect. Aangezien seksualiteit meestal plaatsvindt in een systemische interactie, is het immers noodzakelijk om seksuele pijn vanuit een interpersoonlijk perspectief te bestuderen en 1

10 de partner bij het onderzoek te betrekken. Dit perspectief zou belangrijke handvatten kunnen bieden om de verschillen in pijnbeleving en copinggedrag binnen deze patiëntengroep te begrijpen. Seks speelt een belangrijke rol binnen de partnerrelatie en de partner zal ongetwijfeld een invloed hebben op en beïnvloed worden door het seksuele pijnprobleem. Ook kenmerken van de relatie zelf kunnen een invloed hebben op en beïnvloed worden door het seksuele pijnprobleem. Deze thesis zal zich richten op deze interpersoonlijke aspecten die een rol kunnen spelen bij seksuele pijn. In wat volgt wordt eerst dieper ingegaan op de diagnostiek van seksuele pijn. Daarna worden theoretische modellen omtrent de etiologie van seksuele pijn besproken. Hierbij zal kort verwezen worden naar modellen omtrent biologische en psychologische mechanismen om ten slotte uitvoerig stil te staan bij belangrijke sociale en interpersoonlijke mechanismen die een rol kunnen spelen bij seksuele pijn. Om de impact van sociale mechanismen te ondersteunen zal verwezen worden naar de algemene pijnliteratuur Diagnostiek Definitie Er bestaan heel wat verschillende soorten seksuele disfuncties. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen stoornissen in het seksuele verlangen, stoornissen in de seksuele opwinding, orgasmestoornissen en seksuele pijnstoornissen (Mimoun & Wylie, 2009). In wat volgt worden specifiek de seksuele pijnstoornissen gedefinieerd. Vaginisme wordt gedefinieerd als een persisterend onvermogen tot het vaginaal toelaten van de penis, ondanks de uitdrukkelijke wens van de vrouw zelf om gemeenschap te hebben (Melles et al., 2006). Door het onwillekeurig samentrekken van de spieren van het buitenste derde deel van de vagina wordt de geslachtsgemeenschap belemmerd (American Psychiatric Association, 2000). Vaginisme gaat vaak gepaard met een soort penetratiefobie. Opvallend is dat vrouwen met vaginisme meestal jonger zijn en vaker een goede relatie hebben. Dyspareunie wordt meestal omschreven als een aanhoudende en terugkerende genitale pijn die samenhangt met de geslachtsgemeenschap (American Psychiatric Association, 2000). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen diepe en oppervlakkige dyspareunie. Bij diepe dyspareunie ervaren vrouwen een doffe en stekende pijn, diep in 2

11 de vagina, bij het doorstoten. Oppervlakkige dyspareunie is de branderige pijn die sommige vrouwen ervaren bij het binnengaan van de penis in de vagina. Deze pijn situeert zich eerder aan de buitenkant van het lichaam (van Lankveld, 2007). Naast dyspareunie en vaginisme komen nog verschillende andere termen voor, die verschillende vormen van dyspareunie zonder gekende pathologische oorzaken beschrijven. Bij essentiële of unprovoked vulvodynia ervaart men spontaan pijn aan de vulva, los van seks of tactiele stimulatie. Bij provoked vulvodynia wordt de pijn getriggerd door fysiek contact. Dit kan seksueel, maar ook niet-seksueel contact zijn, zoals het inbrengen van een tampon, wrijving door de kleren, fietsen, Provoked vulvodynia wordt door sommige onderzoekers ook als vulvair vestibulitis syndroom (VVS) benoemd, maar doordat het suffix itis verwijst naar een ontsteking en dit niet werd aangetoond, is dit een minder goede term (Moyal-Barracco & Lynch, 2004). In de literatuur wordt verder een onderscheid gemaakt tussen primaire en secundaire seksuele problemen. Primaire seksuele problemen zijn reeds vanaf de eerste seksuele contacten aanwezig, secundaire seksuele problemen zijn pas ontstaan na een periode van normaal functioneren. Daarnaast wordt eveneens een onderscheid gemaakt tussen situatieve en gegeneraliseerde seksuele problemen. Als de problemen zich slechts in bepaalde situaties stellen (bijvoorbeeld tijdens seksuele gemeenschap, maar niet tijdens masturbatie), dan benoemt men dit als een situatief probleem. Het is ook mogelijk dat de problemen zich bij de ene partner stellen, en bij de andere niet. Ook in dit geval wordt over situatieve problemen gesproken. Daarnaast zijn er ook gegeneraliseerde problemen. Dit zijn seksuele problemen die zich in alle verschillende contexten voordoen (American Psychiatric Association, 2000; van Lankveld, 2007). Deze verschillende criteria zijn belangrijk voor de differentiaaldiagnostiek. Deze vele verschillende subtypes met een verschillende etiologie zorgen ervoor dat het zeer moeilijk is om bij seksuele pijn een uniforme diagnose te stellen, wat bijgevolg vaak voor nosologische verwarring zorgt. Evidentie over de etiologie is bovendien zeer gecompliceerd doordat er nauwelijks gecontroleerde, experimentele studies zijn, die toelaten om oorzaken en effecten bij seksuele pijn van elkaar te onderscheiden. Het onderzoek naar etiologische factoren valt uiteen in twee onderzoekslijnen: biomedische factoren en psychoseksuele aspecten van seksuele pijn. In eerder onderzoek werd vooral de nadruk gelegd op de zoektocht naar fysische 3

12 markers en onderzochten minder studies de onderliggende psychologische mechanismen van seksuele pijn Prevalentie Pijn tijdens seks is een frequent voorkomend probleem. Het komt voor bij zo n 3 tot 18 % van de vrouwen (Simons & Carey, 2001). Zo n 65% van de vrouwen met een seksueel pijnprobleem zijn tussen de 20 en 40 jaar oud (Freidrich, 1987). Het komt het vaakst voor op de leeftijd van jaar en ook tijdens de menopauze (+ 50 jaar) wordt terug een toename van het aantal vrouwen met seksuele pijnproblemen waargenomen. Resultaten van een recent onderzoek hebben aangetoond dat de incidentie van dyspareunie bij jonge vrouwen aan het stijgen is (Danielsson, Sjoberg, Stenlund, & Wilkman, 2003) Seksuele disfunctie of pijnstoornis? Er bestaat een discussie in de literatuur of men pijn tijdens seks moet zien als een seksuele stoornis of als een pijnstoornis. In de hedendaagse classificatiesystemen zoals bijvoorbeeld de DSM-IV-TR (Diagnostic and Statistical Manual, Fourth Edition, Text Revision), wordt dyspareunie ondergebracht bij de seksuele stoornissen. Binik (2005) pleit er echter voor om dyspareunie als een pijnstoornis te beschouwen. De klinische karakteristieken van pijn tijdens seks zijn erg gelijkaardig aan de karakteristieken van andere pijnsyndromen. De intensiteit van de pijn is vergelijkbaar en varieert, net zoals bij andere pijnproblemen, op een continuüm van mild naar ondraaglijk. De pijn is niet gelimiteerd tot seksuele gemeenschap, maar kan ook voorkomen tijdens het inbrengen van een tampon, sporten, (Binik, 2005). Mensen met pijn tijdens seks vertonen een lagere pijndrempel, maar ook een lagere gewaarwordingdrempel, dan een controlegroep (Granot, Friedman, Yarnitsky, & Zimmer, 2002; Pukall, Binik, Khalifé, Amsel, & Abbott, 2002). Dezelfde karakteristieken vinden we terug bij andere pijnstoornissen. Onderzoek toont aan dat bij verschillende pijnstoornissen eenzelfde regio in de hersenen teruggevonden kan worden die actief is bij pijn. Ook bij patiënten met VVS wordt activiteit in diezelfde hersenregio teruggevonden (Pukall, Strigo, Binik, Khalifé, & Bushnell, 2005). Bij het vergelijken van diverse behandelingen voor vrouwen met dyspareunie, blijkt meer evidentie te 4

13 bestaan voor de effectiviteit van behandelingen die focussen op de pijn, dan voor seksgeoriënteerde behandelingen (Binik, 2005). Rekening houdend met deze bevindingen, zal seksuele pijn in wat volgt beschouwd worden als een pijnstoornis. Tot nu toe richtte onderzoek zich vooral op dyspareunie als een seksuele stoornis en het is mogelijk dat hierdoor deze klacht op bepaalde vlakken onvoldoende begrepen werd Theoretische modellen omtrent etiologie van seksuele pijn De etiologie van seksuele pijn is wellicht multifactorieel bepaald, maar blijft grotendeels onbekend (Aslan & Fynes, 2008). Lange tijd werkte het meeste onderzoek vanuit een unidimensioneel model, waarbij men zich heeft gefocust op de biomedische factoren die kunnen betrokken zijn in de ontwikkeling van seksuele pijn, terwijl men variabelen die de pijn indirect in stand kunnen houden of verergeren heeft genegeerd. Pas in recenter onderzoek wordt ook rekening gehouden met deze psychoseksuele factoren om seksuele pijn beter te begrijpen (Desrochers, Bergeron, Landry, & Jodoin, 2008). Het meeste onderzoek naar etiologische mechanismen bij seksuele pijn heeft zich tot nu toe voornamelijk gericht op die biologische en psychologische factoren. Zoals reeds eerder werd aangegeven, wordt in het biopsychosociaal model echter ook duidelijk de nadruk gelegd op het belang van sociale mechanismen bij het begrijpen van een ziekte (Engel, 1977). Het is dan ook zeer belangrijk om na te gaan welke rol sociale en relationele factoren spelen bij seksuele pijn. Het onderzoek hieromtrent is tot nu toe zeer beperkt en deze thesis probeert hiertoe een aanzet te geven. In wat volgt worden de bestaande modellen omtrent de biologische en psychologische mechanismen bij seksuele pijn kort besproken. Daarna zal de meerwaarde van een interpersoonlijk perspectief op seksuele pijn theoretisch onderbouwd worden Biologische factoren Heel wat onderzoek richtte zich reeds op mogelijke onderliggende biomedische of fysieke oorzaken bij seksuele pijn. Sommige studies tonen aan dat de vaginawand van vrouwen met provoked vulvodynia meer bezenuwd is, waardoor de vagina gevoeliger is. In andere gevallen ligt een beschadiging van het weefsel aan de basis van de seksuele pijn. De belangrijkste etiologische factoren die worden gerapporteerd bij provoked vulvodynia zijn infecties, hormonale invloeden en genetische 5

14 voorgeschiktheid. Vele vrouwen met provoked vulvodynia rapporteren vroeger herhaaldelijk te kampen hebben gehad met vulvovaginale candidiasis (infectie). Bij jonge seksueel actieve vrouwen ligt een HPV (Humaan Papilloma Virus) infectie soms aan de basis van de seksuele pijn omdat dit vaak chronische irritatie met zich meebrengt. Bij postmenopauzale vrouwen is oestrogeendeficiëntie een vaak voorkomende oorzaak van dyspareunie, ten gevolge van vulvovaginale atrofie (van Lankveld et al., 2010). Sommige auteurs wijzen op een mogelijk verband tussen bepaalde chirurgische ingrepen en dyspareunie, terwijl andere bevindingen dit tegenspreken (Aslan & Fynes, 2008). Recente evidentie toont aan dat een neurogene ontsteking ten gevolge van een kwetsuur of stress een rol speelt in de ontwikkeling van seksuele pijnstoornissen. Er is hier sprake van een bidirectionele invloed tussen de ontsteking en het centraal zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel wordt geïntensifieerd door de activiteit van verschillende mediatoren die in gang werden gezet door de neurogene ontsteking. Deze mediatoren leiden tot lagere pijndrempels en veroorzaken een perifere sensitisatie. Die perifere sensitisatie leidt op zijn beurt tot een verhoogde centrale sensitisatie en deze 2 versterken elkaar wederzijds (van Lankveld et al., 2010) Psychologische factoren Bepaalde onderzoeken richten zich op het vaststellen van een verband tussen seksuele pijn en psychische outcome-variabelen, terwijl andere studies eerder verklaringsmodellen vooropstellen waarin ze de psychologische mechanismen bij seksuele pijn trachten te omschrijven. Algemene psychologische correlaten Recente reviews tonen aan dat seksuele pijn vaak geassocieerd is met een verminderd seksueel verlangen, minder opwinding, minder orgasmes, minder frequente seksuele gemeenschap en een algemene hypergevoeligheid voor pijn (Desrochers et al., 2008; Granot & Lavee, 2005). Toch is het niet correct om op basis hiervan grote psychoseksuele disfuncties te veronderstellen bij vrouwen met dyspareunie. Het is immers zo dat de vrouwen met de meeste psychologische symptomen, vaak het meest seksuele gemeenschap hebben. Dit is meteen ook één van de bevindingen binnen het domein van seksuele pijn waarvoor nog geen eenduidige verklaring werd gevonden. 6

15 Vrouwen met seksuele pijn ervaren meer depressie, een lagere zelfwaarde, een negatiever lichaamsbeeld, meer schaamte en meer angst dan vrouwen zonder seksuele pijn. Een gegeneraliseerde angststoornis, een fobie, een obsessief compulsieve stoornis en een sociale fobie zijn angststoornissen die vaak geassocieerd zijn met dyspareunie. Somatisatie wordt gekenmerkt door verschillende fysieke klachten, veroorzaakt door psychologische problemen (APA, 1994) en is vaak geassocieerd met angst. Vrouwen met een seksuele pijnstoornis ervaren meer somatisatie en hebben daarbovenop vaak eveneens te kampen met andere chronische pijncondities (Meana & Lykins, 2009; van Lankveld et al., 2010). Vrouwen met seksuele pijn vertonen een ander persoonlijkheidsprofiel. Ze zijn meer geneigd gevaar te vermijden (harm-avoidance) en ze zijn afhankelijker van beloning (reward-dependency). Bovendien hebben ze meer de neiging gedrag en gebeurtenissen toe te schrijven aan externe oorzaken die buiten hun eigen controle liggen (self-directedness). Deze vrouwen zijn ook vaak neurotischer en meer perfectionistisch (van Lankveld et al., 2010). Tot slot wordt seksuele pijn ook geassocieerd met bepaalde cognitieve stijlen. Zo hebben dyspareuniepatiënten vaak een aandachtsbias voor pijn, meer angst voor pijn en hebben ze de tendens te catastroferen over de pijn (van Lankveld et al., 2010). Psychoseksuele verklaringsmodellen Circulair model van dyspareunie Spano en Lamont (1975) stelden een circulair model van dyspareunie voor. Dit model focust op de mechanische aspecten van seksualiteit in interactie met psychische processen; er wordt gesuggereerd dat een pijnlijke seksuele ervaring tot angst voor pijn in toekomstige seksuele interacties leidt. Deze (anticipatie)angst heeft een verminderde vaginale vochtigheid en een verhoogde spierspanning van de bekkenbodemspieren tot gevolg. Hierdoor zal de aanwezige pijn erger worden. Spano en Lamont (1975) stellen dus dat (angst voor) pijn de seksuele genitale arousal beïnvloedt en dat dit een zeer belangrijk aspect is in de instandhouding en het verergeren van dyspareunie. Figuur 1 verduidelijkt dit circulair model. 7

16 Figuur 1. Angst-pijn cirkel dypareunie (Spano & Lamont, 1975). Recent onderzoek naar de impact van pijngerelateerde angst op de seksuele opwinding, toonde aan dat er een onderscheid dient gemaakt te worden tussen lichamelijke en subjectieve opwinding. Enkele onderzoekers stelden immers vast dat pijngerelateerde angst zowel bij vrouwen met dyspareunie als bij een controlegroep een gelijke daling in genitale arousal (lichamelijke opwinding) veroorzaakt. De vrouwen met seksuele pijn rapporteerden daarentegen wel minder opwinding en minder verlangen om na het bekijken van een erotisch filmfragment seksuele gemeenschap met hun partner te hebben, in vergelijking met de controlegroep (Brauer, ter Kuile, Janssen, & Laan, 2007; Payne et al., 2007). Het gaat dus niet zozeer om verschillen in genitale arousal tussen vrouwen met en zonder seksuele pijn, maar om verschillen in subjectieve arousal. Er is duidelijk nog meer onderzoek nodig naar de rol van vaginale vasocongestie in relatie tot pijn. De bovenstaande bevindingen tonen bovendien ook aan dat het belangrijk is om meer aandacht te besteden aan de rol van subjectieve opwinding in het onderzoek naar seksuele pijn. Subjectieve opwinding is geen unitair proces en daarom is het belangrijk om te kijken hoe pijn de psychische processen beïnvloedt die uiteindelijk leiden tot seksuele opwinding. 8

17 Informatieverwerkingsmodellen Recenter onderzoek implementeert ook cognitieve en affectieve factoren om dyspareunie beter te begrijpen en stelt dat (angst voor) pijn het ontwikkelen van seksuele opwinding beïnvloedt. Dit onderzoek baseert zich op het informatieverwerkingsmodel met betrekking tot seksuele arousal (Janssen, Everaerd, Spiering, & Janssen, 2000). Dit model stelt dat negatieve appraisal, hypervigilantie en approach-avoidance tendensen ten aanzien van seksuele stimuli een rol spelen in de impact van pijngerelateerde angst op het ontwikkelen van seksuele opwinding. Het informatieverwerkingsmodel stelt dat eens men aandacht besteedt aan een seksuele prikkel, er direct een automatische verwerking van de prikkel optreedt. Als deze seksuele prikkel als seksueel betekenisvol wordt beoordeeld, zal deze automatische verwerking rechtstreeks leiden tot het ontstaan van lichamelijke opwinding (genitale arousal). Deze lichamelijke opwinding leidt samen met het bewustzijn dat men seksueel opgewonden raakt, tot de verdere verwerking van de seksuele stimuli. Indien dit leidt tot een positieve evaluatie, bepaalt deze cognitieve verwerking op zijn beurt de verdere fysische en subjectieve opwinding en het seksuele verlangen. Afhankelijk van de beoordeling van de situatie waarin men zich bevindt, kunnen de seksuele responsen de motivatie en actietendensen om seks te hebben beïnvloeden. Indien het proces negatief wordt beoordeeld, zal dit leiden tot het blokkeren van de verdere seksuele responsen (Dewitte, Van Lankveld, & Crombez, 2011; Janssen et al., 2000). Figuur 2 verduidelijkt dit model. Figuur 2. Informatieverwerkingsmodel (naar Janssen, Everaerd, Spiering, & Janssen, 2000) 9

18 Een belangrijke implicatie van het informatieverwerkingsmodel is dat automatische en gecontroleerde processen op een verschillende manier de genitale en subjectieve seksuele arousal kunnen beïnvloeden. Genitale arousal is het gevolg van een automatische verwerking van seksuele stimuli en kan dus compleet onafhankelijk zijn van elke vorm van subjectieve arousal, die onder cognitieve controle staat (Brauer, de Jong, Huijding, Laan, & ter Kuile, 2009). Enkel de componenten aandacht en appraisal uit het informatieverwerkingsmodel werden reeds wetenschappelijk onderbouwd. Met betrekking tot aandacht kan op basis van het informatieverwerkingsmodel verondersteld worden dat vrouwen met dyspareunie initieel lichamelijk opgewonden raken, maar dat dit snel teniet wordt gedaan door hun hypervigilantie ten aanzien van seksuele pijnstimuli en hun verminderde aandacht voor seksueel opwindende stimuli. Payne, Binik, Amsel en Khalifé (2005) leverden evidentie voor een hypervigilantie voor pijnstimuli bij vrouwen met VVS. Hypervigilantie bij vrouwen met pijn tijdens de seksuele gemeenschap kan resulteren in een verhoogd bewustzijn van de pijn of in een afleiding van de aandacht, weg van de seksuele stimuli. Dit resulteert in een verstoorde seksuele arousal, wat op zijn beurt de pijnervaring kan verergeren (Payne et al., 2005). Brauer en collega s (2009) leverden evidentie voor het belang van appraisalprocessen. Ze stelden vast dat zowel vrouwen mét als vrouwen zonder seksuele pijn positieve automatische associaties maken ten aanzien van seksuele stimuli. Er bestaat wel een verschil tussen beide groepen op het zelfrapportageniveau. Vrouwen met seksuele pijn rapporteren minder positieve en sterkere negatieve associaties met betrekking tot seksuele cues. Er kan gesteld worden dat vrouwen met dyspareunie minder opwinding en seksueel verlangen en meer angst en aversie ervaren dan de controlegroep, indien ze geconfronteerd worden met seksuele stimuli (Brauer et al., 2009). Deze resultaten tonen dat positieve (automatische) en negatieve appraisals naast elkaar kunnen bestaan bij vrouwen met dyspareunie, wat kan resulteren in een vorm van ambivalentie (Dewitte et al., 2011). Het informatieverwerkingsmodel is klinisch relevant voor het verklaren van het verergeren en het in stand houden van seksuele pijn, maar voor sommige kritische componenten van het model is nog verdere wetenschappelijke evidentie noodzakelijk. 10

19 Fear-Avoidance Pijn zal in sterke mate ook het seksuele gedrag beïnvloeden. Het vermijden van seksuele activiteiten, gebaseerd op angst voor pijn, wordt vooropgesteld als een centraal mechanisme in het in stand houden van chronische genitale pijn. Op korte termijn heeft dit vermijden een pijnreducerend effect, maar op lange termijn houdt dit de angst en de pijn in stand (Desrochers, Bergeron, Khalifé, Dupuis, & Jodoin, 2009; Vlaeyen & Linton, 2000). Het model waarop dit idee gebaseerd is, is het fear-avoidance-model. Het centrale concept van dit model is angst voor pijn. Twee mogelijke extreme reacties op deze angst zijn confrontatie en vermijding. Confrontatie zal leiden tot het verminderen van de angst over de tijd heen en vermijding tot het behoud en het verergeren ervan (Vlaeyen & Linton, 2000). Bergeron en collega s (2011) omschrijven dit fear-avoidance-model als een bruikbaar kader om bevindingen omtrent biologische, psychologische en sociale etiologische factoren in het domein van seksuele pijn te integreren. Een initiële pijnervaring, vermoedelijk veroorzaakt door een kwetsuur, wordt als bedreigend geïnterpreteerd (catastroferen). Dit leidt tot angst voor pijn, wat vermijdingsgedrag in de hand werkt. Hierdoor ontstaan hinder (seksuele disfunctie), verminderd seksueel functioneren en depressie (Bergeron et al., 2011) Sociale en relationele factoren Sommige vrouwen zullen ten gevolge van het ervaren van pijn tijdens de geslachtsgemeenschap in de toekomst hun seksuele gedrag veranderen en niet langer seks hebben, terwijl andere dyspareuniepatiënten doorgaan met de seksuele gemeenschap en ook in de toekomst geslachtsgemeenschap blijven hebben. Het verschil in seksueel gedrag tussen deze beide groepen vrouwen zou, naast de reeds besproken mogelijke verschillen in biologische en psychologische factoren, kunnen teruggaan op bepaalde relationele dynamieken. Het is dus erg belangrijk om ook na te gaan welke sociale en relationele factoren een rol spelen bij het in stand houden van seksuele pijnproblemen. Binnen de literatuur omtrent seksuele pijn werd nauwelijks onderzoek gedaan naar de interpersoonlijke aspecten en de interpersoonlijke functie van seksuele pijn. Daarom zullen we vooral te rade gaan bij de algemene pijnliteratuur om bepaalde hypotheses omtrent interpersoonlijke factoren binnen het domein van seksuele pijn voorop te stellen. In de algemene pijnliteratuur kan evidentie gevonden worden voor het 11

20 belang van deze factoren om het copinggedrag, de emoties en de gedachten van pijnpatiënten en hun partner beter te begrijpen. In wat volgt wordt eerst algemene ondersteuning voor het belang van interpersoonlijke processen bij seksuele pijn besproken; daarna wordt dieper ingegaan op de belangrijkste interpersoonlijke perspectieven binnen de pijnliteratuur en wordt de link met seksuele pijn gemaakt. Belang van interpersoonlijke processen bij seksuele pijn Uit kwalitatief onderzoek naar de persoonlijke en interpersoonlijke beleving van vrouwen die pijn ervaren tijdens het vrijen, is gebleken dat de pijn voor hen niet het centrale probleem vormt. Ze benadrukken vooral het effect dat de pijn heeft op hun relaties en op de gevoelens over zichzelf. Velen geven aan dat ze de seksuele behoeften van hun partner zeer belangrijk vinden. Ze hebben duidelijke ideeën over hun eigen rol als partner in een heteroseksuele relatie en ze hebben het gevoel dat ze er niet meer in slagen deze rol te vervullen. Het feit dat de vrouwen in dit onderzoek eerder de persoonlijke, sociale en relationele effecten van de pijn benadrukken, en niet zozeer de fysieke pijnsensaties, toont aan dat deze pijn heel wat meer is dan een simpele pijnrespons op een stimulus (Marriott & Thompson, 2008). Recente inzichten tonen aan dat vrouwen met seksuele pijn meer interpersoonlijk en sociaal onbehagen rapporteren, hoger scoren op interpersoonlijke sensitiviteit en lagere niveaus van relationele aanpassing vertonen (Meana, Binik, Khalifé, & Cohen, 1997; Meana & Lykins, 2009). Ook is gebleken dat vrouwen met dyspareunie meer nadenken over de negatieve gevolgen die hun pijn heeft voor hun partner en over de bedreiging die hun seksuele pijn vormt voor het verdere verloop van de relatie (van Lankveld et al., 2010). Echtgenoten van vrouwen met chronische pijn zijn eenzamer, ervaren meer subjectieve stress, zijn minder actief en meer moe (Bigatti & Cronan, 2002). Opvallend is dat vele vrouwen met dyspareunie, ondanks de pijn, doorgaan met het hebben van seks. Ze doen dit omwille van uiteenlopende motieven zoals de wens om de partner te plezieren, de angst om de partner te verliezen, schuldgevoelens, de wens het ideaalbeeld van de normale vrouw niet aan te tasten, het verlangen naar intimiteit en het feit dat pijn een normale component van hun seksleven wordt (Elmerstig, Wijma, & Berterö, 2008). Verschillende van deze onderliggende motieven 12

21 voor het seksuele gedrag van de dyspareuniepatiënt benadrukken het belang om in onderzoek naar het seksuele pijngedrag van deze vrouwen, rekening te houden met het interpersoonlijke aspect (Dewitte et al., 2011). Ook maatschappelijk en economisch toont het belang van interpersoonlijke processen bij een seksuele pijnstoornis zich; denk maar aan de stijgende scheidingscijfers, huiselijk geweld, eenoudergezinnen en de impact die dit heeft op latere relaties (Aslan & Fynes, 2008). Interpersoonlijke perspectieven In wat volgt worden de belangrijkste interpersoonlijke perspectieven binnen de algemene pijnliteratuur besproken en toegepast op het domein van seksuele pijn. Eerst zal de operante visie op chronische pijn van Fordyce (1976) aan bod komen, waarin gewezen wordt op het belang van operante conditioneringsprincipes bij het begrijpen van pijngedrag. Daarna wordt het interpersoonlijk proces model van intimiteit (Reis & Shaver, 1988) besproken, waarna uitgebreid wordt stilgestaan bij het Communal Coping Model als specifieke invulling van dit model (Sullivan, Tripp, & Santor, 2000). In het Communal Coping Model wordt gewezen op de rol van catastroferen over pijn. Dit model ziet catastroferen als een belangrijke interpersoonlijke copingstrategie. Tot slot wordt een model omtrent empathie in een pijncontext uitvoerig besproken en wordt getoond welke handvatten dit model kan bieden in de context van seksuele pijnproblemen (Goubert et al., 2005). Operante visie Het allereerste psychologische model omtrent chronische pijn hanteerde een operante visie op pijngedrag. Fordyce (1976) stelde dat niet zozeer de pijnklacht, maar het pijngedrag van de patiënt centraal dient te staan. Pijngedrag is het gedrag waaruit buitenstaanders afleiden dat een persoon pijn lijdt. Bij vrouwen met seksuele pijn kan dit zeer uiteenlopend zijn: pijnlijke gelaatsuitdrukking, kreunen, het nemen van pijnstillers, vermijdingsgedrag, erover praten, Bij langdurige pijn is volgens Fordyce (1976) de kans groot dat pijngedragingen onder controle komen te staan van principes van operante conditionering. De eerste acute pijn tijdens de seksuele gemeenschap lokt direct pijngedrag uit. Als men ondervindt dat men door dit gedrag minder pijn ervaart, 13

22 zal dit gedrag in frequentie toenemen. Deze veronderstelling komt sterk overeen met het klassieke fear-avoidance idee. Men kan veronderstellen dat deze vrouwen seksuele activiteiten zullen blijven vermijden omdat dit negatief bekrachtigd wordt door het uitblijven van verwachte pijn. Pijngedrag kan ook blijven bestaan door directe positieve gevolgen. Partners kunnen door de manier waarop ze aandacht geven het pijngedrag versterken (Fordyce, 1976; Crombez, 2001). Er kan verondersteld worden dat de partner omwille van zijn grotere belangstelling wanneer de vrouw een pijnlijke gelaatsuitdrukking vertoont, over de pijn praat en de seksuele activiteiten onderbreekt, het uiten van de pijn en het vermijden van seksuele activiteiten bevordert. Intimiteitsmodel In de wetenschappelijke literatuur wordt gepleit voor het Intimiteitsmodel als alternatief voor de operante en cognitief-gedragsmatige modellen van pijninteracties in koppels. Cognitief-gedragsmatige modellen zijn volgens deze auteurs beperkt omwille van het verwaarlozen van het emotioneel leed van beide partners (Cano & de C. Williams, 2010). Onderzoek naar het interpersoonlijk proces model van intimiteit (Reis & Shaver, 1988) toont aan dat intimiteit zich ontwikkelt wanneer emotionele zelfonthulling gevolgd wordt door empathische en validerende reacties van de partner (Laurenceau, Barret, & Pietromonaco, 1998; Long, Angera, Carter, Nakamoto, & Kalso, 1999; Mitchell et al., 2008). Verbale communicatie over de gedachten en gevoelens omtrent de pijn wordt in dit model gezien als een poging om emoties te onthullen, emotionele steun te verwerven en intimiteit op te bouwen. Wanneer de vrouw met seksuele pijn haar emoties onthult, verlangt ze empathie, bezorgdheid en nabijheid en niet zozeer probleemoplossing of informatieve steun (Cano & de C. Williams, 2010). Het Intimiteitsmodel kan gezien worden als een ruim model, waarvan het Communal Coping Model dat hieronder besproken wordt een specifieke invulling is. Communal Coping Model Catastroferen is het toekennen van een overmatige negatieve of bedreigende interpretatie aan pijn ( pijn is het ergste wat mij kan overkomen ) en het speelt een rol in de manier waarop men omgaat met en reageert op ervaringen van pijn. Zoals gemeten door de Pain Catastrophizing Scale omvat catastroferen drie componenten; rumineren 14

23 verwijst naar het voortdurend denken aan de pijn, met magnificatie bedoelt men het uitvergroten van het onaangename karakter van de pijn en tot slot verwijst hulpeloosheid naar het geloof zelf niets aan de situatie te kunnen veranderen (Sullivan, Bishop, & Pivik, 1995; Vandenhende, 2007). Doorheen de literatuur van de afgelopen decennia heeft catastroferen de status verkregen van één van de belangrijkste psychologische voorspellers van het ervaren van pijn. Eén van de meest consistente bevindingen is dat catastroferen op langere termijn geassocieerd is met een hogere pijnervaring, een hogere invaliditeit, meer depressieve symptomen en meer uitgesproken interpersoonlijke problemen. Ook in het veld van seksuele pijn werd dit gevonden. Vrouwen met seksuele pijn die catastroferen omtrent hun pijn, percipiëren sneller pijn en ervaren meer pijn. Catastroferen wordt ook geassocieerd met een verhoogde mate van pijn- en ziektegedrag (Granot & Lavee, 2005; Lackner & Gurtman, 2004; Sullivan et al., 2001). Sullivan en collega s (2000) suggereren in hun Communal Coping Model (CCM) dat catastroferen gezien moet worden als een interpersoonlijke copingstrategie. In de context van seksuele pijn kunnen we dit model als volgt interpreteren: vrouwen die catastroferen zullen hun seksuele pijn overdreven uiten om nabijheid te maximaliseren en om assistentie of empathie te verkrijgen van hun partners. Jammer genoeg, wordt voor deze vrouwen, tegelijkertijd met het verwerven van deze relationele doelen hun pijnervaring aversiever. De toegenomen aandacht naar de pijn en het overdreven stellen van pijngedrag kan maladaptief worden doordat het bijdraagt tot een toegenomen pijnervaring. Daarnaast kunnen bezorgde en bekrachtigende reacties van de partner deze overdreven uiting van de pijn in stand houden of zelfs belonen (operante visie) (Sullivan et al., 2001). In onderzoek werd inderdaad gevonden dat het gedrag van de partner het non-verbale en verbale pijngedrag van de patiënten verklaarde (Romano, Jensen, Turner, Good, & Hops, 2000). Dit wijst erop dat de partner een belangrijke rol kan spelen in het in stand houden van het seksuele pijngedrag. Het Communal Coping Model voorspelt dat vrouwen meer zullen catastroferen dan mannen omdat vrouwen in hun pogingen om om te gaan met stresserende gebeurtenissen, zoals pijn, meer geneigd zijn om emotioneel expressief en relationeel georiënteerd te zijn (Sullivan et al., 2000). Er wordt verondersteld dat catastroferen één van de belangrijke interpersoonlijke 15

24 strategieën zal zijn die kan voorkomen bij vrouwen met seksuele pijn. Dit catastroferen zou een impact kunnen hebben op het pijngedrag en de pijnervaring van de vrouw, alsook op het hulpgedrag van de partner. De communicatieve functie van catastroferen wordt ondersteund door onderzoek dat een consistente relatie aantoont tussen catastroferen en pijngedrag. Mensen die meer geneigd zijn te catastroferen over pijn, stellen ook meer pijngedrag (Sullivan, Martel, Tripp, Savard, & Crombez, 2006). Verdere ondersteuning voor het Communal Coping Model vindt men in onderzoek dat aantoont dat de aanwezigheid van anderen bepaalt of mensen die catastroferen pijngedrag vertonen (Sullivan et al., 2001). De relatie tussen catastroferen en pijn is immers hoger wanneer patiënten met een echtgenoot of verzorger samenleven (Giardino, Jensen, Turner, Ehde, & Cardenas, 2003) en mensen die catastroferen over pijn uiten hun pijn expressiever in aanwezigheid van andere personen dan wanneer ze alleen zijn (Sullivan et al., 2006). In het algemeen wordt er geen verband gevonden tussen catastroferen en het hanteren van bepaalde copingstrategieën, maar er wordt wel gevonden dat mensen die catastroferen minder copingstrategieën hanteren in aanwezigheid van anderen (Sullivan, Adams, & Sullivan, 2004). Dit kan implicaties hebben in het domein van seksuele pijn. Enerzijds kan verondersteld worden dat vrouwen die meer geneigd zijn te catastroferen over hun seksuele pijn, meer pijngedrag zullen stellen om steunende reacties van hun partner te verkrijgen. Anderzijds is de partner tijdens de seksuele gemeenschap steeds aanwezig, waardoor verondersteld kan worden dat vrouwen met een hoge neiging tot catastroferen veel uitdrukkelijker hun pijn zullen uiten, hierdoor meer pijn zullen ervaren, maar ook minder effectieve strategieën zullen hanteren om hun pijn te verminderen. Op basis van het Communal Coping Model, zou men verwachten dat catastroferen samenhangt met meer bezorgde en helpende reacties van de echtgenoot. De literatuur hieromtrent bevestigt dit echter niet volledig. Sommige onderzoekers vonden een positief verband tussen het catastroferen van het individu met pijn en bezorgde reacties (Cano, 2004; Giardino et al., 2003) en instrumentele steun (Keefe et al., 2003) van de partner. Andere onderzoekers stelden echter vast dat chronische pijnpatiënten die meer catastroferen, meer straffende reacties verkrijgen van hun 16

25 partner. Bezorgde en helpende reacties zijn volgens deze onderzoekers normaal als de pijn nog maar net ontstaan is, maar als de pijn chronisch wordt, raakt de partner volgens hen vaak gefrustreerd en geïrriteerd door de patiënt die zijn pijn uitdrukkelijk uit (Boothby, Thorn, Overduin, & Ward, 2004). Verder onderzoek naar de specifieke reacties van de partner is nodig om hierin meer duidelijkheid te scheppen, maar het bestaande onderzoek ondersteunt de veronderstelling dat een vrouw die voortdurend piekert over haar seksuele pijn, haar pijn uitvergroot en het gevoel heeft er totaal niets aan te kunnen veranderen, een variëteit aan interpersoonlijke reacties kan veroorzaken bij haar partner. Er wordt verondersteld dat afhankelijk van de reacties van de partner, de vrouw al dan niet beter zal kunnen omgaan met haar seksuele pijnprobleem. Er werd immers gevonden dat de verklaring voor de negatieve effecten die catastroferen heeft op verschillende pijnvariabelen interpersoonlijk van aard is. De associatie tussen catastroferen en pijngerelateerde uitkomsten wordt deels verklaard door de straffende reacties van de partner op het uiten van de pijn (Buenaver, Edwards, & Haythornthwaite, 2007). Dit wijst erop dat de reacties van de partner op de pijnervaring van de vrouw, via het effect van deze reacties op de intimiteit en de emotieregulatieprocessen binnen het koppel, een belangrijke impact kunnen hebben. Empathie-model Empathie wordt op verschillende manieren omschreven. Een recente review vat de term samen onder a sense of knowing the experience of the other person with cognitive, affective and behavioural components (Goubert et al., 2005, p.285). Goubert en collega s (2005) stelden een model voor hoe empathie gezien kan worden in de context van pijn. Deze onderzoekers zijn enkelen van de eersten die de reacties van de partner mee in rekening brengen in de context van pijn. Bottom-up en top-down factoren beïnvloeden bij de partner van de vrouw met pijn zowel het gevoel te weten wat de vrouw met seksuele pijn ervaart (empathie), als de hiermee geassocieerde affectieve reacties. Bottom-up factoren omvatten aspecten van de geobserveerde persoon met pijn, zoals bijvoorbeeld de gezichtsexpressie van de vrouw die seksuele pijn ervaart (Botvinick et al., 2005; Williams, 2002). Top-down factoren hebben betrekking op de observator zelf, zoals appraisal-processen of eerdere persoonlijke 17

26 ervaringen met pijn. Ook de hoeveelheid kennis die de partner deelt met zijn vrouw over de seksuele pijn en de mate waarin de observator catastrofeert over deze pijn worden tot de top-down invloeden gerekend, die de empathische reacties van de partner zullen bepalen (Goubert et al., 2005). De affectieve reacties van de partner die bij zijn vrouw pijn tijdens de seksuele gemeenschap waarneemt, kunnen enerzijds gericht zijn op zichzelf (eigen leed), of anderzijds gericht zijn op de ander (sympathie). Reacties gericht op zijn vrouw kunnen aanzetten tot een altruïstische motivatie om haar te helpen, terwijl reacties gericht op zichzelf eerder een egoïstische motivatie impliceren die gericht is op het reduceren van het eigen persoonlijk leed. De wederkerige invloeden tussen gevoelens van empathie en de affectieve reacties, beïnvloeden het gedrag van de partner in zo n situaties. Mogelijke reacties van de partner zijn: zich terugtrekken, zijn vrouw gerust stellen, troost bieden, (Batson, 1991; Goubert et al., 2005). Verschillende componenten van het model van Goubert en collega s (2005) werden in onderzoek reeds bevestigd. Zo stelden Johansen en Cano (2007) vast dat verdriet bij de persoon met pijn gerelateerd was aan meer depressieve symptomen en ernstigere pijn als hij/zij de enige was met pijn, maar met minder depressieve symptomen en minder ernstige pijn als beide partners pijn rapporteren. Deze bevindingen suggereren dat partners van vrouwen met seksuele pijn, die zelf nooit in aanraking kwamen met een vorm van chronische pijn, er minder goed zullen in slagen empathisch te zijn, waardoor effectieve emotieregulatie niet zal lukken. Partners die zelf al ervaringen hebben met pijn zullen er wellicht beter in slagen zich in te leven in hun partner en hierdoor beter steun kunnen bieden (Johansen & Cano, 2007). Opmerkelijk is dat de mogelijkheid zich beter in te leven in de ander, voor de partner zelf niet ideaal is: deze partners lijden psychologisch evenveel als hun partners met chronische pijn (Crombez, Van Damme, & Eccleston, 2005). De persoonlijke ervaring met chronische pijn bij sommige echtgenoten van vrouwen met seksuele pijn kan dus misschien wel helpend zijn voor deze vrouwen, maar het kan daarentegen nadelig zijn voor het welzijn van de partner zelf. Ook de rol van het catastroferen van de partner in het bepalen van empathische reacties werd reeds onderzocht. Zo kunnen we op basis van bevindingen in de algemene pijnliteratuur veronderstellen dat partners van dyspareuniepatiënten, die catastrofale 18

27 gedachten rapporteren over de seksuele pijn, bezorgder zullen reageren, zelf ook meer psychologisch lijden zullen rapporteren (Leonard & Cano, 2006) en de seksuele pijn bij hun vrouw zullen overschatten, wat kan leiden tot een toegenomen pijnwaarneming bij de vrouw in kwestie (Crombez et al., 2005). We kunnen veronderstellen dat bij partners die catastroferen over de seksuele pijn die ze veroorzaken bij hun partner hun zelfgerichte reacties een negatieve impact zullen hebben (Goubert, Vervoort, Sullivan, Verhoeven, & Crombez, 2008). De top-down factor catastroferen zal de empathie van de partner ten aanzien van zijn vrouw waarschijnlijk niet zozeer ten goede komen en kan bovendien ongunstige effecten hebben op de pijnervaring van de dyspareuniepatiënt. Cano, Barterian en Heller (2008) omschreven validerende en invaliderende communicatie. Validerende communicatie promoot intimiteit, bevordert emotionele nabijheid en verbetert de emotieregulatie. Invaliderende communicatie vergroot emotionele afstand en disregulatie (Cano et al., 2008). Er dient volgens deze auteurs een onderscheid gemaakt te worden tussen validerende en bezorgde reacties van de partner. Bezorgde reacties kunnen geïnterpreteerd worden als pijnspecifieke steun, terwijl validerende communicatie gezien moet worden als een empathische reactie die in het algemeen intimiteit bevordert (Cano et al., 2008). We kunnen veronderstellen dat (goedbedoelde) bezorgde en afleidende reacties van de partner van de vrouw met seksuele pijn, niet steeds de gewenste effecten zullen hebben. Dit kan leiden tot meer pijngedrag en ernstigere pijn bij de vrouw, zoals eerder reeds werd aangegeven (Fordyce, 1976). Omdat empathische reacties breder zijn en ook de intimiteit bevorderen, wordt verondersteld dat dit positievere effecten op de pijnbeleving van vrouwen met seksuele pijn zal hebben. Conclusie interpersoonlijke perspectieven De operante visie toont hoe het pijngedrag van de dyspareuniepatiënt snel onder controle van principes van operante conditionering kan komen te staan. De verschillende reacties van de partner kunnen het pijngedrag in stand houden of zelfs doen toenemen. Daarnaast wijst het onderzoek naar intimiteit erop dat het uiten van de pijn een poging kan zijn van de vrouw met seksuele pijn om haar emoties te onthullen, 19

Positieve penetratie cognities en optimisme bij vrouwen met dyspareunie

Positieve penetratie cognities en optimisme bij vrouwen met dyspareunie Positieve penetratie cognities en optimisme bij vrouwen met dyspareunie ELS PAZMANY, PHD INSTITUUT VOOR FAMILIALE EN SEKSUOLOGISCHE WETENSCHAPPEN, KU LEUVEN DISCLOSURE: DIT ONDERZOEK WERD MOGELIJK GEMAAKT

Nadere informatie

De interpersoonlijke dynamieken van seksuele pijn Heeft de aanwezigheid van de partner een invloed op seksuele opwinding en vaginale druk?

De interpersoonlijke dynamieken van seksuele pijn Heeft de aanwezigheid van de partner een invloed op seksuele opwinding en vaginale druk? De interpersoonlijke dynamieken van seksuele pijn Heeft de aanwezigheid van de partner een invloed op seksuele opwinding en vaginale druk? Marieke Dewitte Genitale pijn Biopsychosociale conditie: meeste

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Seksualiteit, seksuologie en hiv. Tom Platteau Seksuoloog ITG/Helpcenter

Seksualiteit, seksuologie en hiv. Tom Platteau Seksuoloog ITG/Helpcenter Seksualiteit, seksuologie en hiv Tom Platteau Seksuoloog ITG/Helpcenter tplatteau@itg.be Overzicht van de presentatie Wat is seksualiteit? Hoe verloopt seksualiteit en waar kan het misgaan? Seksualiteit

Nadere informatie

VAN EEN SEKSUEEL PROBLEEM GA JE NIET DOOD MAAR JE KAN ER VAN BINNEN TOCH EEN BEETJE VAN STERVEN...

VAN EEN SEKSUEEL PROBLEEM GA JE NIET DOOD MAAR JE KAN ER VAN BINNEN TOCH EEN BEETJE VAN STERVEN... VAN EEN SEKSUEEL PROBLEEM GA JE NIET DOOD MAAR JE KAN ER VAN BINNEN TOCH EEN BEETJE VAN STERVEN... Paul Enzlin Instituut voor Familiale en Seksuologische Wetenschappen (IFSW, KU Leuven) Centrum voor Klinische

Nadere informatie

De invloed van pijnverwachting op aandacht voor seksuele informatie

De invloed van pijnverwachting op aandacht voor seksuele informatie Academiejaar 2013-2014 Tweedekansexamenperiode Studentnummer: 00903744 De invloed van pijnverwachting op aandacht voor seksuele informatie Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Master

Nadere informatie

Kom op CBT-er: en nu ook de seks!

Kom op CBT-er: en nu ook de seks! Kom op CBT-er: en nu ook de seks! Ellen Laan, Gz-psycholoog, Seksuoloog NVVS, e.t.laan@amc.uva.nl Reinhilde Melles, Klinisch Psycholoog BiG, VGcT, Seksuoloog NVVS reinhilde.melles@mumc.nl Wat moet een

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 SAMENVATTING Chronische nek pijn is vaak het gevolg van een verkeersongeval, en dan met name van een kop-staart aanrijding. Na zo een ongeval ontwikkelen mensen vaak een zeer specifiek klachtenpatroon.

Nadere informatie

Problemen met het seksueel functioneren

Problemen met het seksueel functioneren Factsheet 2007-4 Problemen met het seksueel functioneren Seksuele gezondheid in Nederland De Rutgers Nisso Groep heeft in 2006 een grootschalige bevolkingsstudie uitgevoerd naar seksuele gezondheid in

Nadere informatie

Als u pijn heeft bij het vrijen

Als u pijn heeft bij het vrijen Als u pijn heeft bij het vrijen 2 Heeft u als vrouw last van pijn bij het vrijen? Veel vrouwen kennen deze klacht. Wat kan hiervan de oorzaak zijn? Hoe kan het CWZ uw klacht behandelen? Dat en meer kunt

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

Chapter 8. Nederlandse samenvatting

Chapter 8. Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Angst is een menselijke emotie die iedereen van tijd tot tijd wel eens ervaart. Veel mensen voelen zich angstig of nerveus wanneer ze bijvoorbeeld

Nadere informatie

Chapter. Samenvatting

Chapter. Samenvatting Chapter 9 9 Samenvatting Samenvatting Patiënten met chronische pijn die veel catastroferende gedachten (d.w.z. rampdenken) hebben over pijn ervaren een verminderd fysiek en psychologisch welbevinden. Het

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Samenvatting SAMENVATTING 189 Depressie is een veelvoorkomende psychische stoornis die een hoge ziektelast veroorzaakt voor zowel de samenleving als het individu. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)

Nadere informatie

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

EEN MOTIVATIONEEL-INTERPERSOONLIJK PERSPECTIEF M.B.T. PIJN TIJDENS SEKS BIJ VROUWEN: DE VERHOUDING TUSSEN SEKS- EN RELATIEDOELEN

EEN MOTIVATIONEEL-INTERPERSOONLIJK PERSPECTIEF M.B.T. PIJN TIJDENS SEKS BIJ VROUWEN: DE VERHOUDING TUSSEN SEKS- EN RELATIEDOELEN Academiejaar: 2010-2011 Eerste examenperiode EEN MOTIVATIONEEL-INTERPERSOONLIJK PERSPECTIEF M.B.T. PIJN TIJDENS SEKS BIJ VROUWEN: DE VERHOUDING TUSSEN SEKS- EN RELATIEDOELEN Masterproef neergelegd tot

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie

MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie MIDDELENMISBRUIK + angststoornissen depressie Enkele cijfers 17,9 % van de patiënten met een angststoornis lijdt aan een alcoholverslaving 19,4% van de alcoholverslaafden heeft een angststoornis (Addiction

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

S A M E N V A T T I N G Summary iin D Dutch

S A M E N V A T T I N G Summary iin D Dutch S A M E N V A T T I N G Summary in Dutch SAMENVATTING ACHTERGROND Dyspareunie wordt gedefinieerd als een terugkerende of aanhoudende pijn die optreedt tijdens en/of na de gemeenschap (Basson et al., 2003).

Nadere informatie

Samenvatting (summary in Dutch)

Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,

Nadere informatie

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Erectiestoornissen: wat vrouwen moeten weten.

Erectiestoornissen: wat vrouwen moeten weten. Erectiestoornissen: wat vrouwen moeten weten. Erectiestoornissen: wat vrouwen moeten weten. Inleiding Erectiestoornissen zijn min of meer bespreekbaar geworden, hoewel het onderwerp toch nog een beetje

Nadere informatie

Bespreekbaar maken van kanker (en intimiteit) 03/02/2019

Bespreekbaar maken van kanker (en intimiteit) 03/02/2019 Bespreekbaar maken van kanker (en intimiteit) Kristel Mulders Coördinator oncopsychologen /oncoseksuoloog Jessa Ziekenhuis 03/02/2019 Betrekken van de partner Literatuur over psycho-oncologie: In de dagdagelijkse

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Seksuele opwinding: Een psychofysiologisch perspectief STEPHANIE BOTH

Seksuele opwinding: Een psychofysiologisch perspectief STEPHANIE BOTH Seksuele opwinding: Een psychofysiologisch perspectief STEPHANIE BOTH Polikliniek Psychosomatische Gynaecologie en Seksuologie,, LUMC Inhoud Seks in het lab en context Seksuele respons treedt automatisch

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Kanker en Seksualiteit?

Kanker en Seksualiteit? Birgit Van hoorde Centrum voor Seksuologie en Gender UZ Gent Kanker en Seksualiteit? Intimiteit en seksualiteit bij kanker: wat is normaal? INHOUD Seksualiteit Kanker: gevolgen voor seksualiteit Taak seksuoloog

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/22989 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Pouw, Lucinda Title: Emotion regulation in children with Autism Spectrum Disorder

Nadere informatie

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Hemofilie / stollingsstoornissen en Pijn

Hemofilie / stollingsstoornissen en Pijn 1 Hemofilie / stollingsstoornissen en Pijn 01 november 2018 3 Wie heeft er weleens pijn? Antwoord: ja Antwoord: nee 4 Wie heeft er ongeveer 1 x per maand pijn? ja nee 5 Wie heeft er wekelijks pijn? ja

Nadere informatie

Voorwoord 11 1 Wat is een seksueel probleem en welke verschillende seksuele problemen zijn er? 13

Voorwoord 11 1 Wat is een seksueel probleem en welke verschillende seksuele problemen zijn er? 13 Omgaan met een sexprobleem.qxd 20-03-07 11:54 Pagina 5 Inhoud Voorwoord 11 1 Wat is een seksueel probleem en welke verschillende seksuele problemen zijn er? 13 Waar hebben seksuele problemen mee te maken?

Nadere informatie

Chronische pijn: enkele inzichten in een multifactoriële problematiek

Chronische pijn: enkele inzichten in een multifactoriële problematiek Chronische pijn: enkele inzichten in een multifactoriële problematiek Stefaan Van Damme - er is geen enkel belangenconflict of financiële band met de industrie - slaapproblemen angst werkverzuim/conflict

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Bewegingsangst: een sterk invaliderende factor

Bewegingsangst: een sterk invaliderende factor Bewegingsangst: een sterk invaliderende factor Definitie: Bewegingsangst is een specifieke cognitie, gekoppeld aan een emotie en gekoppeld aan gedrag Eén van de yellow flags is: vrees-vermijdingsgedrag

Nadere informatie

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG SABINE HELLEMANS PROF. DR. ANN BUYSSE

SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG SABINE HELLEMANS PROF. DR. ANN BUYSSE SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG SABINE HELLEMANS PROF. DR. ANN BUYSSE Seksuele gezondheid (WHO, 2002) Een staat van fysiek, emotioneel en mentaal welbevinden met betrekking tot seksualiteit Het is

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie

Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Internaliserende stoornissen, sekse en emotieregulatie Dr. Annemiek Karreman Departement Medische en Klinische Psychologie, Tilburg University Deze presentatie Twee experimentele studies naar de rol van

Nadere informatie

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

STABLE LOVE, STABLE LIFE? STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson

Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson Stemmingsstoornissen bij de ziekte van Parkinson Maastricht, 9 mei 2017 Dr. A.F.G. Leentjens, psychiater Afdeling Psychiatrie MUMC 1951-2014 1926-2002 Inhoud Depressieve klachten -wat is een depressie?

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van. Promotor: Copromotor:

Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van. Promotor: Copromotor: Masterproef II neergelegd tot het behalen van de graad van Promotor: Copromotor: Dankwoord Graag wil ik een aantal mensen bedanken zonder wie deze masterthesis een quasi onmogelijke taak zou geweest zijn.

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender

SAMENVATTING SAMENVATTING. Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender SAMENVATTING Werk en Psychische Gezondheid: Studies naar de invloed van werk kenmerken, sociale rollen en gender In de jaren negentig werd duidelijk dat steeds meer werknemers in Nederland, waaronder in

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Chronisch nierlijden en seksualiteit. informatie voor patiënten

Chronisch nierlijden en seksualiteit. informatie voor patiënten Chronisch nierlijden en seksualiteit informatie voor patiënten CHRONISCH NIERLIJDEN EN SEKSUALITEIT 3 WAT IS SEKSUALITEIT? 4 SEKSUELE PROBLEMEN EN HUN OORZAKEN 4 PROFESSIONELE HULP? 6 CONTACTGEGEVENS 7

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop SAMENVATTING Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop Inleiding Cognitief functioneren omvat verschillende processen zoals informatieverwerkingssnelheid, geheugen en executief functioneren,

Nadere informatie

Zelfdoding in de psychiatrische kliniek: over het omgaan met de (on)draaglijkheid van het leven.

Zelfdoding in de psychiatrische kliniek: over het omgaan met de (on)draaglijkheid van het leven. Zelfdoding in de psychiatrische kliniek: over het omgaan met de (on)draaglijkheid van het leven. Alix Kuylen Psycholoog intensieve behandeleenheid Susanne Cuijpers Verpleegkundig specialist GGZ Inhoud

Nadere informatie

Jaarcongres KP & KNP. Parallelsessie 12 april 2019 SEKS. Noortje Roussel klinisch psycholoog psychotherapeut seksuoloog NVVS

Jaarcongres KP & KNP. Parallelsessie 12 april 2019 SEKS. Noortje Roussel klinisch psycholoog psychotherapeut seksuoloog NVVS Jaarcongres KP & KNP Parallelsessie 12 april 2019 SEKS praten over seks, kennis over complexe comorbiditeit en timing van interventies Noortje Roussel klinisch psycholoog psychotherapeut seksuoloog NVVS

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting 141 INTRODUCTIE Dit huidige proefschrift beschrijft verschillende aspecten die te maken hebben met seksualiteit en seksueel functioneren van adolescenten. Voorgaand

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Bijscholing: Mogelijkheden eerste lijn

Bijscholing: Mogelijkheden eerste lijn Bijscholing: Mogelijkheden eerste lijn T R A U M A C E N T R U M B E L G I Ë 3 0 A P R I L 2 0 1 3 C O P Y R I G H T D O R I S D H O O G H E Welke hulp hebben mensen nodig? Studie van Dyregrov & Nordanger,

Nadere informatie

Nierfalen en Seksualiteit

Nierfalen en Seksualiteit Nierfalen en Seksualiteit 1 Inhoudsopgave Inleiding Seksuele problemen bij nierfalen Bij mannen en vrouwen Factoren die het seksueel functioneren kunnen beïnvloe- den Bespreekbaar maken Maatschappelijk

Nadere informatie

Onverklaarde klachten: een houdbaar concept? Guus Eeckhout Polikliniek Onverklaarde Klachten Afdeling Ziekenhuispsychiatrie VUmc

Onverklaarde klachten: een houdbaar concept? Guus Eeckhout Polikliniek Onverklaarde Klachten Afdeling Ziekenhuispsychiatrie VUmc Onverklaarde klachten: een houdbaar concept? Guus Eeckhout Polikliniek Onverklaarde Klachten Afdeling Ziekenhuispsychiatrie VUmc Netwerk OLK (NOLK) Conceptrichtlijn 2009: Somatisch Onvoldoende verklaarde

Nadere informatie

ANGST. Dr. Miriam Lommen. Zit het in een klein hoekje? Assistant professor Klinische Psychologie en Experimentele Psychopathologie m.j.j.lommen@rug.

ANGST. Dr. Miriam Lommen. Zit het in een klein hoekje? Assistant professor Klinische Psychologie en Experimentele Psychopathologie m.j.j.lommen@rug. ANGST Zit het in een klein hoekje? Dr. Miriam Lommen Assistant professor Klinische Psychologie en Experimentele Psychopathologie m.j.j.lommen@rug.nl Wie is er NOOIT bang? Heb ik een angststoornis? Volgens

Nadere informatie

SAMENVATTING Introductie

SAMENVATTING Introductie Introductie Affect heeft een belangrijke functie in de organisatie van gedrag. Affect moet en kan in principe gereguleerd worden, als dit voor iemands doelen van belang is. Dysregulatie van effect verwijst

Nadere informatie

Is seks een issue? U C L M

Is seks een issue? U C L M Is seks een issue? w. Drs. H.E de Groot w. Drs.. Tuijnman- Raasveld psycholoog/ seksuoloog Polikliniek Psychosomatische Gynaecologie & Seksuologie Is seks een probleem voor nierpatiënten? Wat weten we

Nadere informatie

Intimiteit en seks bij borstkanker

Intimiteit en seks bij borstkanker Intimiteit en seks bij borstkanker Patientenvoorlichting 28 november 2013 Jurgen Knobel, GZ-psycholoog in opleiding tot klinisch psycholoog/ seksuoloog NVVS Inhoud Draaglast en draagkracht Fasen in ziekteproces

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Pijn bij het vrijen 1

Pijn bij het vrijen 1 Pijn bij het vrijen 1 Wat is het? Pijn bij het vrijen is een klacht die voornamelijk bij vrouwen voorkomt. Meestal gaat het om pijn bij de geslachtsgemeenschap, maar ook andere manieren van vrijen kunnen

Nadere informatie

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest

Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten. Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Omgaan met (onbegrepen) lichamelijke klachten Prof. dr. Sako Visser Universiteit van Amsterdam Pro Persona GGZ Dr. Michel Reinders GGZinGeest Van DSM IV naar DSM 5 DSM IV - somatisatie stoornis, - somatoforme

Nadere informatie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie

Wetenschappelijke Samenvatting. 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie Wetenschappelijke Samenvatting 1. Kwetsbaarheid en emotionele verwerking bij depressie In dit proefschrift wordt onderzocht wat spaak loopt in de hersenen van iemand met een depressie. Er wordt ook onderzocht

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

WORK EXPERIENCE PROFILE

WORK EXPERIENCE PROFILE WORK EXPERIENCE PROFILE VANDERHEK METHODOLOGISCH ADVIESBUREAU Werkstress is een verschijnsel dat al jaren sterk de aandacht trekt. Statistieken van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid geven aan dat

Nadere informatie

Peter heeft een erectieprobleem

Peter heeft een erectieprobleem Omgaan met een sexprobleem.qxd 20-03-07 11:54 Pagina 13 1 Wat is een seksueel probleem en welke verschillende seksuele problemen zijn er? In dit hoofdstuk wordt allereerst uitgelegd wat een seksueel probleem

Nadere informatie

e-book SEKSHULP Erectieproblemen Dr. Debby de Haas arts-seksuoloog

e-book SEKSHULP Erectieproblemen Dr. Debby de Haas arts-seksuoloog e-book SEKSHULP Erectieproblemen Dr. Debby de Haas arts-seksuoloog Dit e-book is onderdeel van de serie Sekshulp geschreven door dr. Debby de Haas, arts-seksuoloog NVVS. In haar ervaring zijn er vele mensen

Nadere informatie

Gelukkig ondanks pijn

Gelukkig ondanks pijn Gelukkig ondanks pijn Een online positieve psychologie interventie voor patiënten met chronische musculoskeletale pijn Elke Smeets, Madelon Peters, Marion Feijge, Steven Linton, & Gerhard Andersson Positieve

Nadere informatie

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere

Nadere informatie

Pijn bij het vrijen: state-of-the-art

Pijn bij het vrijen: state-of-the-art Context Centrum voor relatie-, gezins- en sekstherapie Team Sekstherapie Pijn bij het vrijen: state-of-the-art Dyspareunie: state-of-the-art Inleiding Paul Enzlin Psychosociale aspecten van dyspareunie

Nadere informatie

Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz

Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz Handleiding bouwstenen zorgpaden basis ggz 3. Zorgpad Signaleren en Screenen Handleiding bouwstenen zorgpaden 2012-12 27 Signaleren en screenen van psychische klachten Inleiding 29 1. Signaleren en screenen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Consortium UGent en KULeuven in opdracht van het IWT

Consortium UGent en KULeuven in opdracht van het IWT ASEKSUALITEIT: EEN ONBEKEND THEMA IN ONDERZOEK EN KLINIEK Consortium UGent en KULeuven in opdracht van het IWT Inhoud 1. Definitie: Wat is aseksualiteit 2. Prevalentie 3. Profiel van aseksuelen 4. Factoren

Nadere informatie

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie.

behandeling volgens de KNGF-richtlijn bij mensen met artrose aan de heup en/of knie. Samenvatting De primaire doelstelling van het onderzoek was het onderzoeken van de lange termijn effectiviteit van oefentherapie en de rol die therapietrouw hierbij speelt bij patiënten met artrose aan

Nadere informatie

Communicatie, intimiteit en seksualiteit bij mensen met een nieraandoening. Niervereniging zaterdag 16 januari 2016

Communicatie, intimiteit en seksualiteit bij mensen met een nieraandoening. Niervereniging zaterdag 16 januari 2016 Communicatie, intimiteit en seksualiteit bij mensen met een nieraandoening Niervereniging zaterdag 16 januari 2016 Even voorstellen Claudia van der Wel Consulent seksuele gezondheid in Deventer Inhoud

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding en theoretische achtergrond van de studie

Samenvatting. Inleiding en theoretische achtergrond van de studie Samenvatting Jaarlijks wordt in Nederland bij meer dan 57.000 personen kanker vastgesteld en sterven 37.000 personen aan deze ziekte. Dit maakt kanker, na hart- en vaatziekten, de belangrijkste doodsoorzaak

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Chapter 7. Summary and General Discussion. Nederlandse Samenvatting

Chapter 7. Summary and General Discussion. Nederlandse Samenvatting Chapter 7 Summary and General Discussion Nederlandse Samenvatting 132 Chapter 7 SAMENVATTING VERTRAGING EN DEPRESSIEVE SYMPTOMEN BIJ OUDERE MENSEN Bij veel diersoorten luidt vertraging het einde van het

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie

PTSS - diagnostiek en behandeling. drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren

PTSS - diagnostiek en behandeling. drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren PTSS - diagnostiek en behandeling drs. Mirjam J. Nijdam psycholoog / onderzoeker Topzorgprogramma Psychotrauma AMC De Meren Opbouw Diagnose PTSS Prevalentiecijfers PTSS en arbeid Preventie van PTSS Behandeling

Nadere informatie

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae

Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie

Nadere informatie

Consultatie en begeleiding bij seksuele problematiek. Centrumlocatie

Consultatie en begeleiding bij seksuele problematiek. Centrumlocatie Centrumlocatie In deze tijd van openheid in de media over seksualiteit lijkt het alsof seks iets vanzelfsprekends is en er geen problemen op dit gebied bestaan. De indruk wordt gewekt dat seks alleen voorkomt

Nadere informatie

Omgaan met een seksueel probleem

Omgaan met een seksueel probleem Omgaan met een seksueel probleem Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk

Nadere informatie

Depressie en angst bij de ziekte van Parkinson Rianne van Gool Verpleegkundig specialist

Depressie en angst bij de ziekte van Parkinson Rianne van Gool Verpleegkundig specialist Depressie en angst bij de ziekte van Parkinson Rianne van Gool Verpleegkundig specialist Dopamine Ziekte van Parkinson: minder dopamine Dopamine is een signaalstof die de communicatie tussen hersencellen

Nadere informatie

SPREKEN OVER SEKSUALITEIT IN DE CONTEXT VAN PIJN: WAT NA DE PIJNLIJKE STILTE...?!

SPREKEN OVER SEKSUALITEIT IN DE CONTEXT VAN PIJN: WAT NA DE PIJNLIJKE STILTE...?! SPREKEN OVER SEKSUALITEIT IN DE CONTEXT VAN PIJN: WAT NA DE PIJNLIJKE STILTE...?! Paul Enzlin Instituut voor Familiale en seksuologische Wetenschappen (KU Leuven) Centrum voor klinische seksuologie en

Nadere informatie