Syndroom van Cushing. I. Nieuwe ontwikkelingen in de diagnostiek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Syndroom van Cushing. I. Nieuwe ontwikkelingen in de diagnostiek"

Transcriptie

1 capita selecta Syndroom van Cushing. I. Nieuwe ontwikkelingen in de diagnostiek M.O.van Aken, R.A.Feelders, F.H.de Jong, A.M.Pereira, S.W.J.Lamberts en W.W.de Herder Zie ook de artikelen op bl. 2345, 2365 en De laatste jaren heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan op het gebied van de diagnostiek van het syndroom van Cushing. Enkele oude diagnostische tests zijn door onvoldoende onderscheidend vermogen in diskrediet geraakt, terwijl er ook een aantal nieuwe diagnostische tests beschikbaar is gekomen. Tot de nieuwe tests behoren het bepalen van de cortisolconcentratie in middernachtspeeksel en de gecombineerde dexamethason-corticotropine- releasing -hormoon(crh)-test. De hogedosis-dexamethasonsuppressietest en de CRH-stimulatietest blijken onvoldoende onderscheid te kunnen maken tussen de hypofysaire en de ectopische secretie van adrenocorticotroop hormoon (ACTH) en deze tests worden dan ook niet meer voor deze indicatie toegepast. Voor ectopische ACTH-producerende tumoren zijn nieuwe beeldvormende technieken beschikbaar gekomen, zoals somatostatinereceptorscintigrafie en positronemissietomografie met 5-hydroxytryptofaan. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150: Harvey Williams Cushing werd op 8 april 1869 in Cleveland, Ohio (VS), geboren; hij overleed op 7 oktober 1939 in New Haven, Connecticut (VS). Cushing ging de geschiedenis in als de godfather of neurosurgery. In 1932 verscheen zijn klassieke beschrijving van de hypofysaire vorm van hypercortisolisme en zijn naam is tot op heden verbonden aan dit syndroom. 1 In 1996 beschreven wij in dit tijdschrift de diagnostiek van het syndroom van Cushing. 2 Sindsdien zijn er op dit terrein een aantal nieuwe ontwikkelingen geweest, waarvan wij in dit artikel een overzicht geven. In het volgende artikel beschrijven wij de behandeling van de verschillende vormen van het syndroom van Cushing. 3 etiologie van het syndroom van cushing Erasmus MC, afd. Inwendige Geneeskunde, sectie Endocrinologie, kamer H-496, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam. Hr.dr.M.O.van Aken, hr.dr.r.a.feelders, hr.prof.dr.s.w.j.lamberts en hr.dr.w.w.de Herder, internisten-endocrinologen; hr.prof.dr.f.h.de Jong, biochemicus. Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Endocrinologie en Stofwisselingsziekten, Leiden. Hr.dr.A.M.Pereira, internist-endocrinoloog. Correspondentieadres: hr.dr.m.o.van Aken (m.o.vanaken@erasmusmc.nl). Het endogene syndroom van Cushing wordt veroorzaakt door een chronische blootstelling aan verhoogde spiegels van glucocorticoïden die door de bijnierschors in de circulatie worden uitgescheiden. Bij 80-85% van de patiënten is het syndroom afhankelijk van hypersecretie van adrenocorticotroop hormoon (ACTH; corticotropine), meestal door een hypofyseadenoom, minder frequent door een buiten de hypofyse gelegen bron. In het laatste geval is sprake van ectopische ACTH-secretie, bij 50% van de patiënten veroorzaakt door een longtumor. Slechts zelden is het syndroom het gevolg van een tumor die corticotropine- releasing -hormoon (CRH) maakt. Bij 15-20% van de patiënten is het syndroom ACTHonafhankelijk en wordt het veroorzaakt door een verhoogde cortisolsecretie door een goedaardige of kwaad aardige bijnierschorstumor, of door dubbelzijdige bijnierschorshyperplasie. Zowel uit in-vitro- als in-vivo-experimenten bleek dat er in een bijnieradenoom of bij dubbelzijdige bijnierhyperplasie nieuwe regulatiemechanismen kunnen ontstaan, waarbij de cortisolsecretie gestimuleerd wordt door andere hormonen dan ACTH, zoals glucoseafhankelijk insulinotropisch polypeptide (GIP), luteïniserend hormoon (LH), serotonine en vasopressine. 4 5 Uit nader onderzoek is gebleken dat op de bijnieren van deze patiënten receptoren voor genoemde hormonen tot expressie komen. 6 klinische evaluatie De diagnostiek van het syndroom van Cushing begint met een nauwkeurige anamnese en met lichamelijk onderzoek, waarbij vooral gelet wordt op de klassieke stigmata van het syndroom en waarbij exogeen steroïdgebruik uitgesloten dient te worden. De klassieke symptomen bestaan uit: vollemaansgelaat (figuur 1), supraclaviculaire vetophoping, cervicale vetophoping ( bizonnek, buffalo hump ), dunne huid, paarsrode striae, proximale spierzwakte, moeheid, hypertensie, glucose-intolerantie, acne, hirsutisme, menstruatiestoornissen, neuropsychologische afwijkingen, emotionele labiliteit en geheugenstoornis. Het klinische fenotype is echter lang niet altijd even klassiek en vertoont over- Ned Tijdschr Geneeskd oktober;150(43) 2359

2 figuur 1. Ontwikkeling in de tijd van het typische vollemaansgelaat bij een patiënte met het syndroom van Cushing (afgedrukt met schriftelijke toestemming van de nabestaanden van patiënte). lap met het fenotype van obesitas en van het metabool syndroom. De belangrijkste klinische factoren die op het bestaan van het syndroom van Cushing wijzen, zijn de aanwezigheid van hypokaliëmie en van osteoporose. Hypercortisolisme kan ook optreden bij fysieke dan wel psychische stress, overgewicht, anorexia nervosa, depressie en chronisch alcoholisme. Men spreekt dan van het pseudocushingsyndroom. 7 Tenslotte kan hypercortisolisme intermitterend voorkomen, wat kan worden opgespoord door de diagnostische tests een aantal maal te herhalen. initiële diagnostiek: vaststellen van hypercortisolisme Eerstelijnsscreeningstests Bij aanwijzingen voor het syndroom van Cushing wordt geadviseerd de diagnostiek te starten met tenminste 2 van de momenteel beschikbare 3 onderzoeken naar hypercortisolisme, zogenaamde eerstelijnsscreeningstests (tabel). Bij discrepante uitslagen van deze tests, bijvoorbeeld bij 1 afwijkende en 1 niet-afwijkende uitslag, kan de diagnostiek vervolgd worden met zogenaamde tweedelijnstests (zie verder) of men kan in een later stadium de tests herhalen. Beeldvormend onderzoek van de hypofyse of bijnieren volgt pas wanneer is aangetoond dat er inderdaad sprake is van hypercortisolisme. Excretie van vrij cortisol in de urine. De 24-uurscortisolurie is een geïntegreerde maat voor de cortisolsecretie. Een 24- uurscortisolurie met meer dan 4 maal de bovengrens van het referentiegebied bevestigt het bestaan van het syndroom van Cushing. 8 Waarden die 2-4 maal verhoogd zijn, kunnen ook in geval van stress en bij een patiënt met pseudocushingsyndroom worden gevonden. Bepaalde geneesmiddelen, zoals carbamazepine en digoxine, kunnen tot een foutief verhoogde uitslag leiden. Omdat de cortisolurie van dag tot dag kan variëren, wordt geadviseerd om deze minstens 2 keer te laten bepalen, en tevens de creatinineuitscheiding te bepalen om verzamelfouten op te sporen. Belangrijk is dat bij 10-15% van de patiënten met het syndroom van Cushing een niet-afwijkende 24-uurscortisolurie wordt gevonden, zodat deze bepaling niet als enige diagnostische test beschouwd kan worden. Dexamethasonsuppressietest. Bij de dexamethasonsuppressietest neemt de patiënt tussen 23:00 h en middernacht dexamethason 1 mg in en wordt tussen 08:00-09:00 h de volgende morgen een bloedmonster afgenomen voor bepaling van de plasmacortisolconcentratie. Een niet-afwijkende suppressie is arbitrair bepaald op een plasmacortisolwaarde < 138 nmol/l. Toch is bij patiënten met het syndroom van Cushing niet-afwijkende cortisolsuppressie met een waarde < 138 nmol/l gerapporteerd. 9 Tegenwoordig hanteren sommige centra dan ook lagere afkapwaarden, zoals < 50 nmol/l, met als gevolg een hogere sensitiviteit en een lagere specificiteit van de bepaling. 8 Omstandigheden die interfereren met een goede suppressie zijn: een verstoorde resorptie van dexamethason, geneesmiddelen die het dexamethasonmetabolisme versterken, zoals barbituraten, fenytoïne, carbamazepine, rifampicine, meprobamaat en aminoglutethimide, een verhoogde concentratie van cortisolbindend globuline zoals bij oestrogeengebruik en zwangerschap, en pseudocushingsyndroom. De conclusie luidt dat de dexamethasonsuppressietest een goed bruikbare screeningstest is, echter zonder internationale consensus over de afkapwaarde. Bepaling van cortisol in middernachtspeeksel. Verstoring van het dag-nachtritme van de cortisolproductie is een belangrijk kenmerk van het syndroom van Cushing. Bepaling van de cortisolconcentratie in rond middernacht afgenomen serum bleek een zeer adequate, maar ook bewerkelijke test voor het vaststellen van het syndroom van Cushing (zie verder) Een praktischer alternatief is het gebruik van een speekselmonster, dat de patiënt thuis kan verzamelen. De concentratie van cortisol in speeksel is in evenwicht met de concentratie van vrij cortisol in serum en bedraagt ongeveer 5% van de totale serumconcentratie; de concentratie is 2360 Ned Tijdschr Geneeskd oktober;150(43)

3 Diagnostische tests voor het syndroom van Cushing diagnostische test referentiewaarde van sensitiviteit specificiteit beperkingen cortisol (in %) (in %) eerstelijnstests dexamethasonsuppressietest* < 138 nmol/l interferentie door medicatie; < 50 nmol/l geen consensus over afkapwaarde cortisoluitscheiding in 24-uursurine afhankelijk van gebruikte interferentie door medicatie; techniek verzamelfouten speekselcortisolconcentratie om middernacht afhankelijk van gebruikte bloedbijmenging; geen ervaring in de techniek dagelijkse praktijk; ontbreken van referentiewaarden tweedelijnstests serumcortisolconcentratie om middernacht noodzaak van opname patiënt slaapt < 50 nmol/l 100 onbekend patiënt is wakker < 210 nmol/l dexamethason-crh-test < 38 nmol/l gevalideerd in 1 centrum CRH = corticotropine- releasing -hormoon. *Uitgevoerd met dexamethason 1 mg. Waarde onzeker. onafhankelijk van de mate van speekselproductie. 12 Mogelijke verstorende invloeden zijn bijmenging van bloed in het speeksel, bijvoorbeeld door tandenpoetsen, en het gebruik van exogene steroïden, inclusief vernevelaars of steroïdhoudende crèmes. In diverse studies bleek de cortisolbepaling in middernachtspeeksel een sensitieve en specifieke test voor het vaststellen van het syndroom van Cushing (zie de tabel). Tweedelijnsscreeningstests Wanneer er na de eerstelijnstests twijfel blijft over het bestaan van hypercortisolisme, zijn er 2 aanvullende tests beschikbaar. Bepaling van cortisol in middernachtserum. Zoals reeds vermeld, is een verhoogde cortisolwaarde in middernachtserum een zeer betrouwbare aanwijzing voor de aanwezigheid van het syndroom van Cushing. De afkapwaarde is afhankelijk van het feit of de patiënt ten tijde van de bloedafname slaapt (cortisolreferentiewaarde: < 50 nmol/l) dan wel wakker is (referentiewaarde < 210 nmol/l) Gecombineerde dexamethason-crh-test. Van de gecombineerde dexamethason-crh-test werd in een groot referentiecentrum in de VS aangetoond dat deze een goed onderscheid kon maken tussen het syndroom van Cushing en pseudocushingsyndroom. 15 Patiënten met pseudocushingsyndroom hebben chronisch verhoogde CRH-spiegels, bijvoorbeeld ten gevolge van stress, en vertonen een vlakke cortisolrespons op CRH-toediening. De test bestaat uit een combinatie van een lange dexamethasonsuppressietest, gevolgd door een CRH-simulatietest. Bij de dexamethasonsuppressietest, die start om 12:00 uur s middags, wordt elke 6 h dexamethason 0,5 mg in 8 giften toegediend, dus over een periode van 42 h. De CRH-simulatietest start om 08:00 uur s morgens, dat wil zeggen 2 h na de laatste dosis dexamethason, met CRH 1 μg/kg intraveneus. Na de CRHinjectie steeg in het genoemde onderzoek de plasmacortisolconcentratie bij patiënten met het syndroom van Cushing boven de 38 nmol/l, terwijl bij gezonde individuen en patiënten met pseudocushingsyndroom deze waarde onderdrukt bleef. 15 De waarde van deze test in de klinische praktijk is op dit moment nog onduidelijk. acth-afhankelijk of -onafhankelijk syndroom van cushing Pas na bevestiging van de aanwezigheid van het syndroom van Cushing wordt de oorzaak bepaald, allereerst middels een plasma-acth-bepaling. ACTH-waarden > 4 pmol/l wijzen op een ACTH-afhankelijke vorm, waarden < 2 pmol/l wijzen op een ACTH-onafhankelijke oorzaak. Voor waarden van 2-4 pmol/l wordt een CRH-stimulatietest geadviseerd. ACTH-piekwaarden na CRH-toediening < 4 pmol/l passen bij een ACTH-onafhankelijk syndroom van Cushing. acth-afhankelijk syndroom van cushing: hypofysair of ectopisch? Stimulatie- en remmingstests. De laatste jaren is duidelijk geworden dat een aanzienlijk deel van de goed gedifferentieerde neuro-endocriene tumoren, zoals de carcinoïden van bronchus, thymus en pancreas, wat hun ectopische Ned Tijdschr Geneeskd oktober;150(43) 2361

4 klinische aanwijzingen voor het syndroom van Cushing cortisoluitscheiding in 24-uursurine dexamethasonsuppressietest (1 mg) (cortisolconcentratie in middernachtspeeksel) syndroom van Cushing twijfelachtig syndroom van Cushing uitgesloten dexamethason-crh-test cortisolconcentratie in middernachtserum botdensitometrie expectatief beleid; bij hoge klinische verdenking tests na 6 maanden herhalen pseudocushingsyndroom syndroom van Cushing vastgesteld ACTH < 2 pmol/l ACTH 2-4 pmol/l ACTH > 4 pmol/l CT/MRI van de bijnieren CRH-test MRI van de hypofyse dubieus/geen adenoom evident adenoom SPIS ectopische ACTH-bron centrale ACTH-bron laparoscopische bijnierresectie nadere diagnostiek, onder andere CT van thorax/abdomen, echografie van de hals, octreoscan, 5-HTP-PET-scan transsfenoïdale operatie evident adenoom wordt gevonden, wordt een bloedafname uit de sinus petrosus inferior voor ACTH-bepalingen geadviseerd. Nadat de radioloog beide sinus petrosi inferiores heeft gekatheteriseerd, wordt op 0, 3, 5 en 10 min na toediening van CRH 100 μg of 1 μg/kg i.v. bloed afgenomen voor ACTH-bepalingen. Een verhouding van de ACTH-concentratie in de sinus petrosus inferior ten opzichte van die in perifeer bloed onder basale condities > 2,0 en na CRH-stimulatie > 3,0 wijst op de ziekte van Cushing, dat wil zeggen syndroom van Cushing veroorzaakt door een overmaat van ACTH uit een hypofyseadenoom. Lagere verhoudingen wijzen op de aanwezigheid van een ectopische ACTH-secerfiguur 2. Stroomdiagram voor de diagnostiek van patiënten met mogelijk syndroom van Cushing. CRH = corticotropine- releasing - hormoon; ACTH = adrenocorticotroop hormoon; SPIS = bemonstering van de sinus petrosus inferior; HTP = hydroxytryptofaan; PET = positronemissietomografie. ACTH-productie betreft niet te onderscheiden is van ACTHproducerende hypofysetumoren in tests die gebaseerd zijn op suppressie van de cortisolsecretie na toediening van een hoge dosis dexamethason of stimulatie door CRH-toediening Aan het nut van deze tests kan derhalve sterk worden getwijfeld, zodat wij het gebruik ervan niet meer adviseren. Bij twijfel over de ACTH-bron is bloedafname uit de sinus cavernosus of de sinus petrosus inferior het aangewezen onderzoek. Bloedafname uit de sinus petrosus inferior. Bij patiënten met een ACTH-afhankelijk syndroom van Cushing, bij wie middels MRI-onderzoek van de hypofyse (zie verder) geen 2362 Ned Tijdschr Geneeskd oktober;150(43)

5 nerende tumor. Bloedafname uit de sinus petrosus inferior is in principe niet geschikt om te bepalen of het hypofysaire microadenoom zich links- of rechtszijdig in de hypofyse bevindt, doordat er frequent veneuze dwarsverbindingen bestaan. In zeldzame gevallen kunnen ectopische CRHproducerende tumoren een fout-positieve uitslag bij onderzoek van bloed uit de sinus petrosus inferior geven. 18 beeldvormend onderzoek MRI van de hypofyse. MRI van de hypofyse met toediening van gadoliniumcontrastmiddel moet verricht worden bij patiënten met een ACTH-afhankelijk syndroom van Cushing. Bij 30-70% van de patiënten zal een duidelijk adenoom gevonden worden. 19 Bij een patiënt met een klassieke klinische presentatie, aangetoond hypercortisolisme, ACTHwaarden > 4 pmol/l en een focale afwijking met een diameter groter dan 6 mm bij MRI van de hypofyse, is de diagnose rond en behoeft geen verder aanvullend onderzoek verricht te worden. Bij een kleinere afwijking dient bemonstering van de sinus petrosus inferior te volgen. Bij 10% van de normale populatie worden incidentele hypofyseafwijkingen gevonden bij MRI, die meestal kleiner zijn dan 5 mm in diameter. Verder onderzoek naar occulte ACTH-secernerende tumoren. Wanneer bloedonderzoek uit de sinus petrosus inferior het bestaan van een niet-hypofysaire ACTH-bron aannemelijk maakt, volgt CT van de hals, de thorax en het abdomen, ter detectie van veelal een neuro-endocriene tumor, zoals een bronchus- of een thymuscarcinoïd of een eilandceltumor van het pancreas. Door scanning met 111 In-pentetreotide kan men, gebruikmakend van het frequent vóórkomen van somatostatinereceptoren op neuro-endocriene tumoren, aanwijzingen krijgen over de vindplaats van de potentiële ACTH-bron. 20 Een nieuw radioactief gelabeld 68 somatostatineanaloog, Ga-tetra-azacyclododecaan-tyrosine(3)-octreo tide ( 68 Ga-DOTATOC), met hogere affiniteit voor de somatostatine-type 2-receptor, kan bij somatostatinereceptorscintigrafie mogelijk nog kleinere afwijkingen aantonen. 21 De rol van 18 F-deoxyglucose-positronemissietomografie (FDG-PET) is vooralsnog onzeker. Nieuw en veelbelovend lijkt de toepassing van 11 C-5-hydroxytryptofaan-PET. 22 CT van de bijnieren. Bij patiënten met een ACTH-onafhankelijk syndroom van Cushing dient CT van de bijnierregio verricht te worden. Bij ACTH-afhankelijke vormen van het syndroom van Cushing kan secundaire nodulaire bijnierhyperplasie optreden, hetgeen de arts op een dwaalspoor kan brengen. conclusie Uiteindelijk leiden bovenstaande overwegingen tot het stroomdiagram in figuur 2, dat kan dienen als leidraad voor de diagnostiek naar het syndroom van Cushing. Kennis van de beperkingen van de diagnostische tests is onontbeerlijk om de uitslagen te kunnen interpreteren. Prof.dr.J.A.Romijn, endocrinoloog, gaf commentaar op een eerdere versie van het manuscript. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. Aanvaard op 11 juli 2006 Literatuur 1 Cushing H. The basophil adenomas of the pituitary body and their clinical manifestations (pituitary basophilism). Bulletin of Johns Hopkins Hospital. 1932;50: Herder WW de, Lely AJ van der, Jong FH de, Lamberts SWJ. Syndroom van Cushing; optimaliseren van de diagnostiek. Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140: Aken MO van, Feelders RA, Lely AJ van der, Romijn JA, Lamberts SWJ, Herder WW de. Syndroom van Cushing. II. Nieuwe behandelingen. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150: Lacroix A, Ndiaye N, Tremblay J, Hamet P. Ectopic and abnormal hormone receptors in adrenal Cushing s syndrome. Endocr Rev. 2001;22: Herder WW de, Hofland LJ, Usdin TB, Jong FH de, Uitterlinden P, Koetsveld PM van, et al. Food-dependent Cushing s syndrome resulting from abundant expression of gastric inhibitory polypeptide receptors in adrenal adenoma cells. J Clin Endocrinol Metab. 1996; 81: Feelders RA, Lamberts SWJ, Hofland LJ, Koetsveld PM van, Verhoef- Post M, Themmen AP, et al. Luteinizing hormone (LH)-responsive Cushing s syndrome: the demonstration of LH receptor messenger ribonucleic acid in hyperplastic adrenal cells, which respond to chorionic gonadotropin and serotonin agonists in vitro. J Clin Endocrinol Metab. 2003;88: Groote Veldman R, Meinders AE. On the mechanism of alcoholinduced pseudo-cushing s syndrome. Endocr Rev. 1996;17: Arnaldi G, Angeli A, Atkinson AB, Bertagna X, Cavagnini F, Chrousos GP, et al. Diagnosis and complications of Cushing s syndrome: a consensus statement. J Clin Endocrinol Metab. 2003;88: Findling JW, Raff H, Aron DC. The low-dose dexamethasone suppression test: a reevaluation in patients with Cushing s syndrome. J Clin Endocrinol Metab. 2004;89: Newell-Price J, Trainer P, Perry L, Wass J, Grossman A, Besser M. A single sleeping midnight cortisol has 100% sensitivity for the diagnosis of Cushing s syndrome. Clin Endocrinol (Oxf ). 1995;43: Papanicolaou DA, Yanovski JA, Cutler jr GB, Chrousos GP, Nieman LK. A single midnight serum cortisol measurement distinguishes Cushing s syndrome from pseudo-cushing states. J Clin Endocrinol Metab. 1998;83: Vining RF, McGinley RA, Maksvytis JJ, Ho KY. Salivary cortisol: a better measure of adrenal cortical function than serum cortisol. Ann Clin Biochem. 1983;20(Pt 6): Ned Tijdschr Geneeskd oktober;150(43) 2363

6 13 Papanicolaou DA, Mullen N, Kyrou I, Nieman LK. Nighttime salivary cortisol: a useful test for the diagnosis of Cushing s syndrome. J Clin Endocrinol Metab. 2002;87: Raff H, Raff JL, Findling JW. Late-night salivary cortisol as a screening test for Cushing s syndrome. J Clin Endocrinol Metab. 1998;83: Yanovski JA, Cutler jr GB, Chrousos GP, Nieman LK. The dexamethasone-suppressed corticotropin-releasing hormone stimulation test differentiates mild Cushing s disease from normal physiology. J Clin Endocrinol Metab. 1998;83: Malchoff CD, Orth DN, Abboud C, Carney JA, Pairolero PC, Carey RM. Ectopic ACTH syndrome caused by a bronchial carcinoid tumor responsive to dexamethasone, metyrapone, and corticotropin-releasing factor. Am J Med. 1988;84: Bogaert DP van den, Herder WW de, Jong FH de, Biemond P, Lely AJ van der, Lamberts SWJ. The continuous 7-hour intravenous dexamethasone suppression test in the differential diagnosis of ACTHdependent Cushing s syndrome. Clin Endocrinol (Oxf ). 1999;51: Swearingen B, Katznelson L, Miller K, Grinspoon S, Waltman A, Dorer DJ, et al. Diagnostic errors after inferior petrosal sinus sampling. J Clin Endocrinol Metab. 2004;89: Tabarin A, Laurent F, Catargi B, Olivier-Puel F, Lescene R, Berge J, et al. Comparative evaluation of conventional and dynamic magnetic resonance imaging of the pituitary gland for the diagnosis of Cushing s disease. Clin Endocrinol (Oxf ). 1998;49: Herder WW de, Krenning EP, Malchoff CD, Hofland LJ, Reubi JC, Kwekkeboom DJ, et al. Somatostatin receptor scintigraphy: its value in tumor localization in patients with Cushing s syndrome caused by ectopic corticotropin or corticotropin-releasing hormone secretion. Am J Med. 1994;96: Zhernosekov K, Aschoff P, Filosofov D, Jahn M, Jennewein M, Adrian HJ, et al. Visualisation of a somatostatin receptor-expressing tumour with 67Ga-DOTATOC SPECT. Eur J Nucl Med Mol Imaging. 2005; 32: Orlefors H, Sundin A, Garske U, Juhlin C, Oberg K, Skogseid B, et al. Whole-body (11)C-5-hydroxytryptophan positron emission tomography as a universal imaging technique for neuroendocrine tumors: comparison with somatostatin receptor scintigraphy and computed tomography. J Clin Endocrinol Metab. 2005;90: Abstract Cushing s syndrome. I. New diagnostic developments Over the past few years, new diagnostic tests for Cushing s syndrome have become available. Some of the other, older diagnostic tests have fallen into discredit as they could not distinguish conditions from one another sufficiently well. New biochemical tests include midnight salivary cortisol measurement and the combined dexamethasone-corticotropin releasing hormone (CRH) test. The high dose dexamethasone test and the CRH-stimulation test have been abandoned as they were unable to differentiate between hypophysial and ectopic secretion of adrenocorticotropic hormone (ACTH). For the detection of ectopic ACTH-secreting tumours new imaging techniques, such as somatostatin receptor scintigraphy and positron emission tomography with 5-hydroxytryptophan, have become available. Ned Tijdschr Geneeskd. 2006;150: Ned Tijdschr Geneeskd oktober;150(43)

Hypercortisolisme (of toch niet?)

Hypercortisolisme (of toch niet?) Hypercortisolisme (of toch niet?) Gabor Linthorst Internist endocrinoloog Internist voor erfelijke stofwisselingsziekten Principal educator Leerdoelen Interpretatie van cortisol waarden (soms best lastig)

Nadere informatie

1 Incidentaloom van de bijnier

1 Incidentaloom van de bijnier I Bijnier 1 Incidentaloom van de bijnier Definitie Ruimte-innemend proces in de bijnier dat tijdens een diagnostische procedure van de buik (echo of CT / MRI) bij toeval wordt ontdekt. Analyse incidentaloom

Nadere informatie

Protocol functiekamer endocrinologie F5, sein: 81 59776

Protocol functiekamer endocrinologie F5, sein: 81 59776 PROTOCOL CUSHING SYNDROOM (met ingang van 8 maart 1994) Protocol functiekamer endocrinologie F5, sein: 81 59776 Inleiding Hypercortisolisme komt voor bij verschillende ziektebeelden, die niet alle leiden

Nadere informatie

Het syndroom van Cushing bij kinderen

Het syndroom van Cushing bij kinderen klinische lessen Het syndroom van Cushing bij kinderen G.Bocca, P.G.Voorhoeve en H.A.Delemarre-van de Waal Zie ook de artikelen op bl. 2359, 2365 en 2390. Dames en Heren, Het syndroom van Cushing komt

Nadere informatie

21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1)

21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1) 21. Multipele Endocriene Neoplasie Type 1 (MEN1) Expert opinion Diagnostische criteria Vaststelling van een mutatie in het MEN1-gen Combinatie van hyperplasie of adenomen van de bijschildklieren, neuroendocriene

Nadere informatie

Cortisol en het syndroom van Cushing

Cortisol en het syndroom van Cushing Labquiz Cortisol en het syndroom van Cushing Judith A.P. Bons, Bas Havekes en Paul P.C.A. Menheere Hypercortisolisme kan leiden tot het syndroom van Cushing. Voor de diagnostiek is het bepalen van de cortisolconcentratie

Nadere informatie

Syndroom van Cushing. II. Nieuwe behandelingen

Syndroom van Cushing. II. Nieuwe behandelingen capita selecta Syndroom van Cushing. II. Nieuwe behandelingen M.O.van Aken, R.A.Feelders, A.J.van der Lely, J.A.Romijn, S.W.J.Lamberts en W.W.de Herder Zie ook de artikelen op bl. 2345, 2359 en 2390. Voor

Nadere informatie

Kinderen met obesitas en afbuigende lengtegroeicurve: ziekte van Cushing?

Kinderen met obesitas en afbuigende lengtegroeicurve: ziekte van Cushing? Klinische les Kinderen met obesitas en afbuigende lengtegroeicurve: ziekte van Cushing? Esther M. van Wezel, Hanneke M. van Santen, Wouter R. van Furth, Liesbeth Reneman, Peter H. Bisschop en A.S. Paul

Nadere informatie

Endocrinologische functieproeven

Endocrinologische functieproeven Endocrinologische functieproeven Dr. L. van Bergeijk, drs. W.I. de Bruin, dr. C.J.A. Doelman, dr. R. Groote Veldman, dr. R. Maatman, dr. ir. A.H.L. Mulder, drs. R.H.F.M. Tummers en prof. dr. I. Vermes

Nadere informatie

Patiënteninformatie syndroom van Cushing

Patiënteninformatie syndroom van Cushing Patiënteninformatie syndroom van Cushing Patiëntenversie syndroom van Cushing bij de kwaliteitsstandaard bijnieraandoeningen voor patiënten en hun naasten Logo: Colofon Uitgave: Stichting BijnierNET 2018

Nadere informatie

Samenspel. l De dokter heeft verstand van het ziektebeeld. l De patient weet alles van ziek zijn. l Samenwerking is noodzakelijk!!!!!!!!!!!!!!!

Samenspel. l De dokter heeft verstand van het ziektebeeld. l De patient weet alles van ziek zijn. l Samenwerking is noodzakelijk!!!!!!!!!!!!!!! CUSHING & ADDISON Samenspel l De dokter heeft verstand van het ziektebeeld l De patient weet alles van ziek zijn l Samenwerking is noodzakelijk!!!!!!!!!!!!!!! 2 Overzicht l Koppeling prekliniek l Cushing

Nadere informatie

Syndroom van Cushing Symptomen

Syndroom van Cushing Symptomen Syndroom van Cushing Dit syndroom heeft zijn naam te danken aan Dr. Harvey Cushing, een neurochirurg die dit syndroom in 1932 voor het eerst bij de mens heeft beschreven. Het wordt veroorzaakt door een

Nadere informatie

Zorgpad MEN1 syndroom. Informatie voor patiënten

Zorgpad MEN1 syndroom. Informatie voor patiënten Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten Dit Zorgpad MEN1 syndroom, informatie voor patiënten, is tot stand gekomen met medewerking van: Belangengroep M.E.N. drs. C.R.C. Pieterman, M. Aarts bestuur

Nadere informatie

BIJNIER. Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels. OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove

BIJNIER. Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels. OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove BIJNIER Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove INLEIDING CASUS man, 54 jaar Kliniek: reumapatiënt Therapie: langdurig medrol, geleidelijk afbouwen Laboratorium: onder

Nadere informatie

Bloedafname uit de Sinus Petrosus

Bloedafname uit de Sinus Petrosus Bloedafname uit de Sinus Petrosus In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten tot een afspraak voor een onderzoek op de afdeling Interventie Radiologie van het Radboudumc. Tijdens dit diagnostisch

Nadere informatie

PET-CT. Moderator Rosa Veldhoen. 1st author / speaker Judit A. Adam Nucleair geneeskundige

PET-CT. Moderator Rosa Veldhoen. 1st author / speaker Judit A. Adam Nucleair geneeskundige PET-CT Moderator Rosa Veldhoen 1st author / speaker Judit A. Adam Nucleair geneeskundige Afdeling nucleaire geneeskunde en radiologie Academisch Medisch Centrum Amsterdam Belangenverklaring In overeenstemming

Nadere informatie

Patiënteninformatie Diagnostiek Patiëntenversie over Diagnostiek

Patiënteninformatie Diagnostiek Patiëntenversie over Diagnostiek Patiënteninformatie Diagnostiek Patiëntenversie over Diagnostiek Logo: Colofon Uitgave: Stichting BijnierNET 2018 Fazantpad 3 3766 JH Soest info@bijniernet.nl www.bijniernet.nl www.adrenals.eu Tekst: Dr.

Nadere informatie

Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk

Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort. 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Pien de Haas en John de Klerk nucleair geneeskundigen Meander Medisch Centrum Amersfoort 2e Mammacongres 28 januari 2011 Harderwijk Siemens Biograph true point PET/CT 40 slice Sinds 21 januari 2011 Sinds

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting In dit proefschrift getiteld Relatieve bijnierschorsinsufficiëntie in ernstig zieke patiënten De rol van de ACTH-test hebben wij het concept relatieve bijnierschorsinsufficiëntie

Nadere informatie

Chapter 12. Samenvatting

Chapter 12. Samenvatting Chapter 12 Samenvatting Samenvatting Hyperadrenocorticisme is een veel voorkomende aandoening bij fretten. 10 In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat deze aandoening verschilt van hyperadrenocorticisme

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek Lewy body dementie

Wetenschappelijk onderzoek Lewy body dementie Wetenschappelijk onderzoek Lewy body dementie Wetenschappelijke artikelen 600 500 400 300 200 216 198 232 265 270 257 301 346 341 333 326 362 422 437 429 487 504 100 0 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006

Nadere informatie

Laboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium

Laboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium Laboratoria Nieuwsbrief December 2015 Klinisch Chemisch en Hematologisch Laboratorium Medisch Microbiologisch Laboratorium In dit nummer: - Laboratorium aanvraagformulier huisartsen - Mededeling referentiewaarden

Nadere informatie

Hyperaldosteronisme Radboud universitair medisch centrum

Hyperaldosteronisme Radboud universitair medisch centrum Hyperaldosteronisme Uw arts vermoedt dat u hyperaldosteronisme heeft. In deze folder vindt u informatie over hyperaldosteronisme, hoe dit vastgesteld kan worden door middel van onderzoek en behandelingsmogelijkheden.

Nadere informatie

Goede zorg voor de bijnierpatiënt. Charlotte Krol Internist-endocrinoloog

Goede zorg voor de bijnierpatiënt. Charlotte Krol Internist-endocrinoloog Goede zorg voor de bijnierpatiënt Charlotte Krol Internist-endocrinoloog Programma 14:00 Goede zorg voor de bijnierpatiënt mw. dr. C.G. Krol, internist-endocrinoloog 14:15 Goede zorg & het EPD dr. S.W.

Nadere informatie

19 maart 2019 Dr Anton AM Franken internist-endocrinoloog bestuurslid BijnierNET

19 maart 2019 Dr Anton AM Franken internist-endocrinoloog bestuurslid BijnierNET 19 maart 2019 Dr Anton AM Franken internist-endocrinoloog bestuurslid BijnierNET Kwaliteitsstandaard Doel kwaliteitsstandaard Meer bekendheid en kennis bij alle zorgverleners betrokken bij de zorg voor

Nadere informatie

Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten

Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten Zorgpad MEN1 syndroom Informatie voor patiënten Inhoudsopgaven Hoofdstuk 1: Inleiding blz. 3 Hoofdstuk 2: Wat is het MEN1 syndroom? blz. 4 Hoofdstuk 3: Diagnostiek naar het MEN1 syndroom blz. 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

Een ampul poeder voor injectievloeistof bevat 133,4 µg corticorelinetrifluoracetaat (humaan), overeenkomend met 100 µg corticoreline (humaan).

Een ampul poeder voor injectievloeistof bevat 133,4 µg corticorelinetrifluoracetaat (humaan), overeenkomend met 100 µg corticoreline (humaan). 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL CRH Ferring 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ampul poeder voor injectievloeistof bevat 133,4 µg corticorelinetrifluoracetaat (humaan), overeenkomend met 100

Nadere informatie

Bijnierkanker (adrenocorticaal carcinoom)

Bijnierkanker (adrenocorticaal carcinoom) Bijnierkanker (adrenocorticaal carcinoom) Auteur: Dr. Thomas Adams Bijnierkanker of adrenocorticaal carcinoom is een kanker die uitgaat van de buitenste laag van de bijnier, de cortex. De tumor wordt functionerend

Nadere informatie

What s New Klinische Chemie Bewogen biomarkers

What s New Klinische Chemie Bewogen biomarkers What s New Klinische Chemie Bewogen biomarkers Nascholing Jordanie Rick Brouwer Klinische chemie Meting van endogene biomarkers in lichaamsvloeistoffen routine chemie, hematologie, endocrinologie, immunologie,

Nadere informatie

SUBSTITUTIE VAN BIJNIER- SCHORSHORMONEN IS VAN LEVENSBELANG. Foto Studio Oostrum

SUBSTITUTIE VAN BIJNIER- SCHORSHORMONEN IS VAN LEVENSBELANG. Foto Studio Oostrum E N D O C R I N O L O G I E I N T E R V I E W SUBSTITUTIE VAN BIJNIER- SCHORSHORMONEN IS VAN LEVENSBELANG Foto Studio Oostrum Richard Feelders: Ga na of patiënten weten wat te doen bij stress Syndroom

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting De groei en de ontwikkeling van diverse orgaansystemen en regelmechanismen in de foetus tijdens de periode in de baarmoeder worden verstoord door vroeggeboorte.

Nadere informatie

SI-eenheid factor. ng/dl 0,0349 nmol/l

SI-eenheid factor. ng/dl 0,0349 nmol/l Omrekentabel SI-eenheid factor referentiewaarden HCG miu/ ml 1,0 IU/l < 10 IU/l volwassenen < 15 miu/l metaboliet eenheid conversie bloed ACTH ng/l 0,2202 pmol/l 1,1-13,3 pmol/l adrenaline ng/l 5,46 pmol/l

Nadere informatie

Adrenogenitaal syndroom bij kinderen ken je steroïden!

Adrenogenitaal syndroom bij kinderen ken je steroïden! s.a.a.vandenberg@erasmusmc.nl Adrenogenitaal syndroom bij kinderen ken je steroïden! Sjoerd van den Berg Laboratoriumspecialist klinische chemie + endo Afdeling Klinische Chemie Ken je steroiden? ken je

Nadere informatie

Functietesten afdeling Inwendige Geneeskunde, Endocrinologie

Functietesten afdeling Inwendige Geneeskunde, Endocrinologie Uw behandelend arts of verpleegkundig specialist heeft als aanvullend onderzoek een functietest voor u aangevraagd. Welke test voor u is aangevraagd is afhankelijk van uw aandoening. In deze folder leest

Nadere informatie

Valkuilen in endocriene diagnostiek bij patienten met obesitas. PAOKC 15 januari Erica LT van den Akker Kinderarts endocrinoloog

Valkuilen in endocriene diagnostiek bij patienten met obesitas. PAOKC 15 januari Erica LT van den Akker Kinderarts endocrinoloog Lokatie DATUM Valkuilen in endocriene diagnostiek bij patienten met obesitas PAOKC 15 januari 2019 Erica LT van den Akker Kinderarts endocrinoloog VALKUILEN ENDOCRIENE DIAGNOSTIEK BIJ OBESITAS Casus Schildklier

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 161 28-12-2009 09:42:54 nelleke tolboom binnenwerk aangepast.indd 162 28-12-2009 09:42:54 Beeldvorming van Alzheimerpathologie in vivo:

Nadere informatie

Chapter 9 Nederlandse samenvatting

Chapter 9 Nederlandse samenvatting Chapter 9 Nederlandse samenvatting Inhoud I. Inleiding 221 II. Evaluatie van de functie van de hypofyse na traumatisch hersenletsel 223 III. Dynamisch testen van de hypofysefunctie bij andere hypofysaire

Nadere informatie

HELP! ER ZIT EEN VLEK OP MIJN LEVER. Prof Dr. Anja Geerts Maag- darm en leverziekten

HELP! ER ZIT EEN VLEK OP MIJN LEVER. Prof Dr. Anja Geerts Maag- darm en leverziekten HELP! ER ZIT EEN VLEK OP MIJN LEVER Prof Dr. Anja Geerts Maag- darm en leverziekten 1 HELP! ER ZIT EEN VLEK OP MIJN LEVER 2 Diagnostiek 3 INLEIDING Heterogene groep van leverletsels (goed tot kwaad..)

Nadere informatie

graad mitotische activiteit/10 hpf Ki67 index G1 <2 <2% G G3 >20 >20

graad mitotische activiteit/10 hpf Ki67 index G1 <2 <2% G G3 >20 >20 NEURO-ENDOCRIENE TUMOREN 1. Algemeen: Goed gedifferentieerde neuro-endocriene tumor: vroeger "carcinoïd". Goed gedifferentieerd carcinoma: "atypisch carcinoïd". Exclusief appendix. Opmerking: hooggradige

Nadere informatie

Substitutietherapie. glucocorticosteroïden

Substitutietherapie. glucocorticosteroïden Substitutietherapie met glucocorticosteroïden In overleg met uw behandelend arts wordt u behandeld met glucocorticosteroïden (bijvoorbeeld: hydrocortison, cortisonacetaat, prednison of dexamethason).

Nadere informatie

Somatostatine. Het gebruik van somatostatine analogen in de behandeling van Neuro Endocriene Tumoren. Marc De Man 29/11/2015

Somatostatine. Het gebruik van somatostatine analogen in de behandeling van Neuro Endocriene Tumoren. Marc De Man 29/11/2015 Somatostatine Het gebruik van somatostatine analogen in de behandeling van Neuro Endocriene Tumoren Marc De Man 29/11/2015 DIGESTIEF ONCOLOOG PATHOLOOG RADIOLOOG NET NUCLEARIST CHIRURG 2 MEDICATIE APD

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende

Nadere informatie

Werken met de Cortisol Awakening Rise in NESDA

Werken met de Cortisol Awakening Rise in NESDA Werken met de Cortisol Awakening Rise in NESDA Boudewijn Kruijtzer Klinische Chemie, LUMC Sophie Vreeburg VUMC/ / GGZBA Inhoud HPA-as fysiologie en cortisol-dagritmen dagritmen. De Cortisol Awakening Rise

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen in de mammadiagnostiek

Nieuwe ontwikkelingen in de mammadiagnostiek Nieuwe ontwikkelingen in de mammadiagnostiek mw. drs. S.B. van der Meulen Radioloog UMCG mw. dr. M.D. Dorrius Arts-assistent in opleiding tot radioloog UMCG Disclosure belangen spreker Geen potentiële

Nadere informatie

Het syndroom van Cushing bij een manische patiënte met een lang bestaande bipolaire stoornis: oorzaak of bijvangst?

Het syndroom van Cushing bij een manische patiënte met een lang bestaande bipolaire stoornis: oorzaak of bijvangst? gevalsbeschrijving Het syndroom van Cushing bij een manische patiënte met een lang bestaande bipolaire stoornis: oorzaak of bijvangst? L.D. DE WITTE, R.B. SMITS, M. BARTEL, M. KLEIJWEG, G.D. VALK, C.H.

Nadere informatie

Instructiefolder voor dierenartsen over diagnostiek en behandeling van PPID bij het paard

Instructiefolder voor dierenartsen over diagnostiek en behandeling van PPID bij het paard Instructiefolder voor dierenartsen over diagnostiek en behandeling van PPID bij het paard PPID, EEN VEELVOORKOMENDE AANDOENING IN DE PRAKTIJK PPID (Pituitary Pars Intermedia Dysfunction) wordt over het

Nadere informatie

Patiënteninformatie primair hyperaldosteronisme

Patiënteninformatie primair hyperaldosteronisme Patiënteninformatie primair hyperaldosteronisme Patiëntenversie primair hyperaldosteronisme bij de kwaliteitsstandaard bijnieraandoeningen voor patiënten en hun naasten Logo: Colofon Uitgave: Stichting

Nadere informatie

Traumatisch hersenletsel: Dr. Gerard M Ribbers Rijndam revalidatiecentrum & Erasmus MC Rotterdam

Traumatisch hersenletsel: Dr. Gerard M Ribbers Rijndam revalidatiecentrum & Erasmus MC Rotterdam Traumatisch hersenletsel: een chronische aandoening Dr. Gerard M Ribbers Rijndam revalidatiecentrum & Erasmus MC Rotterdam Phineas P Gage THL IS GEEN INCIDENT MAAR EEN CHRONISCHE AANDOENING de verborgen

Nadere informatie

3.1. DIAGNOSTIEK BIJ EEN NEONAAT MET AMBIGUE GENITALIA

3.1. DIAGNOSTIEK BIJ EEN NEONAAT MET AMBIGUE GENITALIA 3. DIAGNOSTIEK BIJ VERDENKING OP AGS Indicatie Diagnostiek naar AGS kan geindiceerd zijn in 3 situaties: 1. Een neonaat met ambigue genitalia 2. Afwijkende neonatale screeningsuitslag voor AGS 3. Potentiële

Nadere informatie

lezing 21 februari 2019 PPID vroeger: ziekte van Cushing

lezing 21 februari 2019 PPID vroeger: ziekte van Cushing lezing 21 februari 2019 PPID vroeger: ziekte van Cushing Agenda PPID Voorstellen Hoe wordt mijn paard leuk oud? PPID Wat lijkt erop en is er een verband?? (E.M.S.) Vragen? Pauze In levende lijve Gepco

Nadere informatie

The clinical efficacy of chest computed tomography in trauma patients

The clinical efficacy of chest computed tomography in trauma patients Monique Brink AP CT TRACT-studie UMC anterior-posterior computed tomography TRauma CT-studie Universitair Medisch Centrum The clinical efficacy of chest computed tomography in trauma patients Dat multidetector

Nadere informatie

Verwisseling dexamfetamine en dexamethason door lees- en klankgelijkenis

Verwisseling dexamfetamine en dexamethason door lees- en klankgelijkenis Klinische les Verwisseling dexamfetamine en dexamethason door lees- en klankgelijkenis Chris J.C. Hoppenbrouwers, Gabrielle C.A.H.C.M. Mooren, Joris van den Heuvel, Moniek E. Op de Coul en Paul A.P.S.

Nadere informatie

Antiinflammatoire effecten van Glucocorticoiden Rhen et al. N Engl J Med 2005;353:

Antiinflammatoire effecten van Glucocorticoiden Rhen et al. N Engl J Med 2005;353: Antiinflammatoire effecten van Glucocorticoiden Rhen et al. N Engl J Med 2005;353:1711-23 Pleiotrope werking van glucocorticoïden Gc-R heeft een effect op verschillende pathways Gc hebben op alle systemen

Nadere informatie

CHAPTER. Samenvatting 10.

CHAPTER. Samenvatting 10. CHAPTER Samenvatting. Chapter Samenvatting Dit proefschrift behandelt verschillende aspecten van bijnierdysfunctie bij de IC-patiënt (critical illness related corticosteroid insufficiency, CIRCI). In het

Nadere informatie

124 Dit proefschrift gaat over de oorzaken van vroeg folliculair verhoogde FSHspiegels bij vrouwen met een regelmatige cyclus. In de Introductie (hoof

124 Dit proefschrift gaat over de oorzaken van vroeg folliculair verhoogde FSHspiegels bij vrouwen met een regelmatige cyclus. In de Introductie (hoof Samenvatting 124 Dit proefschrift gaat over de oorzaken van vroeg folliculair verhoogde FSHspiegels bij vrouwen met een regelmatige cyclus. In de Introductie (hoofdstuk 1) wordt de reproductieve veroudering

Nadere informatie

SUMMARY. Samenvatting

SUMMARY. Samenvatting SUMMARY Samenvatting 165 166 SAMENVATTING Overgewicht en obesitas bij kinderen is een steeds groter wordend probleem. Eén van de gevolgen ervan is het ontstaan van hypertensie (een te hoge bloeddruk).

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Cortisol dagritmetest

PATIËNTEN INFORMATIE. Cortisol dagritmetest PATIËNTEN INFORMATIE Cortisol dagritmetest Uw arts heeft met u besproken dat er een cortisol dagritmetest bij u gedaan gaat worden. Door middel van deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren

Nadere informatie

Een kijkje achter de buizen. Judith Emmen klinisch chemicus

Een kijkje achter de buizen. Judith Emmen klinisch chemicus Een kijkje achter de buizen Judith Emmen klinisch chemicus Kwaliteitsstandaard Bijnieraandoeningen Kwaliteitsstandaard: module diagnostiek Diagnostiek van bijnieraandoeningen Het meten van hormoonconcentraties

Nadere informatie

Bepaling van metanefrinen. plasma of urine? UMCG laboratoriumgeneeskunde. Catecholamine producerende tumoren (PPGL) Symptomen catecholamine overmaat

Bepaling van metanefrinen. plasma of urine? UMCG laboratoriumgeneeskunde. Catecholamine producerende tumoren (PPGL) Symptomen catecholamine overmaat Bepaling van metanefrinen plasma of urine? Helma de Jong Klinisch Chemicus 10 december 2014 Catecholamine producerende tumoren (PPGL) Bijniermergtumoren: 50% Noradrenaline (NA) en adrenaline (A) 50% Noradrenaline

Nadere informatie

Transsfenoïdale resectie van hypofyseadenomen: langetermijnresultaten van het Leids Universitair Medisch Centrum

Transsfenoïdale resectie van hypofyseadenomen: langetermijnresultaten van het Leids Universitair Medisch Centrum oorspronkelijke stukken Transsfenoïdale resectie van hypofyseadenomen: langetermijnresultaten van het Leids Universitair Medisch Centrum N.R.Biermasz, O.M.Dekkers, J.Voormolen, R.J.W.de Keizer, K.J.Neelis,

Nadere informatie

Samenvatting / Summary in Dutch

Samenvatting / Summary in Dutch Samenvatting / Summary in Dutch De hypothalamus-hypofyse-bijnier-as (ook hypothalamuspituitary-adrenal axis of hpa-as) bestaat uit verschillende endocriene klieren, die elkaar via hormonen stimuleren en

Nadere informatie

hoofdstuk twee hoofdstuk drie

hoofdstuk twee hoofdstuk drie DUTCH SUMMARY In de geneeskunde wordt gebruik gemaakt van biologische parameters voor het meten van pathosfysiologische processen in het lichaam, zogenaamde biomarkers. Voorbeelden hiervan zijn bloeddrukmetingen,

Nadere informatie

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation:

Cover Page. The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: Cover Page The following handle holds various files of this Leiden University dissertation: http://hdl.handle.net/1887/61127 Author: Hulle, T. van der Title: The diagnostic and therapeutic management of

Nadere informatie

19 NOVEMBER 2011-19 NOVEMBRE 2011

19 NOVEMBER 2011-19 NOVEMBRE 2011 BELGIAN EQUINE PRACTITIONERS SOCIETY (BEPS) XXVIIIde XXVIIIème 19 NOVEMBER 2011-19 NOVEMBRE 2011 Met de medewerking van Avec la collaboration de Auditorium Auditoire Onderwijs & Navorsing 1 Onderwijs &

Nadere informatie

Adrenocorticosteroids

Adrenocorticosteroids Adrenocorticosteroids ADRENOCORTICOSTEROIDS Hypothalamic-pituitary-adrenal axis CRF בקרת משק המים והמלח מטבוליזם נורמלי ותגובה לסטרס Adrenaline Noradrenaline Adrenocorticosteroids Adrenal corticosteroids

Nadere informatie

Dexamethason - corticosteroïden in de palliatieve zorg - M.M.P.M. Jansen, ziekenhuisapotheker klinisch farmacoloog Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis

Dexamethason - corticosteroïden in de palliatieve zorg - M.M.P.M. Jansen, ziekenhuisapotheker klinisch farmacoloog Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis Dexamethason - corticosteroïden in de palliatieve zorg - M.M.P.M. Jansen, ziekenhuisapotheker klinisch farmacoloog Elisabeth Tweesteden Ziekenhuis Corticosteroïden Veel voorgeschreven in palliatieve fase

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 080237 Henneman boek.indb 171 03-11-2008 10:57:48 172 Samenvatting en conclusies In de algemene introductie van dit proefschrift worden de verschillende niet-invasieve technieken

Nadere informatie

Ischemiedetectie op maat, maar garantie tot aan de deur? Alkmaarse specialiteiten 1 december 2017 Vlado Brizar

Ischemiedetectie op maat, maar garantie tot aan de deur? Alkmaarse specialiteiten 1 december 2017 Vlado Brizar Ischemiedetectie op maat, maar garantie tot aan de deur? Alkmaarse specialiteiten 1 december 2017 Vlado Brizar Positief voorspellende waarde?! Inleiding Klachten bij coronairlijden symptoom > diagnose

Nadere informatie

Anatomie / fysiologie

Anatomie / fysiologie Anatomie / fysiologie Regulatie Hormoonstelsel 1 FHV2009 / Cxx55 9+10 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 1 1 FHV2009 / Cxx55 9+10 / Anatomie & Fysiologie - Hormoonstelsel 1 2 Hormonen Homaein (Gr)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Appendices NEDERLANDSE SAMENVATTING Inleiding Het polycysteus ovarium syndroom (PCOS), letterlijk het vele cysten in de eierstok - syndroom komt relatief vaak voor. Van alle vrouwen blijkt 5 tot 16% PCOS

Nadere informatie

Wat is primair hyperaldosteronisme? water- en zouthuishouding verhoogde bloeddruk en een laag gehalte aan kalium.

Wat is primair hyperaldosteronisme? water- en zouthuishouding verhoogde bloeddruk en een laag gehalte aan kalium. bijniernet Bijniernet Wat is primair hyperaldosteronisme? water- en zouthuishouding verhoogde bloeddruk en een laag gehalte aan kalium. Klachten PHA De meest voorkomende klachten en verschijnselen bij

Nadere informatie

Endocriene heelkunde Bijnier en pancreas

Endocriene heelkunde Bijnier en pancreas Endocriene heelkunde Bijnier en pancreas Postgraduaat onderwijs 22-3-2019 Dr Schoneveld Abdominale heelkunde Endocriene heelkunde 2 Bijnier anatomie 3 Bijnier anatomie Arterieel a.suprarenalis Superior

Nadere informatie

Scanmethoden bij neuro-endocriene tumoren en behandeling met PRRT

Scanmethoden bij neuro-endocriene tumoren en behandeling met PRRT Scanmethoden bij neuro-endocriene tumoren en behandeling met PRRT Presentatie van dr. Jaap Teunissen, nucleair geneeskundige Erasmus MC Informatiedag over NET van Stichting NET-groep op 21 april 2012 Thema

Nadere informatie

SCHILDKLIER. Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels. OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove

SCHILDKLIER. Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels. OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove SCHILDKLIER Dr. Frank Nobels Apr. Biol. Lieve Van Hoovels OLVZiekenhuis Aalst-Asse-Ninove INLEIDING INLEIDING TSH werkt via feedback van T4 en T3 op de hypofyse reflecteert zo wat hypofyse als abnormaal

Nadere informatie

Hvperadrenocorticisme (syndroom van Cushing)

Hvperadrenocorticisme (syndroom van Cushing) Hvperadrenocorticisme (syndroom van Cushing) Definitie. Onder het syndroom Cushing verstaat men de klinische en biochemische verschijnselen ten gevolge van een chronische corticosteroïdovermaat. Oorzaak.

Nadere informatie

AKL mededelingen 2009-25

AKL mededelingen 2009-25 AKL mededelingen 2009-25 AKL mededelingen: ook vindbaar op Internet (Algemeen) Behalve op het Intranet van het Elkerliek ziekenhuis zijn alle AKL mededelingen ook vindbaar op Internet. Kies hiervoor op

Nadere informatie

Bijnierpathologie: wie, wanneer en hoe screenen? Histologie en hormonen van de bijnier 25/04/2019. Christophe De Block

Bijnierpathologie: wie, wanneer en hoe screenen? Histologie en hormonen van de bijnier 25/04/2019. Christophe De Block Bijnierpathologie: wie, wanneer en hoe screenen? Christophe De Block Domus Medica 2019 Histologie en hormonen van de bijnier mineralocorticoïden glucocorticoïden androgenen catecholamines adrenaline 80%

Nadere informatie

Beeldvorming in Multipel Myeloom en Ziekte van Waldenström. E. De Smet, P. Van Dyck, J. Gielen, K. Verstraeten

Beeldvorming in Multipel Myeloom en Ziekte van Waldenström. E. De Smet, P. Van Dyck, J. Gielen, K. Verstraeten Beeldvorming in Multipel Myeloom en Ziekte van Waldenström E. De Smet, P. Van Dyck, J. Gielen, K. Verstraeten Disclamer Letsels Screening/staging Opvolging Toekomst Conclusie Letsels Screening/staging

Nadere informatie

longcarcinoom: stadiëring en behandeling

longcarcinoom: stadiëring en behandeling Hoe actueel is de CBO richtlijn? Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Prof. dr. Harry J.M. Groen UMCG Groningen Wat moet er veranderen? TBNA? Plaats van EUS-FNA? Plaats van EBUS-FNA?

Nadere informatie

Achtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium

Achtergrond. capitatum lunatum. trapezoideum. duim scafoïd. pink. trapezium Chapter 11 Samenvatting Achtergrond Het scafoïd (scaphoideum) is een van de 8 handwortelbeenderen en vormt de belangrijkste schakel tussen de hand en pols (Figuur 11.1). Scafoïdfracturen komen veel voor

Nadere informatie

DIAGNOSTIEK. Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum

DIAGNOSTIEK. Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum DIAGNOSTIEK Hans Reitsma, arts-epidemioloog Afd. Klinische Epidemiologie, Biostatistiek & Bioinformatica Academisch Medisch Centrum Test Evaluatie Meer aandacht voor de evaluatie van testen Snelle groei

Nadere informatie

Pituitary pars intermedia. dysfunction. Opbouw presentatie. Cushing bij het paard. Prevalentie Cushing bij het paard. Cushing bij het paard 12/6/2012

Pituitary pars intermedia. dysfunction. Opbouw presentatie. Cushing bij het paard. Prevalentie Cushing bij het paard. Cushing bij het paard 12/6/2012 Opbouw presentatie Introductie Pituitary pars intermedia Ellen de Graaf-Roelfsema dysfunction Anatomie Pathofysiologie Conclusie Donkey Sanctuary Sidmouth UK Prevalentie Cushing bij het paard 21-22% van

Nadere informatie

in b lo e d. C o rtiso l w o rd t g e p ro d u c e e rd in d e b ijn ie re n, tw e e k le in e o rg a a n tje s d ie

in b lo e d. C o rtiso l w o rd t g e p ro d u c e e rd in d e b ijn ie re n, tw e e k le in e o rg a a n tje s d ie Samenvatting S a m e n v a ttin g SAMENVATTING H e t s y n d r o o m v a n C u s h in g : Hormonale ritme s, vaststellen van de diagnose, complicaties en behandelingsresultaten H e t sy n d ro o m v a

Nadere informatie

AD Vroegtijdige diagnostiek en Immunotherapie. F. Vanhee Neurologie AZG

AD Vroegtijdige diagnostiek en Immunotherapie. F. Vanhee Neurologie AZG AD Vroegtijdige diagnostiek en Immunotherapie F. Vanhee Neurologie AZG Epidemiologie Geschat aantal dementerenden 1990:90.000 2010: 170.000 2030: 230.000 Epidemiologie 3 4 5 Economics 6 Neuropathologie

Nadere informatie

Beoordeling SKML QC voor steroïden

Beoordeling SKML QC voor steroïden Beoordeling SKML QC voor steroïden Jacquelien Hillebrand Laboratorium Endocrinologie AMC Amsterdam 9-- Externe QC laboratorium bepalingen Inzicht of de meetresultaten overeenkomen met laboratoria die dezelfde

Nadere informatie

Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde

Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde Vereniging voor Ziekenhuisgeneeskunde SHELLEY METSELAAR AIOS SOZG Achtergrond Incidentie - 5-11 per 1000 per jaar 1 Diagnose - Combinatie kliniek, lab, X-thorax Sensitiviteit X-thorax 2 - Pneumonie +/-

Nadere informatie

Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose. Omschrijving

Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose. Omschrijving Omschrijving Oorzaken Verschijnselen Diagnose Therapie Prognose Omschrijving Onvruchtbaarheid is het onvermogen om drachtig te worden. Onvruchtbaarheid bij vrouwelijke honden (teven) en katten (poezen)

Nadere informatie

2. KOSTENEFFECTIVITEIT PET/CT IN STADIUM III/IV PATIËNTEN (met behulp van scenario analyses)

2. KOSTENEFFECTIVITEIT PET/CT IN STADIUM III/IV PATIËNTEN (met behulp van scenario analyses) 411 412 413 414 415 416 417 418 419 420 421 422 423 424 425 426 427 428 429 430 431 432 433 434 435 436 437 438 439 440 441 442 443 444 445 446 447 448 449 450 451 452 453 454 455 456 457 458 459 2. KOSTENEFFECTIVITEIT

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 99 Nederlandse Samenvatting Depressie is een veel voorkomend en ernstige psychiatrisch ziektebeeld. Depressie komt zowel bij ouderen als bij jong volwassenen voor. Ouderen en jongere

Nadere informatie

Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015

Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 Richtlijn screening op diabetes type 2 goedgekeurd door ALV op 17 september 2015 VSG2267-1 - Goedgekeurd door ALV op 17-09-2015 Inhoudsopgave Inleiding 3 Algemeen 3 Meting en nauwkeurigheid 3 Interpretatie

Nadere informatie

12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS

12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS 12. PERINATAAL BELEID BIJ VERHOOGD RISICO OP AGS 1. Prenatale diagnostiek en behandeling met DXM Indicatie: Echtparen, die beiden drager zijn van een mutatie van de klassieke vorm van AGS. Als een van

Nadere informatie

16024 GHRH SPC SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN

16024 GHRH SPC SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN 1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL GHRH Ferring 2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Een ampul poeder voor injectievloeistof bevat 66,7 µg somatorelineacetaat,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33063 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Tan, Melanie Title: Clinical aspects of recurrent venous thromboembolism Issue

Nadere informatie

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie

ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen

Nadere informatie

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid

S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid. S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Drs. Maud De Venter Drs. Jela Illegems Prof. dr. Filip Van Den Eede S1: Chronische vermoeidheid: onderzoek naar kwetsbaarheid Inleiding Filip Van

Nadere informatie

List of publi cations

List of publi cations 13 List of publi cations Publications 215 1. Hoftijzer HC, Kapiteijn E, Schneider T, Hovens GC, Morreau H, Gelderblom H, Smit JW. Tyrosine kinase inhibitors in differentiated thyroid carcinoma: review

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De afgelopen jaren heeft de ontwikkeling van vele nieuwe geneesmiddelen de behandelmogelijkheden voor patiënten met kanker aanzienlijk uitgebreid. Het grote aantal beschikbare

Nadere informatie

Thyreoglobuline, een update. Onderwerpen die aan bod komen. Thyreoglobuline - Fysiologie

Thyreoglobuline, een update. Onderwerpen die aan bod komen. Thyreoglobuline - Fysiologie Thyreoglobuline, een update Yolanda de Rijke, PhD klinisch chemicus-endocrinoloog, Erasmus MC y.derijke@erasmusmc.nl Onderwerpen die aan bod komen (Patho)Fysiologie Toepassingsgebied thyreoglobuline Pitfalls:

Nadere informatie

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln

Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer

Nadere informatie

Mamma diagnostiek: Een paar dilemma s in de spreekkamer

Mamma diagnostiek: Een paar dilemma s in de spreekkamer Mamma diagnostiek: Een paar dilemma s in de spreekkamer Hier gaat het om u. J. Journee / E. Bakker Een paar dilemma s in de spreekkamer Dense mammae, wat moet/kun je daar mee? Is een MRI niet beter? Mamma

Nadere informatie