Primaire solide tumoren van het mediastinum
|
|
- Anja van Doorn
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Primaire solide tumoren van het mediastinum Auteurs Trefwoorden J.W. Wilmink en G. Giaccone mediastinum, thymoom, kiemceltumor, neurogene tumor. Samenvatting Mediastinale tumoren worden vaak per toeval ontdekt op conventionele röntgenfoto s. De meest voorkomende primaire solide tumoren van het voorste mediastinum zijn thymomen en kiemceltumoren. Frequent voorkomende tumoren van het achterste mediastinum zijn neurogene tumoren. De diagnostiek van mediastinale tumoren bestaat uit laboratoriumonderzoek, inclusief de bepaling van de concentratie alphafoetoproteïne en bèta-humaan choriongonadotrofine, een CT-scan of een MRI-scan van de thorax en een histologisch biopt of cytologische punctie. Patiënten met een mediastinale massa zullen vaak chirurgische resectie ondergaan, behalve als er aanwijzingen zijn voor lymfadenopathie of een kiemceltumor. (Ned Tijdschr Oncol 2004;1(6): ) Inleiding Het mediastinum, reikend van de bovenste thoraxapertuur tot het diafragma, bevat talrijke vitale organen waaronder het hart, de grote vaten, de oesophagus, zenuwen en de pulmonale hilus. Diagnostiek van primaire solide mediastinale tumoren is moeilijk. Niet alleen omdat er veel verschillende soorten tumoren kunnen ontstaan in het mediastinum, maar ook omdat mediastinale tumoren relatief zeldzaam zijn en er dientengevolge weinig ervaring mee is. Ook voor de patholoog is de diagnose vaak moeilijk te stellen, aangezien veel tumoren, gelokaliseerd in het mediastinum, ongedifferentieerd zijn en overlappende histologische kenmerken laten zien. Anatomie Het mediastinum bestaat uit drie componenten. Het voorste, middelste en achterste mediastinum. In het voorste mediastinum zijn onder andere de thymus, de extrapericardiale aorta en lymfeweefsel gelokaliseerd. In het middelste mediastinum zijn het hart, de trachea, lymfeweefsel en pulmonale vaten de belangrijkste structuren. Zenuwen, de ductus thoracicus en de oesophagus zijn onderdeel van het achterste mediastinum (Figuur 1, op pagina 222). De differentiële diagnose van mediastinale tumoren is onder andere afhankelijk van het anatomische compartiment waarin de tumor zich bevindt, alhoewel er wel enige overlap is. Ongeveer 90% van de tumoren uitgaande van de schildklier en de thymus zijn gelokaliseerd in het voorste mediastinum, 80% van de neurogene tumoren komen voor in het achterste mediastinum en 50% van de mediastinale lymfomen zijn gelokaliseerd in het middelste mediastinum. Er zijn echter uitzonderingen, waarbij tumoren ook buiten hun oorspronggebied groeien. Incidentie Bij volwassen patiënten zijn de meest frequent voorkomende solide tumoren: thymomen, kiemceltumoren en neurogene tumoren. Tumoren in het voorste mediastinum zijn vaker maligne in vergelijking met tumoren uitgaande van het middelste en/of achterste mediastinum, in respectievelijk 59%, 29% en 16% van de gevallen. 1 Diagnostiek Ongeveer 50% van de patiënten met mediastinale tumoren zijn asymptomatisch bij presentatie en worden per toeval ontdekt op een conventionele röntgenfoto van de thorax. De andere helft van de patiënten heeft klachten bij presentatie, waaronder recidiverende longinfecties of hemoptöe ten gevolge van luchtwegcompressie, dysfagie ten gevolge van N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E NR
2 Tabel 1. Paraneoplastische syndromen geassocieerd met thymomen. 3 Auto-immuun systemische lupus erythematosus polymyositis myocarditis Sjögren-syndroom ulceratieve colitis thyreoïditis van Hashimoto reumatoïde artritis sarcoïdose sclerodermie Endrocrien ziekte van Addison hyperthyreoïdie hyperparathyreoïdie panhypopituïtarisme Hematologisch pure red cell aplasia hypogammaglobulinemie T-celdeficiëntiesyndroom pancytopenie erythrocytosis megakaryocytopenie Neuromusculaire syndromen myasthenia gravis syndroom van Eaton-Lambert myotonische dystrofie compressie van de oesophagus, heesheid als uiting van schade aan de nervus laryngeus recurrens of een vena cava superior syndroom als gevolg van betrokkenheid van de vena cava superior. Ook kunnen symptomen optreden die verband houden met de onderliggende tumor, zoals myasthenia gravis dat kan optreden als een paraneoplastisch verschijnsel bij thymomen (zie verderop in dit artikel). Op een anterieure/posterieure en laterale thoraxfoto kan de lokalisatie en uitgebreidheid van een mediastinale tumor worden vastgesteld. Een CT-scan is meestal geïndiceerd als er een afwijking op een conventionele röntgenfoto is gezien. Als aanvulling kan de exacte lokalisatie worden vastgesteld. Met behulp van een CT-scan kan tevens, als differentiaal diagnosticum, de densiteit van de tumor (cysteus/weke delen/vasculair) worden bepaald. Tot slot kan naar de relatie met omliggende structuren worden gekeken. Een MRI-scan is van nut om de intraspinale uitbreiding van neurogene tumoren vast te stellen. Tumoren uitgaande van de thymus: thymomen/thymuscarcinomen Thymomen zijn de meest frequent voorkomende tumoren uitgaande van de thymus. Thymomen zijn in essentie benigne tumoren. Het maligne gedrag van deze tumoren wordt niet alleen bepaald door histologische criteria, maar is vooral afhankelijk van de invasiviteit. Twintig procent van de mediastinale tumoren zijn thymomen. De incidentie is 0,13 gevallen per Thymomen ontstaan meestal tussen het veertigste en zestigste levensjaar. De man-vrouwratio is gelijk. Ongeveer eenderde deel van de patiënten heeft lokale symptomen (zie hiervoor) bij presentatie. Eenderde van de patiënten wordt ontdekt tijdens de evaluatie van myasthenia gravis, aangezien thymomen gepaard kunnen gaan met paraneoplastische syndromen (Tabel 1). 3 Dit in tegenstelling tot thymuscarcinomen, die zeer zeldzaam zijn en over het algemeen niet geassocieerd zijn met paraneoplastische syndromen. Bovendien zijn thymuscarcinomen in minder dan 10% van de gevallen asymptomatisch bij presentatie. De etiologie van thymomen wordt niet goed begrepen, maar er zou mogelijk een associatie zijn met het Epstein-Barr-virus. 2 Van de genetische achtergrond is tot dusver weinig bekend. Recent is er wel een studie gepubliceerd die aantoont dat verschillende typen thymomen geassocieerd zijn met verschillende chromosomale afwijkingen. 4 Pathologie Thymomen zijn samengesteld uit neoplastische epitheliale cellen en niet-neoplastische lymfoïde cellen. Afhankelijk van het aandeel van de verschillende celtypen worden de tumoren geclassificeerd als hoofdzakelijk epitheliaal, lymfoïd of gemengd. Er zijn verschillende histologische classificatieschema s van thymomen. In 1999 heeft de World Health Organization (WHO) een overeenstemming bereikt over de classificatie van thymomen, gebaseerd op de morfologie van epitheliale cellen en lymfoïde cellen en hun ratio (Tabel 2). 5 De stagering van tumoren is een van de belangrijkste prognostische factoren, maar de verschillende histo- 218 NR N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E
3 Tabel 2. Classificatie thymomen. WHO-type A AB B1 B2 B3 C Histologische classificatie medullair thymoom gemengd thymoom voornamelijk corticaal thymoom corticaal thymoom goed gedifferentieerd thymuscarcinoom thymuscarcinoom plaveiselcelcarcinoom sarcomateus carcinoom lymfo-epitheliaal carcinoom heldercellig carcinoom ongedifferentieerd carcinoom basaloid carcinoom muco-epidermoïdcarcinoom epidermaal niet-verhoornend carcinoom WHO= World Health Organization logische subclassificaties zijn ook van belang. Terwijl type A en AB over het algemeen een benigne klinisch beloop volgen, zijn de typen B1-3 gematigd maligne. Thymuscarcinomen hebben meestal een ernstig maligne beloop. Stagering De stagering van thymomen is gebaseerd op klinisch pathologische criteria, vooral het voorkomen van invasieve groei (Tabel 3, op pagina 220). Net als voor de pathologische classificatie zijn er verschillende classificatiesystemen voor de stagering. De stagering volgens het Masaoka-systeem correleert met een 5- jaarsoverleving variërend van minder dan 50% voor stadium IV tot bijna 100% voor stadium I. 5 Behandeling Alle patiënten die een potentieel resectabele tumor hebben, moeten een operatieve exploratie ondergaan met resectie van het thymoom. De aangewezen chirurgische benadering is een mediane sternotomie. Na operatie zal bij minder dan 2% van de patiënten met een goed ingekapselde tumor een recidief ontstaan. Thymomen zijn matig radiosensitief. De rol van adjuvante radiotherapie moet beperkt blijven tot radicaal verwijderde invasieve tumoren, aangezien de kans op lokaal recidief 28% bedraagt in vergelijking tot 5% na adjuvante radiotherapie. 6 De aanbevolen dosis radiotherapie is 40 tot 50 Gy. Ook is er een overlevingsvoordeel van radiotherapie aangetoond voor tumoren die macroscopisch niet radicaal gereseceerd kunnen worden. In deze groep patiënten kan in 50 tot 80% van de gevallen lokale controle bereikt worden met postoperatieve radiotherapie in een dosering tot 60 Gy. 7 Aangezien thymomen niet erg frequent voorkomende tumoren zijn, is er weinig beschikbare literatuur over de chemotherapeutische behandeling ervan. Tot nu toe zijn er geen gerandomiseerde studies verschenen die verschillende chemotherapeutische regimes vergelijken. Als monotherapie zijn cisplatine en ifosfamide effectieve middelen, maar gecombineerde behandelingen laten over het algemeen een betere respons zien. Er zijn verschillende chemotherapeutische schema s onderzocht, waarbij de cisplatinebevattende schema s het meest actief zijn gebleken met een responspercentage variërend van 50 tot 80%. 8,9,10 Chemotherapeutische behandeling kan worden toegepast bij gemetastaseerde ziekte, maar ook bij lokaal recidief na chirurgie en/of radiotherapie is er kans op een respons. De effectiviteit van de verschillende chemotherapeutische regimes varieert, met responspercentages van 20 tot 90% en een mediane overleving tot 3,2 jaar. Tegenwoordig wordt chemotherapie ook N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E NR
4 Tabel 3. Masaoka s klinische stagering van thymomen. 2 Stadium I Stadium II Stadium III Stadium IVa Stadium IVb macroscopisch ingekapseld en microscopisch geen kapselinvasie macroscopische invasie in omliggend vet of mediastinale pleura, of microscopische invasie in het kapsel macroscopische invasie in naburige organen, zoals pericard, grote vaten en longen pleurale en/of pericardiale uitbreiding lymfogene en/of hematogene metastasen als neoadjuvante behandeling gebruikt bij inoperabele tumoren, om de grootte van de tumor terug te dringen, zodat deze operabel wordt. Kiemceltumoren Ongeveer 10 tot 15% van de mediastinale tumoren zijn kiemceltumoren. De kiemceltumor is daarmee de tweede meest voorkomende solide tumor van het mediastinum. Het overgrote deel (80%) van deze tumoren is benigne. Net als thymomen zijn kiemceltumoren meestal gelokaliseerd in het voorste mediastinum. Deze tumoren worden vooral gezien bij jonge mannen rond het dertigste levensjaar. Alleen de benigne teratomen worden vaker bij vrouwen gezien. De klinische presentatie is afhankelijk van de grootte van de tumor. De symptomen zijn het gevolg van de druk die de tumor op de nabijgelegen organen uitoefent. De benigne tumoren zijn vaak asymptomatisch bij presentatie, dit in tegenstelling tot de maligne tumoren, die slechts in 10% van de gevallen asymptomatisch zijn bij presentatie. Of deze tumoren nu ontstaan zijn uit kiemcellen die tijdens de embryogenese niet gemigreerd zijn naar de gonaden, of dat ze ontstaan zijn uit primordiale cellen van de thymus is nog niet opgehelderd. Pathologie/diagnostiek Van kiemceltumoren primair gelokaliseerd in het mediastinum en kiemceltumoren die ontstaan in de ovaria of testikels is de histologie hetzelfde. Daarnaast kunnen kiemceltumoren ook primair in het retroperitoneum voorkomen. De genetische afwijking, die bij zowel de gonadale als de extragonadale kiemceltumoren kan worden gevonden is het isochromosoom i(12p). 11 Alleen het biologische karakter is verschillend, ten gevolge van de specifieke anatomische lokalisatie van deze tumoren. De classificatie van kiemceltumoren is gebaseerd op het celtype. De meest gebruikte classificatie verdeelt de tumoren in benigne teratomen, seminomen en maligne teratomen, ook wel niet-seminomateuze kiemceltumoren genoemd. De diagnostiek van extragonadale kiemceltumoren bestaat niet alleen uit radiologisch onderzoek (röntgenfoto van de thorax en CT-scan van de thorax). Ook nauwkeurig onderzoek van de testikels is noodzakelijk om metastasen van een primair gonadale tumor uit te sluiten. Verder is het meten van tumormarkers in het bloed van belang, waarbij de concentratie bèta-humaan choriongonadotrofine (βhcg), het alpha-foetoproteïne (αfp) en het lactaatdehydrogenase (LDH) vooral verhoogd zijn bij de maligne mediastinale kiemceltumoren. Alleen het βhcg kan ook licht verhoogd zijn bij het extragonadale seminoom. Benigne teratoom Deze benigne tumor is de meest frequent voorkomende kiemceltumor. Bij histologisch onderzoek bevat de tumor goed gedifferentieerde elementen van ten minste twee van de drie kiemlagen. Complete chirurgische resectie is de behandeling van keuze, aangezien in 25% van de gevallen maligne degeneratie kan optreden. Na complete resectie zal in de meeste gevallen geen recidief optreden, hetgeen ook in een studie uitgevoerd door de Mayo Clinic in Amerika, is aangetoond. 12 Het enige risico hierbij is de perioperatieve morbiditeit en mortaliteit. Extragonadaal seminoom Van de maligne mediastinale kiemceltumoren is 25 tot 50% een seminoom. Seminomen zijn vaker symptomatisch in vergelijking met het benigne teratoom, waarbij substernale pijn het meest voorkomende symptoom is. Het βhcg-gehalte is in ongeveer 10% van de gevallen verhoogd, hetgeen een duidelijk verschil is met het niet-seminoom, waarbij deze 220 NR N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E
5 Tabel 4. Classificatie neurogene tumoren. Origine Benigne tumoren Maligne tumoren zenuwschede schwannoom/neurilemmoom maligne tumoren van de neurofibroom perifere zenuwschede sympatische ganglioncellen ganglioneuroom neuroblastoom ganglioneuroblastoom parasympatische ganglioncellen feochromocytoom tumormarker in meer dan 80% van de gevallen verhoogd is. Het αfp is nooit verhoogd. Pure seminomen zijn zeer radiosensitief. Voor tumoren beperkt tot de thorax, is radiotherapie de behandeling van keuze, in een dosis van 35 tot 50 Gy op het mediastinum, de nek en de supraclaviculaire regio. De kans op curatie varieert van 40 tot 96%. 13 Voor patiënten met lokaal uitgebreide of gemetastaseerde ziekte, of patiënten met seminomen met embryonale componenten, is de prognose minder gunstig. Cisplatinebevattende chemotherapie is hierbij de eerstelijnsbehandeling, wel of niet gevolgd door radiotherapie, waarbij de langetermijnoverleving ongeveer 60% is. 14 Een recent gepubliceerde studie laat gunstige resultaten zien van een analyse van patiënten met een mediastinaal seminoom die primair behandeld werden met chemotherapie. De totale respons was 92% en de totale overleving na 5 jaar bedroeg 88%. Van de patiënten die een chirurgische resectie ondergingen na inductiechemotherapie, werd maar bij twee patiënten vitaal tumorweefsel aangetroffen. 15 Maligne teratoom Het maligne teratoom, ofwel de niet-seminomateuze kiemceltumor is een zeldzame tumor en komt met name voor bij jonge mannen. Van de mediastinale kiemceltumoren is dit de tumor met de slechtste prognose. Histologisch kan deze tumor onderverdeeld worden in een dooierzaktumor, een chorioncarcinoom en een embryonaal carcinoom. Deze tumorsoorten kunnen echter ook gemengd voorkomen. Het maligne teratoom is een snel groeiende tumor en in 85 tot 95% van de gevallen zijn er reeds metastasen aanwezig bij presentatie. Deze tumoren zijn in ongeveer 20% van de gevallen geassocieerd met het Klinefelter Jr.-syndroom, maar ook hematologische afwijkingen zoals trombocytopenie kunnen voorkomen bij deze tumoren. 16 De laatste twee decennia zijn er verschillende studies gepubliceerd, waaruit de effectiviteit van cisplatinebevattende chemotherapie voor de behandeling van het maligne teratoom is gebleken. Retrospectieve studies laten zien dat sinds de introductie van cisplatine het totale overlevinspercentage van 3 naar 30% is gestegen. 17 Er zijn inmiddels ook enkele prospectieve studies gepubliceerd die laten zien dat na neoadjuvante chemotherapie, gevolgd door chirurgie, in 50 tot 70% van de gevallen een complete remissie bereikt kan worden. 18 Ongeveer 50% van deze patiënten hebben een langdurige overleving, waarbij de stagering een belangrijke prognostische factor is. Momenteel is cisplatinebevattende chemotherapie dan ook de standaardbehandeling, wel of niet in combinatie met chirurgie van de resterende tumormassa. Ook zijn patiënten met hoge dosis chemotherapie behandeld in combinatie met beenmergtransplantatie, gevolgd door resectie van de resterende tumor. Deze combinatietherapie liet een absoluut overlevingsvoordeel zien van 15 tot 20% bij patiënten met een slechte prognose. 19 Dit waren echter kleine groepen patiënten. Om een zeker verschil aan te tonen tussen een hoge dosis en standaard chemotherapeutische behandeling zijn gerandomiseerde studies noodzakelijk. Patiënten met recidiefziekte van een maligne teratoom hebben een nog slechtere prognose. Dit in tegenstelling tot patiënten met gonadale niet-seminomateuze kiemceltumoren, waarbij tweedelijns chemotherapie nog kans op curatie biedt. Afhankelijk van de prognostische factoren en de gebruikte chemotherapeutische regimes, wordt er bij 20 tot 50% van de patiënten met recidiefziekte genezing bereikt. De kans op lange ziektevrije overleving in de groep patiënten met extragonadale tumoren is daarentegen minder dan 10%. 20 Ook hoge dosis chemotherapie laat geen verbeterde uitkomst zien. Neurogene tumoren Neurogene tumoren ontstaan meestal in het posterieure mediastinum uit perifere mediastinale zenuwen, sympatische en (zeldzaam) de parasympathische N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E NR
6 1 Figuur 1. De afbeelding toont het mediastinum, dat onder te verdelen is in drie componenten. Hierin komen verschillende tumortypen voor: 1) voorste mediastinum: thymomen, kiemceltumoren, lymfomen; 2) achterste mediastinum: neurogene tumoren; 3) middelste mediastinum: lymfomen. ganglia. Van de mediastinale tumoren is 20 tot 40% een neurogene tumor. Neurogene tumoren kunnen worden onderverdeeld in benigne (het overgrote deel) en maligne tumoren, waarvan het benigne schwannoom die uitgaat van de zenuwschede, de meest voorkomende tumor is (Tabel 4, op pagina 221). Neurogene tumoren komen voor op alle leeftijden, maar worden frequent gezien op de kinderleeftijd. Vaak zijn neurogene tumoren asymptomatisch, maar ten gevolge van compressie kunnen er neurologische symptomen optreden en paralyse van de zenuw. Ook kunnen er ten gevolge van druk pulmonale, vasculaire en orthopedische symptomen, zoals scoliose ontstaan. Indien het een biologisch actieve tumor betreft, kunnen er symptomen optreden die gerelateerd zijn aan afgifte van catecholamine, zoals hypertensie, opvliegers en diarree. De diagnostiek van deze tumoren bestaat uit een CT-scan en een MRI-scan. Met deze laatste techniek kan een goed beeld worden verkregen van zenuwen en omliggende structuren. Toevoeging van gadolinium geeft een aankleuring van bijna alle neurogene tumoren en metastasen. 2 3 Schwannoom Neurilemmomen, ook wel schwannomen genoemd, zijn goed ingekapselde, benigne tumoren, die uitgaan van de zenuwschede van perifere zenuwen. Neurofibromen ontstaan ook uit schwanncellen, maar bevatten naast elementen van de zenuwschede ook neuronale componenten. Tevens worden deze tumoren niet omgeven door een kapsel, dit in tegenstelling tot de neurilemmomen. Biologisch gezien zijn deze tumoren niet verschillend van de schwannomen. Neurofibromen komen echter minder vaak voor. Samen vormen deze twee typen tumoren 65% van de neurogene tumoren. In 25 tot 40% van de gevallen komen deze tumoren voor in het kader van neurofibromatose (ziekte van Von Recklinghausen). Schwannomen en neurofibromen komen met name voor tussen het dertigste en veertigste levensjaar. Er is geen voorkeur voor geslacht. Diagnostiek van deze tumoren bestaat uit een CT-scan en eventueel aanvullend een MRI-scan, waarbij een ronde, goed omschreven massa kan worden gezien, gelokaliseerd in de paravertebrale regio of de intercostale ruimte. Kenmerkend is de uitbreiding door een intravertebraal foramen, waarbij een zandlopertumor kan worden gezien. Ten gevolge van deze groei door het foramen, bestaat er het risico op compressie van het ruggenmerg. De therapie van het schwannoom bestaat uit chirurgische resectie. Wel is het dikwijls moeilijk om de tumor van de zenuw te scheiden, waardoor het vaak noodzakelijk is de zenuw op te offeren om complete resectie te bereiken. De prognose is goed, adjuvante behandeling is dan ook niet noodzakelijk. Tumoren uitgaande van de sympathische ganglia Het ganglioneuroom is een benigne tumor die uitgaat van het sympathische ganglion. Het is een tumor die vooral op de kinderleeftijd wordt gezien. In tweederde van de gevallen is de patiënt bij presentatie jonger dan twintig jaar. Het ganglioneuroblastoom is een samengestelde tumor, die histologische kenmerken bezit van zowel het ganglioneuroom als het neuroblastoom. Ook deze tumor komt vooral voor op de kinderleeftijd. Het neuroblastoom is een maligniteit van de kinderleeftijd. Het ontstaat uit de primitieve adrenerge neuroblasten van het weefsel van de neurale lijst in onder andere de paravertebrale sympathische ganglia en de sympathische paraganglia. Deze tumor, en in zeldzame gevallen ook het ganglioneuroblastoom en het ganglioneuroom, kan metabool actief zijn. Hierbij zijn verhoogde concentraties van cathecholamines en het vasoactive intestinale peptide aanwezig. Voor alle tumoren uitgaande van de sympathische ganglia is complete chirurgische resectie de behande- 222 NR N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E
7 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Denk bij een tumor in het voorste mediastinum aan een thymoom. 2. Screen op de aanwezigheid van myasthenia gravis, indien een tumor in het voorste mediastinum wordt gevonden. 3. Bij lymfadenopathie in het mediastinum dient geen primair chirurgische resectie plaats te vinden. 4. Bepaal het αfp- en het βhcg-gehalte bij een mediastinale tumor. ling van keuze. Indien mogelijk moet ook bij lokaal uitgebreide of gemetastaseerde ziekte geprobeerd worden de primaire tumor te verwijderen, gevolgd door adjuvante chemotherapie en/of radiotherapie. Chemotherapie kan in 70% van de gevallen bij patiënten met uitgebreide ziekte een partiële of complete remissie induceren. Vaak is het mogelijk om na deze inductiebehandeling de primaire tumor, die aanvankelijk inoperabel was, alsnog compleet te reseceren gevolgd door adjuvante radiotherapie. Prognostisch ongunstige factoren voor neuroblastomen en ganglioneuroblastomen zijn een oudere leeftijd bij presentatie, een vergevorderd stadium van de ziekte en een slecht gedifferentieerd celtype. Maligne tumoren van de perifere zenuwschede Maligne tumoren van de perifere zenuwschede zijn zeldzame spoelcellige sarcomen. Maligne transformatie van tumoren van de perifere zenuwschede wordt in 2 tot 5% van de patiënten met neurofibromatose gezien, waarbij patiënten met uitgebreide plexiforme neurofibromen een hoger risico hebben op maligne ontaarding. Ook kunnen maligne tumoren van de perifere zenuwschede spontaan optreden, of ze ontstaan na bestraling. De prognose van deze tumoren is slecht. Recent is er met de introductie van de positronemissietomografie (PET) mogelijk enige vooruitgang geboekt in de vroege diagnostiek van deze tumoren. Met behulp van de tracer fluordeoxyglucose (FDG) kan maligne ontaarding van deze tumoren worden vastgesteld. 21 De behandeling bestaat uit radicale chirurgische resectie. Radiotherapie verbetert de lokale controle en vertraagt het optreden van een recidief, maar geeft uiteindelijk geen overlevingsvoordeel. Recent is er een consensusbijeenkomst geweest waar besloten is dat adjuvante radiotherapie moet worden gegeven aan patiënten met laaggradige tumoren die marginaal gereseceerd zijn en aan patiënten met intermediaire en hooggradige tumoren. Maligne tumoren van de perifere zenuwschede zijn slechts matig chemosensitief. Als monotherapie is doxorubicine een effectief middel. Tevens is de combinatie doxorubicine en ifosfamide van nut gebleken als palliatieve behandeling. 22 Daarnaast kunnen deze middelen als neoadjuvante behandeling gegeven worden om de grootte van de tumor te reduceren en de tumor resectabel te maken. 22 Conclusie Veel mediastinale tumoren worden per toeval ontdekt op conventionele röntgenfoto s, die worden gemaakt voor andere doeleinden. Sommige patiënten presenteren zich met thoracale pijn of andere symptomen die kunnen passen bij compressie en/of invasie van mediastinale structuren. De meest voorkomende solide tumoren van het voorste mediastinum zijn het thymoom en kiemceltumoren. Indien er een massa wordt gevonden in het voorste mediastinum moet de patiënt gescreend worden op de aanwezigheid van myasthenia gravis, aangezien dit onbehandeld postoperatief aanleiding kan geven tot respiratoir falen. Radiologische evaluatie vindt plaats met behulp van een CT-scan en/of MRI-scan. Aanvullend moet er laboratoriumonderzoek worden verricht, waarbij naast basale laboratoriumbepalingen ook het αfp en een βhcg moeten worden bepaald. Frequent voorkomende solide tumoren van het achterste mediastinum zijn neurogene tumoren. Patiënten met primaire mediastinale massa s ondergaan vaak een chirurgische resectie. Echter, bij de aanwezigheid van lymfadenopathie en een verhoogde concentratie αfp en/of βhcg moet de ingreep beperkt blijven tot een biopsie. N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E NR
8 Referenties 1. Davis RD Jr, Oldham HN Jr, Sabiston DC Jr. Primary cysts and neoplasms of the mediastinum: recent changes in clinical presentation, methods of diagnosis, management, and results. Ann Thorac Surg 1987;44: Schmidt-Wolf IG, Rockstroh JK, Schuller H, Hirner A, Grohe C, Muller-Hermelink HK, et al. Malignant thymoma: current status of classification and multimodality treatment. Ann Hematol 2003;82: Strobel P, Helmreich M, Menioudakis G, Lewin SR, Rudiger T, Bauer A, et al. Paraneoplastic myasthenia gravis correlates with generation of mature naive CD4(+) T cells in thymomas. Blood 2002;100: Zettl A, Strobel P, Wagner K, Katzenberger T, Ott G, Rosenwald A, et al. Recurrent genetic aberrations in thymoma and thymic carcinoma. Am J Pathol 2000;157: Chen G, Marx A, Wen-Hu C, Yong J, Puppe B, Stroebel P, et al. New WHO histologic classification predicts prognosis of thymic epithelial tumors: a clinicopathologic study of 200 thymoma cases from China. Cancer 2002;95: Giaccone G. Treatment of thymoma and thymic carcinoma. Ann Oncol 2000;(11 Suppl 3): Maggi G, Casadio C, Cavallo A, Cianci R, Molinatti M, Ruffini E. Thymoma: results of 241 operated cases. Ann Thorac Surg 1991;51: Hejna M, Haberl I, Raderer M. Nonsurgical management of malignant thymoma. Cancer 1999;85: Loehrer PJ Sr, Jiroutek M, Aisner S, Aisner J, Green M, Thomas CR Jr, et al. Combined etoposide, ifosfamide, and cisplatin in the treatment of patients with advanced thymoma and thymic carcinoma: an intergroup trial. Cancer 2001;91: Loehrer PJ Sr, Chen M, Kim K, Aisner SC, Einhorn LH, Livingston R, et al. Cisplatin, doxorubicin, and cyclophosphamide plus thoracic radiation therapy for limited-stage unresectable thymoma: an intergroup trial. J Clin Oncol 1997;15: Chaganti RS, Houldsworth J. Genetics and biology of adult human male germ cell tumors. Cancer Res 2000;60: Lewis BD, Hurt RD, Payne WS, Farrow GM, Knapp RH, Muhm JR. Benign teratomas of the mediastinum. J Thorac Cardiovasc Surg 1983;86: Takeda S, Miyoshi S, Ohta M, Minami M, Masaoka A, Matsuda H. Primary germ cell tumors in the mediastinum: a 50-year experience at a single Japanese institution. Cancer 2003;97: Schneider DT, Calaminus G, Reinhard H, Gutjahr P, Kremens B, Harms D, et al. Primary mediastinal germ cell tumors in children and adolescents: results of the German cooperative protocols MAKEI 83/86, 89, and 96. J Clin Oncol 2000;18: Bokemeyer C, Nichols CR, Droz JP, Schmoll HJ, Horwich A, Gerl A, et al. Extragonadal germ cell tumors of the mediastinum and retroperitoneum: results from an international analysis. J Clin Oncol 2002;20: Garnick MB, Griffin JD. Idiopathic thrombocytopenia in association with extragonadal germ cell cancer. Ann Intern Med 1983;98: Fizazi K, Culine S, Droz JP, Kramar A, Theodore C, Ruffie P, et al. Primary mediastinal nonseminomatous germ cell tumors: results of modern therapy including cisplatin-based chemotherapy. J Clin Oncol 1998;16: Walsh GL, Taylor GD, Nesbitt JC, Amato RJ. Intensive chemotherapy and radical resections for primary nonseminomatous mediastinal germ cell tumors. Ann Thorac Surg 2000;69: Bokemeyer C, Schleucher N, Metzner B, Thomas M, Rick O, Schmoll HJ, et al. First-line sequential high-dose VIP chemotherapy with autologous transplantation for patients with primary mediastinal nonseminomatous germ cell tumours: a prospective trial. Br J Cancer 2003;89: Hartmann JT, Einhorn L, Nichols CR, Droz JP, Horwich A, Gerl A, et al. Second-line chemotherapy in patients with relapsed extragonadal nonseminomatous germ cell tumors: results of an international multicenter analysis. J Clin Oncol 2001;19: Solomon SB, Semih DA, Nicol TL, Campbell JN, Pomper MG. Positron emission tomography in the detection and management of sarcomatous transformation in neurofibromatosis. Clin Nucl Med 2001;26: Ferner RE, O'Doherty MJ. Neurofibroma and schwannoma. Curr Opin Neurol 2002;15: Ontvangen 13 februari 2004, geaccepteerd 1 juli Correspondentieadres Mw. dr. J.W. Wilmink, internist-oncoloog Academisch Medisch Centrum Afdeling Medische Oncologie Meibergdreef AZ Amsterdam Tel.: j.w.wilmink@amc.uva.nl Prof. dr. G. Giaccone, internist-oncoloog VU medisch centrum Afdeling Medische Oncologie Boelenlaan HV Amsterdam Correspondentie graag richten aan de eerste auteur. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. 224 NR N E D E R L A N D S T I J D S C H R I F T V O O R O N C O L O G I E
Reeks 13: Vergeten organen Avond
Reeks 13: Vergeten organen Avond Zeldzame Thoracale Tumoren tumor voorste mediastinum / Thymoom Dr. Monique Hochstenbag Longarts MUMC kalfszwezerik No Disclosures Mediastinum Voorste mediastinum Thymus
Zeldzame Thoracale Tumoren tumor voorste mediastinum
Zeldzame Thoracale Tumoren tumor voorste mediastinum Monique Hochstenbag OncoZon Januari 2018 No Disclosures Proces voorste mediastinum Man 41-jaar Drukkend gevoel op de borst, moeheid, verminderde inspanningstolerantie
Thymomen. Regionale richtlijn IKL, Versie: 2.0. Laatst gewijzigd : Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchustumoren
Thymomen Regionale richtlijn IKL, Versie: 2.0 Laatst gewijzigd : 01-07-2007 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchustumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2 Pathologie...3
Richtlijn: Mediastinum tumoren
Richtlijn: Mediastinum tumoren Het mediastinum kent een grote verscheidenheid aan ruimte-innemende processen met variabele prognose. De ligging van de afwijking vormt vaak de eerste diagnostische oriëntatie
CHAPTER 8. Samenvatting
CHAPTER 8 Samenvatting 108 Chapter 8 Samenvatting 109 Samenvatting Jaarlijks wordt wereldwijd bij 1,2 miljoen mensen de diagnose longkanker gesteld en overlijden 1,1 miljoen mensen aan deze ziekte. Hiermee
Sarcoma State of the art deel 2
19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht Sarcoma State of the art deel 2 Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Osteosarcoom Osteosarcoom is een primaire botkanker die zijn
HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015
HOVON-Hematologie scholingsdag donderdag 1 okt 2015 Josée Zijlstra VUMC www.hematologie.nl/ j.zijlstra@vumc.nl Thomas Hodgkin 1798-1866 Hodgkin lymfoom Diagnostiek Pathologie Epidemiologie Symptomen Beeldvorming
Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst
18 mei 2006 Jaarbeurs Utrecht Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Pancreas Carcinoom Incidencie: 33.730 nieuwe patiënten
Laarbeeklaan Brussel. Oncologisch Handboek. Richtlijnen Urologie. Testis
Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen Urologie Testis V3.2014 Testis ICD-O C62 1 Inleiding De richtlijnen hebben betrekking tot kiemceltumoren van de testis, die meer dan 90% van
Thymomen. Regionale richtlijn IKL, Versie: 2.0. Datum Goedkeuring: Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchustumoren
Thymomen Regionale richtlijn IKL, Versie: 2.0 Datum Goedkeuring: 01-07-2007 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchustumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2 Pathologie...3
4e Post EAUN Meeting
4e Post EAUN Meeting Testiscarcinoom Incidentie, behandeling en follow up Joost de Baaij Verpleegkundig Specialist i.o. Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen Inhoud Incidentie Risico factoren Diagnostiek
longtumoren stadia therapie prognose Els De Droogh Pneumologie ZNA Middelheim
longtumoren stadia therapie prognose smoking is cool!??? longtumoren > na WO II > roken en longtumoren 90 % mannen, 78% vrouwen aantal pakjaren > carcinogene stoffen in rook > asbest > radon, metalen,
CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting
CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van
NEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in
Maligne pleura exsudaat
Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2
Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam
Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,
Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut
Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)
Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische
Hodgkin lymfoom. Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018
Hodgkin lymfoom Elly Lugtenburg 11 de nascholing hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018 11 de nascholing Hematologie verpleegkundigen 16 Maart 2018 Disclosure belangen: PJ Lugtenburg Voor bijeenkomst
Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Versie beheer: Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-07-2016 2017.1 Aanpassingen
Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg
Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Geen Disclosures Locally advanced rectum carcinoom Definitie o.b.v. MRI ct3 MRF+ ct4a/b
longcarcinoom: stadiëring en behandeling
Hoe actueel is de CBO richtlijn? Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Prof. dr. Harry J.M. Groen UMCG Groningen Wat moet er veranderen? TBNA? Plaats van EUS-FNA? Plaats van EBUS-FNA?
De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :
Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009
Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie
Maligne melanoma Belang van sentinelklierbiopsie Annemie Rutten Medische Oncologie AZ St. Augustinus Maligne melanoma 10% van alle huidkankers, maar meest agressieve. Incidentie van maligne melanoma neemt
Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom
Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Disclosures Ik heb geen belangenverstrengeling in relatie tot deze presentatie Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Bij
Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen
Bestraling met protonen
Bestraling met protonen Een nieuwe ontwikkeling in de radiotherapie Stijn Krol, radiotherapeut-oncoloog Afdeling Radiotherapie LUMC/HollandPTC S.KROL@HOLLANDPTC.NL 2 Insert > Header & footer 15-okt-17
Stage. Clin staging. Treatment. Prognosis. Diagnosis. Evaluation. Early Node. Tumour. Loc advanced Metastasis. Advanced. Surgery
Clin staging Stage Tumour Early Node Loc advanced Metastasis Advanced Treatment Surgery Diagnosis Evaluation pulmonary Chemotherapy Radiotherapy Combinations Prognosis cardiac general Univ Hospital Leuven
Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling. Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019
Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019 Anatomie oesophagus/ maag Symptomen oesophaguscarcinoom Diagnostiek Behandeling oesophaguscarcinoom Postoperatieve
Richtlijn: Thorax wand tumoren
Richtlijn: Thorax wand tumoren Primaire thoraxwand tumoren zijn een multidisciplinaire topic waar verschillende groepen aan samenwerken. Ze komen zelden voor. Een overzicht van de verschillende histologische
Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.
Stereotactic Radiation Therapy for Stage I Non-Small Cell Lung Cancer Nederlandse titel Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.
Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.2 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen
Cover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19858 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical
Er zijn chromosomale veranderingen aangetoond in de cellen van de teelbaltumor. Er bestaat ook een familiale voorgeschiktheid.
Teelbalkanker Auteur: Dr. Guy Boeckx Testistumor of teelbalkanker is een kwaadaardig letsel van de teelbal. Deze tumor komt frequent voor (3-6 nieuwe gevallen per 100.000 mannen per jaar). In minder dan
Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom
Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Chapter 8: Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Colorectale kanker (kanker aan de dikke darm of endeldarm) is de belangrijkste oorzaak van uitzaaiingen (metastasen)
Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom
Ontwikkelingen longkanker en maligne mesothelioom Wat is de stand van zaken Frank Jacobs sept 2017 Disclosures Frank Jacobs (potentiële) belangenverstrengeling geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante
Bronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie
Bronchuscarcinoom 2002 Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie Bronchuscarcinoom 2002 (n=112) Kleincellig versus Niet-kleincellig kleincellig 18% niet-kleincellig
Samenvatting 129. Samenvatting
Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met
- incidentele bevinding zonder klachten - weigering van chirurgische behandeling - slechte algehele conditie waardoor chirurgie niet verantwoord is
Auteur Soort studie Aantal patiënten Lee 2013 Qurashi Systematic review 1999-2011 Systematic review 1999-2011 Radiotherapie / Chirurgie (meestal gevolgd door ) 377 Conservatief waaronder Inclusiecriteria
Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Inclusie en exclusie criteria DLSA Inclusie Alle chirurgische thoracale (thoraxwand, pleurale, long en mediastinale) ingrepen, in te delen in: Resecties bij
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting Algemene inleiding Primair bot lymfoom is een zeldzame aandoening. Het is een extranodaal subtype van het grootcellig B non Hodgkin lymfoom, dat zich
Gynaecologisch-oncologische Studies. Gynaecongres 11 november Focus Radiotherapie. R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT
Gynaecologisch-oncologische Studies Gynaecongres 11 november 2010 Focus Radiotherapie R.A. Nout Radiotherapeut-Oncoloog Namens LPRGT Overzicht: Focus Radiotherapie Cervix Lopend EORTC Embrace Nieuw Outback
Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI)
Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI) Eran van Veldhuisen, Bengt van Rijssen, Remy Klaassen, Yung Nio, Hanneke Wilmink, Krijn Van
J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J
J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen
Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom. MDO-praatje
Centraal zenuwstelsel betrokkenheid in cutaan T-cel lymfoom MDO-praatje Casus Patient CutaanT-cel lymfoom, type mycosis fungoides met aanwijzingen voor lymfeklierbetrokkenheid (niet PA-bewezen). Buikproblemen
Richtlijn: Diagnostiek naar symptomatische plexiforme neurofibromen bij neurofibromatose type 1 Onderdeel van de modulaire richtlijn NF1
Richtlijn: Diagnostiek naar symptomatische plexiforme neurofibromen bij neurofibromatose type 1 Onderdeel van de modulaire richtlijn NF1 Auteurs: Afdeling neurologie: dr. M.H.T. van der Vaart, dr. W. Taal;
Samenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven
Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Per jaar krijgen in Nederland tenminste 2150 patiënten een rectum tumor. Vijf jaar na behandeling leeft ongeveer de helft van die patiënten nog. Hierbij
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende
Samenvatting en conclusies
Centraal in dit proefschrift staat de minimaal invasieve slokdarmresectie als behandeloptie voor het slokdarmcarcinoom. In hoofdstuk 2 en 3 belichten wij in twee overzichtsartikelen de in de literatuur
Dutch Lung Surgery Audit (DLSA)
Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting
Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary
VII Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary naar Algemeen 538 Epidemiologie 538 1. Screening 538 2. Diagnostiek 538 2.1 Anamnese
samenvatting de belangrijkste vraagstellingen van dit proefschrift zijn:
Samenvatting Hodgkin lymfoom en zaadbalkanker zijn beide zeldzame maligniteiten die voornamelijk bij jong-volwassenen voorkomen. Beide ziekten hebben tegenwoordig een uitstekende prognose, o.a. door de
Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren
Slokdarmcarcinoom
7.1.1. Slokdarmcarcinoom 1. Inleiding 1.1. Algemeen Kanker van de slokdarm betreft vnl. het plaveiselcelcarcinoom en het adenocarcinoom, in minder dan vijf procent is er sprake van andere histologie. Hoewel
Hoofdstuk 8. Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Hoofdstuk 8 Orale leukoplakie een klinische, histopathologische en moleculaire studie Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
Hoofd-hals kanker epidemiologie, etiologie, symptomatologie en diagnostiek
Hoofd-hals kanker epidemiologie, etiologie, symptomatologie en diagnostiek M. Lacko KNO-arts/Hoofd-hals oncoloog Oncologie symposium, Maastricht 21 mei 2015 Indeling presentatie 1. Incidentie en epidemiologie
Peniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1
Peniscarcinoom Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 02-05-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Reg. WG urologische tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2 Medisch
Chapter 8. Nederlandse samenvatting
Chapter 8 Nederlandse samenvatting Chapter 8 Nederlandse samenvatting Er is in de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt in de ontwikkeling van doelgerichte behandelingen tegen kanker. Helaas wordt ook
Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,
Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker
Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker Prof. dr. Mark van Berge Henegouwen, chirurg Dr. W.J. Eshuis, chirurg L. Noteboom, verpleegkundig specialist Amsterdam UMC, locatie AMC 8 e Inhoud Presentatie
Beentumoren (=bottumoren)
Beentumoren (=bottumoren) Inleiding Gezwellen in beenderen worden beentumoren genoemd. Er zijn verschillende typen beentumoren te onderscheiden. Zo zijn er vormen waarbij de tumor of het gezwel direct
Hilaire pathologie. 4.1 Inleiding Radiologische kenmerken Oefencasus 12
1 Hilaire pathologie.1 Inleiding 2.2 Radiologische kenmerken 2.2.1 Hilaire lymfeklierzwellingen 2.2.2 Endobronchiale afwijkingen.3 Oefencasus 12 2 Hoofdstuk Hilaire pathologie. 1 Inleiding De hilus is
Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek
Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek Registratie waarvan gegevens worden opgevraagd: DSCA Contactpersoon: Naam: Mw. Drs. J. t Lam - Boer Centrum/ziekenhuis: Radboud umc Adres: Postbus
Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam
Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/21797 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bruin, Sjoerd Cornelis Title: The role of clinical, pathological and molecular
Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden
Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden 157 Introductie In de Westerse wereld is het aantal mensen dat slokdarmkanker krijgt de laatste jaren sterk toegenomen. In 1989 werd de diagnose
NABON Breast Cancer Audit (NBCA)
NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting
Hersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken
Hersentumoren: Klachten, verschijnselen en oorzaken Zaterdag 17 maart 2018 De Landgoederij, Bunnik Naam Functie Maaike Vos Neuroloog Haaglanden Medisch Centrum Opbouw Inleiding Klachten en verschijnselen
Staging van het Bronchuscarcinoom
1 Staging van het Bronchuscarcinoom Dr D Coeman Pneumoloog A.Z. St.-Dimpna, Geel Staging v/h bronchuscarcinoom 2 A/ NSCLC - TNM-classification B/ SCLC - VALSG (veterans s affairs lung study group) - TNM-classification
Tumoren van het anaal kanaal
7.1.8. Tumoren van het anaal kanaal 1. Inleiding 1.1. Incidentie Aparte entiteit! Incidentie uitzonderlijk (2% van de digestieve tumoren) Incidentie 3v - 2m Gem. 65 jaar 2. Klinische presentatie De meeste
Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG
Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte
belangrijke cijfers over hematologische kankersoorten
belangrijke cijfers over hematologische kankersoorten Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van hematologische kankersoorten gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie
Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?
Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)
Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015]
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit () 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05112015] Inclusiecriteria Nabon Breast Cancer Audit Inclusie Alle primaire invasieve mammacarcinomen volgens de WHO classificatie
Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/29317 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nes, Johanna Gerarda Hendrica van Title: Clinical aspects of endocrine therapy
proefschriftbespreking Auteur: dr. D.A. Wicherts Promotores: prof.dr. R. van Hillegersberg, prof.dr. R. Adam, prof.dr. I.H.M.
Auteur: dr. D.A. Wicherts Promotores: prof.dr. R. van Hillegersberg, prof.dr. R. Adam, prof.dr. I.H.M. Borel Rinkes Nieuwe behandelstrategieën voor patiënten met colorectale levermetastasen: twee proefschriften
Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 147 148 Maligne lymfomen zijn kwaadaardige woekeringen van verschillende typen witte bloedcellen. Deze aandoeningen ontstaan meestal in lymfklieren, maar in ongeveer 40% van de
KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ
(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam
(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Adjuvante chemotherapie bij rectumcarcinoom in Nederland Geloof Gewoonte Evidence-based medicine
Galblaascarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1
Galblaascarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 10-05-2004 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke werkgroep GI-tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Screening...2 Diagnostiek...3
Borstkanker indicatoren - Resultaten voor
Borstkanker indicatoren - Resultaten voor 2009-2011 AZ Sint-Jozef Malle maakt samen met AZ Klina Brasschaat deel uit van de Borstkliniek Voorkempen. Recent werden vanuit het Vlaams Indicatoren Project
Diagnose en therapie. Prof dr Martin J van den Bent Neuroloog
Diagnose en therapie Prof dr Martin J van den Bent Neuroloog Hersentumoren: soorten en maten Verschillende tumoren, sterk verschillende uitkomsten - Meningeomen: doorgaans goedaardige hersentumoren, uitgaande
Desmoïd-type fibromatose
Desmoïd-type fibromatose 25-05-2019 Patiëntendag Platform Sarcomen Milea J.M. Timbergen, arts onderzoeker Kees Verhoef (chirurg) Dirk Grünhagen (chirurg) Stefan Sleijfer (oncoloog) Erik Wiemer (bioloog)
TESTISCARCINOOM WORK UP. 1. Workup verdachte massa in testis
TESTISCARCINOOM WORK UP 1. Workup verdachte massa in testis Anamnese en klinisch onderzoek. AFP. Beta HCG. Labo inclusief LDH, syfilis, HIV en hepatitis B. RX thorax. Echo testes. 2. Steeds inguinale orchidectomie
Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling
Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling
Myelodysplastisch syndroom
Myelodysplastisch syndroom Dr. A.H.E. Herbers Hematoloog-Oncoloog 7 februari 2018 Myelodysplastisch syndroom Masterclass 7/2/18 Myelodysplastisch syndroom= MDS Opbouw presentatie: Meeste informatie is
Slokdarmresectie - Fit aan de Start. Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht
Slokdarmresectie - Fit aan de Start Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht Slokdarmkanker Slokdarmkanker zit vrijwel altijd in de thoracale slokdarm Jaarlijks aantal nieuwe gevallen per 100.000
Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie?
Minder chirurgie na neo adjuvante chemotherapie? Frederieke van Duijnhoven, chirurg-oncoloog Marie-Jeanne Vrancken Peeters, principal investigator MICRA studie 1 GEEN DISCLOSURES 2 NEOADJUVANTE SYSTEMISCHE
Lokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie. Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC
Lokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC Casus: hr D Man 64 jaar Trotse opa van 4 kleinkinderen Komt bij u op
Saffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom
Saffire Phoa CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Pancreascarcinoom heeft een zeer slechte prognose, en de enige kans op curatie is een resectie van de tumor. Hoewel de mortaliteit
Prof Dr D Van Raemdonck
Interuniversitair Postgraduaat Onderwijs Heelkunde 4 de 5 de jaars ASO Heelkunde Vrijdag 8 maart 2013 Prof Dr D Van Raemdonck Dienst Thoraxheelkunde Universitaire Ziekenhuizen Leuven Definitie Thoracale
PET-CT. Moderator Rosa Veldhoen. 1st author / speaker Judit A. Adam Nucleair geneeskundige
PET-CT Moderator Rosa Veldhoen 1st author / speaker Judit A. Adam Nucleair geneeskundige Afdeling nucleaire geneeskunde en radiologie Academisch Medisch Centrum Amsterdam Belangenverklaring In overeenstemming