Russische grammatica

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Russische grammatica"

Transcriptie

1 Russische grammatica Урок один Is De tegenwoordige tijd van het werkwoord `zijn ontbreekt in het Russisch. Антон там Мама дома Это Антон? Да, это Антон Anton is daar mama is thuis Is dat Anton? Ja, dat is Anton 2. lidwoord Het Russisch kent geen lidwoord. Там дом? Дом kan dus betekenen: Is daar een huis? huis Een huis Het huis 3. woordvolgorde Vragende en mededelende zinnen hebben in het Russisch vaak dezelfde woordvolgorde. Aan de melodie (intonatie) hoor je of de zin vragend of mededelend is. Мама дома Мама дома? Mama is thuis Is mama thuis? Урок два Нет, не Нет, это не Антон Нет, это не водка Nee, dat is Anton niet. Nee, dat is geen wodka. Нет Не nee niet, geen. 2. и, а Вот дом и сад А зто стадион? Daar heb je een huis en een tuin. En is dat een stadion? Er zijn twee woorden voor en : И bij een opsomming (en in de betekenins van plus A bij een nieuw gespreksonderwerp. Иван и Нина дома А Антон? Iwan en Nina zijn thuis En Anton? 1

2 3. is/ zijn Зто Антон Это иван и нина Dat (dit) is Anton Dat (dit) zijn Iwan en Nina De tegenwoordige tijd van zijn ontbreekt in het Russisch Это иван? Это антон и ева Кто это? Is dat Iwan? Dat zijn Anton en Eva Wie is dat? Wie zijn dat? 4. вот Вот Антон Вот Антон и Нина Hier is Anton Hier zijn Anton en Nina Вот hier is, en hier zijn in de betekenis van kijk! Daar heb je... Урок три Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Eindigt op een medeklinker Eindigt op een a Eindigt op een o Брат Студент Завод Стул Город Иван Сестра Студентка Комната Лампа Вода ира Метро кресло Er zijn in het Russisch mannelijke, vrouwelijke en onzijdige zelfstandige naamwoorden. Aan de laatste letter kun je het geslacht herkennen. Maar sommige woorden die op a eindigen zijn mannelijk: папа, Вова. 2. persoonlijk voornaamwoord -вова студент? - ира студентка? - да, он студент - нем, она медсестра Где папа и мама? Они дома Он = Hij Она = zij Оно = het Они = zij (meervoud) In het meervoud bestaat er 1 vorm voor alle geslachten: Они = zij. Met het persoonlijk vooornaamwoord word ook verwezen naar woorden die geen personen aanduiden: Где стул? Он тут Waar is de stoel? hij is hier 2

3 Где лампа? Она тут Где кресло? Оно тут Где парк? Он тут Waar is de lamp? hij is hier Waar is de leunstoel? hij is hier Waar is het park het is hier Enkelvoud: mannelijk Vrouwelijk onzijdig meervoud Он Она Оно Они 3. кто Кто это? Это Ира Кто она? она медсестра Wie is dat? Dat is Ira Wat doet ze voor de kost? Ze is verpleegster Кто kan ook vragen naar iemands beroep. Кто Вова? Он студент Wat is Wowa Hij is student. 4. А А = maar en Она не студентка, а медсестра Ира медсестра. А Вова? Ze is geen studente, maar verpleegster Ira is verpleegster. En Wowa? Урок четыре werkwoord: tegenwoordige tijd. In de tegenwoordige tijd worden de werkwoorden vervoegd, d.w.z. dat iedere persoon een eigen persoonsuitgang heeft. De uitgang van de 3 e persoon enkelvoud is т он : читает (evenals in het nederlands: hij leest). Voor deze persoonsuitgang staat altijd: - Of een -e- (он читает) - Of een -и- (он лежит) We spreken daarom van een e-vervoeging of een i-vervoeging Е-vervoeging Иван читает Он читает И-vervoeging Журнал лежит там Он лежит там 3

4 2. lijdend voorwerp Het lijdend voorwerp is te vinden door de vraag wie/wat + werkwoordelijkgezegde + onderwerp te stellen In de volgende voorbeelden is het lijdend voorwerp onderstreept: Anna slaat Piet (Piet ondergaat de handeling van het slaan) Saskia leest een boek (een boek ondergaat de handeling van het lezen). Hij bouwt een huis (een huis ondergaat de handeling van het bouwen en is het onmiddellijke resultaat hiervan). Вот журнал Он читает Журнал Вот газета Она читает газету hier is een tijdschrift hij leest een tijdschrift hier is een krant zij leest een krant Het Russisch heeft, evenals het Duits, het Latijn en vele andere talen, een systeem van naamvallen. Dit betekent dat de uitgang van het woord verandert, wanneer het geen onderwerp is, maar bijvoorbeeld meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp. Men noemt dit verbuiging. Het Russisch heeft 6 naamvallen. Onderwerp en naamwoordelijk deel van het gezegde staan in de 1 e naamval: мама дома. Иван студент. Het lijdend voorwerp staat in de 4 e naamval. Mannelijk Vrouwelijk onzijdig 1 e naamval: Журнал Газета Кресло - Onderwerp - Naamwoordelijk deel van het gezegde 4 e naamval: Журнал Газету Кресло - Lijdend voorwerp Bij vrouwelijke woorden wordt de uitgang a in de 4 e naamval vervangen door de uitgang y dit geldt ook voor de woorden op a die mannelijke personen aanduiden: Он знает папу и Вову. 3. знает Он много знает Он знает Иру Он знает Hij weet veel Hij kent Ira Hij weet Hij kent 4

5 4. мама дома? Is moeder thuis? Дома Ja Russen antwoorden vaak niet met дa, maar herhalen als antwoord een stukje van de vraag. 5. Борис знает Вову? Kent Boris Wowa? Нем, не знает Nee, hij kent hem niet. Он знает, где метро? Нем, не знает Иру знает, но плохо Weet hij waar de metro is? Nee, hij weet het niet Ira kent hij, maar slecht. In het russisch kunnen persoonlijke voornaamwoorden weggelaten worden, wanneer het al duidelijk is wie of wat er bedoeld wordt. 6. a, но Он много читает, но мало знает. Hij leest veel, maar weet weinig. Ира хорошо читает, а Наташа Ira leest goed, en Natasja leest slecht плохо читает. Зто не Антон, а Иван. Dit is Anton niet, maar Iwan. A - bij een nieuw onderwerp van gesprek - Bij een ontkenning Ho bij een tegenstelling 7. vraagwoorden Где книга? Борис знает, где книга. Waar is het boek? Boris weet, waar het boek is. Vraagwoorden zoals Где(waar), кто(wie), что(wat) kunnen ook gebruikt worden om een bijzin in te leiden. 8. woordvolgorde Не staat altijd voor het woord waarop het betrekking heeft Она не читает, она делает урок. Zij leest niet, ze maakt de oefening. Она читает не книгу, а газету. Zij leest geen boek, maar de krant. Bijwoorden staan meestal voor het werkwoord: Он плохо знает Иру. Hij kent Ira slecht. Она хорошо читает. Zij leest goed. Мама тоже читает. Moeder leest ook Hetzelfde geldt voor много en мало. Он много читает, но мало знает. Hij leest veel, maar weet weinig. 5

6 Урок пять 5. 1.zelfstandig naamwoord: meervoud. Вот районы,улицы, сады. Daar heb je wijken, straten en tuinen. De eerste naamval meervoud van mannelijke en vrouwelijke woorden gaat meestal uit op ы. Mannelijk vrouwelijk Enkelvoud Турист Сад Улица Школа Meervoud Туристы сады Улицы школы De uitgang а van het vrouwelijke enkelvoud vervalt dus in het meervoud. 2. woordvolgorde А журналы где? En waar zijn de tijdschriften? Het vraagwoord hoeft niet aan het begin van de zin te staan. А зто что En, wat is dat? А зто кто En, wie is dat? 3. вы Вы журналисты? Нем, мы студенты. Вы Москвич? Да, я москвич. Вы туристы? Да, мы туристы Zijn jullie journalisten? Nee, wij zijn studenten. Bent u Moskoviet? Ja, ik ben Moskoviet Bent u toeristen? Ja, wij zijn toeristen. Вы 1. Jullie 2. u 4. aanspreekvorm Здравствуй, маша. Извините, где гостиница россия? Hallo, Masja Excuseert u mij, waar is hotel Russia? De vormen Здравствуй, извини worden gebruikt wanneer men zich richt tot 1 persoon die men met jij aanspreekt. Richt men zich tot meerdere personen, of tot iemand die men met u aanspreekt, dan gebruikt men de vormen met te: здравствуйте, извините Jij Здравствуй Извини Jullie, U Здравствуйте извините 6

7 Урок шесть werkwoord: e-vervoeging Infinitief Чита ть lezen Tegenwoordige Я чита-ю Ik lees tijd. Ты чита-ешь Jij leest Он чита-ет Hij leest Мы чита-ем Wij lezen Вы чита-ете Jullie lezen Они чита-ют Zij lezen 2. roepnamen Van veel voornamen bestaat naast de officiele vorm ook een roepnaam: Иван Владимир Катерина Ирина Борис Марья Наталья Юрий ваня володя, вова катя ира боря маша наташа юра De meeste roepnamen eindigen op -а of я. 1. de 6 e naamval. Урок восемь 8. В зале тихо. Книга стоит на полке Наташа сидит в кресле In de zaal is het stil. Het boek staat op de plank. Natasja zit in een leunstoel. In les 4 hebben we gezien dat het Russisch 6 naamvallen heeft. We kennen al: -de eerste naamval (onderwerp, naamwoordelijk deel van het gezegde) - de 4 e naamval (lijdend voorwerp. In deze les maken we kennis met de 6 e naamval. Deze wordt alleen gebruikt na bepaalde voorzetsels, zoals в en на. De uitgang van deze naamval is gewoonlijk e: Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig 1 e naamval Зал Полка Кресло 6 e naamval В зале На полке В кресле De uitgang a van het vrouwelijk en de uitgang o van het onzijdig vervallen in de 6 e naamval. Denk eraan dat de medeklinker die de uitgang e vooraf gaat, zacht is. 7

8 2. woorden die niet verbogen worden Sommige woorden worden niet vergogen bijv: метро, радио, СССР В метро in de metro В СССР in de ussr 3.В en на Meestal betekent В in en на op: В комнате in de kamer На диване op de bank We hebben echter zowel in het Nederlands als in het Russisch vaak te maken met vaste uitdrukkingen: В школе op school В университете op de universiteit На уроке in de les На стадионе in het stadion На улице op straat. In de straat. 4. Komma s In Russische teksten worden vaak komma s gezet waar dat in het Nederlands niet altijd hoeft. Een komma is in het Russisch verplicht om hoofdzinnen van bijzinnen te scheiden: Я думаю, что она играет на улице. Ik denk, dat ze op straat speelt. Туристы не знают, где метро. De teoeristen weten niet, waar de metro is. Voor de voegwoorden a en нo: Ваня студент, а наташа школьница. Он знает Иру, но плохо. Na aanspreekvormen: Здравствуй, Наташа. Сквжи, Ваня, я плохо играю? Voor en achter sommige bijwoorden: Папа, наверно, ещё на работе Wanja is student, en Natasja is scholiere. Hij kent Ira, maar slecht. Hallo Natasja Zeg Wanja, speel ik slecht? Pappa, waarschijnlijk nog op het werk. 8

9 1.bezittelijke voornaamwoord :Мой, твой Урок девять 9. Зро мой друг. Зто моя жена. Dit is mijn vriend Dit is mijn vrouw. De bezittelijke voornaamwoorden hebben een aparte vorm voor het mannelijke, vrouwelijke en het onzijdige. Mijn Jouw Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Мой Моя Моё Сын Дочка Кресло твой Твоя твоё 2. werkwoorden op cя Он учится в университете Он мало занимается Hij studeert aan de universiteit. Hij studeert weinig. Sommige werkwoorden krijgen ся achter zich. Deze werkwoorden worden opdezelfde manier vervoegd als werkwoorden zonder ся. Achter hun gewone uitgang komt: -ся na medeklinkers -сь na klinkers De combinaties -ться en тся worden uitgesproken als ца Infinitief Заниматься Studeren/ bezig zijn Tegenwoordige Я Занима-ю - сь Ik studeer tijd. Ты Занима-ешь - ся Jij studeert Он Занима-ет - ся Hij studeert Мы Занима-ем - ся Wij studeren Вы Занима-ете - сь Jullie studeren Они Занима-ют - ся Zij studeren 9

10 3. de 4 e naamval meervoud. Он всё читает романы. Hij leest voortdurend romans. In het meervoud is de 4 e naamval (lijdend voorwerp) gelijk aan de 1 e naamval (onderwerp, naamwoordelijk deel van het gezegde) Enkelvoud 1 e naamval 4 e naamval Meervoud 1 e naamval 4 e naamval 4. Namen. Mannelijk Журнал Журнал Журналы Журналы Vrouwelijk Газета Газету Газеты Газеты Russen hebben: een voornaam Een vadersnaam Een achternaam Voornaam vadersnaam achternaam Олег Петрович Бородин Oleg Pjoterszoon Borodin Нина Петровна Лаврова Nina Pjotersdochter Lawrowa Vergelijk: Michiel Adriaanszoon de Ruyter De vadersnaam van mannen eindigt op De vadersnaam van vrouwen eindigt op -ович -овна De beleefde aanspreekvorm is voornaam plus vadersnaam: здравствуйте, Олег Петрович Achternamen van vrouwelijke personen gaan uit op а 5. молодец Наташа молодец. Она хорошо учится Ваня, ты играешь в шахматы? Да. Молодец! Natasja is een flinke meid. Ze leert goed. Wanja, kun je schaken? Ja. Goed zeg! 10

11 Урок десять spellingsregel. Na К,г,х staat geen -ы maar и. De regel geldt altijd. Девочки и мальчики читают стихи. De meisjes en de jongens lezen gedichten Mannelijk enkelvoud Meervoud Vrouwelijk enkelvoud meervoud Журнал Журналы Сигарета Сигареты Na К,г,х Мальчик Мальчики Книга книги 2. bezittelijk voornaamwoord: meervoud. Где мой сигареты Твой сигареты? Не знаю. Waar zijn mijn sigaretten? Je sigaretten? Weet ik niet. Het meervoud van de bezittelijke voornaamwoorden мой, твой is voor alle geslachten мой, твой. Enkelvoud meervoud Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Mijn Мой Моя Моё Мой jouw Твой Твоя Твоё Твой Мой журнал Твоя книга мой журналы твой книги 3. aanspreekvorm. Мама, ты не знаешь, где мой сигареты? Moeder, weet je waar mijn sigaretten zijn? Russische kinderen spreken hun ouders en verdere familieleden altijd met ты aan. 4. -то Мама, ты не знаешь, где мой сигареты? Moeder, weet je waar mijn sigaretten zijn? Может выть, Где-то на столе. Misschien ergens op tafel. Wanneer achter een woord то staat, is het geen vraagwoord meer. Dit woord heeft dan de betekenis van iets onbepaalds: Где waar где-то ergens Кто wie кто-то iemand Что wat что-то iets 11

12 Урок одиннадцать Infinitief. De infinitief (onbepaalde tijd) van het werkwoord eindigt gewoonlijk op ть: Зна-ть (te) weten Чита-ть (te) lezen Занима-ть-ся (te) studeren Говори-ть (te) spreken Бы-ть (te) zijn De tegenwoordige tijd van zijn wordt niet gebruikt, de infinitief wel. Может быть (misschien) betekent letterlijk het kan zijn. Пора обедать Het is tijd om te eten. Надо внимательно читать. Je moet aandachtig lezen. Ваня начитает объясять. Wanja begint met uit te leggen. De infinitief wordt gebruikt na: Пора, надо (het is tijd),(je moet) Начинать (beginnen met) In het Nederlands is dit precies hetzelfde. 2. werkwoord: i-vervoeging Почему ты всё время говоришь о ленинграде? Infinitief Говор-ить Zeggen, praten, spreken Tegenwoordige Я говор-ю Ik zeg tijd. Ты говор-ишь Jij zegt Он говор-ит Hij zegt Мы говор-им Wij zeggen Вы говор-ите Jullie zeggen Они говор-ят Zij zeggen 3. e-vervoeging: het werkwoord писать - schrijven. Она всегда пишет о Москве, а я пишу о ленинграде. Infinitief Писать Schrijven Tegenwoordige Я пиш -у Ik schrijf tijd. Ты пиш -ешь Jij schrijft Он пиш -ет Hij schrijft Мы пиш -ем Wij schrijven Вы пиш -ете Jullie schrijven Они пиш -ут Zij schrijven Let op! In de tegenwoordige tijd van verandert de medeklinker die voor de uitgang staat. 12

13 Vanaf de 2 e persoon enkelvoud gaat de klemtoon 1 lettergreep terug. Wanneer voor de een medeklinker staat worden bij werkwoorden van de e vervoeging de uitgangen у, -ут in plaats van ю, -ют. 4. о/ об Ты всегда говоришь о Ленинграде. Jij praat altijd over Leningrad. In les 8 hebben we gezien dat na bepaalde voorzetsels de 6 e naamval wordt gebruikt, zoals bijvoorbeeld na в en на. Ученики в классе. De leerlingen zitten in de klas. Книга лежит на столе. Het boek ligt op tafel. De 6 e naamval wordt ook gebruikt na het voorzetsel о/ об: Ольга пишет о Москве. Olga leest over Moskou. Он думает об Иване. Hij denkt aan Iwan. Это книга о спорте. Dit is een boek over sport. Het voorzetsel О wordt voor een klinker об О О Москве О спорте Об Об Иване Об уроке Let op! Hierbij wordt uitgegaan van de uitspraak, niet van de schrijfwijze: Об СССР О юре 5. de 6 e naamval van Кто en что. О ком ты говоришь? О чём она пишет? В чём дело? Over wie praat je? Waarover schrijft ze? Wat is er aan de hand? 1 e naamval Кто Что 6 e naamval Ком Чём 6. Девочка meisje (tot ongeveer 15 jaar) Девушка meisje ouder dan 15 jaar en mejuffrouw (aanspreekvorm) 13

14 Урок тринадцать werkwoord gaan Я иду на работу. Я еду домой. Ik ga (loop) naar mijn werk. Ik ga (rijd) naar huis. Het Russisch heeft twee werkwoorden die gaan betekenen: - идти gaan te voet, kan ook vaak met lopen vertaald worden. -ехать gaan per voertuig, kan ook vaak met rijden vertaald worden. Infinitief Идти ехать Tegenwoordige tijd. Я Ты Он Мы Вы Они Иду Идёшь Идёт Идём Идёте Идут Еду Едешь Едет Едем Едете Едут Wanneer voor de uitgang een medeklinker staat, hebben de werkwoorden van de e vervoeging de uitgangen у, -ут in plaats van ю, ют. Vergelijk ook писать, пишу, пишут. Wanneer bij werkwoorden van de e vervoeging de klemtoon op de uitgang valt, wordt de -е van de uitgang ё. Он идёт. 2. I-vervoeging: het werkwoord спешить = zich haasten Infinitief Tegenwoordige tijd спешить Я спешу Ты спешишь Он спешит Мы спешим Вы спешите Они спешат Na Ш staat geen ю, maar у. Na Ш staat geen я, maar а. 14

15 3.в en на + 4 e naamval Ира идёт в библиотеку. Я иду на работу. Ira loopt naar de bibliotheek. Ik ga naar mijn werk. De voorzetsels В en на met de 6 e naamval betekenen in, of op. Deze twee voorzetsels komen ook in de 4 e naamval voor. Maar dan duiden ze een richting aan. Я в школе. Я иду в школу. Я занимаюсь в библиотеке. Я еду в библиотеку. Я работаю на заводе. Я спешу на завод. Я гуляю в парке. Я иду в парк. Ik ben op school. Ik ga naar school. Ik studeer in de bibliotheek. Ik ga naar de bibliotheek. Ik werk op een fabriek. Ik haast me naar de fabriek. Ik wandel in het park. Ik ga naar het park. Aan deze voorbeelden kun je zien, dat de zelfstandige naamwoorden ofwel altijd met в ofwel altijd met на verbonden worden. Zowel in de 4 e als de 6 e naamval. Let op! Naar huis = Домой zonder в of на. 4. в автобусе / на автобусе Кто там в автобусе? Я встречаю Ольгу в метро. Wie zit daar in de bus? Ik ontmoet olga on de metro В автобусе in de bus в + 6 e naamval В метро in de metro в + 6 e naamval Он едет на автобусе в центр. Hij gaat met de bus naar het centrum. На автобусе met de bus на + 6 e naamval. На метро. Met de metro на + 6 e naamval. 5. Куда зто вы так спешите? Waarheen haasten jullie je zo? Зто kan gebruikt worden om wat meer nadruk te geven aan een zinsdeel. In zo n geval moet зто onvertaald blijven. 15

16 Урок четырнадцать werkwoord: verleden tijd. Ваня и папа играли в футбол. Наташа, где ты быда вчера? Там было очень хорошо. Что вы там делали? Wanja en vader hebben gevoetbald. Natasja, waar ben je gisteren geweest? Het was daar erg leuk. Wat hebben jullie gedaan? De verleden tijd wordt gevormd door de uitgang-ть van de infinitief te vervangen door: -л voor het mannelijk (я,ты,он) -ла voor het vrouwelijk (я,ты,она) Ло voor het onzijdig (оно) -ли voor het meervoud en de beleefheidsvorm (мы,вы,они) Infinitief Работать Говорить Ехать Заниматься Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig meervoud Работал Работала Работало работали Говорил Говорила Говорило Говорили Ехал Ехала Ехало Ехали Занимался Занималась Занималось Занимались Папа работал. Мама работала. Радио не работало Папа и мама работали Вы вчера работали? Vader heeft gewerkt. Moeder heeft gewerkt. De radio was stuk. papa en mama hebben gewerkt. Hebben jullie gister gewerkt? Let bij Быть op de klemtoon: Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Meervoud Verleden tijd Был Была Было Были Verleden tijd met he Не был Не была Не было Не были De russische verleden tijd wordt in het Nederlands op verschillende manier vertaald: Он работал. Он был в Москве. 1. Hij werkte 2. hij heeft gewerkt. 3. hij had gewerkt. 1. Hij was in Moskou. 2. hij is in Moskou geweest. 3. Hij was in Moskou geweest. 16

17 2. bezittelijk voornaamwoord: наш, ваш. Ваша дача далеко? Вот наши книги. Наш учитель интересно рассказывает. Is jullie zomerhuisje ver? Hier zijn onze boeken. Onze leraar vertelt leuk. Mijn Jouw Onze Jullie, uw Enkelvoud Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Мой Моя Моё Твой Твоя Твоё Наш Наша Наше Ваш Ваша Ваше Meervoud Мой Твой Наши Ваши 3. 6 e naamval op -у Мама собирала грибы в лесу Moeder heeft paddestoelen gezocht in het bos. Sommige mannelijke zelfstandige naamwoorden hebben een aparte 6 e naamvalsvorm op -у, die alleen wordt gebruikt na de voorzetsels в en на.deze uitgang -у heeft altijd de klemtoon. Tot nu toe hebben we drie van deze woorden gehad: Сад, шкаф, лес. Я гуляю в парке. Я гуляю в саду. Я гуляю в лесу. Книга лежит на столе. Книга лежит в шкафу. Наташа рассказывает о лесе. 4. мы были на даче. We waren in ons zomerhuisje. In het Russisch is het bezittelijk voornaamwoord niet nodig, wanner al duidelijk is, van wie iets is. 5. вчера было воскресенье. Gisteren was het zondag. Там было хорошо. Daar was het leuk. Там хорошо. Daar is het leuk. Очень приятно плавать в реке. Het is heel prettig om in de rivier te zwemmen. In zulke gevallen wordt het Nederlandse het in het Russisch niet uitgedrukt. 17

18 6. есть De tegenwoordige tijd van het werkwoord zijn wordt in het Russisch niet gebruikt. Мама дома. Moeder is thuis. Зто иван и Нина. Dit zijn Iwan en Nina. Maar de tegenwoordige tijdvorm есть gebruik je om het bestaan of de aanwezigheid van iets te benadrukken: Там есть и озеро. В городе есть театры? Er is daar ook een meer. Zijn er in de stad theaters? 1. zelfstandige naamwoord: hard en zacht. Урок пятнадцать 15. Там был лагерь Он знает Катю Мы едем на море Daar was een kamp. Hij kent katja. We gaan naar zee. De zelfstandige naamwoorden die we tot nu toe geleerd hebben, eindigen op een harde medeklinker, op -а of op -о : Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Журнал Газета Кресло hard Harde medeklinker -a -o Er zijn in het Russisch ook zelfstandige naamwoorden, die eindigen op een zachte medeklinker (medeklinker + -ь), op een я of op -е : Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Июль Деревня Поле Zacht -ь -я -е Mannelijke zelfstandige naamwoorden kunnen eindigen op: Een medeklinker: журнал, студент. Een zacht teken: июль, лагерь. Vrouwelijke zelfstandige naamwoorden kunnen eindigen op: -a газета, ира -я деревня, катя Onzijdige zelfstandige naamwoorden kunnen eindigen op: -o кресло, дело. -e поле, море. 18

19 1 e naamval 4 e naamval 6 e naamval Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Hard Zacht Hard Zacht Hard Zacht Журнал Июль Газета Деревня Кресло Поле Журнал Июль Газету Деревню Кресло Поле Журнале Июле Газете Деревне Кресле Поле Het zachte teken aan het einde van zеlfstandige naamwoorden verdwijnt in de verbogen vormen. Wanneer de laatste medeklinker in de 1 e naamval zacht is, blijft deze de hele verbuiging zacht. Vergelijk: Газета деревня Газету деревню 2. het werkwood жить = wonen. Ваня жидёт в Москве Wanja woont in Moskou. Жить wonen/ leven verleden tijd Я живу ik woon/ leef жил Ты живёшь jij woont/ leeft жила Он живёт hij woont/ leeft жило Мы живём wij wonen/ leven жили Вы живёте jullie wonen/ leven Они живут zij wonen/ leven 3. играть = spelen Они играли в футбол или в волейбол. Иногда ваня играл на гитаре. Zij speelde voetbal of volleybal. Soms speelde Wanja gitaar Sport en spel Играть в + 4 e naamval Играть в футбол Играть в волейбол Играть в шахматы muziekinstrument Иргать на + 6 e naamval Играть на гитаре 4. Июль месяц Утрехт- город, а де-билт деревня. Juli is een maand Utrecht is een stad en de-bilt is een dorp. De tegenwoordige tijd van zijn kan aangegeven worden door een streepje. 5. let op het gebruik van de verschillende werkwoorden die studeren betekenen. Ваня учится в университете. Наташа учится в школе. Ваня изучает историю. Wanja studeert aan/ zit op de universiteit. Natasja zit op school. Wanja studeert geschiedenis. 19

20 Он занимается в библиотеке. Наташа хорошо учится. Hij studeert in de bibliotheek. Natasja leert goed. 6. Let op: В деревне В колхозе На Украине В поле На море В море op het platteland op een kolchoz in de Oekraine op het veld, in het veld. aan zee in zee, op zee. 20

21 Урок шестнадцать werkwoord i-vervoeging Тётя сидит в кресле. Наташа, ты тоже любишь море? Я стою на палубе и смотрю на море. Totja zit in een leunstoel. Natasja houd jij ook van de zee? Ik sta op het dek, en kijk naar de zee. Infinitief Смотреть Сидеть Любить Стоять Tegenwoordige tijd Я Ты Он Мы Вы Они Смотрю Смотришь Смотрит Смотрим Смотрите Смотрят Сижу Сидишь Сидит Сидим Сидите Сидят Люблю Любишь Любит Любим Любите Любят Стою Стоишь Стоит Стоим Стоите стоят Kijken Zitten Houden van kosten De meeste werkwoorden op -ить en -еть hebben een i-vervoeging. Sommige werkwoorden die niet op -ить of еть eindigen hebben ook een i-vervoeging: Стоять стою лежать лежу Стоишь лежишь Aan de infinitief kun je dus niet zien, of een werkwoord een e-vervoeging of een i-vervoeging heeft. Daarom moet je van elk werkwoord behalve de infinitief ook de 1 e en 2 e persoon enkelvoud leren. Spellingsregel Na ш,ж,ч,щ, ц staat geen я, maar а Geen ю, maar у. Спешить я спешу лежать я лежу Они спешат они лежат Medeklinkerwissel. In de 1 e persoon enkelvoud verandert vaak de medeklinker die voor de uitgang staat: Сидеть сижу д ж Сидишь Видеть вижу д ж Видишь Любить люблю б бл Любишь 21

22 Klemtoon Wanner de klemtoon in de infinitief niet op de laatste lettergreep staat, verandert hij nooit van plaats: Видеть вижу Видишь Staat de klemtoon in de infinitief wel op de laatste lettergreep, dan zijn er in de tegenwoordige tijd twee mogelijkheden: 1. de klemtoon blijft altijd op deze plaats: Говорить говорю Говоришь 2. de klemtoon gaat vanaf de 2 e persoon enkelvoud 1 lettergreep terug: Любить люблю Люблишь Verleden tijd Ook bij werkwoorden van de i-vervoeging wordt de verleden tijd gevormd van de infinitief: Infinitief Говорить Видеть Стоять Лежать Verleden tijd Он Она Оно Они Говорил Говорила Говорило Говорили Видел Видела Видело Видели Стоял Стояла Стояло Стояли Лежал Лежала Лежало лежали kijken zien kosten liggen 2. Let op! Папа смотрит телевизор. Мама смотрит фильм. Vader kijkt televisie. Moeder kijkt naar een film. Папа смотрит на Наташа Капитан смотрит на пароход Vader kijkt naar Natasja. De kapitein kijkt naar het schip. 22

23 Урок восемнадцать bijvoegelijk naamwoord. Зто интересные письма. Соня тихая, но умная девочка. Dit zijn intressante brieven. Sonja is een rustig, maar knap meisje. Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Meervoud Uitgang onbeklemtoond Na к,г,х Умный Тихий Умная Тихая Умное Тихое Умные Тихие Knap, Rustig, stil verstandig Uitgang beklemtoond Na к,г,х Простой Другой Иростая Другая Простое Другое Простые другие Eenvoudig, ander gewoon Wanneer de klemtoon op de uitgang valt, gaat de mannelijke vorm niet uit op ы/-ий, maar op -ой. Ook bij het bijvoegelijk naamwoord geldt de spellingsregel dat na к,г,х geen -ы staat, maar и. b. они изучают русский язык. Ты знаешь ешё и другие озёра? Zij leren de Russische taal. Ken je nog andere meren? In het mannelijk en onzijdig enkelvoud en bij alle geslachten in het meervoud is de 4 e naamval gelijk aan de 1 e. c. они забывают трудные слова. Русские слова иногда трудные. Zij vergeten de moeilijke woorden. Russische woorden zijn soms moeilijk. Het bijvoegelijk naamwoord wordt op twee manieren gebruikt: - Voor een zelfstandig naamwoord: - Трудные слова de moeilijke woorden. - Als het naamwoordelijk deel van het gezegde: - Слова трудные de woorden zijn moeilijk. 23

24 2.het vragende voornaamwoord какой = welke, wat voor. Какие реки ты знаешь? Welke rivieren ken je? Какой wordt als bijvoegelijk naamwoord verbogen: Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Meervoud Какой Какая Какое Какие 3. русский / По-русски Знать русский язык Изучать русский язык Говорить по-русски Писать по-русски Понимать по-русски Russisch kennen Russisch leren Russisch spreken Russisch schrijven Russisch verstaan 4. zelfstandig naamwoord: onzijdig meervoud Он часто получает письма. Трудные слова они иногда забывают. Какие моря ты видишь? Hij ontvangt vaak brieven. De moeilijke woorden onthouden zij soms. Welke zee zie jij? Onzijdige woorden op o gaan in het meervoud uit op a. Onzijdige woorden op e gaan in het meervoud uit op я. De 4 e naamval meervoud is gelijk aan de 1 e naamval meervoud. onzijdig Hard zacht Enkelvoud Слово Море Meervoud Слова Моря 24

25 Klemtoon. Bij tweelettergrepige onzijdige woorden verspringt meestal de klemtoon in het meervoud: Enkelvoud Meervoud Enkelvoud meervoud Слово Письмо Дело Море Поле Кресло Озеро Слова Письма Дела Моря Поля kресла Озёра Woord Brief Zaak Zee Veld Leunstoel Meer Woorden Brieven Zaken Zeeen Velden Leunstoelen meren 25

26 Урок двадцать werkwoord: de toekomende tijd van zijn быть. Infinitief быть Zijn Toekomende tijd Я Ты Он Мы Вы они буду будешь будет будем будете будут Ik zal zijn Jij zal zijn Hij zal zijn Wij zullen zijn Jullie zullen zijn Zij zullen zijn In het nederlands gebruiken we meestal de tegenwoordige tijd voor een handeling die in de toekomst ligt. In het Russisch gebruik je meestal de toekomende tijd: Где ты будешь завтра вечером? Будет интересный матч. У нас будут гости. Будет очень весело. Waar ben je morgenavond? Er komt een intressante wedstrijd. We krijgen gasten. Het wordt erg gezellig. 2. bezittelijk voornaamwoord: его,её,их На столе лежат её учебники Его жена тоже будет? Да, и их сын тоже. De bezittelijke voornaamwoorden zijn, haar, hun luiden in het Russisch: Он,оно Она Они Его Её Их Zijn Haar Hun De г in его spreek je uit als в. Его, её, их houden altijd dezelfde vorm. Ze veranderen niet mee met het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen. Ongeacht : - geslacht - enkelvoud of meervoud - naamval Enkelvoud Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Zijn Haar Hun Его роман Её ромаи Их роман Его книга Её книга Их книга Его кресло Её кресло Их кресло Meervoud Его романы Её романы Их романы 26

27 3. zelfstandig naamwoord. Zachte meervoudsuitgang. Завтра у нас будут гости. Зто очень весёлые песни. Morgen krijgen we gasten. Dat zijn zeer grappig liederen. Enkelvoud Meervoud Mannelijk vrouwelijk Hard Zacht Hard Zacht Журнал Словарь Лампа Песня Журналы Словари Лампы Песни Wanneer bij het mannelijk en het vrouwelijk de laatste medeklinker zacht is, is de meervoudsuitgang-и. На столе лежат словари и журналы. Это не песни, а рассказы. Op de tafel lagen woordenboeken en tijdschriften. Dat zijn geen liederen, maar verhalen. Bij sommige woorden verspringt de klemtoon: Словарь - словари. 4. spellingsregel. Na ш,ж,ч,щ staat geen ы, maar и : Нож ножи, карандаш - карандаши 5. let op de betekenis van сейчас Сейчас я дома. Сейчас я буду дома. Nu ben ik thuis Straks ben ik thuis. Урок двадцать один werkwoord: het aspect. Юра долго писал письмо. Ира делала уроки. Юра написал письмо. Ира наконец сделала уроки. Voor bijna iedere handeling of situatie (schrijven, ontmoeten, staan) heeft het russisch twee werkwoorden die een paar vormen. (bijvoorbeeld писать -написать) Het enige verschil in betekenis tussen deze werkwoorden is het verschil in aspect. Dat wil zeggen de manier waarop je de handeling of de situatie bekijkt, die door het werkwoord wordt uitgedrukt. Het Russisch onderscheidt twee aspecten: - Onvoltooid aspect (bijvoorbeeld писать ) - Voltooid aspect (bijvoorbeeld написать ) 27

28 Alle Russische wekwoorden horen of tot het voltooide of tot het onvoltooide aspect. Zo kan het nederlandse werkwoord schrijven worden vertaald met : писать onvoltooid aspect написать voltooid aspect. Voltooid aspect: 1. de nadruk ligt ligt bij het voltooide aspect vaak op het resultaat: Ира сделала уроки toen wel) Ira maaktе de lessen. (eerst waren er nog geen lessen gemaakt, 2. bij een opeenvolgende handeling wordt altijd het voltooide aspect gebruikt: Тётя получила письмо. Сначала посмотрела на конверт, а потом прочитала письмо. Totja kreeg een brief. Eerst een blik op de envelop, en daarna de brief lezen. De ene handeling moet voltooid zijn, voor de volgende handeling plaats kan hebben. 3. de bepalingen вдруг (plotseling), наконец (eindelijk, ten slotte) zijn altijd een aanduiding dat je het voltooide aspect moet gebruiken: Когда Ваня гулял в парке, он вдруг встретил Иру. Toen Wanja in het park wandelde, ontmoette hij plotseling Ira. Onvoltooide aspect 28

29 29

30 30

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 Inhoudsopgave 1 Русский алфавит Het Russische alfabet 10 2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12 3 Фонетика Fonetiek

Nadere informatie

Z I N S O N T L E D I N G

Z I N S O N T L E D I N G - 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk

Nadere informatie

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord

Nadere informatie

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. Werkwoorden Hebben en zijn De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets. persoon onderwerp hebben zijn 1 enk. ik heb ben 2 enk. jij/u hebt bent

Nadere informatie

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie - Aanhef Nederlands Russisch Geachte heer President Уважаемый г-н президент Zeer formeel, geadresseerde heeft een speciale titel die in plaats van de naam wordt gebruikt Geachte heer Уважаемый г-н... Formeel,

Nadere informatie

Persoonlijke correspondentie Brief

Persoonlijke correspondentie Brief - Adressering Mr. N. Summerbee Tyres of Manhattan. 335 Main Street New York NY 92926 Hans van der Meer, Stationslaan 87, 1011 Amsterdam Standaard adressering in Nederland: naam geadresseerde, straatnaam

Nadere informatie

Persoonlijke correspondentie Brief

Persoonlijke correspondentie Brief - Adressering Hans van der Meer, Stationslaan 87, 1011 Amsterdam Mr. N. Summerbee Tyres of Manhattan. 335 Main Street New York NY 92926 Standaard adressering in Nederland: naam geadresseerde, straatnaam

Nadere informatie

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus ZELFSTANDIG NAAMWOORD Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus meervoud nominativus genitivus accusativus BIJVOEGLIJK

Nadere informatie

Antwoorden Nederlands Ontleding

Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden Nederlands Ontleding Antwoorden door een scholier 1587 woorden 27 april 2010 5,8 10 keer beoordeeld Vak Nederlands Taalkundig ontleden; Lidwoorden; Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig

Nadere informatie

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woordsoorten De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort. Woord Uitleg Voorbeeld Werkwoord Lidwoord Zelfstandig Bijvoeglijk

Nadere informatie

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament Beknopte grammatica voor de cursus Grieks van het Nieuwe Testament versie 1.0 Menno Haaijman scripture4all.org Tijdens de try-out voor de cursus bleek dat veel, zo niet alle, toehoorders de Nederlandse

Nadere informatie

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8 Naam: 1 Inhoudsopgave: 3 - Onderwerp 4 - Persoonsvorm 5 - Gezegde 6 - Lijdend voorwerp 7 - Meewerkend voorwerp 8 - Werkwoorden 8 - Zelfstandig naamwoorden 9 - Bijvoeglijk

Nadere informatie

1 Spelling en uitspraak

1 Spelling en uitspraak Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers

Nadere informatie

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo

Nadere informatie

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8. Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige

Nadere informatie

Eigen vaardigheid Taal

Eigen vaardigheid Taal Eigen vaardigheid Taal Door middel van het beantwoorden van de vragen in dit blok heeft u inzicht gekregen in uw kennis en vaardigheden van de grammatica en spelling van de Nederlandse taal. In het overzicht

Nadere informatie

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven. 1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind

Nadere informatie

Eindexamen Russisch havo I

Eindexamen Russisch havo I Let op: beantwoord een open vraag altijd in het Nederlands, behalve als het anders is aangegeven. ls je in het Russisch antwoordt, levert dat 0 punten op. Tekst 1 1p 1 Waarom heeft Ira zo lang niet geschreven?

Nadere informatie

BEGINNERSCURSUS DAG 2

BEGINNERSCURSUS DAG 2 1 BEGINNERSCURSUS DAG 2 A. FORCING Tekst: Hans en Hilde B. GRAMMATICA Vorming O.T.T. Substantief: de/ het Vraagwoorden Vraagzin (inversie) C. CONVERSATIE Elkaar vragen stellen (cfr. Voorstelling) Een gewone

Nadere informatie

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING werkwoordspelling.com M.Kiewit Schematisch overzicht Stap 1: De persoonsvorm De persoonsvorm is het werkwoord dat op de eerste plaats komt te staan als

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands formuleren

Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop

Nadere informatie

RUSSISCH RUSSISCH RUSSISCH WAT HOE WAT HOE. oordenlijst. uitspraak. ontmoetingen. eten & uitgaan. onderweg. overnachten. gezondheid.

RUSSISCH RUSSISCH RUSSISCH WAT HOE WAT HOE. oordenlijst. uitspraak. ontmoetingen. eten & uitgaan. onderweg. overnachten. gezondheid. WAT & HOE WAT & HOE TA A L G I D S RUSSISCH RUSSISCH DE BESTE TOLK VOOR OP REIS Ruim 4000 woorden & zinnen oordenlijst W Nederlands - Russisch W oordenlijst Russisch - Nederlands uidelijke aanwijzingen

Nadere informatie

Examen HAVO. Russisch. tijdvak 1 maandag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen HAVO. Russisch. tijdvak 1 maandag 30 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen HVO 2011 tijdvak 1 maandag 30 mei 13.30-16.00 uur Russisch ij dit examen hoort een bijlage. it examen bestaat uit 44 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 49 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5 Taal actief 4 taal verkennen groep 5-8 taal verkennen groep 5 In dit document een overzicht opgenomen van de benodigde voor de lessen Taal verkennen groep 5. Deze kenn maakt onderdeel uit van de leerlijn

Nadere informatie

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer

Nadere informatie

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I Grammatica I Rubriek Oefening Type Opgaven Uitleg Alle onderwerpen Totaaltoets Grammatica I (*) 42 1 Klanken/letters Deeltoets 1 (*) Naamwoorden Deeltoets 2

Nadere informatie

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat. Grammatica: werkwoorden werkwoordsen uitleg Werkwoordsen 1. Persoonsvorm In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal

Nadere informatie

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010 1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan

Nadere informatie

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden

Nadere informatie

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. DEEL 1: werkwoorden 1. Werkwoorden Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt. Voorbeelden: komen, gaan, zwemmen, lopen, zijn enz. 1.1 Vormen van het werkwoord Werkwoorden

Nadere informatie

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De

Nadere informatie

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 spelling 11 Algemene regels 11 Klinkers en medeklinkers 11 Accenttekens 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 De letters van het alfabet 15

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Meer dan grammatica!

Meer dan grammatica! Gramm@foon Meer dan grammatica! 1e druk 2011 ISBN: 9789490807061 Copyright: KleurRijker B.V., info@kleurrijker.nl Auteurs: Karine Jekel, Vika Lukina, Nynke Oosterhuis Redactie: Karine Jekel, Nynke Oosterhuis,

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Het programma van deze PIT wordt gedurende het schooljaar aangepast aan het tempo en het niveau van de klas. Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Klas: IG1 - EBR Lesperiode: 1 en 2 Taalportfolio opdracht

Nadere informatie

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww.,

Zin 1: Lijkt + een vriendelijke jongen: kww + naamwoordelijk deel, samen naamwoordelijk geheel (nwg). Verklaring: lijken is kww., Zinsontleding: onderwerp, persoonsvorm, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, handelend voorwerp, voorzetselvoorwerp en bijwoordelijke bepalingen in zinnen.

Nadere informatie

De productieve en receptieve kennis van de partikels -то en же van Nederlands-Russische kinderen.

De productieve en receptieve kennis van de partikels -то en же van Nederlands-Russische kinderen. De productieve en receptieve kennis van de partikels -то en же van Nederlands-Russische kinderen. MA-Scriptie Jan Lodewijk Eshuis, 0587931 Begeleider: Mw. dr. A.V. Podgaevskaja Tweede lezer: Prof. dr.

Nadere informatie

De Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars

De Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars De Edukese Taal Edukeser Språkerne Door Lars Fonologie Letter IPA Letter IPA A ɐ P B b Q C ʃ / k * R D S ʂ / s ** E F G H I J K L M N O T U V W X Y Z Å Æ Þ Ð Ø *= De c wordt in het Edukees soms als ʃ en

Nadere informatie

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed.

Indien je de regels uit dit bestand kunt toepassen en je kent de stappen die je in het schema moet maken, dan beheers je de werkwoordspelling goed. Regels werkwoordspelling In dit bestand worden de 5 werkwoordsvormen uitgelegd. Het gaat om: 1. Tegenwoordige tijd 2. Verleden tijd 3. Voltooid deelwoord 4. Onvoltooid deelwoord 5. Bijvoeglijk gebruikt

Nadere informatie

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7.

Grammatica. Inhoud. 1. De en het. 2. Meervoud. 3. Werkwoord. 4. Vraagwoorden. 5. Zinnen maken Zinnen maken 2. 7. Grammatica Inhoud 1. De en het 2. Meervoud 3. Werkwoord 4. Vraagwoorden 5. Zinnen maken 1 6. Zinnen maken 2 7. Zinnen maken 3 8. Zinnen maken 4 9. Niet en geen 10. Lange woorden 11. Het verkleinwoord 12.

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende regel De stam van werkwoorden kunnen noteren

Nadere informatie

4 Имена существительные Zelfstandige naamwoorden

4 Имена существительные Zelfstandige naamwoorden 4 Имена существительные Zelfstandige naamwoorden Zelfstandige naamwoorden hebben geen lidwoord Russische zelfstandige naamwoorden hebben geen lidwoord. Of een zelfstandig naamwoord bepaald of onbepaald

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden

Nadere informatie

Handige lessen Zweeds

Handige lessen Zweeds Handige lessen Zweeds Geschreven door Jules Beelen Uitgave van Zweeds Leren van J. Beelen Utrecht, 2016 Geschreven door Jules Beelen Eerste druk, 2016 2 2016 - Kopiëren verboden! Uitsluitend verkoop en

Nadere informatie

Zakelijke correspondentie Brief

Zakelijke correspondentie Brief - Adressering Mr. J. Rhodes, Rhodes & Rhodes Corp., 212 Silverback Drive, California Springs CA 92926 Mr. J. Rhodes Rhodes & Rhodes Corp. 212 Silverback Drive California Springs CA 92926 Amerikaanse adressering:

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2016-2017 Lesperiode: 1 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Formuleren

Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting Nederlands Formuleren Samenvatting door Luca 1052 woorden 28 maart 2016 8,2 1 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Dubbelop Onjuiste herhaling; Tautologie; Pleonasme; Contaminatie;

Nadere informatie

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

1 keer beoordeeld 4 maart 2018 7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen 7 instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema

Nadere informatie

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar

Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde

Nadere informatie

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief Bij de verschillende onderdelen van Taal actief kunt u onderdelen uit De bovenkamer

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Taal

Visuele Leerlijn Taal Visuele Leerlijn Taal www.gynzy.com Versie: 05-09-2019 Taalbegrip Abstracties Probleem & oplossing Zender & ontvanger Functies van taal Discussie Standpunt & argument Feit & mening Illustratie (als voorbeeld)

Nadere informatie

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30

Les 5 Werkwoorden 22 Les 6 De persoonsvorm van het werkwoord 24 Les 7 De, het, een 26 Les 8 Het meervoud (op -en, -s of - s) 28 Herhalingstoets 2 30 Inhoud Deel 1 Grammaticale vormen Les 1 Letter, woord, zin, getal, cijfer 12 Les 2 Zinnen 14 Les 3 Persoonlijke voornaamwoorden (1) 16 Les 4 Hij / het / je / we / ze 18 Herhalingstoets 1 20 Les 5 Werkwoorden

Nadere informatie

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave

Thema 3 Vervoer. Inhoudsopgave Thema 3 Vervoer Inhoudsopgave 3.1 Met de taxi 155 3.2 Regels in het verkeer 156 3.3 De tijd 157 3.4 Reizen met de trein 160 3.5 Wie, wat, waar? 161 3.6 Komen en gaan 163 3.7 Reizen met de auto 165 3.8

Nadere informatie

TAALVERZORGING KGT 2 SPORTIEF PERRON 1

TAALVERZORGING KGT 2 SPORTIEF PERRON 1 Sportief! TAALVERZORGING KGT SPORTIEF PERRON Je zit alweer in het tweede jaar van het vmbo. Vorig jaar heb je veel geleerd bij het onderdeel Taalverzorging, maar misschien ben je ook wel iets vergeten.

Nadere informatie

Een oefening in medemenselijkheid

Een oefening in medemenselijkheid Een oefening in medemenselijkheid Michaïl Sjisjkin Onvoltooide liefdesbrieven Michaïl Sjisjkin is in 1961 in Moskou geboren. Hij had een Russische vader en een Oekraïense moeder. Zijn oudere broer heeft

Nadere informatie

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2

TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2 Sportief! TAALVERZORGING BK 2 SPORTIEF PERRON 2 Je zit alweer in het tweede jaar van het vmbo. Vorig jaar heb je veel geleerd bij het onderdeel Taalverzorging, maar misschien ben je ook wel iets vergeten.

Nadere informatie

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij?

Wie is dat? thema. Hoe heet jij? Ik weet het niet! Beatriz. Marco. Hallo, ik heet Jürgen. Dag mevrouw. Dag meneer. Hoi! Ik heet Bushra. En jij? thema 1 Ik weet het niet! 1 Hoe heet jij? Beatriz Hoe heet jij? Ik heet Jürgen. Dag meneer. Dag mevrouw. Hallo, ik heet Jürgen. Hoi! Ik heet Bushra. En jij? Jürgen, dit is Lei San. Leuk met je kennis te

Nadere informatie

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen.

In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. In dit boekje staan verschillende mogelijkheden om iets op te lossen. Mochten er aanvullingen zijn, kunt u altijd een e-mail sturen naar info@obs-delandweert.nl. ONTLEDEN Taalkundig ontleden. benoem de

Nadere informatie

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

Kernwoord Uitleg Voorbeeld Aanhalingstekens Accenttekens Achtervoegsel Afbreekteken Gebruik je voor een citaat of als iets niet letterlijk is bedoeld. Gebruik je om iets nadruk te geven of om dubbelzinnigheid te voorkomen. Een nietzelfstandig

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

Online cursus spelling en grammatica

Online cursus spelling en grammatica Handleiding Online cursus spelling en grammatica Het hoofdmenu In het hoofdmenu kun je links op een niveau klikken. Daarnaast zie je een overzicht van de modules die bij dit niveau horen. Modules Rechts

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: leesvaardigheid Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1 + 2 Theorie blz. 7-8, 50 aantekeningen oefeningen uit het leerboek stappenplan lezen De leerling kent de termen onderwerp, deelonderwerp, hoofdgedachte,

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) 2015-2016 Lesperiode: 1 week 36 t/m week 38 Hoofdstuk: Spelling 2 t/m 6 De stam van het werkwoord Splitsbare werkwoorden Persoonsvorm tegenwoordige tijd en de bijbehorende

Nadere informatie

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t.

71 S. instapkaarten taal verkennen 5KM. MALtABERG. QVRre. v;rw>r t. -t. v;rw>r t 7 S SS QVRre F9 - -t. t- L 5KM i r MALtABERG instapkaarten taal verkennen S -4 taal verkennen komt er vaak een -e achter. Taa actief. instapkaarten taal verkennen. groep 8 Maimberg s-hertogenbosch

Nadere informatie

Visuele Leerlijn Spelling

Visuele Leerlijn Spelling Visuele Leerlijn Spelling www.gynzy.com Versie: 15-08-2018 Begrippen Klanken & Letters Klank (begrip) Klinker of medeklinker (begrip) Korte of lange klank (begrip) Tweetekenklank (begrip) Lange-, korte-,

Nadere informatie

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek

Jan Heerze. Kortom. Nederlandse grammatica. Walvaboek Jan Heerze Kortom Nederlandse grammatica Walvaboek WOORD VOORAF Kennis van de Nederlandse grammatica is geen doel in zichzelf, maar een hulpmiddel om tekortkomingen in eigen taalgebruik te corrigeren.

Nadere informatie

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen

Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er

Nadere informatie

J&M Vlaanderen > educatieve bijlage > zolotoj plyos

J&M Vlaanderen > educatieve bijlage > zolotoj plyos E E N E D U C A T I E V E B I J L A G E V A N J E U G D E N M U Z I E K J&M Vlaanderen educatieve bijlage zolotoj plyos 1. DE GROEP 2. RUSSISCHE VOLKSMUZIEK 3. MUZIKALE KOZAKKEN 4. PROGRAMMA 5. INSTRUMENTEN

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen -b fl41..- 1 rair î ; : ; - / 0 t- t-, 9 S QURrz 71 1 t 5KM 1o r MALNBERG St 4) 4 instapkaarten ji - S 1,1 1 thema 5 1 les 2 S S S - -- t. Je leert hoe je van het hele werkwoord een voltooid deelwoord

Nadere informatie

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. 9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw

Nadere informatie

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46 Inhoud Inleiding 6 1 Wie? (mensen) Wat? (dieren en dingen) 10 π Het zelfstandig naamwoord (man, vrouw, Jan) 12 π Het zelfstandig naamwoord, meervoud (lepels, bloemen) 13 π Het zelfstandig naamwoord, verkleinwoord

Nadere informatie

0 8 ю ю ю 0 5

0 8 ю ю ю 0 5 1 3 0 5 0 3 5 0 5 0 1 0 3 0 3 0 3 0 5 0 4 0 3 0 5 ю 0 7 ю 0 1 0 2 0 5 0 0 ю 0 5 0 4 0 3 0 3 0 7 ю 0 3 0 8 0 2 0 5 0 1 0 4 0 9 0 8 0 1 0 3 0 0 0 3 0 3 0 8 0 7 0 3 Ц 0 3 ю 0 9 0 3 0 5 0 1 0 5 0 0 0 6 0 6

Nadere informatie

Voordat ik je uitleg wat voornaamwoorden zijn, wil ik je vragen of je bij het lezen van de onderstaande zinnen een plaatje voor je ziet.

Voordat ik je uitleg wat voornaamwoorden zijn, wil ik je vragen of je bij het lezen van de onderstaande zinnen een plaatje voor je ziet. Voornaamwoorden Door Henk Wolf. Groningen, 2014. In dit artikeltje leer je wat voornaamwoorden zijn, welke soorten voornaamwoorden er bestaan en welke kenmerken elk van die soorten heeft. Wat zijn voornaamwoorden?

Nadere informatie

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2 Auteur boek: مو لف الكتاب: Vera Lukassen Titel boek: Nederlands voor Arabisch taligen كتاب : الھولندي للناطقین باللغة العربیة المستوى Niveau A0 A2, A0 A2 2015, Serasta Uitgegeven in eigen beheer info@serasta.nl

Nadere informatie

Loopt vader met moeder in het park?

Loopt vader met moeder in het park? Oefening 3 Maak van de gewone zin een vraagzin. Kleur de persoonsvorm lichtblauw. 1. Vader loopt met moeder in het park. Loopt vader met moeder in het park? 2. Morgen ga ik boodschappen doen. Soms begint

Nadere informatie

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34

Grammatica - Woordsoorten herhaling vmbo-kgt34 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 02 augustus 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74568 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs

Nadere informatie

Нидерландский язык с Йипом и Яннеке

Нидерландский язык с Йипом и Яннеке 1 Нидерландский язык с Йипом и Яннеке Составитель пособия: Лидия Данилина Под редакцией Ильи Франка Метод чтения Ильи Франка Annie M. G. Schmidt очень известная писательница, которая оставила детские книжки,

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Vak: Nederlands, onderdeel taalportfolio /HV Lesperiode: 1 Taalportfolio deel 1 In je taalportfolio komen 4 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode

Nadere informatie

zelfstandig naamwoord

zelfstandig naamwoord zelfstandig naamwoord Het zelfstandig naamwoord is een woord voor een mens, dier of ding. de man de kat de fiets lidwoord Het lidwoord hoort bij het zelfstandig naamwoord. de het een samenstelling Een

Nadere informatie

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek

Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Compacte taalgids Nederlands (basis en gevorderd) les- en werkboek Bezoek- en postadres: Bredewater 16 2715 CA Zoetermeer info@uitgeverijbos.nl www.uitgeverijbos.nl 085 2017 888 Aan de totstandkoming van

Nadere informatie

instapkaarten taal verkennen

instapkaarten taal verkennen instapkaarten inhoud instapkaarten Taal verkennen thema 1 les 2 1 thema 1 les 4 2 thema 1 les 7 3 thema 1 les 9 4 thema 2 les 2 5 thema 2 les 4 6 thema 2 les 7 7 thema 2 les 9 8 thema 3 les 2 9 thema 3

Nadere informatie

20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN

20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN 20 EEUWIGE STRUIKELBLOKKEN De vijf ergerlijkste taalfouten Radio 1 kan (1) er van / ervan meespreken. Vraag de luisteraar niet aan welke taalfouten en clichés hij (2) hem / zich ergert, want je (3) word

Nadere informatie

VOORWOORD. René van Royen

VOORWOORD. René van Royen VOORWOORD Priscianus was een knappe man. Toen Rome lang geleden nog een rijk was, leerde hij de kinderen in zijn klas Latijn. Hij gaf dus les, maar wat hij in de klas vertelde schreef hij ook op. Zo ontstond

Nadere informatie

Ontkenning niet of geen

Ontkenning niet of geen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Jenneke van der Craats 22 februari 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/96998 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Academisch schrijven Inleiding

Academisch schrijven Inleiding - In dit essay/werkstuk/deze scriptie zal ik... nagaan/onderzoeken/evalueren/analyseren... Algemene inleiding van het werkstuk В этом эссе/статье/научной работе я постараюсь подтвердить предположения/провести

Nadere informatie

Thema 10. We ruilen van plek

Thema 10. We ruilen van plek Thema 10 We ruilen van plek Les 10.1 1. zakenreis 2. industrieën 3. raketten 4. percentage 5. demonstratie Les 1 gouden, ziekenhuis In het ankerverhaal staat dat de moeder van Gaby Pak kersen geeft in

Nadere informatie

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD Een didactiek om het begrip ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD aan te leren in het 4e leerjaar (Groep 6). Enkele voorafgaande opmerkingen over de toekomende tijd van het werkwoord.

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT) Fictie Klas: MH-1 Lesperiode:1 Taalportfolio In je taalportfolio komen 5 opdrachten die gedurende het jaar worden uitgedeeld en uitgelegd. In de eerste rapportperiode worden de eerste 3 opdrachten beoordeeld

Nadere informatie

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Rapportperiode 1 Vak: Nederlands Onderdeel: LEZEN Docent: RKW 1 Aantal lessen per week: 4 Methode: Lees Mee Hoofdstuk: Blok 1 t/m 6 Blz. Weging: 1x 3x woordmixtoets 3x leestoets In totaal 6 cijfers Studievaardigheden:

Nadere informatie

Ontkenning niet of geen

Ontkenning niet of geen Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Jenneke van der Craats 22 february 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/96998 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.

DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. STRUCTUUR De lesstof is ingedeeld in rubrieken (onderwerpen)

Nadere informatie

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6

Grammatica Zinsontleding. Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Grammatica Werkboek Geschikt voor de groepen 5 en 6 Inhoudsopgave Zinnen knippen 4 Het onderwerp 7 De persoonsvorm 11 Het gezegde 17 Het werkwoordelijk gezegde 21 Het naamwoordelijk gezegde 24 Het lijdend

Nadere informatie

BIJBELS GRIEKS HERHALING 1

BIJBELS GRIEKS HERHALING 1 Pagina:1 Her.1.1 Inleiding Dit een herhalingsles. In deze les herhalen we de beangrijkste zaken uit les 1 t/m 5. We beginnen met het herhalen van de naamvallen. Leest u voordat u verder gaat met deze les

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18 Inhoud Deel 1 Spelling 18 Inleiding 15 1 Grondbeginselen van de Nederlandse spelling 21 1.1 Verschil tussen klank en letter 22 1.2 Hoofdregels 22 1.3 Interactie tussen de regels 24 1.4 Belang van de regel

Nadere informatie