KWALITEITSINDICATOREN BIJ BORSTKANKER (VIP 2 -PROJECT): TOELICHTING BIJ DE RESULTATEN VAN UZ LEUVEN
|
|
- Gerda Bosmans
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 KWALITEITSINDICATOREN BIJ BORSTKANKER (VIP 2 -PROJECT): TOELICHTING BIJ DE RESULTATEN VAN UZ LEUVEN Inhoud Opmerkingen vooraf... 2 Funnel plots lezen... 3 Uitleg bij de tabellen en funnel plots (door professor Marie-Rose Christiaens)... 3 Algemene informatie... 5 Leeftijdscategorie... 5 Aantal patiënten... 6 Overlevingscijfers... 8 Geobserveerde overleving... 8 Alle patiënten... 8 Geopereerde patiënten Relatieve overleving Alle patiënten Geopereerde patiënten Diagnose Stadium onbekend Diagnostiek en stagering Cytologisch en/of histologisch onderzoek Multidisciplinair oncologisch consult Behandeling Borstsparende chirurgie Adjuvante therapie: radiotherapie en chemotherapie Radiotherapie na een borstsparende ingreep Neo-adjuvante systemische therapie Systemische therapie bij uitgezaaide borstkanker
2 Vooraf Het VIP 2 -project gaat over gegevens van patiënten behandeld in De gegevens zijn gehaald uit de databank van de Stichting Kankerregister en via de facturatiegegevens aangeleverd door het Intermutualistisch Agentschap, dat de gegevens van de verschillende ziekenfondsen verzamelt. De Stichting Kankerregister ( verzamelt gegevens over alle nieuwe kankerdiagnoses in België en de follow-up ervan. Op basis van die informatie brengt de stichting de aard en omvang van kanker in België in kaart. Op regelmatige tijdstippen wordt die informatie gebundeld in een publicatie. De stichting verzamelt ook alle anatomopathologische testresultaten in het kader van de vroegtijdige opsporing van bepaalde kankers (baarmoederhals-, borst- en colonkanker). Niet alle gegevens van de Stichting Kankerregister zijn opgenomen in het VIP 2 -project. UZ Leuven kiest ervoor om naast de VIP 2 -kwaliteitsindicatoren ook nog grafieken en tabellen uit de Stichting Kankerregister op te nemen en te becommentariëren. De meeste cijfers gaan over invasieve borstkanker, het type borstkanker dat zich verder kan verspreiden in het lichaam. Er bestaan ook kwaadaardige letsels die nog niet in de omgeving ingroeien, die noemen we een in situ-kanker. 2 2/31
3 Funnel plots lezen Het rapport drukt de resultaten uit in tabellen en anderzijds funnel plots, een soort grafiek die de resultaten van het eigen ziekenhuis vergelijkt met de andere ziekenhuizen. Het resultaat van een parameter (Y-as) wordt altijd uitgezet tegen het aantal onderzochte personen (X-as). Elke bullet stelt de case load van een ziekenhuis voor: het aantal patiënten dat het ziekenhuis behandeld heeft in die periode. De funnel plot toont het gemiddelde, en geeft met de blauwe lijnen aan wat normale waarden zijn (waarden die niet als afwijkend worden beschouwd). Typisch voor een funnel plot is de trechtervorm (funnel betekent trechter): hoe kleiner de case load, hoe groter de kans dat toeval een rol speelt in het resultaat, en hoe meer de resultaten uiteen liggen; omgekeerd: hoe groter de case load, hoe kleiner de kans dat het resultaat beïnvloed wordt door toeval. Vandaar dat bij ziekenhuizen met een kleine case load meer variatie mogelijk (en normaal) is. Ter vergelijking: als je een dobbelsteen honderd keer gooit, is de kans groot dat je op een gemiddelde van 3 uitkomt. Gooi je maar drie keer, dan is de kans op een afwijking van dat gemiddelde veel groter. Uitleg bij de tabellen en funnel plots (door professor Marie-Rose Christiaens) 3 3/31
4 De verschillende resultaten van het rapport worden toegelicht door prof. dr. Marie-Rose Christiaens, coördinator van het borstcentrum. UZ Leuven is een officieel erkend borstcentrum. Om deze titel te mogen voeren, moeten we beantwoorden aan een hele reeks criteria en kenmerken die door de overheid zijn opgelegd. In ons borstcentrum kunnen uiteraard alle patiënten met borstkanker en andere borstaandoeningen terecht voor diagnose, behandeling en opvolging. Daarnaast bieden we ook een revalidatieprogramma aan. Verder werken we mee aan de gratis borstkankerscreening waarvoor alle vrouwen van 50 tot 69 om de twee jaar worden uitgenodigd en hebben we een programma voor vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker. Ook onderzoek behoort tot de opdrachten van het borstcentrum. Aan het borstcentrum zijn artsen van uiteenlopende disciplines verbonden, naast verpleegkundigen, maatschappelijk assistenten, seksuologen, psychologen, kinesitherapeuten en revalidatiespecialisten. Ook vrijwilligers spelen een belangrijke rol in het centrum. Bijzonder te vermelden is de borstverpleegkundige, die als hoofdopdracht heeft om de patiënten met (een vermoeden van) borstkanker persoonlijk te begeleiden gedurende het volledige proces dat ze doorlopen. 4 4/31
5 Algemene informatie Leeftijdscategorie Tabel: leeftijdscategorie van alle patiënten (met N: aantal) UZ Leuven behandelt in vergelijking met de andere Vlaamse ziekenhuizen iets minder vrouwen van boven de 70 jaar. Vrouwen uit de jongere leeftijdscategorieën zijn dan weer meer vertegenwoordigd. Patiënten van 70 en ouder lijken in eerste instantie een behandeling dicht bij huis te verkiezen, in een vertrouwde omgeving omringd door familie, en zijn minder bereid of in staat om zich (ver) te verplaatsen naar een meer gespecialiseerd borstcentrum. Patiënten jonger dan 70 gaan bij hun keuze voor een ziekenhuis dikwijls actief op zoek naar informatie en houden minder rekening met bereikbaarheid of nabijheid. 5 5/31
6 Aantal patiënten Figuur: verdeling van de ziekenhuizen op basis van het totaal aantal patiënten UZ Leuven ziet beduidend meer patiënten met borstkanker dan enig ander Vlaams ziekenhuis, namelijk meer dan twee keer zoveel als het ziekenhuis met het tweede hoogste cijfer. UZ Leuven wordt duidelijk beschouwd als het Vlaams referentieziekenhuis voor borstkanker. Al eind van de jaren 70 organiseerden we systematisch multidisciplinair overleg omtrent borstaandoeningen en hadden we in 1992 een gespecialiseerde afdeling specifiek voor borstaandoeningen, lang voor dat wettelijk verplicht was. Die grote aandacht voor een 6 6/31
7 multidisciplinaire aanpak van borstkanker, subspecialisatie en begeleiding van patiënten verklaart allicht voor een groot stuk het groot aantal patiënten dat naar UZ Leuven verwezen wordt.. In elk geval zijn we het aan onze reputatie als referentieziekenhuis verplicht om excellente zorg te verstrekken in elke fase van het traject, via diagnose tot behandeling, begeleiding, nazorg en revalidatie. 7 7/31
8 Overlevingscijfers Geobserveerde overleving Alle patiënten Figuur: geobserveerde vijfjaarsoverleving van alle patiënten gecorrigeerd voor leeftijd en stadium Met overlevingscijfers van 84,8% zitten we boven het Vlaamse gemiddelde van 80,6%. Terminologie Geobserveerde overlevingscijfers kijken naar de algemene overleving, zonder rekening te houden met de specifieke doodsoorzaak. Iemand met de diagnose borstkanker die overlijdt ten gevolge van een andere aandoening of oorzaak (bijvoorbeeld een ongeval), wordt met andere woorden ook geregistreerd als overleden. Verder gaat het hier om zogenaamde gecorrigeerde cijfers: de leeftijd van de patiënt en het stadium van de tumor zijn twee karakteristieken die een sterke invloed hebben op de overlevingscijfers. Een ziekenhuis dat meer oudere patiënten behandelt of meer patiënten met tumoren in stadium III en IV, 8 8/31
9 heeft daarom minder goede overlevingscijfers. Om een goede vergelijking te kunnen doen, is het daarom belangrijk om die twee karakteristieken uit te filteren. 9 9/31
10 Tabel: geobserveerde vijfjaarsoverleving van alle patiënten per gecombineerd stadium (met N: aantal) Uit deze cijfers blijkt dat de vijfjaarsoverlevingscijfers zeker voor de gevorderde stadia gunstig zijn: stadium III 80,9% tegenover 70,6% als Vlaams gemiddelde. Terminologie Het stadium geeft aan hoe ver de tumor gevorderd is. Er zijn twee manieren om het stadium te bepalen: 1. Klinisch stadium: het stadium van de kanker bepaald op basis van lichamelijk onderzoek en beeldvorming. Hoe hoger het cijfer, hoe verder gevorderd de tumor. 2. Pathologisch stadium: het stadium van de kanker bepaald op basis van weefselonderzoek (na een operatie). Hoe hoger het cijfer, hoe verder gevorderd de tumor. Beide bepalingen samen heten gecombineerd stadium /31
11 Geopereerde patiënten Figuur: geobserveerde vijfjaarsoverleving van geopereerde patiënten gecorrigeerd voor leeftijd en stadium In deze figuur worden specifiek de geopereerde patiënten beschouwd. Hier vallen de gunstige overlevingscijfers nog meer op: 90,9% tegenover 86,5% als Vlaams gemiddelde. Dat het overlevingscijfer bij de geopereerde patiënten hoger ligt (90,9%) dan bij alle patiënten met diagnose borstkanker (84,8%) is goed te verklaren: patiënten met uitgezaaide (gemetastaseerde) borstkanker worden minder vaak geopereerd; een operatie is bij deze laatste patiëntengroep namelijk niet altijd noodzakelijk of aangewezen. Binnen de groep geopereerde patiënten zitten met andere woorden meer patiënten met een minder gevorderd stadium. Er zit ook een grote groep patiënten bij die vóór de operatie al behandeld zijn, bijvoorbeeld met chemotherapie of hormoontherapie, wat hun prognose in sommige situaties verbeterd heeft /31
12 Tabel: geobserveerde vijfjaarsoverleving van geopereerde patiënten per gecombineerd stadium (met N: aantal) Als we de overlevingscijfers van de geopereerde patiënten van naderbij bekijken volgens het tumorstadium, blijkt opnieuw dat UZ Leuven ook voor de hogere stadia goede cijfers haalt: voor stadium III gaat het over 85,7% tegenover 73,4% als Vlaams gemiddelde /31
13 Relatieve overleving Alle patiënten Figuur: relatieve vijfjaarsoverleving van alle patiënten gecorrigeerd voor leeftijd en stadium Met relatieve overlevingscijfers van 90,5% zitten we boven het Vlaamse gemiddelde van 88%. Terminologie Relatieve overlevingscijfers vergelijken de concrete overlevingscijfers van borstkankerpatiënten met de globale levensverwachting. Een vijfjaarsoverleving van 90,5% zegt dus niet dat na vijf jaar nog 90,5% van de borstkankerpatiënten in leven is dat wordt uitgedrukt via geobserveerde overlevingscijfers; het cijfer drukt uit dat de levensverwachting van een borstkankerpatiënt 90,5% bedraagt in vergelijking met de levensverwachting van iemand die geen borstkanker heeft (maar voor de rest wel over dezelfde kenmerken beschikt, zoals leeftijd en geslacht) /31
14 Een relatief overlevingscijfer van 100% betekent dus dat de borstkankerpatiënt even veel (of even weinig) kans op overlijden heeft als de globale populatie (rekening houdend met leeftijd, geslacht en kalenderjaar een jaar met een strenge winter beïnvloedt bijvoorbeeld het sterftecijfer). Een relatief overlevingscijfer van meer dan 100% wijst erop dat de kans op sterfte zelfs lager ligt dan bij de algemene populatie. Zo n cijfer kan worden verklaard door bijvoorbeeld een gezondere levensstijl of een nauwere medische opvolging, maar het cijfer kan ook te wijten zijn aan ontbrekende gegevens of een kleine steekproefgrootte. Verder gaat het hier om zogenaamde gecorrigeerde cijfers: de leeftijd van de patiënt en het stadium van de tumor zijn twee karakteristieken die een sterke invloed hebben op de overlevingscijfers. Een ziekenhuis dat meer oudere patiënten behandelt of meer patiënten met tumoren in stadium III en IV, heeft daarom minder goede totale overlevingscijfers. Om een goede vergelijking te kunnen doen, is het daarom belangrijk om die twee karakteristieken uit te filteren /31
15 Tabel: relatieve vijfjaarsoverleving van alle patiënten per gecombineerd stadium (met N: aantal) De relatieve overlevingscijfers bekeken volgens tumorstadium laten zien dat vooral voor de meer gevorderde stadia de resultaten gunstig zijn; vooral stadium III (met 87,6% tegenover 78,4%) valt op /31
16 Geopereerde patiënten Figuur: relatieve vijfjaarsoverleving van geopereerde patiënten gecorrigeerd voor leeftijd en stadium Met relatieve overlevingscijfers van 96,4% voor de geopereerde patiënten zitten we boven het Vlaamse gemiddelde van 93,5%. Net zoals bij de geobserveerde overleving geldt dat het hogere cijfer bij geopereerde patiënten logisch is: patiënten met uitgezaaide (gemetastaseerde) borstkanker worden minder vaak geopereerd; een operatie is bij deze patiëntengroep namelijk niet altijd noodzakelijk of aangewezen. Binnen de groep geopereerde patiënten zitten met andere woorden meer patiënten met een minder gevorderd stadium. Er zit ook een grote groep patiënten bij die vóór de operatie al behandeld zijn, bijvoorbeeld met chemotherapie of hormoontherapie, wat hun prognose in sommige situaties verbeterd heeft /31
17 Tabel: relatieve overleving van geopereerde patiënten per gecombineerd stadium (met N: aantal) De relatieve overlevingscijfers van geopereerde patiënten bekeken volgens tumorstadium laten zien dat vooral voor de meer gevorderde stadia de resultaten gunstig zijn; vooral stadium III (met 92,3% tegenover 80,7%) valt op /31
18 Diagnose Stadium onbekend Figuur: vrouwen bij wie het klinisch stadium en het pathologisch stadium niet bekend is Uit deze cijfers blijkt dat in 2,5% van de gevallen geen stadiumbepaling van de tumor gebeurt. Daarmee zitten we weliswaar onder het Vlaamse gemiddelde van 4,67%, maar toch stemt dit resultaat ons niet tevreden. Bij élke diagnose moet een stadiumbepaling gebeuren, zeker klinisch en als de patiënt geopereerd is ook pathologisch. Het stadium van de tumor is namelijk cruciaal voor de behandeling. We zijn dan ook ten zeerste verbaasd dat in ons ziekenhuis behandelingen worden opgestart zonder dat het stadium bepaald is. Er zijn twee mogelijke verklaringen voor dit resultaat. 1. Ofwel komen de cijfers overeen met de realiteit en wordt het stadium af en toe niet bepaald. In dat geval nemen we maatregelen om de situatie zo snel mogelijk recht te trekken. 2. Ofwel is er sprake van een registratieprobleem: niet elke stadiumbepaling wordt correct genoteerd en doorgegeven aan het Kankerregister. Ook in dat geval zullen we maatregelen treffen om de registratie te verbeteren /31
19 Zodra we weten waar het probleem precies zit, geven we meer informatie: over de oorzaak, maar ook over de maatregelen die we treffen om de situatie te verbeteren. Terminologie Het stadium geeft aan hoe ver de tumor gevorderd is. Er zijn twee manieren om het stadium te bepalen. 1. Klinisch stadium: het stadium van de kanker bepaald op basis van lichamelijk onderzoek en beeldvorming. Hoe hoger het cijfer, hoe verder gevorderd de tumor. 2. Pathologisch stadium: het stadium van de kanker bepaald op basis van weefselonderzoek (na een operatie). Hoe hoger het cijfer, hoe verder gevorderd de tumor. Beide bepalingen samen heten gecombineerd stadium /31
20 Diagnostiek en stagering Tabel: procedures voor diagnostiek en stagering (met N: aantal) In 97,8% van de gevallen gebeurt in UZ Leuven een ER/PR/HER2-bepaling, hetzelfde cijfer als het Vlaamse gemiddelde. Zo n ER/PR/HER2- bepaling is essentieel voor een correcte behandeling. Vandaar dat we een resultaat van 100% nastreven. We zoeken uit waarom het cijfer lager ligt dan 100% (loopt er iets mis met de registratie of wordt de bepaling af en toe niet uitgevoerd?) en nemen gepaste maatregelen en streven naar een resultaat van 100%. Met 94% voor punctie en/of biopsie van de borstklier zitten we beduidend boven het Vlaamse gemiddelde (82,6%). Maar ook hier streven we naar een resultaat van 100%. Opnieuw: een punctie en/of biopsie van de borstklier geeft essentiële informatie voor een correcte behandeling. We zijn dan wel weer tevreden over het lage cijfer van chirurgische biopsieën: 1,4% tegenover 5,5% in andere Vlaamse ziekenhuizen. Normaal wordt eerst een punctie onder echogeleide (of stereotaxie of MR) en met lokale anesthesie uitgevoerd, en alleen als die geen informatie geeft of een resultaat dat afwijkt van het lichamelijk onderzoek en de beeldvorming, wordt geopteerd om onder narcose een chirurgische biopsie of wegname te plannen. Ook deze beslissing wordt multidisciplinair genomen. De cijfers geven dus aan dat we maar zelden verplicht zijn een chirurgische biopsie uit te voeren. De grote expertise op vlak van beeldvorming en geleide puncties is te verklaren doordat onze borstradiologen zich sterk gespecialiseerd hebben en uitsluitend actief zijn in borst-beeldvorming. Een punctie kan ook uitwijzen dat een tumor goedaardig is en dat opereren dus niet nodig is. Op die manier kunnen we ook onnodige operaties vermijden /31
21 Terminologie Bij een ER/PR/HER2-statusbepaling wordt nagegaan of op de tumorcellen oestrogeenreceptoren (ER), progesteronreceptoren (PR) of humane epidermale groeifactorreceptoren 2 (HER2) aanwezig zijn. Deze receptoren geven aan of een tumor gevoelig is voor hormonale of monoklonale therapie. Beide types therapieën zijn erop gericht om de groei van de tumor tegen te gaan. Een klein stukje tumorweefsel kan onder plaatselijke verdoving worden weggenomen met een punctie, waarbij een lange naald weefsel opzuigt. Snijden is niet nodig. De procedure gebeurt ambulant, laat weinig littekens achter, en het werkverlet blijft beperkt (enkel de dag van de procedure). Bij een chirurgische biopsie of wegname van het letsel wordt weefsel onder volledige narcose operatief weggenomen. Een chirurgische biopsie is dus ingrijpender dan een punctie: er is volledige narcose, de patiënt moet worden opgenomen in het daghospitaal, meerdere dagen werkverlet, meer litteken. Om die reden willen we zo veel mogelijk dergelijke procedures vermijden en optimaal de diagnose stellen op basis van een punctie /31
22 Cytologisch en/of histologisch onderzoek Figuur: percentage geopereerde patiënten bij wie de kwaadaardigheid van de tumor wordt bepaald aan de hand van een cytologisch en/of histologisch onderzoek Met een resultaat van 99% is duidelijk dat ongeveer voor elke patiënt die in UZ Leuven geopereerd wordt, vooraf een vaststaande diagnose van kwaadaardigheid beschikbaar is. Hoewel we met dit cijfer ruim boven het Vlaamse gemiddelde zitten (88,1%), zijn we niet helemaal tevreden: we streven naar 100%. Zo n cytologisch of histologisch onderzoek is belangrijk voor een correcte behandeling. Misschien voeren we het onderzoek effectief in 100% van de gevallen uit, maar loopt iets mis met de registratie. We zoeken het verder uit en nemen de gepaste maatregelen. Terminologie Zowel via analyse van cellen (cytologische bepaling) als via analyse van het weefsel (histologische bepaling) kunnen vóór de operatie de kenmerken van de tumor (al dan niet kwaadaardig, aanwezigheid van ER/PR/HER2-receptoren ) bepaald worden. Die kenmerken zijn belangrijk om de verdere behandeling vast te leggen en te bespreken met de patiënt /31
23 Figuur: percentage niet-geopereerde patiënten bij wie de kwaadaardigheid van de tumor wordt bepaald aan de hand van een cytologisch en/of histologisch onderzoek De figuur toont aan dat UZ Leuven een voldoende hoge score behaalt (89,5%) bij het bepalen van de aard van de tumor en zijn kenmerken, ingeval de patiënt niet geopereerd wordt. De norm ligt namelijk tussen 80 en 95%. Toch zijn we zelf niet tevreden over het resultaat; dit zou moeten gebeuren bij ALLE patiënten die niet geopereerd worden. We zoeken daarom uit wat dit cijfer verklaart (registreren we de onderzoeken onvoldoende of voeren we onvoldoende cytologische en histologische onderzoeken uit?) en treffen daarna de gepaste maatregelen /31
24 Multidisciplinair oncologisch consult Figuur: vrouwen besproken op het multidisciplinair oncologisch consult Tijdens een multidisciplinair overleg wisselen oncologen, gynaecologen, radiotherapeuten, chirurgen, pathologen en radiologen informatie uit om het beste behandelingstraject uit te werken. Daarom is het wenselijk dat voor elke patiënt op meerdere tijdstippen zowel van de diagnose als van de behandeling zo n overleg plaatsvindt. Het is aangewezen om voor elke patiënt één multidisciplinair consult per jaar uit te voeren. Dat consult wordt geregistreerd en is de basis voor deze grafiek. In de feiten gebeurt in UZ Leuven ook tussendoor multidisciplinair overleg, waardoor we dus een hogere frequentie hebben dan die ene keer per jaar. We zijn dan ook ten zeerste verbaasd dat volgens de cijfers zelfs dat ene overleg per jaar niet bij alle patiënten gebeurt, temeer omdat er een heel lange traditie van dergelijk overleg in Leuven geïnstalleerd is Denken we ten onrechte dat al onze patiënten multidisciplinair worden besproken? Of loopt er iets mis met de registratie? We zoeken het uit en nemen de gepaste maatregelen /31
25 Behandeling Borstsparende chirurgie Tabel a: chirurgie voor alle patiënten (met N: aantal) Tabel b: aantal patiënten die een borstsparende operatie ondergingen en die binnen 6 maanden daarna geen borstamputatie ondergingen UZ Leuven Vlaanderen totaal BSC geen amputatie na % totaal BSC geen amputatie na % 6 maanden 6 maanden 524 (*) 497 (**) 94,8% 5357 (*) 3191 (**) 59,5% (*) cijfer afkomstig uit het individueel rapport tabel 6, tabel beschrijvende statistiek, chirurgie (**) cijfer afkomstig uit het individueel rapport tabel 9, tabel procesindicatoren - procesindicator borstsparende chirurgie In vergelijking met de andere Vlaamse ziekenhuizen voeren we volgens tabel a minder borstsparende ingrepen uit en meer volledige borstamputaties. Als dat enigszins kan, wordt gekozen voor een borstsparende ingreep omdat die minder ingrijpend is, zowel lichamelijk als emotioneel. Uit tabel a zouden we dus kunnen besluiten dat we in eerste instantie te snel kiezen voor een borstamputatie. Maar dat besluit moeten we nuanceren. Uit tabel b blijkt namelijk dat UZ Leuven minder vaak borstsparende operaties moet corrigeren (door uiteindelijk toch nog de volledige borst te amputeren). Anders gezegd: de beslissing om een borstsparende operatie uit te voeren, is in ons ziekenhuis vaker een correcte beslissing, waarop we minder vaak dan elders moeten teruggekomen. De kans dat de patiënt twee keer moet worden geopereerd, ligt bij ons dus beduidend lager dan elders. Dat is nog om een andere reden positief: het is emotioneel lastiger als een vrouw toch nog haar borst verliest als haar eerst verteld werd dat een borstsparende ingreep mogelijk was; het is na de eerste schok, de kanker diagnose, een tweede grote schok /31
26 Terminologie BSC staat voor borstsparende chirurgie; hierbij wordt maar een deel van borst weggenomen: de tumor en een veiligheidszone er rond. Bij een mastectomie (ook borstamputatie genoemd) wordt de volledige borst weggenomen /31
27 Adjuvante therapie: radiotherapie en chemotherapie Tabel: andere therapie dan chirurgie (met N: aantal) We behandelen patiënten vaker met adjuvante radiotherapie dan in andere Vlaamse ziekenhuizen het geval is. Omdat een behandeling aangevuld met radiotherapie in veel gevallen betere lokale tumorcontrole en overlevingskansen geeft en relatief weinig nevenwerkingen heeft, is dat een positief cijfer. Over het resultaat in verband met adjuvante chemotherapie zijn we ook wat verbaasd: we waren ervan overtuigd dat we daar merkelijk lager zouden scoren, maar blijken toch op het Vlaamse gemiddelde te zitten. Chemotherapie doodt niet alleen de kankercellen, maar ook gezonde cellen, en geeft veel meer nevenwerkingen en is daarom veel meer belastend voor de patiënten. Als chemotherapie dus niets bijbrengt tot tumorvrije of relatieve overleving, wordt ze daarom beter niet voorgeschreven. Deze cijfers nodigen ons uit onze interne richtlijnen voor chemotherapie regelmatig bij te sturen als nieuwe informatie uit onderzoek beschikbaar is. Terminologie Radiotherapie wordt ook wel bestralingen genoemd. Met ioniserende stralen wordt de tumor bestraald zodat de kankercellen vernietigd worden. Ook met chemotherapie worden de kankercellen vernietigd. Maar deze therapie doodt niet alleen de kankercellen, maar ook gezonde cellen. De nevenwerkingen zijn dan ook vrij groot. Na verwijdering van de tumor kunnen een of meerdere aanvullende behandelingen worden gegeven voor betere kansen op genezing of voor betere overleving. Zo n behandeling heet adjuvante behandeling en kan radiotherapie, chemotherapie, hormonale therapie of monoklonale therapie zijn, of een combinatie van deze therapieën. Een neo-adjuvante behandeling is een medicamenteuze behandeling die toegediend wordt vóór de chirurgie. Deze behandeling wordt gegeven bijvoorbeeld om de tumor te laten krimpen of op basis van bepaalde kenmerken van de tumor (bijvoorbeeld afwezigheid van ER- of PR-receptoren of de aanwezigheid van HER2-receptoren), waarbij in elk geval chemotherapie nuttig is /31
28 Radiotherapie na een borstsparende ingreep Figuur: Radiotherapie na een borstsparende ingreep Ons resultaat van 97,7% is zeer positief. Alle patiënten met een invasieve tumor die borstsparend verwijderd is, hebben immers baat bij radiotherapie. De radiotherapie vermindert in belangrijke mate het risico dat de tumor terugkomt (recidive). Minder risico op recidive betekent ook betere genezingskansen en overleving. Voordat we een patiënt voorstellen om de tumor borstsparend te verwijderen, moeten we dus zeker zijn dat radiotherapie mogelijk is. In sommige gevallen kan de radiotherapie moeilijker uitgevoerd worden, bijvoorbeeld omdat de persoon bedlegerig is en zich niet of zeer moeilijk gedurende enkele weken kan verplaatsen naar het ziekenhuis voor de dagelijkse radiotherapie. Uitzonderlijk, bijvoorbeeld bij een hoogbejaarde persoon, kan het gebeuren dat we toch besluiten tot een borstsparende operatie ook al is radiotherapie achteraf niet mogelijk /31
29 Neo-adjuvante systemische therapie Figuur: vrouwen die neo-adjuvante systemische therapie krijgen Meer dan andere Vlaamse ziekenhuizen geven we patiënten neo-adjuvante medicamenteuze therapie. Zo kunnen we vaker een borstsparende operatie uitvoeren: een neo-adjuvante medicamenteuze therapie dient namelijk om de tumor te laten krimpen, waardoor het niet altijd nodig is om de volledige borst te amputeren /31
30 Systemische therapie bij uitgezaaide borstkanker Figuur: percentage patiënten met uitgezaaide borstkanker die een systemische behandeling kregen Met 87,5% halen we de vooropgestelde norm, die namelijk tussen 80 en 100% moet liggen. Toch doet het resultaat ons de wenkbrauwen fronsen; want volgens deze cijfers wordt 12,5% van de patiënten met uitgezaaide borstkanker niet behandeld. We zijn er ons wel van bewust dat vrouwen met uitgezaaide kanker in ons ziekenhuis dikwijls behandeld worden in het kader van een klinische studie (met studiemedicatie die zeer nieuw is), en dus niet in een standaardbehandelingstraject. Behandeling via een klinische studie komt soms niet terecht in de databank die gebruikt is voor dit rapport omdat die via de studie aan de patiënt ter beschikking gesteld wordt. We gaan na wat het resultaat is als we de patiënten in klinische studies die nieuwere studiemedicatie krijgen, meenemen en bekijken of we dan nog altijd op een cijfer uitkomen dat moet worden verbeterd /31
31 Terminologie In een klinische studie worden nieuwe geneesmiddelen of behandelmethodes op een wetenschappelijke en veilige manier getest. Ze zijn typisch voor een universitair ziekenhuis, dat immers ook de opdracht heeft om de medische wetenschap verder te laten evolueren. Elke patiënt die in aanmerking komt voor een klinische studie, krijgt de keuze om al dan niet mee te doen. Soms worden de nieuwere medicamenten gratis ter beschikking van de patiënten gesteld /31
Borstkanker indicatoren - Resultaten voor
Borstkanker indicatoren - Resultaten voor 2009-2011 AZ Sint-Jozef Malle maakt samen met AZ Klina Brasschaat deel uit van de Borstkliniek Voorkempen. Recent werden vanuit het Vlaams Indicatoren Project
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA
KWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA AZ Klina legt hierbij de resultaten voor van de tweede kwaliteitsmeting van onze borstkankerzorg. Deze resultaten werden in januari 2015 meegedeeld door het Kankerregister
Nadere informatieDe indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn:
Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009
Nadere informatieAandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling
Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project VIP²
Vlaams Indicatoren Project VIP² Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project VIP² gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro.
Nadere informatieUitleg over de interpretatie van de grafiek : De resultaten worden weergegeven via een trechtertechniek (= Funnel plot).
Het H.-Hartziekenhuis scoort bij het Vlaams Indicatoren Project! Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project (VIP²) gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de
Nadere informatieProject Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008
Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren
Nadere informatie99,6% % 99,4% Het Vlaams Indicatorenproject: Behandeling van borstkanker Resultaten AZ Maria Middelares
Het Vlaams Indicatorenproject: Behandeling van borstkanker Resultaten Interpretatie grafieken In de grafieken wordt ons ziekenhuis voorgesteld door de rode stip. De horizontale grijze lijn verwijst naar
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project VIP²
Vlaams Indicatoren Project VIP² Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject opgericht. Samen met
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project VIP²
Vlaams Indicatoren Project VIP² Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project VIP² gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro.
Nadere informatieINLEIDING kwaliteitsindicatoren.
INLEIDING Om objectief zicht te krijgen op de resultaten en de geleverde kwaliteit van onze patiëntenzorg, heeft het Borstcentrum Zuiderkempen (ziekenhuizen Geel-Mol) in 2013 besloten in het Vlaamse indicatorenproject
Nadere informatieVlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker
Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker INDICATOR B1 Proportie van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie een systeembehandeling voorafgegaan werd door ER/PR-
Nadere informatiecommunicatie indicatoren borstkanker
communicatie indicatoren borstkanker Dr. Stevens Ellen De Vos 8/1/2015 De Sint-Jozefkliniek neemt zoveel mogelijk deel aan nationale en internationale initiatieven om de kwaliteit van zorg te verbeteren.
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project VIP²: borstkankerindicatoren
Vlaams Indicatoren Project VIP²: borstkankerindicatoren Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject
Nadere informatieKwaliteitsindicatoren inzake borstkanker
Kwaliteitsindicatoren inzake borstkanker Hieronder vindt u de resultaten van de Borstkliniek van az Sint-Blasius. De Borstkliniek werd opgestart in 2002 en behandelt jaarlijks ruim 200 nieuwe patiënten
Nadere informatieVIP²: resultaten borstkankerindicatoren
VIP²: resultaten borstkankerindicatoren Borstkanker 1: Statusbepaling Aandeel van patiëntes met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische
Nadere informatieDe indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :
Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008)
KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Algemene informatie In dit rapport vindt U de resultaten van de kwaliteitsindicatoren voor borstkankertumoren van AZNikolaas. Hierbij
Nadere informatieBorstkanker B1: Bepalen van ER/PR/Her2/Neu. Definitie: Aandeel van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie
Borstkanker B1: Bepalen van ER/PR/Her2/Neu Definitie: Aandeel van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie systemische therapie (hormoon- en/of chemotherapie) voorafgegaan werd door
Nadere informatieBORSTKANKER INDICATOREN
BORSTKANKER INDICATOREN Deze set van indicatoren geven de resultaten over borstkankerpatiëntes voor diagnose, behandeling en overleving. Het betreft geaggregeerde cijfers van 2007+2008 voor GZA Ziekenhuizen.
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ
Nadere informatieaz groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP²
az groeninge scoort zeer goed op de borstkankerindicatoren uit VIP² We zijn als ziekenhuis trots op onze goede resultaten, maar we hebben ook aandacht voor enkele punten waar we minder dan gemiddeld lijken
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: Invasieve borstkanker ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 21
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: Invasieve borstkanker (2009-2011) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 21 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2009-2011) - Beschrijving
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER
KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER Inleiding Op initiatief van de Vlaamse Overheid, de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Zorgnet Vlaanderen en ICURO (de koepel van Vlaamse ziekenhuizen
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project
Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Borstkliniek Vlaams Indicatoren Project Borstkliniek VLAAMS INDICATOREN PROJECT - UZ BRUSSEL INLEIDING In het kader van het 'Vlaams Indicatoren Project, voor Patiënten en
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( )
KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Algemene informatie In dit rapport vindt U de resultaten van de kwaliteitsindicatoren voor borstkankertumoren van AZNikolaas. Hierbij
Nadere informatieToelichting bij de resultaten van het Vlaams Indicatoren Project (VIP²)
Toelichting bij de resultaten van het Vlaams Indicatoren Project (VIP²) Resultaten behandeling borstkanker Recent werden de resultaten van het Vlaams Indicatoren Project (VIP²) gepubliceerd met betrekking
Nadere informatieINLEIDING kwaliteitsindicatoren.
INLEIDING Om objectief zicht te krijgen op de resultaten en de geleverde kwaliteit van onze patiëntenzorg, heeft het A.Z. St.-Dimpna in 2013 besloten in het Vlaamse indicatorenproject voor patiënten en
Nadere informatieBorstkankerindicator 1 statusbepaling
In januari 2015 werden de borstindicatoren met betrekking op de periode 2009-2011 vrijgegeven. Op initiatief van de Vlaamse overheid worden in diverse medische domeinen indicatoren bepaald en gemeten,
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER (2007-2008) Handleiding bij fase 1: Validatie van de individuele resultaten
KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER (2007-2008) Handleiding bij fase 1: Validatie van de individuele resultaten 1 2 Op initiatief van de Vlaamse Overheid, de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen,
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER VERGELIJKING 2007-2008 met 2009-2011
KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER VERGELIJKING 2007-2008 met 2009-2011 Algemene informatie In dit rapport vindt U de resultaten van de kwaliteitsindicatoren voor borstkankertumoren
Nadere informatieOverzicht resultaten borstkankerzorg in Vlaanderen en Brussel
Overzicht resultaten borstkankerzorg in Vlaanderen en Brussel In dit sanconet rapport kan je de ziekenhuizen vergelijken die hun resultaten in verband met borstkankerzorg bekend gemaakt hebben. We hebben
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Handleiding bij: Individueel feedbackrapport
KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Handleiding bij: Individueel feedbackrapport 1 Met dank aan: Op initiatief van: 2 Op initiatief van de Vlaamse Overheid, het Vlaams
Nadere informatieTechnische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving
Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Relatieve vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale resectie
Nadere informatieKwaliteitsindicatoren voor de opvolging van borstkanker (2007-2008).
Kwaliteitsindicatoren voor de opvolging van borstkanker (2007-2008). Datum publicatie: 20/12/2013 Wanneer mensen met kanker af te rekenen krijgen, dan mogen ze terecht hopen op de best mogelijke zorg om
Nadere informatiePatiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE. onderdeel BORSTKANKER
Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE onderdeel BORSTKANKER Inhoud Wat is borstkanker?... 3 Vormen van kanker... 4 DCIS... 4 Ductaal carcinoom... 4 Lobulair carcinoom... 4 Erfelijke en familiare belasting...
Nadere informatieMijn pathologieverslag begrijpen
Mijn pathologieverslag begrijpen Deze brochure bevat zeker niet alle gedetailleerde informatie over uw pathologieverslag. We geven u vooral de belangrijkste en juiste informatie mee over de resultaten
Nadere informatieBorstcentrum Bernhoven. Yvonne Paquay Chirurg
Borstcentrum Bernhoven Yvonne Paquay Chirurg Klachten van de borst? Verwijzing naar het borstcentrum voor analyse en zonodig behandeling 2 3 4 Verwijsredenen: > Knobbeltje voelbaar > BOBZ (de bus) > Controle
Nadere informatiebehandelingen-bij-borstkanker/
https://www.isala.nl/patientenfolders/6682-borstkanker-pid-h3- behandelingen-bij-borstkanker/ Borstkanker (PID): H3 Behandelingen bij borstkanker Als borstkanker is vastgesteld, bespreekt een team van
Nadere informatieendometrium carcinoom in Nederland
endometrium carcinoom in Nederland 2012-2016 voorwoord Door informatie over variatie in diagnostiek en behandelingen periodiek met elkaar te bespreken, kunnen we samen de kwaliteit van zorg voor vrouwen
Nadere informatieDERMATOLOGIE/CHIRURGIE
Zorgpad: Melanoom Algemene informatie U bent door uw huisarts verwezen naar de dermatoloog op verdenking van huidkanker (melanoom). Indien u al onder behandeling bent bij de chirurg, komt u bij de chirurg
Nadere informatieBorstkanker. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven
Borstkanker Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Vóór het dertigste jaar is borstkanker zeldzaam, maar met het stijgen
Nadere informatieWat is een borstkliniek?
Wat is een borstkliniek? Een borstkliniek bestaat uit een multidisciplinair team van gespecialiseerde artsen, borst verpleegkundigen, borst psychologen, sociale assistenten die zich bezighouden met de
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Registratie gestart: 2011
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) 2016 Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom. Structuur 2016*
Nadere informatieOperatie DCIS (Ductaal carcinoma in situ) Keuze in behandelingsmogelijkheden
Operatie DCIS (Ductaal carcinoma in situ) Keuze in behandelingsmogelijkheden Inleiding U kreeg de diagnose DCIS (ductaal carcinoma in situ). DCIS wordt beschouwd als een voorstadium van borstkanker. De
Nadere informatieMETEN, MONITOREN, EN (PROACTIEF) ANTICIPEREN
METEN, MONITOREN, EN (PROACTIEF) ANTICIPEREN ondertitel Liesbet Van Eycken INHOUD > VIP² => Oncologie > Overzicht Kwaliteitsindicatoren Oncologie Meten Monitoring Anticiperen 4.12.14 Vlaams Indicatorenproject
Nadere informatieBorstkanker. Borstcentrum Máxima locatie Eindhoven
Borstkanker Borstcentrum Máxima locatie Eindhoven Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Vóór het dertigste jaar is borstkanker zeldzaam, maar met het stijgen van de leeftijd
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.2 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen
Nadere informatieTechnische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving
Technische fiche: indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Geobserveerde vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Geobserveerde vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale
Nadere informatiebelangrijke cijfers over darmkanker
belangrijke cijfers over darmkanker Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van darmkanker, gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie darmkanker in Nederland Deze
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een
Nadere informatie3.3 Borstkanker bij de man
3.3 Borstkanker bij de man Bij u is zojuist de diagnose borstkanker vastgesteld. Alle patiënten die voor borstkanker worden behandeld in het Catharina-ziekenhuis ontvangen een Persoonlijke Informatie Map.
Nadere informatieBorst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen
Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen In onze bevolking heeft iedere vrouw een risico van ongeveer 10% om in de loop van haar leven borstkanker te krijgen en 1,5% om eierstokkanker
Nadere informatieChirurgie / mammacare
Afdeling: Onderwerp: Chirurgie / mammacare Algemeen U heeft van de chirurg en/ of nurse practitioner een schokkend bericht gekregen: u heeft borstkanker. Er komt veel op u af en er zullen ongetwijfeld
Nadere informatieIntra-operatieve radiotherapie Eenmalige bestraling bij borstkanker
Intra-operatieve radiotherapie Eenmalige bestraling bij borstkanker HMC (Haaglanden Medisch Centrum) en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) werken intensief samen binnen het Universitair Kankercentrum
Nadere informatieMETHODOLOGIE & TECHNISCHE FICHES KWALITEITSINDICATOREN INVASIEVE BORSTKANKER ( )
METHODOLOGIE & TECHNISCHE FICHES KWALITEITSINDICATOREN INVASIEVE BORSTKANKER (2012-2014) A. Inclusie- en exclusiecriteria voor deze studie Inclusiecriteria: Patiënten gediagnosticeerd met een invasieve
Nadere informatieDuctaal carcinoom in situ (DCIS) Voorstadium van borstkanker
Ductaal carcinoom in situ (DCIS) Voorstadium van borstkanker Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven Wat betekent het als je te horen krijgt dat je een voorstadium van borstkanker hebt? In
Nadere informatieBorstkliniek. Informatiebrochure
Borstkliniek Informatiebrochure 2 Mevrouw, U wordt opgenomen voor een heelkundige ingreep aan de borst. Wij zijn ons bewust van de spanning die dit met zich meebrengt en willen u via deze folder meer informatie
Nadere informatieZorgprogramma borstkliniek. Bespreking AZ Groeninge RZJ Yperman Ziekenhuis OLV Lourdes
Zorgprogramma borstkliniek Bespreking AZ Groeninge RZJ Yperman Ziekenhuis OLV Lourdes Belgisch staatsblad 20.07.2007 ed 02 Koninklijk besluit houdende vaststelling van de normen waaraan het gespecialiseerd
Nadere informatieBorstsparende behandeling
Patiënteninformatie Borstsparende behandeling Borstsparende behandeling 899960 Borstsparende behandeling.indd 1 1 12-07-16 14:31 Borstsparende behandeling Martini Borstcentrum, route 1.7 Telefoon: (050)
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting De diagnose borstkanker (mammacarcinoom) wordt wereldwijd per jaar bij meer dan 1,5 miljoen mensen gesteld. In Nederland krijgt één op de acht vrouwen gedurende het leven borstkanker.
Nadere informatieWat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog 28-02-2015
Wat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog 28-02-2015 Huisartsensymposium Borstkanker 35% van kankers bij vrouwen 1989-1993 5 jaars overleving borstkanker: 77% inmiddels 5 jaars
Nadere informatieBeentumoren (=bottumoren)
Beentumoren (=bottumoren) Inleiding Gezwellen in beenderen worden beentumoren genoemd. Er zijn verschillende typen beentumoren te onderscheiden. Zo zijn er vormen waarbij de tumor of het gezwel direct
Nadere informatieDe unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker
De unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker Deze folder is bedoeld voor onze patiënten en de mensen in hun omgeving. Wij willen u graag informeren over onze succesvolle behandelingsmethode
Nadere informatieborstbesparende operatie
patiënteninformatie borstbesparende operatie U wordt opgenomen in het ziekenhuis voor een borstbesparende operatie in verband met borstkanker. Hieronder leest u meer informatie over de operatie. Dit is
Nadere informatie10. Overzicht activiteiten Senologische oncologie
10. Overzicht activiteiten Senologische oncologie Het borstcentrum in het Ziekenhuis Oost-Limburg (ZOL) werd opgericht in 1999 naar aanleiding van nieuwe Europese richtlijnen waarin kwantitatieve en kwalitatieve
Nadere informatieMedische Publieksacademie
Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant Aan de winnende hand Borstkanker 27 oktober 2015 Welkom! #mclmpa 1 Borstkanker aan de winnende hand Marloes Emous, oncologisch chirurg
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nadere informatieDutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)
Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De
Nadere informatieFactsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)
Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten
Nadere informatieBorstsparende operatie bij borstkanker
Chirurgie Borstsparende operatie bij borstkanker www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Hoe ontstaat kanker?... 3 Voorbereiding op de operatie... 4 De opname... 4 De operatie... 4 Na de operatie... 5 Mogelijke
Nadere informatieChirurgie. Ductaal carcinoma in situ (DCIS)
Chirurgie Ductaal carcinoma in situ (DCIS) 1 Inleiding Wanneer u deze folder ontvangt, heeft u zojuist een gesprek gehad met de chirurg/ verpleegkundig specialist. Uit onderzoek is gebleken dat u een ductaal
Nadere informatieVBHC; niet te lang over nadenken
17 maart 2017 VBHC; niet te lang over nadenken Annemarie Haverhals DISCLOSURE: SPREKERS BELANGEN Sprekers hebben voor deze bijeenkomst geen (potentiële) belangenverstrengeling met (commerciële) bedrijven
Nadere informatieBehandelwijzer Borstkanker
Behandelwijzer Borstkanker - Behandelteam - Algemene informatie borstkanker - Informatie over het behandeltraject Inleiding U heeft zojuist gehoord dat u een afwijking aan de borst heeft en welke behandeling
Nadere informatieNBCA: niet het hele verhaal
NABON Breast Cancer Audit NBCA: niet het hele verhaal Prof. dr. E.J.Th. Rutgers, hoogleraar Oncologische Chirurgie, Nederlands Kanker Instituut- Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis DICA Congres 25 juni 2013
Nadere informatieChirurgie. Borstamputatie. Afdeling: Onderwerp:
Afdeling: Onderwerp: Chirurgie Operatieve behandeling borstkanker Algemeen U heeft van de chirurg en/ of nurse practitioner een schokkend bericht gekregen: u heeft borstkanker. Er komt veel op u af en
Nadere informatieBehandelwijzer Borstkanker
Behandelwijzer Borstkanker - Behandelteam - Algemene informatie borstkanker - Informatie over het behandeltraject Inleiding U heeft zojuist gehoord dat u een afwijking aan de borst heeft en welke behandeling
Nadere informatieBorstsparende behandeling
Borstsparende behandeling Chirurgie Beter voor elkaar Algemeen U heeft van de chirurg en/ of nurse practitioner een schokkend bericht gekregen: u heeft borstkanker. Er komt veel op u af en er zullen ongetwijfeld
Nadere informatie7,3. Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december keer beoordeeld. Botkanker (oftewel: beentumoren)
Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december 2002 7,3 166 keer beoordeeld Vak Biologie Botkanker (oftewel: beentumoren) Inleiding Een kwaadaardige (of maligne) primaire beentumor (=botkanker) is
Nadere informatie8.1 Intra Operatieve Radiotherapie (IORT) bij borstkanker
8.1 Intra Operatieve Radiotherapie (IORT) bij borstkanker Van uw arts heeft u te horen gekregen dat u in aanmerking komt voor Intra Operatieve Radiotherapie (IORT). In dit hoofdstuk leggen we u in het
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,
Nadere informatieBehandelwijzer borstkanker
Behandelwijzer borstkanker Bestelnummer: 3733 Versie: februari 2018 www.borstkanker-zorg.nl Inleiding U heeft zojuist gehoord dat u borstkanker heeft of een voorstadium daarvan en welke behandeling er
Nadere informatieH Borstsparende operatie
H.327178.0416 Borstsparende operatie Inleiding Uit onderzoeken blijkt dat u borstkanker heeft. Uw chirurg heeft u voorgesteld u te behandelen, waarbij u geopereerd en bestraald wordt. Dit wil zeggen dat
Nadere informatieIndicatoren in de oncologie: borstkanker. Liesbet Van Eycken Stichting Kankerregister
Indicatoren in de oncologie: borstkanker Liesbet Van Eycken Stichting Kankerregister Overzicht Introductie Methodologie Proces- en outcome-indicatoren Gegevensverzameling en analyse Resultaten Besluit
Nadere informatieNieuwsbrief DEPRESSIEKLACHTEN BIJ VROUWEN MET EEN VOORSTADIUM VAN BORSTKANKER. EERSTE PATIËNTENDAG VAN HET UMBRELLA COHORT WIE ZIJN DE DEELNEMERS?
Nieuwsbrief November 2017 NR. 4 DEPRESSIEKLACHTEN BIJ VROUWEN MET EEN VOORSTADIUM VAN BORSTKANKER. EERSTE PATIËNTENDAG VAN HET UMBRELLA COHORT WIE ZIJN DE DEELNEMERS? Universitair Medisch Centrum Utrecht
Nadere informatieAZ Monica, campus Antwerpen Harmoniestraat 68 2018 Antwerpen T 03 240 20 20 F 03 240 20 40
AZ Monica, campus Antwerpen Harmoniestraat 68 2018 Antwerpen T 03 240 20 20 F 03 240 20 40 AZ Monica, campus Deurne Florent Pauwelslei 1 2100 Deurne T 03 320 50 00 F 03 320 56 00 Borstchirurgie: segmentectomie
Nadere informatieChemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie
Chemotherapie voorafgaand aan de borstoperatie Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding U heeft samen met de chirurg of verpleegkundig specialist gekozen om de behandeling
Nadere informatieEchogeleide chirurgie. Palpatiegeleide chirurgie
Echogeleide chirurgie Palpatiegeleide chirurgie 3% van de patiënten had een irradicale resectie 17% van de patiënten had een irradicale resectie CRR=1 de ideale hoeveelheid gezond borstweefsel werd verwijderd
Nadere informatieCHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting
CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van
Nadere informatieEen borstamputatie. Uw operatie vindt plaats op: Uw opname is gepland op:... Aantal verwachte dagen opname:..
1 Uw operatie vindt plaats op: Uw opname is gepland op:... Aantal verwachte dagen opname:.. U meldt zich aan bij opname: aan kassa K1 K2, gelijkvloers NUCHTER (niet eten en drinken vanaf 24u, de dag voor
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom.
Nadere informatieBehandeling bij borstkanker
Wilhelmina Ziekenhuis Assen Vertrouwd en dichtbij Informatie voor patiënten Behandeling bij borstkanker z 1 Er is borstkanker bij u geconstateerd en met de chirurg of verpleegkundig specialist mammacare
Nadere informatiemammaprint adviezen hernia-operatie borstkanker ZorgSaam
mammaprint adviezen na een bij hernia-operatie borstkanker ZorgSaam 1 2 Mammaprint Deze folder geeft u informatie over de Mammaprint, een laboratoriumtest die kan worden ingezet bij de behandeling van
Nadere informatie