Hepatocellulair carcinoom: diagnostiek en behandeling
|
|
- Ida de clercq
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Hepatocellulair carcinoom: diagnostiek en behandeling Trends in Nederland in de periode Suzanne van Meer, Karel J. van Erpecum, G.H. (Janina) Schrier, Cees Verhoef, Joanne Verheij, Robert A. de Man en Lydia G.M. van der Geest Doel Onderzoeken wat de trends in distributie van zorg voor patiënten met hepatocellulair carcinoom (HCC) waren gedurende het afgelopen decennium. Opzet Retrospectief onderzoek. Methode We verzamelden gegevens over de diagnostiek en initiële behandeling van patiënten met HCC in de periode uit de Nederlandse Kankerregistratie. Resultaten In de periode werd de diagnose HCC gesteld bij 2915 patiënten. Het percentage palliatief behandelde patiënten nam significant toe, maar het percentage patiënten met een resectie bleef gelijk (ongeveer 10). Tumorbiopsie werd in vrijwel alle ziekenhuizen verricht. Ondanks een significante daling in de onderzochte periode werd tumorbiopsie bij ruim de helft van alle patiënten verricht. Ook was er een significante stijging van het aantal ziekenhuizen waar enige behandeling plaatsvond (van 33 naar 62% van alle ziekenhuizen) en een significante daling van de bijdrage van academische ziekenhuizen (van 83 naar 75% van alle behandelingen). Transarteriële chemoembolisatie (TACE), radiofrequente ablatie (RFA) en resectie werden voornamelijk in academische ziekenhuizen verricht (respectievelijk 99, 95 en 79%), terwijl ongeveer de helft van de initiële sorafenibbehandelingen in nietacademische ziekenhuizen werd gegeven. Slechts in enkele academische ziekenhuizen vonden minstens 5 resecties per jaar plaats en startten alleen in de laatste periode minstens 5 patiënten per jaar direct na diagnose met sorafenib. Er waren significante verschillen tussen regio s in het gebruik van RFA en TACE (beide p < 0,001 na casemix -correctie). Conclusie Gedurende het afgelopen decennium was er geen trend tot centralisatie van diagnostiek en behandeling van patiënten met HCC. Universitair Medisch Centrum Utrecht, afd. Maag- Darm- en Leverziekten, Utrecht. Drs. S. van Meer, arts-onderzoeker; dr. K.J. van Erpecum, maag-darm-leverarts. Integraal Kankercentrum Nederland. G.H. Schrier, MSc, verplegingswetenschapper; drs. L.G.M. van der Geest, MSc, epidemioloog. Erasmus Medisch Centrum, afd. Chirurgie, Rotterdam. Dr. C. Verhoef, chirurg; dr. R.A. de Man, maag-darm-leverarts. Academisch Medisch Centrum, afd. Pathologie, Amsterdam. Dr. J. Verheij, patholoog. Contactpersoon: drs. L.G.M. van der Geest, MSc (L.vanderGeest@iknl.nl). Primaire leverkanker is wereldwijd de 6e meest voorkomende vorm van kanker en de 3e meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker. 90% van de tumoren is een hepatocellulair carcinoom (HCC); meestal betreft het patiënten met levercirrose. In Nederland komt HCC weliswaar weinig voor, maar de incidentie ervan neemt wel toe. 1 Bij tumoren groter dan 1 cm kan de diagnose gesteld worden met een 3-fasen-CT- of MRI-scan, als de afwijking hypervasculair is in de arteriële fase en washout vertoont in de laat-veneuze fase. 2-4 Meestal is een tumorbiopt daarom niet nodig. Levertransplantatie en resectie zijn de belangrijkste curatieve behandelingsmogelijkheden. De laatste jaren zijn er nieuwe therapieën geïntroduceerd, meest in de palliatieve setting. Met radiofrequente ablatie (RFA) wordt onder echografische controle meestal percutaan een dunne elektrode in de tumor geplaatst en destructie verkregen door verhitting tot C. 5 Bij transarteriële chemo-embolisatie (TACE) wordt een katheter via de A. hepatica direct in de voedende arterie naar de tumor geplaatst. Vervolgens wordt chemotherapie toegediend in combinatie met embolisatie. 6 Soms is genezing mogelijk met RFA of TACE. Ten slotte bleek systemische behandeling met de multikinaseremmer sorafenib bij patiënten met voornamelijk gecompenseerde cirrose NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7074 1
2 (Child-Pugh-klasse A) en een gevorderd stadium van HCC (tumorinvasie in de vena porta en/of afstandsmetastasen) een overlevingsvoordeel op te leveren; dit voordeel varieerde van 2 tot 7 maanden in vergelijking met een placebo. 7 Niet alleen de tumorkenmerken maar ook de ernst van het onderliggend leverlijden zijn bepalend voor de therapiekeuze. In de recent gepubliceerde eerste Nederlandse richtlijn Hepatocellulair carcinoom wordt aanbevolen diagnostiek en behandeling van HCC in expertisecentra uit te voeren. 4 In dit artikel beschrijven wij trends in de diagnostiek en behandeling van patiënten met HCC in Nederland in het afgelopen decennium. Patiënten en methoden We verkregen data over de incidentie en behandeling van HCC in de periode uit de database van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) door selectie van de diagnose invasieve maligniteiten primair gelokaliseerd in de lever (C22.0). 8 Exclusiecriteria waren patiënten 18 jaar; patiënten woonachtig in het buitenland; diagnose tijdens obductie; en bewezen niet-hcc (bijvoorbeeld cholangiocarcinoom, hepatoblastoom, lymfoom). De belangrijkste signaleringsbron voor de NKR is het Pathologisch-Anatomisch Landelijk Geautomatiseerd Archief (PALGA), aangevuld met ontslagdiagnoses na klinische opnames via de Landelijke Medische Registratie. De dekking van de NKR is ten minste 95%. 9,10 Overlijdensdata werden verkregen door jaarlijkse koppeling met de Gemeentelijke Basisadministratie voor persoonsgegevens. We berekenden de overlevingsduur vanaf de datum van diagnose tot de datum van overlijden, met 1 januari 2013 als sluitdatum voor follow-up. Het stadium van histologisch bevestigde HCC s is in de NKR-database geregistreerd volgens de Tumour-node-metastasis (TNM)-classificatie en ingedeeld volgens de 7e editie. 11 Voor HCC-diagnoses zonder histologische bevestiging werd het stadium geregistreerd volgens de eendimensionale Extent of disease (EoD)-classificatie. De NKR registreert uitsluitend op de tumor gerichte behandelingen uitgevoerd volgens het initiële behandelplan na primaire diagnostiek, gedurende ongeveer 9 maanden na de diagnose. De in dit artikel weergegeven behandelingen zijn: resectie, locoregionale therapie (RFA, TACE), gerichte ( targeted ) systemische therapie en overige systemische chemotherapie (bijvoorbeeld doxorubicine, eventueel in combinatie met thalidomide). Gerichte systemische therapie bestond uit sorafenib, dat in Nederland in juli 2006 geregistreerd werd voor niercelcarcinoom en in oktober 2007 voor hepatocellulair carcinoom, en sporadisch linifanib. Traditioneel worden patiënten met HCC vaak in academische ziekenhuizen behandeld wegens de optie van levertransplantatie. De ziekenhuizen werden daarom ingedeeld in academische en niet-academische ziekenhuizen (peiljaar 2013: respectievelijk 8 en 85). Levertransplantaties werden buiten beschouwing gelaten, omdat deze uitsluitend in academische ziekenhuizen plaatsvinden. Het ziekenhuisvolume werd berekend op basis van respectievelijk het aantal resecties en het aantal initieel gestarte sorafenibbehandelingen (laagvolume: < 5 per jaar; of hoogvolume: 5 per jaar). De voormalige Integraal Kankercentrum(IKC)-regio s werden ingedeeld op basis van de postcode van de patiënt. Statistische analyse De diagnosejaren werden verdeeld in periodes van 3 jaar. Voor het bepalen van de trend gebruikten we χ 2 -toetsen. Voor een vergelijking van de regio s werden gestandaardiseerde percentages ([geobserveerd/verwacht] x landelijk percentage) berekend met casemix - correctie op basis van geslacht, leeftijd, sociaal-economische status en tumorstadium. De gestandaardiseerde percentages zijn weergegeven in een spindiagram, waarin elke spaak een regio representeert. Statistische toetsing van variatie tussen regio s vond plaats met likelihood - ratio-toetsen. Een p-waarde < 0,05 werd als significant beschouwd. Statistische analyses werden uitgevoerd met STATA versie 12. Resultaten De diagnosejaren werden verdeeld in de periodes , en In totaal werd bij 2915 patiënten de diagnose HCC gesteld. Patiënt- en tumorkenmerken zijn weergegeven in tabel 1. Drie kwart van alle patiënten was man en 44% viel in de leeftijdscategorie jaar. Ten tijde van de diagnose had 7% van alle patiënten uitbreiding in regionale lymfklieren (TNM- en EoD-classificaties) en 19% had afstandsmetastasen. Bij 45% van alle patiënten met afstandsmetastasen bevonden deze zich in de long, bij 23% in extra-regionale lymfklieren, bij 20% in het bot en bij 14% in het peritoneum of retroperitoneum. Overigens is in recentere jaren vaker duidelijkheid verkregen over de afstandsmetastasen: in de eerste periode was de aanwezigheid van metastasen onbekend voor 25% van de patiënten en in de laatste periode gold dit voor 7%. In de 3 periodes was voor de totale groep patiënten de 1-jaarsoverleving respectievelijk 31, 37 en 38% (p = 0,004), de 3-jaarsoverleving respectievelijk 15, 19 en 18% (p = 0,006) en de 5-jaarsoverleving (alleen voor de eerste 2 periodes te berekenen) respectievelijk 10 en 14% (p = 0,009). 2 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7074
3 TABEL 1 Patiënt- en tumorkenmerken van 2915 patiënten met hepatocellulair carcinoom in Nederland in de periode kenmerk n % periode leeftijd; jaren < sociaal-economische status hoog (1e-3e deciel) medium (4e-7e deciel) laag (8e-10e deciel) basis voor diagnose klinisch of beeldvormend onderzoek cytologische bevestiging 77 3 histologische bevestiging TNM-stadium als PA-bevestigd* I (T1N0M0) II (T2N0M0) III (T3ab-4N0M0) IV-A (N1) IV-B (M1) X (onbekend) EoD-stadium als niet-pa-bevestigd 1-2 (lokaal) (uitgebreid) (afstandsmetastasen) (onbekend) metastasen op afstand nee ja onbekend differentiatiegraad goed-matig gedifferentieerd slecht gedifferentieerd onbekend daalde in de periode , werd deze procedure toch nog bij ruim de helft van alle patiënten verricht (respectievelijk 61, 56 en 52% van alle patiënten in de 3 periodes) (tabel 2). Bij 54% van alle patiënten van wie PAmateriaal was onderzocht na resectie, was de differentiatiegraad van de tumor niet bekend. Er was een significante stijging van behandelingen in het algemeen (respectievelijk 25, 36 en 47 van alle patiënten in de 3 periodes). Het percentage patiënten met een resectie bleef echter gelijk (respectievelijk 11, 11 en 13%). Het percentage patiënten dat werd behandeld met RFA, TACE of sorafenib nam significant toe, terwijl behandeling met overige systemische chemotherapie significant afnam (zie tabel 2). Van de patiënten zonder PA-bevestiging van de diagnose ontving in de 3 periodes respectievelijk 17, 26 en 34% een op de tumor gerichte behandeling, zoals RFA, TACE of sorafenib. Zo kreeg in de laatste periode 15% van de patiënten zonder PA-bevestiging RFA, 12% TACE en 7% sorafenib. Trends in aantal ziekenhuizen In de periode werden diagnostische puncties in vrijwel alle ziekenhuizen verricht. Er was een lichte stijging van het percentage ziekenhuizen waar resectie werd verricht (respectievelijk 18, 22 en 27% van alle ziekenhuizen in de 3 periodes). Daarnaast viel een significante stijging op in het percentage ziekenhuizen waar behandeling met sorafenib werd gegeven (respectievelijk 1, 28 en 53% van alle ziekenhuizen in de 3 periodes) en waar TACE werd verricht (respectievelijk 1, 4 en 10%). Overigens werden in de eerste periode slechts enkele patiënten met sorafenib of TACE behandeld. Het percentage ziekenhuizen waar RFA of overige systemische chemotherapie werd gegeven, veranderde niet (zie tabel 2). Variatie tussen regio s Figuur 1 laat de variatie tussen regio s zien wat betreft de onderzochte behandelingen in de laatste periode ( ). Er waren significante verschillen tussen regio s in het gebruik van RFA en TACE (beide p < 0,001 na casemix-correctie). * Totaal 1890 patienten. Gebaseerd op Tumour-node-metastasis (TNM)- classificatie 7e editie: ptnm, aangevuld met ctnm in geval van X of geen resectie. NX en MX zijn geclassificeerd als N0 en M0. Totaal 1025 patienten. Voor diagnoses zonder PA-bevestiging stadiumindeling volgens de Extent of disease (EoD)-classificatie. Trends in diagnostiek en behandeling Hoewel het aantal diagnostische puncties significant Trends in ziekenhuistype en -volume Hoewel het merendeel van de patiënten in academische ziekenhuizen werd behandeld, was er een significante daling van het percentage in de periode RFA, TACE en in mindere mate resectie werden voornamelijk in academische ziekenhuizen uitgevoerd, terwijl in de laatste 2 periodes de helft van de sorafenibbehandelingen in niet-academische ziekenhuizen plaatsvond (zie tabel 2). In figuur 2 is per periode het aantal ziekenhuizen weerge- NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7074 3
4 TABEL 2 Locatie van diagnostiek en initiële behandelingen bij 2915 patiënten met hepatocellulair carcinoom in Nederland in de periode * variabele patiënten betrokken ziekenhuizen patiënten in academische centra periode (n = 780) (n = 956) (n = 1179) (n = 780) (n = 956) (n = 1179) diagnose punctie behandeling resectie RFA TACE sorafenib < chemotherapie, overig RFA = radiofrequente ablatie; TACE = transarteriële chemo-embolisatie. * Percentages van het totaal zijn weergegeven. χ 2 -toets voor trend; significante p-waarden aangegeven in rood. Het ziekenhuis van diagnose is gedefinieerd als het ziekenhuis waar de klinische diagnose hepatocellulair carcinoom werd gesteld. PA-diagnose zonder chirurgische behandeling of PA-diagnose niet op dezelfde datum als een chirurgische behandeling. Operatiedatum vóór 2005 niet beschikbaar. Ten opzichte van het totaal aantal ziekenhuizen in Nederland (n = 93). Exclusief 17 patiënten vanwege resectie in het buitenland of ziekenhuis onbekend. regio 8 regio 7 regio 9 regio 6 regio 1 25% 20% 15% 10% 5% 0% regio 5 regio 2 regio 4 regio 3 FIGUUR 1 Spindiagram met gestandaardiseerde percentages patiënten per regio in de periode , die werden behandeld met respectievelijk resectie of transplantatie ( ), radiofrequente ablatie (RFA) ( ), transarteriële chemo-embolisatie (TACE) ( ), gerichte ( targeted ) therapie (sorafenib) ( ) en overige systemische chemotherapie ( ). De percentages patiënten werden per behandeling gestandaardiseerd voor casemix -verschillen tussen regio s (geslacht, leeftijd, sociaal-economische status op basis van de postcode van de patiënt, en tumorstadium). Elke spaak van het spindiagram representeert een regio. Regio s werden gedefinieerd op basis van de postcode van de patiënt. geven waar gemiddeld minder dan 1, 1 of 2, 3 of 4, of ten minste 5 resecties per jaar werden verricht. Slechts in enkele academische ziekenhuizen vonden 5 of meer resecties per jaar plaats. Van de 321 resecties in werd 60% uitgevoerd in academische hoogvolumeziekenhuizen ( 5 resecties per jaar), 18% in academische laagvolumeziekenhuizen (< 5 resecties per jaar) en 22% in niet-academische laagvolumeziekenhuizen. Er was geen significant verschil tussen academische en niet-academische ziekenhuizen in het aandeel van laparoscopisch verrichte resecties of de uitgebreidheid van de resecties. De mediane overleving na resectie was 47 maanden. In de periodes , en was de 1-jaarsoverleving na resectie respectievelijk 75, 86 en 83% (p = 0,11) en de 3-jaarsoverleving respectievelijk 55, 61 en 58% (p = 0,52). In figuur 3 is per periode het aantal ziekenhuizen weergegeven waar gemiddeld minder dan 1, 1 of 2, 3 of 4 of ten minste 5 initiële sorafenibbehandelingen per jaar werden gestart. Slechts in enkele academische ziekenhuizen zijn, in de laatste periode, minstens 5 patiënten per jaar kort na diagnose hiermee gestart. Van de 227 sorafenibbehandelingen in werd 25% uitgevoerd in academische hoogvolumeziekenhuizen ( 5 initiële sorafenibbehandelingen per jaar), 23% in academische laagvolumeziekenhuizen (< 5 initiële sorafenibbehandelingen per jaar) en 52% in niet-academische laagvolume- 4 NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7074
5 aantal ziekenhuizen periode aantal ziekenhuizen periode FIGUUR 2 Het aantal ziekenhuizen waar gemiddeld minder dan 1 ( ), 1 of 2 ( ), 3 of 4 ( ), of ten minste 5 ( ) resecties per jaar werden verricht in de periodes , en FIGUUR 3 Het aantal ziekenhuizen waar gemiddeld minder dan 1 ( ), 1 of 2 ( ), 3 of 4 ( ), of ten minste 5 ( ) initiële sorafenibbehandelingen per jaar werden verricht in de periodes , en ziekenhuizen. De mediane overleving van patiënten die waren behandeld met sorafenib was 7 maanden. In de periodes en was de 1-jaarsoverleving na behandeling met sorafenib respectievelijk 42 en 25% (p = 0,05) en de 3-jaarsoverleving 5 en 4% (p = 0,03). De met sorafenib behandelde patiënten waren echter significant ouder in de laatste periode. Beschouwing In dit artikel brachten wij de trends in diagnostiek en behandeling van patiënten met hepatocellulair carcinoom in Nederland gedurende het afgelopen decennium in kaart. Sinds 2005 wordt in internationale richtlijnen echografische surveillance gepropageerd van patiënten met levercirrose en een hoog risico op HCC. 2,3,12 Als het HCC daardoor eerder ontdekt wordt, is de tumor vaak kleiner, met meer kans op curatieve behandeling en mogelijk een betere overleving. 13 Hoewel er geen gegevens zijn over surveillance voor HCC in Nederland, laten onze data geen toename van resecties met curatieve opzet zien. Het aantal getransplanteerde patiënten met HCC is echter wel toegenomen (respectievelijk 10, 49 en 67 levertransplantaties in de 3 periodes) (bron: Eurotransplant-database). Uit een Nederlandse publicatie uit 2012 blijkt dat het percentage patiënten met een chirurgische behandeling (gedefinieerd als tumorresectie, transplantatie en/of radiofrequente ablatie) is gestegen in de periode , 1 maar sindsdien is dit niet verder toegenomen (respectievelijk 18, 24 en 24% in onze 3 studieperiodes). Het percentage patiënten dat met transarteriële chemoembolisatie, RFA en vooral sorafenib behandeld werd, nam wel significant toe. Opvallend was daarbij het ontbreken van enige centralisatietendens. Hoewel resectie en locoregionale therapie nog steeds voornamelijk in academische ziekenhuizen gegeven worden, wordt slechts de helft van de sorafenibbehandelingen in academische ziekenhuizen gegeven. Voorts varieerde het gebruik van locoregionale therapie significant tussen de voormalige IKC-regio s. Mogelijk zijn deze nieuwe behandelingen niet overal tegelijk in de klinische praktijk opgenomen ( early vs. late adopters ). Het is opmerkelijk dat bij meer dan de helft van de patiënten een tumorbiopt verricht lijkt te zijn, ondanks een lichte daling in de periode Ook bleek de differentiatiegraad van de tumor na resectie bij slechts de helft van de patiënten bekend. In de Nederlandse richtlijn Hepatocellulair carcinoom wordt aanbevolen slechts op indicatie een tumorbiopt te verrichten en om de differentiatiegraad op te nemen in het verslag van resectiepreparaten door de patholoog. 4 Voor diverse tumoren is aangetoond dat het type ziekenhuis en het patiëntvolume een duidelijke invloed hebben op het resultaat van behandeling. 14,15 Voorstanders van centralisatie wijzen daarnaast op de mogelijkheid tot verdere kennisontwikkeling. Aan de andere kant is uitkomst-gestuurde centralisatie mogelijk beter voor de kwaliteit van de zorg dan volume-gestuurde centralisatie. 16 Bovendien zal door centralisatie kennis en ervaring in niet-expertisecentra afnemen en de reisafstand voor patiënten toenemen. In een multivariate analyse vonden wij dat het type ziekenhuis een voorspeller was voor de postoperatieve mortaliteit (binnen 30 dagen na operatie) en langeretermijnmortaliteit na resectie alsmede bij sorafenibbehandeling (resultaten niet getoond). Ook al waren de resultaten in de multivariate analyse gecorrigeerd voor beschikbare casemixfactoren, toch konden wij niet helemaal uitsluiten dat dit kwam door verschillen in patiëntpopulaties. De belangrijkste tekortkoming van onze database is dat NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7074 5
6 Leerpunten De recent gepubliceerde Nederlandse richtlijn Hepatocellulair carcinoom (HCC) adviseert centralisatie van diagnostiek en behandeling van deze relatief zeldzame tumor. Ondanks een significante daling in de periode werd tumorbiopsie toch bij ruim de helft van alle patiënten met HCC verricht. Het aantal resecties, een belangrijke curatieve optie voor HCC, is niet toegenomen in het afgelopen decennium, in tegenstelling tot het aantal palliatieve behandelingen zoals radiofrequente ablatie (RFA), transarteriële chemo-embolisatie (TACE) en sorafenib. Er was in de onderzochte periode een significante stijging van het aantal ziekenhuizen waar enige vorm van behandeling van patiënten met HCC plaatsvond en een significante daling van de bijdrage van academische ziekenhuizen. Slechts in enkele ziekenhuizen vonden minstens 5 resecties per jaar plaats en zijn, alleen in de laatste periode, minstens 5 patiënten per jaar na de diagnose HCC met sorafenib gestart. Er waren significante verschillen tussen regio s in het gebruik van RFA en TACE voor patiënten met HCC. informatie over belangrijke prognostische factoren niet beschikbaar was, zoals de aard en ernst van de onderliggende leverziekte en de conditie van de patiënt ( performance status ). De Barcelona clinic of liver cancer -stagering combineert de uitgebreidheid van HCC, de Child-Pugh-classificering van de leverziekte en de performance-status, en is tegenwoordig de stagering van keuze, niet de TNM-classificatie. 2-4 Ook zouden patiënten met HCC in de NKR-database kunnen ontbreken als er geen histologische diagnose verkregen is en ook geen klinische opname heeft plaatsgevonden. Verder zijn in de NKRdatabase alleen de initiële behandelingen geregistreerd. Conclusie In de Nederlandse richtlijn Hepatocellulair carcinoom wordt centralisatie van diagnostiek en behandeling in expertisecentra geadviseerd, maar gedurende het afgelopen decennium was er geen trend tot centralisatie. Een aanpassing van de huidige praktijk is dan ook vereist hiervoor. Belangenconflict en financiële ondersteuning: formulieren met belangenverklaring zijn beschikbaar bij dit artikel op (zoeken op A7074; klik op Belangenverstrengeling ). Aanvaard op 8 januari 2014 Citeer als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A7074 > Kijk ook op Literatuur 1 Witjes CD, Karim-Kos HE, Visser O, et al. Hepatocellular carcinoma in a low-endemic area: rising incidence and improved survival. Eur J Gastroenterol Hepatol. 2012;24: Bruix J, Sherman M. Management of hepatocellular carcinoma: an update. Hepatology. 2011;53: European Association For The Study Of The Liver, European Organisation For Research And Treatment Of Cancer. EASL-EORTC clinical practice guidelines: management of hepatocellular carcinoma. J Hepatol. 2012;56: Landelijke richtlijn Hepatocellulair carcinoom, versie 1.0. Utrecht: Integraal Kankercentrum Nederland; Germani G, Pleguezuelo M, Gurusamy K, Meyer T, Isgro G, Burroughs AK. Clinical outcomes of radiofrequency ablation, percutaneous alcohol and acetic acid injection for hepatocelullar carcinoma: a meta-analysis. J Hepatol. 2010;52: Llovet JM, Real MI, Montana X, et al. Arterial embolisation or chemoembolisation versus symptomatic treatment in patients with unresectable hepatocellular carcinoma: a randomised controlled trial. Lancet. 2002;359: Llovet JM, Ricci S, Mazzaferro V, et al. Sorafenib in advanced hepatocellular carcinoma. N Engl J Med. 2008;359: Fritz A, Percy C, Jack A, et al. International Classification of Diseases for Oncology (3th edition). Genève: WHO; Schouten LJ, Hoppener P, van den Brandt PA, Knottnerus JA, Jager JJ. Completeness of cancer registration in Limburg, The Netherlands. Int J Epidemiol. 1993;22: Berkel J. General practitioners and completeness of cancer registry. J Epidemiol Community Health. 1990;44: Sobin LH, Gospodarowicz ML, Wittekind CH; UICC International Union Against Cancer. TNM Classification of Malignant Tumours (7th edition). Oxford: Wiley-Blackwell; Bruix J, Sherman M. Management of hepatocellular carcinoma. Hepatology. 2005;42: Zhang BH, Yang BH, Tang ZY. Randomized controlled trial of screening for hepatocellular carcinoma. J Cancer Res Clin Oncol. 2004;130: Dikken JL, Wouters MW, Lemmens VE, et al. Influence of hospital type on outcomes after oesophageal and gastric cancer surgery. Br J Surg. 2012;99: De Wilde RF, Besselink MGH, van der Tweel I, et al. Centralisatie pancreaschirurgie reduceert postoperatieve sterfte in Nederland. Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A Wouters MW, Krijnen P, Le Cessie S, et al. Volume- or outcome-based referral to improve quality of care for esophageal cancer surgery in The Netherlands. J Surg Oncol. 2009;99: NED TIJDSCHR GENEESKD. 2014;158: A7074
Hoofd-Halstumoren 12
Boukje van Dijk, Otto Visser, Katja Aben en Sabine Siesling namens de Nederlandse Kankerregistratie. Vereniging van Integrale Kankercentra. www.ikcnet.nl Hoofd-halstumoren: ontwikkelingen in Nederland
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nadere informatieVan studie naar dagelijkse praktijk: behandeling van hepatocellulair- en cholangiocarcinoom
Van studie naar dagelijkse praktijk: behandeling van hepatocellulair- en cholangiocarcinoom Vrijdag 19-01-2018 Tim Labeur, arts-onderzoeker Publiek en Voorkennis Wie is betrokken bij de behandeling van
Nadere informatieBetere kwaliteit = betere uitkomst van zorg?
Betere kwaliteit = betere uitkomst van zorg? Symposium (Over)leven na Kanker Tilburg, 8 maart 2013 Dr. V. Lemmens Hoofd Sector Onderzoek, Integraal Kankercentrum Zuid Eindhoven Kwaliteit Kwaliteit: definitie?
Nadere informatieMogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam
Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,
Nadere informatieCover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19858 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical
Nadere informatieLokale behandelingen van het hepatocellulair carcinoom (HCC)
Januari 2017, Centralisatie van complexe zorg Lokale behandelingen van het hepatocellulair carcinoom (HCC) Otto van Delden Radiologie AMC, Amsterdam Disclosure belangen sprekers (potentiële) Belangenverstrengeling
Nadere informatieCasus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG
Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte
Nadere informatieVroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017
Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling Nothing to disclose Voor
Nadere informatiebelangrijke cijfers over darmkanker
belangrijke cijfers over darmkanker Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van darmkanker, gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie darmkanker in Nederland Deze
Nadere informatieTECHNISCHE FICHES KWALITEITSINDICATOREN RECTUM-, PROSTAAT-, LONG-, ENDOMETRIUM- en HOOFD- en HALSKANKER ( )
TECHNISCHE FICHES KWALITEITSINDICATOREN RECTUM-, PROSTAAT-, LONG-, ENDOMETRIUM- en HOOFD- en HALSKANKER (2013-2015) A. Inclusie- en exclusiecriteria voor deze studie Inclusiecriteria: Tumorspecifieke topografie-
Nadere informatieZorg voor Uitkomst. Analyse en Rapportage. Dr. ir.w.f. (Wim) van den Bosch 7 februari Disclosure belangen van spreker
Zorg voor Uitkomst Analyse en Rapportage Disclosure belangen van spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen Dr. ir.w.f. (Wim) van den Bosch 7 februari 2014 Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties
Nadere informatiebelangrijke cijfers over hematologische kankersoorten
belangrijke cijfers over hematologische kankersoorten Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van hematologische kankersoorten gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Registratie gestart: 2011
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) 2016 Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom. Structuur 2016*
Nadere informatieOntwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom
Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019
Nadere informatieStaat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC?
Staat de radiotherapie indicatie ook vast na een complete respons op NAC? Nina Bijker, radiotherapeut AMC BBB symposium 7 september 2017 No conflict of interest Focus op postmastectomie radiotherapie (PMRT)
Nadere informatieSamenvatting 129. Samenvatting
Samenvatting 128 Samenvatting 129 Samenvatting Het mammacarcinoom is de meest voorkomende maligniteit bij vrouwen, met wereldwijd een jaarlijkse incidentie van 1,67 miljoen. De prognose van patiënten met
Nadere informatieDutch Lung Surgery Audit (DLSA)
Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische
Nadere informatieAanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek
Aanvraag gegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek Registratie waarvan gegevens worden opgevraagd: DSCA Contactpersoon: Naam: Mw. Drs. J. t Lam - Boer Centrum/ziekenhuis: Radboud umc Adres: Postbus
Nadere informatieILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie
ILC > 3 cm: neoadjuvante chemotherapie heeft geen nut! Sabine C. Linn, MD PhD Divisies Medische Oncologie en Moleculaire Biologie Heeft neoadjuvant chemotherapie nut bij ILC > 3 cm? Ja Nee Weet niet/geen
Nadere informatieCHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting
CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom.
Nadere informatie5.4 Gastro-intestinaal
5.4 Gastro-intestinaal 5.4.1 Indicator: Deelname aan de Dutch UpperGI Cancer Audit (DUCA) De mortaliteit en morbiditeit van de chirurgische behandeling van slokdarmkanker heeft de laatste jaren veel aandacht
Nadere informatieLokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie. Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC
Lokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC Casus: hr D Man 64 jaar Trotse opa van 4 kleinkinderen Komt bij u op
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2017 Registratie gestart: 2011 Inclusie & exclusie criteria DUCA Inclusie Primaire tumoren (slokdarm, slokdarm-maagovergang, maag) Recidief tumoren (slokdarm,
Nadere informatieendometrium carcinoom in Nederland
endometrium carcinoom in Nederland 2012-2016 voorwoord Door informatie over variatie in diagnostiek en behandelingen periodiek met elkaar te bespreken, kunnen we samen de kwaliteit van zorg voor vrouwen
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Inclusie en exclusie criteria DLSA Inclusie Alle chirurgische thoracale (thoraxwand, pleurale, long en mediastinale) ingrepen, in te delen in: Resecties bij
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 75 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 78 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 85 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER ( ) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Individueel feedbackrapport Ziekenhuis 16 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker (2007-2008) - Beschrijving
Nadere informatieOligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom. M. van der Sangen, radiotherapeut
Oligometastatischeziekte bij het mammacarcinoom M. van der Sangen, radiotherapeut Borstkanker in perspectief Borstkanker in Nederland Nieuwe borstkankers per jaar: 15.000 Metastasen bij diagnose: 750 (5%)
Nadere informatieBorstkanker indicatoren - Resultaten voor
Borstkanker indicatoren - Resultaten voor 2009-2011 AZ Sint-Jozef Malle maakt samen met AZ Klina Brasschaat deel uit van de Borstkliniek Voorkempen. Recent werden vanuit het Vlaams Indicatoren Project
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een
Nadere informatieHepatocellulair carcinoom: de betekenis van cirrose voor beleid en prognose retrospectief onderzoek
Onderzoek Hepatocellulair carcinoom: de betekenis van cirrose voor beleid en prognose retrospectief onderzoek Carlijn D.M. Witjes, Robert A. de Man, Ferry A.L.M. Eskens, Roy S. Dwarkasing, Pieter E. Zondervan,
Nadere informatieMultimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom
Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Disclosures Ik heb geen belangenverstrengeling in relatie tot deze presentatie Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Bij
Nadere informatieDe VIKC en de kankerregistratie
woensdag 21 januari 2009 De VIKC en de kankerregistratie O. Visser, IKA De integrale kankercentra zijn Regionale kennis- en kwaliteitscentra Netwerkorganisaties En hebben als participanten: alle algemene
Nadere informatieTRENDY STUDIE Lekensamenvatting. 1-Titel:
1-Titel: Een gerandomiseerde fase studie naar de werkzaamheid van stereotactische radiotherapie (experimentele behandeling) versus chemo embolisatie met drug-eluting beads (standard behandeling) in patiënten
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86
1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ
Nadere informatieStage. Clin staging. Treatment. Prognosis. Diagnosis. Evaluation. Early Node. Tumour. Loc advanced Metastasis. Advanced. Surgery
Clin staging Stage Tumour Early Node Loc advanced Metastasis Advanced Treatment Surgery Diagnosis Evaluation pulmonary Chemotherapy Radiotherapy Combinations Prognosis cardiac general Univ Hospital Leuven
Nadere informatie4e Post EAUN Meeting
4e Post EAUN Meeting Testiscarcinoom Incidentie, behandeling en follow up Joost de Baaij Verpleegkundig Specialist i.o. Canisius Wilhelmina Ziekenhuis Nijmegen Inhoud Incidentie Risico factoren Diagnostiek
Nadere informatieCoRPS. 'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies
'Cancer survivorship' onderzoek in Zuid Oost Nederland: van epidemiologische bevindingen naar interventies Center of Research on Psychology in Somatic diseases Lonneke van de Poll Franse, Integraal Kankercentrum
Nadere informatieDutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)
Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De
Nadere informatieBronchuscarcinoom Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie
Bronchuscarcinoom 2002 Incidentiegegevens, initiële behandeling AZ Groeninge Kris Van Oortegem Pneumologie Bronchuscarcinoom 2002 (n=112) Kleincellig versus Niet-kleincellig kleincellig 18% niet-kleincellig
Nadere informatiePELICAN trial. Pancreatic Locally advanced Irresectable Cancer Ablation in the Netherlands. Afdeling Chirurgie, UMC Utrecht 2
PELICAN trial Pancreatic Locally advanced Irresectable Cancer Ablation in the Netherlands Hoofdonderzoekers: IQ Molenaar 1, MG Besselink 2 en HC van Santvoort 3 Studie coördinatoren: Lilly Brada¹, Marieke
Nadere informatiehoofd-hals kanker in Nederland
hoofd-hals kanker in Nederland introductie Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van hoofd-halskanker gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie Deze informatiefolder
Nadere informatieGalwegcarcinoom: ontwikkeling van een multidisciplinair, ziekenhuis overstijgend zorgpad 7 oktober 2016
Galwegcarcinoom: ontwikkeling van een multidisciplinair, ziekenhuis overstijgend zorgpad 7 oktober 2016 Annuska Schoorlemmer, Verpleegkundig Specialist Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Inhoud Het
Nadere informatieAandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling
Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling
Nadere informatieBEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2015
a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor
Nadere informatieIndicatoren Colorectaal carcinoom (DSCA) A. Beschrijving Indicator. DSCA 2014 [2.0.; 10-10- 2014] Registratie gestart: 2009
en Colorectaal carcinoom (DSCA) A. Beschrijving DSCA 2014 [2.0.; 10-10- 2014] Registratie gestart: 2009 Type Uitvraag Bron Nr. indicator over (jaar) 1. Deelname aan de DSCA Structuur 2014 DSCA 2. Volume
Nadere informatieKankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister
6. Kankerregistratie 1. Formulieren Kankerregistratie gebeurt volgens de richtlijnen van de Stichting Kankerregister Zie bijlage 3 en 4 Handleiding voor het invullen van de formulieren van de Stichting
Nadere informatiea) Percentage patiënten met een niercelcarcinoom 4 cm (ct1a) die geen nefrectomie hebben
Indicatoren evaluatie project richtlijn Niercelcarcinoom Indicator 1 a) Percentage patiënten met een niercelcarcinoom 4 cm (ct1a) die geen nefrectomie hebben ondergaan waarbij minstens 2 histologische
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Versie beheer: Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-07-2016 2017.1 Aanpassingen
Nadere informatieBloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam
Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische
Nadere informatieVARIATIE IN KANKERZORG: EEN ZORG? SABINE SIESLING OUTCOMES RESEARCH AND PERSONALIZED CANCER CARE
VARIATIE IN KANKERZORG: EEN ZORG? SABINE SIESLING OUTCOMES RESEARCH AND PERSONALIZED CANCER CARE aantal per 100.000 (ESR) MAATSCHAPPELIJKE UITDAGING KANKERINCIDENTIE 550 500 450 400 350 300 250 200 150
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren
Nadere informatie11 april Annemarie Haverhals Leider programma
11 april 2017 VBHC@Santeon Annemarie Haverhals Leider VBHC@Santeon programma Santeon: zeven topklinische ziekenhuizen 2 Samen circa 13% van nationale zorg 2,56 miljard omzet 26.600 werknemers 1580 medisch
Nadere informatieDutch Surgical Colorectal Audit (DSCA)
Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA.
Nadere informatieFactsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018
Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.2 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen
Nadere informatieINTRA-ARTERIËLE CHEMOTHERAPIE VOOR COLORECTALE LEVER METASTASEN
INTRA-ARTERIËLE CHEMOTHERAPIE VOOR COLORECTALE LEVER METASTASEN Bas Groot Koerkamp, MD PhD Chirurg-Oncoloog en Epidemioloog Erasmus MC Afdeling Heelkunde Sector HPB en Transplantatie DISCLOSURES Gratis
Nadere informatieHandleiding voor de registratie van een nieuwe diagnose (gevallen al dan niet besproken op een Multidisciplinair Oncologisch Consult (MOC))
U Private Stichting Kankerregister Handleiding voor de registratie van een nieuwe diagnose (gevallen al dan niet besproken op een Multidisciplinair Oncologisch Consult (MOC)) (1) Welke tumoren dient u
Nadere informatieMaarten Jansen. Local ablative therapies of malignant liver tumors
Maarten Jansen CA cryoablatie CLOCC chemotherapy + local ablation vs. chemotherapy HCC hepatocellulair carcinoom LITT lasergeïnduceerde thermotherapie PEI percutane ethanolinjectie RFA radiofrequente ablatie
Nadere informatieHematologische maligniteiten
Hematologische maligniteiten Resultaten uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) 20 januari 2016 Otto Visser De Nederlandse Kankerregistratie (NKR) Eén landelijke databank sinds 4 februari 2008 landelijke
Nadere informatieDe behandeling van het hepatocellulair carcinoom NIEUWE ONTWIKKELINGEN
STAND VAN ZAKEN De behandeling van het hepatocellulair carcinoom NIEUWE ONTWIKKELINGEN Sjoerd D. Kuiken, Otto M. van Delden, Dick J. Richel en Peter L.M. Jansen Hoewel de incidentie van het hepatocellulair
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Colorectaal carcinoom (DSCA)
Factsheet en Colorectaal carcinoom (DSCA) DSCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2009 Type Uitvraag Bron Nr. indicator over (jaar) 1. Deelname aan de DSCA Structuur 2015 DSCA 2. Volume colon-
Nadere informatieOplegger indicatorenset Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) verslagjaar 2017
Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset
Nadere informatieResponsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI)
Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI) Eran van Veldhuisen, Bengt van Rijssen, Remy Klaassen, Yung Nio, Hanneke Wilmink, Krijn Van
Nadere informatieBloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam
Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische
Nadere informatieBEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor 2016
a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitor
Nadere informatieNABON Breast Cancer Audit (NBCA)
NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting
Nadere informatieLocally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg
Locally advanced rectum carcinoom: wat gaat er veranderen na de RAPIDO studie? Dr B. van Etten, Oncologisch GE-Chirurg Geen Disclosures Locally advanced rectum carcinoom Definitie o.b.v. MRI ct3 MRF+ ct4a/b
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project VIP²
Vlaams Indicatoren Project VIP² Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project VIP² gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro.
Nadere informatieSurvivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc.
Survivor ship care Zorg na de diagnose en behandeling van kanker Ellen Passchier, RN MSc. INhoud Toename overleving meer patienten leven langer met kanker Effecten en behoeften na kankerbehandeling? Survivorship
Nadere informatieDisseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET
Disseminatiediagnostiek bij locoregionaal recidief van mammacarcinoom: klinische praktijk en perspectief voor PET F.J. van Oost 1, J.J.M. van der Hoeven 2,3, O.S. Hoekstra 3, A.C. Voogd 1,4, J.W.W. Coebergh
Nadere informatie(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam
(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Adjuvante chemotherapie bij rectumcarcinoom in Nederland Geloof Gewoonte Evidence-based medicine
Nadere informatieVan Poliep naar colorectaal carcinoom. P. Didden Maag-Darm-Leverarts UMC Utrecht
Van Poliep naar colorectaal carcinoom P. Didden Maag-Darm-Leverarts UMC Utrecht Anatomie van de dikke darm APC mutation drives adenoma formation Poliep in het rectum 85% of the CRC develop through the
Nadere informatiebelangrijke cijfers over blaaskanker
belangrijke cijfers over blaaskanker Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van blaaskanker, gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie blaaskanker in Nederland Deze
Nadere informatieMail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema
Datum: Beloop na aanleggen decomprimerend stoma Ja Nee Zijn er complicaties opgetreden in het traject na aanleggen van het decomprimerende stoma? Ο Ο ZO JA, VULT U SVP EEN COMPLICATIEFORMULIER IN Hebben
Nadere informatieKwaliteitsnormen. Blaascarcinoom
Kwaliteitsnormen Blaascarcinoom Versie 6 September 2018 Achtergrond herziening 2017 De NVU heeft eind 2010 de eerste kwaliteitsnormen blaascarcinoom openbaar gemaakt en deze in 2012 en 2014 herzien. Sinds
Nadere informatieEvaluatie gebruik richtlijn pancreascarcinoom Landelijke evidence-based richtlijn versie 2.0
Evaluatie gebruik richtlijn pancreascarcinoom Landelijke evidence-based richtlijn versie 2.0 September 2014 Evaluatie gebruik richtlijn pancreascarcinoom Landelijke evidence-based richtlijn versie 2.0
Nadere informatieRobot geassisteerde laparoscopische radicale prostatectomie (RALP) VUmc
Robot geassisteerde laparoscopische radicale prostatectomie (RALP) VUmc 2010-2012 Prostaatkanker, in welk stadium is de ziekte? T1-2 Lokaal beperkt T3 T4 Groei buiten orgaan Ingroei andere structuur Prostaatkanker,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting Chapter 8: Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Colorectale kanker (kanker aan de dikke darm of endeldarm) is de belangrijkste oorzaak van uitzaaiingen (metastasen)
Nadere informatiePeniscarcinoom. Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1
Peniscarcinoom Regionale richtlijn IKMN, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 02-05-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Reg. WG urologische tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2 Medisch
Nadere informatieBEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER
BEVOLKINGSONDERZOEK BAARMOEDERHALSKANKER Monitoring Het Bevolkingsonderzoek (BVO) Baarmoederhalskanker wordt gecoördineerd door het RIVM. De jaarlijkse Landelijke Monitoring van het Bevolkingsonderzoek
Nadere informatieHELP! ER ZIT EEN VLEK OP MIJN LEVER. Prof Dr. Anja Geerts Maag- darm en leverziekten
HELP! ER ZIT EEN VLEK OP MIJN LEVER Prof Dr. Anja Geerts Maag- darm en leverziekten 1 HELP! ER ZIT EEN VLEK OP MIJN LEVER 2 Diagnostiek 3 INLEIDING Heterogene groep van leverletsels (goed tot kwaad..)
Nadere informatieBVO Darmkankerscreening in de spreekkamer van de huisarts Nazorg darmkanker in de huisartsenpraktijk. Dokter de kanker is nu weg wat nu verder?
BVO Darmkankerscreening in de spreekkamer van de huisarts Nazorg darmkanker in de huisartsenpraktijk Dokter de kanker is nu weg wat nu verder? Disclosure belangen spreker Jan Wind (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieVIKC, definitieve versie juni 2008
Evaluatie van het gebruik van de landelijke richtlijn voor diagnostiek en behandeling van prostaatkanker Rapportage Commissie Indicatorontwikkeling van de Werkgroep Richtlijn Prostaatkanker 1. Achtergrond
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008)
KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: INVASIEVE BORSTKANKER (2007-2008) Algemene informatie In dit rapport vindt U de resultaten van de kwaliteitsindicatoren voor borstkankertumoren van AZNikolaas. Hierbij
Nadere informatieFactsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)
Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten
Nadere informatie