Inspraaknotitie bij de visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk Iedereen telt en doet mee

Transcriptie

1 Inspraaknotitie bij de visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk Iedereen telt en doet mee 1. Inleiding De visie op de vernieuwing van het sociaal domein in de gemeente Nijkerk Iedereen telt en doet mee is in juli door het college vrijgegeven voor advies. Het college heeft de Wmo-adviesraad Nijkerk en de Commissie Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand om advies gevraagd. De visie is ook ter kennisneming gestuurd aan de gemeenteraad van Nijkerk. Eind augustus heeft het college van de Wmo-adviesraad Nijkerk en van de Commissie Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand advies over de visie ontvangen. Begin september heeft de gemeenteraad van de Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand een tweede brief over de decentralisaties ontvangen, waarin opmerkingen geplaatst zijn bij de visie en de verslaglegging van de bijeenkomst van 3 juli jl. Op 10 september heeft de gemeenteraad de visie opiniërend besproken. In deze inspraaknotitie geeft het college een reactie op de adviezen van de Wmo-adviesraad en de Commissie Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand, de opmerkingen van de Rekenkamercommissie en de vragen van de gemeenteraad. Hierbij geeft het college aan of er aanleiding is tot aanpassing van de visie. Leeswijzer De Inspraaknotitie bestaat uit drie hoofdstukken. Na deze inleiding geeft het college een overzicht van de wijzigingen, die ze in de visie heeft aangebracht (hoofdstuk 2). De wijzigingen zijn genummerd. In hoofdstuk 3 staat een samenvatting van de verschillende inspraakreacties. Het college geeft haar reactie op de gestelde vragen en opmerkingen. Wanneer er voor het college aanleiding is om de visie aan te scherpen, wordt verwezen naar de nummers van de wijzigingen in hoofdstuk 2. In onderstaande tabel een overzicht van de inspraakreacties: Nr. Reactie 1 Wmo-adviesraad Nijkerk 2 Commissie Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand 3 Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand 4 CDA 5 PROgresssief 21 6 VVD 7 PPP Lokaal Belang 9 ChristenUnie-SGP 1

2 2. Overzicht wijzigingen in de visie Naar aanleiding van de adviezen, de opmerkingen en de vragen, die de afgelopen periode gesteld zijn, heeft het college de visie op de volgende punten aangescherpt: Nr. Wijzigingen 1 Blz 3, hoofdstuk Inleiding : duidelijker formuleren dat er ook risico s verbonden zijn aan de decentralisatie van de nieuwe taken en aanstippen dat de gemeenten niet alleen de gewenste vernieuwing kan realiseren, maar dat medewerking nodig is van de inwoners en het veld. Toelichten dat de vernieuwing al voorzichtig ingezet is, bijvoorbeeld de methode voor vraagverheldering (keukentafelgesprek) in het loketmo. 2 Blz 6, paragraaf In Nijkerk zien wij kansen en risico s : voorbeeld toevoegen welke keuzemogelijkheden minder kunnen worden en welke inwoners wellicht niet de juiste ondersteuning krijgen. 3 Blz 6, paragraaf In Nijkerk zien wij kansen en risico s : het risico benoemen, dat het realiseren van de cultuuromslag van wezenlijk belang is voor de vernieuwing van het sociaal domein. Toevoegen dat de gemeente alleen geen cultuuromslag kan realiseren en dat iedereen een bijdrage moet leveren. 4 Blz 7, inhoudelijk principe 3 De vraag van de inwoner en het resultaat staan centraal : aanscherpen door naar mogelijkheden in plaats van beperkingen te verwijzen. 5 Blz 7, inhoudelijk principe 4 De oplossing wordt eerst gezocht bij de inwoner zelf en diens omgeving : de tekst wordt aangescherpt dat niet het probleem, maar de vraag en beoogde resultaat centraal staan. 6 Blz 9, sturingsprincipe 2 Sturen op resultaten : toevoegen dat het resultaat in het teken staat van de kwaliteit van de dienstverlening. 7 Blz 9, sturingsprincipe 5 Ontschotten van financiële middelen : niet alleen de decentralisatie-budgetten, maar alle budgetten in het sociaal domein ontschotten. 8 Blz 9, sturingsprincipe 2 sturen op resultaat en blz 10 Veranderende (ver)houding samenleving, professionals en gemeente aangescherpt met oog op de rol van de gemeente. 9 Blz 10, hoofdstuk Veranderende (ver)houding samenleving, professionals en gemeente : belang cultuurverandering benadrukken. 10 Blz 10, paragraaf wat vraagt dit van de samenleving : toevoegen dat de financiële tegemoetkomingen op sommige terreinen minder worden. 11 Blz 10, paragraaf wat vraagt dit van de professionals : toevoegen dat van de professionals gevraagd wordt dat ze meer eigen initiatief tonen en dat ze meer gaan handelen in het belang van de inwoner in plaats van het eigen organisatiebelang. 12 Blz 11, hoofdstuk Van visie naar vernieuwing : toevoegen dat in vervolg proces de beleidskeuzes zo concreet mogelijk gemaakt worden door het voor zover mogelijk vooraf benoemen van meetbare doelen. 13 Blz 11, hoofdstuk Van visie naar vernieuwing : benadrukken dat het realiseren van de vernieuwingsopgave een leerproces is en het belang onderstrepen van de cultuuromslag. 2

3 3. Inspraakreacties 1. Wmo-adviesraad Nijkerk Advies 1) De Wmo-adviesraad bedankt het college dat ze vanaf het begin betrokken is bij het proces dat moet leiden tot vernieuwing van het sociaal domein in Nijkerk. Inmiddels is duidelijk dat het proces onder grote tijdsdruk staat. De Wmo-adviesraad is bereid zich flexibel op te stellen voor wat betreft de tijdsafspraken. Daarbij maken ze wel de kanttekening dat er wel voldoende tijd is om informatie te kunnen inwinnen, zodat er op een verantwoorde wijze geadviseerd kan worden. 2) De Wmo-adviesraad heeft, samen met de Commissie Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand, een ambtelijke toelichting gehad op de visie en er zijn een aantal aanscherpingen van de visie besproken: a) Blz 6, In Nijkerk zien wij kansen en risico s : voorbeelden toevoegen welke keuzemogelijkheden minder kunnen worden en welke inwoners tussen wellicht niet de juiste ondersteuning krijgen. b) Blz 6, In Nijkerk zien wij kansen en risico s : het risico benoemen, dat het realiseren van de cultuuromslag van wezenlijk belang is voor de vernieuwing van het sociaal domein. c) Blz 9, sturingsprincipe 2 Sturen op resultaten : toevoegen dat het resultaat in het teken staat van de kwaliteit van de dienstverlening. d) Blz 9, sturingsprincipe 5 Ontschotten van financiële middelen : niet allen de decentralisatie-budgetten, maar alle budgetten in het sociaal domein ontschotten. In haar schriftelijke advies geeft de Wmo-adviesraad aan zich in de voorgestelde wijzigingen te kunnen vinden. 3) De Wmo-adviesraad vraagt om meer aandacht voor de participatie van alle inwoners door het organiseren van bijeenkomsten. 4) Vooruitlopend op het maken van de beleidskeuzes heeft de Wmo-adviesraad een aantal aandachtspunten meegegeven: a) Risico dat de cultuuromslag niet van de grond komt. b) Het inhoudelijke principe 3 De vraag van de inwoners en het resultaat staan centraal schuurt met het sturingsprincipe 4 De door het Rijk beschikbaar gestelde middelen zijn leidend. c) Het is mogelijk dat een inwoner conform het inhoudelijke principe 4 de oplossing wordt eerst gezocht bij de inwoners zelf en diens omgeving zelf kosten maakt, bijvoorbeeld reiskosten of kosten kinderopvang. De Wmo-adviesraad hoopt dat in de beleidkeuze duidelijk wordt hoe initiatieven uit de samenleving gefaciliteerd worden. 1) Het college stelt het op prijs dat de Wmo-adviesraad zich coöperatief opstelt en dat ze bereid is onder voorwaarden flexibel om te gaan met de tijdsafspraken rond de advisering. Uiteraard blijft het college zich inspannen om de Wmo-adviesraad actief te betrekken bij het proces. 2) Het college kan zich vinden in de aanscherping van de tekst, zoals ambtelijk besproken is. 3) Wij hebben deze visie opgesteld in overleg met het veld. In aanvulling hierop wordt momenteel een communicatie- en participatieplan opgesteld, waarin wordt beschreven op welke manier inwoners bij het proces betrokken worden. Dit plan wordt in september ter kennisneming naar de raad gestuurd. Besluitvorming in de raad staat gepland voor november. 4) Het college onderschrijft de aandachtspunten van de Wmo-adviesraad. Het college zal de aandachtspunten meenemen in het vervolgproces. Hierop vooruitlopend geeft het college alvast aan dat de vernieuwing van het sociaal domein gepaard gaan met een efficiencykorting en dat op voorhand niet gegarandeerd kan worden dat de niveau van zorg/vergoedingen hetzelfde blijft. De visie is aangescherpt: zie wijziging 2, 3, 6 en 7 in de tabel. 3

4 2. Commissie Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand Advies 1) De Commissie Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand heeft, samen met de Wmoadviesraad, een ambtelijke toelichting gehad op de visie en er zijn een aantal aanscherpingen van de visie besproken (zie de beschrijving van het advies van de Wmo-adviesraad). In haar schriftelijke advies geeft de commissie aan zich in de voorgestelde wijzigingen te kunnen vinden. 1) Het college kan zich vinden in de aanscherping van de tekst, zoals ambtelijk besproken is. De visie is aangescherpt, zie wijziging 2, 3, 6 en 7 in de tabel. 3. Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand Reactie en opmerkingen 1) De Rekenkamercommissie maakt de volgende opmerkingen bij de visie: a) De visie is te algemeen en te veel op hoofdlijnen en bevat geen kaders en SMART geformuleerde doelstellingen. Een visie moet een kader vormen waarbinnen deelactiviteiten passen, die bijdragen aan het beoogde resultaat, met bijbehorende kosten. b) De randvoorwaarden en principes in de visie zijn onvoldoende onderbouwd. 2) De Rekenkamercommissie maakt de volgende opmerkingen bij het verslag van de bijeenkomst met partners in het veld van 3 juli jl.: a) De opgehaalde informatie is niet terug te vinden in de visie. b) De Rekenkamercommissie signaleert een gebrek aan vernieuwing bij de professionele organisaties en benoemt dit als een risico. 3) De Rekenkamercommissie maakt de volgende opmerkingen met betrekking tot regionale samenwerking en de regierol: a) In de visie wordt beschreven in welke regio s op welke terreinen wordt samengewerkt, maar het is niet duidelijk in welke vorm. b) Het is niet duidelijk of de visie is afgestemd met de omliggende gemeenten. c) Er is geen duidelijkheid over de verhouding gemeenten, partners, aanbieders en afnemers. Er wordt geen invulling aan de regierol van de gemeente. 4) De Rekenkamercommissie maakt de volgende opmerkingen bij de samenhang van de deelterreinen: a) in de visie ontbreekt de samenhang tussen de deelterreinen en er is niet aangegeven hoe deze samenwerking geborgd wordt. De uitwerking van de deelterreinen komt in de visie niet aan de orde. b) Naar aanleiding van de raadsinformatiebrief van medio juni heeft de Rekenkamercommissie de indruk dat er op het terrein van jeugd reeds verdergaande afspraken gemaakt worden, zonder dat de raad een visie heeft vastgesteld. 1) Het college heeft begrip voor de opmerkingen van de Rekenkamercommissie, maar wil deze graag plaatsen in het vervolgproces: a) Er is bewust gekozen voor een compacte visie op hoofdlijnen, waarin de lange termijn visie staat beschreven. Door middel van de principes wordt een beeld geschetst van de gewenste veranderingen, waar de komende jaren aan gewerkt zal worden. In de Beleidskeuzenota zullen wij zo goed mogelijk aangeven op welke manier de principes ingevuld worden en wat als eerste opgepakt wordt. De Beleidskeuzenota staat op de raadsplanning voor december. De visie heeft betrekking op de vernieuwing van het sociaal domein en een vernieuwingsproces kost jaren. Dit betekent dat de beleidskeuzes de komende jaren, op basis van ervaringen en/of verschuivingen in wettelijk en financieel kader, regelmatig bijgesteld zullen worden. De visie op de vernieuwing van het sociaal 4

5 domein blijft het kader voor het bijstellen van de beleidskeuzes. Het college zal dit in de visie duidelijker toelichten. b) De principes zijn tot stand gekomen op basis van de beschrijving van de huidige opgave (hoofdstuk 2), de huidige situatie in Nijkerk (hoofdstuk 3), de vigerende beleidsplannen, de landelijke uitgangspunten voor de transformatie van het sociaal domein (bijvoorbeeld het landelijk omarmd streven naar één plan-één huishouden-één regisseur), de (concept)visies van de regiogemeenten èn de input van verschillende bijenkomsten met het veld. Omdat wij gekozen hebben voor een compacte visie op hoofdlijnen is dit niet verder onderbouwd. 2) Het college kan zich voorstellen dat de Rekenkamercommissie het lastig vindt om het verslag van de bijeenkomst van 3 juli te plaatsen en wil de gemaakte opmerkingen nuanceren: a) In hoofdstuk 3 staan wij kort stil bij de kansen en risico s, die wij voor de gemeente Nijkerk zien. In hoofdstuk 5 gaan wij in op de veranderende (ver)houding samenleving, professionals en gemeente. De inhoud is mede gebaseerd op de uitkomsten van de bijeenkomst van 3 juli. Overigens zijn alle citaten in de visie afkomstig van deze bijeenkomst. b) Wij zien verschillen tussen de professionele organisaties. De ene organisatie is verder met vernieuwingen dan de ander. Wij zijn voornemen om door middel van bijvoorbeeld ons inkoopbeleid innovatie te stimuleren, zodat wij de gewenste vernieuwing tot stand komt. 3) Het college kan zich voorstellen dat het lastig is om grip te krijgen op de regionale samenwerking: a) Wij werken samen of oriënteren ons op samenwerking in een aantal regio s. De inhoud en de vorm van de samenwerking is per regio verschillend. Wij kunnen ons voorstellen dat de regionale samenwerking en de invloed op het lokale proces niet altijd even inzichtelijk is. Wij zullen hier in de het raadsvoorstel bij de visie op terugkomen. b) Nog niet alle omliggende gemeenten hebben een visie vastgesteld op het Sociaal Domein of één van de deelterreinen. De inhoud is zo goed mogelijk afgestemd met de (concept)visies van omliggende gemeenten. c) In hoofdstuk 5 wordt stil gestaan bij de veranderende (ver)houding tussen gemeenten, professionals en de samenleving, maar ook in de sturingsprincipes wordt een doorkijk gegeven op de nieuwe rol van de overheid. In de Beleidskeuzenota wordt de keuze voor een sturingsmodel gemaakt. 4) Het college wil de opmerkingen van de Rekenkamercommissie nuanceren: a) De voorliggende visie is een overkoepelende visie op het sociaal domein. De principes zijn leidend voor alle deelterreinen. Wellicht zal in de uitwerking verschillende accenten gelegd worden. Bijvoorbeeld een specifieke toegang voor één van de deelterreinen. Indien relevant komt dit aan bod in de Beleidskeuzenota en het Implementatieplan. b) De planning van de verschillende decentralisaties in de tijd lopen niet synchroon. Wij moeten van de rijksoverheid voor eind oktober in regionaal verband een transitiearrangement voor de jeugdzorg vast stellen. Het transitiearrangement wordt in regionaal verband voorbereid. Het college neemt voor 31 oktober een besluit over de transitiearrangementen onder voorbehoud goedkeuring raad. Behandeling in de raad wordt december. Gelijktijdig met de Beleidskeuzenota. De visie is aangescherpt: zie wijziging 12 in de tabel. 4. CDA Vragen voor het college 1) De CDA-fractie vraagt, met oog op het vervolgproces, aandacht voor de volgende punten: a) Het zichtbaar maken van de verschillende geldstromen. b) Hoe wordt de evaluatie van het resultaat vorm gegeven? c) Hoe gaat het college om met de inhoudelijke opmerkingen van de Rekenkamercommisie (vooraf doelstellingen formuleren, SMART). 2) De CDA-fractie vraagt het college hoe de communicatie met de inwoners eruit komt te zien. 5

6 3) De CDA-fractie vraagt het college hoe voorkomen kan worden dat zorgmijders niet de benodigde ondersteuning krijgen. 4) De CDA-fractie vraagt aandacht voor het uitvoeren van een nulmeting, 5) De CDA-fractie vraagt wanneer het college een reactie geeft op de adviezen van de WMOadviesraad en de Commissie Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en de opmerkingen van de Rekenkamercommissie. 1) Het college zal de punten meenemen in het vervolgproces (beleidskeuzenota, implementatieplan). 2) Wij hebben de eerste stappen al genomen, bijvoorbeeld door de introductie van een methodiek voor vraagverheldering in het loketmo. In aanvulling hierop wordt momenteel een communicatie- en participatieplan opgesteld, waarin wordt beschreven op welke manier inwoners bij het proces betrokken worden. Dit plan wordt in september ter kennisneming naar de raad gestuurd. Besluitvorming in de raad staat gepland voor november. 3) Op dit moment wordt een communicatie- en participatieplan opgesteld, waarin wordt beschreven op welke manier inwoners bij het proces betrokken worden. Dit plan wordt in september ter kennisneming naar de raad gestuurd, zodat er een start gemaakt kan worden met de communicatie en participatie. Besluitvorming in de raad staat gepland voor november. 4) Dit zal nog verder uitgewerkt worden. Op dit moment zijn er al verschillende instrumenten ingezet beschikbaar, zoals de verwijsindex en de niet-pluis kaar. Hierop vooruitlopend geeft het college het signaal af dat er ook een grens ligt aan het zorgmijdend gedrag: als iemand niet openstaat voor ondersteuning, dan houdt het op een gegeven moment op. 5) Op dit moment wordt gewerkt aan een nulmeting op het niveau van de woonservicezones. De verwachting is dat de nulmeting voor het einde van dit jaar is afgerond. 6) Het college geeft door middel van deze inspraaknotitie een reactie op de adviezen van de WMO-adviesraad en de Commissie Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand en de opmerkingen van de Rekenkamercommissie. De visie is aangescherpt: zie wijziging 12 in de tabel. 5. PROgressief 21 Vragen voor het college 1) De fractie van PROgressief 21 had graag gezien dat de visie concreter zou zijn en vraagt aandacht met het oog op het vervolgproces aandacht voor: a) SMART formuleren van doelstellingen/resultaten en kosten, zodat raadsleden kunnen sturen. b) De goede ideeën, die door het veld ingebracht zijn op de bijeenkomst van 3 juli, zoals integrale ondersteuningsbudgetten, vraagprofielen, opdrachtgeverschap. c) Hoe zien wij ons rol als gemeente. 2) De fractie van PROgressief 21 geeft aan onvoldoende zicht te hebben op de regionale samenwerking in het sociaal domein en vraagt specifiek een toelichting op de relatie tussen de visie op het sociaal domein en de voorbereidingen van de decentralisatie van de jeugdzorg in de regio FoodValley. 3) De fractie van PROgressief 21 vraagt aandacht voor de ondersteuning van de Wmoadviesrsaad en de Commissie Cliëntenparticipatie Wet werk en bijstand. 1) Het college zal deze punten meenemen in het vervolgproces (beleidskeuzenota, implementatieplan). In de visie wordt de toelichting op de relatie tussen visie en beleidskeuzes aangescherpt. Wat betreft de rol van de overheid is het sturingsprincipe 2 en het hoofdstuk over de veranderende (ver)houding samenleving, professionals en gemeente aangescherpt. Hiermee wordt een doorkijkje gegeven op de rol van de gemeente. De definitieve keuze wordt gemaakt in de Beleidskeuzes (sturingsmodel). 6

7 2) Het college zal een apart schema opstellen, waarin uiteengezet wordt hoe het lokale proces zich verhoudt tot de regionale samenwerking. 3) Het college zal dit meenemen in het participatie- en communicatieplan, dat momenteel opgesteld wordt. Dit plan wordt in september ter kennisneming naar de raad gestuurd. Besluitvorming in de raad staat gepland voor november. De visie wordt aangescherpt: zie wijziging 8 en 12 in de tabel. 6. VVD Vragen voor het college: 1) De VVD-fractie heeft de indruk dat in de In de evaluatie van het CJG aanbevelingen zijn opgenomen over de inrichting van fysieke CJG-informatiepunten zonder dat de raad hier in gekend is en vraagt het college om uitleg. 2) Bij het eerste inhoudelijke principe Alle inwoners nemen naar vermogen deel aan de samenleving vraagt de VVD-fractie zich af in hoeverre dit opgelegd wordt aan de inwoners. 3) De VVD-fractie vindt dat het inhoudelijke principe 5 Er is professionele ondersteuning beschikbaar wollig geformuleerd. 4) De VVD-fractie vindt dat het inhoudelijke principe 4 De oplossing wordt eerst gezocht bij de inwoner zelf en diens omgeving moet worden: niet het probleem, maar de vraag en het te behalen resultaat moeten centraal gesteld worden. En om het resultaat te kunnen meten moet je eerst de startfase van een persoon goed in beeld brengen. 5) De VVD-fractie is het eens met het sturingsprincipe 4 De door het rijk beschikbaar gestelde middelen zijn leidend, maar vraagt om een nuancering dat dit niet ten koste mag gaan van het sociale gezicht van Nijkerk. 6) De VVD-fractie geeft aan dat haar inziens de cultuuromslag van doorslaggevend belang is. In dit kader hecht ze veel belang aan participatie, want de gemeente alleen kan geen cultuuromslag realiseren. In aanvulling hierop roept de VVD-fractie de collega-fracties op niet te gaan sturen op incidenten. Er kunnen fouten gemaakt worden en daar kunnen wij van leren. 1) Het college heeft het Jaarverslag CJG, kalenderjaar 2011 en 2012, vastgesteld. In één van de aanbevelingen wordt voorgesorteerd op de inhoud van de concept-jeugdnota door te stellen dat het wenselijk is om het CJG zo thuisnabij (in de wijk) te positioneren in combinatie met bestaande verbanden, zoals bijvoorbeeld beide gezondheidscentra en de (te ontwikkelen) brede scholen. Dit sluit aan bij de gedachte dat het CJG niet alleen een fysiek loket, maar ook een netwerkorganisatie is. De concept-jeugdnota is voor de zomer vrij gegeven voor inspraak en de besluitvorming staat gepland voor december. De daadwerkelijke invulling van deze aanbeveling kan op verschillende manieren plaats vinden. Door aan te sluiten bij bestaande verbanden hoeft dit geen extra investeringen in stenen tot gevolg te hebben. Denk bijvoorbeeld aan een spreekuur op een bestaande locatie. Pas na besluitvorming over de jeugdnota in de raad wordt daadwerkelijk overgegaan tot de uitwerking van deze aanbeveling. E.e.a. wordt al wel oriënterend besproken in het veld. Ons inziens is dit een goed voorbeeld van een mogelijke uitwerking van het organisatorische principe Ondersteuning wordt dichtbij huis georganiseerd. 2) Het college verwacht van alle inwoners dat ze deelnemen aan de samenleving en zal dit stimuleren, maar deze wordt niet iedereen verplicht opgelegd. Wanneer inwoners zich met een ondersteuning tot de gemeenten wenden, dan wordt wel gezamenlijk gekeken op welke wijze een bijdrage aan de samenleving geleverd kan worden. 3) Het college bedoelt dat in geval van onveilige situaties altijd professionele ondersteuning beschikbaar is. Dat neemt niet weg dat inwoners eerst zelf verantwoordelijk zijn. Professionele ondersteuning is een aanvulling. 4) Het college scherpt de toelichting bij het inhoudelijke principe 4 De oplossing wordt eerst gezocht bij de inwoner zelf en diens omgeving aan. Ook de toelichting bij het inhoudelijke principe 3 De vraag van de inwoner en het resultaat staan centraal wordt aangescherpt. 7

8 5) Het college heeft begrip voor de bezorgdheid van de VVD-fractie dat het sociale gezicht van Nijkerk als gevolg van de efficiency kortingen verloren gaat, maar houdt vast aan het principe dat het door het rijk beschikbare budget leidend is. 6) Het college volgt de redenering van de VVD-fractie en past de tekst in de visie hier op aan. De visie wordt aangescherpt: zie wijziging 4, 5, 9 en 13 in de tabel. 7. PPP2010 Vragen voor het college 1) De fractie van PPP2010 heeft twijfels bij het eens met het sturingsprincipe 4 De door het rijk beschikbaar gestelde middelen zijn leidend en vraagt het college wat er gaat gebeuren als het geld op is. 2) De fractie van PPP2010 vraagt het college hoe zij de participatie vorm gaat geven. 3) De fractie van PPP2010 geeft aan dat het om een complex proces gaat en dat het niet altijd inzichtelijk is hoe e.e.a. zich tot elkaar verhoudt. Bijvoorbeeld de aanbeveling in het Jaarverslag CJG met betrekking tot het positioneren van de CJG in de wijk in relatie tot de tot niet vastgestelde jeugdnota. 4) Naar aanleiding van sturingsprincipe 2 Sturen op resultaten vraagt de fractie van de PPP 2010 op welke resultaten gestuurd wordt. 5) De fractie van PPP2010 wil van het college weten hoe ze het sturingsprincipe 5 Ontschotten van de financiële middelen ziet. De fractie van de PPP2010 ziet ook graag het ontschotten van de gemeentelijke organisaties. 6) De fractie van PPP2010 vraagt aandacht voor de invulling van de eigen rol van de gemeente. 7) Naar aanleiding van het organisatorische principe 3 Eén huishouden één plan één regisseur vraagt de fractie van de PPP2010 wie de regisseur wordt. 8) De fractie van PPP2010 vraagt het college hoe ze de cultuurverandering wil realiseren en vraagt het college wat ze gaat doen als de cultuuromslag niet van de grond komt. 9) De fractie van PPP2010 vraagt naar de relatie tussen het nieuw Nijkerks evenwicht en het behouden van het sociaal gezicht van Nijkerk. 1) Het college heeft begrip voor de bezorgdheid van de fractie, maar houdt vast aan het principe dat het door het rijk beschikbare budget leidend is. 2) Wij hebben deze visie opgesteld in overleg met het veld. In aanvulling hierop wordt momenteel een communicatie- en participatieplan opgesteld, waarin wordt beschreven op welke manier inwoners bij het proces betrokken worden. Dit plan wordt in september ter kennisneming naar de raad gestuurd. Besluitvorming in de raad staat gepland voor november. 3) Het college heeft hier begrip voor. Er zijn inderdaad veel dwarsverbanden tussen de verschillende nota s te leggen. Het college zal zich inspannen om dit zo helder mogelijk in beeld te brengen. Voor de vraag over het CJG verwijst het college naar haar reactie bij de eerste vraag van de VVD-fractie. 4) Het college zal deze opmerkingen meenemen in het vervolgproces (beleidskeuzenota, implementatieplan). In de visie wordt de toelichting op de relatie tussen visie en beleidskeuzes aangescherpt. 5) De eerste stappen in het ontschotten van de gemeentelijke organisatie zijn al gezet, bijvoorbeeld in de afstemming tussen de front- en backoffice. Overige vervolgstappen zullen uitgewerkt worden in de Beleidskeuzenota en het Implementatieplan. 6) De rol van de gemeente zal vertaald worden in een sturingsmodel. In de beleidskeuzenota zal een keuze voor een sturingsmodel gemaakt worden. De beschrijving van het sturingsprincipe 2 Sturen op resultaten en de beschrijving van de (ver)houding van de samenleving, professionals en gemeente wordt aangescherpt en een doorkijkje gegeven op de rol van de gemeente. 7) In het vervolgproces (beleidskeuzenota, implementatieplan) zal uitgewerkt worden wie de regisseur wordt. Voor het college is het al wel duidelijk dat dit een persoon moet zijn, die onafhankelijk staat ten opzichte van de zorgverleners. 8

9 8) De cultuurverandering is niet van de ene op de andere dag gerealiseerd. Daar is tijd voor nodig. Er zijn verschillende interventies nodig en denkbaar om de nieuwe realiteit bij iedereen tussen de oren te krijgen. Van onze inkoopprocedure, de vraagverheldering, de informatievoorziening tot het sturen op resultaten. Het college scherpt de visie aan door het belang van de cultuurverandering te benadrukken. 9) Het college is van mening dat het nieuw Nijkerks evenwicht en het sociaal gezicht van Nijkerk samengaan. Door te investeren in een gezonde economie ontstaan er kansen voor een sterke samenleving en dat komt ten goede aan het sociale gezicht van Nijkerk. De visie wordt aangescherpt: zie wijzigingen 8, 9 en 13 in de tabel. 8. Lokaal Belang Vragen voor het college 1) De fractie van Lokaal Belang vraagt naar de rol van de gemeente. 2) De fractie van Lokaal Belang vraagt aandacht voor het behouden van het sociaal gezicht van Nijkerk. 3) De fractie van Lokaal Belang vraagt aandacht voor een concretiseringsslag (formuleren doelstellingen, SMART) van de visie. 1) De rol van de gemeente zal vertaald worden in een sturingsmodel. In de beleidskeuzenota zal een keuze voor een sturingsmodel gemaakt worden. In de sturingsprincipes en de beschrijving van de (ver)houding van de samenleving, professionals en gemeente wordt een doorkijkje gegeven. 2) Het college deelt de zorg van de fractie dat het sociaal gezicht van Nijkerk in het gedrang kan komen, maar houdt vast aan het sturingsprincipe 4 De door het rijk beschikbaar gestelde middelen zijn leidend. 3) In de visie wordt de toelichting op de relatie tussen visie en beleidskeuzes aangescherpt. De visie wordt aangescherpt: zie wijzigingen 12 in de tabel. 9. ChristenUnie-SGP Vragen voor het college 1) De fractie van de ChristenUnie-SGP vindt dat de Inleiding van de visie te optimistisch. De decentralisaties zullen gevolgen hebben voor de inwoners van Nijkerk. 2) Naar aanleiding van het sturingsprincipe 4 De door het Rijk beschikbaar gestelde middelen zijn leidend doet de fractie van de ChristenUnie-SGP de suggestie om in de begin periode extra budget beschikbaar te stellen. 3) Inhoudelijke principe 1 Alle inwoners nemen naar vermogen deel aan de samenleving geeft de fractie aan dat ook professionele organisaties een bijdrage moeten leveren aan de samenleving. 4) Bij het inhoudelijke principe 4 De oplossing wordt eerst gezocht bij de inwoner zelf en diens omgeving vraagt de fractie van de ChristenUnie-SGP zich af of de omgeving wel in staan is om de nodige ondersteuning te bieden. 5) De fractie van de ChristenUnie-SGP vraagt zich af of het organisatorische principe 2 Maatwerk ruimte voor verschillen en het organisatorische principe 4 slim organiseren van het ondersteuningsaanbod elkaar niet bijten. De fractie geeft aan dat ze veel belang hechten aan voldoende keuzevrijheid. 6) De fractie van de ChristenUnie-SGP doet de suggestie om wijkgericht werken toe te voegen aan de toelichting bij het organisatorische principe 3 Eén huishouden één plan één regisseur. 9

10 7) De fractie van de ChristenUnie-SGP vraagt zich af hoe het college het sturingsprincipe 2 Sturen op resultaten wil gaan uitwerken. Moet dit niet sturen op outcome zijn? 8) De fractie van de ChristenUnie-SGP vraagt het college aandacht voor de realisering van de cultuurverandering. 9) De fractie van de ChristenUnie-SGP doet de suggestie om in de visie op te nemen dat het stellen van meetbare doelen belangrijk is. 10) De fractie geeft aan wat haar betreft de beleidskeuzes tussentijds bijgesteld kunnen worden en hiervoor niet altijd een formele evaluatie door de raad voor nodig is. 11) De fractie van de ChristenUnie-SGP vraagt zich af of het sturingsprincipe 4 De door het rijk beschikbaar gestelde middelen zijn leidend niet ten koste gaat van de inwoners en vraagt of het budget leidend of bepalend moet zijn. 1) Het college snapt wat de fractie bedoelt en past de inleiding aan door te benoemen dat er ook risico s zijn. Verder word in hoofdstuk 5 wat vraagt dit van de samenleving scherper neergezet dat er in sommige gevallen minder professionele ondersteuning mogelijk is. 2) Het college vindt dit een interesseante gedachtegang en zal in het vervolgproces verkennen of het mogelijk en wenselijk is om een de reserve Sociaal Domein hier voor te gebruiken. 3) Het college onderschrijft dit. In de visie wordt duidelijker beschreven wat er van de professionals gevraagd wordt. 4) Wanneer de omgeving niet in staat is om ondersteuning te bieden, blijft professionele ondersteuning mogelijk (inhoudelijk principe 5: Er is professionele ondersteuning beschikbaar ) 5) Deze principes kunnen elkaar bijten, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Het college hecht ook belang aan keuzevrijheid, maar tegelijkertijd moeten wij reëel zijn en beseffen dat het huidige niveau van ondersteuning onder druk staat. Het college scherpt de visie hierop aan. 6) Het college ziet de keuze voor wijkgericht werken als een mogelijke invulling van het organisatorische principe 1 Ondersteuning wordt dichtbij huis georganiseerd. De uitwerking van dit principe en de eventuele keuze voor wijkgericht werken wordt meegenomen in het vervolgproces. 7) Dit zal verder uitgewerkt worden in het vervolgproces (beleidskeuzenota, implementatieplan). 8) Het college is het met de fractie eens dat het realiseren van de cultuurverandering belangrijk is voor een succesvolle vernieuwing. De visie wordt hier op aangescherpt. 9) Het college neemt deze suggestie over en past de visie erop aan. 10) Het college stelt het op prijs dat ze van de fractie van de ChristenUnie-SGP de vrijheid krijgt om tussentijds bij te sturen op basis van ervaringen. De beoogde vernieuwing wordt nu eenmaal niet in één keer gerealiseerd. Uiteraard informeren wij de raad via de BERAP en/of raadsinformatiebrieven. 11) Het college heeft begrip voor de bezorgdheid van de fractie van de ChristenUnie-SGP, maar houdt vast aan het principe dat het door het rijk beschikbare budget leidend is en niet bepalend. De visie wordt aangescherpt: zie wijzigingen 1, 10, 11, 9, 13 en 12 in de tabel. 10