Ruimtelijke oriëntatie van abstract en concreet gebruik van werkwoorden. Toename als verticaliteit of omvang?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ruimtelijke oriëntatie van abstract en concreet gebruik van werkwoorden. Toename als verticaliteit of omvang?"

Transcriptie

1 Ruimtelijke oriëntatie van abstract en concreet gebruik van werkwoorden Toename als verticaliteit of omvang? Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Geesteswetenschappen Departement Communicatie- en Informatiewetenschappen Master Bedrijfscommunicatie en Digitale Media Laura van Eijk ANR: Begeleiders: dr. E. Oversteegen dr. J. Schilperoord Tilburg, 16 augustus 2012

2 Voorwoord Zodra de scriptieonderwerpen bekend waren, was ik direct enthousiast over de onderwerpen met betrekking tot metaforen. Tijdens de colleges van Multimodality wisten de docenten me enthousiast te maken over alles wat met metaforen te maken had. Het was dus een logische keuze om mijn scriptie hierover te schrijven. Met het schrijven van deze scriptie is een eind gekomen aan de leuke tijd die ik gehad heb op de Universiteit van Tilburg. Dit was niet mogelijk geweest zonder mijn scriptiebegeleiders Leonoor Oversteegen en Joost Schilperoord. Beide hebben me ieder moment gestimuleerd om nog verder na te denken en kritisch te zijn. Hun (wetenschappelijke) kennis en interesse in mijn scriptie hebben bijgedragen aan een goede samenwerking en een mooie uitkomst, waarop ik zeer positief terug kan kijken. Daarnaast bedankt ik ook mijn ouders en broertje, die altijd interesse hebben getoond in mijn studie en graag met me meedachten over allerlei onderwerpen. Het is heel fijn om deze bijzondere mensen te hebben die me altijd hebben gesteund en me alle mogelijkheden hebben geboden om te doen wat ik leuk vind. Bedankt voor jullie interesse en vertrouwen, mede dankzij jullie heb ik dit proces tot een mooi einde weten te brengen. 2

3 Samenvatting Een vliegtuig kan (op)stijgen, maar ook de prijzen kunnen stijgen. Het eerste voorbeeld van het werkwoord stijgen is letterlijk toegepast; we kunnen letterlijk voor ons zien dat een vliegtuig eerst aan de grond staat, vervolgens gaat het omhoog en legt een verticaal traject af. Wanneer gezegd wordt dat prijzen stijgen is het minder duidelijk wat we voor ons zien, omdat het werkwoord in deze zin metaforisch is toegepast. Het idee van verticaliteit en omvang zit besloten in verschillende werkwoorden die vermeerdering en vermindering bevatten. De centrale vraag in is dan ook of in ons begrip van letterlijke en metaforische zinnen verticaliteit/omvang dezelfde rol speelt. Een metafoor is een vorm van beeldspraak, waarbij het onbekende wordt beschreven in termen van het bekende. De twee meest toonaangevende theorieën op het gebied van metaforen, de Conceptual Metaphor Theory en Perceptual Symbols Theory, beschrijven beide dat abstracte begrippen begrepen kunnen worden door te refereren aan concrete concepten. Onderzocht is of twaalf werkwoorden die vermeerdering/vermindering uitdrukken anders geconceptualiseerd worden wanneer het letterlijk gebruik versus metaforisch gebruik van werkwoorden betreft. Het uitgangspunt hierbij was dat bij werkwoorden die letterlijk gebruikt werden, verticaliteit voorkeur zou genieten boven omvang, en bij werkwoorden die metaforisch gebruikt werden omvang juist voorkeur zou genieten boven verticaliteit. Uit de resultaten blijkt dat dit inderdaad blijkt bij vijf werkwoordsclusters van vermeerdering (stijgen, opkomen, groeien, verhogen en omhooggaan). Daarnaast blijkt deze verwachting ook op te gaan bij drie werkwoordsclusters van vermindering (omlaaggaan, inzakken en krimpen). 3

4 Inhoud Voorwoord...2 Samenvatting...3 Hoofdstuk 1 Theoretisch Kader Inleiding Metaforen Conceptual Metaphor Theory Perceptual Symbol Theory Onderzoek naar verticaliteit en omvang Onderzoeksvraag en hypotheses Hoofdstuk2 Methode Materiaal Zinnen Plaatjes Instrumentatie Samenstelling respondentgroep Procedure Statistische verwerking van gegevens Hoofdstuk 3 Resultaten Zinnen met vermeerdering Zinnen met vermindering Post hoc analyse Analyse persoonskenmerken Hoofdstuk 4 Conclusie Hoofdstuk 5 Discussie Verklaring gevonden effecten en opvallendheden Limitering van het onderzoek Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek Referenties Bijlage: Vragenlijst

5 Hoofdstuk 1 Theoretisch Kader 1.1 Inleiding Er kan gezegd worden dat een vliegtuit opstijgt, de zon opkomt, een persoon naar beneden gaat met de lift of dat iemand die zich niet lekker voelt ineenkrimpt van de pijn. Al deze werkwoorden zijn letterlijke, concrete voorbeelden van natuurlijke taal, waarin verticaliteit en omvang verborgen zitten. In natuurlijke taal worden woorden die verticaliteit bezitten vaak gebruikt om te praten over magnitude (omvang/grootte). Wanneer we een zin als het vliegtuig stijgt op lezen of horen, zien we deze gebeurtenis als het ware letterlijk voor ons: een vliegtuig staat eerst op de landingsbaan aan de grond, later stijgt het op en gaat het omhoog. Het vliegtuig legt dus een verticaal traject af. Dit idee van verticaliteit ligt besloten in de betekenis van het werkwoord stijgen. Wanneer we spreken over een luchtballon die opstijgt, zien we eenzelfde gebeurtenis als bij het vliegtuig voor ons. Het idee van verticaliteit lijkt tevens besloten te zijn in de betekenissen van andere werkwoorden die vermeerdering bevatten, zoals opkomen of opstaan. Maar wat zien we nou eigenlijk voor ons wanneer we een werkwoord met toename gebruiken in de niet letterlijke betekenis, zoals in de zin het consumenten vertrouwen stijgt? De vraag die centraal staat in deze scriptie is of in ons begrip van een dergelijke metaforische zin verticaliteit dezelfde rol speelt als bij letterlijk gebruik van zulke werkwoorden. Werkwoorden die vermeerdering of vermindering bezitten worden vaak ook metaforisch/abstract gebruikt: mensen zeggen bijvoorbeeld dat de prijzen hoog zijn of dat de verwarming omlaag is gezet. Waarom zeggen ze eigenlijk niet dat prijzen naar rechts zijn gegaan, en de verwarming naar links? De systematische manier waarop verticaliteit maar niet horizontaliteit gebruikt wordt voor magnitude geeft aan dat magnitude veelal verticaal wordt gerepresenteerd (Pecher & Boot, 2011). Het concept hoeveelheid wordt ook vaak in verband gebracht met verticaliteit. Het abstracte concept hoeveelheid is uit te drukken in concrete termen van hoog en laag, waarbij geldt dat meer hoeveelheid als naar boven wordt ervaren, en minder hoeveelheid als naar beneden wordt vervaren. Zo kan bijvoorbeeld het consumentenvertrouwen dalen en kunnen prijzen stijgen. Volgens Grady (2005) begrijpen we deze uitdrukkingen vanwege ervaringen en waarnemingen met hoog en laag, die we sinds kleins af aan bezitten, en kan deze metafoor terugslaan op de wederkerende associatie in ervaring tussen hoeveelheid en hoogte, bijvoorbeeld een stapel. Ook het concept respect lijkt zich te bevinden op de verticale as. We zeggen namelijk dat we opkijken tegen sommige mensen omdat we ze respecteren, maar we kijken neer op anderen omdat ze onder ons staan. Het lijkt erop dat deze vorm van ruimtelijkheid in taal al jong begint, want als kinderen kijken we letterlijk op tegen onze oudere en wijzere ouders (Richardson, Spivey, 5

6 Barsalou & McRae, 2001). Ook in het werkveld komen we het aspect van verticaliteit tegen, vaak in de vorm van machtsrelaties. Personen die autoriteit hebben worden gerepresenteerd als zijnde hoger dan anderen, en degenen die pas beginnen staan onder aan de carrière ladder. Daarnaast kan ook een discussie heen en weer gaan en vaak wordt ook het leven beschreven als iets dat op en neer gaat, en dus hoogte- en dieptepunten kent. Deze voorbeelden en constateringen resulteren in de gedachte dat verschillende concepten mogelijk zijn voor het conceptualiseren van toename en afname, zowel bij letterlijk gebruik als bij metaforisch gebruik van werkwoorden. In dit theoretisch kader wordt eerst ingegaan op de belangrijkste theorieën op het gebied van metaforen, vervolgens wordt bestaand onderzoek naar metaforen toegelicht en op basis hiervan zal het huidige onderzoek ingeleid worden. 1.2 Metaforen Het woord metafoor komt van het Griekse metaphero (μεταφέρω), wat overdragen betekent. Het wordt ook wel het overdrachtelijk gebruik van woorden genoemd. Een metafoor is een vorm van beeldspraak, waarbij het onbekende wordt beschreven in termen van het bekende. Een concreet concept wordt dus gebruikt om een abstract concept te verduidelijken, door middel van het toeschrijven van bepaalde eigenschappen van een object aan een ander object (Lakoff & Johnson, 1980). De essentie van een metafoor is het begrip en ervaring van één ding (doeldomein) in termen van een ander (brondomein).het doeldomein is datgene waarover je iets wilt zeggen en het brondomein is de karakterisering. Veel uitdrukkingen die oorspronkelijk een metafoor zijn, worden niet meer als zodanig herkend, omdat ze zo zijn ingesleten in het dagelijks taalgebruik. Wanneer ze gebruikt worden weet iedereen wat ermee bedoeld wordt en ze zijn dan ook als het ware deel geworden van ons conceptuele systeem. Een bekend voorbeeld van een dergelijke metafoor is geluk is verticaliteit (Ortiz, 2010): we begrijpen het abstracte begrip geluk in termen van het concrete begrip verticaliteit. Hierbij geldt dat geluk boven is ( zij is in de zevende hemel ), en ongeluk onder ( hij zit in de put ). De fysieke ervaring van de bronterm, de primaire kennis van de concepten boven en onder, die we al hebben vanuit onze jeugd, wordt gebruikt om het abstracte begrip geluk begrijpelijk(er) te maken. De metafoor die in dit onderzoek centraal staat is de ruimtelijke metafoor. Ruimtelijke metaforen worden gebruikt om concepten te begrijpen op basis van ruimtelijke oriëntatie (Lakoff & Johnson, 1980). Deze metaforen vinden hun basis in fysieke en culturele ervaringen en zijn dus niet willekeurig. De metaforen zijn gebaseerd op polaire opposities zoals hoog-laag, in-uit, binnen-buiten en links-rechts. Ze komen voor in allerlei culturen, maar binnen deze culturen zijn wel verschillen wat betreft metaforen. Het is namelijk zo dat wanneer mensen die behoren tot westerse culturen spreken over de toekomst, zij spreken over het feit dat deze voor ons ligt. In andere culturen wordt 6

7 de toekomst begrepen dat iets als achter mensen ligt. In onze westerse cultuur is de verticale as, hoog-laag, de belangrijkste oriëntatie, dit in tegenstelling tot meer horizontaal georiënteerde culturen van bijvoorbeeld Amerikaanse indianen. Dit soort fenomenen staan centraal in de Conceptual Metaphor Theory van Lakoff en Johnson (1980) Conceptual Metaphor Theory De Conceptual Metaphor Theory van Lakoff en Johnson (1980) beschrijft de gedachte dat metaforische mappings gebruikt kunnen worden tussen concrete en abstracte concepten. De onderzoekers gebruiken in hun theorie de termen conceptual mapping en conceptual metaphors, omdat zij vinden dat metaforische mappings niet zozeer in de taal verweven zitten, maar juist deel van de menselijke cognitie zijn (in ons conceptuele systeem). Hiermee wordt bedoeld dat er tussen een groot aantal domeinen vaste verbindingen ontstaan, die automatisch aan elkaar worden gekoppeld. Deze metaforische connecties zijn het onderwerp van de Conceptual Metaphor Theory. Een prominent voorbeeld dat de onderzoekers aanhalen is de bekende uitspraak liefde is een reis. Het concrete concept (brondomein) van een reis maken wordt gebruikt als metafoor om het abstracte begrip (doeldomein) liefde te verduidelijken. De concrete situatie van het reizen langs een pad is een metafoor voor de abstracte situatie van het oplossen van een probleem. Een ander voorbeeld is dat liefde ook vaak wordt beschreven wordt in termen van oorlog; de alom bekende metafoor liefde is oorlog. Hierbij horen de bekende uitspraken dat iemand veel veroveringen heeft gedaan of dat een stel voor elkaar vecht in slechtere tijden. Een ander voorbeeld dat Lakoff en Johnson (1980) in hun boek aangeven betreft de metaforen combinatie more is up en less is down. Voorbeelden hiervan zijn: Het aantal geprinte boeken per jaar blijft omhooggaan, mijn inkomen steeg vorig jaar, hij is minderjarig, draai de verwarming omlaag wanneer je het te warm krijgt, etc. De fysieke basis van deze metaforen is het feit dat wanneer je meer van een substantie toevoegt, het niveau omhooggaat/stijgt. Het bestaan van de vaste, metaforische verbinding tussen twee domeinen betekent dat er sprake is van een conceptuele metafoor. De Conceptual Metaphor Theory verantwoordt hoe concrete, fysieke ervaringen kunnen dienen om abstracte concepten te representeren. Wanneer we metaforische taal proberen te begrijpen, worden image schemas geactiveerd door woorden die ook letterlijk refereren aan het concrete concept (bijvoorbeeld de prijzen zijn gestegen ). Daarnaast claimt de theorie dat metaforische mappings gebruikt worden om abstracte concepten te representeren. Daarom moet een image schema deel van deze representatie en activatie zijn. Verschillende studies (o.a. Boot & Pecher, 2010; Teuscher, McQuire, Collins & Coulson, 2008, in Pecher, Boot & Van Dantzig, 2011) hebben bewijs verzameld dat image schemas een rol spelen in representaties van abstracte 7

8 concepten. Deze image schemas zijn relevant voor abstracte concepten en worden snel en automatisch geactiveerd. Ze zijn niet gelijk aan concrete concepten, omdat zij niet zo gedetailleerd zijn als deze concrete concepten. Ze kunnen gezien worden als kenmerken die structuur geven aan zowel concrete als abstracte concepten. Het ervaren van verticaliteit in een bepaalde modaliteit kan eerdere ervaringen oproepen met verticaliteit in andere modaliteiten. Dit kan zelfs uitgebreid worden naar taal: woorden die refereren aan verticaliteit kunnen verbonden worden aan fysieke ervaringen van verticaliteit, omdat ze gebruikt worden in eenzelfde situatie. Dit geeft aan dat image schemas associaties reflecteren tussen woorden en ervaringen in verschillende modaliteiten. Grady (1997) vulde de theorie van Lakoff en Johnson (1980) aan door het begrip primary metaphors te introduceren. Bij de primaire metafoor bestaat, net als bij de conceptuele metafoor, een vaste verbinding tussen twee verschillende domeinen. Het verschil met de conceptuele metafoor is dat primaire metaforen de bouwstenen van meer omvattende conceptuele metaforen zijn, zoals oorlog of reis. Een voorbeeld van een primaire metafoor is gelijkheid is nabijheid. Dit is een conceptuele metafoor omdat het brondomein (nabijheid) en doeldomein (gelijkheid) een vaste verbinding hebben in ons hoofd; dingen die gelijk zijn, staan vaak bij elkaar in de buurt. Een voorbeeld uit ons dagelijks taalgebruik dat voortkomt uit deze metafoor is het feit dat mensen wanneer ze hetzelfde denken over een bepaalde kwestie, dat zich voorstellen als nabijheid: onze standpunten liggen dicht bij elkaar of door het gesprek zijn we nader tot elkaar gekomen. Naast het feit dat deze metafoor gezien kan worden als een conceptuele metafoor, kan deze metafoor ook gezien worden als primaire metafoor, omdat het voortkomt uit eigen ervaringen; soortgelijke producten vind je in de supermarkt in hetzelfde vak, mensen uit eenzelfde sociale groep dragen vaak gelijksoortige kleding, etc. Naast de gedachtegang van Grady (1997) sluiten ook de onderzoeken van Langacker (1987) en Talmy (1983) aan bij de Conceptual Metaphor Theory. Beide onderzoekers stelden dat bepaalde aspecten van taalbetekenis alleen gerepresenteerd kunnen worden door image schemas. Ze meenden daarnaast ook dat ruimtelijke elementen deel zijn van ons metaforisch begrip, dat we terugvinden in taal en in onze ervaringen. Ook Dodge en Lakoff (2005) geven aan dat image schemas categorieën zijn van ervaringen, waarvoor dezelfde woorden worden gebruikt. Als voorbeeld wordt het woord hoog aangegeven. Dit woord wordt gebruikt voor o.a. ruimtelijke positie, hoeveelheid, macht en goddelijkheid. Dit geeft dus aan dat ruimtelijke positie en hoeveelheid samenhang hebben. Een andere bevestiging van de Conceptual Metaphor Theory komt van Bergen, Lindsay, Matlock en Narayanan (2007). Zij vonden in hun onderzoek dat representaties van concrete situaties interfereren met visueel verwerken, omdat hierbij dezelfde bron gebruikt wordt. Abstracte representaties gebruiken echter geen visuele simulatie (je kunt iets abstracts niet letterlijk voor je zien ), en interfereren daarom niet met het visuele verwerken. Daarentegen is het wel zo dat een 8

9 abstracte context juist een grondslag moet hebben in het ruimtelijke domein, omdat het geen perceptuele eigendommen bevat. Deze abstracte representaties blijken dus gegrond in ruimtelijke image schemas. Abstracte concepten worden dus begrepen door metaforische mappings tussen abstracte en concrete domeinen. Het uitgangspunt van de Conceptual Metaphor Theory van Lakoff en Johnson (1980) is kortom dat mensen metaforen gebruiken om het praten over, het begrijpen en het beleven van, en het verwijzen naar abstracte concepten te vergemakkelijken. Deze gedachte wordt op een meer principiële wijze uitgewerkt in de Perceptual Symbol Theory van Barsalou (1999) Perceptual Symbol Theory Het een veelbelovende gedachte dat concrete situaties gebruikt worden om abstracte concepten te representeren. Dit wordt beschreven door de Perceptual Symbol Theory van Barsalou (1999). Bij deze theorie draait het om de gedachtegang van mensen; de nadruk ligt op hoe mensen denken. Mensen kunnen hun gedachten beschrijven als mentale plaatjes, voorgestelde bewegingen door de ruimte, gesimuleerde sequenties van acties, etc. Het idee hierachter is dat heel veel gedachten geen woorden of symbolen zijn, maar visuele plaatjes. Dit wordt grounded cognition genoemd, en is voor het eerste beschreven door Barsalou (1999). Hij geeft aan dat wanneer je (na)denkt, een bepaald systeem geactiveerd wordt, waardoor het lijkt alsof je interacteert met het object waaraan je denkt. Dit gaat uiteraard op voor concrete concepten, die fysiek kunnen worden waargenomen. Maar omdat mensen geen directe ervaring hebben met abstracte concepten, is het niet meteen duidelijk hoe deze concepten worden gerepresenteerd. Om erachter te komen hoe abstracte concepten geconceptualiseerd worden, is het een logische stap om te bekijken of dezelfde mechanismes die werken bij concrete concepten, ook opgaan bij abstracte concepten. Barsalou (1999) verklaart in zijn theorie dat mentale representaties die gebruikt worden in cognitieve taken gegrond zijn in onze waarnemingen en ervaringen. Hij beschrijft dit systeem van waarnemingen en ervaringen als een volledig functioneel conceptueel systeem, dat inferenties produceert, symbolen combineert en proposities produceert, om zo abstracte concepten te representeren. Aan de ene kant is het lastig om abstracte (werk)woorden te beschrijven omdat je ze niet kunt ruiken of vastpakken en ze geen kleur hebben, maar er is toch veel bewijs dat abstractheid gegrond is in onze ervaringen. We gebruiken opgeslagen kennis om de wereld om ons heen te interpreteren, en volgens de theorie van Barsalou bevat deze kennis perceptuele componenten. Hij geeft namelijk aan dat kennis van concepten bestaat uit zintuiglijke representaties, die perceptual symbols worden genoemd (bij Lakoff & Johnson, 1980, worden dit image schemas genoemd; het is een kwestie van terminologie want in beide theorieën wordt hetzelfde bedoeld). Dit betekent dat onze kennis van een concreet concept zoals stoel informatie bevat over hoe een stoel er bijvoorbeeld uitziet. In figuur 1 wordt dit 9

10 verduidelijkt. Uit perceptie haal je kennis, die je vervolgens omzet in een analoog modaal symbool. Dit symbool, van in dit geval een stoel, gebruik je vervolgens wanneer je eraan denkt of erover spreekt, en het refereert op zijn beurt weer aan een daadwerkelijke stoel. Op deze manier claimt Barsalou (1999) dat bij denkprocessen perceptual simulation plaatsvindt. Perceptual symbols ontstaan dus uit persoonlijke, zintuiglijke ervaringen en waarnemingen. Ze spelen bovendien een belangrijke rol bij taalgebruik en zijn ook van belang voor hoe concepten gerepresenteerd worden in ons geheugen en gebruikt worden in onze manier van denken. Figuur 1. Perceptual Symbol System van de representatie van een stoel. Maar hoe zit het met abstracte concepten, zijn daarvoor ook dergelijke perceptual symbols beschikbaar? Volgens deze gedachtegang zou verticaliteit en boven-onder dus wel eens het perceptuele symbool kunnen zijn dat mensen gebruiken om een abstract begrip als macht te representeren. Taal speelt een belangrijke rol bij de perceptual symbols; abstracte concepten worden gekoppeld aan brondomeinen die wel perceptuele input toestaan. Op deze manier kan het doeldomein uitgedrukt worden in termen van het brondomein, zoals het geval is bij metaforen. Een voorbeeld hiervan is de metafoor hoeveelheid is verticaliteit. Een hoeveelheid kan dus iets in termen van verticaliteit, bijvoorbeeld groeien ( zijn liefde voor haar groeit ) of verlagen ( de supermarkt verlaagt de prijzen van fruit ). Taalgebruikers koppelen beide domeinen aan elkaar gebaseerd op persoonlijke ervaringen, en in de loop der tijd hechten de domeinen zich zo aan elkaar, dat er een primaire metafoor ontstaat. Door het veelvuldig gebruiken van deze metafoor krijgt het image schema van hoeveelheid bepaalde eigenschappen mee, waardoor dit abstracte concept mentaal gerepresenteerd kan worden door middel van verticaliteit. De theorie van Barsalou (1999) lijkt veel op de Conceptual Metaphor Theory van Lakoff en Johnson (1980). Beide beschrijven dat abstracte concepten begrepen kunnen worden door een terugkoppeling naar het concrete. Het vernieuwende aan de theorie van Barsalou (1999) is dat hij 10

11 stelt dat mentale representaties van concepten verbonden zijn aan eigen percepties, in tegenstelling tot het idee dat perceptuele systemen informatie uit de omgeving om ons heen oppikken en doorgeven aan cognitieve functies zoals taal, geheugen en denkvermogen. Eigen ervaringen zijn volgens de Perceptual Symbols Theory dan ook essentieel voor onze cognitie en bijbehorende mentale representaties. Cognitie is volgens Barsalou (1999) een inherent perceptueel systeem waarbij de nadruk ligt op perceptie, en niet op concepten. De theorie van Barsalou (1999) is meeromvattend, principieel cognitief en een echte theorie, daar waar Lakoff en Johsnon (1980) hun theorie meer baseren op observaties. 1.3 Onderzoek naar verticaliteit en omvang Er bestaan verschillende soorten metaforen, die we gebruiken om te praten en denken over abstracte begrippen (Lakoff & Johnson, 1980). Deze opvatting heeft geleid tot onderzoek naar hoe mensen mentale representaties maken bij het gebruik/conceptualiseren van abstracte begrippen. Veel onderzoek is gedaan naar het begrijpelijk maken van het abstracte domein macht. Macht wordt gedefinieerd als de mogelijkheid die een persoon heeft om invloed uit te oefenen op het gedrag en de gedachten van een ander (Schubert, 2005). Lakoff en Johnson (1980, in Schubert, 2005) stelden over het abstracte begrip macht al dat er twee verschillende ruimtelijke vormen van macht te onderscheiden zijn: verticale omvang (grootte) en verticale positie (boven of onder). Zij geven dus aan dat macht gezien kan worden als omvang of verticaliteit. Schubert (2005) deed onderzoek naar de conceptualisatie van macht in termen van verticaliteit. In zijn artikel worden zes experimenten gerapporteerd die de hypothese onderzoeken dat mensen over machtsrelaties en machtsverschillen denken in termen van verticaliteit. Daarbij geldt machtig is boven en onmachtig is onder. Dit onderzocht hij door te bekijken of verticale verschillen interfereren met beoordelingen van macht. Deelnemers kregen twee woorden tegelijkertijd op een scherm te zien, waartussen een duidelijk machtsverschil bestond (bijvoorbeeld meester en knecht). Deelnemers moesten zo snel mogelijk bepalen welke van de twee woorden de meest machtige was. Cruciaal hierbij was dat de woorden boven elkaar werden gepresenteerd. Uit zijn onderzoek komt naar voren dat er inderdaad sprake is van een metafoor die machtsrelaties conceptualiseert in termen van verticaliteit. Dit komt voort uit het feit dat de deelnemers de machtige groep sneller beoordeelden wanneer deze bovenaan gepresenteerd werd, en dat de deelnemers de onmachtige groep sneller beoordeelden wanneer deze onderaan gepresenteerd werd. Een kanttekening die hierbij gemaakt werd, is dat het verschil tussen verticale positie en verticale omvang niet altijd eenduidig is, en dat het begrip hoogte meer dan eens dient als surrogaat van grootte/omvang (Schubert, 2005). Het is ook vaak zo dat wij omvangverschillen als metaforisch 11

12 perceptual symbol gebruiken om macht te representeren. Verschillen in verticale posities kunnen worden verward met verticale omvang omdat omvang ook een verticaal verschil tot uiting kan brengen. Het concept groot is namelijk ambigu; wanneer we spreken over een kind en een volwassene, is de volwassene langer (verticaliteit) maar ook groter in omvang. Omdat grootte correleert met macht, kan het zo zijn dat behalve verticaliteit, ook omvang/grootte ten grondslag kan liggen aan het abstracte begrip macht. Hij concludeert zijn onderzoek met het feit dat fysieke ervaringen die we van jongs af aan bezitten, invloed hebben op hoe wij macht visualiseren, en abstractie (macht) kan dus geactiveerd worden door het te koppelen aan iets concreet (verticaliteit en omvang). De studie die Lipman (2011) deed was gebaseerd op het onderzoek van Schubert (2005). In zijn onderzoek stond de experimentele vergelijking tussen verticaliteit en omvang in relatie tot macht centraal. Hiermee borduurt Lipmann (2011) dus verder op de kanttekening van Schubert (2005), dat macht ook wel eens door omvang geconceptualiseerd zou kunnen worden. De respondenten van Lipman (2011) kregen dezelfde zinnen voorgelegd als in het experiment van Schubert (2005), maar bij het onderzoek van Lipman (2011) hadden de respondenten de keuze uit vier verschillende plaatjes, welke macht conceptualiseerden door middel van positie of via verschillen in omvang (zie figuur 2). Door de gekozen afbeeldingen te analyseren kon bekeken worden welke rol verticaliteit en omvang spelen bij het conceptualiseren van het abstracte concept macht. Uit de resultaten blijkt dat wanneer de respondenten gedwongen werden een keuze te maken tussen verticaliteit en omvang, verticaliteit een zekere voorkeur genoot boven omvang. Figuur 2. Materiaal Lipman De centrale vraag in deze scriptie is welke perceptual symbols mensen gebruiken om de betekenis van werkwoorden die vermeerdering of vermindering uitdrukken. Conceptualiseren mensen werkwoorden hetzelfde wanneer ze in een metaforische context gebruikt worden? Dus: is het perceptual symbol van het vliegtuig stijgt op hetzelfde als het consumentenvertrouwen stijgt? Er bestaan verschillende onderzoeken naar het fenomeen in taal dat bepaalde (werk)woorden zowel letterlijk als metaforisch toegepast kunnen worden, waarvan een aantal relevante besproken zullen worden. Richardson, Spivey, Barsalou en McRae (2003) bewijzen in hun onderzoek dat taal ruimtelijke vormen oproept bij respondenten. De onderzoekers geven aan dat veel van onze taal ruimtelijke 12

13 praat bevat. Concrete acties zoals duwen en tillen hebben een duidelijke verticale of horizontale beweging in zich, maar ook abstracte concepten bevatten volgens hem ruimtelijkheid. Als voorbeeld geven de onderzoekers het feit dat argumenten heen en weer kunnen gaan en dat mensen te hoge verwachtingen kunnen hebben. In het onderzoek van Richardson et al. (2003) werd voorspeld dat wanneer het begrip van een werkwoord de ruimtelijke representatie activeert (die loopt langs een bepaalde horizontale of verticale as), het andere vormen van ruimtelijk verwerken (langs diezelfde as) zal beïnvloeden. Deze aanname werd getest in twee experimenten. Bij het eerste experiment moesten deelnemers naar korte zinnen luisteren en deze onthouden, en tegelijkertijd een stimuli identificeren als een rondje of vierkantje. Uit de resultaten bleek dat het begrijpen van een werkwoord de ruimtelijke representatie kan activeren, welke lijkt op het perceptual symbol dat geassocieerd wordt met de betekenis van dat werkwoord. In het tweede experiment werd gekeken of impliciete ruimtelijke informatie ook invloed had op de manier waarop stimuli werden gecodeerd en herkend, door deelnemers paren van plaatjes te laten onthouden die gesproken zinnen uitbeeldden. Uit de experimenten bleek dat er een interactie was tussen de horizontale/verticale natuur van de werkwoorden en de horizontale/verticale positie van de visuele stimuli. Richardson et al. (2001) onderzochten of naast concrete concepten, ook abstracte concepten gegrond zijn in ervaringen. Wanneer taal direct refereert aan expliciete ruimtelijke proporties, locaties en relaties in de wereld, is het logisch om te verwachten dat deze talige representaties enige mate van overlap bevatten. Ruimtelijke taal lijkt gegrond in perceptuele formats van representatie. Er is ook een format in taal die geen letterlijke, ruimtelijke proporties bevat, namelijk abstract gebruikte werkwoorden. In een van de experimenten beschreven door de onderzoekers moesten de deelnemers bepaalde zinnen uitbeelden door middel van kleine/grote bolletjes, kleine/grote vierkantjes en (verbindings)pijlen. Uit de resultaten van dit experiment bleek dat de abstracte werkwoorden vaker pictorially getekend werden (zie figuur 4). Dit betekent dat deelnemers poppetjes van de beschikbare figuren probeerden te maken. Zou het zo kunnen zijn dat zij abstracte werkwoorden niet kunnen uitdrukken in verticaliteit? Een andere aanwijzing voor het feit dat abstracte werkwoorden niet goed uitgedrukt konden worden, is het feit dat bij de abstracte werkwoorden regelmatig gebruik werd gemaakt van kleine en grote bolletjes in één tekening, wat bij de concrete werkwoorden niet het geval was (zie figuur 3). De conclusie die getrokken kan worden is dat een groot deel van taal geworteld is in ruimtelijke representaties, die gegrond zijn in perceptie en actie. 13

14 Figuur 3. Voorbeelden van concrete werkwoorden (argued with) Figuur 4. Voorbeelden van abstracte werkwoorden (respected) Ook getallen zouden wel eens een ruimtelijke oriëntatie kunnen hebben (Pecher & Boot, 2011). Kleine getallen worden dan laag of links gerepresenteerd, en grote getallen hoog of rechts. De onderzoekers onderzochten de mentale representaties van getal magnitude, en vergeleken hierbij concrete contexten (bv. zeven paar schoenen) met abstracte contexten (bv. 7). In het onderzoek van Lipman (2011) zagen we al dat het een stap complexer wordt wanneer één abstract concept als macht bekeken wordt, maar Pecher en Boot (2011) laten zien het nog complexer kan: zij laten de context bepalen of een stimuli als concreet of abstract wordt beoordeeld. Zij verbinden dus eenzelfde begrip aan verschillende perceptual symbols,afhankelijk van de manier waarop dat in de context van de zin past. Pecher en Boot (2001) doen verslag van een aantal experimenten. Uit hun eerste twee experimenten kan geconcludeerd worden dat de verticale representatie van magnitude sterker geactiveerd wordt wanneer mensen getallen representeren die refereren naar concrete situaties ten opzichte van getallen die refereren naar abstracte situaties. Naar aanleiding van een ander experiment dat de onderzoekers beschrijven in hun artikel kan de conclusie getrokken worden dat getallen in een concrete context verticaliteit conceptualiseren, maar bij getallen in abstracte contexten blijkt dit niet het geval. Een mogelijke verklaring hiervoor kan zijn dat getallen in concrete contexten sterker ruimtelijke representaties oproepen dan getallen in abstracte contexten, omdat 14

15 iets abstracts vaak niet letterlijk gezien kan worden. De belangrijkste conclusie die naar voren komt uit de experimenten van Pecher en Boot (2011) is dat het effect van magnitude op ruimtelijke aandacht groter was in concrete dan in abstracte contexten. Dit was verrassend om twee redenen. Ten eerste geven verschillende onderzoekers aan dat abstracte concepten gegrond zijn in ervaringen, en verwerkt woorden aan de hand van metaforische mappings (Lakoff &Johnson, 1980). Daarom moeten abstracte getallen in grotere mate een image schema oproepen, waar dit bij concrete getallen niet nodig is. In dit onderzoek komt dit echter niet naar voren. Hier werd gevonden dat getallen in concrete contexten een groter effect hebben op zowel verticale als horizontale ruimtelijke aandacht ten opzichte van getallen in abstracte contexten. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat alternatieve mappings gebruikt worden voor abstractie. Abstracte getallen konden niet uitgedrukt worden in verticaliteit of horizontaliteit, en er zal dus een alternatief perceptueel symbool moeten zijn voor verticaliteit. Zou dit omvang kunnen zijn, zoals we reeds zagen bij Lipman (2011)? En zo ja, zou dit dan ook opgaan bij werkwoorden? Ten tweede; al was het effect van ruimtelijke oriëntatie gelijk geweest voor concrete en abstracte getallen, dan zou het positieve effect van concrete getallen tegengewerkt moeten worden door een negatief interferentie effect. Ruimtelijke congruentie effecten kunnen uitgelegd worden door twee tegengestelde mechanismes. Ten eerste, een representatie kan directe visuele aandacht naar de ruimtelijke locatie sturen, zoals een pijl dat doet. Dit resulteert in het feit dat de verwerking bij de congruente locatie vergemakkelijkt wordt ten opzichte van de verwerking van de incongruente locatie. Ten tweede kan de simulatie van perceptuele ervaringen met objecten dezelfde bronnen nodig hebben als diegene die nodig zijn om de visuele stimulus te identificeren. Dit veroorzaakt interferentie zoals bij het Perky effect. Een voorbeeld hiervan is dat een mentale voorstelling van een cowboyhoed zal interfereren met een hogere stimulus positie dan een mentale voorstelling van een cowboylaars. Deze interferentie zou alleen verwacht moeten worden bij concrete concepten, omdat abstracte concepten geen perceptuele details bevatten die concurreren met bronnen voor de visuele perceptie. 1.4 Onderzoeksvraag en hypotheses De ruimtelijke metafoor staat centraal in het huidige onderzoek. Concepten krijgen hierdoor een ruimtelijke oriëntatie. Vastgesteld is dat concepten en (werk)woorden zowel concreet/letterlijk toegepast kunnen worden, maar ook abstract/metaforisch. Zinnen die vermeerdering en/of vermindering bevatten lenen zich voor dit onderzoek, omdat de aanname is dat deze zowel door verticaliteit als omvang geconceptualiseerd kunnen worden. De basis van de ruimtelijke metafoor komt namelijk voort uit fysieke ervaringen, die een ieder al van jongs af aan bezit. De onderzoeksvraag die centraal staat in dit onderzoek luidt als volgt: 15

16 Zijn werkwoorden die vermeerdering/vermindering uitdrukken gekoppeld aan verschillende of juist overeenkomstige perceptual symbols wanneer het letterlijk gebruik (concreet) versus metaforisch gebruik (abstract) van werkwoorden betreft? Omdat werkwoorden die letterlijk gebruikt worden, makkelijk voor te stellen zijn en dus concreet zijn, wordt aangenomen dat verticaliteit voorkeur zal genieten ten opzichte van omvang bij het conceptualiseren van deze zinnen. Werkwoorden die metaforisch gebruikt worden zijn niet direct voor te stellen en worden dus als abstract aangemerkt. Gebaseerd op de Conceptual Metaphor Theory (Lakoff & Johnson, 1980) en de Perceptual Symbol Theory (Barsalou, 1999) wordt aangenomen dat de voorstellingen bij deze abstract gebruikte werkwoorden deels gelijk zijn aan de voorstellingen van de concrete werkwoorden. Abstracte concepten worden vaak begrepen door deze terug te koppelen naar concrete concepten. Door de metaforisch gebruikte werkwoorden een (abstracte) context te bieden, kan er een beeld ontstaan bij de respondenten, waardoor het toch mogelijk is de zin te conceptualiseren. Er wordt aangenomen dat het concrete, letterlijke gebruik een andere conceptualisatie oproept dan bij abstract, metaforisch gebruik van dezelfde werkwoorden. Een aanwijzing hiervoor komt van Pecher en Boot (2011), die opmerkten dat abstracte getallen niet uitgedrukt konden worden door middel van verticaliteit. Er zal dus een alternatief moeten bestaan naast verticaliteit. Dit zou omvang kunnen zijn. Uit het onderzoek van Lipmann (2011) naar machtsrelaties is namelijk gebleken dat naast verticaliteit, (abstracte) machtsrelaties geconceptualiseerd kunnen worden door middel van omvang. 16

17 Hoofdstuk2 Methode 2.1 Materiaal Zinnen Als materiaal voor dit onderzoek zijn werkwoorden die vermeerdering uitdrukken en hun antoniemen, werkwoorden die vermindering uitdrukken, als uitgangspunt genomen. In totaal zijn zes werkwoorden uitgekozen en hierbij ook zes antoniemen. Per werkwoord (zowel bij de zinnen van vermeerdering als vermindering) zijn twee zinnen geconstrueerd; één voor het concreet/letterlijk gebruik van het werkwoord en één voor het abstract/metaforisch gebruik van het werkwoord. In totaal zijn er dus 24 zinnen gebruikt in dit onderzoek (zie tabel 1). De zin die als eerst (per werkwoord) gepresenteerd is in de tabel steeds de abstracte/metaforische variant, en de zin die als tweede (per werkwoord) gepresenteerd wordt in de tabel is steeds de concrete/letterlijke variant. Tabel 1 Zinnen Werkwoorden die vermeerdering uitdrukken Stijgen De prijzen in de supermarkt stijgen Het vliegtuig stijgt op Opkomen De economie in Cambodja komt steeds meer op De zon komt op in het oosten Groeien Mijn respect voor hem groeit Deze plant groeit gemiddeld 10 centimeter per jaar Verhogen Het spelplezier is verhoogd door middel van extra quizvragen De stoep van de buren is verhoogd Omhooggaan De energierekening gaat weer omhoog Hij gaat omhoog met de lift Rijzen De kosten voor de nieuwe keuken rijzen de pan uit De cake rijst in de oven Werkwoorden die vermindering uitdrukken Dalen Het consumentenvertrouwen daalt Het aantal verkeersslachtoffers daalde het afgelopen jaar Neergaan In Ierland is sprake van een neergaande conjunctuur De bokser gaat neer in de ring Krimpen Investeringen in chipmachines krimpen dit jaar Mensen krimpen na hun 60 e levensjaar Verlagen Bij Albert Heijn zijn de prijzen van fruit verlaagd De drempels in de kerkstraat zijn verlaagd Omlaaggaan Bundeltarieven van telefoonproviders gaan deze zomer omlaag De luchtballon gaat omlaag Inzakken De huizenmarkt in Utrecht blijft inzakken De vrouw zakte in tijdens een wandeling 17

18 De volgorde van de presentatie van de zinnen is zo gemanipuleerd dat zowel het soort werkwoord (vermeerdering vs. vermindering) afgewisseld werd, en ook de zinnen die metaforisch dan wel letterlijk zijn afgewisseld werden (voor de volgorde van de zinnen in de vragenlijst zie de Bijlage) Plaatjes De respondenten hadden steeds dezelfde vier plaatjes waaruit zij konden kiezen (zie figuur 5). De volgorde waarin de plaatjes stonden wisselde; de oneven zinnen in de vragenlijst kregen de volgorde zoals gepresenteerd in figuur 6, de even zinnen in de vragenlijst kregen deze plaatjes in gespiegelde volgorde. Dit werd gedaan om de respondenten niet simpelweg in herhaling te laten vervallen. De plaatjes geven een voor en na toestand weer. Ze moesten gelezen worden van links naar rechts (zie de pijl), dus als een strip(verhaal). De respondenten moesten bij iedere zin het nummer omcirkelen horend bij het plaatje dat de betekenis van de gelezen zin volgens hun het beste verbeeldde. Op basis van verticaliteit zou men kiezen voor plaatje 1 of 2, en op basis van omvang zou men kiezen voor plaatje 3 of 4. Op basis van toename zou men moeten kiezen voor plaatje 1 of 3, en op basis van afname zou men moeten kiezen voor plaatje 2 of 4. Uitgaande van de verwachtingen zouden respondenten plaatje 1 kiezen wanneer het een letterlijk gebruikt werkwoord met toename betreft, plaatje 2 wanneer het een letterlijk gebruikt werkwoord met afname betreft, plaatje 3 wanneer het een metaforisch gebruikt werkwoord met toename betreft en plaatje 4 wanneer het een metaforisch gebruikt werkwoord met afname betreft Figuur 5. De keuzemogelijkheden voor conceptualisatie van de gegeven zinnen. 2.2 Instrumentatie De vragenlijst (zie Bijlage) bestond uit drie onderdelen: algemene informatie (persoonsgegevens: leeftijd, sekse en hoogst genoten opleiding), het onderzoek (de 24 zinnen en de bijbehorende plaatjes) en een debriefing, waarbij de deelnemers gevraagd werd om in te vullen wat volgens hen het doel was van dit onderzoek. Personen die het doel van het onderzoek zouden raden, zouden 18

19 worden uitgesloten van deelname. Echter heeft geen van de 68 respondenten het doel van het onderzoek geraden. 2.3 Samenstelling respondentgroep Het onderzoek is uitgevoerd bij 68 respondenten. Hiervan waren 37 (54,4%) vrouw en 31 (45,6%) man. De leeftijd van de respondenten varieerde van 18 jaar tot en met 67 jaar. De gemiddelde leeftijd van de totale groep respondenten was 34,0 jaar (SD=15,94). De gemiddelde leeftijd bij vrouwen was 36,1 jaar (SD=15,89) en bij mannen 31,6 jaar (SD=15,90). Van alle respondenten waren 40 respondenten hoog opgeleid (HBO of WO) en 38 respondenten waren niet hoog opgeleid. Tabel 2 geeft de karakterisering van de proefpersonen weer. Tabel 2 Karakterisering proefpersonen (N=68) Persoonskenmerken Frequentie Percentage Sekse Vrouw 37 54,4 Man 31 45,6 Leeftijd < ,4 > ,6 Opleidingsniveau Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs 1 1,5 Algemeen voortgezet onderwijs 5 7,4 Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs 3 4,4 Middelbaar beroepsonderwijs 19 27,9 Hoger beroepsonderwijs 25 36,8 Universiteit 15 22,1 2.4 Procedure Het invullen van de enquêtes door de proefpersonen vond plaats bij henzelf thuis of op hun werk. De afname heeft plaatsgevonden in mei De vragenlijst bestond uit een korte introductie en een instructie over hoe de respondenten de enquête in moeten vullen. In de introductie werd uitgelegd dat de respondent zou participeren in een onderzoek met het doel erachter te komen hoe mensen werkwoorden in zinnen begrijpen. Iedere respondent kreeg dezelfde enquête voorgelegd. Indien een respondent om uitleg vroeg, werd terugverwezen naar de introductie en/of instructie. Het invullen van de enquête duurde ongeveer 10 minuten. Na afloop van het onderzoek werden de respondenten bedankt voor hun deelname en werd eventueel uitleg gegeven over het daadwerkelijke doel van het onderzoek. 19

20 2.5 Statistische verwerking van gegevens Met een χ²-toets gaat men na of twee variabelen gerelateerd zijn. Met deze toets is na te gaan of de steekproefverdeling van een variabele overeenkomt met een bepaalde verwachting. Het is een globale toets; bij een significant resultaat moet een nadere inspectie van de resultaten uitwijzen waar het effect zit. De lambda (λ) geeft aan hoe groot de foutenreductie is bij classificatie van elementen op de ene variabele bij gebruikmaking van de score op de andere variabele. λ is een asymmetrische associatiemaat: je kunt de kolomvariabele namelijk voorspellen aan de hand van de rijvariabele, of andersom (van Wijk, 2000). Het kan gezien worden als een indicatie van de effect grootte. In het huidige onderzoek kan met de λ een voorspelling gedaan worden op basis van het gekozen plaatje van de proefpersonen. Het gekozen plaatje is de predictor, waarmee de keuze voor het type zin (letterlijk/concreet of metaforisch/abstract) voorspeld kan worden. 20

21 Hoofdstuk 3 Resultaten 3.1 Zinnen met vermeerdering In tabel 3 zijn voor alle zinnen de geobserveerde en verwachte celfrequenties weergegeven. Tabel 3 Celfrequenties vermeerdering Verticaliteit Omvang Totaal Letterlijk Geobserveerd Verwacht 231,5 176,5 408 Metaforisch Geobserveerd Verwacht 231,5 176,5 408 Totaal Deze verdeling wijkt af van een evenredige verdeling (χ 2 (1) = 45.06, p<.001). Er bestaat dus een relatie tussen het type zin die men gelezen heeft (letterlijk of metaforisch) en de voorkeur van de proefpersonen voor een plaatje van omvang of verticaliteit. Bij het lezen van de concrete zinnen kiest men vaker dan verwacht voor verticaliteit. Dit is af te lezen in tabel 3, waarin te zien is dat het geobserveerde aantal 279 hoger ligt dan het verwachte aantal 231,5. Bij het lezen van de abstracte zinnen werd omvang vaker gekozen (224 keer) dan verwacht (176,5). De λ van 23,3% geeft aan dat wanneer de keuze voor het plaatje bekend is (verticaliteit of omvang), met 23,3% meer zekerheid gezegd kan worden welke zin erbij hoort (de letterlijke of metaforische variant). Van de totaal 816 zinnen die vermeerdering bevatten, kozen de proefpersonen 775 keer voor een plaatje dat toename verbeeldde, en 41 keer voor een plaatje dat afname verbeeldde. 3.2 Zinnen met vermindering In tabel 4 zijn voor alle zinnen de geobserveerde en verwachte celfrequenties weergegeven. Tabel 4 Celfrequenties vermindering Verticaliteit Omvang Totaal Letterlijk Geobserveerd Verwacht Metaforisch Geobserveerd Verwacht Totaal

22 Deze verdeling wijkt af van een evenredige verdeling (χ 2 (1) = 13.01, p<.001). Er bestaat dus een relatie tussen het type zin die men gelezen heeft (letterlijk of metaforisch) en de voorkeur van de proefpersonen voor een plaatje van omvang of verticaliteit. Bij het lezen van de letterlijk gebruikte zinnen kiest men boven verwachting voor verticaliteit. Dit is af te lezen in tabel 4, waarin te zien is dat het geobserveerde aantal 278 hoger ligt dan het verwachte aantal 253. Bij het lezen van de zinnen die metaforisch gebruikt zijn, werd omvang vaker gekozen (180 keer) dan verwacht (155). De λ van 12,3% geeft aan dat wanneer de keuze voor het plaatje bekend is (verticaliteit of omvang), met 12,3% meer zekerheid gezegd kan worden welke zin erbij hoort (de letterlijke of metaforische variant). Van de totaal 816 zinnen die vermindering bevatten, kozen de proefpersonen 771 keer voor een plaatje dat afname verbeeldde, en 45 keer voor een plaatje dat toename verbeeldde. 3.3 Post hoc analyse Van tevoren werd niet gedacht dat de afzonderlijke werkwoorden van invloed zouden zijn op de resultaten. Toch is besloten om de afzonderlijke werkwoorden te analyseren, om te bekijken of de perceptuele symbolen bij alle werkwoorden op dezelfde manier geactiveerd worden. Dit leverde verrassende resultaten op. Vijf van de zes werkwoordclusters van vermeerdering lieten een effect zien: stijgen (tabel 5), opkomen (tabel 6), groeien (tabel 7), verhogen (tabel 8) en omhooggaan (tabel 9). Het werkwoord rijzen liet ook een significant resultaat zien, maar tegen de verwachting in (tabel 10). Tabel 5 Stijgen Verticaliteit Omvang Totaal Letterlijk Geobserveerd Verwacht 51,5 16,5 68 Metaforisch Geobserveerd Verwacht 51,5 16,5 68 Totaal Deze verdeling wijkt af van een evenredige verdeling (χ 2 (1) = 29.17, p<.001). Er bestaat dus een relatie tussen het type zin men gelezen heeft (letterlijk of metaforisch) en de voorkeur van de proefpersonen voor een plaatje van omvang of verticaliteit. Bij het lezen van de letterlijke zinsvorm van stijgen (het vliegtuig stijgt op), kiest men vaker dan verwacht voor verticaliteit. Bij het lezen van de metaforische zinsvorm van stijgen (de prijzen in de supermarkt stijgen), kiest men vaker dan 22

23 verwacht voor omvang. De λ van 39,7% geeft aan dat wanneer de keuze voor het plaatje bekend is (verticaliteit of omvang), met 39,7% meer zekerheid gezegd kan worden welke zin erbij hoort (de letterlijke of metaforische variant). Tabel 6 Opkomen Verticaliteit Omvang Totaal Letterlijk Geobserveerd Verwacht Metaforisch Geobserveerd Verwacht Totaal Deze verdeling wijkt niet af van een evenredige verdeling (χ 2 (1) = 7.56, p=.006). Er bestaat dus een relatie tussen het type zin men gelezen heeft (letterlijk of metaforisch) en de voorkeur van de proefpersonen voor een plaatje van omvang of verticaliteit. Bij het lezen van de letterlijke zinsvorm van opkomen (de zon komt op in het oosten), kiest men vaker dan verwacht voor verticaliteit. Bij het lezen van de metaforische zinsvorm van opkomen (de economie in Cambodja komt steeds meer op), kiest men vaker dan verwacht voor omvang. De λ van 23,5% geeft aan dat wanneer de keuze voor het plaatje bekend is (verticaliteit of omvang), met 23,5% meer zekerheid gezegd kan worden welke zin erbij hoort (de letterlijke of metaforische variant). Tabel 7 Groeien Verticaliteit Omvang Totaal Letterlijk Geobserveerd Verwacht 19,5 48,5 68 Metaforisch Geobserveerd Verwacht 19,5 38,5 68 Totaal Deze verdeling wijkt af van een evenredige verdeling (χ 2 (1)= 19.02, p<.001). Er bestaat dus een relatie tussen het type zin men gelezen heeft (letterlijk of metaforisch) en de voorkeur van de proefpersonen voor een plaatje van omvang of verticaliteit. Bij het lezen van de letterlijke zinsvorm van groeien (deze plant groeit gemiddeld 10 centimeter per jaar), kiest men vaker dan verwacht voor verticaliteit. Bij het lezen van de metaforische zinsvorm van groeien (mijn respect voor hem groeit), kiest men vaker dan verwacht voor omvang. De λ van 33,8% geeft aan dat wanneer de keuze voor 23

24 het plaatje bekend is (verticaliteit of omvang), met 33,8% meer zekerheid gezegd kan worden welke zin erbij hoort (de letterlijke of metaforische variant). Tabel 8 Verhogen Verticaliteit Omvang Totaal Letterlijk Geobserveerd Verwacht 41,5 26,5 68 Metaforisch Geobserveerd Verwacht 41,5 26,5 68 Totaal Deze verdeling wijkt af van een evenredige verdeling (χ 2 (1) = 26.00, p<.001). Er bestaat dus een relatie tussen het type zin men gelezen heeft (letterlijk of metaforisch) en de voorkeur van de proefpersonen voor een plaatje van omvang of verticaliteit. Bij het lezen van de letterlijke zinsvorm van verhogen (de stoep van de buren is verhoogd), kiest men vaker dan verwacht voor verticaliteit. Bij het lezen van de metaforische zinsvorm van groeien (het spelplezier is verhoogd door middel van extra quizvragen ), kiest men vaker dan verwacht voor omvang. De λ van 42,6% geeft aan dat wanneer de keuze voor het plaatje bekend is (verticaliteit of omvang), met 42,6% meer zekerheid gezegd kan worden welke zin erbij hoort (de letterlijke of metaforische variant). Tabel 9 Omhooggaan Verticaliteit Omvang Totaal Letterlijk Geobserveerd Verwacht 54,5 13,5 68 Metaforisch Geobserveerd Verwacht 54,5 13,5 68 Totaal Deze verdeling wijkt af van een evenredige verdeling (χ 2 (1) = 24.45, p<.001). Er bestaat dus een relatie tussen het type zin men gelezen heeft (letterlijk of metaforisch) en de voorkeur van de proefpersonen voor een plaatje van omvang of verticaliteit. Bij het lezen van de letterlijke zinsvorm van omhooggaan (hij gaat omhoog met de lift), kiest men vaker dan verwacht voor verticaliteit. Bij het lezen van de metaforische zinsvorm van omhooggaan (de energierekening gaat weer omhoog), kiest men vaker dan verwacht voor omvang. De λ van 33,8% geeft aan dat wanneer de keuze voor 24

Conceptualisatie van machtsrelaties

Conceptualisatie van machtsrelaties Conceptualisatie van machtsrelaties Masterthesis Universiteit van Tilburg Faculteit Geesteswetenschappen Departement Communicatie- en Informatiewetenschappen Opleiding Bedrijfscommunicatie en Digitale

Nadere informatie

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting

a p p e n d i x Nederlandstalige samenvatting a p p e n d i x B Nederlandstalige samenvatting 110 De hippocampus en de aangrenzende parahippocampale hersenschors zijn hersengebieden die intensief worden onderzocht, met name voor hun rol bij het geheugen.

Nadere informatie

De mentale representatie van macht

De mentale representatie van macht De mentale representatie van macht Een onderzoek naar de rol van verticaliteit en omvang bij de cognitieve verwerking van machtsrelaties Masterscriptie Universiteit van Tilburg Faculteit Geesteswetenschappen

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

De vorm van ongelijkheid

De vorm van ongelijkheid De vorm van ongelijkheid Onderzoek naar de invloed van vormovereenkomst op de beoordeling van gelijkheid bij een variërende afstand. Beau Bauman ANR: 440357 Masterscriptie Communicatie- en Informatiewetenschappen

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Geen indruk maar nadruk

Geen indruk maar nadruk Geen indruk maar nadruk De mentale representatie van macht: Een onderzoek naar de rol van omvang en nadruk bij de cognitieve verwerking van machtsrelaties Masterthesis Tilburg University Augustus 2012

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

filosofie vwo 2016-II

filosofie vwo 2016-II Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering

Nadere informatie

Hoe beïnvloeden je verwachtingen je waarnemingen?

Hoe beïnvloeden je verwachtingen je waarnemingen? Hoe beïnvloeden je verwachtingen je waarnemingen? Anw Sarah Bastiaans, Robin Schlechtriem, Anne Soede V5B 21 3 2014 Dhr. Verstappen Inhoudsopgave Inleiding 3 Probleemstelling & onderzoeksvraag 5 Hypothese

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER 2018 The Spirit Level Een authentieke toetstaak in de praktijk Niels Hoendervanger Stedelijk Gymnasium Nijmegen The Spirit Level Wat gaan we doen? Korte introductie op de taak

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

The Value of Deliberate Metaphor W.G. Reijnierse

The Value of Deliberate Metaphor W.G. Reijnierse The Value of Deliberate Metaphor W.G. Reijnierse Samenvatting De waarde van opzettelijke metaforiek Proefschrift W. Gudrun Reijnierse In de afgelopen dertig jaar zijn metaforen voornamelijk bestudeerd

Nadere informatie

A. Business en Management Onderzoek

A. Business en Management Onderzoek A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam:

Inleiding Motivatie & Leerstijlen. Hoogste scores. Motivatie overzicht. Uw resultaten in een overzicht. Naam: Rapportage De volgende tests zijn afgenomen: Test Motivatie en Leerstijlenvragenlijst (MLV-M) Status Voltooid Vertrouwelijk Naam Datum onderzoek 12 mei 2014 Emailadres Inleiding Motivatie & Leerstijlen

Nadere informatie

Perceptie van macht: de invloed van macht en leiderschap binnen een organisatiestructuur

Perceptie van macht: de invloed van macht en leiderschap binnen een organisatiestructuur Perceptie van macht: de invloed van macht en leiderschap binnen een organisatiestructuur Mandy van Mulken Masterscriptie, 263951 Faculteit Geesteswetenschappen Opleiding: Communicatie- en Informatiewetenschappen

Nadere informatie

CATEGORIES ARE CONTAINERS THE NATURE OF AN ENTITY IS ITS SHAPE

CATEGORIES ARE CONTAINERS THE NATURE OF AN ENTITY IS ITS SHAPE CATEGORIES ARE CONTAINERS & THE NATURE OF AN ENTITY IS ITS SHAPE in de visuele modaliteit Chris Rassaerts Masterscriptie Tilburg University December 2011 CATEGORIES ARE CONTAINERS & THE NATURE OF AN ENTITY

Nadere informatie

A Rewarding View on the Mouse Visual Cortex. Effects of Associative Learning and Cortical State on Early Visual Processing in the Brain P.M.

A Rewarding View on the Mouse Visual Cortex. Effects of Associative Learning and Cortical State on Early Visual Processing in the Brain P.M. A Rewarding View on the Mouse Visual Cortex. Effects of Associative Learning and Cortical State on Early Visual Processing in the Brain P.M. Goltstein Proefschrift samenvatting in het Nederlands. Geschreven

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren

B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren SAMENVATTING Samenvatting B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren Door de stijgende levensverwachting zal het aantal osteoporotische fracturen toenemen. Osteoporotische

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Met lijf en leden een embodied cognition benadering van wetenschappelijk redeneren. Paul Leseman Utrecht, 12 november 2014

Met lijf en leden een embodied cognition benadering van wetenschappelijk redeneren. Paul Leseman Utrecht, 12 november 2014 Met lijf en leden een embodied cognition benadering van wetenschappelijk redeneren Paul Leseman Utrecht, 12 november 2014 Liefdevol Belangrijk Lakoff & Johnson, 1999 Waarom embodied cognition in W&T? Vorm-structuurfout:

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens

8-10-2015. Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Modelen. Contactgegevens Nationaal congres Taal en Lezen 15 oktober 2015 Modelen WWW.CPS.NL Contactgegevens Willem Rosier w.rosier@cps.nl 06 55 898 653 Hoe ziet het modelen er in de 21 ste eeuw uit? Is flipping the classroom dan

Nadere informatie

Groot en Machtig? Een onderzoek naar de relatie tussen omvang, oriëntatie en macht

Groot en Machtig? Een onderzoek naar de relatie tussen omvang, oriëntatie en macht Groot en Machtig? Een onderzoek naar de relatie tussen omvang, oriëntatie en macht Floortje Mutsaers 266411 Dennis Touw 326015 Afstudeerscriptie in het kader van de Master Communicatie en Informatie Wetenschappen

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch)

Samenvatting (Dutch) Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Wereldwijd zijn meer dan 3 miljard mensen afhankelijk van biomassa brandstoffen zoals hout en houtskool om in hun dagelijkse energie behoefte te voorzien. Het gebruik van deze

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

Visuele metaforen: Communiceren met afbeeldingen. De invloed van perceptuele manipulaties bij conceptuele gelijkheidsbeoordelingen

Visuele metaforen: Communiceren met afbeeldingen. De invloed van perceptuele manipulaties bij conceptuele gelijkheidsbeoordelingen Visuele metaforen: Communiceren met afbeeldingen De invloed van perceptuele manipulaties bij conceptuele gelijkheidsbeoordelingen Jeske Ritsema Masterscriptie Tilburg University Juli 2011 Visuele metaforen:

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN Inleiding Statistische gevolgtrekkingen (statistical inference) gaan over het trekken van conclusies over een populatie op basis van steekproefdata.

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 11 Nederlandse Samenvatting Bij beslissingen over het al dan niet vergoeden van behandelingen wordt vaak gebruikt gemaakt van kosteneffectiviteitsanalyses, waarin de kosten worden afgezet tegen de baten.

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Capaciteitentest HBO. Denkvermogen en denkstijl

Capaciteitentest HBO. Denkvermogen en denkstijl Denkvermogen en denkstijl Naam: Ruben Smit Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. De uitslag... 4 3. Bijlage: Het lezen van de uitslag... 5 Pagina 2 van 7 1. Inleiding Op 5 april 2016 heeft Ruben Smit een

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars

Management Summary. Auteur Tessa Puijk. Organisatie Van Diemen Communicatiemakelaars Management Summary Wat voor een effect heeft de vorm van een bericht op de waardering van de lezer en is de interesse in nieuws een moderator voor dit effect? Auteur Tessa Puijk Organisatie Van Diemen

Nadere informatie

Is er afstemming tussen economie en wiskunde?

Is er afstemming tussen economie en wiskunde? Is er afstemming tussen economie en wiskunde? Ab van der Roest In Euclides 92-4 was te zien dat er een groot verschil is tussen de manier waarop in het vmbo procenten werden behandeld in de economie- en

Nadere informatie

Summary in Dutch 179

Summary in Dutch 179 Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse

Nadere informatie

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen

8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen 8. Analyseren van samenhang tussen categorische variabelen Er bestaat een samenhang tussen twee variabelen als de verdeling van de respons (afhankelijke) variabele verandert op het moment dat de waarde

Nadere informatie

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015

In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 2015 In Beweging! Lizette Wattel Universitair Netwerk Ouderenzorg UNO-VUmc 1-2-2015 IN BEWEGING IMPLEMENTATIE VAN EEN BEST PRACTICE BINNEN HET UNO-VUMC. EINDVERSLAG INLEIDING Ouderen in woonzorgcentra

Nadere informatie

Geest, brein en cognitie

Geest, brein en cognitie Geest, brein en cognitie Filosofie van de geest en Grondslagen van de cognitiewetenschap Fred Keijzer 1 Overzicht: Wat is filosofie en waarom is dit relevant voor cognitiewetenschap en kunstmatige intelligentie?

Nadere informatie

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels: Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

De Roeihaal; hoe vertaal ik het

De Roeihaal; hoe vertaal ik het De Roeihaal De Roeihaal; hoe vertaal ik het 1. Welkom, voorstellen, doel 2. Feedback geven en ontvangen, theorie 3. Werken in 2-tallen : roeier + coach, ervaren coach = begeleider a. Instructie op de ergometer

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus

Nadere informatie

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL?

FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? FACEBOOK. HYPE OF HEILIGE GRAAL? WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK NAAR DE INVLOED VAN FACEBOOK OP DE RELATIE TUSSEN MERK EN MENS ENGAGEMENT OP FACEBOOK, HEEFT DAT NOU ZIN? Engagement. Als er één term is die

Nadere informatie

Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid

Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid Evaluatieonderzoek workshop Nieuws van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid Verwachting, waardering en leerwinst van de Workshop Nieuws Laura Gil Castillo en Eva Mulder, januari 2009 Universiteit

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP

Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP Onderzoek naar het hulpwerkwoord OP Inleiding In 2010 is het Nederlandse Gebarencentrum een onderzoek gestart naar hulpwerkwoorden (auxilaries) binnen de Nederlandse Gebarentaal (NGT). In de Nederlandse

Nadere informatie

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking

Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Nederlandse Associatie voor Examinering 1 Beoordelingscriteria scriptie CBC: instructie en uitwerking Met de scriptie voor Compensation & Benefits Consultant (CBC) toont de kandidaat een onderbouwd advies

Nadere informatie

Rol van de leerkracht in exploratie- en redeneerproces van kinderen

Rol van de leerkracht in exploratie- en redeneerproces van kinderen Rol van de leerkracht in exploratie- en redeneerproces van kinderen TalentenKracht in de klas: een coachprogramma TalentenKracht in het Mobiele Planetarium: een implementatietraject Annemie Wetzels en

Nadere informatie

A. Business en Management Onderzoek

A. Business en Management Onderzoek A. Business en Management Onderzoek Concepten definiëren Een concept (concept) is een algemeen geaccepteerde verzameling van betekenissen of kenmerken die geassocieerd worden met gebeurtenissen, situaties

Nadere informatie

Taal en communicatie - profielwerkstuk

Taal en communicatie - profielwerkstuk Taal en communicatie profielwerkstuk Op weg naar een onderzoek Op weg naar een onderzoeksverslag Als voorbeeld: een experimenteel onderzoek: de kracht van Twitter je kunt me volgen op Twitter: @roblepair

Nadere informatie

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date:

Cover Page. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in Wenzhou Chinese Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19983 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Scholz, Franziska Title: Tone sandhi, prosodic phrasing, and focus marking in

Nadere informatie

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po.

Vincent-stripverhaal MAKEN VOELEN SAMENWERKEN KIJKEN. Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs www.expertisecentrum-kunsttheorie-po. Vincent-stripverhaal Expertisecentrum Kunsttheorie Primair Onderwijs Vincent-stripverhaal Een opdracht voor groep 5 of 6 gericht op inleven en maken. Leerlingen maken samen een stripverhaal, gebaseerd

Nadere informatie

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Factsheet: De beleving van een vroege eerste geslachtsgemeenschap Katrien Symons (contact: Katrien.Symons@UGent.be) Prof. Dr. Mieke Van Houtte Dr. Hans Vermeersch ACHTERGROND Een vroege eerste geslachtsgemeenschap

Nadere informatie

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk

BEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam

Nadere informatie

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen?

Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Draagt lesmateriaal bij aan het vergroten van financiële vaardigheden van basisschoolleerlingen? Effectiviteitsonderzoek naar lesmateriaal Wijzer in geldzaken voor groep 7 www.wijzeringeldzaken.nl Inleiding:

Nadere informatie

Samenvatting Summary in Dutch

Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Summary in Dutch Wanneer mensen anderen zien die in een gelijke situatie of wel beter af zijn of wel slechter af zijn, kan dat sterke reacties oproepen. Mensen kunnen als reactie sterke

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting 220 Nederlandse Samenvatting Summary in Dutch Teams spelen een belangrijke rol in moderne organisaties (Devine, Clayton, Phillips, Dunford, & Melner, 1999; Mathieu, Marks, & Zaccaro, 2001). Doordat teams

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

SAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat

SAMENVATTING. Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat SAMENVATTING Het onderzoek binnen deze thesis bespreekt twee onderwerpen. Het eerste onderwerp, dat beschreven wordt in de hoofdstukken 2 tot en met 6, heeft betrekking op de prestaties van leerlingen

Nadere informatie

Zonder hulp: Zinnen maken en tekst lezen

Zonder hulp: Zinnen maken en tekst lezen Zonder hulp: Zinnen maken en tekst lezen 1. Je gaat straks een tekst lezen met de titel Geluk is heel gewoon in Nederland. Voordat je de tekst leest, bedenk je vijf zinnen met de belangrijkste woorden

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

Visuele informatie voor perceptie in bewegingshandelingen

Visuele informatie voor perceptie in bewegingshandelingen Visuele informatie voor perceptie in bewegingshandelingen Het algemene doel van het in dit proefschrift gepresenteerde onderzoek was om verder inzicht te krijgen in de rol van visuele informatie in bewegingscontrole

Nadere informatie

Samenvatting. Sportsocialisatie en de rol van de school

Samenvatting. Sportsocialisatie en de rol van de school Samenvatting Sportsocialisatie en de rol van de school Om verschillende redenen speelt sport een belangrijke rol in de samenleving. Een gangbare gedachte is dat sportparticipatie gerelateerd is aan allerlei

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Wiskunde in beeld. Werkcollege visualiseren en representeren Annette Markusse, Jan Willem van Slijpe, Fokke Munk 1

Wiskunde in beeld. Werkcollege visualiseren en representeren Annette Markusse, Jan Willem van Slijpe, Fokke Munk 1 Wiskunde in beeld Werkcollege visualiseren en representeren 2-2-2019 Annette Markusse, Jan Willem van Slijpe, Fokke Munk 1 programma Een start op eigen niveau Een rekengesprekje met een kleuter en zijn

Nadere informatie

Samenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s

Samenvatting. Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s Samenvatting Over het gebruik van visuele informatie in het reiken bij baby s 166 Het doel van dit proefschrift was inzicht te krijgen in de vroege ontwikkeling van het gebruik van visuele informatie voor

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport

De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport De Bladenbox in 2012 en verder.. Onderzoeksrapport Samenvatting Onderzoeksvraag en methodebeschrijving Uit de situatieanalyses is naar voren gekomen dat er een verandering plaats vindt in het leefgedrag

Nadere informatie

15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) ( )

15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) ( ) 15Niet-pluisgevoel Rubriekhouder: Mw. dr. G. A. Donker, (NIVEL) (2010-2012) Inleiding Tijdens de opleiding leren huisartsen systematisch en door middel van vragen en onderzoek tot een diagnose te komen.

Nadere informatie

Samenvatting. Metaforen in kranten

Samenvatting. Metaforen in kranten Samenvatting Metaforen in kranten Hoewel metaforen gewoonlijk geassocieerd worden met literatuur en retorica, zijn ze in werkelijkheid een essentieel onderdeel van alledaags taalgebruik. Metaforen reflecteren

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie