Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek: planuitwerking. Bijlage(n): 1 Rapport Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek, Planuitwerkingsfase

Transcriptie

1 Nummer Onderwerp: Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek: planuitwerking Programmanummer 7 Portefeuillehouder Behandeling in de raadscommissie: Voorstel aan de gemeenteraad: wethouder B. Plandsoen Ja (voor advies) Ja (ter vaststelling) Bijlage(n): 1 Rapport Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek, Planuitwerkingsfase d.d. 2 Reactienota HOV Leek, Planuitwerkingsfase d.d. 11 februari Brief BRAVO! d.d. 11 december Reactienota parallelstructuur Midwolderweg d.d. 11 februari Brief aan Auto Smidts d.d. 5 maart 2014 ( ) 6 Concept raadsvoorstel met raadsbesluit 7 Persbericht 8 Advertentie ten behoeve van de Midweek van 4 maart 2015 B en W-beslissing d.d. 24 februari 2015: Conform besloten Aanleiding De bereikbaarheid van de stad en de regio rondom Groningen staat onder druk. Er wordt hard gewerkt aan programma s, projecten en maatregelen om de bereikbaarheid van stad en regio in de toekomst te kunnen waarborgen. Het openbaar vervoer speelt hierin een belangrijke rol. Het openbaar vervoer ondervindt echter steeds meer hinder op de wegen en er zijn steeds minder financiële middelen beschikbaar om het openbaar vervoer ook in de toekomst in stand te kunnen houden. Een van de regio s met een belangrijke vervoersrelatie met de stad Groningen is de regio Leek-Roden (corridor west). Voor deze regio is een investeringspakket opgesteld bestaande uit maatregelen op het gebied van infrastructuur, openbaar vervoer, fiets en landschap. Dit Investeringspakket Infra en OV Leek/Roden maakt deel uit van het zogenaamde Basispakket Bereikbaarheid van de geactualiseerde Regiovisie Groningen-Assen, die in 2013 is vastgesteld. Optimalisatie van het openbaar vervoer in de regio Leek-Roden is noodzakelijk, omdat in de huidige lijnvoering (te) veel tijd wordt gebruikt om beide kernen met voldoende dekking te ontsluiten. Dit heeft tot gevolg dat het openbaar vervoer onevenredig duur wordt terwijl de exploitatie door teruglopende rijksbijdragen toch al onder druk staat. Om ook in de toekomst openbaar vervoer te kunnen aanbieden op de westelijke corridor is het belangrijk dat de robuustheid en de kwaliteit van het openbaar vervoersysteem verder worden verbeterd. Hiertoe zijn inmiddels twee verkennende studies uitgevoerd en heeft een uitwerking van de bestuurlijk vastgestelde voorkeursvarianten plaatsgevonden. Inleiding In 2013 is in de vorm van het uitvoeren van verkennende studies gestart met de projecten Verbetering Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek-Roden (HOV Leek-Roden) en Verbetering Busverbinding Corridor West (corridor West). Pagina 1 van 10

2 De studie HOV Leek-Roden betreft een verkenning naar de mogelijkheden voor opwaardering van hoogwaardig openbaar vervoer in Leek, Roden en het tussengebied tussen beide plaatsen. Het eindrapport van deze verkenning is op 17 december 2013 behandeld in uw college. U hebt bij die gelegenheid voorkeur uitgesproken voor variant 12. Deze variant komt feitelijk overeen met de bestaande routevoering van de Q-link lijn 3 via het centrum van Leek. De studie Corridor West betreft een verkenning naar de mogelijkheden voor opwaardering van hoogwaardig openbaar vervoer tussen onder andere het dorp Leek en de Rijksweg A7. Het eindrapport van deze verkenning is eveneens op 17 december 2013 behandeld in uw college. U hebt bij die gelegenheid voorkeur uitgesproken voor variant B, die onder andere voorziet in de volgende maatregelen: Het verbeteren van de eindpunten van Q-link lijn 3 in Leek (Oostindie en Tolbert); De aanleg van een busbaan door Oostindie; Het aanpassen van diverse bushaltes, kruisingen, rotondes en bushaltevoorzieningen; De aanleg van een eigen afrit en bypass voor de bus nabij de aansluiting met de Rijksweg A7; De realisatie van een P+R bij de oprit naar Groningen met een capaciteit van 200 parkeerplaatsen. Op 5 februari 2014 heeft de raadscommissie positief geadviseerd over de door u vastgestelde voorkeursvarianten. Daarbij zijn door u de volgende toezeggingen gedaan: 1. U zet zich in om de bus vanuit Zevenhuizen op een eerder tijdstip (vroeger op de dag) te laten vertrekken. 2. De bevolking wordt optimaal betrokken in het vervolgproces (de uitwerking van de plannen). 3. Van werk werk maken. Ad 1) Aan deze toezegging is door u inmiddels inhoud gegeven. De vertrektijd van de bus uit Zevenhuizen (lijn 85) is aangepast (vervroegd). Ad 2) Op de wijze waarop de bevolking betrokken is in het vervolgproces (de planuitwerking) wordt in deze nota nader ingegaan. Ad 3) Deze toezegging betreft feitelijk de realisatiefase, die gestart wordt na besluitvorming over de nu voorliggende planuitwerking. In de realisatiefase zal getracht worden maximaal inhoud te geven aan het principe werk met werk maken, bijvoorbeeld door een goede afstemming van de realisatieplanning op het gemeentelijke en provinciale meerjaren investeringsprogramma beheer en onderhoud. Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek (HOV Leek) Bij de besluitvorming zijn de beide studies samengevoegd tot het project Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek (HOV Leek). De door u vastgestelde voorkeursvarianten voor routevoering en maatregelen (fase 1) hebben de basis gevormd voor de verdere uitwerking (fase 2), zoals die het afgelopen jaar heeft plaatsgevonden. Het rapport van deze uitwerking wordt u thans door de projectgroep HOV Leek ter besluitvorming aangeboden (bijlage 1). Hieronder wordt achtereenvolgens ingegaan op: Doelstelling Aanpak Blikveld Proces en communicatie Voorgestelde maatregelen Kosten en financiering Besluitvorming Vervolgproces en communicatie Doelstelling De projecten Corridor West en HOV Leek-Roden waren beide gericht op kwaliteitsverbetering, reistijdswinst, toename van betrouwbaarheid, verlaging van de exploitatielasten en het verhogen van het comfort, allen met het doel om de kwaliteit van het openbaar vervoer te vergroten en het openbaar vervoerssysteem toekomstbestendiger, efficiënter en effectiever te maken. De hoofddoelstelling van het project HOV Leek kan daarom worden beschreven als: Het vergroten van de robuustheid en het verbeteren van de kwaliteit en van het openbaar vervoersysteem in Leek Pagina 2 van 10

3 Om gericht toe te kunnen werken naar effectieve maatregelen die recht doen aan de uitkomsten van de verkenningsfase en aan de hoofddoelstelling van HOV Leek, zijn de volgende subdoelstellingen onderscheiden: Het behalen van reistijdswinst, waardoor de bus wordt versneld en de exploitatiekosten worden verlaagd. Het vergroten van de betrouwbaarheid, waardoor vertragingen worden geminimaliseerd en de exploitatiekosten worden verlaagd. Het vergroten van de toekomstbestendigheid van het netwerk, waardoor verbindingen behouden blijven en kunnen worden uitgebouwd. Het vergroten van de verkeersveiligheid, waardoor de reiziger en weggebruiker worden beschermd en de kans op verstoringen wordt verminderd. Het verbeteren van het comfort, waardoor het OV aantrekkelijker wordt. Het verbeteren van de haltekwaliteit, waardoor meer mensen door het OV worden bediend en de reiziger beter gefaciliteerd wordt. Aanpak Bij de planuitwerking is nader ingezoomd op de locaties waarvoor, als uitkomst van de verkenningsfase, maatregelen zijn voorgesteld. De problematiek per locatie is nader onderzocht en per locatie zijn opgaven geformuleerd en oplossingen bedacht. De mogelijke oplossingen, inclusief een aantal geconstateerde dilemma's, zijn voorgelegd aan de bevolking, om inzicht te krijgen in het draagvlak en om input te verkrijgen. Indien nodig is nader onderzoek gedaan, onder andere in de vorm van variantenstudies. Om inzicht te krijgen in het oplossend vermogen en daarmee nut en noodzaak van een maatregel, zijn oplossingen getoetst op hun bijdrage aan het vergroten van de robuustheid en het verbeteren van de kwaliteit van het openbaar vervoer systeem. De hierboven genoemde subdoelstellingen hebben hierbij als beoordelingskader gediend. Per maatregel is tevens aandacht geschonken aan de volgende aspecten die van belang (kunnen) zijn bij de verdere technische uitwerking en realisatie (fase 3): omgevingsaspecten: aspecten die van invloed kunnen zijn vanuit bijvoorbeeld landschap en de directe omgeving van de locatie waar een maatregel wordt voorzien, zijn globaal in beeld gebracht; planologische inpassing: de voorgestelde maatregelen zijn globaal getoetst aan de geldende bestemmingsplannen en beheersverordeningen. Bij de nadere uitwerking en detaillering van de maatregelen zal definitief moeten blijken of en voor welke locaties aanpassing van het planologisch regiem nodig is. Zoals u bekend berust de bevoegdheid tot aanpassing van een bestemmingsplan in beginsel bij de raad. Haalbaarheid: het gaat hierbij vooral om de vraag of voor de realisatie van de maatregelen grondverwerving plaats moet vinden. Op de financiële haalbaarheid van de voorgestelde maatregelen wordt hieronder (kosten en financiering) nader ingegaan. Zoals uit de hiernaast opgenomen overzichtskaart blijkt, is sprake van een groot en voor Leek belangrijk project. Over een weglengte van circa 10 km worden, verdeeld over 19 verspreid liggende locaties, maatregelen voorgesteld. Ook in financiële zin (de met realisatie van de maatregelen gemoeide investering) is sprake van een groot project. Blikveld Ten opzichte van de voorkeursvarianten uit de verkenningsfase is het blikveld bij de uitwerking van de maatregelen als gevolg van besluitvorming door uw college en als natuurlijk onderdeel van het proces van planuitwerking met beïnvloedingsmogelijkheden Pagina 3 van 10

4 voor de bevolking op onderdelen aangevuld en gewijzigd. Het gaat hierbij concreet om: busbaan oostzijde N372: de voorgestelde maatregel (locatie 1) voorziet niet in de aanleg van een busbaan, maar in de realisatie van een bypass naar de aansluiting op de A7. Reden hiervoor is dat op het traject tussen de rotonde Midwolderweg-Hoofdstraat en de rotonde ten zuiden van de A7 geen sprake is van een doorstromingsprobleem die de aanleg van een busbaan rechtvaardigt. Doorstromingsproblemen voor de bus doen zich wel voor op de beide rotondes. Hiertoe worden maatregelen, waaronder een bypass bij de zuidelijke rotonde van de A7, voorgesteld. Verder blijft aantasting van een gebied dat deel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) bij het niet aanleggen van een busbaan achterwege; eindpunt Q-liner in Tolbert: de voorgestelde maatregel (locatie 3) voorziet in het verleggen van het eindpunt van de rotonde bij Tolbert naar de kruising Oldebertweg Bousemalaan. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan wensen vanuit de wijk de Linde, die hiermee weer een aansluiting krijgt op Q-link lijn 3. De lengte van de route en daarmee de reistijd van de bus worden hierdoor wel vergroot, maar passen nog steeds binnen de uitgangspunten van het project; het weren van doorgaand verkeer op de Lindensteinlaan en het bevorderen van het gebruik van de Auwemalaan door de bussen op de rijbaan (Lindensteinlaan) of in een haltekom naast de rijbaan (Auwemalaan) te laten halteren. De hierop toegesneden maatregelen (locaties 8, 10 en 12) vloeien direct voort uit de wens van uw college om het verschil in (verkeerskundige) status en karakter tussen de Auwemalaan en de Lindensteinlaan beter zichtbaar te maken. het opwaarderen van haltevoorzieningen, door verbeteren en toevoegen van extra fietsenstallingen en het plaatsen en/of verplaatsen van Dynamische Reisinformatie Panelen (DRIS) bij meerdere bushaltes (locaties 9, 14, 15, 18 en 19); het verbeteren van de voetgangersoversteek bij de halte De Beelen. Deze nieuwe maatregel (locatie 10) is opgenomen om de verkeersveiligheid bij de oversteek tussen de in- en uitstaphalte bij De Beelen te vergroten; het verbeteren van het in- en uitrijden van de bus bij de halte aan de Oosterheerdtstraat, in het centrum van Leek. Deze nieuwe maatregel (locatie 6) is onder andere opgenomen om de verkeersveiligheid te vergroten. Proces en communicatie Bij de uitwerking is gebruik gemaakt van de input die verkregen is in een drietal drukbezochte openbare participatiebijeenkomsten (op 13 mei, 17 juni en 19 juni 2014). De verantwoording daarvan is opgenomen in de Reactienota HOV Leek, Planuitwerkingsfase (bijlage 2). De gestelde vragen en ingebrachte suggesties zijn gerubriceerd per locatie en vervolgens stuk voor stuk van commentaar voorzien. Bij de uitwerking is ook de brief van BRAVO! van 11 december 2014 (bijlage 3) betrokken. Mede naar aanleiding van deze brief is een variantenstudie uitgevoerd ten behoeve van de maatregel busbaan Oostindie (17). U bent op respectievelijk 11 november 2014 en 20 januari 2015 bijgepraat over het toen in wording zijnde maatregelenpakket. Op 20 januari 2015 is de raad in een technisch beraad geïnformeerd over de stand van zaken in het project HOV Leek. In relatie tot het proces is in het door alle fracties bijgewoonde technisch beraad gevraagd naar de betrokkenheid van de raad in de realisatiefase. Hierbij is de wens op tafel gelegd om ook na besluitvorming over het maatregelenpakket voldoende zicht te houden op de realisatie, zonder dat dit vertragend werkt. Dit zou vorm gegeven kunnen worden door een commissie uit de raad te vormen die, analoog aan de werkwijze die gehanteerd is bij de herinrichting van de Samuel Leviestraat, door u betrokken wordt bij en geïnformeerd wordt over de realisatie van het maatregelenpakket. Het is aan de raad zelf om dat, in overleg met uw college, verder vorm en inhoud te geven. Vooruitlopend op de behandeling van het maatregelenpakket in uw college, zijn de maatregelen waarover in de uitwerkingsfase de meeste vragen zijn gesteld en discussie is gevoerd toegelicht aan en besproken met vertegenwoordigers van buurt- en dorpsverenigingen: Op 2 februari 2015 zijn de hierna te bespreken maatregelen Eindpunt Oostindie (locatie 16) en Busbaan Oostindie (locatie 17) aan de orde geweest in een overleg met vertegenwoordigers van BRAVO! en DES. Kort samengevat lijkt de door de projectgroep voorgestelde voorkeursvariant voor een busbaan door Oostindie op draagvlak te kunnen rekenen bij BRAVO! Wel wordt door BRAVO! aandacht gevraagd voor de verkeersveiligheid ter plaatse van de school. De vertegenwoordigers van DES gaven aan (nog) niet overtuigd te zijn van de noodzaak om de bus via een busbaan door de wijk te laten rijden. Verder heeft DES zorgen geuit ten aanzien van de verkeersveiligheid van de aansluiting van een busbaan op de Roomsterweg en de N979. Op 3 februari 2015 zijn de hierna te bespreken maatregelen Rotonde Auwemalaan- Lindensteinlaan (locatie 10), Bushalte Beelen (locatie 11), Rotonde Tolbert (locatie 12) en Keerpunt Bousemalaan (locatie 13) aan de orde geweest in een overleg met vertegenwoordigers van dorpsvereniging Oldebert en de initiatiefnemer van de actie voor terugkeer van een bushalte bij de wijk de Linde. Kort samengevat lijkt draagvlak aanwezig voor genoemde maatregelen. Bij maatregel Pagina 4 van 10

5 12 is specifiek aandacht gevraagd voor de veiligheid van fietsers aan de noordkant van de rotonde. Overigens worden de hieronder toegelichte uitkomsten van de variantenstudie voor maatregel 12 gedeeld. Tenslotte is aandacht gevraagd voor een tijdige en goede communicatie en betrokkenheid van het dorp bij de in gebruik name van de tijdelijke halte met keerlus bij de Bousemalaan op 2 maart a.s. Op 4 februari 2015 zijn de hierna te bespreken maatregelen Aansluiting A7/P+R (locaties 1/2), Rotonde Midwolde (locatie 3), Bushalte Oude Zuiderweg (locatie 4) en Rotonde N372-Euroweg (locatie 5) aan de orde geweest in een overleg met vertegenwoordigers van buurtvereniging De Koetsiers, dorpsvereniging Midwolde en de Stichting Boer en Natuur. De hieronder toegelichte voorkeursvariant voor aanpassing van de aansluiting met de A7 (locatie 1) lijkt op draagvlak te kunnen rekenen, waarbij wel nadrukkelijk aandacht is gevraagd voor de veiligheid van fietsers en voetgangers. De voorgestelde realisatie van een P+R (locatie 2) blijft omstreden, vanwege de (gedeeltelijke) ligging in de EHS. De discussie lijkt zich hier verder toe te spitsen op de onderbouwing van de benodigde capaciteit van de P+R (200 parkeerplaatsen) en de gehanteerde maximale loopafstand van de P+R tot aan de instaphalte (200 meter). Voor maatregel 3 (rotonde Midwolde) lijkt draagvlak aanwezig, met dien verstande dat aandacht gevraagd is voor de veiligheid van fietsers (westzijde rotonde), de voorrangssituatie (auto <=> bus) en het bieden van stallingsmogelijkheden bij de uitstaphalte aan de westkant van de Midwolderweg. Maatregel 4, die voorziet in de aanleg van een veilige oversteek voor fietsers en voetgangers kan op veel waardering rekenen. Van de wenselijkheid om ten noorden van de rotonde N372-Euroweg (locatie 5) nieuwe bushaltes met bijbehorende infrastructuur aan te leggen is niet iedereen overtuigd. Zowel de huidige als de nieuw voorgestelde situatie wordt voor fietsers en voetgangers als complex en onoverzichtelijk aangemerkt. Het rapport Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek, Planuitwerking is via een schriftelijke ronde op 16 februari 2015 voor advies voorgelegd aan de Stuurgroep HOV Leek, waarin provincie (gedeputeerde M. Boumans), gemeente (wethouder B. Plandsoen) en Rijkswaterstaat (ambtelijk) vertegenwoordigd zijn. De Stuurgroep adviseert in te stemmen met de voorgestelde maatregelen. Voorgestelde maatregelen De maatregelen uit de voorkeursvarianten, inclusief de onder het kopje Blikveld genoemde aanvullingen en wijzigingen zijn verdiept en uitgewerkt in de nu voorliggende rapportage, uitmondend in het voorstel tot het treffen van in totaal negentien concrete maatregelen. De voorgestelde maatregelen zijn uitgebreid beschreven in hoofdstuk 4 van het rapport. Voor een toelichting op de maatregelen en de daarvan te verwachten bijdrage aan de doelstelling van het project HOV Leek wordt daarom kortheidshalve verwezen naar het rapport. Aanvullend wordt het volgende opgemerkt. Vanwege de complexiteit en als reactie op de input die gegeven is tijdens en na de participatieavonden, is voor een viertal maatregelen een variantenstudie uitgevoerd. Het gaat hierbij om maatregelen die voorgesteld worden voor de volgende locaties: 1/2: Aansluiting A7 / P+R 12: Rotonde Tolbert 13: Eindpunt Bousemalaan 17: Busbaan Oostindie De variantenstudies voor de genoemde locaties zijn als bijlage in het rapport opgenomen. De per locatie voorgestelde maatregel is de variant die volgens de projectgroep het meeste bijdraagt aan het bereiken van de doelstellingen van het project HOV Leek en redelijkerwijs haalbaar is. Hieronder wordt kort ingegaan op een aantal specifieke aandachtspunten dat (mogelijk) relevant is voor de besluitvorming in uw college over de voorgestelde maatregelen en het vervolg van het project HOV Leek (realisatie). Locatie 1 Aansluiting A7 In nauw overleg met Rijkswaterstaat (beheerder rijksweg A7) zijn vijf varianten onderzocht voor de aansluiting N372 A7 (bijlage 3 bij het rapport). De varianten voorzien in een aanpassing van de zuidelijke rotonde en een nieuwe wijze van aansluiten van die rotonde op de A7. De varianten zijn onderling vergeleken en beoordeeld. Ten behoeve van die vergelijking en beoordeling is een kentekenonderzoek 1 uitgevoerd, zodat op basis van de feitelijk aanwezige verkeersstromen inzicht ontstaat in het oplossend vermogen van de varianten (verkeersafwikkeling). De projectgroep is unaniem in haar voorkeur voor variant 2a (rotonde met bypass). Voor de onderbouwing van die voorkeur wordt kortheidshalve verwezen naar hoofdstuk 8 (Conclusies) van bijlage 3 bij het rapport. 1 Vanwege het technische karakter is het kentekenonderzoek niet als bijlage opgenomen in het rapport. Het onderzoek is desgewenst uiteraard wel beschikbaar. Pagina 5 van 10

6 Locatie 2 P+R De voorgestelde maatregel voorziet in de aanleg van een P+R met een capaciteit van 200 parkeerplaatsen. Het betreft hier een uitbreiding van de bestaande P+R met 170 parkeerplaatsen. Voor de onderbouwing van de benodigde capaciteit van de P+R wordt kortheidshalve verwezen naar bijlage 2 van het rapport. De locatiekeuze is toegelicht in hoofdstuk 4.2 van het rapport. In het commentaar bij reactie 1.1 uit de Reactienota wordt eveneens ingegaan op de locatiekeuze. In het voortraject (zie ook Reactienota) is gebleken dat niet iedereen overtuigd is van de noodzaak van een P+R met 200 parkeerplaatsen. Het feit dat de P+R gedeeltelijk geprojecteerd is in beheersgebied dat onderdeel uit maakt van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is evenmin onomstreden. Ter zake wordt het volgende opgemerkt. Het aantal van 200 parkeerplaatsen is gebaseerd op een door Goudappel Coffeng in 2012 uitgevoerd onderzoek naar de potentie voor P+R langs de corridor Leek/Roden-Hoogkerk-Groningen. Volgens dat onderzoek, waarop in bijlage 2 van het rapport nader wordt ingegaan, is er op genoemde corridor potentie voor circa parkeerplaatsen. Op de corridor zijn nu 600 parkeerplaatsen aanwezig (transferium Hoogkerk). Uitgaande van de realisatie van een P+R met 200 parkeerplaatsen in Leek, blijft de capaciteit nog ruimschoots onder het door Goudappel berekende aantal van Om de EHS zoveel mogelijk te ontzien zal de realisatie van de P+R gefaseerd plaatsvinden. Om dit goed en zorgvuldig te kunnen doen wordt een totaalplan opgesteld, gebaseerd op de geraamde benodigde capaciteit van 200 parkeerplaatsen. De eerste fase van de P+R zal geheel buiten het EHS-gebied gerealiseerd worden. Om de beschikbare ruimte in de eerste fase te optimaliseren zal de verbinding tussen de beide rotondes (de bestaande rotonde ten zuiden van de A7 en de nieuw te realiseren rotonde in de oorspronkelijke Pasop) zoveel mogelijk naar het noorden worden uitgebogen. Op deze manier is er in de eerste fase van het groeimodel naar verwachting ruimte voor circa 100 parkeerplaatsen. Doorgroei naar 200 parkeerplaatsen zal, op basis van gebleken behoefte, in fase 2 plaatsvinden. Hiertoe worden de benodigde gronden verworven en wordt de benodigde wijziging van het bestemmingsplan voorbereid en aansluitend in procedure gebracht. De feitelijke aanleg vindt plaats wanneer de (groei van de) bezettingsgraad van fase 1 zodanig is, dat duidelijk is dat de tweede fase ook werkelijk nodig is. Overigens zijn de Provinciale Omgevingsverordening (POV) specifieke eisen opgenomen voor een bestemmingsplan die voorziet in een ruimtelijke ingreep in de EHS, waaronder het zoveel mogelijk voorkomen van schade en het compenseren van resterende schade. Met deze kosten is in de raming van de P+R rekening gehouden. Locatie 5 Rotonde N372 - Euroweg Tijdens de participatiebijeenkomsten is aandacht gevraagd voor de verkeersveiligheid op beide parallelwegen langs de Midwolderweg, waarbij sluipverkeer en snelheid van de automobilist een rol spelen. Tevens is aandacht gevraagd voor de bereikbaarheid van aanliggende woningen en bedrijven voor hulpverleningsdiensten en bevoorradingsverkeer (bijlage 4: Reactienota parallelstructuur Midwolderweg). Onderdeel van de in hoofdstuk 4.5 toegelichte maatregel op en bij de rotonde N372-Euroweg is het gedeeltelijk versmallen en afwaarderen van de parallelweg aan de oostzijde van de Midwolderweg. De gedeeltelijke versmalling van de parallelweg is nodig, om ruimte te vinden voor de voorgestelde aanpassing van de rotonde. Door de oostelijke parallelweg gedeeltelijk te versmallen en af te waarderen tot (brom-)fietspad, wordt tevens de verkeersdruk op de parallelweg aan de oostzijde van de Midwolderweg verminderd. Eventuele maatregelen op de westelijke parallelweg vallen buiten het project HOV Leek en dienen desgewenst door de gemeente als wegbeheerder opgepakt te worden. Hierover wordt het volgende opgemerkt. Tijdens de participatiebijeenkomsten is door aanwonenden verzocht om verkeer remmende maatregelen te treffen op de westelijke parallelweg. Over de wijze waarop dat kan of moet plaatsvinden bestaat echter verschil van inzicht. Voorgesteld wordt om aan de hand van een pilot ervaring op te doen. In deze pilot wordt de parallelroute ter hoogte van de Oude Zuiderweg voor een periode van een half jaar tijdelijk afsloten. Langzaam verkeer heeft onbeperkt toegang. Hierna vindt met de buurt een evaluatie plaats waarbij een definitieve keuze over de verkeersmaatregel in gezamenlijkheid wordt genomen. De kosten van de maatregel zijn beperkt en kunnen gedekt worden uit het onderhoudsbudget wegen. De maatregel kan op korte termijn gerealiseerd worden. Locatie 12 Rotonde Tolbert De opgave voor deze locatie is tweeledig: 1. het bevorderen van de doorstroming van het verkeer in het algemeen en de bus in het bijzonder; Pagina 6 van 10

7 2. het optimaliseren van de bushaltes, zowel qua ligging (zo gunstig mogelijk ten opzichte van bevolkingsconcentraties en passend binnen het uitgangspunt van een evenwichtige spreiding van haltes) als qua uitvoering (voorzien van haltekommen). Ad 1) In de huidige situatie is de doorstroming op de rotonde niet optimaal. De rotonde is feitelijk te krap bemeten voor grote voertuigen zoals vrachtwagens en bussen. Gevolg hiervan is dat het middeneiland van de rotonde zwaar te leiden heeft onder het verkeer, veel schade optreedt en sprake is van relatief hoge beheer- en onderhoudskosten. Om de doorstroming te bevorderen en de (toekomstige) beheer- en onderhoudskosten zoveel mogelijk te beperken zijn twee varianten onderzocht. De beide varianten zijn in bijlage 4 van het rapport beschreven. De voorkeursvariant gaat uit van een verruiming van de bestaande rotonde, waarbij (onder andere) de knik in de Auwemalaan ter hoogte van Auto Smidts min of meer recht wordt getrokken. Ad 2) In de zoektocht naar een nieuwe locatie voor bushaltes met haltekomen aan weerszijden van de Auwemalaan zijn vier locaties met elkaar vergeleken. Deze vergelijking mondt uit in een voorkeur voor het realiseren van bushaltes direct ten zuiden van de rotonde, ter hoogte van de huidige (tot maart 2015) tijdhalte bij Auto Smidts. Voor een toelichting op de varianten en een onderbouwing van de voorkeursvariant voor de haltelocatie wordt kortheidshalve verwezen naar bijlage 4 van het rapport. De voorkeursvarianten voor rotonde en haltelocatie laten zich combineren, met dien verstande dat door het rechttrekken van de knik in de Auwemalaan de bushalte aan de westzijde van die weg geprojecteerd is op gronden die eigendom zijn van Smidts. De haalbaarheid van een bushalte op die locatie wordt niet hoog ingeschat, aangezien de daartoe vereiste medewerking van Smidts niet te verwachten is. Indien de huidige knik in de Auwemalaan wordt gehandhaafd kunnen de haltes volledig worden gerealiseerd op gronden die eigendom zijn van de gemeente. De haalbaarheid van de maatregel neemt daardoor substantieel toe, zonder dat dit grote negatieve effecten heeft op de verwachte effectiviteit van de voorgestelde maatregel. De voorkeur van de projectgroep gaat daarom uit naar deze variant c.q. combinatie van voorkeursvarianten. Hierbij moet echter nog wel het volgende worden aangetekend. Met Auto Smidts is in 2014 de afspraak gemaakt dat de tijdhalte aan de westzijde van de Auwemalaan, ter hoogte van het autobedrijf, een tijdelijk karakter zal hebben (bijlage 5). Deze afspraak wordt nagekomen: vanaf 2 maart 2015 komt de tijdhalte aan de Auwemalaan te vervallen en wordt deze, in afwachting van een definitieve oplossing, verplaatst naar de Bousemalaan. Het eventueel vervangen van de tijdhalte door een reguliere bushalte als voorgesteld in de voorkeursvariant is weliswaar een nieuwe situatie 2, maar voor Smidts niet acceptabel. Smidts is, blijkens een op 12 december 2014 met hem gevoerd gesprek van mening, dat (ook) een reguliere halte met bijbehorende voorzieningen teveel het zicht op zijn showroom beperkt. Overigens is Smidts van mening dat de gemeente eerdere afspraken over het tijdelijke karakter van een halte nabij zijn bedrijf schendt, indien deze locatie nu als reguliere (in- en uitstap) halte zou worden ingericht. Indien bushaltes op locatie 2 niet haalbaar of wenselijk blijken, kan als second best oplossing gekozen worden voor de combinatie van de voorkeursvariant voor de rotonde Tolbert met haltelocatie 3, ten zuiden van de in- en uitrit van Auto Smidts vanaf de Auwemalaan. Uit het met de heer Smidts gevoerde gesprek kan worden opgemaakt dat deze optie voor hem bespreekbaar is. Consequentie van deze keuze is wel, dat de bushalte met kom aangelegd moet worden in de bestaande geluidwal, waarbij aanwezige beplanting moet worden verwijderd. Locatie 13 Eindpunt Bousemalaan Met de invoering van de dienstregeling 2014 is de lijnvoering van de Q-link lijn 3 in Leek/Tolbert ingekort, waardoor de busroute over de Oldebertweg langs de wijk De Linde is komen te vervallen. Vanuit de wijk is actie gevoerd om bij de wijk De Linde weer een bushalte te krijgen. De daartoe benodigde ruimte bleek binnen de dienstregeling van Q-link lijn 3 aanwezig. De reistijd tot het eindpunt in de wijk Oostindie is namelijk leidend in de dienstregeling. Aangezien deze route een iets langere reistijd kent dan de route naar het eindpunt in Tolbert, bleek het mogelijk om het eindpunt te verplaatsen naar een nieuw te realiseren eindhalte bij de Bousemalaan. Voor de realisatie van een eindhalte bij de Bousemalaan zijn drie varianten onderzocht. Deze zijn beschreven en afgewogen in bijlage 5 van het rapport, uitmondend in een voorkeur voor de variant met een keerlus op de kruising Bousemalaan - Oldebertweg. 2 Een tijdhalte is bedoeld als wachtplaats voor een bus. Tot het moment waarop de bus volgens de dienstregeling weer moet gaan rijden staat de bus langere tijd stil bij de halte. De chauffeur kan desgewenst gebruik maken van een bij de halte aanwezige toiletvoorziening. Bij een reguliere halteplaats staat de bus slechts korte tijd stil om passagiers in- en uit te laten stappen. Pagina 7 van 10

8 Zoals bekend is vooruitlopend op de besluitvorming over en realisatie van het nu voorliggende maatregelenpakket besloten om op deze locatie een tijdelijke voorziening te treffen, in de vorm van een keerlus met (tijd-) halte. De ingebruikname van die halte is voorzien op 2 maart Locatie 17 Busbaan Oostindie Onderdeel van de besluitvorming over de eerder genoemde verkennende studies was de keuze voor een nieuwe busbaan door de wijk Oostindie die aantakt op de Watersingel. Tijdens de participatieavonden in mei en juni 2014 is volop gereageerd op de voorgestelde routevoering van de bus via de Watersingel. Tevens heeft de wijkvereniging BRAVO! haar visie in een brief van 11 december 2014 op schrift gezet (bijlage 3). In die brief wordt verzocht af te zien van een bus over de Watersingel. Mede naar aanleiding van de reacties is een nader variantenonderzoek uitgevoerd naar routemogelijkheden om buslijn 85 niet langs maar via de wijk Oostindie te laten rijden. In totaal zijn 4 varianten onderzocht en afgezet tegen de bestaande situatie, waarbij lijn 85 (Oosterwolde Leek Groningen v.v.) over de Diepswal langs de wijk Oostindie rijdt. De varianten zijn beschreven in bijlage 6 van het rapport. Op basis van de onderlinge vergelijking en beoordeling gaat de voorkeur van de projectgroep uit naar de variant waarbij lijn 85 vanaf de N979/Diepswal via een busbaan naar het oosten rijdt en aansluit op het verlengde van De Knip. Vervolgens gaat lijn 85 via de Houtsingel naar het noorden. Voor de motivering van de voorkeursvariant wordt kortheidshalve verwezen naar bijlage 6 van het rapport. Zoals hierboven aangegeven lijkt bij BRAVO! draagvlak aanwezig voor de voorkeursvariant, terwijl DES (nog?) niet overtuigd is van de meerwaarde om lijn 85 via Oostindie te laten rijden. Die meerwaarde zit m vooral in de mogelijkheid om lijn 3 en lijn 85 in de wijk Oostindie te koppelen/integreren, wat van groot belang is voor de toekomstbestendigheid van beide lijnen. Verder wordt de wijk Oostindie ook in de avonduren en in het weekend bediend door openbaar vervoer. Tijdens de participatieavonden is door een aantal bezoekers een relatie gelegd tussen de realisatie van een busbaan en de (planologisch geborgde) wens van de gemeente om in de toekomst een tweede ontsluitingsweg voor Oostindie aan te leggen. Opgemerkt wordt dat het onderzoeken van deze wens buiten het kader van de opdracht aan de projectgroep valt en dus niet nader is onderzocht. Hoewel niet wordt uitgesloten dat een busbaan op termijn van betekenis kan zijn voor de realisatie van een tweede ontsluitingsweg voor de wijk Oostindie, wordt deze voorziening nu uitsluitend gemotiveerd en voorgesteld vanuit het belang van het robuuster maken en het verbeteren van de kwaliteit van het openbaar vervoersysteem. Het gebruik van de busbaan door hulpverleningsdiensten is toegestaan. De nieuwe verbinding over het Hoofddiep is tevens bruikbaar voor landbouwverkeer. Locaties 9, 14, 15, 18 en 19 Opwaarderen bushaltes De huidige bushaltes op deze locaties voldoen niet aan de eisen die daaraan vanuit Hoogwaardig Openbaar Vervoer worden gesteld. De kwaliteit van de betreffende haltes wordt daarom verbeterd, door (voor zover van toepassing) het uitbreiden en overkappen van stallingsmogelijkheden voor fietsers en het plaatsen van DRIS-informatiepanelen (Dynamisch Reizigers Informatie Systeem). Naast haltes in Leek komen ook twee haltes in Zevenhuizen hiervoor in aanmerking. Kosten en financiering Om inzicht te krijgen in de financiële haalbaarheid van het maatregelenpakket zijn de kosten per maatregel door Grontmij geraamd. Een overzicht van de kosten per maatregel is opgenomen in hoofdstuk 0 (samenvatting) en hoofdstuk 5 (Conclusies) van het rapport. De totale kosten van het maatregelenpakket zijn geraamd op 10,53 miljoen. Dekking vindt plaats vanuit verschillende bronnen, waaronder het Regiofonds van de Regio Groningen-Assen, het Regio Specifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP) en het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport van de provincie Groningen. De financiële middelen uit het Regiofonds zijn inmiddels op programmaniveau toegezegd. Het programma Infra en OV Leek/Roden is in het Uitvoeringsprogramma 2015 van de Regio Groningen-Assen opgenomen als A-project. Het gaat hierbij om een bijdrage van maximaal 3,63 miljoen. Met de provincie Groningen zijn afspraken gemaakt over het leveren van de benodigde cofinanciering. De financiële bijdrage van de provincie Groningen bedraagt 3 miljoen. Voor het verkrijgen van financiële bijdragen uit het RSP-budget worden zo spoedig mogelijk na afronding van de gemeentelijke besluitvorming over het maatregelenpakket concrete aanvragen ingediend. Op het moment dat Provinciale Staten zich buigen over een voorstel tot het nemen van een realisatiebesluit (zie onder) zal duidelijkheid aanwezig moeten zijn over de financiële haalbaarheid van het maatregelenpakket. Op basis van de huidige inzichten en kennis van de RSP-regelingen wordt overigens verwacht, dat het maatregelenpakket financieel haalbaar is. Indien dit onverhoopt niet het geval blijkt te zijn is een nadere prioriteitsstelling nodig, waarbij een aantal maatregelen mogelijk niet of slechts in een soberder uitvoering gerealiseerd kan worden. De gemeente Leek hoeft geen eigen financiële middelen in te zetten voor de realisatie van het maatregelenpakket. Wel is (en blijft) sprake van inzet van menskracht. Pagina 8 van 10

9 Besluitvorming Uw besluit over de voorkeursvarianten uit de verkenningsfase is op 5 februari 2014 voor overleg aangeboden aan de raadscommissie. In het door de griffie opgestelde geleide formulier is over het vervolgtraject onder de kop bevoegdheden commissie/gemeenteraad onder andere het volgende opgenomen: Aan het einde van de planuitwerkingsfase wordt een gewogen keuze gemaakt tussen de varianten. De resultaten van de planuitwerking, inclusief alle elementen, wordt te zijner tijd aan de raad ter vaststelling voorgelegd. Voorgesteld wordt daarom het maatregelenpakket zoals dat is opgenomen in het rapport HOV Leek, Planuitwerkingsfase ter vaststelling aan te bieden aan de raad. Een daartoe strekkend concept raadsvoorstel en besluit zijn bijgevoegd (bijlage 6). Vervolgproces en communicatie Het vervolgproces en de daarbij behorende communicatie ziet er na besluitvorming door uw college op 24 februari 2015 als volgt uit. Vanaf 25 februari 2015 worden alle relevante stukken via de gemeentelijke website ontsloten voor het publiek. Hiervan wordt melding gemaakt via een persbericht (bijlage 7), een advertentie in de Mdiweek van 4 maart 2015 (bijlage 8) en een aan degenen die zich op een voor dit project aangemaakte mailinglijst hebben laten plaatsen. Het rapport HOV Leek, Planuitwerkingsfase en de bijbehorende Reactienota worden tevens ter inzage gelegd. Op 11 maart 2015 wordt van tot uur in de Postwagen in Tolbert een informatiemarkt gehouden. Tijdens deze markt, die tijdig zal worden aangekondigd, wordt in een informele sfeer informatie verstrekt door en kan van gedachten gewisseld worden met medewerkers van provincie, gemeente en OV-bureau. Basis voor deze informatiemarkt is uw besluit van 24 februari Behandeling van uw besluit van 24 februari 2015 c.q. van het maatregelenpakket c.a. is voorzien in de raadscommissie van 19 maart Die bijeenkomst wordt op de gebruikelijke wijze aangekondigd. Tijdens de raadscommissie bestaat voor een ieder de mogelijkheid om in te spreken. Afhankelijk van de uitkomsten van het overleg in de raadscommissie en hetgeen eventueel door insprekers tijdens die vergadering wordt ingebracht, kan zonodig in uw vergadering van 31 maart 2015 nader beraad plaatsvinden. Vaststelling van het maatregelenpakket HOV Leek door de raad is voorzien op 15 april Na besluitvorming door de raad wordt het rapport c.a. voorgelegd aan het college van Gedeputeerde Staten, ter voorbereiding van een door Provinciale Staten te nemen realisatiebesluit (verwacht: medio 2015). Na besluitvorming door Provinciale Staten kan gestart worden met fase 3 van het project: de realisatie van het maatregelenpakket. De in deze fase uit te voeren werkzaamheden omvatten onder andere: het verder uitwerken van ontwerpen; het uitvoeren van aanvullende onderzoeken (geluid, flora- en fauna e.d.); het maken van inpassingsplannen (landschap!); het doorlopen van noodzakelijke planologische procedures; het aankopen van benodigde gronden; technische voorbereidingen en contractering; realisatie van de maatregelen. Ten behoeve van de realisatie zal een uitvoeringsplanning worden opgesteld. Hierbij zal afstemming plaatsvinden op de provinciale en gemeentelijke beheer- en onderhoudsprogramma s. Er wordt naar gestreefd om nog dit jaar met de feitelijke realisatie te starten. Verder zullen vóór de start van de realisatie tussen partijen afspraken worden gemaakt over zaken als de projectorganisatie, de verdeling van bevoegdheden en verantwoordelijkheden, het beheer en onderhoud na realisatie, de eigendomssituatie na realisatie, de communicatie, de aanbesteding van maatregelen etc. Hiertoe wordt momenteel een samenwerkingsovereenkomst voorbereid die u te zijner tijd ter vaststelling wordt aangeboden. Op 27 februari 2015 vindt een interne bijeenkomst plaats, waarin medewerkers van de afdelingen Ruimte en Openbare Werken, die naar verwachting ook een rol zullen spelen bij de realisatie, worden bijgepraat over het project HOV Leek. Pagina 9 van 10

10 Samenvatting In 2013 is een tweetal verkennende studies uitgevoerd naar de mogelijkheden tot verbetering van het hoogwaardig openbaar vervoer in (onder andere) de regio Leek-Roden. Over de uitkomsten van de beide studies heeft eind december 2013 besluitvorming plaatsgevonden. Hierbij zijn voorkeursvarianten vastgesteld voor de routevoering van Q-link lijn 3 en voor maatregelen gericht op het opwaarderen van hoogwaardig openbaar vervoer tussen onder andere het dorp Leek en de Rijksweg A7. Beide studies zijn samengevoegd tot het project Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek (HOV Leek). De vastgestelde voorkeursvarianten voor routevoering en maatregelen zijn verder uitgewerkt in een maatregelenpakket, gericht op het vergroten van de robuustheid en het verbeteren van de kwaliteit van het openbaar vervoersysteem. Het maatregelenpakket is opgenomen in het rapport Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek, Planuitwerkingsfase, dat nu ter besluitvorming voorligt. Het rapport bevat voorstellen tot het treffen van in totaal 19 concrete maatregelen. De maatregelen zijn getoetst op hun bijdrage aan de doelstelling van het project HOV Leek: het vergroten van de robuustheid en het verbeteren van de kwaliteit van het openbaar vervoersysteem in Leek. Geconcludeerd kan worden dat de voorgestelde maatregelen in positieve zin bijdragen aan de doelstelling van het project HOV Leek. De bijdrage per maatregel verschilt en is niet per definitie positief op alle beoordelingsaspecten (reistijdwinst, betrouwbaarheid, toekomstbestendigheid, haltekwaliteit, comfort en verkeersveiligheid). Alle maatregelen gezamenlijk resulteren in een samenhangend en effectief maatregelenpakket, waarmee de robuustheid en de kwaliteit van het openbaar vervoerssysteem in en om Leek wordt vergroot. Voorgesteld besluit 1. Kennis nemen van het rapport Verbetering Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek, Planuitwerkingsfase. 2. Instemmen met de in hoofdstuk 4 van het rapport voorgestelde (19) maatregelen, gericht op het vergroten van de robuustheid en het verbeteren van de kwaliteit van het openbaar vervoersysteem in Leek. 3. Instemmen met het starten fase 3 van het project HOV Leek, gericht op de realisatie van de onder punt 2 bedoelde maatregelen. 4. De Reactienota HOV Leek, Planuitwerkingsfase vaststellen 5. Dit besluit voor advies voorleggen aan de raadscommissie. 6. De raad overeenkomstig bijgevoegd conceptvoorstel en besluit voorstellen in te stemmen met de in hoofdstuk 4 van het rapport beschreven (19) maatregelen en het starten van fase 3 van het project HOV Leek, gericht op de realisatie van die maatregelen. 7. Het rapport Verbetering Hoogwaardig Openbaar Vervoer Leek, Planuitwerkingsfase ter informatie aanbieden aan de Stuurgroep Samenwerking Leek-Roden van 11 maart De Reactienota Parallelstructuur Midwolderweg vaststellen. 9. In overleg met de aanwonden starten met een tijdelijke afsluiting voor gemotoriseerd verkeer van de westelijke parallelweg van de Midwolderweg voor een periode van een half jaar. Na afloop van deze termijn de werking van de maatregel met de buurt evalueren en een definitieve keuze maken. Pagina 10 van 10