Regionale prognoses 2014 Special 13 december 2013
|
|
- Francisca van der Zee
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Regionale prognoses 2014 Special 13 december 2013 Inleiding De Nederlandse economie is sinds eind 2008 op z n zachtst gezegd tumultueus. Na de vrijwel ongekende recessie van 2009 herstelde zij ten dele in 2010 en 2011, gevolgd door een nieuwe recessie die ruim twee jaar aanhield. In het derde kwartaal van 2013 kwam een einde aan deze recessie, maar de Nederlandse economie is nog lang niet van haar vooral binnenlandse problemen af. De economieën van onze belangrijkste handelspartners vertonen een sterker herstel, waardoor onze export in 2014 naar verwachting harder toeneemt dan in de afgelopen jaren. Het op de export georiënteerde bedrijfsleven zal hiervan profiteren. De binnenlandse markt is echter nog steeds uiterst zwak. Onder meer door de oplopende werkloosheid, lastenverzwaringen, de fors gedaalde huizenprijzen en de gekorte pensioenen daalt de koopkracht en het vermogen van huishoudens en zien we de particuliere consumptie afnemen. Vooral de sectoren die voor hun afzet afhankelijk zijn van de binnenlandse bestedingen zullen dit blijven voelen in 2014, zoals de bouw, de detailhandel en de horeca. Per saldo verwachten wij voor 2014 een nagenoeg stagnerende economie. Recente ontwikkelingen wijzen erop dat onze voorspelling voor groei van het BBP-volume in 2014 wellicht iets aan de lage kant is. Maar dit veranderd niets aan onze analyse van de Nederlandse economie in In deze studie baseren we ons dus op de verwachtingen zoals we die bij onze Visie op 2014 gepresenteerd hebben. Enige opwaartse bijstellingen van deze macro-economische verwachtingen zullen naar verwachting geen significante verschillen veroorzaken in de nu gepresenteerde regionale prognoses. Door talloze verschillen loopt de economische ontwikkeling van regio s binnen Nederland sterk uiteen. Zo was in het recessiejaar 2009 in de meeste regio s sprake van krimp, maar zagen zes regio s de economie toch groeien. Vanwege de grote regionale verschillen binnen Nederland presenteren we in deze special onze verwachtingen voor de economische ontwikkeling in de veertig Nederlandse COROP-regio s. december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 1
2 1. Macro-economische context Visie op 2014 De regionale vooruitzichten voor 2014 zijn gebaseerd op de macro-economische verwachtingen en de vooruitzichten voor de sectoren die in de Rabobank Visie op 2014 en Rabobank Cijfers & Trends Sectorprognoses 2014 uiteen worden gezet. Belangrijk is daarbij het grote verschil in de ontwikkeling van de buitenlandse en de binnenlandse vraag in Door sterkere economische groei bij onze belangrijke handelspartners voorzien wij voor 2014 een aanzienlijke toename van de groei van het exportvolume van goederen en diensten (tabel 1). De export van goederen zal bovendien naar verwachting voor een groter deel uit de verkoop van in Nederland geproduceerde goederen bestaan dan de afgelopen jaren. In de afgelopen twee jaar was de groei van het goederenuitvoervolume nog uitsluitend gedreven door de wederuitvoer. Vooral de industrie, de groothandel en het transport zullen baat hebben bij de hogere uitvoergroei (tabel 2). In deze sectoren verwachten wij ook als eerste een lichte groei van het investeringsvolume. Die hogere investeringen zijn op hun beurt weer vooral positief voor de maakindustrie. Ook een aantal branches van de zakelijke dienstverlening is relatief sterk op de export gericht. ICT, accountancy, consultancy, en reclame en marktonderzoek zetten bijna de helft van hun productie direct of indirect af in het buitenland. Ook deze deelsectoren kunnen dus profiteren van het verbeterende buitenlandbeeld. Het volume van de binnenlandse bestedingen daalt naar verwachting volgend jaar echter opnieuw, vooral door een daling van de particuliere consumptie (tabel 1). Ook de afname van de woninginvesteringen zet volgend jaar naar verwachting door, zij het in een veel minder hoog tempo dan in de afgelopen twee jaar. De lagere binnenlandse bestedingen zorgen voor verdere bestedingsuitval in op de consument gerichte sectoren zoals de detailhandel en de horeca. De bouwnijverheid blijft tegenwind ondervinden van de eerdere problemen op de woningmarkt (tabel 2). Tabel 1: Macro-economisch beeld 2014 jaar op jaar mutatie in % Bruto binnenlands product -1,3-1 0 Particuliere consumptie -1,6-2 -1½ Overheidsbestedingen -0,8-1 -¾ Private investeringen -4,6-8 ¼ Uitvoer goederen en diensten 3,2 1¾ 5¼ Invoer goederen en diensten 3,3 0 4¾ Consumentenprijzen 2,8 2½ 1½ Werkloosheid (%) 5,3 6¾ 7½ Begrotingssaldo (% BBP) -4,1-3¼ -3½ Staatsschuld (% BBP) 71, ¾ Saldo lopende rekening (% BBP) 9, Bron: CBS, Rabobank Tabel 2: Sectorprognoses 2014 jaar-op-jaar volumemutatie, % Industrie -0,6-1,7 1,2 Bouw -7,5-6 -1,2 Automotive ,2 Groothandel -0,6-0,3 1,3 Detailhandel food -0,2-1,1 0 Detailhandel non-food -4,6-5,2-3,5 Horeca en recreatie -0,7-1,2-0,5 Transport -0,3-0,8 0,2 Zakelijke dienstverlening -0,8-1,8-0,5 Gezondheidszorg 2,5 1,8 1,4 Bron: CBS, EIM, Rabobank december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 2
3 Productie en werkgelegenheid In de sectorprognoses 2014 wordt gekeken naar de verwachte ontwikkeling van het productievolume. Ontwikkelingen in de productie vormen de basis voor de groei of krimp van de werkgelegenheid. Of de werkgelegenheid met de productie meestijgt, hangt af van de verwachte ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. Bij een stijging van de arbeidsproductiviteit kan een toename van het productievolume worden gerealiseerd zonder een stijging van de werkgelegenheid of zelfs met een daling ervan. Onze verwachting voor de industrie in figuur 1 illustreert dit. In andere sectoren is het lastiger om de productiviteit te verhogen en zal de daling van het aantal banen juist minder sterk zijn dan de daling van de productie. Onze verwachting voor de detailhandel non-food in figuur 1 illustreert dit. In die sector blijkt het lastiger te zijn om het personeelsbestand volledig mee te laten bewegen met de productie. Figuur 1: Verschil tussen productie en banen Detailhandel non-food Overheid Horeca Financiele dienstverlening Bouw Zakelijke dienstverlening Totaal Detailhandel food Transport Autosector Zorg Industrie Groothandel Sectorprognoses 2014, jaar-op-jaar mutatie van het productievolume en het aantal banen productie banen Bron: EIM, Rabobank december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 3
4 2. Regionale verschillen in sectorstructuur Regionale economische ontwikkelingen worden op de korte termijn voor een groot deel bepaald door de sectorstructuur van het bedrijfsleven. Een uiteenlopende ontwikkeling van de verschillende bestedingscomponenten van het Bruto Binnenlands Product (BBP) op macroeconomische schaal zorgt voor verschillen in de groei of krimp van de sectorale productie en werkgelegenheid. Door verschillen in sectorstructuur per regio zorgt dit weer voor een uiteenlopende regionale economische ontwikkeling. In appendix A lichten wij het economische model dat ten grondslag ligt aan onze regioprognoses nader toe. Voor we de prognoses voor 2014 beschrijven, schetsen we eerst een beeld van de regionale verschillen in sectorstructuur. Nederlandse sectorstructuur De Nederlandse werkgelegenheid is voor ongeveer 80% in de dienstverlenende sectoren te vinden (figuur 2). De fysieke productie (landbouw, industrie en bouwnijverheid) maakte in 2012 slechts ongeveer 20% van de werkgelegenheid uit. Door verschillen in arbeidsproductiviteit zijn er grote verschillen in het belang van de sectoren in de werkgelegenheid en in de productie. Industrie, groothandel en de verhuur en verkoop van onroerend goed zijn sectoren met een hoge arbeidsproductiviteit, waardoor het aandeel in de werkgelegenheid veel kleiner is dan het aandeel in de totale productie (figuur 3). Detailhandel, zorg en zakelijke dienstverlening zijn juist arbeidsintensieve sectoren, waardoor het aandeel in de totale werkgelegenheid van die sectoren hoger is dan het aandeel in de productie. Figuur 2: Sectorstructuur werkgelegenheid 12% 16% 3% 4% 11% ruim 8 miljoen banen 6% 11% Landbouw Industrie Bouw Groothandel en transport Detailhandel Horeca Figuur 3: Werkgelegenheid en productie % % Productie en werkgelegenheid, % van totaal, % 4% 11% Commerciële dienstverlening Overheid Zorg Werkgelegenheid per sector, % van totaal, 2012 Overige diensten productie werkgelegenheid Regionale sectorstructuur De sectorstructuur verschilt sterk tussen de Nederlandse regio s. Figuur 4 geeft voor iedere regio per sector het verschil weer tussen het regionale aandeel in de werkgelegenheid en het nationale aandeel. Van links naar rechts bewegen we dus van de meest normale regio, Veluwe, naar de meest abnormale regio, Groot-Amsterdam. Kaart 1 geeft de mate van afwijking geografisch weer. Los van de mate waarin de regionale werkgelegenheidsverdeling op die van Nederland als geheel lijkt, zijn er regio s waarin één of twee dan wel juist meer sectoren bepalend zijn voor de afwijking van de sectorstructuur. In Flevoland, de regio die december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 4
5 na de Veluwe de kleinste verschillen ten opzichte van Nederland kent, zijn vier sectoren oververtegenwoordigd en vier sectoren ondervertegenwoordigd. De mate van over- en ondervertegenwoordiging per sector is bovendien redelijk gelijk. In Arnhem/Nijmegen zijn echter slechts twee sectoren oververtegenwoordigd, de zorg en de overheid. De overige sectoren kennen allemaal een kleiner aandeel in de werkgelegenheid dan Nederland als geheel. In drie regio s is de commerciële dienstverlening zeer dominant, Groot-Amsterdam, Gooi- en Vechtstreek en Utrecht. In alle drie die regio s is de industrie bovendien zeer klein in vergelijking met het Nederlandse gemiddelde. Figuur 4: Afwijking van Nederlandse structuur % % Groot-Amsterdam Zeeuwsch-Vlaanderen s-gravenhage Noord-Limburg Oost-Groningen Delfzijl en omgeving Achterhoek Zuidoost-Zuid-Holland Gooi en Vechtstreek Zuidoost-Drenthe IJmond Midden-Limburg Zuidwest-Gelderland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Kop van Noord-Holland Delft en Westland Haarlem Overig Zeeland Zuidwest-Drenthe Zuidwest-Overijssel Leiden en Bollenstreek Utrecht N-O-Noord-Brabant Twente Oost-Zuid-Holland Zaanstreek Overig Groningen Zuid-Limburg West-Noord-Brabant Noord-Overijssel Noord-Friesland Arnhem/Nijmegen Midden-Noord-Brabant Z-O-Noord-Brabant Groot-Rijnmond Alkmaar en omgeving Flevoland Veluwe Landbouw Bouw Groothandel en transport Commerciële dienstverlening Zorg Industrie Detailhandel Horeca Overheid Overige diensten Kaart 1: Afwijking van de Nederlandse sectorstructuur december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 5
6 Verschillen in sectorstructuur worden vooral gedreven door de commerciële dienstverlening en de industrie (kaart 2 en 3). Voor die sectoren is het gemiddelde verschil met het landelijke belang en ook de maximale afwijking het grootst. Bovendien is het aandeel van de commerciële diensten relatief klein in de meeste regio s die een relatief groot aandeel in de industrie hebben en andersom. Noordoost-Nederland, Zeeland, Noord-Brabant en Limburg hebben relatief veel industrie en weinig commerciële dienstverlening. In de Randstad vinden we juist relatief veel commerciële dienstverlening en weinig industrie. Deze sectoren bedienen voor een groot deel buitenlandse vraag en/of zijn voor de binnenlandse afzet niet erg afhankelijk van regionale vraag. Daardoor is concentratie in een aantal regio s mogelijk. Kaart 2: Afwijking aandeel commerciële diensten van Nederlands gemiddelde Kaart 3: Afwijking aandeel industrie van Nederlands gemiddelde december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 6
7 Verschillen tussen stedelijke en plattelandsregio s en de mate waarin regio s grote zorgcentra of overheidsdiensten hebben, maken dat ook zorg, overheid en landbouw relatief sterk bijdragen aan regionale verschillen in de sectorstructuur. Ook de verschillen in groothandel en logistiek. Oververtegenwoordiging van deze laatste twee sectoren zien we in een corridor van de Rotterdamse en Amsterdamse mainports door Noord-Brabant en Noord-Limburg naar België en Duitsland (kaart 4). De ruimtelijke verdeling van sectorconcentraties kan voor een belangrijk deel vanuit de historische ontwikkelingen van de Nederlandse economie worden begrepen. In het Economic Report Een historie van regionale economische variatie bekijken we deze ontwikkelingen. Kaart 4: Afwijking aandeel groothandel en transport van Nederlands gemiddelde Detailhandel, horeca en overige diensten (waaronder bijvoorbeeld sport en recreatie en persoonlijke verzorging) zijn juist in alle regio s ongeveer even groot (kaart 5 en 6). Ook het aandeel van de werkgelegenheid in de bouwnijverheid ligt in de meeste regio s redelijk in de buurt van het landelijke gemiddelde. Deze sectoren zijn vooral gericht op vraag vanuit de omgeving. Het is daarom niet verwonderlijk dat deze sectoren overal een ongeveer even groot gedeelte in de banen uitmaken als het Nederlandse gemiddelde. In appendix B geven we ook voor de niet weergegeven sectoren een kaart met afwijking van het Nederlandse gemiddelde. december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 7
8 Kaart 5: Afwijking aandeel detailhandel van Nederlands gemiddelde Kaart 6: Afwijking aandeel horeca van Nederlands gemiddelde Overigens zijn de verschillen tussen gemeenten voor deze op de regionale vraag gerichte sectoren een stuk groter dan de verschillen tussen de door ons bekeken regio s. Binnen een regio zijn er gemeenten die een duidelijke verzorgingsfunctie hebben in detailhandel en horeca voor het omliggende gebied. Daar zijn de aandelen voor die sectoren hoger dan in de omliggende gemeenten. Ook wordt pas op gemeenteniveau het grote belang van de horeca duidelijk voor de Waddeneilanden, een aantal kustgemeenten en een aantal plaatsen in Limburg (kaart 7). december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 8
9 Kaart 7: Afwijking aandeel horeca van Nederlands gemiddelde voor gemeenten 3. Regionale prognoses 2014 In het hoofdstuk Macro-economische context las u dat onze visie op de Nederlandse economie en onze verwachtingen voor 2014 een andere uitwerking hebben op de verschillende sectoren. Eenvoudig gezegd hebben de op export gerichte sectoren, zoals (delen van) de industrie, de logistiek en de groothandel meer kans op groei dan sectoren die op de binnenlandse markt zijn gericht, zoals de detailhandel en de horeca. Dat betekent dat regio s met een oververtegenwoordiging van groeisectoren en/of een ondervertegenwoordiging van krimpsectoren in 2014 naar verwachting een sterkere groei (of kleinere krimp) zullen laten zien dan andere regio s. Aangezien de economische structuur van regio s behoorlijk uiteenloopt, zoals beschreven in het hoofdstuk Regionale verschillen in sectorstructuur, verschillen dus ook de verwachtingen van regio tot regio. Bruto Regionaal Product Voor Nederland als geheel verwachten wij in 2014 per saldo een stagnerende economie, oftewel geen groei en geen krimp van het BBP-volume. Door verschillen in de economische structuur van regio s verwachten we op die schaal wel degelijk groei- en krimpgebieden, al zijn de verschillen in de meeste gevallen beperkt (kaart 8). De sterkste krimp van het Bruto Regionaal Product (BRP) verwachten we in de regio rondom Den Haag, waar de sterk negatieve prognose voor de volumeontwikkeling bij de overheid een grote rol speelt. In die regio heeft de overheid een aandeel van maar liefst 29 procent van de totale productie. In de overige krimpregio s is het kleine belang van de industrie en/of de groothandel de voornaamste oorzaak van de krimp. In die sectoren verwachten wij namelijk de sterkste productiegroei, waar deze regio s minder van kunnen profiteren. december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 9
10 De sterkste groei verwachten we in de regio s met een groot belang van de industrie: IJmond, Zaanstreek, Groot-Rijnmond en Zeeuws-Vlaanderen. In IJmond en Zeeuws- Vlaanderen is de industrie goed voor de helft van de totale productie. In Het Gooi en Vechtstreek zorgt het grote belang van de groothandel voor een positieve verwachting, wat in mindere mate ook geldt voor Groot-Rijnmond. Kaart 8: Prognose groei BRP 2014 Bron: EIM, Rabobank Verwar het BRP niet met inkomen Het Bruto Regionaal Product geeft een goede weergave van de economische activiteit maar geeft een minder goed beeld van het gemiddelde huishoudinkomen. Ook op landelijk niveau is dit overigens het geval (figuur 5). Het gemiddelde gestandaardiseerde huishoudinkomen was in % van het BBP per inwoner. In de provincies varieert dit percentage van 40% in Groningen tot 89% in Flevoland. Het verschil tussen productie en huishoudinkomen wordt op nationale schaal vooral veroorzaakt doordat de door huishoudens en bedrijven aan de overheid betaalde belastingen en premies hoger zijn dan de ontvangen uitkeringen en subsidies. Daardoor is het beschikbaar huishoudinkomen lager dan het inkomen dat huishoudens ontvangen uit loon en vermogen. Verschillen in belastingafdrachten en de ontvangst van uitkeringen tussen regio s maken dat dit effect niet overal even groot is. In regio s met een relatief lage werkloosheid en hoge lonen zijn de belastingbetalingen ten opzichte van de ontvangen uitkeringen hoog en in regio s met een hoge werkloosheid en lage lonen is het omgekeerde het geval. Daardoor worden regionale verschillen in het beschikbare inkomen van huishoudens kleiner gemaakt. Op regionaal niveau speelt bovendien nog een ander effect een belangrijke rol. Nederland kent typische woon- en werkregio s, waardoor veel pendel tussen gebieden plaatsvindt. De productie van die werknemers wordt geregistreerd in de regio waar ze werkzaam zijn terwijl hun looninkomen wordt geregistreerd in de regio waar ze wonen. Hetzelfde geldt overigens december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 10
11 voor het winstinkomen dat wordt gegenereerd in regio s maar toekomt aan eigenaren in andere regio s. Flevoland en Groningen zijn provincies waar deze effecten belangrijk zijn. In Flevoland is de productie ten opzichte van de bevolking relatief laag. Veel mensen werken echter buiten de regio en ontvangen dus wel degelijk looninkomen. Daardoor is het BRP relatief laag maar is het huishoudinkomen ongeveer gelijk aan het Nederlandse gemiddelde. Groningen kent door de gasproductie die daar is gelokaliseerd juist het hoogste BRP per inwoner van Nederland. Maar omdat die productie relatief kapitaalintensief is, wordt daar weinig looninkomen mee gegenereerd. Het winstinkomen komt bovendien niet aan de inwoners van de provincie toe, maar aan energiebedrijven en de centrale overheid. Daardoor is het gemiddelde huishoudinkomen van Groningen ondanks het hoge BRP per inwoner toch het laagste van het land. Door bovenstaande effecten is het zaak om bij regionale vergelijkingen van de economische situatie of vooruitzichten altijd goed op te letten wat de gegevens wel en niet vertellen. Veel bedrijvigheid is geen garantie voor een hoog huishoudinkomen en een hoog huishoudinkomen kan prima voorkomen in regio s met relatief weinig economische activiteit. Figuur 5: BRP per inwoner en huishoudinkomen, BRP per inwoner Gemiddeld gestandaardiseerd huishoudinkomen Bron: CBS Werkgelegenheid Net als de prognose voor het Bruto Regionaal Product is de prognose voor de werkgelegenheidsontwikkeling afhankelijk van onze sectorale prognoses en de sectorstructuur in de regio s. Zoals beschreven in het hoofdstuk Macro-economische context zijn de prognoses voor wat betreft werkgelegenheid en productie voor sommige sectoren zeer verschillend. Zo voorzien wij voor de industrie een groei van de productie van 1,3% en een krimp van 1,2% van de werkgelegenheid. In regio s met een groot belang van de industrie heeft die sector dus een relatief sterk negatief effect op de totale werkgelegenheidsontwikkeling. december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 11
12 De landelijke krimp van de werkgelegenheid in 2014 komt volgens onze verwachting uit op 0,5%. Wij verwachten ook een krimp van het aantal banen in alle veertig regio s, al voorzien we wel verschillen (kaart 9). De sterkste krimp vindt naar verwachting plaats aan de randen van Nederland, met name in Zeeuws-Vlaanderen, Oost-Groningen en de Achterhoek, waar de industrie een relatief groot deel van de werkgelegenheid voor haar rekening neemt. In de regio rondom Haarlem is de werkgelegenheidskrimp naar verwachting klein en in Het Gooi en Vechtstreek blijft het aantal banen naar verwachting zelfs ongeveer gelijk. In beide regio s is het belang van de voornaamste krimpsector, de industrie, erg klein. Kaart 9: Prognose groei werkgelegenheid 2014 Bron: EIM, Rabobank Werkloosheid Nederland kent typische woonregio s waar de omvang van de beroepsbevolking groter is dan de werkgelegenheid. Sprekende voorbeelden zijn Flevoland, Oost-Zuid-Holland (Groene Hart), Leiden en Bollenstreek en de regio rondom Haarlem. Werknemers uit die regio s zijn dus voor een relatief groot deel aangewezen op werkgelegenheid in andere regio s. Andersom worden veel banen in de typische werkregio s (waar de werkgelegenheid groter is dan de beroepsbevolking, zoals Groot-Amsterdam, Zuidoost-Brabant en Utrecht) ingenomen door werknemers uit andere regio s. Maar los van dit verschil tussen woon- en werkregio s reizen in heel Nederland veel mensen dagelijks over grote afstanden naar hun werk. Figuur 6 toont de veertig regio s, met op de verticale as de werkgelegenheidsfunctie (de werkgelegenheid per honderd leden van de beroepsbevolking) en op de horizontale as het aandeel van de beroepsbevolking dat in de eigen (woon-)regio werkt. De omvang van de bollen staat voor de totale werkgelegenheid. De werkgelegenheidsfunctie van Nederland als geheel bedraagt 103 (dus per honderd leden van de beroepsbevolking zijn 103 banen 1 beschikbaar) en gemiddeld werkt 72% van de werknemers in de regio waarin hij of zij woont (de 1 Fulltime en parttime banen opgeteld. december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 12
13 blauwe bol in de figuur). Het klinkt logisch dat naarmate de werkgelegenheidsfunctie groter is, ook meer werknemers in de eigen regio werken. Er is immers meer werk beschikbaar. Dit klopt in grote lijnen ook, getuige de trendlijn in de figuur. Links onderin vinden we de woonregio s, met een lage werkgelegenheidsfunctie en een laag aandeel van de beroepsbevolking dat in de eigen regio werkt (en dus veel forensen die in een andere regio werken). Rechts bovenin staan de werkregio s, met een hoge werkgelegenheidsfunctie en minder pendel van de eigen bevolking maar meer inkomende forensen. Er zijn echter ook uitzonderingen. Twente, Zeeuws-Vlaanderen en Zuid-Limburg hebben geen bijzonder hoge werkgelegenheidsfunctie, maar toch is het aandeel dat in de eigen regio werkt in die gebieden het grootst. Dat heeft alles te maken met de ligging van de regio s, namelijk aan de rand van het land, waardoor in de (Nederlandse) omgeving minder werk beschikbaar is. Het omgekeerde geldt voor de regio s Delft en Westland en de Veluwe. Ondanks een hoge werkgelegenheidsfunctie werkt een relatief groot deel van de beroepsbevolking buiten de woonregio, simpelweg omdat ook veel werk beschikbaar is in de omliggende gebieden. Figuur 6: Werkgelegenheidsfunctie en forensisme 130 aantal Groot- Amsterdam Werkgelegenheidsfunctie Zaanstreek Het Gooi en Vechtstreek Aggl. Haarlem IJmond Delft en Westland Oost-Zuid- Holland Veluwe Aggl. Den Haag Leiden en Bollenstreek % Werkzaam in woonregio, CBS Utrecht Twente Groot-Rijnmond Zuid- Limburg Zeeuws- Vlaanderen Vanwege bovenstaande leidt werkgelegenheidsgroei (of -krimp) in een regio niet tot dezelfde groei (of krimp) van de werkzame beroepsbevolking. Werknemers die in regio X wonen, zijn afhankelijk van de werkgelegenheidsontwikkeling in regio Y. Op gemeenteniveau is dit effect nog veel groter dan op het COROP-niveau van figuur 7, zoals wordt geïllustreerd door kaart 10. De kaart toont voor alle gemeenten het aandeel van de beroepsbevolking dat werkzaam is in Amsterdam. Van de Amsterdamse beroepsbevolking werkt 74% in de eigen gemeente, maar ook inwoners in omliggende gemeenten zijn voor hun baan sterk afhankelijk van Amsterdam. Diemen en Landsmeer springen eruit (beide meer dan 60%), maar zelfs voor gemeenten in Groningen is Amsterdam voor meer dan 1% van de beroepsbevolking de werkstad. december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 13
14 Kaart 10: Afhankelijkheid van Amsterdamse werkgelegenheid Bron: CBS, bewerking Rabobank Door rekening te houden met pendelgegevens uit 2011 en er vanuit te gaan dat deze forensenstromen gelijk blijven, is berekend wat de gevolgen zijn van de verwachte werkgelegenheidsontwikkelingen in alle regio s voor de omvang van de werkzame beroepsbevolking in alle regio s. Daarmee is de prognose voor de werkzame beroepsbevolking bekend. Welke gevolgen dit heeft voor de werkloosheid, is tevens afhankelijk van de ontwikkeling van de totale beroepsbevolking (het arbeidsaanbod). Een stijging van dat aanbod heeft een opwaarts effect op de werkloosheid en vice versa. Zo kan het voorkomen dat een stijging van de werkzame beroepsbevolking gepaard gaat met een hogere werkloosheid als de stijging van de beroepsbevolking nog groter is. Het is dus belangrijk om te beseffen dat de ontwikkeling van de werkloosheid afhankelijk is van de ontwikkeling van de arbeidsvraag (de werkgelegenheid) en het arbeidsaanbod (de beroepsbevolking). De ontwikkeling van de beroepsbevolking is afhankelijk van twee factoren: de ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking (bevolking in de leeftijd van 15 tot 65 jaar) en de arbeidsparticipatie (het deel van de potentiële beroepsbevolking dat zich beschikbaar stelt op de arbeidsmarkt). De arbeidsparticipatie is op haar beurt afhankelijk van een aantal factoren. Zo heeft de groei of krimp van de werkgelegenheid invloed op het aantal mensen dat zich voor werk beschikbaar stelt (het ontmoedigings- of aanmoedigingseffect), spelen culturele factoren een rol (zoals de groei van de participatie van vrouwen) en zijn beleidsbeslissingen van belang (afschaffen VUT-regelingen en verhogen pensioenleeftijd). De ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking is puur afhankelijk van demografie (verhuizingen, sterfte en het bereiken van de 15-jarige of pensioengerechtigde leeftijd). In Nederland als geheel neemt de potentiële beroepsbevolking naar verwachting met 0,3% af in Kaart 11 toont de regionale verschillen. Vooral in de perifere regio s Oost-Groningen, Zuidoost- Drenthe, de Achterhoek, Zeeuws-Vlaanderen en Midden-Limburg verwachten we een daling. december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 14
15 Dit zijn relatief vergrijsde gebieden waar de uitstroom van gepensioneerden groter is dan de instroom van jongeren. Bovendien verlaten veel jongvolwassenen de regio voor werk of studie. Kaart 11: Prognose ontwikkeling potentiële beroepsbevolking Bron: PBL, bewerking Rabobank Rekening houdend met bovengenoemde factoren (de ontwikkeling van de werkgelegenheid, de potentiële beroepsbevolking en de arbeidsparticipatie) zien we het aantal werklozen in Nederland in 2014 naar verwachting met 10% toenemen. Daardoor stijgt de werkloosheid van 8,4% van de beroepsbevolking in 2013 naar 9,2% in Kaart 12 toont de prognose voor de werkloosheid in de regio s. In negatieve zin springen Groot-Rijnmond, Agglomeratie Den Haag, Flevoland (elk ongeveer 11%) en heel Noord-Nederland eruit. In een deel van die regio s was de werkloosheid in 2013 echter al hoog. Daarom toont kaart 13 de ontwikkeling van het werkloosheidspercentage in procentpunten. Hieruit blijkt onder meer dat de stijging van de werkloosheid in de periferie meevalt, zeker gezien de relatief sterke daling van de werkgelegenheid. Andersom is de groei van de werkloosheid groot in Delft en Westland, Het Gooi en Vechtstreek en Flevoland, terwijl de daling van de werkgelegenheid daar juist meevalt. De verklaring voor dit verschil is dat de ontwikkeling van het arbeidsaanbod een doorslaggevende rol speelt. In Zeeuws-Vlaanderen daalt de werkgelegenheid naar verwachting met 1,1%, maar door de nog sterkere daling van de potentiële beroepsbevolking valt de toename van de werkloosheid mee. In de regio rondom Haarlem en Het Gooi en Vechtstreek neemt de werkgelegenheid nauwelijks af, maar de forse stijging van de beroepsbevolking zorgt daar voor een sterke toename van de werkloosheid. december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 15
16 Kaart 12: Prognose werkloosheid 2014 Bron: EIM, Rabobank Kaart 13: Prognose ontwikkeling werkloosheid Bron: EIM, Rabobank Bovenstaande maakt duidelijk dat de (ontwikkeling van de) werkloosheid meer oorzaken kan hebben. Niet alleen de vraag naar arbeid, maar ook het aanbod van arbeid is van belang, waarbij de ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking een grote rol speelt. Sinds 1950 is de potentiële beroepsbevolking altijd gegroeid, tot Door de vergrijzing zal die groep Nederlanders ook de komende jaren in omvang afnemen. Dat houdt in dat de arbeidsparticipatie moet stijgen om de beroepsbevolking op peil te houden. Op termijn zal dit waarschijnlijk niet lukken en dus zal de beroepsbevolking gaan dalen. Gezien de nu nog hoge werkloosheid leidt dat op korte termijn niet tot problemen. Maar wanneer de werkge- december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 16
17 legenheid aantrekt, leidt dit op lange(re) termijn tot krapte op de arbeidsmarkt. Op regionaal niveau zien we al langer gebieden waar de beroepsbevolking daalt als gevolg van vergrijzing en het vertrek van jongvolwassenen. Dat heeft een drukkend effect op de werkloosheid, maar is in economische termen beslist geen goed nieuws. Een krimpende beroepsbevolking leidt vaak tot het vertrek van bedrijven, waardoor een regionale economie in een neerwaartse spiraal terechtkomt. De ontwikkeling van de werkloosheid moet daarom altijd worden genuanceerd, waarbij men zich zou moeten afvragen: is onze werkgelegenheid gestegen of krimpt onze beroepsbevolking? december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 17
18 4. Sectorstructuur niet allesbepalend Onze voorspellingen voor de ontwikkeling van de productie en de werkgelegenheid zijn vooral gebaseerd op landelijke sectorprognoses en de regionale sectorstructuur. Daarbij gaan we er vanuit dat de verschillende sectoren zich op regionaal niveau gelijk ontwikkelen. In de praktijk zal dat niet zo gebeuren. Een veelheid aan kenmerken van regio s zorgt voor verschillen in groei of krimp van sectoren. Het vestigingsklimaat, met belangrijke elementen als de kwaliteit van het arbeidsaanbod, de infrastructuur, de koopkracht van de bevolking, de grondprijzen en het economische beleid, maar ook bedrijfsinterne factoren, zoals de kwaliteit van het ondernemerschap en de mate van exportgerichtheid, zijn van belang. Deze factoren laten zich lastig in een model verwerken. Wel is het mogelijk om de omvang van het belang van regionale en bedrijfsinterne kenmerken als geheel te bepalen door naar het verleden te kijken. Op basis van de sectorstructuur en de groei van sectoren in het verleden kan worden bepaald in hoeverre een regio een verwachte ontwikkeling van de werkgelegenheid heeft doorgemaakt. De verwachte ontwikkeling is de ontwikkeling die ervan uitgaat dat de groei in de sectoren in de regio s gelijk is aan de landelijke groei en dat de sectorstructuur in de regio s niet verandert. Deze is voor de provincies weergegeven in figuur 7 en 8 voor de periode en De werkelijke ontwikkeling is weergegeven met de lichtblauwe stip in de figuren. Het verschil tussen werkelijk en verwacht wordt veroorzaakt door andere kenmerken van de provincie dan de sectorstructuur, het zogenoemde regio-effect. Voor de periode , een tijd van hoogconjunctuur, komt de werkelijkheid in veel provincies aardig overeen met wat mocht worden verwacht. In positieve zin valt vooral Flevoland op. Daar groeide de werkgelegenheid met maar liefst 20%, terwijl de verwachte groei op basis van de sectorstructuur aan het begin van de periode slechts 7% bedroeg. De verklaring ligt grotendeels in de beschikbare ruimte en het ruimtelijk-economische beleid, een zeer groot regio-effect dus. Groningen, Zuid-Holland en Limburg hebben juist een negatief regio-effect. In die regio s is sprake van demografische krimp (Groningen en Limburg) en een vertrek van hoogopgeleiden, wat een verslechtering van het vestigingsklimaat veroorzaakt. De periode kenmerkt zich vooral door de Grote Recessie, een beperkt economisch herstel in 2010 en 2011 en de Lange Recessie in de jaren daarna. Door deze tumultueuze tijd blijkt het veel lastiger om de werkgelegenheidsontwikkeling op basis van de economische structuur van regio s te voorspellen. De verschillen tussen de werkelijke en de te verwachten ontwikkeling van het aantal banen lopen veel meer uiteen. Het verschil in Flevoland heeft dezelfde oorzaak als de periode voor In Groningen is de werkgelegenheidsontwikkeling in de belangrijke sectoren, zoals de overheid, de zakelijke dienstverlening en de zorg, sterker geweest dan landelijk. Noord- en Zuid-Holland tonen een bijzonder verschil, aangezien op basis van de sectorstructuur een nagenoeg gelijke ontwikkeling kon worden verwacht maar de werkelijkheid heel anders uitpakte. december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 18
19 Figuur 7: Shift-share werkgelegenheid % % Verwacht Regio-effect Werkelijk Figuur 8: Shift-share werkgelegenheid % % Verwacht Regio-effect Werkelijk december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 19
20 Conclusie In deze Special schetsen we onze prognoses voor de productie, de werkgelegenheid en de werkloosheid in de veertig COROP-regio s. Als gevolg van verschillende verwachtingen voor sectoren en verschillen in de regionale sectorstructuur is er een grote regionale variatie in deze prognoses. Het is daarbij van belang om de verwachtingen voor productie, werkgelegenheid en werkloosheid in samenhang te bezien. Afhankelijk van de sectorstructuur hoeft een sterke groei van de productie niet altijd ook te leiden tot een sterke groei van de werkgelegenheid. Dit is bijvoorbeeld bij onze verwachting voor Zeeuws-Vlaanderen aan de hand, waar de werkgelegenheid naar verwachting in weerwil van relatief sterke productiegroei toch sterk zal krimpen. In Het Gooi en Vechtstreek verwachten we juist wel dat de voorziene productiegroei slechts tot een beperkte daling van de werkgelegenheid leidt. Verder zorgt een sterke daling van de werkgelegenheid niet altijd voor een sterke stijging van de werkloosheid. Ook hier is het verschil tussen Zeeuws-Vlaanderen en Het Gooi en Vechtstreek illustratief. In de eerste regio verwachten we zoals gezegd een sterke daling van de werkgelegenheid. Maar omdat de beroepsbevolking door de relatief sterke vergrijzing in die regio ook afneemt, valt de stijging van de werkloosheid mee. In Het Gooi en Vechtstreek neemt de werkgelegenheid veel minder hard af. Maar het aantal mensen dat op zoek is naar een baan groeit hier juist harder. Bovendien neemt de werkgelegenheid in omliggende regio s, waar iets minder dan de helft van de inwoners werkt, ook af. Daardoor leidt de voorziene sterke groei van de beroepsbevolking tot een relatief sterke werkloosheidsstijging, ondanks de beperkte werkgelegenheidskrimp bij de bedrijven in de regio. Of de economische vooruitzichten voor een gegeven regio goed of slecht zijn hangt dus niet alleen af van de gepresenteerde voorspellingen, maar regelmatig ook van het belang dat men hecht aan productie, werkgelegenheid en werkloosheid. Bovendien is het goed om in het achterhoofd te houden dat de regionale sectorstructuur, die het grootste deel van onze verwachtingen bepaalt, in de afgelopen jaren zeker niet allesbepalend is geweest. Onze regionale prognoses vormen een goed uitgangspunt om vooruit te kijken naar de ontwikkeling in een regio in Maar daar is vast nog niet alles mee gezegd. december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 20
21 Appendix A: Van macro via sectorstructuur naar regioprognoses De regionale prognoses zijn een uitkomst van de Regionale Conjunctuur Barometer (RCB). Figuur A1 toont de schematische opzet van dit economische model. De RCB geeft een prognose voor het reële Bruto Regionaal Product (BRP, de regionale equivalent van het Bruto Binnenlands Product), de werkgelegenheid, het aantal werkzame personen en de werkloosheid in regio s en gemeenten. Onze macro-economische visie en prognoses voor 2014 en de uitwerking daarvan op de verschillende sectoren vormen de basis. Door de landelijke sectorprognoses toe te passen op de regionale sectorstructuur verkrijgen we de regionale prognose voor het BRP en de werkgelegenheid. Daarbij veronderstellen we dat de sectoren in alle regio s even hard groeien of krimpen. Ter illustratie: naar verwachting zal de werkgelegenheid in de groothandel in 2014 met 0,5% toenemen. De RCB gaat ervan uit dat de groei in die sector in elke regio gelijk is. Een regio met een groot belang van de groothandel zal daar dus van profiteren. Aangezien sommige sectoren sterk zijn gericht op consumenten uit de eigen regio, wordt voor die sectoren een correctie toegepast. Wij verwachten bijvoorbeeld een sterkere krimp in de detailhandel in regio s waarin de bevolking krimpt. Op landelijke schaal komt de werkgelegenheid bij bedrijven overeen met het aantal werkzame personen. Op regionaal niveau is dat vaak niet het geval. Doordat veel werknemers niet werken in de regio waarin zij wonen, heeft een groei of krimp van het aantal banen in een regio gevolgen voor werknemers uit andere regio s. Van alle werknemers bij bedrijven in Amsterdam woont bijvoorbeeld slechts de helft in Amsterdam zelf. Dat houdt in dat van elke tien nieuwe banen in Amsterdam vijf banen worden ingenomen door werknemers van buiten de gemeente. Forensisme, of pendel, vormt dus een belangrijke factor in de berekening van de werkzame beroepsbevolking op regionaal niveau. Om uiteindelijk de regionale werkloosheid in 2014 te voorspellen, is naast de werkzame beroepsbevolking ook de omvang van de beroepsbevolking, oftewel het arbeidsaanbod, van belang. Die wordt bepaald door het aantal personen in de leeftijd van 15 tot 65 jaar (de potentiële beroepsbevolking) en de arbeidsparticipatie. De potentiële beroepsbevolking zal in 2014 naar verwachting met 0,3% afnemen. Door een toename van de arbeidsparticipatie verwachten we echter dat de beroepsbevolking per saldo groeit. Weliswaar wordt een deel van de beroepsbevolking ontmoedigd door de daling van de werkgelegenheid (ontmoedigingseffect), maar de participatie van ouderen neemt de laatste jaren toe en bij jongeren is in tegenstelling tot in 2009 geen sterke daling van de participatie waar te nemen, waardoor dit effect meer dan wordt gecompenseerd. Jongeren hebben, vanwege hogere kosten, minder mogelijkheden om langer door te studeren dan in 2009 en ouderen hebben te maken met de afschaffing van VUTregelingen en de verhoogde pensioenleeftijd. december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 21
22 Figuur A1: Regionale Conjunctuur Barometer Prognose bbp en werkgelegenheid 2014 Landelijke sectorprognoses Macro-economisch visie Prognose bevolking (verzorgende sectoren) Prognose brp en werkgelegenheid Sectorstructuur Pendelstromen Prognose werkzame beroepsbevolking Prognose werkloosheid Prognose beroepsbevolking december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 22
23 Appendix B: Afwijking sector-aandeel van Nederlands gemiddelde Landbouw Industrie Bouwnijverheid Groothandel en transport december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek 23
24 Detailhandel Horeca Commerciële diensten Zorg Overheid Overige diensten december 2013 Rabobank Kennis en Economisch Onderzoek
Regionale economische prognoses 2016
Regionale economische prognoses 2016 Themabericht Rogier Aalders De breed gedragen economische groei in 2016 leidt tot productiegroei in alle sectoren en in alle regio s De Randstad, en daarbinnen vooral
Nadere informatieRegionale prognoses 2015. Culemborg
Regionale prognoses 2015 Culemborg Hogere en breder gedragen groei Naar verwachting groeit de Nederlandse economie in 2015 met 1,7 procent. Daarbij dragen consumenten dit jaar voor het eerst sinds 2008
Nadere informatieMacro economische context. Regionale prognoses Special Rogier Aalders
Regionale prognoses 2015 Special Rogier Aalders De Nederlandse economie is sinds eind 2008 op z n zachtst gezegd tumultueus. Na de recessie van 2009 herstelde zij ten dele in 2010 en 2011, gevolgd door
Nadere informatieRegionale prognoses 2016. Meppel
Regionale prognoses 2016 Meppel Hogere en breder gedragen groei Naar verwachting groeit de Nederlandse economie in 2016 met 2,7 procent. Hoewel de uitvoer nog steeds de grootste groeibijdrage levert, heeft
Nadere informatieEindexamen aardrijkskunde havo 2002-II
Politiek en Ruimte bron 10 Aandeel van de lidstaten in de handel van de Europese Unie in procenten, 1998 30 % 25 20 22 25 Legenda: invoer uitvoer 15 10 8 8 15 15 10 11 9 9 15 12 5 0 6 5 2 2 1 0 België
Nadere informatieHoge groei ten noordoosten van de Randstad in 2017
januari Hoge groei ten noordoosten van de Randstad in Themabericht RaboResearch Nederland economie.rabobank.com Rogier Aalders Senior onderzoeker -9 Samenvatting Amsterdam en Utrecht en hun omgeving hebben
Nadere informatieKrimp in Woerden? Gemeenteraad Woerden 11 april 2013. Frits Oevering. Kennis & Economisch Onderzoek
Krimp in Woerden? Gemeenteraad Woerden 11 april 2013 Frits Oevering Prangende vragen? Krimp in Woerden? Vergrijzing en krimp Verhuispatroon Krimp in Woerden? Disclaimers diverse databronnen (ABF, CBS,
Nadere informatieWe kunnen de vergrijzing betalen. Dick Scherjon, bestuursadviseur
We kunnen de vergrijzing betalen Dick Scherjon, bestuursadviseur Duurzaamheidsscore Oost-Groningen Zeeuws-Vlaanderen Groot-Rijnmond Zuidoost-Drenthe Zuid-Limburg Delfzijl en omgeving Overig Groningen Midden-Limburg
Nadere informatieEconomisch presteren van het regionale bedrijfsleven in 2010
De Regio Top 40 Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven in 2010 And the winner is In onze editie van vorig jaar kondigden we het al aan. De Regio Top 40 van 2010 zou in het teken staan van
Nadere informatieArbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012
Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012 t.b.v. Monitor Arbeidsmarkt en Onderwijs Provincie Noord-Holland IJmuiden, 23 november 2012 Arjan Heyma www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Belangrijkste
Nadere informatieperspectief Delft en Westland Utrecht Agglomeratie Haarlem
Agglomeratie s-gravenhage Groot-Amsterdam Flevoland Regio s Zaanstreek in economisch Arnh Delft en Westland Utrecht Agglomeratie Haarlem Noord-Overijssel perspectief Kop van 2013 Noord-Holland Veluwe Groot-Rijnmond
Nadere informatieRegionale bedrijvendynamiek
M201224 Regionale bedrijvendynamiek Oprichtingen en opheffingen van bedrijven in de Nederlandse regio s in de periode 1988-2010 A. Bruins J.A.C. Vollebregt Zoetermeer, juli 2012 Regionale bedrijvendynamiek
Nadere informatieMei Economische Barometer Valkenswaard en Waalre. Verwachting voor 2010 en 2011
Verwachting voor 2010 en 2011 Mei 2010 CONCLUSIES Zakelijke dienstverlening domineert de economie van Waalre. Valkenswaard kent relatief veel industrie en groothandel. Afname van de werkgelegenheid doet
Nadere informatieMei Economische Barometer Weerterland en Cranendonck. Verwachting voor 2010 en 2011
Verwachting voor 2010 en 2011 Mei 2010 CONCLUSIES Productiesectoren landbouw, industrie en bouw goed voor een derde van de werkgelegenheid in. Afname van de werkgelegenheid doet zich in 2010 vooral voor
Nadere informatieWoningmarktontwikkelingen landelijk en regionaal
Woningmarktontwikkelingen landelijk en regionaal Bouw en woonweken in Drenthe Platform Wonen Assen Paul de Vries Senior Woningmarkteconoom Rabobank Kennis en Economisch onderzoek 11 juni 2015 Agenda Actuele
Nadere informatieDecember Economische Thermometer & Barometer Weerterland en Cranendonck. Prestaties 2010, 2011 en verwachting voor 2012
Economische Thermometer & Barometer Weerterland en Cranendonck Prestaties 2010, 2011 en verwachting voor 2012 December 2011 CONCLUSIES Midden-Limburg zette in 2010 een goede economische prestatie neer,
Nadere informatieGrote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025
Persbericht PB13 062 1 oktober 2013 9:30 uur Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025 Tussen 2012 en 2025 groeit de bevolking van Nederland met rond 650 duizend tot 17,4 miljoen
Nadere informatieRegionaal-Economische Barometer
Regionaal-Economische Barometer Verwachtingen voor Assen-Beilen in 2011 Januari 2011 CONCLUSIES Groeiverwachting Nederlandse economie in 2011 1½ procent Overheid en zorg goed voor 40 procent van de werkgelegenheid
Nadere informatieHet midden- en kleinbedrijf naar regio
Het midden- en kleinbedrijf naar regio 11 0 Gusta van Gessel-Dabekaussen Publicatiedatum CBS-website: 30 juni Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer ** = nader
Nadere informatieDe ruimtelijke structuur van de clusters van nationaal belang. Otto Raspe en Martijn van den Berge
De ruimtelijke structuur van de clusters van nationaal belang Otto Raspe en Martijn van den Berge Samenvatting Het ministerie van Economische Zaken werkt aan de herijking van zijn economische stimuleringsprogramma
Nadere informatieEconomie van de Woningmarkt: universele en regionale marktmechanismen
Economie van de Woningmarkt: universele en regionale marktmechanismen Steunpunt Wonen Vlaanderen: Universiteiten Leuven, Hasselt, Antwerpen en Delft 17 mei 2016 Dr. Paul de Vries Woningmarkteconoom Kennis
Nadere informatieWelkom bij Visie op Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek
Welkom bij Visie op 216 Rabobank Noord- en Oost-Achterhoek Visie op 216 Stabiele groeivooruitzichten omgeven door onzekere wereldeconomie Tim Legierse 28 januari 216 Agenda Wereldeconomie Nederland Achterhoek
Nadere informatieDe Regio Top 40. Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven
Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven September 2008 Een nieuwe naam, een nieuw model Ook dit jaar kent onze Regio Top 40 weer enkele verrassende uitkomsten. Lees in deze uitgave hoe winnaars
Nadere informatieGrensoverschrijdende stedelijke netwerken. Gerard Marlet Abdella Oumer Roderik Ponds Clemens van Woerkens Sittard - 14 april 2014
Grensoverschrijdende stedelijke netwerken Gerard Marlet Abdella Oumer Roderik Ponds Clemens van Woerkens Sittard - 14 april 2014 Grensregio s Ontwikkeling aantal inwoners tussen 2005 en 2010 als percentage
Nadere informatieDe Brabantse woningmarkt
De Brabantse woningmarkt Futura 31 oktober 2011 Frits Oevering De Brabantse woningmarkt Agenda Vraag naar woningen Regionale variatie in Nederland Omvang vraag Koopkracht Macro Verstrekkingsvoorwaarden
Nadere informatieJuni Economische Barometer Bollenstreek. Verwachting voor 2011 en 2012
Verwachting voor 2011 en 2012 Juni 2011 CONCLUSIES Geleidelijk herstel van Nederlandse economie in 2011 en 2012. Regionale groei van werkgelegenheid in zakelijke dienstverlening was in 2010 sterker dan
Nadere informatieEconomisch presteren van het regionale bedrijfsleven in 2009
3 De Regio Top 40 Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven in 2009 And the winner is In onze editie van vorig jaar kondigden we het al aan. De Regio Top 40 van 2009 zou in het teken staan van
Nadere informatieRegionale arbeidsmarktprognose
Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2011-2012 Inleiding Begin juni 2011 verscheen de rapportage UWV WERKbedrijf Arbeidsmarktprognose 2011-2012 Met een doorkijk naar 2016".
Nadere informatieHet belang van het MKB
MKB Regio Top 40 Themabericht Rogier Aalders De nieuwe MKB Regio Top 40 is uit. Zoals u van ons gewend bent, rangschikken we daarin de veertig Nederlandse regio s op basis van de prestaties van het MKB
Nadere informatieCijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief
Cijfers rond structurele bevolkingsdaling in chronologisch perspectief Mei 2013 Als gevolg van de omvangrijke publiciteit rond het rapport Structurele bevolkingsdaling, Een urgente nieuwe invalshoek voor
Nadere informatieRegiobericht 1.0 Noord
Economie, innovatie, werk en inkomen 1 Kenmerken van het landsdeel Het landsdeel Noord bestaat uit de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. De provincies werken samen in het Samenwerkingsverband
Nadere informatieGraag meer windenergie, maar liever niet in de buurt
Graag meer windenergie, maar liever niet in de buurt 4 september 2014 Er is veel draagvlak voor windenergie in het algemeen onder de Nederlandse bevolking. Voor de aanleg van windturbines op betrekkelijk
Nadere informatieStagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers
Starters ING Economisch Bureau Stagnatie zet door op startersmarkt Randstad trekt extra startende ondernemers In het eerste kwartaal van 2012 zijn er circa 39.000 mensen een onderneming gestart, ruim 4%
Nadere informatieCBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen
CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen Het aantal mensen met werk is in de periode februari-april met gemiddeld 2 duizend per maand toegenomen. Vooral jongeren en 45-plussers gingen aan de slag.
Nadere informatieRegionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juli 2011
Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juli 2011 1 Inleiding In 2011 hebben Etil en Research voor Beleid in opdracht van de Provincie Limburg de ontwikkeling van de Limburgse arbeidsmarkt onderzocht
Nadere informatieGraydon Kwartaalmonitor. Kwartaal
Graydon kwartaal monitor Kwartaal 3 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 6 Vergelijking Q1-216, Q2 216 en Starters per branche 7 Opheffingen per branche 8 Faillissementen per branche
Nadere informatieSamenvatting UWV Arbeidsmarktprognose Met een doorkijk naar 2018
Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Met een doorkijk naar 2018 Samenvatting UWV Arbeidsmarktprognose 2013-2014 Een belangrijke taak van UWV is het bij elkaar brengen van vraag en aanbod op
Nadere informatieEconomisch presteren van het regionale bedrijfsleven
3 De Regio Top 40 Economisch presteren van het regionale bedrijfsleven And the winner is... Groei en kracht in de regio s Nu de kredietcrisis ook onze reële economie op alle fronten raakt, kijken economen
Nadere informatieRegionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013
Regionale Arbeidsmarkt Informatie Limburg update juni 2013 1. Inleiding In 2012 hebben Etil en Research voor Beleid in opdracht van de Provincie Limburg de ontwikkeling van de Limburgse arbeidsmarkt onderzocht
Nadere informatieEconomische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud
4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,
Nadere informatieVerhuizingen en huishoudensveranderingen in Nederland: verschillen tussen COROP-regio s
Verhuizingen en huishoudensveranderingen in Nederland: verschillen tussen COROP-regio s Peter Ekamper 1) en Mila van Huis 2) In 2002 hing ruim de helft van het aantal verhuizingen samen met een huishoudensverandering.
Nadere informatieRegio s in economisch perspectief 2013
Regio s in economisch perspectief 213 Colofon Auteurs Stef Bais Henk van den Brink Thijs Geijer Rico Luman Ferdinand Nijboer Robbert-Jan Visser Redactie Ferdinand Nijboer Marcel Peek Disclaimer De informatie
Nadere informatieGemeenten en de woningmarkt
Gemeenten en de woningmarkt Futura 8 september 2011 Frits Oevering Wie niet werkt... 100% 80% 60% 40% 20% Economisch belang arbeid in Nederland 2005, 2008 bereikbaarheid werk belangrijke factor achter
Nadere informatieBedrijven en bevolking in beweging
M201110 Bedrijven en bevolking in beweging Regionale bedrijvendynamiek en -migratie in relatie tot verstedelijking, periode 1988-2009 drs. R. Braaksma drs. W.V.M. van Rijt-Veltman Zoetermeer, 20 juni 2011
Nadere informatieGraydon Kwartaalmonitor. Kwartaal
Graydon kwartaal monitor Kwartaal 1 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q3 216, Q4 216 en Q1 6 Starters per branche 7 Faillissementen per branche 8 Opheffingen per branche 9 Netto-groei
Nadere informatieEconomie en MKB Ondernemen met tegenwind
Economie en MKB Ondernemen met tegenwind Willem van der Velden Schiedam/Vlaardingen, 11 februari 2009 Agenda Kredietcrisis en recessie Scenario tot 2014 Actualiteit MKB Sectorramingen Tips voor succesvol
Nadere informatieCBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt
CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt Tussen maart en mei is het aantal mensen met een baan met gemiddeld 6 duizend per maand gestegen. De stijging is volledig aan vrouwen toe te schrijven. Het
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatieEen uitdagende arbeidsmarkt. Erik Oosterveld 24 juni 2014
Een uitdagende arbeidsmarkt Erik Oosterveld 24 juni 2014 Wat waren de gevolgen van de recessie? Hoeveel banen zijn er verloren gegaan? In welke sectoren heeft de recessie het hardst toegeslagen? Werkgelegenheid
Nadere informatieEconomische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud
7 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de zevende editie van de Economische Monitor en presenteert recente economische ontwikkelingen van als regio en de vier gemeenten.
Nadere informatieEerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor
Eerste helft & Q2 Graydon kwartaal monitor Eerste helft & Q2 1 Eerste helft & Q2 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Faillissementen per branche 23 Opheffingen per branche 24 Netto-groei per branche 25 Overzicht
Nadere informatieVerdiepingsonderzoek naar vergrijzing en flexibilisering arbeidsmarkt
Verdiepingsonderzoek naar vergrijzing en flexibilisering arbeidsmarkt Arbeidsmarkt en Onderwijs Monitor Noord-Holland Henry de Vaan I&O Research 23 november 2012 Onderzoeksvragen 1. Hoe zit het met de
Nadere informatieGraydon Kwartaal Monitor. Kwartaal
Graydon kwartaal monitor Kwartaal 1 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 5 Vergelijking Q4-214, Q1 215 en Q2 215 Starters per branche 5 Opheffingen per branche 6 Faillissementen
Nadere informatieEconomische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal. Kernuitkomsten vergeleken, februari >
Economische Barometer 2017 Bergen op Zoom en Roosendaal Kernuitkomsten vergeleken, februari 2018 > www.ioresearch.nl Een barometer is gericht op het volgen en (door middel van cijfers) in beeld brengen
Nadere informatie4. Werkloosheid in historisch perspectief
4. Werkloosheid in historisch perspectief Werkloosheid is het verschil tussen het aanbod van arbeid en de vraag naar arbeid. Het arbeidsaanbod in Noord-Nederland hangt samen met de mate waarin de inwoners
Nadere informatieGraydon Kwartaalmonitor. Kwartaal
Graydon kwartaal monitor Kwartaal 2 216 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Overzicht per branche 5 Vergelijking Q4-215, Q1 216 en Q2 216 Starters per branche 5 Opheffingen per branche 6 Faillissementen
Nadere informatieReacties op bevolkingsdaling
Reacties op bevolkingsdaling Wim Derks Kenniscentrum voor Bevolkingsdaling en Beleid, Universiteit Maastricht en Etil www.bevolkingsdaling.nl w.derks@beoz.unimaas.nl 1 Inhoud 1996-2006 Structurele bevolkingsdaling
Nadere informatieEconomische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de
5 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de vijfde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten
Nadere informatieIndicatieve verdeling garantiebanen naar regio s en sectoren
Indicatieve verdeling garantiebanen naar regio s en sectoren In deze notitie geeft De Werkkamer een indicatieve verdeling van de garantiebanen over de verschillende arbeidsmarktregio s en sectoren voor
Nadere informatieRegionale arbeidsmarktprognose
Provincie Zeeland Afdeling Economie Regionale arbeidsmarktprognose 2012-2013 Inleiding Begin juni 2012 verscheen de rapportage UWV Arbeidsmarktprognose 2012-2013 Met een doorkijk naar 2017". Hierin worden
Nadere informatieGraydon Kwartaalmonitor
Graydon kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud Aan het begin van dit jaar maakte Graydon al bekend dat we hebben kunnen afsluiten met het laagste aantal faillissementen sinds 2. Dit goede nieuws vertaalt
Nadere informatieMKB Regio Top 40 Economische kracht van het MKB in 2011
MKB Regio Top 40 Economische kracht van het MKB in 2011 And the winner is De nieuwe Regio Top 40 is uit! Stond deze de afgelopen jaren in het teken van het economisch presteren van de veertig Nederlandse
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2012
Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2012 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV 5 Ingediende ontslagaanvragen en verleende
Nadere informatieEconomisch profiel Groene Hart Noord
- - - - Economisch profiel Groene Hart Noord - - Prestaties en verwachtingen bedrijfsleven Oktober 2010 1 Voorwoord De mondiale economische en financiële ontwikkelingen van de afgelopen tijd hebben een
Nadere informatieGraydon Kwartaalmonitor Q1 2018
Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud Als u ooit een bedrijf heeft gestart, dan is de kans het grootst dat u dat in het eerste kwartaal van het jaar heeft gedaan. Veel ondernemers starten traditiegetrouw
Nadere informatieGraydon Kwartaalmonitor Q3 2018
Graydon Kwartaal monitor 1 Voorwoord Inhoud De economie zit duidelijk in de lift. Na eerdere positieve berichten over de groeiende omvang van het Nederlandse bedrijfsleven, blijkt ook uit deze Graydon
Nadere informatieHuurbeleid en. verhuurderheffing
Huurbeleid en verhuurderheffing Huurbeleid en verhuurderheffing Uitgevoerd in opdracht van Ministerie van BZK / DG WBI ir. C. Poulus, dr. Ir. B. Marchal Februari 2013 r2013-0011cp 11212-WON ABF Research
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. December 2018
Nieuwsflits Arbeidsmarkt December 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de
Nadere informatieEconomische visie op 2015
//5 Economische visie op 5 Nieuwjaarsbijeenkomst VNO-NCW regio Zwolle Björn Giesbergen januari 5 Inhoud Visie op 5 Europa: toekomstige koploper of eeuwige achterblijver? (conjunctuur/financiële markten)
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-049 8 juli 2008 9.30 uur In 2025 fors meer huishoudens in de Randstad Sterkste groei aan noordoostzijde Randstad Ook meer huishoudens in Noord-Brabant
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. Augustus 2017
Nieuwsflits Arbeidsmarkt Augustus 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt
Nadere informatieSamenvatting Twente Index 2016
Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil
Nadere informatieFORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009
FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)
Nadere informatieGraydon Kwartaalmonitor Q3 2017
Graydon kwartaal monitor 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht t.o.v. voorgaande kwartalen 6 Starters per branche 7 Faillissementen per branche 8 Opheffingen per branche 9 Netto-groei
Nadere informatieRekentool bijstandsbudgetten 2015
Rekentool bijstandsbudgetten 2015 Handleiding Deze handleiding bevat een beknopte toelichting op het gebruik van de rekentool. Een nadere toelichting op de werking van het verdeelmodel vindt u in het document
Nadere informatieWerkloosheid nauwelijks veranderd
Persbericht Pb14-084 18-12-2014 09.30 uur Werkloosheid nauwelijks veranderd - Werkloosheid blijft 8 procent - Meer mensen aan het werk in de afgelopen drie maanden - Aantal WW-uitkeringen met 6 duizend
Nadere informatieMinder startende ondernemers
Starters ING Economisch Bureau Minder startende ondernemers in 2012 Aantal starters loopt in alle provincies terug Dit jaar zijn er tot en met september circa 95.000 mensen een onderneming gestart, ruim
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. Oktober 2018
Nieuwsflits Arbeidsmarkt Oktober 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de
Nadere informatieVisie op regio s in 2014
ingen Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuido e Zuidwest-Drenthe ING Economisch BureauNoord-Overijssel Zuidwest-O Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop van N lomeratie Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam
Nadere informatieArtikelen. Meer ouderen aan het werk. Hendrika Lautenbach en Marc Cuijpers
Meer ouderen aan het werk Hendrika Lautenbach en Marc Cuijpers Het aantal werkzame 5-plussers is sinds 1992 bijna verdubbeld. Ouderen maken ook een steeds groter deel uit van de werkzame beroepsbevolking.
Nadere informatieRegio s in 2016 ING Economisch Bureau / december 2015
Regio s in 2016 ING Economisch Bureau / december 2015 De regionale economie 3 Gelderland 29 Zeeland 56 Veluwe Zeeuwse Eilanden Groningen 9 Achterhoek Zeeuws-Vlaanderen Oost-Groningen Arnhem-Nijmegen Delfzijl
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. Februari 2013
Nieuwsflits Arbeidsmarkt Februari 2013 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Niet-werkende werkzoekenden geregistreerd bij UWV WERKbedrijf 4 Ingediende vacatures UWV en spanningsindicator 5 Ingediende ontslagaanvragen
Nadere informatieRegionale economische vooruitzichten 2014-2019
2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten
Nadere informatieRapport Huizenprijsontwikkelingen regio's in Nederland
Rapport Huizenprijsontwikkelingen regio's in Nederland Prijsindex Bestaande Koopwoningen naar COROP-gebieden en 25 grootste gemeenten CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490
Nadere informatiePersbericht. Economie verder gekrompen. Centraal Bureau voor de Statistiek. Uitvoer blijft groeien. Minder investeringen
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB13-011 14 februari 2013 9.30 uur Economie verder gekrompen Economie krimpt in vierde kwartaal 0,2 procent t.o.v. kwartaal eerder Ten opzichte van een jaar
Nadere informatieMKB Regionaal Bekeken
M201214 MKB Regionaal Bekeken Economische specialisatie van het MKB H.S. van der Kroon Zoetermeer, 8 oktober 2012 MKB draagt substantieel bij aan economische specialisaties van regio's Economische specialisatie
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2018
Nieuwsflits Arbeidsmarkt Maart 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 4 Toelichting WW 23 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande
Nadere informatieOverzichtsrapport SER Gelderland
Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. September 2017
Nieuwsflits Arbeidsmarkt September 2017 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Ingediende ontslagaanvragen en verleende ontslagvergunningen 6 Statistische bijlage 7 Toelichting WW 15 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. Juli 2018
Nieuwsflits Arbeidsmarkt Juli 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 3 Toelichting WW 22 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande
Nadere informatieWerkgelegenheidsonderzoek 2011
Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof
Nadere informatieMONITOR ECONOMIE ZUID-LIMBURG
MONITOR ECONOMIE ZUID-LIMBURG Economie Zuid-Limburg in de lift, maar we zijn er nog niet De Zuid-Limburgse economie is in 2016 anderhalf keer zo snel gegroeid als het Nederlands gemiddelde. Bijna alle
Nadere informatieMinste. nieuws. van kleine banen. werkgelegenheidsdaling LANCERING BANENVERLIES IN 2013. Voor feiten en cijfers over werkgelegenheid
28 2 4 6 7 10 12 Voor feiten en cijfers over werkgelegenheid Jaargang 19, mei 2014 nieuws Banenverlies in 2012 Minste werkgelegenheidsdaling Het Bruto Gemeentelijk Product LISA Klantendag 2013 van kleine
Nadere informatieAfname banen in 2002 in Groot-Amsterdam
Afname banen in 2002 in Groot-Amsterdam Gerda Gringhuis Eind december 2002 hadden werknemers in Nederland in totaal ruim 7 miljoen banen. Ten opzichte van december 2001 is het aantal banen toegenomen met
Nadere informatieFebruari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen Meer WW-uitkeringen
Februari 2012 Niet-werkende werkzoekenden (NWW) gestegen - 483.000 werkzoekenden ingeschreven bij UWV WERKbedrijf - Vooral meer jonge werkzoekenden - Sterke toename werkzoekenden met transport beroep maar
Nadere informatieDE WOX 4E KWARTAAL 2007
DE WOX 4E KWARTAAL 2007 Regio Den Haag en Rotterdam blijven achter bij landelijke prijsontwikkeling Delft, 29 januari In het afgelopen kwartaal is de gemiddelde woningprijs met 4,3% gestegen ten opzichte
Nadere informatieRapportage WW< 27 jaar. November 2016
Rapportage WW< 27 jaar November 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 WW-uitkeringen 2 Toelichting NWW/WW/WBB 12 Colofon 13 Rapportage WW< 27 jaar 1 WW-uitkeringen < 27 jaar WW-uitkeringen 1 2016 2015 nov
Nadere informatieGraydon Kwartaalmonitor. incl Kwartaal 4
Graydon kwartaal monitor incl Kwartaal 4 1 Inhoud Inleiding 3 Persbericht 4 Per branche Overzicht Q2, Q3 en Q4 8 Starters per branche 9 Opheffingen per branche 1 Faillissementen per branche 11 Netto-Groei
Nadere informatieNieuwsflits Arbeidsmarkt. Mei 2018
Nieuwsflits Arbeidsmarkt Mei 2018 Inhoudsopgave WW-uitkeringen 2 Statistische bijlage 3 Toelichting WW 22 Colofon De Nieuwsflits Arbeidsmarkt geeft maandelijks de feiten van de arbeidsmarkt over de voorafgaande
Nadere informatieProcentuele ontwikkeling bevolking
Jongeren op de arbeidsmarkt: feiten en cijfers In deze publicatie leest u over relevante demografische ontwikkelingen met betrekking tot jongeren op de arbeidsmarkt. Hoe zal de (beroeps)bevolking zich
Nadere informatie