BACHELOR THESIS. Wetsvoorstel compartimenteringsreserve. : Fiscale Economie. : Nick Alberts. Administratienummer : Datum : april 2014
|
|
- Silke Groen
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 BACHELOR THESIS Fiscale Economie Wetsvoorstel compartimenteringsreserve Naam: : Nick Alberts Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : Datum : april 2014 Examencommissie : Mr. G.C. van der Burgt Prof. dr. J.A.G van der Geld
2 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding 3 Paragraaf 1.2: Keuze van het onderwerp 3 Paragraaf 1.3: Verantwoording van de opzet 4 Hoofdstuk 2: De deelnemingsvrijstelling 5 Paragraaf 2.1: Inleiding 5 Paragraaf 2.1: Ratio van de deelnemingsvrijstelling 5 Paragraaf 2.3: Vereisten deelnemingsvrijstelling 5 Hoofdstuk 3: Compartimentering 8 Paragraaf 3.1: Wat is compartimentering? 8 Paragraaf 3.2: feitencompartimentering 9 Paragraaf 3.3: Voordelen en dividenden. 10 Paragraaf 3.4: Half-compartimentering en volledige compartimentering 10 Paragraaf 3.5: Regelcompartimentering en HR BNB 2013/ Hoofdstuk 4: Wetsvoorstel Paragraaf 4.1: Inleiding 13 Paragraaf 4.2: De compartimenteringsreserve van artikel 28c 13 Paragraaf 4.2.1: Het derde lid 15 Paragraaf 4.2.2: Het vierde lid 16 Paragraaf 4.2.3: Lid vijf en de samenloop met de liquidatieverliesregeling 18 Paragraaf 4.2.4: De delegatiebepaling van lid zes 19 Paragraaf 4.3: Artikel 34c 19 Hoofdstuk 5: Analyse en beoordeling van het wetsvoorstel 20 Paragraaf 5.1: Inleiding 20 Paragraaf 5.2: Terugwerkende kracht 20 Paragraaf 5.3: Bezwaar mogelijkheden 22 Paragraaf 5.4: Complicaties met de earn-outregeling 23 Paragraaf 5.5: De delegatiebepaling 24 Paragraaf 5.6: Complicaties met het EU-recht 24 Paragraaf 5.7: Het ontbreken van keuzerecht 26 Hoofdstuk 6: Conclusie en aanbeveling. 27 Paragraaf 6.1: Conclusie 27 Paragraaf 6.2: Aanbevelingen 29 Literatuurlijst 30 Bijlagen 32
3 Hoofdstuk 1: Inleiding Binnen de wet vennootschapsbelasting kent men verschillende soorten reserves zoals de herinvesteringsreserve en de kostenegalisatiereserve. Er ligt op dit moment een wetsvoorstel dat er nog een reserve aan toe zal voegen, de compartimenteringsreserve. Deze nieuwe reserve is opgenomen in het wetsvoorstel wet compartimenteringsreserve. Dit wetsvoorstel is door de staatssecretaris van Financiën ingediend naar aanleiding van het arrest van 14 juni In een aantal eerdere uitspraken betreffende compartimentering binnen deelnemingsvrijstelling kwam de Hoge Raad herhaadelijk tot de conclusie dat gecompartimenteerd dient te worden bij wijzigingen in de feiten. De Hoge Raad besliste in het arrest van 14 juni 2013 dat er niet hoeft te worden gecompartimenteerd bij een wijziging van de wet wanneer een overgangsrechtelijke bepaling ontbreekt. In de parlementaire toelichting van de wet werken aan winst heeft de wetgever echter nog aangegeven dat er bij een wijziging in de wet wel gecompartimenteerd dient te worden. 2 Binnen de literatuur is er behoorlijk wat kritiek op het wetsvoorstel, vanwege het feit dat bepaalde aspecten van de wijzigingen nog onduidelijk zijn. Daarom zal in deze thesis een analyse worden gegeven op de knelpunten en complicaties van de wijzigingen die het wetsvoorstel met zich mee brengt. De probleemstelling luidt daarom ook: Wat zijn de complicaties die het wetsvoorstel Wet compartimenteringsreserve met zich meebrengt en is het wetsvoorstel daarmee nog een adequaat antwoord op het arrest van de Hoge Raad BNB 2013/177? Paragraaf 1.2: Keuze van het onderwerp De fiscale wetgeving en jurisprudentie zijn continu in beweging door nieuwe wetgeving en rechtspraak. Hierdoor is het fiscale vakgebied dynamisch. Deze dynamiek spreekt mij erg aan. Het nieuwe wetsvoorstel is een goed voorbeeld van deze dynamiek. Het wetsvoorstel heeft daarnaast betrekking op de vennootschapsbelasting, waardoor de keuze makkelijk was. De wetgeving rondom de belastingheffing bij vennootschappen spreekt mij het meeste aan. Het onderwerp compartimentering is tot op heden tijdens mijn opleiding slechts een enkele keer aan bod gekomen. Dit maakt het schrijven van een thesis over dit onderwerp extra uitdagend. 1 Hoge Raad 14 juni 2013, nr. 11/04538, BY1244, BNB 2013/177 2 Kamerstukken II 2005/06, , nr. 3 3
4 Paragraaf 1.3: Verantwoording van de opzet In hoofdstuk twee zal een korte beschrijving worden gegeven van de deelnemingsvrijstelling, waarbij de verschillende eisen van de deelnemingsvrijstelling aan bod zullen komen. In hoofdstuk drie zullen de begrippen compartimentering en sfeerovergang worden beschreven naar aanleiding van relevante jurisprudentie en de parlementaire geschiedenis. In hoofdstuk vier zal op het wetsvoorstel worden ingegaan waarbij de wijzigingen in de wet vennootschapsbelasting uiteen worden gezet. In hoofdstuk vijf wordt kritisch naar de wijzigingen van het wetsvoorstel gekeken waarbij de nadruk zal liggen op de knelpunten van het wetsvoorstel. In hoofdstuk zes wordt een antwoord gegeven op de probleemstelling met daarbij aanbevelingen. 4
5 Hoofdstuk 2: De deelnemingsvrijstelling Paragraaf 2.1: Inleiding De compartimenteringsleer staat in direct verband met de deelnemingsvrijstelling. Om een goed beeld te krijgen van wat de deelnemingsvrijstelling precies inhoudt, wordt deze regeling daarom in dit hoofdstuk besproken. Deze fiscale regeling is vrij uitgebreid en complex. In deze thesis zal de beschrijving van de deelnemingsvrijstelling zich om die reden beperken tot een kort en bondige uitleg, om zo een beter inzicht in de compartimenteringsleer en het nieuwe wetsvoorstel te krijgen. Paragraaf 2.1: Ratio van de deelnemingsvrijstelling De deelnemingsvrijstelling is een fiscale regeling binnen de wet vennootschapsbelasting De deelnemingsvrijstelling is gebaseerd op de verlengstukgedachte en het ne-bis-in-idem beginsel. Het ne-bis-in-idem beginsel gaat ervan uit dat een winst niet meerdere malen in de heffing betrokken mag worden. De verlengstukgedachte ziet een dochteronderneming als een verlengstuk van de moedermaatschappij, zodat de winst die de dochteronderneming maakt als winst van de moedermaatschappij wordt beschouwd. Op grond van deze gedachte zou de winstuitkering van de dochter niet nog een keer bij de moeder in de heffing mogen worden betrokken. Met de deelnemingsvrijstelling probeert de wetgever concernvorming aan te moedigen door de verschillende lagen binnen een concern niet extra te belasten. 3 Paragraaf 2.3: Vereisten deelnemingsvrijstelling Op grond van de deelnemingsvrijstelling blijven bij het bepalen van de winst de voordelen uit hoofde van een deelneming, alsmede de kosten ter zake van de verwerving of de vervreemding van die deelneming buiten aanmerking. 4 Onder voordelen uit hoofde van een deelneming vallen in elk geval de dividenden die van de dochtermaatschappij worden ontvangen en de koerswinsten en-verliezen op de participatie in de dochtermaatschappij. 5 In HR BNB 1982/230 beslist de Hoge Raad dat valutaresultaten ook onder de deelnemingsvrijstelling vallen, hoewel deze niet tot het bedrijfsresultaat van de buitenlandse dochtermaatschappij behoren. 6 De deelnemingsvrijstelling is een imperatieve regeling, hetgeen inhoudt dat de regeling van toepassing is wanneer aan de voorwaarde is voldaan. Er is met andere woorden geen keuzemogelijkheid. 7 Met het oog op regelcompartimentering, waar in hoofdstuk 3 op wordt 3 J.A.G van der Geld, Hoofdzaken vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer, p Art. 13 lid 1 wet op de vennootschapsbelasting J.A.G van der Geld, Hoofdzaken vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer, p HR, 9 juni 1982, nr , BNB 1982/230 7 J.A.G van der Geld, Hoofdzaken vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer, p.172 5
6 teruggekomen, zijn de eisen waaraan moet worden voldaan van belang. De eerste voorwaarde waaraan moet worden voldaan is de 5%-eis. 8 De belastingplichtige moet tenminste 5% van het nominaal gestorte kapitaal in bezit hebben. 9 Met de 5%-eis heeft de wetgever een onderscheid willen aanbrengen tussen beleggen en deelnemen. 10 De deelnemingsvrijstelling kan ook bij een belang van minder dan 5% van toepassing zijn. Dit kan zich onder andere voordoen wanneer de meesleepregeling of de meetrekregeling van toepassing zijn. Wanneer een belang onder de 5% grens zakt kan de deelnemingsvrijstelling nog gedurende drie jaar van toepassing zijn. Deze regeling is opgenomen in het zestiende lid van artikel 13 Wet Vpb. De voorwaarde waaraan voldaan moet worden om van deze regeling gebruik te maken is dat de belastingplichtige het belang minimaal een jaar moet houden vanaf het moment dat het belang onder de 5% grens zakt. 11 Naast de 5%-eis kent de deelnemingsvrijstelling ook de non-voorraadeis. Hoewel deze eis per 1 januari 2007 uit de wettekst is gehaald, is deze nog steeds van toepassing, omdat de staatssecretaris van mening is dat deze eis nog steeds geldt. 12 Op grond van de non-voorraad eis mag een deelneming niet als voorraad worden gehouden, er is dan immers geen sprake van deelnemen. De deelnemingsvrijstelling is niet van toepassing wanneer er sprake is van een niet-kwalificerende beleggingsdeelneming. 13 De regeling van het negende lid houdt in dat geen deelnemingsvrijstelling wordt verleend voor participaties in lichamen waarin teveel wordt belegd en waarbij het lichaam onvoldoende aan belasting wordt onderworpen. 14 Hoewel het volgens de terminologie wel een deelneming kan zijn, is de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing, omdat het belang wordt gehouden met een beleggingsoogmerk. Wanneer het belang als belegging wordt gehouden met oog op het verkrijgen van rendement dat met normaal vermogensbeheer kan worden behaald is hiervan sprake. In beginsel kunnen deze niet-kwalificerende beleggingsdeelnemingen geen gebruik maken van de deelnemingsvrijstelling. Wanneer zij echter aan bepaalde voorwaarden voldoen, worden zij toch aangemerkt als een kwalificerende beleggingsdeelneming. Dit is het geval wanneer aan de voorwaarden van artikel 13 lid 11 Wet Vpb wordt voldaan. In artikel 13 lid 11 Wet Vpb zijn de onderworpenheidstoets en de bezittingentoets opgenomen. De onderworpenheidstoets van lid 11 sub a eist dat het lichaam is onderworpen aan een belasting naar de winst die resulteert in een naar Nederlandse begrippen reële heffing. 15 Lid 11 sub b bepaalt daarnaast dat de bezittingen in het lichaam onmiddellijk of middellijk, doorgaans voor minder dan 50% moeten bestaan uit laag belaste 8 Ik ga hierna uit van vennootschappen met een in aandelen verdeeld kapitaal 9 Artikel 13 lid 2 sub a wet op de vennootschapsbelasting J.A.G van der Geld, De deelnemingsvrijstelling, TFO 2003/1 11 Artikel 13 lid 16 wet op de vennootschapsbelasting Kamerstukken II 2005/06, nr. 3, p Artikel 13 lid 9 wet op de vennootschapsbelasting J.A.G van der Geld, Hoofdzaken vennootschapsbelasting, Deventer: Kluwer, p Art 13 lid 11 sub a wet op de vennootschapsbelasting
7 vrije beleggingen. 16 Op het moment dat een beleggingsdeelneming niet kan worden aangemerkt als kwalificerende beleggingsdeelneming zal de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing zijn. Voor deze gevallen is een verrekening ter voorkoming van dubbele belasting opgenomen in artikel 13aa juncto artikel 23c wet op de vennootschapsbelasting Art 13 lid 11 sub b wet op de vennootschapsbelasting
8 Hoofdstuk 3: Compartimentering Paragraaf 3.1: Wat is compartimentering? Het begrip compartimentering is ontwikkeld in jurisprudentie betreffende de deelnemingsvrijstelling, hoewel een duidelijke definitie ontbreekt. Binnen de wet vennootschapsbelasting 1969 is evenmin een definitie opgenomen betreffende compartimentering. De compartimenteringsleer vindt zijn oorsprong in een oud arrest van de Hoge Raad uit Dit arrest zag op een compartimentering binnen deelnemingsvrijstelling. 17 Sindsdien zijn er nog meer compartimenteringsarresten voorbij gekomen. Compartimenteren kan op verschillende manieren worden uitgelegd. Volgens P.G.H Albert wordt onder compartimentering verstaan dat een voordeel uit hoofde van een aandelenbelang in tweeën wordt gesplitst waarna de twee delen een verschillende fiscale behandeling krijgen. 18 H. Pijl verstaat onder compartimentering dat voordelen die ten tijde van het juridisch relevante moment (realisatiemoment) slechts onder rechtsregel één vallen, doch ten dele aan een periode kunnen worden toegerekend toen rechtsregel twee van toepassing was, voor dat deel onder rechtsregel twee worden belast. 19 Concluderend kan worden gesteld dat bij compartimentering bepaald moet worden aan welke periode een voordeel moet worden toegerekend en welk fiscaal regime voor die periode geldt. Compartimentering kan zich voordoen door een verandering in de feiten. Dit wordt in de literatuur vaak feitencompartimentering genoemd. Het is ook mogelijk dat compartimentering zich voordoet als gevolg van een wijziging in de wet, de zogenoemde regelcompartimentering. Je zou ook tegen compartimentering aan kunnen kijken als een oorzaak gevolg relatie. Door een wijziging in de feiten of regelgeving (oorzaak) moet een voordeel worden toegerekend aan een periode voor of na die wijziging (gevolg). Compartimentering komt - zoals zojuist omschreven - dus voor bij een sfeerovergang, namelijk bij een overgang van een onbelaste sfeer naar een belaste sfeer (of vice versa) en als gevolg van een verandering in de feiten of wetgeving. Een dergelijke sfeerovergang kan zich op verschillende wijzen voordoen. Allereerst kan aan een van de vereisten van de deelnemingsvrijstelling niet meer worden voldaan (of juist wel). Daarnaast kunnen de eisen waaraan een vennootschap moet voldoen om aanspraak te maken op de deelnemingsvrijstelling veranderen, waardoor deze op enig moment wel of niet van toepassing is. Dit heeft zich bijvoorbeeld voorgedaan bij de invoering van de wet werken aan winst per 1 januari 2007 waarbij de vereisten van de deelnemingsvrijstelling zijn veranderd HR 23 november 1955, nr , AY1963, alsmede de noot van M.J.H Smeets 18 P.G.H Albert, Compartimentering zonder overgangsrecht?, NTFR H. Pijl Compartimentering bij verdragen, WFR 2003/ P.G.H Albert, Wetsvoorstel , NTFR2014-1, par. 2 8
9 Paragraaf 3.2: feitencompartimentering Het arrest van de Hoge Raad van 2 juli 1986 is een van de eerste compartimenteringsarresten. 21 Hierin oordeelde de Hoge Raad dat compartimentering gebaseerd is op een redelijke wetstoepassing. In deze zaak had de belanghebbende in 1979 een aandelenbezit in een dochtervennootschap verkocht. De dochter werd met ingang van 1975 aangemerkt als een fiscale beleggingsdeelneming waardoor voor de belanghebbende de deelnemingsvrijstelling niet meer van toepassing was. Een aantal jaar na deze sfeerovergang vervreemde de belanghebbende de aandelen in de dochtervennootschap. De vraag was of de winst die voortvloeide uit de verkoop gecompartimenteerd diende te worden. De Hoge Raad oordeelde dat het voordeel al aanwezig was voor de sfeerovergang. Met een redelijke wetstoepassing diende daardoor volgens de Hoge Raad het voordeel binnen de vrijstelling te vallen, ook als het vervreemdingsmoment zich voordoet op een tijdstip nadat de vrijstelling is verlopen. Door de compartimentering viel de winst dus binnen de deelnemingsvrijstelling, terwijl op dat moment de deelnemingsvrijstelling niet meer van toepassing was voor de belanghebbende. In dit arrest ging het duidelijk om een feitencompartimentering. De sfeerovergang was een gevolg van de verandering van de feiten en omstandigheden, namelijk de situatie van de dochtervennootschap. Compartimentering kan als volgt verlopen: 22 - Een voordeel vloeit voort uit een periode dat de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. Op enig moment voldoet dochter of moeder niet meer aan de vereisten van de deelnemingsvrijstelling en vindt een sfeerovergang plaats. Het voordeel wordt vervolgens pas na de sfeerovergang genoten. Het voordeel moet dan worden toegerekend aan de periode waarin het is ontstaan. Wanneer het voordeel positief is, zal het derhalve onbelast zijn. Wanneer het negatief is, zal het verlies niet aftrekbaar zijn van de winst van de moeder De omgekeerde situatie op het bovenstaande voorbeeld is ook mogelijk. Een resultaat vloeit voort uit een periode waarin de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing is. Op enig moment voldoen moeder en dochter aan de vereisten van de deelnemingsvrijstelling. Hierdoor vindt een sfeerovergang plaats. Het resultaat dient te worden toegerekend aan de periode waarin het resultaat is ontstaan. Betreft het een positief resultaat, dan zal deze derhalve belast zijn. Wanneer het om een negatief resultaat gaat dan is het verlies om die reden aftrekbaar van de winst van de moedermaatschappij. De leer van het arrest van 2 juli 1986 wordt door de Hoge Raad in latere arresten bevestigd. Zo stelde de Hoge Raad in het arrest van 19 juni 1991 vast dat de deelnemingsvrijstelling van toepassing was, 21 HR 2 juli 1986, nr , BNB 1986/ P.G.H Albert et al, Compartimentering zonder reserve, WFR 2014/ HR 19 juni 1991, nr , BNB 1991/268 met conclusie A-G Verburg en noot J. Duch. 9
10 hoewel niet aan alle voordelen voldaan, omdat het voordeel aan een ander compartiment was toe te rekenen. 24 In het arrest van 22 januari 1997 heeft de Hoge Raad beslist dat wanneer de status van een deelneming verandert, de waarde van de aandelen op dat tijdstip mag worden aangemerkt als kostprijs daarvan en dat de aandlen gewaardeerd mogen worden op deze kostprijs of de lagere beurskoers. Dit zou volgens de Hoge Raad blijken uit de strekking van de deelnemingsvrijstelling. 25 Bij het ontstaan van de compartimenteringsleer sloot de Hoge Raad initieel aan bij een redelijke wetstoepassing, later bij de strekking van de deelnemingsvrijstelling. Paragraaf 3.3: Voordelen en dividenden. Dat compartimentering voor vermogenswinsten geldt, is door de Hoge Raad in verschillende arresten bevestigd. Het eerder genoemde arrest van 2 juli 1986 waarin gecompartimenteerd moest worden bij een verkoop van aandelen is daar een voorbeeld van. Uit een arrest van 17 mei 1995 blijkt dat ook gecompartimenteerd moet worden bij een liquidatie-uitkering. 26 Of bij een normale dividenduitkering ook gecompartimenteerd moet worden is nog maar de vraag aangezien de Hoge Raad zich hierover tot op heden nog niet heeft uitgelaten. In zijn artikel Compartimentering zonder overgangsrecht? gaat P.G.H Albert ervan uit dat dit waarschijnlijk wel het geval is. 27 Naar zijn idee is dit voor de hand liggend vanwege het feit dat een liquidatie-uitkering een bijzondere vorm van dividend is, hetgeen volgens de Hoge Raad gecompartimenteerd dient te worden. Daarnaast wordt er in artikel 13 wet op vennootschapsbelasting 1969 gesproken over voordelen uit hoofde van een deelneming. Een gewone dividend uitkering is een voordeel in de zin van artikel 13. P.G.H Albert geeft in zijn artikel ook een argument tegen het compartimenteren van normale dividenden. 28 Volgens hem kan dit tot praktische problemen leiden. Het is immers niet altijd duidelijk of een dividend toe te rekenen is aan een onbelaste periode of een belaste periode. Paragraaf 3.4: Half-compartimentering en volledige compartimentering Binnen de compartimenteringsleer bestaat er een onderscheid tussen half-compartimentering en volledige compartimentering. In HR BNB 1997/101 is gebleken dat bij een compartimentering binnen de deelnemingsvrijstelling een volledige compartimentering plaats moet vinden. 29 Bij een volledige compartimentering worden compartimenten strikt gescheiden. Bij een half-compartimentering worden compartimenten met elkaar verrekend. 30 Het onderscheid kan met een voorbeeld worden verduidelijkt: 24 HR 19 juni 1991, nr , BNB 1991/268 met conclusie A-G Verburg en noot J. Duch. 25 HR 22 januari 1997, nr , BNB 1997/ HR 17 mei 1995, nr , BNB 1995/ P.G.H Albert, Compartimentering zonder overgangsrecht?, NTFR P.G.H Albert, Compartimentering zonder overgangsrecht?, NTFR HR BNB 1997/ A.M.A de Beer & G. De Jong, Wet(svoorstel) compartimenteringsreserve, Forfaitair 2013/240 10
11 BV X heeft een belang van 1% in deelneming A met een boekwaarde van Deze deelneming heeft een werkelijke waarde van BV X breidt dit belang op enig moment uit waardoor voldaan wordt aan de eisen van de deelnemingsvrijstelling. Door deze uitbreiding vindt een sfeerovergang plaats. Het belang gaat van de belaste sfeer over naar de onbelaste sfeer. Een aantal jaar na deze sfeerovergang vervreemdt BV X het belang voor Bij een half-compartimentering zou het resultaat in de onbelaste sfeer verrekend worden met het resultaat in de belaste sfeer. Het verlies van 400 in de onbelaste periode zou verrekend worden met het resultaat van 1000 in de belaste periode. Het saldo van 600 zou dan aan de belaste periode worden toegerekend. Wanneer een volledige compartimentering plaats zou vinden dan zouden de resultaten strikt worden gescheiden. Over het voordeel van 1000 zou dan belasting verschuldigd zijn, omdat het is ontstaan in de belaste sfeer. Het nadeel van 400 zou in de onbelaste sfeer vallen en derhalve niet aftrekbaar zijn. 31 Paragraaf 3.5: Regelcompartimentering en HR BNB 2013/177 Compartimentering kan ook een gevolg zijn van een wijziging in de wet. Wanneer een voordeel uit hoofde van een deelneming door een wetswijziging niet meer onder de deelnemingsvrijstelling valt, dient de compartimenteringleer ook te worden toegepast, zo blijkt uit de parlementaire toelichting van het wetsvoorstel wet werken aan winst. 32 In de toelichting heeft de wetgever tevens aangegeven dat bij regelcompartimentering volledig gecompartimenteerd moet worden. De compartimentering van het arrest van 14 juni 2013 betrof een regelcompartimentering. 33 Een belanghebbende hield 49% van het aandelenkapitaal in twee in de Arabische Emiraten gevestigde vennootschappen. Voor beide vennootschappen was in 2006 de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing. Als een gevolg van de introductie wet werken aan winst in 2007 gaat de deelnemingsvrijstelling voor beiden vennootschappen wel gelden. Aan het eind van 2007 keerden beide dochters dividend uit. Een gedeelte van deze dividenduitkering was toe te rekenen aan het jaar Gezien het feit dat er niet overgangsrecht was getroffen, stelde de belanghebbende dat er niet gecompartimenteerd diende te worden. In de voorgaande compartimenteringarresten was nog niet geoordeeld over een normale dividend uitkering, hetgeen in dit arrest voor het eerst gebeurde. Van dit gegeven maakte de belanghebbende gebruik door te stellen dat compartimentering niet geldt voor normale dividenden. De rechtbank van Haarlem sluit bij de beoordeling aan bij het standpunt van de wetgever. De compartimenteringsleer ter zake van de deelnemingsvrijstelling geldt ook bij wetswijzigingen volgens 31 A.M.A de Beer & G. De Jong, Wet(svoorstel) compartimenteringsreserve, Forfaitair 2013/ Kamerstukken II 2005/06, nr. 3, p Hoge Raad 14 juni 2013, nr. 11/04538, BY1244, BNB 2013/177 11
12 de rechtbank. Volgens de rechtbank diende er in deze casus dus wel een compartimentering plaats te vinden. Het gedeelte van de dividenduitkering die aan 2006 kon worden toegerekend zou dus moeten worden belast volgens de rechtbank. De Hoge Raad besliste echter anders en stelde dat wanneer de wetgever bij de wijziging van de wet geen overgangsrecht heeft opgenomen, de gewijzigde bepaling een onmiddellijke werking heeft. Gezien het feit dat er binnen de gewijzigde wet geen overgangsrecht was opgenomen, bracht dit met zich mee dat artikel 13 wet vennootschapsbelasting van toepassing diende te zijn op voordelen die op of na die dag (1 januari 2007) werden gerealiseerd. Het gevolg voor de belanghebbende was dat er geen compartimentering hoefde plaats te vinden. De Hoge Raad stelde dat de deelnemingsvrijstelling van toepassing was op het moment van de dividenduitkering en om die reden vielen de dividenden binnen de deelnemingsvrijstelling. Ondanks het feit dat in de parlementaire behandeling anders is opgemerkt diende er dus niet te worden gecompartimenteerd vanwege het ontbreken van overgangsrecht. 34 De Hoge Raad gaat niet verder in op de vraag of bij compartimentering dividenden ook gecompartimenteerd moeten worden. Zoals in paragraaf 3.3 al is besproken bestaat hierdoor over dividendcompartimentering tot op heden nog enige onzekerheid. De Hoge Raad gaat met het arrest van 14 juni 2013 in tegen hetgeen de wetgever in de parlementaire toelichting over regelcompartimentering heeft gezegd. De wetgever gaf in de memorie van toelichting bij de wet werken aan winst nog aan dat het te lastig was om de compartimenteringsleer wettelijk vast te leggen vanwege de veelheid aan mogelijke compartimenteringsituaties. 35 De hoop van de wetgever was dat het duidelijk zou zijn wat compartimentering in hield en wanneer er gecompartimenteerd diende te worden. 36 De Hoge Raad kan echter niet op de stoel van de wetgever gaan zitten, vandaar dat de Hoge Raad het als een taak van de wetgever ziet om in overgangsrecht te voorzien. In een recenter arrest van 28 maart 2014 beslist de Hoge Raad wederom dat er geen regelcompartimentering plaats hoeft te vinden wanneer er door de wetgever niet is voorzien in overgangsrecht. 37 Met het nieuwe wetsvoorstel wordt het overgangsrecht wettelijk vastgelegd. In het volgende hoofdstuk zullen de wijzigingen, die in het wetsvoorstel beoogt, worden besproken. 34 Hoge Raad 14 juni 2013, nr. 11/04538, BY1244, BNB 2013/177 alsmede de noot van J. Gooijer 35 Kamerstukken II 2005/06, , nr.8, p Kamerstukken II 2005/06, , nr.8, p Hoge Raad 28 maart 2014, nr 13/
13 Hoofdstuk 4: Wetsvoorstel Paragraaf 4.1: Inleiding Naar aanleiding van het arrest van 14 juni 2013 heeft staatsecretaris Weekers in een persbericht van 14 juni 2013 een reparatie aangekondigd. 38 Op 30 augustus 2013 werd de reparatie in de vorm van wetsvoorstel wet compartimenteringsreserve opgestuurd naar de Tweede Kamer. Met het wetsvoorstel heeft de wetgever beoogt meer duidelijkheid te verschaffen met betrekking tot compartimentering door middel van een wettelijke verankering van de compartimenteringsleer. Daarnaast beoogt het wetsvoorstel een derving van de belastinginkomsten te voorkomen. In het wetsvoorstel wordt gesproken over een gat van 200 miljoen euro dat door het voorstel zal worden gedicht. Bij het opmaken van het wetsvoorstel is tevens rekening gehouden met de uitvoerbaarheid voor de belastingdienst. Omdat de voorgestelde regeling een codificatie van de zowel vóór als na het arrest bestaande praktijk behelst, leidt de voorgestelde regeling niet tot additionele uitvoeringskosten voor de Belastingdienst. 39 Gezien de complexiteit van het wetsvoorstel is het nog maar de vraag of dit daadwerkelijk het geval is. Artikel 28c en 34c van het wetsvoorstel moeten deze doelstellingen gaan bewerkstelligen. Artikel 28c roept het vormen van een compartimenteringsreserve in het leven, waarbij naar aanleiding van zowel feitencompartimentering als regelcompartimentering een reserve gevormd dient te worden. 40 Artikel 34c zal gaan voorzien in het overgangsrecht en terugwerkende kracht. 41 Aangezien het wetsvoorstel moet worden gezien als een repartie van HR BNB 2013/177, werkt de wetswijziging terug tot de datum van het arrest. 42 Paragraaf 4.2: De compartimenteringsreserve van artikel 28c Wanneer een belastingplichtige een belang heeft in een lichaam waarop op enig moment de deelnemingsvrijstelling wel of niet van toepassing wordt, dan is sprake van een sfeerovergang (belast naar onbelast of vice versa). Op dat moment moet op grond van artikel 28c een compartimenteringsreserve gevormd worden. 43 Het verschil in de boekwaarde en de waarde in het economisch verkeer van de deelneming vormen de omvang van de reserve (artikel 28c lid 2). Op deze wijze wordt de waarde vastgesteld die aan de periode voor de sfeerovergang toebehoort. Wanneer er een overgang van een belaste sfeer naar een onbelaste sfeer plaatsvindt, behoudt de fiscus een claim door middel van de te vormen compartimenteringsreserve. Bij een overgang van de onbelaste sfeer naar de belaste sfeer dient de compartimenteringsreserve ervoor om vast te stellen welk bedrag aan de onbelaste sfeer kan worden toegerekend. Onder omstandigheden kan de compartimenteringsreserve 38 Aankondiging wetsvoorstel compartimentering deelnemingsvrijstelling, V-N 2013/ Kamerstukken II 2012/13, , nr.3 pag Kamerstukken II 2012/13, , nr.3 41 Kamerstukken II 2012/13, , nr.3 42 P.G.H Albert, Wetsvoorstel (wet compartimenteringsreserve), NTFA Art 28c, lid 1, onderdeel a 13
14 ook negatief zijn. Dit kan zich voordoen wanneer de waarde in het economisch verkeer lager is dan de boekwaarde op het moment direct voorafgaande aan de sfeerovergang. De vorming van een compartimenteringsreserve zal met voorbeelden worden verduidelijkt 44 : Voorbeeld vorming belaste compartimenteringsreserve: X heeft een belang in een lichaam dat is verkregen voor 100 en staat ook met dat bedrag op de fiscale balans. De deelnemingsvrijstelling is niet van toepassing op dit belang. Op enig moment doet zich een sfeerovergang voor en wordt de deelnemingsvrijstelling wel van toepassing. Het belang heeft op het moment van de sfeerovergang een waarde van 150. Op het moment van de sfeerovergang wordt een belaste compartimenteringsreserve gevormd ter grootte van 50. Het belang krijgt een boekwaarde van 150. Dit leidt tot de volgende journaalpost: Deelneming 50 Aan belaste deelnemingswinst 50 Verlies 50 Aan belaste compartimenteringsreserve 50 Voorbeeld vorming onbelaste compartimenteringsreserve: X heeft een belang in een lichaam dat is verkregen voor 100 en staat ook met dat bedrag op de fiscale balans. Op dit belang is de deelnemingsvrijstelling van toepassing. Op enig moment doet zich een sfeerovergang voor en is de deelnemingsvrijstelling niet langer meer van toepassing. Het belang heeft op het moment direct voorafgaande aan de sfeerovergang een waarde van 150. Er dient dan een onbelaste compartimenteringsreserve gevormd te worden ter grootte van 50. Het belang krijgt een boekwaarde van 150. Dit leidt tot de volgende journaalpost: Deelneming 50 Aan onbelaste deelnemingswinst 50 Onbelaste winst 50 Aan Fiscaal vermogen F.J Elsweier, Cursus Belastingrecht, Vpb D.d3.II de voorbeelden zijn in kortere vorm overgenomen. 14
15 Paragraaf 4.2.1: Het derde lid Met het derde lid van artikel 28c beoogt de wetgever situaties te regelen waarbij een voordeel gerealiseerd wordt na een sfeerovergang, maar is toe te rekenen aan de periode voor de sfeerovergang. De boekwaarde van het belang wordt verminderd met het bedrag van dat voordeel, wanneer dit lager is, gebeurt dit met het bedrag van de belaste of onbelaste compartimenteringsreserve op het tijdstip direct voorafgaande aan het verkrijgen van het voordeel. 45 Onderdeel b van het derde lid bepaalt dat de belaste compartimenteringsreserve tot het bedrag van het voordeel aan de winst wordt toegevoegd. Vervolgens wordt de compartimenteringsreserve verminderd met het bedrag van dat voordeel. 46 Met een voorbeeld zal de werking van dit lid worden verduidelijkt en wordt gelijk ook de boekhoudkundige werking duidelijk. Voorbeeld: belaste compartimenteringsreserve 47 : X heeft een belang in lichaam Y gekocht voor 100. Dit belang staat tevens te boek voor 100. De deelnemingsvrijstelling is niet van toepassing. Op enig moment doet zich een sfeerovergang. De waarde van de aandelen direct voor de sfeerovergang bedraagt 150. De deelnemingsvrijstelling is na de sfeerovergang van toepassing. De waarde van het belang stijgt vervolgens naar 160. Wanneer een dividend van 10, dat toerekenbaar is aan de belaste periode, wordt uitgekeerd daalt de waarde terug naar 150. Op het moment van sfeerovergang wordt een compartimenteringsreserve gevormd van 50. De journaalpost van deze gebeurtenis ziet er als volgt uit: Deelneming 50 Aan belaste compartimenteringsreserve 50 Bij de dividend uitkering vinden op grond van het derde lid de volgende journaalposten plaats: Bank 10 Aan deelneming 10 Belaste compartimenteringsreserve 10 Aan winst Kamerstukken II 2013/14, , nr Kamerstukken II 2013/14, , nr F.J Elsweier, Cursus Belastingrecht, Vpb D.d4.V het voorbeeld is in korte vorm overgenomen. 15
16 Paragraaf 4.2.2: Het vierde lid Het vierde lid van artikel 28 ziet op situaties waarbij zich een sfeerovergang voordoet als gevolg van een splitsing, aandelenruil of fusie. Fuseren kan op verschillende manieren, waarvan de bekendste de economische en juridische fusie zijn. Bij een economische fusie blijven alle betrokken vennootschappen juridisch bestaan. Bij een juridische fusie verdwijnt er altijd minstens één vennootschap. 48 Er kan binnen de economische fusies een onderscheid worden gemaakt tussen de aandelenfusie en de bedrijfsfusie. Bij een aandelenfusie worden de aandelen van de ene vennootschap door de aandeelhouders overgedragen naar de andere vennootschap. In geval van bedrijfsfusie draagt de ene vennootschap een onderneming of een gedeelte daarvan over aan de andere vennootschap tegen uitreiking van aandelen. De bedrijfsfusie is een transactie tussen de vennootschappen zelf, zonder directe invloed van de aandeelhouders. 49 Het vierde lid is middels de eerste nota van wijziging en vervolgens in de tweede nota van wijziging enkele keren gewijzigd. Ingevolge het vierde lid wordt de compartimenteringsreserve aan de winst toegevoegd op het moment dat een belang in een lichaam niet geheel of gedeeltelijk meer tot het vermogen van de belastingplichtige hoort. Bij een vervreemding van de aandelen, fuseren of het splitsen van de dochtervennootschap zal dit lid van toepassing zijn. Een vrijval van een belaste compartimenteringsreserve kan de fiscale winst zowel verhogen als verlagen. Wanneer het een negatieve compartimenteringsreserve betreft zal deze de fiscale winst laten afnemen. Betreft het een positieve compartimenteringsreserve dan zal bij een vrijval de fiscale winst worden verhoogd. Met de eerste nota van wijziging is aan het vierde lid een doorschuifmogelijkheid toegevoegd. De doorschuifmogelijkheid ziet op situaties bij een fusie of splitsing van het lichaam waarin de belastingplichtige een belang heeft waarop de compartimenteringsreserve van toepassing is. 50 Indien het belang dat door de belastingplichtige wordt gehouden niet langer meer tot zijn vermogen behoort als gevolg van een fusie of splitsing van het lichaam, valt de compartimenteringsreserve vrij voor zover deze betrekking heeft op dat belang. 51 Wanneer dit leidt tot een belaste vrijval bij de belastingplichtige, dan kan de reserve worden doorgeschoven naar het verkrijgende belang, voor zover bij de fusie, splitsing, aandelenruil of inbreng een belang wordt verkregen dat in de plaats treedt van het oorspronkelijke belang Geld, J. A. G. van der, Elsweier, F. J., & Stevens, S. A. (2014). Hoofdzaken vennootschapsbelasting (10e ed.). Deventer, Nederland: Kluwer. 49 Geld, J. A. G. van der, Elsweier, F. J., & Stevens, S. A. (2014). Hoofdzaken vennootschapsbelasting (10e ed.). Deventer, Nederland: Kluwer. 50 Kamerstukken II, 2013/14, , nr.7, p Kamerstukken II, 2013/14, , nr.7, p Kamerstukken II, 2013/14, , nr.7, p. 2 16
17 In de tweede nota van wijziging is er nog een volzin toegevoegd aan het vierde lid. Met deze toevoeging beoogt de staatssecretaris misbruik voorkomen. De toevoeging bepaalt wanneer de compartimenteringsreserve uiterlijk aan de winst moet worden toegevoegd. 53 Wanneer er gefuseerd is en het belang is overgegaan en vervolgens weer wordt vervreemd aan een derde zal de reserve aan de winst worden toegevoegd. 54 Met de toevoeging van de volzin wordt misbruik voorkomen. Het heffingsmoment mag namelijk niet worden ontlopen door het belang door middel van een fusie naar een andere belastingplichtige over te brengen. Het aangaan van een fiscale eenheid kan ook gevolgen hebben voor de compartimenteringsreserve. Op het moment dat een belastingplichtige een fiscale eenheid aangaat met het lichaam waarin zij een belang heeft kan de compartimenteringsreserve vrijvallen. De compartimenteringsreserve moet dan betrekking hebben op het lichaam waarmee een fiscale eenheid wordt aangegaan. Doordat onderliggende bezittingen- en schuldvorderingen bij een fiscale eenheid non-existent zijn, wordt er geen doorschuifmogelijkheid geboden voor de compartimenteringsreserve. 55 In artikel 28c is niet opgenomen wat er dient te gebeuren met de compartimenteringsreserve in een situatie waarbij een deelneming uit de fiscale eenheid wordt ontvoegd. Er bestond daarom enige tijd onzekerheid over wat er met de reserve diende te gebeuren. Deze kon of met de ontvoegde deelneming mee gaan of bij de fiscale eenheid blijven. De NOB vroeg in een brief aan de staatssecretaris om opheldering betreffende de samenloop van het wetsvoorstel met de fiscale eenheid. 56 De staatssecretaris bevestigt in een reactie op het commentaar van de NOB dat de compartimenteringsreserve meegaat met de ontvoegde deelneming tot wiens vermogen het belang behoort na een verbreking met de fiscale eenheid. 57 De reserve wordt op het moment van ontvoeging verder afgewikkeld middels art. 15 aj lid 5. Hierdoor vindt de verdere toepassing van de compartimenteringreserve plaats bij de ontvoegde deelneming. Wanneer een dochter een belang binnen fiscale eenheid overgedragen heeft gekregen is het eerder genoemde ook van toepassing. 58 De onduidelijkheden rondom de compartimentering bij de fiscale eenheid zijn door de verduidelijking van de staatsecretaris adequaat opgelost. 53 Kamerstukken II 2013/14, , nr.10, p.4 54 Kamerstukken II 2013/14, , nr.10, p.4 55 Kamerstukken II, 2012/13, , nr.3, p Commentaar van de Commissie Wetsvoorstellen van de Nederlandse orde van Belastingadviseurs op het wetsvoorstel compartimenteringsreserve. 14 oktober 2013, pag 8 57 Kamerstukken II 2013/14, , n. 6, p Kamerstukken II 2013/14, , n. 6, p
18 Paragraaf 4.2.3: Lid vijf en de samenloop met de liquidatieverliesregeling Het vijfde lid regelt de samenloop met de liquidatieverliesregeling van artikel 13d wet op de vennootschapsbelasting De liquidatieverliesrekening van artikel 13d wet op de vennootschapsbelasting 1969 is een uitzondering op de deelnemingsvrijstelling van artikel 13. Bij de deelnemingsvrijstelling zijn voordelen uit hoofde van een deelneming vrijgesteld en verliezen uit hoofde van een deelneming niet aftrekbaar. Wanneer een verlies op een deelneming tot uitdrukking komt nadat het lichaam waarin het belang wordt gehouden is ontbonden, zal de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing zijn. 59 Het bedrag dat op grond van de liquidatieverliesrekening van de winst mag worden afgetrokken is het verschil tussen het opgeofferde bedrag van de deelneming en de liquidatie-uitkering. 60 De samenloop met de liquidatieverliesrekening zorgde in het initiële wetsvoorstel mogelijk voor problemen. Vanuit de literatuur kwam veel kritiek op de problemen met de samenloop. De staatssecretaris heeft het commentaar opgevolgd en inmiddels is de samenloop met de liquidatieverliesrekening gewijzigd en verbeterd. In het vijfde lid is nu bepaald dat bij een ontbinding van een lichaam, in afwijking van het vierde lid, op het tijdstip direct voorafgaande aan het tijdstip waarop de vereffening van dat lichaam is voltooid: 61 a. na een sfeerovergang de belaste compartimenteringsreserve wordt toegevoegd aan de winst, voor zover het betrekking heeft op dat lichaam. Daarnaast wordt het opgeofferde bedrag bij het liquidatieverlies van de deelnemingsvrijstelling, van artikel 13d, tweede lid Wet Vpb vermeerderd met het bedrag dat aan de winst wordt toegevoegd, en b. na een sfeerovergang de onbelaste compartimenteringsreserve met het deel dat betrekking heeft op het lichaam wordt verminderd. In het initiële wetsvoorstel was bepaald dat het opgeofferde bedrag werd vermeerderd met het bedrag waarmee de belaste compartimenteringsreserve was verminderd. Dit leverde een strijdigheid op met de strekking van de liquidatieverliesregeling. Het liquidatieverlies zou dan geen betrekking hebben op de waardedaling van het belang tijdens de onbelaste periode. De strijdigheid is adequaat opgelost door te bepalen dat het opgeofferde bedrag moet worden vermeerderd met de omvang van de belaste compartimenteringsreserve. 59 Art. 13d lid 1 wet op de vennootschapsbelasting Art. 13d lid 2 wet op de vennootschapsbelasting Kamerstukken II, 2013/14, , nr.7, pag 2. 18
19 Paragraaf 4.2.4: De delegatiebepaling van lid zes Het zesde lid van het wetsvoorstel is een delegatiebepaling. Deze delegatiebepaling ziet op nietkwalificerende beleggingsdeelnemingen. Zoals eerder besproken kunnen deze geen gebruik maken van de deelnemingsvrijstelling. Zij kunnen wel gebruik maken van een verrekening. Een sfeerovergang kan zich ook voordoen bij een deelnemingsverrekening, zo kan er een overgang plaatsvinden van een niet-verrekeningssfeer naar een verrekeningssfeer (of vice versa). 62 De situatie die zich daarnaast voor kan doen, is de situatie waarbij er een sfeerovergang plaatsvindt van een vrijgestelde sfeer naar een verrekeningssfeer. De staatssecretaris meent dat deze situaties zich in de praktijk nauwelijks voor zullen doen. 63 Daarom is gekozen voor een delegatiebepaling, waarmee bij algemene maatregel van bestuur nadere regels kunnen worden opgesteld. 64 Paragraaf 4.3: Artikel 34c In het voorgestelde artikel 34c wet vennootschapsbelasting 1969 wordt het overgangsrecht opgenomen. De wijzigingen van deze bepaling werken terug tot en met 14 juni 2013 (Datum uitspraak van het regelcompartimenteringsarrest). Het wetsvoorstel werkt echter verder terug dan de datum van het arrest en de wijzigingen hebben ook gevolgen voor sfeerovergangen die zich vóór deze datum hebben voorgedaan. Wanneer zich vóór 14 juni 2013 zich een sfeerovergang heeft voorgedaan en daarna een voordeel wordt ontvangen uit het belang of het belang wordt vervreemd, dient ook een compartimenteringsreserve gevormd te worden. Letterlijk genomen betekent dit dat er kan worden teruggewerkt tot de invoering van de wet op vennootschapsbelasting De omvang van de reserve wordt gevormd middels art 28c, door het verschil in de werkelijke waarde van de aandelen en de boekwaarde te bepalen. Met de vergaande terugwerkende kracht toont de wetgever zich een slechte verliezer. 62 Kamerstukken II 2012/13, , nr.3, p.8-p.9 63 Kamerstukken II 2012/13, , nr.3, p.9 64 Kamerstukken II 2012/13, , nr.3, p.9 19
20 Hoofdstuk 5: Analyse en beoordeling van het wetsvoorstel Paragraaf 5.1: Inleiding In het wetsvoorstel zijn door de kritiek vanuit de literatuur een aantal wijzigingen doorgevoerd. In dit hoofdstuk zullen de knelpunten van het wetsvoorstel en de invloed van het wetsvoorstel op overige bepalingen binnen de wet op de vennootschapsbelasting worden besproken. Paragraaf 5.2: Terugwerkende kracht Met de invoering van artikel 34c krijgt het wetsvoorstel formeel terugwerkende kracht tot 14 juni De wetgever geeft aan dat het invoeren van de terugwerkende kracht noodzakelijk is om de budgettaire derving die door het arrest veroorzaakt is te voorkomen. 65 Materieel krijgt het wetsvoorstel een verdergaande terugwerkende kracht. 66 Wanneer belastingplichtigen aandelen houden waarbij zich vóór 14 juni 2013 een sfeerovergang heeft voorgedaan en waarbij na 14 juni 2013 op deze aandelen dividend is ontvangen, dient een compartimenteringsreserve te worden gevormd. Dit levert mogelijk een probleem op met de rechtszekerheid van belastingplichtigen. Staatssecretaris W.A.F.G Vermeend heeft destijds in een brief aan de Tweede Kamer inzicht gegeven in de terugwerkende kracht binnen de fiscale regelgeving. 67 Terugwerkende kracht zou gerechtvaardigd zijn in gevallen waarbij de wetgever misbruik van een regeling wil tegengaan. Ingrijpende budgettaire gevolgen konden volgens de staatssecretaris ook een rechtvaardiging zijn om terugwerkende kracht aan een maatregel te verlenen. 68 De vraag is of de terugwerkende kracht van het wetsvoorstel en de daarmee samenhangende inbreuk op de rechtszekerheid van de belastingplichtigen te rechtvaardigen is. Volgens staatsecretaris Wiebes zou door de uitspraak van de Hoge Raad in het arrest van 14 juni 2013 een mogelijkheid tot cherry picking zijn ontstaan. 69 Belastingplichtigen zouden kunnen kiezen tussen de uitspraak van de Hoge Raad of de wil van de wetgever zoals deze bij de wet werken aan winst is verkondigd. Zodoende zouden belastingplichtigen kunnen kiezen tussen het wel of niet compartimenteren. Terugwerkende kracht zou het cherry picken door belastingplichtige tegengaan. De budgettaire derving die door de staatssecretaris op 200 miljoen euro is geschat, is niet uitzonderlijk ingrijpend te noemen. Het gedeelte van deze derving dat betrekking heeft op wetswijzigingen in het verleden zullen zelfs slechts een gedeelte van dit bedrag omvatten. De rechtvaardiging om budgettaire reden is naar mijn idee daarom niet een sterk genoeg argument. 65 Kamerstukken II, , , nr.6, p.7 66 Art 34c lid 1 sub a wet op de vennootschapsbelasting 67 Kamerstukken II 1996/97, , nr.1 68 Kamerstukken II 1996/97, , nr.1 69 Kamerstukken II, , , nr.6, p.9 20
21 Terugwerkende kracht tot de inwerkingtreding van de wet op vennootschapsbelasting 1969 brengt voor de belastingplichtige overmatige administratieve lasten met zich mee. Ook vanuit het oogpunt van de rechtszekerheid is de materiële terugwerkende kracht buiten proportioneel. In een nadere memorie van toelichting meldt de staatssecretaris dat de terugwerkende kracht in veruit de meeste gevallen zal zien op de periode vanaf inwerkingtreding van de Wet werken aan winst. 70 Er zijn momenteel niet of nauwelijks gevallen bekend waar de oorzaak voor regelcompartimentering vóór 1 januari 2007 ligt aldus de staatssecretaris in de nadere memorie van toelichting. 71 Een definitieve uitsluiting van materieel terugwerkende kracht tot invoering van de wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt echter niet gegeven. De wetgever toont zich met de terug werkende kracht naar mijn een idee een slechte verliezer. De Hoge Raad heeft in BNB 2013/177 met al haar wijsheid besloten dat er geen compartimentering plaats hoeft te vinden. De wetgever kan naar mijn idee niet middels terugwerkende kracht achteraf toch gelijk gaan halen. Op 3 april 2015 heeft de staatsecretaris in de nota naar aanleiding van het verslag van de Eerste Kamer toegezegd dat de terugwerkende kracht zal worden beperkt. De staatssecretaris heeft toegezegd dat het wetsvoorstel niet van toepassing is op realisaties van een belang voor zover zich ten aanzien van dat belang vóór 1 januari 2007 (inwerkingtreding van de Wet werken aan winst) een sfeerovergang als gevolg van wetswijziging heeft voorgedaan. 72 Het wetsvoorstel wordt niet gewijzigd door deze toezegging. Belastingplichtigen die een voordeel hebben bij de uitspraak van het arrest BNB 2013/177 kunnen zich op dit arrest beroepen voor zover het belang is gerealiseerd en zich ter zake van dat belang vóór 1 januari 2007 zich een sfeerovergang heeft voorgedaan als gevolg van een wijziging in de wet. 73 De terugwerkende kracht is door de toezegging van de staatsecretaris deels ingeperkt. De terugwerkende kracht gaat ondanks deze toezegging naar mijn idee nog steeds te ver. De belastingplichtige die in het arrest BNB 2013/177 gelijk kreeg van de Hoge Raad zal door het wetsvoorstel nog steeds moeten compartimenteren en dus belasting verschuldigd zijn Bij het belang van de belastingplichtige deed zich namelijk een sfeerovergang voor op 1 januari 2007 als gevolg van een wetswijziging. Hiervoor is het wetsvoorstel nog steeds van toepassing. 76 Dit zou mijns inziens een te grote inbreuk zijn op de rechtszekerheid van de belastingplichtige. De terugwerkende kracht moet daarom naar mijn idee nog verder worden ingeperkt. 70 Kamerstukken II 2014/15, , E, p Kamerstukken II 2014/15, , E, p Kamerstukken II, 2014/15, , G, p.1 73 Kamerstukken II, 2014/15, , G, p.2 74 F.J Elsweier, Cursus Belastingrecht, Vpb D.e2.I algemeen 75 Wanneer de belastingplichtige het belang vóór 13 juni 2013 heeft vervreemd gaat deze stelling niet op 76 Kamerstukken II, 2014/15, , G, p.2 21
22 Paragraaf 5.3: Bezwaar mogelijkheden Voor het vaststellen van de omvang van de compartimenteringsreserve is binnen het wetsvoorstel niet voorzien in de mogelijkheid om de omvang vast te stellen middels een voor bezwaar vatbare beschikking. Vanuit de literatuur is er kritiek gekomen op het ontbreken van deze mogelijkheid. 77 De staatsecretaris geeft als reden voor het ontbreken van een dergelijke mogelijkheid dat de wijze waarop de voordelen bij een feitencompartimentering berekend dienen te worden al door de jurisprudentie duidelijk zijn geworden. 78 Een voor bezwaar vatbare beschikking is daarom volgens de wetgever niet nodig. Een voor bezwaar vatbare beschikking kan voor belastingplichtigen voor meer rechtszekerheid zorgen. Ik deel om die reden de mening van W.R Kooiman en M.H.C Ruijschop dat de regeling zou verbeteren wanneer deze een mogelijkheid zou bieden om de omvang van de reserve vast te laten stellen bij een voor bezwaar vatbare beschikking. 79 De waarderingsdiscussie van de deelneming op het moment van sfeerovergang vormt voor de praktijk namelijk een belangrijk knelpunt. 80 De compartimenteringsreserve wordt pas aan de winst toegevoegd op het moment dat de voordelen worden gerealiseerd, hetgeen waarschijnlijk zal leiden tot een uitstel van de waarderingsdiscussie. Een voor bezwaar vatbare beschikking kan ervoor zorgen dat deze waarderingsdiscussie in een eerder stadium plaatsvindt. Dit zou voor de belastingplichtige niet alleen praktischer zijn, maar ook meer rechtszekerheid bieden. De redenering van de staatssecretaris is naar mijn idee onjuist. De belastingplichtigen die voor het eerst in aanmerking komen voor compartimentering zullen niet bekend zijn met de compartimenteringsleer die is ontwikkeld binnen de jurisprudentie, waardoor het berekenen van de hoogte van de reserve moeilijk kan zijn. De wetgever moet naar mijn idee gaan voorzien in een mogelijkheid om de omvang van de compartimenteringsreserve vast te laten stellen middels een voor bezwaar vatbare beschikking, zodat de waarderingsdiscussie minder zal worden uitgesteld. 77 O.a W.R Kooiman, M.H.C Ruijschop achten een voor bezwaar vatbare beschikkingsmogelijkheid wenselijk. 78 Kamerstukken II 2013/14, , nr 6, p.5 79 W.R Kooiman & M.H.C Ruijschop, Het nieuwe compartimenteren, WFR 2013/ W.R Kooiman & M.H.C Ruijschop, Het nieuwe compartimenteren, WFR 2013/
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)
Nadere informatieHet voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve) TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet
Nadere informatieChecklist Deelnemingsvrijstelling
Checklist Deelnemingsvrijstelling Wie een (persoonlijke) holding bezit met daarin aandelen in een werkmaatschappij, zal al snel achter het belang van de deelnemingsvrijstelling komen. De deelnemingsvrijstelling
Nadere informatie2. Compartimentering bij sfeerovergang voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling
33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve) Nota naar aanleiding van het verslag 1. Inleiding
Nadere informatieBachelor Thesis. : Fiscale Economie. De wenselijkheid van de Wet compartimenteringsreserve. : Roxanne Kuijpers
Bachelor Thesis Fiscale Economie De wenselijkheid van de Wet compartimenteringsreserve Naam : Roxanne Kuijpers Studierichting : Fiscale Economie Administratienummer : 524518 Datum : april 2014 Examencommissie
Nadere informatieI. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding
Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 33 713 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een compartimenteringsreserve (Wet compartimenteringsreserve)
Nadere informatieBachelorthesis [COMPARTIMENTERING BINNEN DE DEELNEMINGSVRIJSTELLING] Bram Driessen ANR: Datum: Studierichting: Fiscale economie
Bachelorthesis Naam: Bram Driessen ANR: 513710 Datum: 22-04-2014 Studierichting: Fiscale economie Examencommissie: Prof. dr. J.A.G. van der Geld Drs. J.J.H. Gortzak MR. W.C.M. Martens [COMPARTIMENTERING
Nadere informatieUitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente
Uitvoeringsbesluit aftrekbeperking bovenmatige deelnemingsrente Artikel 1 Reikwijdte en definities 1. Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 13l en 15ad van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
Nadere informatieWetsvoorstel compartimenteringsreserve
Wetsvoorstel compartimenteringsreserve Frederik van der Does 5602939 mei 2015 Rozengracht 8c 1016 NB Amsterdam 06 10687430 fjavanderdoes@gmail.com dhr. mr. drs. A. (Angelo) Spadaro dhr. prof. dr. mr. E.J.W.
Nadere informatieHet voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) NOTA VAN WIJZIGING Het
Nadere informatieDeelnemings vrij stelling
Deelnemings vrij stelling prof.mr.dr. P.G.H. Aïbert Sdu Uitgevers Den Haag Inhoudsopgave Voorwoord / Inleiding / Opzet van het boek / 5 1 Wettekst, wetsgeschiedenis en ratio van art. 13 Wet Vpb 1969 /
Nadere informatieDe compartimenteringsreserve heeft de eindstreep gehaald
nummer 9 MBB september 2015 De compartimenteringsreserve heeft de eindstreep gehaald Mr.drs. L.G.C. Sabin' In dit overzichtsartikel bespreek ik de praktische implicaties van de werking van de compartimenteringsreserve
Nadere informatieDE COMPARTIMENTERINGSGEDACHTE OP CURAÇAO
DE COMPARTIMENTERINGSGEDACHTE OP CURAÇAO Naam: Darick D. Candelaria Begeleider: F.J. Elsweier Master: Fiscale Economie VOORWOORD Voor u ligt de scriptie De compartimenteringsgedachte op Curaçao. Deze scriptie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19968 Herziening van de deelnemingsvrijstelling in de vennootschapsbelasting Nr. 4 BIJLAGEN BIJ DE MEMORIE VAN TOELICHTING Bijlage 1: Een vergelijking
Nadere informatieInhoudsopgave
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding...3 Hoofdstuk 2 De deelnemingsvrijstelling van artikel 13 Wet VPB 1969...4 2.1 Wat is een deelneming?...4 2.2 Wanneer wordt de deelnemingsvrijstelling toegepast?...5
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38029 30 december 2014 Vennootschapsbelasting. Fiscale eenheid. Wijziging van het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M,
Nadere informatieNo.W /III 's-gravenhage, 1 juni 2011
... No.W06.11.0119/III 's-gravenhage, 1 juni 2011 Bij Kabinetsmissive van 12 april 2011, no.11.000950, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën, bij de Afdeling advisering
Nadere informatieFiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats
Fiscale aspecten van aandelenvennootschappen met een dubbele vestigingsplaats door Dr. M. van Dun 1997 KLUWER - DEVENTER Inhoudsopgave LUST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN XVI 1 INLEIDING 1 2 DE ONTSTAANSGESCHIEDENIS
Nadere informatieDe Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 381 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een aftrekverbod voor de aankoopkosten van een deelneming
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 381 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 686 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met een herziening van de behandeling van de omzetting en kwijtschelding van afgewaardeerde
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012) Nr. 11 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 25 oktober 2011
Nadere informatieGezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van PM, nr. PM
Besluit van PM DATUM tot wijziging van enige uitvoeringsbesluiten op het gebied van belastingen en toeslagen Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM 2016 nr. PM Gelet op de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 262 Wijziging van de Invorderingswet 1990 (Wet uitstel van betaling exitheffingen) Nr. 3 Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van
Nadere informatieMemorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID
Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In
Nadere informatiePRAKTIJKNOTITIE Fiscaal. 1. Inleiding. 2. De fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting Inleiding Voorwaarden vormen fiscale eenheid VPB
Van: NOAB Adviesgroeplid Marree & Van Uunen Belastingadviseurs Datum: februari 2019 Onderwerp: Spoedreparatie fiscale eenheid VPB voor het MKB 1. Inleiding In 2018 werd aangekondigd dat de regeling voor
Nadere informatieBlok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.
Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde
Nadere informatie2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:
ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het vijfde lid wordt een belang heeft vervangen door: direct of indirect
Nadere informatieInkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving
Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Geldend op 24-07-2009 - Besluit van 27 maart 2001; CPP 2001/366M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris
Nadere informatieUniversiteit van Amsterdam. Masterscriptie Fiscale Economie
Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Fiscale Economie Wettelijke regeling verplichte compartimenteren bij sfeerovergang in deelnemingssituaties. Naam: Sjaak Vogt Studentnummer: 10557903 Datum: Januari
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober
Nadere informatiede Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen
de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mr. R.F. Berck Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam,
Nadere informatieESJ Accountants & Belastingadviseurs
ESJ Accountants & Belastingadviseurs Het realiseren van vermogen vanuit een vennootschap Juni 2013 Maurice de Clercq Programma Realiseren van vermogen 1. Inleiding 2. Emigratie België 3. Luxemburg/ Curaçao
Nadere informatieTransparante Vennootschap
Transparante Vennootschap Er is een Transparante Vennootschap (hierna: TV) ingevoerd. Een TV is een naamloze vennootschap (hierna NV) of een besloten vennootschap (hierna: BV) die verzcht heeft om voor
Nadere informatieVoor wat betreft de rentebetalingen wordt verwezen naar onderdeel a hiervoor.
Uitwerking tentamenopgave 1 (totaal 50 ptn) Opgave a; relevante fiscale aspecten voor 2007 (5 ptn) Voor 2007 zijn in principe alleen de beide leningen relevant. Voor wat betreft de betaalde optiepremie
Nadere informatieBesluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507
Nadere informatiede Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen
de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen Aan de Vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der Staten-Generaal mr. R.F. Berck Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Amsterdam,
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 00 0 3 88 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 54139 11 oktober 2018 Vennootschapsbelasting. Subjectieve vrijstelling voor stichtingen en verenigingen (artikel 6 van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 533 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enkele andere belastingwetten in verband met de introductie van een regeling voor
Nadere informatie32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
32 129 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2014:8365
ECLI:NL:RBZWB:2014:8365 Instantie Datum uitspraak 27-11-2014 Datum publicatie 16-01-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 13 _ 1357 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieGegevens belastingplichtige. Naam. Adres Postcode Plaats Telefoon. Inspectienaam Boekjaar van.. t/m
Gegevens belastingplichtige Naam Adres Postcode Plaats Telefoon Inspectienaam Boekjaar van.. t/m Regeling functionele valuta van toepassing dit boekjaar? Ingangsdatum Valutacode Factor Koers Vpb aangifte
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 651 Wet van 13 december 1996 tot wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag
Nadere informatieVennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon. Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen
1 Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 3 april 2017, nr. 2017/116, De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende
Nadere informatieDe invloed van de Flex-BV wetgeving op de deelnemingsvrijstelling en de fiscale eenheid Bachelor thesis
TILBURG UNIVERSITY De invloed van de Flex-BV wetgeving op de deelnemingsvrijstelling en de fiscale eenheid Bachelor thesis Tim Bruins 22-4-2014 ANR: 533991 Studierichting: Fiscale Economie Begeleider:
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 21 januari 2013 heb ik de eer het volgende op te merken.
Den Haag, 2 6 F E B 2013 Kenmerk: DGB 2013-384 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 13/00280) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 4 december 2012, nr. 11/00501, X inzake
Nadere informatieCxS/oiaéi cas. Den Haag, 22 OKT 2008 AAN DE HOGE RAAD DER NEDERLANDEN. Kenmerk: DGB 2008-4936
CxS/oiaéi cas Den Haag, 22 OKT 2008 Kenmerk: DGB 2008-4936 X ^_ Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 08/03864) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 29 juli 2008, nr.
Nadere informatieHet kabinet heeft met interesse kennisgenomen van de vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van het CDA en de PvdA.
34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) Memorie van antwoord 1.
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38087 7 juli 2017 Vennootschapsbelasting. Artikel 28a; omzetting rechtspersoon 3 april 2017 nr. 2017/116 Belastingdienst/Directie
Nadere informatieRegime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking
Jasper van Nes Advocaat Belastingadviseur Regime fiscale eenheid geraakt door uitspraak Hof van Justitie EU in zaak renteaftrekbeperking Belastingrecht 23 maart 2018 Rente op een geldlening voor de financiering
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 323 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid
Nadere informatie138 De Pensioenwereld in 2014
17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen
Nadere informatieErasmus School of Economics Masterthesis. Compartimentering onder belastingverdragen
ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Erasmus School of Economics Masterthesis Nadruk verboden Compartimentering onder belastingverdragen Naam student: S. Saboor Studentnummer: 324871 Scriptiebegeleider: Prof.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 709 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en van enige andere belastingwetten in verband met de fiscale begeleiding van de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)
Nadere informatieHet voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.
33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie
Nadere informatieZowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.
Onderneemt u vanuit meerdere bv s, dan kan het fiscaal aantrekkelijk zijn om de bv s een fiscale eenheid te laten vormen. Zowel in de vennootschapsbelasting als in de omzetbelasting is een fiscale eenheid
Nadere informatie!i2ji ]]] ]]] de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs
!i2ji ]]] ]]] de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen mr. drs. S.A.W.J. Strik voorzitter Commissie Wetsvoorstellen De Vaste Commissie voor Financiën van de Tweede Kamer der
Nadere informatieInhoudsopgave. Situatie na de invoering van artikel 15aj, lid 3, Wet Vpb 1969 met
BACHELOR THESIS De gevolgen van de invoering van artikel 15aj, lid 3, Wet Vpb 1969 wat betreft het faillissement van een dochteronderneming binnen of buiten een fiscale eenheid Naam: Niels van Haperen
Nadere informatieBesluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland
Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM; Gelet op artikel 37 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
Nadere informatieDe koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling
Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:
Nadere informatieMinisterie van Financiën
Ministerie van Financiën Bijlage 1: Algemeen INSPECTIE DER BELASTINGEN CURAÇAO Indien deze bijlage niet voldoende is, kunt u een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 17 Bijlage 2: aandeelhouders
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 685 Besluit van 19 december 2006, houdende aanpassing van het Besluit fiscale eenheid 2003 mede in verband met de Wet werken aan winst Wij Beatrix,
Nadere informatieJaarbericht. Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV
Jaarbericht Weller Vastgoed Ontwikkeling Secundus BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst
Nadere informatieBedrijfsfusie. Vennootschapsbelasting; bedrijfsfusie, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2008, 196
Vennootschapsbelasting; bedrijfsfusie, laatstelijk gewijzigd bij Stcrt. 2008, 196 De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. In dit besluit is een aantal besluiten over de regeling
Nadere informatieStichting RB-Studiekring Gelderland-Overijssel
Stichting RB-Studiekring Gelderland-Overijssel eelnemingsvrijstelling Prof.dr. H. (Hein) Vermeulen Hengelo 5 februari 2018 eventer, 19 februari 2018 Agenda eelnemingsbegrip Begrip jaar (Besluit deelnemingsvrijstelling
Nadere informatieJaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016
Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening (x 1.000)... 3 2.1 Balans per 31 12 2016 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA s-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 696 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van uitholling van de belastinggrondslag en het versterken
Nadere informatieBijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13
Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap;
Nadere informatieBesluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen
Besluit van PM DATUM [CONCEPT] tot wijziging van enige wetten en uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen Artikel XII Het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:
Nadere informatieDit besluit wijzigt het besluit van 18 februari 2014, nr. BLKB 2014/15M, Staatscourant 2014, nr De wijzigingen zijn de volgende.
Vennootschapsbelasting. Dividendbelasting. Fiscale beleggingsinstelling. Wijziging van het besluit van 18 februari 2014, nr. BLKB 2014/15M, Staatscourant 2014, nr. 5544 Belastingdienst/Directie Vaktechniek
Nadere informatieTOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM
TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM met betrekking tot de Gecombineerde Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders (de"vergadering") van Insinger de Beaufort Umbrella Fund N.V. (de "Vennootschap")
Nadere informatieBijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.
Bijlage 1: Algemeen Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage. 1 Bijlage 2: aandeelhouders Vul bijlage 2 in als het gaat om: een besloten vennootschap; een naamloze vennootschap
Nadere informatieFiscale eenheid. Agenda. 4 juni dr. A. (Aad) Rozendal. Verlies verrekening. Entreeproblematiek. Bezitseis. Verlies verrekening.
Fiscale eenheid 4 juni 2018 dr. A. (Aad) Rozendal Agenda Entreeproblematiek Verlies verrekening Entreeproblematiek Verlies verrekening Voordelen Resultatensaldering Interne rechtsverhoudingen onzichtbaar
Nadere informatieGeld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! CROP.NL
Geld geleend van de eigen vennootschap? Mogelijk dubbele heffing door nieuwe wetgeving! Belastingdienst gaat bovenmatig lenen bij eigen vennootschap aanpakken. Inleiding De Belastingdienst stelt de laatste
Nadere informatieHoorcollege Directe Belastingen DB II Collegejaar 2014/2015
Waarom een VBI of een FBI? De VBI en de FBI zijn faciliteiten die collectief belleggen faciliteren. Fiscaal bezien kan je ruwweg - (collectief) beleggen op twee manieren vormgeven. Een belastingplichtige
Nadere informatieVennootschapsbelasting. Fiscale eenheid.
Vennootschapsbelasting. Fiscale eenheid. Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M, Staatscourant 2010, 20684 De staatssecretaris
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2008:BF9690
ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 26-09-2008 Datum publicatie 16-10-2008 Zaaknummer AWB 08/537 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieVeroorzakingsbeginsel en compartimentering
26/11/2007 H:/ORDERS/krw/krwtijd/krwwfr/wfr6743/wfr6743b_03.3dpag. 1297 Veroorzakingsbeginsel en compartimentering MR. F.P.J. SNEL* 1 Inleiding Een rijke Japanse edelman arriveerde bij de poort van de
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 34646 21 juni 2019 Vennootschapsbelasting. Aanpassing van de beleidsbesluiten voor bedrijfsfusie, juridische splitsing
Nadere informatieInterne rente bij de vaste inrichting
3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne
Nadere informatieMEMORIE VAN TOELICHTING. Inhoudsopgave
Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met enkele aanpassingen inzake de fiscale eenheid (Wet aanpassing fiscale eenheid) MEMORIE VAN TOELICHTING Inhoudsopgave
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 552 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2017) Nr. 20 DERDE NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 4 november 2016
Nadere informatieBachelorthesis. De tussenregeling valutaresultaten. Naam: Michiel van Gils Studentnummer: Universiteit van Tilburg
Bachelorthesis De tussenregeling valutaresultaten Naam: Michiel van Gils Studentnummer: 361228 Universiteit van Tilburg Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen 2 Voorwoord 3 Hoofdstuk 1: Inleiding:
Nadere informatieFiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010
Fiscaal memorandum voor participaties in Terra Vitalis met betrekking tot het belastingjaar 2010 Inleiding Participeren in het beleggingsobject Terra Vitalis kan gevolgen hebben voor uw belastingpositie
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 31727 11 juni 2018 Inkomstenbelasting. Vennootschapsbelasting. Lijfrente in de winstsfeer. Wijziging van het besluit van
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's Gravenhage
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl
Nadere informatieVennootschapsbelasting. Bedrijfsfusie. Toepassing artikel 14, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 1
Vennootschapsbelasting. Bedrijfsfusie. Toepassing artikel 14, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 1 Vennootschapsbelasting. Bedrijfsfusie. Toepassing artikel 14, tweede lid, van de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)
Nadere informatieVerliezen kan je meekrijgen, winsten moet je achterlaten
Bachelor Thesis Fiscale Economie Verliezen kan je meekrijgen, winsten moet je achterlaten Naam: Tonia Nelen Adres: Oerlesestraat 217 5025 DC TILBURG Telefoonnummer: 06-15186932 Studierichting: Fiscale
Nadere informatieOvergangsrecht Wet op de vennootschapsbelasting 1969
Overgangsrecht Invoeringswet IB 2001 Artikel IV. Overgangsrecht vennootschapsbelasting Sanctiebepaling participatiemaatschappijen Herwaardering onroerende zaken buitenlands belastingplichtigen A. Sanctiebepaling
Nadere informatie