Taakbeleid SCOH / Compensatieverlof

Transcriptie

1 Taakbeleid SCOH / Compensatieverlof De CAO PO kent geen ADV meer. Wel heeft de werknemer het recht maximaal 131 uur (oude aantal uren ADV waar men recht op hand bij een full time aanstelling) boven de algemene arbeidsduur te worden ingeroosterd (compensatieverlof), tenzij het dienstverband zich hiertegen verzet en/of dit recht leidt tot verdringing van werkgelegenheid. Deze extra uren worden gecompenseerd in (primair) verlof of uitbetaald. Met ingang van het schooljaar volgt de SCOH op dit punt de CAO PO. Dat wil dus zeggen dat we geen adv meer toekennen, maar wel compensatieverlof aan diegenen die aantoonbaar meer uren maken dan de voor hem/haar geldende normjaartaak. Dit geldt voor onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel. Wat houdt de regeling normjaartaak/compensatieverlof volgens de CAO PO nu precies in? De normjaartaak bedraagt 1659 uur bij een fulltime dienstverband. Een werknemer mag vragen of hij/zij maximaal 131 uur (huidige ADV-recht) boven de algemene arbeidsduur mag worden ingeroosterd. Bij een werktijdfactor < 1,0 geldt het aantal uren naar rato van de wtf. Het verzoek wordt toegekend, tenzij het dienstbelang zich ertegen verzet en/of dit leidt tot verdringing van werkgelegenheid. Compensatie-uren worden alleen toegekend als het werk er daadwerkelijk, aantoonbaar is. In beginsel vindt compensatie plaats in verlof, het kan ook in geld (mits de schoolbegroting dat toelaat) Wat betekent het volgen van de CAO PO op het punt van normjaartaak/compensatieverlof? Scholen moeten hun taakbeleid goed op orde hebben. Directeuren moeten met elk personeelslid voor het begin van het nieuwe schooljaar de taken voor het nieuwe schooljaar bespreken, inclusief de uren die daarvoor staan. - iemand die fulltime werkt en ADV in verlof krijgt, wordt nu voor 1790 uur ingeroosterd, waarvan 131 uur ADV, zodat iemand netto 1659 uur werkt. Vanaf het schooljaar wordt die persoon voor 1659 uur ingeroosterd (= uur). Derhalve voor 131 uur minder, maar er is dan ook geen recht op de 131 uur ADV die men bij een inroosteren van 1790 uur wel had. Per saldo zou het aantal gewerkte uren dus hetzelfde moeten blijven, nl uur. - iemand die fulltime werkt en de adv uitbetaald krijgt, moet nu 1790 uur werken. In de nieuwe situatie (schooljaar ) indien er voldoende werk voor handen is zou deze persoon wederom voor 1790 uur ingeroosterd kunnen worden en voor 1790 uur uitbetaald kunnen krijgen. Overigens moet deze variant jaarlijks telkens opnieuw overeen worden gekomen. Men heeft er geen recht op om 131 uur extra ingeroosterd te worden. Dat kan nl. alleen als er voldoende werkzaamheden zijn toe te delen om aan die 131 uur extra te komen en de toekenning van extra uren aan een persoon niet leidt tot verdringing van werkgelegenheid. - voor parttimers, aangesteld voor , geldt dat ze hun ADV uitbetaald krijgen. Hun werktijdfactor is dus gebaseerd op een bepaalde aanstellingsomvang inclusief de uren adv. Zij krijgen die adv-uren uitbetaald, maar moeten die uren dan wel werken. Deze situatie blijft gehandhaafd onder de regeling van het compensatieverlof. Personeelsleden die per 1 augustus 2008 in dienst treden of die per 1 augustus 2008 hun full time-aanstelling omzetten in een parttime aanstelling, krijgen een werktijdfactor waarin geen adv meer verdisconteerd is. Overigens kunnen parttimers (zowel zij die voor , als zij die na in dienst gekomen zijn) wel compensatieverlof opbouwen, maximaal tot hun wtf x 131 uur. Zoals al meerdere keren opgemerkt, kent de CAO PO de mogelijkheid van compensatieverlof. Daarmee kan de huidige situatie waarin men ADV krijgt in feite gehandhaafd blijven; we noemen het alleen compensatieverlof. We willen die mogelijkheid ook benutten, mits maar klip en klaar is dat iemand in dat geval meer uren maakt dan zijn/haar normjaartaak. De uren die iemand aantoonbaar boven de normjaartaak werkt (tot

2 een maximum van 131 uur bij een fulltime aanstelling), worden gecompenseerd in (primair) verlof. Hierover moeten voorafgaand aan het schooljaar afspraken gemaakt worden die gebaseerd zijn op taakbeleid. Het voeren van een goed taakbeleid is dus cruciaal! Het is niet de bedoeling dat het taakbeleid op de ene SCOH-school ertoe leidt dat vrijwel iedereen alsnog zijn compensatieverlof krijgt, terwijl het taakbeleid op de andere SCOHschool ertoe leidt dat vrijwel niemand compensatieverlof krijgt. Om rechtsongelijkheid zoveel mogelijk te voorkomen wordt op SCOH-niveau taakbeleid vastgelegd. Binnen dit taakbeleid blijft er voor elke individuele school ruimte over om uren toe te kennen aan taken die specifiek zijn voor de desbetreffende school. Hieronder volgt het SCOH-taakbeleid zoals dat met instemming van directeurenoverleg, bestuur en gmr in het voorjaar van 2008 is vastgelegd. In het voorjaar van 2009 is het beleid in het directeurenoverleg geëvalueerd. Die evaluatie heeft geleid tot bijstelling van beleid op een aantal punten. Die bijstellingen zijn in deze versie van de notitie verwerkt. In het voorjaar van 2010 zal het beleid opnieuw geëvalueerd worden. Taakbeleid SCOH A. Onderwijsgevend personeel Lesgebonden taak: Dit betreft de daadwerkelijke contacturen met de klas. Het is van belang om elk schooljaar opnieuw te bekijken hoeveel contacturen er in het desbetreffende schooljaar zitten. De CAO PO gaat uit van een maximale lessentaak voor fulltimers van 930 uur. De mogelijkheid bestaat evenwel om in onderling overleg tussen werkgever (lees: directeur) en werknemer hiervan af te wijken. In de praktijk gebeurt dit op de meeste scholen al, omdat fulltimers in de bovenbouw veelal 1010 lesgebonden uren maken. Opmerkingen: - om de lesgebonden uren te berekenen, wordt uitgegaan van een schooljaar van 39 schoolweken. Voor zowel de bovenbouw als de onderbouw wordt voor het aantal lesgevende uren uitgegaan van de uren die gelden voor de bovenbouw (dus bij een fulltime dienstverband is dat 930, 1000, 1010 uren, dat kan per school verschillen). Dit om het huidige verschil tussen onderbouw en bovenbouw op dit punt te neutraliseren. Op veel scholen is in het afgelopen schooljaar voor de onderbouw uitgegaan van 880 lesgevende uren, waardoor leerkrachten in de onderbouw nauwelijks compensatieverlof konden opbouwen. Dat is door veel scholen als onredelijk ervaren. Met name omdat onderbouwleerkrachten een kwartier voor en na de lessen bezig zijn met onderwijsgerelateerde contacten met leerlingen en ouders. Het zou natuurlijk nog eerlijker zijn als de scholen de lestijden voor onderbouw en bovenbouw gelijk zouden trekken, maar daarvoor is wel instemming van de oudergeleding van de mr nodig. - de uren gym die een groep bij een vakleerkracht volgt, worden niet afgetrokken van de lesgebonden tijd van de groepsleerkracht. Niet-lesgebonden taken: 35% van de lesgebonden tijd wordt besteed aan niet-lesgebonden taken. Iemand die 930 uur lesgeeft, krijgt 35% van de lesgebonden tijd (325,5 uur) toebedeeld voor niet-lesgebonden taken. Iemand die 1010 uur lesgeeft krijgt dan 353,5 uur toebedeeld voor niet lesgebonden taken. Onder niet lesgebonden taken verstaan we: -planning en opzet van de lessen en onderwijsactiviteiten; -maken/verzamelen van lesstof/oefenstof en toetsen;

3 -afname van en verwerking van toetsen, leerresultaten, computergegevens; -observaties; -verslaglegging; -absentenregistratie; -het op orde houden van de klas/aankleding van de klas; -kleine huishoudelijke taken, bijv. planten, afnemen kasten, handdoeken; -rapportage in het kader van zorgverbreding, waaronder leerlingvolgsysteem, opstellen en uitvoering geven aan handelingsplannen; -voorbereiden van ADV-BAPO dag; -het overdragen van/overleggen met duopartner; -overleg met collega s en collega s parallelgroep; -overleg IB/RT/consulenten/externen; -bijwerken van onderwijsmateriaal; -nakijken/correctie. Per school kan worden besloten de volgende taken te laten vallen onder overige taken Groep 1-2 -intakegesprekken; -dagelijkse contacten met ouders voor en na schooltijd; -bijwerken van onderwijsmateriaal; -overleg in kader van VVE; -eten tussen de middag met de kinderen; Groep 3-8 -oudercontacten; -rapportage aan ouders: 10 minutengesprekken, informatieavonden, oudergesprekken; -oudergesprekken VO (groep 8) -eten tussen de middag met de kinderen; Er is voor gekozen om de huisbezoeken niet op te nemen in de opsomming nietlesgebonden taken. Dit omdat huisbezoeken veel tijd vergen en de ene school wel met huisbezoeken werkt en de andere school niet. De school die wel met huisbezoeken werkt zou deze kunnen opnemen bij de overige taken, dan wel het percentage van 35% kunnen verhogen met de uren die besteed worden aan huisbezoeken. Er is discussie geweest over de vraag of de taken die vallen onder overige taken ook niet genormeerd zouden moeten worden (denk aan een standaard aantal uren voor ouderavonden, BOVO-werkzaamheden etc). Besloten is dit niet te doen, want het gaat toch veelal om taken waarvan de invulling afhangt van wat er op schoolniveau over wordt afgesproken. Vergaderen (zowel teamvergaderingen als bouwvergaderingen) Het aantal uren dat aan vergaderen wordt besteed blijkt per school teveel te verschillen om aan de norm van 5% vast te houden. Daarom wordt deze afspraak vervangen door de volgende: per school wordt besloten hoeveel uren worden gerekend voor de volgende vergaderingen: teamvergaderingen, bouwvergaderingen en disciplinevergaderingen (bij voorbeeld overleg van logopedisten, ambulant begeleiders etc). Alle overige vergaderingen worden meegenomen in de schoolgebonden commissies en vallen daarmee onder overige taken. Deskundigheidsbevordering De uren die hiervoor staan volgen uit de CAO PO en zijn dus niet onderhandelbaar. Binnen de normjaartaak van 1659 uur wordt 10% van de uren (166 uur) besteed aan deskundigheidsbevordering. De helft van deze uren (83 uur) wordt door de medewerker zelf

4 ingevuld vanuit eigen professionaliteit. De medewerker legt achteraf verantwoording af over de feitelijke besteding van die uren. De overige 83 uur wordt ingezet voor persoonlijke scholing en ontwikkeling. Daarover maken werkgever en werknemer afspraken. Het is zaak om tijdig voor of net in het nieuwe schooljaar afspraken te maken over de inzet van deze 83 uren voor nascholing. De eerste 83 uur zijn zoals gezegd volledig vrij in te vullen door de leerkracht. Achteraf wordt daarover door de werknemer aan de directeur verantwoording afgelegd. Scholing op verzoek van de leerkracht wordt van deze 83 uur afgetrokken. De volgende 83 uur worden ingevuld door de directeur in overleg met de leerkracht 1 Let wel: behalve voor individuele scholing kunnen deze uren ook ingezet worden voor teamscholing. Deskundigheidsbevordering die plaatsvindt op verzoek van de directeur wordt in beginsel van deze 83 uur afgetrokken. Marge-uren 2% van de normjaartaak is beschikbaar als marge-uren (bij een normjaartaak van 1659 uur is dat 33 uur). Deze uren kunnen dus worden ingezet voor bijv. onverwachte werkzaamheden. Ook over het handhaven van de marge-uren is discussie geweest. Besloten is deze marge wel te handhaven. De ervaring leert dat in een schooljaar altijd onverwachte zaken zich voordoen. Door geen marge in te bouwen, kan met deze onverwachte zaken dan feitelijk niets gedaan worden. Compensatie voor leeftijd of pedagogisch-didactische zwaarte Startende leerkracht Voorgesteld wordt om een startende leerkracht in zijn/haar eerste jaar van aanstelling geen overige taken te geven. In het tweede jaar van aanstelling of als het gaat om een nieuwe maar ervaren leerkracht, wordt 50% van de uren die beschikbaar zijn voor overige taken ingezet voor die overige taken Voor SO en SBO-scholen geldt veelal dat een startende leerkracht ook nog aanvullende scholing moet volgen. Die scholen kunnen overwegen om de startende leerkracht die aanvullende scholing moet volgen, ook in bijvoorbeeld het tweede jaar van aanstelling, nog vrijstelling te geven van overige taken De oudere leerkracht Aan de oudere leerkracht wordt het aanbod gedaan minder overige taken toebedeeld te krijgen. Wil hij/zij hiervan geen gebruik maken, dan kan dat natuurlijk. We stellen het volgende voor: 55+: krijgt 20% vermindering van de uren die resteren voor overige taken als compensatie 60+: krijgt 30% vermindering van de uren die resteren voor overige taken als compensatie 62+: krijgt 40% vermindering van de uren die resteren voor overige taken als compensatie 1 Te denken valt aan: cursussen, trainingen, studiedagen - al dan niet intern (op initiatief van de directeur), bijhouden van vakliteratuur (op verzoek van school/directeur), inwerkproces nieuwe methoden, supervisie/coachen, intervisie, collegiale consultatie, gesprekken na afloop van klassenbezoek, het zich eigen maken en kunnen toepassen van de kwaliteits- en zorgsystemen van de school, specifieke kennis verwerven (bijv t.b.v. rugzakleerling), ICT-toepassingen integreren in onderwijs (bijvoorbeeld smartbord en website).

5 Pedagogisch-didactische zwaarte Het is aan de school om te bepalen of er compensatie wordt gegeven aan leerkrachten die een pedagogisch-didactisch zware groep hebben in enig jaar. De compensatie betreft maximaal 20% vermindering van de uren die beschikbaar zijn voor overige taken. Overige taken De uren die resteren moeten besteed worden aan overige taken. Denk aan Sinterklaas, kerstcommissie, schoolkrant, etc. Elke school bepaalt zelf welke taken onder deze categorie vallen en hoeveel uren aan elke taak wordt toebedeeld. Op dit onderdeel heeft de PMR van elke school instemmingsrecht (artikel 2.1. lid 4 CAO PO). Voor wat betreft het bijwonen van werkweken hebben de directeuren afgesproken dat daarvoor 10 uur per dag gerekend wordt. Voor wat betreft het bijwonen van werkweken is afgesproken dat op schoolniveau wordt bepaald hoeveel uren hiervoor worden toegekend. Uren mr/gmr De Cao PO kent daarvoor de volgende uren toe: 60 uur voor deelname aan mr óf gmr en 100 uur voor deelname aan mr+gmr. Wijzigingen gedurende het schooljaar Bij ziekte of zwangerschap gedurende het schooljaar geldt het volgende (eigenlijk hetzelfde als bij adv): ben je ziek of met zwangerschaps/bevallingsverlof op de reeds geplande cvdagen, dan ben je die dagen kwijt. Voorbeeld: iemand heeft 10 cv dagen en voorafgaand aan het schooljaar is afgesproken dat iemand die dagen geclusterd opneemt in 1 week in oktober en 1 week in mei. Stel dat die persoon in september langdurig ziek wordt en pas in april weer terugkeert, dan vervalt het weekje verlof in oktober maar betrokkene heeft wel recht op het cv-verlof dat voor mei gepland stond. Gaat een personeelslid gedurende het jaar meer uren maken dan aanvankelijk was afgesproken op het normjaartaakformulier en ontstaat daarmee recht cq meer recht op compensatieverlof, dan heeft die persoon het recht om lopende het schooljaar compensatieverlof op te bouwen en dit ofwel in verlof ofwel in geld op te nemen (let op: het maximum van 131 uur op jaarbasis bij een fulltime dienstverband mag niet overschreden worden. Gebeurt dat toch, dan moeten die taken en uren eigenlijk gegeven worden aan iemand die nog geen cv cq nog niet volledig cv heeft opgebouwd). Werkt een personeelslid door eigen toedoen - gedurende het jaar aantoonbaar evident minder uren dan gepland op het normjaartaakformulier en had deze persoon op basis van het formulier wel recht op compensatieverlof, dan kan dit op een aantal manieren worden opgelost: het compensatieverlof van betrokkene wordt verminderd met het aantal uren dat deze persoon minder werkt dan gepland; in het geval voor deze persoon voor het compensatieverlof al geregeld is: in dat geval wil je de vervanging waarschijnlijk door laten gaan en is het personeelslid inzetbaar voor andere taken. Het is wel belangrijk om bij het invullen van de normjaartaakformulieren met de mensen te communiceren dat er in de loop van het schooljaar taken bij kunnen komen of af kunnen gaan en dat in dat laatste geval iemand ofwel minder compensatieverlof krijgt ofwel inzetbaar is voor andere taken die in de loop van het schooljaar zich voordoen. Doorschuiven van uren naar het volgende schooljaar?

6 Nee, dat kan niet. Jaarlijks wordt voorafgaand aan het schooljaar de normjaartaak ingevuld. Blijkt daaruit dat de maximaal toegestane uren voor cv worden overschreden, dan moeten er taken geschrapt worden. Voor alle duidelijkheid: er kan nooit meer dan 131 uur cv worden opgebouwd (parttimers naar rato). Komt men door omstandigheden toch uit boven die 131 uur en worden er geen taken geschrapt, dan wordt dit meerdere niet gecompenseerd. B. Onderwijsondersteunend personeel We onderscheiden onderwijsondersteunend personeel met les- en/of behandeltaken en onderwijsondersteunend personeel zonder les en/of behandeltaken. Onderwijsondersteunend personeel met les- en/of behandeltaken. Voor de groep personeelsleden wordt de invulling van de normjaartaak als volgt berekend: -voor de dagen waarop deze personeelsleden (denk aan IB, Rt, logopedie etc) hun onderwijsondersteunende taken verrichten, worden uren toegekend (4,5 uur voor een morgen, 4,0 uur voor een middag, 1,5 uur voor de woensdagmiddag). In die uren worden alle taken gedaan die bij de werkzaamheden van IB, RT, logopedie horen. -worden er nog overige taken gedaan (maar geen lesgevende taken), dan worden de uren voor de overige taken die men verricht en de vergaderuren die vallen buiten de uren die voor een dag worden toegekend, opgeteld. -voor de dagen waarop deze personeelsleden lesgevende taken verrichten (denk aan een IB-er die 2 dagen IB-er is en 3 dagen les geeft), worden dezelfde normen gehanteerd als voor de leerkrachten. Voor die dagen wordt dan bijv 35% van de lesgebonden tijd gerekend, alsmede uren toegekend voor eventuele overige taken en vergadertijd. -voor wat betreft de toe te kennen uren voor marge en deskundigheidsbevordering gelden de normen die ook voor leerkrachten gelden; -voor deze categorie personeelsleden geldt dat er recht is op compensatieverlof volgens dezelfde regels als die hierboven zijn gesteld voor onderwijsgevend personeel. Onderwijsondersteunend personeel zonder les- of behandeltaken Voor deze groep personeelsleden geldt eveneens een normjaartaak van 1659 uur bij een fulltime aanstelling. Voor deze groep personeelsleden is er in principe een functiebeschrijving of taakkarakteristiek waarin de werkzaamheden zijn vastgelegd. Voorts geeft CAO PO regels hoe om te gaan met overwerk (artikel 6.38 CAO PO), werken op onregelmatige tijden (artikelen 6.36 en 6.37 CAO PO) en kent de CAO PO rechten toe aan oudere werknemers om minder te werken cq niet met overwerk belast te mogen worden (artikel 6.35 CAO PO). Daarnaast geldt ook voor deze categorie personeelsleden dat 10% van de normjaartaak beschikbaar moet zijn voor deskundigheidsbevordering (artikel 2.2. lid 4 CAO PO). De CAO PO geeft dus al de nodige regels voor taakbeleid van onderwijsondersteunend personeel zonder les- of behandeltaken. Een nadere specificatie van de functies in taakbeleid zou te verstarrend werken en wordt niet wenselijk geacht. Onderwijsondersteunend personeel op de SO-scholen (De Voorde en de Koetsveldschool) Op bovengenoemde scholen verricht een aantal personeelsleden specifieke werkzaamheden die niet goed ondergebracht kunnen worden in bovenvermeld voorstel. Denk voor de Voorde bijvoorbeeld aan de zorgcoördinatoren, de leerkrachtbegeleiders, de ambulant begeleiders, de orthopedagoog en de maatschappelijk werker. Voor de Koetsveldschool kan onder andere gedacht worden aan de stagebegeleiders, de medewerker onderwijsontwikkeling, de medewerker kwaliteitsbeleid. Met de directeuren van beide scholen is afgesproken dat zij voor deze groep personeelsleden apart taakbeleid zullen ontwikkelen wat zij in overleg met de pmr van de desbetreffende school zullen vaststellen.

7 Juni 2009