Prestatie-indicatoren. VU medisch centrum

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Prestatie-indicatoren. VU medisch centrum"

Transcriptie

1 Prestatie-indicatoren VU medisch centrum 2006

2 Inhoudsopgave VUmc I. Indicatoren I.1 Decubites (doorliggen) I.2 Bloedtransfusies I.3 Medicatieveiligheid I.4 Zorg-ICT I.5 Postoperatieve wondinfecties I.6 Complicatieregistratie l.7 Pijn na een operatie l.8 Volume van risicovolle interventies l.9 Cholecystectomie l.10 Ongeplande heroperaties l.11 Afgezegde operaties l.12 Intensive care (IC) l.13 Zwangerschap l.14 Diabetes mellitus (suikerziekte) l.15 Hartfalen l.16 Acuut myocardinfart (AMI, hartinfarct) l.17 CVA (hersenbloeding) l.18 Heupfractuur l.19 Mammatumor (borstkanker) l.20 Cataract (staar) l.21 Postoperatieve opnameduur na blindedarmoperatie bij kinderen tot 15 jaar ll. NVZ-indicatoren Kwaliteitsborging en kwaliteitssystemen Il.1 Accreditatie Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA) ll.2 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA) Financiele positie ll.3 Financiële positie Parameters ten behoeve van verantwoording, sturing en benchmarking ll Patiënttevredenheid ll Klachten Organisatie & kwaliteit ll Wachttijden ll Risico-inventarisatie Organisatie en randvoorwaarden ll Welbevinden medewerkers ll Milieubelasting Onderwijs, opleiden en onderzoek ll Onderwijs en opleidingen ll Onderzoek Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

3 Algemene inleiding PI s Hierna wordt per prestatie-indicator een korte omschrijving van de gevraagde indicator gegeven. Vervolgens staan de gegevens van VUmc vermeld. De toelichting op de prestatie-indicatoren is in eerste aanzet geschreven als toelichting voor de Inspectie en bevat daardoor veel medisch terminologie. I. Ziekenhuisbrede indicatoren I.1 Decubites (doorliggen) I.1.1 Decubitesregistratie a) beschikt u over een systematische decubitesregistratie? b) registreert u volgens het LPOD-systeem (Landelijk Prevalentie Onderzoek Decubites)? c) worden de resultaten van de registratie aantoonbaar gebruikt in beslissingen van het management? VUmc houdt jaarlijks een prevalentie-onderzoek naar decubites. VUmc beschikt over een decubitesregistratie, waarbij het LPOD-protocol wordt gevolgd. Alleen de patiënten die bij de wond- en decubites-verpleegkundigen zijn aangemeld, worden in de registratie opgenomen. In het kader van het landelijke kwaliteitsprogramma Sneller Beter, waaraan VUmc sinds 2004 deelneemt, zijn zorgeenheden bezig met decubites-verbeterprojecten. Op de intensive care (IC) wordt continu de decubitesscore in Metavision (een elektronisch patiëntendossier) geregistreerd. Op sommige verpleegafdelingen registreert men via een eigen systeem op papier. VUmc heeft twee decubitesconsulenten in dienst en op alle verpleegeenheden is een decubitescontactpersoon aangesteld. De gegevens uit het registratiesysteem zijn gekoppeld aan Focus (een onderdeel van het ziekenhuisinformatiesysteem) en stimuleren het management en andere belanghebbenden om te reageren met verbeterprojecten. Hierdoor zijn onder andere op de IC nieuwe anti-decubitesmaterialen aangeschaft. Voor patiënten is er een informatiefolder over het voorkomen (preventie) van decubites beschikbaar. Kenmerken van de systematische VUmc-decubitesregistratie: Aanwezigheid van één of meer decubitesconsulenten Aanwezig Afwezig Het houden van regelmatige puntprevalentiemetingen bij alle opgenomen patiënten in het gehele ziekenhuis (die voor meting in aanmerking komen) Het bijhouden van een incidentieregistratie bij één of meer specifieke patiëntengroepen De aanwezigheid van een commissie of werkgroep die het decubitesbeleid op basis van deze registraties waar nodig bijstelt, bij intensive care en heupoperatiepatiënten Overige, namelijk: Deelname aan Sneller Beter, 2 e ronde Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

4 I.1.2 Puntprevalentie decubites ziekenhuisbreed wat is de prevalentie van decubites (graad 2 t/m 4) bij alle in het ziekenhuis opgenomen (klinische) patiënten gemeten op een vast tijdstip in 2006 (puntprevalentie)? In 2006 werd de prevalentie van decubites op 4 april gemeten. Van de 321 volgens LPOD-protocol (en - gegevens) in aanmerking komende patiënten, werden bij 24 patiënten nieuwe graad 2 t/m 4 wonden vastgesteld. Dus de wond-puntprevalentie bedraagt 7,5%. Het totaal opgenomen aantal patiënten op 4 april 2006 bedroeg 356. Patiënten werden onderzocht door de decubitescontactpersoon van de zorgeenheid. I.1.3 Decubitesincidentie bij een homogene patiëntenpopulatie wat is de incidentie van decubites (graad 1 t/m 4) in het ziekenhuis ontstaan bij patiënten opgenomen voor een totale heupvervanging van 1 januari t/m 31 december? Volgens ons eigen registratiesysteem werd in 2006 bij 2 van de 136 patiënten met een totale heupvervanging decubites vastgesteld. De incidentie bedraagt derhalve 1,5%. Het betrof beide keren een graad 1 decubites. I.2 Bloedtransfusies I.2.1 Hemovigilantiebeleid Hemovigilantie is het registreren van complicaties als gevolg van transfusies van bloedproducten. a) rapporteert u alle transfusiereactie-gerelateerde bijwerkingen aan het transfusielaboratorium? b) rapporteert u alle transfusiefouten aan de MIP-(FONA-)commissie? c) heeft u van TRIP (Transfusie Reacties in Patiënten) Landelijk HemovigilantieBureau een verklaring van deelname aan TRIP ontvangen? VUmc kent een vastgelegd beleid voor de kwaliteitsbewaking van de bloedtransfusieketen. Dit beleid houdt onder andere in dat alle transfusiegerelateerde bijwerkingen aan de bloedtransfusiedienst worden gemeld en dat de hemovigilantiemedewerker van de dienst, na analyse, de transfusiereacties rapporteert aan TRIP (voor landelijke registratie). VUmc heeft een verklaring van deelname ontvangen. Verder worden alle transfusiefouten gerapporteerd in de MIP-registratie (Melding Incidenten Patiëntenzorg). Het VUmchemovigilantiebeleid bestaat dus uit het systematisch monitoren van bijwerkingen en nadelige incidenten in de gehele transfusieketen van donor tot patiënt en daarnaast uit alles wat kan bijdragen aan een veiliger en efficiënter gebruik van bloedproducten. Voor patiënten en belanghebbenden is een uitgebreide informatiebrochure over transfusie en bloedproducten beschikbaar ( I.2.2 Transfusiereacties graad 3 en 4 wat is het percentage transfusiereacties (alleen graad 3 en 4) in het afgelopen jaar (graad 3 is direct levensbedreigend en graad 4 betreft een dodelijke afloop)? In 2006 zijn in totaal eenheden getransfundeerd. Er was driemaal sprake van een graad 3 of 4 reactie. Het percentage transfusiereacties per getransfundeerde eenheid bedraagt derhalve 0,012%. Deze gegevens zijn beschikbaar in ZIS, TRIP en een eigen registratiesysteem. VUmc vindt het aantal reacties per getransfundeerde patiënt geen zinvolle indicator. Het percentage graad 1 reacties per getransfundeerde eenheid bedraagt 0,094% en voor graad 2 reacties 0,016%. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

5 I.3 Medicatieveiligheid I.3.1 Beschikbaarheid gegevens over voorgeschreven en verstrekte medicatie tijdens het patiëntencontact a) zijn gegevens over in het ziekenhuis (klinisch en poliklinisch) voorgeschreven medicatie elektronisch beschikbaar op de polikliniek en verpleegafdelingen, in de ziekenhuisapotheek en buiten het ziekenhuis? En in welke fase van het medicatieproces is de informatie vastgelegd? b) zijn gegevens over extramuraal voorgeschreven medicatie elektronisch beschikbaar op de polikliniek en verpleegafdelingen en in de ziekenhuisapotheek? En in welke fase van het medicatieproces is de informatie vastgelegd? VUmc: a.1 klinisch voorgeschreven medicatie is elektronisch beschikbaar op alle polispreekkamers, op alle verpleegafdelingen en in de ziekenhuisapotheek, maar niet buiten het ziekenhuis. Deze informatie is bij het voorschrijven vastgelegd. a.2 poliklinisch voorgeschreven medicatie is niet elektronisch beschikbaar op de polispreekkamers, op de verpleegafdelingen, in de ziekenhuisapotheek of buiten het ziekenhuis. In 2004 is wel een start gemaakt met het elektronisch beschikbaar maken van de cytostaticakuren voor hematologiepatiënten die zijn opgenomen voor een dagbehandeling. b. extramuraal voorgeschreven medicatie is niet elektronisch beschikbaar op de polispreekkamers of verpleegafdelingen. Wel zijn de extramurale medicatiegegevens in de ziekenhuisapotheek bekend. Deze komen via een fax of elektronisch via OZIS binnen bij het apotheekservicepunt. Hiervan wordt een uitdraai voor de opnamestatus gemaakt. Deze informatie is dus bekend bij de medicatieanamnese en het voorschrijven in de kliniek. Voor de regio Amsterdam is dit geautomatiseerd. De informatie wordt dus tijdens uitgifte vastgelegd. VUmc werkt met een (in ontwikkeling zijnd) elektronisch patiëntendossier, waarin Medicator als elektronisch voorschrijfsysteem wordt gebruikt. Dit wordt toegepast op de verpleegafdelingen en de dagbehandeling. Het betreft een elektronisch overzicht van de voorgeschreven medicatie, de toediening wordt handmatig geregistreerd. Op de intensive care wordt de toediening wel elektronisch vastgelegd. I.4. I.4.1 Zorg-ICT Beschikbaarheid van elektronische gegevens en procesondersteunende ICT a) hoe is de beschikbaarheid van elektronische gegevens op de polikliniek en op de afdeling (bij voorkeur op de patiëntenkamers) voor administratieve basisgegevens, laboratoriumgegevens, correspondentie vanuit het ziekenhuis, radiologieverslagen, bacteriologieverslagen, medicatiegegevens, pathologieverslagen, operatieverslagen en beelden? Het betreft hier het inzien (opvragen) van gegevens. b) hoe is de beschikbaarheid van procesondersteunende ICT op de polikliniek en op de afdeling (bij voorkeur op de patiëntenkamers) voor elektronische registratie van medische en/of verpleegkundige intake, medische en/of verpleegkundige decursus, elektronische verslaglegging voor overige zorgverleners, ordercommunicatie (het invoeren van orders en teruggerapporteerd krijgen van uitslagen/resultaten), orderlijsten, elektronische planningsystemen, enzovoort? Het gaat hier om het actief elektronisch registreren van informatie of orders, ondersteuning bij het berekenen van medicatie- en voedingsschema s en het elektronisch plannen van afspraken. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

6 4.a) beschikbaarheid van elektronische gegevens op de polikliniek en op de afdeling/zorgeenheid. Beschikbaarheid van: Op polikliniek Op afdeling Administratieve basisgegevens Laboratoriumgegevens Correspondentie vanuit VUmc Radiologieverslagen Bacteriologieverslagen PA-verslagen Medicatiegegevens Gedeeltelijk (voor zover het klinische gegevens betreft van een opname binnen VUmc) Operatieverslagen Beelden (X-foto s, CT, MRI, etc.) Diagnosegegevens Landelijke medische registratiegegevens EEG-uitslagen, ECHO, EMG, EP, DOP, MEG Temperatuurlijst + vochtbalans Longdossier chemotherapie Gedeeltelijk Gedeeltelijk (Inw. Gen.) Elektronisch diëtetiek dossier Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

7 4b) beschikbaarheid van procesondersteunende ICT op de polikliniek en op de afdeling. Beschikbaarheid van: Op de polikliniek Op de afdeling Elektronische medische intake Gedeeltelijk: long-, diabetes- en diëtetiekdossier Elektronische verpleegkundige intake Elektronische verpleegkundige decursus Elektronische medische decursus Gedeeltelijk (IC-afdeling) Elektronische afsprakenplanningsystemen Multidisciplinair patiënttraject-planningsysteem Ordercommunicatie voor lab Ordercommunicatie voor medicatie Ondersteuning bij het voorschrijven Ordercommunicatie voor klinische medicatie Ordercommunicatie voor poliklinische medicatie Ordercommunicatie voor radiologie Ordercommunicatie m.b.v. geprotocolleerde ordersets Ordercommunicatie voor overige zorgdiensten Elektronische bewaking van het behandeltraject Gedeeltelijk (IC) = voor iedereen beschikbaar = deze functie is niet geautomatiseerd beschikbaar Gedeeltelijk = aangegeven is op welke afdeling deze functie beschikbaar is. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

8 I.5 Postoperatieve wondinfectieregistratie I.5.1 Surveillance van postoperatieve wondinfecties a. surveilleert het ziekenhuis postoperatieve wondinfecties? b. doet het ziekenhuis mee aan een landelijk surveillancesysteem naar dit soort infecties? c. gebruikt het ziekenhuis voor de definiëring van dit soort infecties de criteria van de CDC/WIP (Centre of disease Control/Werkgroep InfectiePreventie)? d. in welke vorm vindt de surveillance plaats? In de vorm van incidentie- en prevalentie-onderzoek en middels bacteriologie-uitslagen e. zijn er interventies gepleegd? f. en hebben deze tot het gewenste resultaat geleid? nog onvoldoende Het aantal deurbewegingen tijdens een operatie op de operatiekamer was te hoog. Door verhuizing naar een ander complex kon een nieuwe meting nog niet plaatsvinden. Het toedienen van de antibioticaprofylaxe is nog niet optimaal. Dit wordt een kwaliteitsindicator bij de afdeling anesthesiologie. In VUmc is doelbewust gekozen voor "surveillance by objective" en niet voor ziekenhuisbrede surveillance. Een dergelijke aanpak wordt onder andere door CDC (Centers of Disease Control) uit Atlanta aanbevolen, omdat dit de meest kosten-effectieve vorm van surveillance is. Dit betekent dat de incidentie van wondinfecties projectgewijs wordt geregistreerd in het kader van specifieke vraagstellingen. Inmiddels is een Sneller Beter project gestart met de verdere ontwikkeling van een postoperatieve wondinfectieregistratie. I.6 Complicatieregistratie I.6.1 Complicatieregistratie welke specialismen/disciplines in uw ziekenhuis werkten het afgelopen jaar met een eigen en/of landelijke complicatieregistratie? Van de 33 door IGZ genoemde specialismen/disciplines hanteren er 25 (76%) een eigen (11) en/of landelijk (14) complicatieregistratiesysteem. Deze specialismen zijn: algemene heelkunde, anesthesiologie, cardiochirurgie, cardiologie, gynaecologie, hematologie, intensive care, keel-, neus- en oorheelkunde, kindergeneeskunde, klinische chemie, klinische pathologie, longziekten, maag-, darm- en leverziekten, medische microbiologie, neonatologie, neurochirurgie, neurologie, oogheelkunde, orthopedie, plastische chirurgie, radiologie, radiotherapie, revalidatiegeneeskunde, urologie, vaatchirurgie en verloskunde. Alle 13 in VUmc aanwezige snijdende specialismen (inclusief kinderchirurgie en mondziekten en kaakchirurgie, specialismen die niet door IGZ worden genoemd) hebben een complicatieregistratiesysteem (100%). Voor de niet-snijdende specialismen is registratie moeilijker, omdat niet altijd duidelijk is wat als een complicatie kan worden bestempeld. Ook zijn veel beroepsverenigingen nog bezig om complicaties te definiëren en registratiesystemen te bouwen, waardoor het lastiger is om volgens een landelijk format complicaties te registreren. Vrijwel elke afdeling houdt teambesprekingen waarbij complicaties en complexe situaties aan de orde komen. I.7 Pijn na een operatie I.7.1 Pijnmeting bij postoperatieve patiënten a) heeft u de beschikking over een ziekenhuisbreed pijnprotocol? b) heeft u de beschikking over een acute pijnservice? Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

9 De postoperatieve pijnbestrijding wordt op dit moment gerealiseerd door de acute pijnservice en tijdens diensturen door de dienstdoend anesthesioloog en dienstdoend arts-assistent anesthesiologie. In het kader van Sneller Beter is de acute pijnservice verder ontwikkeld. Op de kort verblijf-afdeling heeft een doorbraakproject plaats gevonden, die nu op alle verpleegafdelingen wordt doorgevoerd. Hierbij is ondersteuning aanwezig van physician assistents in opleiding. De verpleegkundigen op alle chirurgische afdelingen worden geschoold in het doen van pijnmetingen waarbij ervaringen van verpleegkundigen chronische pijnbestrijding worden gebruikt. Verder beschikt het ziekenhuis over diverse uitgebreide pijnprotocollen voor verschillende patiëntengroepen (o.a. na een operatie bij kinderen, tijdens de bevalling, bij de oudere patiënt). In december 2006 was sprake van een ziekenhuisbreed pijnprotocol voor de postoperatieve patiënt. De VUmc-pijnpoli is eerder door de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie geselecteerd geweest als innovatief voorbeeld ("best practice") van goede zorgpraktijk in de curatieve sector. Kenmerken Acute Pijnservice in VUmc In ontwikkeling Multidisciplinair samenwerken van verpleegkundigen, specialistisch verpleegkundige, snijdend specialist en anesthesioloog X Gebruik systematische pijnscore 1 e 24 uur postoperatief Gebruik systematische pijnscore na 1 e 24 uur postoperatief Gebruikte pijnscore Sedatiescore (Ramsey) Aanwezigheid gestandaardiseerde pijnbestrijdingsmethode Aanwezigheid pijnverpleegkundige Continue scholing alle betrokken disciplines op gebied van postoperatieve pijnbehandeling Patiëntenvoorlichting over pijn 24-uurs beschikbaarheiddiensten voor pijnbestrijding Beschikbaar van pijnbestrijding voor alle postoperatieve patiënten in het ziekenhuis VAS = Visual Analoge Score X X, VAS X X X X X X X I.7.2. Doet uw ziekenhuis gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten? Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de direct postoperatieve fase en de fase na overplaatsing naar een verpleegafdeling. Het percentage gestandaardiseerde pijnmetingen bij postoperatieve patiënten is niet voor het gehele verslagjaar bekend. Een pilot op een verpleegafdeling bij 229 patiënten geeft een percentage van 43% met een VAS-score kleiner dan 4. Dit is gemeten voor invoering van het pijnprotocol. Op de uitslaapkamer vindt wel bij elke patiënt een pijnmeting en sedatiescore plaats, deze worden echter nog niet centraal geregistreerd. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

10 I.7.3. Percentage patiënten met een pijnscore van 4 of minder in de eerste 72 uur na een operatie wat is het percentage patiënten dat in de eerste 72 uur na een operatie gemiddeld een acceptabele pijnscore aangeeft? Vooralsnog onbekend, zie I.7.2. I.8. Volume van risicovolle interventies I.8.1 Volume van aneurysma van de abdominale aorta (verwijding van de buikaorta) operaties wat is het aantal patiënten waarbij het afgelopen jaar een aneurysma van de buikaorta (AAA) is geopereerd in uw ziekenhuis? In 2006 zijn in VUmc 102 patiënten aan een AAA geopereerd. I.8.2 Volume oesophaguscardiaresecties (slokdarm-maag-verwijdering) wat is het aantal patiënten waarbij het afgelopen jaar een oesophaguscardiaresectie is uitgevoerd in uw ziekenhuis? In 2006 zijn in VUmc 13 oesophaguscardiaresecties uitgevoerd. I.9 Galwegletsel na cholecystectomie (galblaasverwijdering) wat is het percentage galwegletsel na een cholecystectomie? Bij de 119 patiënten die in 2006 een galblaasverwijdering ondergingen, werd eenmaal een galwegletsel gezien (dit is 0,84%). I.10 Ongeplande heroperaties I.10.1 Ongeplande heroperaties bij colorectale (dikkedarm) operaties Wat is bij patiënten van 18 jaar en ouder het percentage ongeplande heroperaties bij colorectale operaties met uitzondering van de appendix? In 2006 vond in VUmc 317 maal een colorectale operatie plaats. Bij 27 patiënten moest binnen 30 dagen 34 maal ongepland opnieuw worden geopereerd. Het percentage heroperaties bedraagt daarmee 10,7%. I.10.2.S Heroperaties na een hernia inguinalis (liesbreuk, S = optionele indicator) wat is in 2006 het percentage heroperaties na een hernia inguinalis? In 2006 zijn 110 patiënten aan een hernia inguinalis geopereerd. Zevenmaal vond een heroperatie plaats. Het percentage heroperaties bedraagt dus 6,4%. Heroperaties vonden echter plaats bij patiënten die niet in VUmc aan de oorspronkelijke hernia waren geopereerd maar elders. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

11 I.11 Afgezegde operaties I.11.1 Percentage afgezegde operaties binnen 24 uur voor een geplande electieve (niet-acute) operatie wat is het percentage afgezegde operaties binnen 24 uur voor geplande operatie, verdeeld naar afgezegd door het ziekenhuis en afgezegd door de patiënt? Het totaal aantal electieve (geplande, niet-acute) operaties bedroeg Dit aantal is hoger dan in 2005 omdat nu ook de operaties in dagbehandeling zijn meegeteld. Hiervan bedraagt het aantal door het ziekenhuis afgezegde operaties 546 (4,7%) en door de patiënt 86 (0,7%). I.12 Intensive care volwassenen en kinderen I.12.1, 2 en 3 Level-indeling van de IC en aantal intensivisten a. aan welk level voldoet uw IC-afdeling en is dit level bij visitatie bevestigd? b. wat is het totaal aantal formatieplaatsen (fte s) intensivisten beschikbaar voor de IC-afdeling? Ad a. De IC-volwassenen (ICV) is een gemengde IC (IC-level III) waar alle categorieën patiënten zijn opgenomen: patiënten met interne aandoeningen en chirurgische patiënten, inclusief neurochirurgie en cardiopulmonale chirurgie. Op de ICV is 24 uur per dag en 7 dagen per week een intensivist beschikbaar. Overdag is de intensivist 7 dagen per week aanwezig. De afdeling ICV is in 2004 gevisiteerd in het kader van de opleiding tot intensivist. De afdeling voldoet aan alle kwaliteitseisen, hetgeen resulteerde in een verlenging van de opleidingsbevoegdheid voor de periode van 5 jaar. De IC-kinderen is eveneens een level-iii-ic, wat bij visitatie is bevestigd. Ad.b. Voor volwassenen bedraagt het aantal fte s voor 28 beademings level III intensive care bedden én 9 medium care bedden 10,8. Voor de kinderen bedraagt het aantal fte s 4,3. I.12.4 Totaal aantal opname- en beademingsdagen op een IC-afdeling wat is het totale aantal beademings- en behandeldagen verdeeld naar cardiochirurgische (a) en nietcardiochirurgische volwassenen (b) en kinderen (c) in verhouding tot het totale aantal beademings- en opnamedagen op de IC-afdeling? Ad a en b (IC-volwassenen). In VUmc zijn in 2006 in totaal opnames op de IC-volwassenen gerealiseerd, waarvan 609 cardiochirurgische opnames. Het totaal aantal verpleegdagen was 9.438, waarvan dagen ten behoeve van cardiochirurgische patiënten. Het aantal beademingsdagen is vrijwel identiek aan het aantal ligdagen, aangezien de afdeling IC-volwassenen beschikt over een medium care, waar niet-beademde patiënten kunnen worden opgenomen. Patiënten die niet beademd worden, liggen slechts bij hoge uitzondering op de intensive care. Bij deze omschrijving wordt beademingsdag gedefinieerd als beademing op enig moment van de dag. De gemiddelde ligduur van patiënten op de ICV was 5,3 dagen, met een standaard deviatie van 5,8 dagen. De mediane ligduur was 1 dag. Het aantal beademingsdagen per fte intensivist gedefinieerd als het aantal beademingsdagen dat één fte intensivist medische verantwoordelijkheid draagt voor de beademing kan worden geschat op tot Deze gevraagde indicator is volgens VUmc een minder goede parameter aangezien iedere beademde patiënt dagelijks door meerdere intensivisten wordt beoordeeld. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

12 Van belang is te vermelden dat in 2006 ten opzichte van 2005 een belangrijke toename van het aantal verpleegdagen heeft plaatsgevonden. De mortaliteit op een IC is afhankelijk van de ernst van de ziekte van de patiënten en de aard van de ziekte. Hoe zieker een patiënt is, hoe groter de kans dat hij overlijdt. Om mortaliteit af te zetten tegen de ernst van de ziekte is de internationaal geaccepteerde standardized mortality rate (SMR) beschikbaar. Daarbij worden de patiënten onderverdeeld in ernst van de ziekte, weergegeven als APACHE II score (hoe hoger de score, hoe zieker) en diagnosecategorie. Een SMR van 1,0 duidt op een mortaliteit zoals verwacht mag worden op een IC. Een SMR groter dan 1,0 duidt op een hogere sterfte dan verwacht mag worden op grond van de literatuur, terwijl een SMR kleiner dan 1,0 duidt op een hogere overleving op de betreffende IC. Op de IC van VU medisch centrum is voor alle categorieën van ernst van ziekte de SMR lager dan 1,0 (zie onderstaande tabel). Er zitten beperkingen aan het gebruik van de scores en SMR. Hierover heeft de afdeling ICV van VUmc ook uitgebreid gepubliceerd in internationale wetenschappelijke tijdschriften als The Lancet en Intensive Care Medicine. Maar aangezien al vele jaren de SMR kleiner is dan 1,0 kan wel worden aangenomen dat de opnieuw uitstekende getallen van dit jaar niet berusten op een toevalsbevinding. Ter illustratie: in 2006 zijn géén patiënten overleden met een APACHE II score onder de 11 bij opname op de afdeling ICV. Voor mortaliteitsgegevens naar EURO-score en CABG versus klepchirurgie wordt verwezen naar de gegevens van de afdeling Cardiochirurgie. APACHE II SMR IC niet cardio-chirurgie SMR cardiochirurgie SMR IC totaal ,13 0,22 0, ,79 0,30 0, ,80 0,85 0,80 > 32 0,69 0,79 0,70 Ad c. Intensive care kinderen De afdeling intensive care kinderen levert het complete pakket patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek. Alleen voor de cardiopulmonale chirurgie bestaat een samenwerkingsovereenkomst met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), alwaar de kinderen dan ook worden geopereerd. Op de VUmc intensive care kinderen is een erkende capaciteit van 9 bedden. De afdeling steunt vakinhoudelijk op de afdelingen kindergeneeskunde en anesthesiologie maar is organisatorisch ondergebracht bij de zorgeenheid kindergeneeskunde. In 2006 bedroeg het totaal aantal behandel- en beademingsdagen op de afdeling intensive care kinderen respectievelijk en Het percentage beademingsdagen van het totaal aantal behandeldagen op de IC voor kinderen bedraagt derhalve 46,2%. I.13 Zwangerschap I.13.1 Het percentage uitgevoerde bevallingen met een keizersnede in verhouding tot het verwachte percentage (VOKS-percentiel) a) is er sprake van een perinatologisch centrum in VUmc? b) wat is het totaal aantal bevallingen onder leiding van een gynaecoloog c) wat is het VOKS-percentiel (Verloskundige Onderlinge KwaliteitsSpiegeling) voor primaire en secundaire keizersneden bij een voldragen zwangerschap (37 tot 42 weken)? In VUmc is sprake van een perinatologisch centrum en derdelijns perinatale zorg. Het totaal aantal bevallingen in VUmc bedroeg (waarvan onder leiding van een gynaecoloog). De VOKSpercentielen zijn op het moment van voorbereiding van dit jaarverslag nog niet door Prismant vrijgegeven. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

13 I.14 Diabetes mellitus (suikerziekte) I.14.1 Geïntegreerde diabeteszorg is er in VUmc sprake van geïntegreerde diabeteszorg?, in VUmc is sprake van geïntegreerde diabeteszorg, maar er vindt geen regionale registratie plaats. Van de met diabetes mellitus bekende patiënten die in VUmc poliklinisch of klinisch worden behandeld, worden standaard de (controle) bloedbepalingen in het laboratorium van VUmc bepaald. Deze en andere uitslagen van onderzoeken verricht in VUmc, zijn voor alle betrokken specialisten in VUmc via het ziekenhuisregistratiesysteem zichtbaar. Het regionale huisartsenlaboratorium is buiten VUmc gesitueerd, dit betreft het ATAL in Amstelveen. Aldaar werkt parttime een internist-endocrinoloog van de afdeling endocrinologie van VUmc. Er zijn tevens duidelijke verwijsafspraken met huisartsen gemaakt, met een minimale wachttijd. Ook is er een goede wederzijdse communicatie d.m.v. telefoon, fax en elektronische patiëntenbrieven. VUmc beschikt over een diabetescentrum ( Er is een wekelijks multidisciplinair diabetesteam-overleg, er zijn zwangerenspreekuren (multidisciplinair spreekuur met diabetoloog, diabetesverpleegkundige, medisch psycholoog en diëtist) en er zijn multidisciplinaire (internist/endocrinoloog, diabetesverpleegkundige, diëtist en doktersassistente) jaarconsulten, met specifieke aandacht voor educatie, complicatiescreening (voet- en oogonderzoek) en kwaliteit van leven. Bovendien vindt elk kwartaal een multidisciplinair overleg plaats met de oogartsen. De diabetesverpleegkundigen zijn de case-managers op de polikliniek. De eerstelijns-diabeteszorg wordt gecoördineerd vanuit de afdeling huisartsgeneeskunde met als doel de transmurale samenwerking met VUmc te versterken. I.14.2 Gemiddelde HbA1C - waarde bij diabetes type I en II. wat is de gemiddelde HbA1c-waarde bij patiënten met diabetes type 1 en 2 voor 2006? Voor de HbA1c-waarden (een maat voor het effect van de behandeling) is VUmc uitgegaan van patiënten met DM type 1 en DM type 2, die patiënt zijn op de poli inwendige geneeskunde en poli endocrinologie. De zwangere patiënten zijn geëxcludeerd. Bij diabetes type 1 patiënten is het gemiddelde HbA1c 7,92%, bij diabetes type 2 patiënten 7,59% (normaalwaarde voor mensen zonder DM: 4,0 6,0%). I.14.3 Tweejaarlijkse oogheelkundige controle bij diabetes is bekend hoeveel bij de internist bekende patiënten met diabetes onder oogheelkundige controle staan? Van de patiënten die bekend zijn bij de afdelingen inwendige geneeskunde en endocrinologie zijn er 838 voor controle op de poli oogheelkunde geweest. Daarnaast zijn er nog bij 215 andere patiënten op genoemde afdelingen fundusfoto s gemaakt. Dit betekent dat 51,8% van de DM-patiënten oogheelkundig is gecontroleerd. Dit komt goed overeen met de landelijke richtlijn die de aanbeveling doet dat DM-patiënten eenmaal per 2 jaar dienen te worden gecontroleerd (dit in tegenstelling tot het uitgangspunt van IGZ die een jaarlijkse controle de norm vindt). Bovendien worden vele patiënten ook nog gezien door een oogarts elders. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

14 I.15 Hartfalen I.15.1 Hartfalenpoli beschikt uw ziekenhuis over een hartfalenpoli? VUmc beschikt over een goed georganiseerde, uitstekend functionerende hartfalen poli. Patiënten worden door VUmc-cardiologen verwezen naar de hartfalenpoli. Ook sturen verwijzers uit andere centra patiënten door voor een screening ten behoeve van cardiale resynchronisatietherapie. Alle faciliteiten (indicatoren) behoudens thuisbezoek zijn aanwezig. Hartfalen-verpleegkundigen doen dagelijks zelfstandig spreekuur en bespreken ieder dag de patiënten met een superviserend cardioloog. Er is een dagelijks telefonisch spreekuur en patiënten kunnen zonodig altijd binnen 24 uur door de hartfalenverpleegkundigen worden gezien. Er bestaat een goede samenwerking met de afdeling fysiotherapie. Patiënten krijgen na een systematische evaluatie een op maat gesneden trainingsprogramma aangeboden. Het multidisciplinair overleg en programma voor verdere begeleiding wordt momenteel verder ontwikkeld. Het programma wordt toegespitst op de problematiek die patiënten met hartfalen ervaren. Belangrijk aspect is om patiënten ook op de langere termijn gemotiveerd te houden voor de leefregels en therapietrouw. Een belangrijke activiteit die in dit verband wordt gestart zijn maandelijks terugkerende hartfalenvoorlichtingsbijeenkomsten. Hierbij is ook de afdeling maatschappelijk werk van VUmc nauw betrokken. De eerste bijeenkomst staat gepland voor begin april Binnen een jaar is het de bedoeling om een hartfalen unit (HFU) te starten. Op deze HFU kunnen patiënten intermitterend en voor korte duur (maximaal 24 uur) worden opgenomen voor (dag-)behandeling middels bijvoorbeeld intraveneuze medicatie. Door deze mogelijkheid tot dag-nachtbehandeling kunnen meer langdurige klinische opnames worden voorkomen. Daarnaast biedt de HFU de mogelijkheid tot het verrichten van snelle, geïntegreerde diagnostiek inclusief invasief onderzoek. Hierdoor kan de duur tot het stellen van de definitieve diagnose worden bekort, zodat eerder met adequate behandeling kan worden gestart waarmee langdurige opnames worden vermeden. Bovendien anticipeert een HFU op het groeiend arsenaal aan geavanceerde therapeutische mogelijkheden voor de behandeling van hartfalen, zoals mechanische ondersteuning van de pompfunctie middels een left ventricular assist device (LVAD) en stamceltherapie. Screening en geïntegreerd onderzoek (one-stop-shop) op verzoek van de eerstelijnzorg is (vooralsnog) niet mogelijk op de hartfalenpoli van VUmc. Een van de oorzaken hiervoor is de exponentiele groei van het aantal patiënten die vanuit de 2 e lijn bij de hartfalenpoli terecht komen. Een tweede reden is dat de huidige populatie hartfalenpatiënten zich in toenemende mate presenteert met meer uitgebreide en complexe problematiek waardoor de vraag naar zorg en begeleiding en daarmee de werkdruk, sterk toeneemt. De kenmerken van onze poli zijn: A Nazorg Medische controle binnen 1 maand na ontslag Huisbezoek door hartfalenverpleegkundige binnen 2 weken na ontslag Vaste momenten van herevaluatie met de patiënt Laagdrempelige mogelijkheid voor patiënt tot telefonisch contact met contactpersoon (=hartfalenverpleegkundige) Verpleegkundig spreekuur Status Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

15 B Snelle signalering van verslechtering Waarschuwen door de patiënt zelf als toestand achteruit gaat (patiënt weet wanneer dit het geval is) Patiënt krijgt ontslagbrief mee met medische en verpleegkundige informatie Goede afspraak wie voor patiënt bereikbaar is (naam en telefoonnummer) C Welk programma gebruikt u om life style changes te registreren/monitoren? Voorlichtingsmateriaal van de Hartstichting Eigen voorlichtingsmateriaal D Coördinatie van zorg: wie is hiervoor verantwoordelijk Cardioloog Hartfalenverpleegkundige I.15.2 Heropname voor hartfalen wat is in 2006 het percentage heropnames voor hartfalen binnen 12 weken na ontslag, gescheiden voor patiënten jonger dan 75 jaar en patiënten van 75 jaar en ouder? Het totaal aantal opgenomen patiënten met hoofddiagnose hartfalen bedroeg 207 (123 mannen en 84 vrouwen). Het totaal aantal binnen12 weken heropgenomen personen bedroeg 7 (3,4%). Het totaal aantal opgenomen personen jonger dan 75 jaar bedroeg 110. Bij 5 personen (4,5%) was dit een heropname. Het aantal opgenomen patiënten van 75 jaar of ouder bedroeg 97, waarvan 2 patiënten (2,1%) een heropname binnen 12 weken. Als heropnames zijn ook gerekend de dagbehandelingen en overplaatsingen naar een ander ziekenhuis. Heropname Leeftijd 12 weken > 12 weken < 75 jaar (n = 110 pt.) 5 pt. (4,5%)* 1 pt. (0,9%) 75 jaar (n = 97 pt.) 2 pt. (2,1%) 5 pt. (5,2%) *1 pt. 2x binnen 12 weken heropname I.16 Acuut myocardinfarct (AMI, hartinfarct) I.16.I 30-daagse mortaliteit of ziekenhuissterfte na opname voor een AMI wat is het percentage patiënten dat in de eerste 30 dagen na opname met de diagnose AMI is overleden, ongeacht de oorzaak van het overlijden? De vraag is uitgesplitst naar leeftijd (jonger dan 65 jaar en 65 jaar en ouder). Indien gegevens over sterfte binnen 30 dagen niet beschikbaar zijn, kan de rapportage worden vervangen door ziekenhuissterfte. De zogenaamde ziekenhuissterfte bedroeg in 2006 voor patiënten jonger dan 65 jaar 4,6% (3 van de 65 patiënten) en voor 65 jarigen en ouder 4,9% (3 van de 61 patiënten). Patiënten die zijn gedotterd en daarna zijn overgeplaatst naar een ander ziekenhuis zijn niet meegeteld. VUmc fungeert in de zorgketen voor de acute hartinfarctpatiënt als dottercentrum voor belangrijke delen van de regio Amsterdam, Kennemerland en Zaanstreek. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

16 VUmc maakt daarbij onderdeel uit van het zogeheten Amsterdamproject, waarin ook het AMC en het OLVG als dotterkliniek participeren. Dit project is operationeel sinds begin 2004 en dient ter bekorting van de wachttijd van een acute hartinfarctpatiënt voor de dotterprocedure. De ambulancedienst faxt direct na aankomst bij een patiënt een ECG via GSM-techniek naar de hartbewaking van VUmc en vrijwel direct kan worden vernomen of een patiënt naar de dotterkamer kan worden vervoerd. Hiermee wordt een aanzienlijke tijdswinst geboekt en kunnen infarctpatiënten zeer snel worden gedotterd. Dit heeft een directe en gunstige invloed op de overleving. Vooralsnog ontbreken de 30- en 90-daagse mortaliteitscijfers van patiënten die in ons ziekenhuis zijn opgenomen met een acuut hartinfarct. VUmc werkt aan de ontwikkeling van een prospectief registratiesysteem waarin de 30-daagse mortaliteit van alle patiënten die in VUmc worden opgenomen met een acuut myocardinfarct, wordt genoteerd. Hierbij gaat het om registratie van álle patiënten die in de acute fase van het hartinfarct in ons ziekenhuis zijn behandeld, dus ook van de patiënten die na de dotterbehandeling direct worden doorverwezen naar een andere kliniek. I.17 CVA (hersenbloeding) I.17.1 Stroke service / stroke unit beschikt uw ziekenhuis over een strokeservice en/of stroke-unit?, VUmc beschikt over beide. De strokeservice bestaat uit: - Een poliklinisch traject (TIA-service en -protocol, duplex-onderzoek). Dit traject is in het kader van het proces Herinrichting binnen Sneller Beter opnieuw gerorganiseerd. Doel is dat patiënten binnen 24 uur na een TIA worden gezien, dat de aanvullende diagnostiek binnen 72 uur is afgerond en dat patiënten die in aanmerking komen voor carotisendarterectomie binnen 2 weken worden geopereerd. Inmiddels is dit grotendeels gerealiseerd. Het poliklinische traject dient nog te worden geïntensiveerd. - Een ziekenhuis-stroke-unit (ZSU): 4 CVA-bedden. De afdeling neurologie beschikt over een observatiezaal van 8 bedden, waarvan er 4 ter beschikking zijn als stroke-unit. De formatie is hierop berekend. Ook aan andere voorwaarden zoals monitorbewaking is voldaan. Trombolyse wordt volgens protocol uitgevoerd en de capaciteit wordt 7 x 24 uur per week gegarandeerd. - Een verpleeghuis-stroke-unit (VSU): 6 bedden voor klinische revalidatie in verpleeghuis St. cob. - Een revalidatie-stroke-unit in het Revalidatiecentrum Amsterdam (RCA) en Thuiszorg Amsterdam. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

17 Elementen van VUmc-Stroke Service Schriftelijk vastgelegde afspraken over samenwerking binnen de keten met: - Huisartsen nee - Ambulance ja - Verpleeghuizen ja - Revalidatiecentra ja -Thuiszorginstellingen ja - Patiëntenverenigingen nee - Verzekeraars ja - anders, nl. Schriftelijk vastgelegde afspraken over: - Criteria voor opname in vervolginstellingen ja - Maximale ligduur in het ziekenhuis ja - Beschikbaarheid bedden ja - Opnamegaranties ja - Aanwezigheid van Stroke unit ja Elementen van VUmc-Stroke Unit - Opnamegarantie ja - Multidisciplinaire behandeling volgens protocol ja - Behandeldoelen opgesteld voor stoornis, beperking, handicap, cognitie en communicatie ja - Specifiek geschoolde medewerkers ja Aantallen Aantal gelabelde bedden 6 Aantal bedden met bewakingsmogelijkheden 6 Aantal bedden voor trombolyse 1 I.17.2 Mortaliteit binnen 7 dagen na opname voor een CVA (hersenbloeding) wat is het percentage patiënten dat in de eerste 7 dagen na opname met de diagnose CVA is overleden, ongeacht de oorzaak van het overlijden? De vraag is uitgesplitst naar leeftijd (jonger dan 65 jaar en 65 jaar en ouder) en etiologie (ischemisch CVA (herseninfarct) en hemorrhagisch CVA (hersenbloeding)). De sterfte na een ischemisch CVA onder patiënten jonger dan 65 jaar bedraagt 3,8% (2 van 53 patiënten) en onder 65 jaar en ouder 7,4% (10 van 135 patiënten). De sterfte na een hemorrhagisch CVA onder patiënten jonger dan 65 jaar bedraagt 8,1% (3 van 37 patiënten) en onder 65 jaar en ouder 19,7% (15 van 76 patiënten). I.18 Heupfractuur I.18.1 Percentage patiënten met een heupfractuur dat binnen een kalenderdag is geopereerd wat is het percentage patiënten van 65 jaar of ouder met een heupfractuur dat in het afgelopen jaar binnen één kalenderdag na presentatie is geopereerd, verdeeld naar ASA-klasse (een maat voor de ernst van bijkomende aandoeningen)? Door de invoering van een aantal verbeteringen, bedraagt in het 4 e kwartaal van 2006 het percentage patiënten met een heupfractuur van 65 jaar en ouder dat binnen één kalenderdag is geopereerd 89,3%. Voor geheel 2006 bedraagt dit percentage 75,2% (124 van de 165). Uitgesplitst naar ASA-klasse bedraagt het percentage 79,5% (66 van de 83 patiënten) voor ASA 1-2 en 68,9% (42 van de 61 patiënten) voor ASA 3-5. Van 21 patiënten is de ASA-klasse niet bekend, hierbij bedraagt het percentage geopereerden 76,2%. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

18 I.19 Mammatumor (borstkanker) I.19.1 Mammapoli beschikt uw ziekenhuis over een mammapoli en hoe heeft u dat vormgegeven?, VUmc beschikt over een mammapoli sinds 1 mei De poli is volgens de normen van het CBO georganiseerd in een multidisciplinaire benadering: 1. Alle patiënten hadden een toegangstijd van maximaal 7 werkdagen. 2. Diagnostisch onderzoek gebeurde bij alle patiënten op één dag. 3. De diagnose van onderzoek werd in bijna alle gevallen binnen 5 werkdagen met de patiënt besproken. Bij twijfel over de voorlopige diagnose vond aanvullend onderzoek plaats. De uitslag van het aanvullend onderzoek werd ook binnen 5 werkdagen met patiënt besproken. 4. Wanneer er sprake is van een kwaadaardige tumor is er in de meeste gevallen een mammacareverpleegkundige aanwezig. 5. Alle nieuwe patiënten zijn besproken op het multidisciplinair overleg (MDO). 6. De uitslag van onderzoek was altijd compleet op het MDO. 7. De wachtlijst voor operatie dreigde soms langer te worden dan 2 weken. Deze toegangstijd wordt voortdurend gevolgd en zo nodig bijgesteld door de oncologisch chirurg. 8. Alle operatiepatiënten zijn besproken op het MDO. Onderdelen van de zorg om de patiënt met een mammatumor De informatie naar de patiënt is helder De zorg is afgestemd op de behoefte van de patiënt Het kunnen versnellen van tripeldiagnostiek Mogelijkheid om de toegangstijd tot een operatie te verkorten Elke casus wordt ingebracht in een preoperatieve multidisciplinaire bespreking. Deze bespreking is wekelijks. Het mammateam bestaat uit een chirurgoncoloog, patholoog, radioloog, internistoncoloog, radiotherapeutoncoloog en een mammacareverpleegkundige De leden van het team hebben aantoonbaar ervaring met aandoeningen van de mamma Veelal is er sprake van een gezamenlijk spreekuur Patiënt met verontrustende symptomen wordt verwezen naar gespecialiseerd mammachirurg Alle onderzoeken tijdens één bezoek aan het ziekenhuis In VUmc ja, er zijn o.a. informatiefolders beschikbaar en e.e.a. wordt uitgebreid mondeling toegelicht. ja, voor zover mogelijk en in belang van patiënt de tripeldiagnostiek wordt toegepast. De uitslag van de pathologische anatomie kan na 4 dagen bekend zijn. voor de mamma-patiënten zijn slots ingebouwd op het OK-programma. Echter, wanneer het aanbod van mammapatiënten groter is dan het aantal gereserveerde slots, is het moeilijk de toegangstijd binnen 2 weken te houden., elke patiënt wordt besproken in de multidisciplinaire bespreking, die wekelijks plaatsvindt. ja ja ja patiënten met een mamma-afwijking worden altijd gezien door een oncologisch chirurg. ja, alle onderzoeken vinden op één dag plaats. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

19 Bij diagnose maligniteit vindt 2 e afspraak plaats met mammaverpleegkundige en specialist van het mammateam Diagnose maligniteit wordt nooit telefonisch meegedeeld bij diagnose maligniteit is bijna altijd een mammacare-verpleegkundige beschikbaar voor aanvullende informatie op dezelfde dag of op een nader te bepalen tijdstip. de diagnose maligniteit wordt alleen tijdens een polibezoek meegedeeld. De communicatie over de diagnostiek en behandeling intern en naar extern is optimaal Gebruikelijk aantal dagen tussen eerste contact en diagnostiek, maar de snelheid kan altijd beter eerste polibezoek en diagnostiek is meestal op dezelfde dag. Uitslag van diagnostiek binnen 5 werkdagen. I.19.2 Diagnose binnen 5 dagen wat is het percentage dat binnen 5 werkdagen na het eerste policonsult voor verdenking op borstkanker een uitslag goedaardig of kwaadaardig heeft gekregen? In 2006 waren alle (voorlopige) diagnosen binnen 5 werkdagen bekend. Bij onzekere uitkomst van het onderzoek was de diagnose binnen 5 werkdagen na het aanvullend onderzoek bekend. Het is niet bekend hoeveel patiënten in 2005 aanvullend onderzoek nodig hadden na de eerste diagnostiek. Omdat álle patiënten binnen 5 werkdagen op de poli terugkwamen om te worden geïnformeerd over de (voorlopige) diagnose wordt 100% aangegeven. Het percentage dat werkelijk na 5 werkdagen de definitieve uitslag heeft gekregen, is op dit moment niet bekend. I.20 Cataract (staar) complicatieregistratie houdt u bij cataractoperaties een complicatieregistratie bij?, de afdeling oogheelkunde hanteert twee systemen voor de registratie van complicaties: 1. het Breebaart -systeem. Dit is een in Nederland ontworpen systeem voor de complicatieregistratie dat uitgebreid landelijk wordt gehanteerd en toegankelijk is via de website van het Nederlands Oogheelkundig gezelschap. Alle cataractoperaties die worden verricht in VUmc worden hierin ingevoerd, inclusief de complicaties. 2. de afdeling oogheelkunde van VUmc participeert in een internationaal registratiesysteem, dat is ingevoerd in de Europese Unie. Dit systeem omvat de cataractoperaties in meerdere klinieken in meerdere Europese landen. Steekproefgewijs wordt een registratie gedurende één of twee maanden per jaar gehouden. Voor VUmc was dit de maand oktober. Complicatieregistratie is daar één aspect van. Benchmarking is het doel van dit Europees-systeem. I.21 Postoperatieve opnameduur na een blindedarmoperatie bij kinderen tot 15 jaar Wat is de gemiddelde, minimale, maximale en mediane opnameduur na een blindedarmoperatie bij kinderen tot 15 jaar? In 2006 werden in VUmc 16 patiënten jonger dan 15 jaar wegens een acute ontsteking van de blindedarm geopereerd. De gemiddelde ligduur bedroeg 6,8 dagen (minimum 2 en maximum 32 dagen). De mediane opnameduur bedroeg 3,5 dagen. Vanwege de topreferentiefunctie van VUmc worden vaak kinderen doorverwezen met een perforatie hetgeen de opnameduur nadelig beïnvloedt. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

20 II NVZ-indicatoren II.1 Kwaliteitsborging en kwaliteitssystemen II.1.1 Accreditatie aan welke vormen van accreditatie en certificering neemt uw ziekenhuis deel? Het VUmc-kwaliteitsbeleid is in toenemende mate geïntegreerd in de planning- en controlcyclus en betreft alle kerntaken van het academisch centrum: onderzoek, opleiding en patiëntenzorg. De, ook binnen NIAZ bekende, verbetercyclus wordt als motor gebruikt voor verbetering en vernieuwing. Met name voor de patiëntenzorg kan de NIAZ Kwaliteitsnorm Zorginstelling een goede aanvulling zijn op ons kwaliteitsbeleid. In 2004 is een tijdspad uitgezet om op verschillende niveaus integrale kwaliteitssystemen in te voeren en uit te bouwen. De accreditatiesystematiek van het NIAZ maakt daar onderdeel van uit. Begin 2008 hoopt VUmc de NIAZ-accreditatie aan te vragen. In het verleden heeft ons ziekenhuis actief geparticipeerd in de ontwikkeling van PACE (de voorloper van NIAZ), en vele afdelingen plukken daar nog steeds de vruchten van. In 1999 zijn de afdelingen klinische chemie en haematologisch laboratorium CCKL-geaccrediteerd. In de laatste 5 jaar zijn ten aanzien van de patiëntenzorg en medische ondersteuning de volgende afdelingen geaccrediteerd: medische microbiologie en infectiepreventie, klinische pathologie, sectie cytogenetica (afd. klinische genetica en antropogenetica) en de ziekenhuisapotheek (alle CCKL). De dialyseafdeling is HKZ-gecertificeerd. De Amstel Academie is CEDEO-erkend (Centrum voor documentatie en informatie over bedrijfsexterne opleidingen). De bachelor- en masteropleiding van de geneeskunde-opleiding zijn in 2006 geaccrediteerd door de Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie. De afdeling oogheelkunde is geaccrediteerd door de European Board of Ophthalmology, de longfunctieafdeling door de Nederlandse Longfunctiekring (van het NVALT), kinderchirurgie door de European Board of Pediatric Surgery, de accountantsdienst door Ernst & Young, accountants, de dienst Arbo en Milieu door Certificatie-Arbodiensten, de METc is geaccrediteerd door de Nederlandse vereniging van Medisch Ethische Toetsingscommissies en de onderzoekinstituten door internationale visitatiecommissies volgens het Standard Evaluation Protocol. Het Radionuclidencentrum heeft in 2006 de GMP-producentenvergunning verworven. De afdeling hematologie heeft de visitatie voor de JACIE-accreditatie met goed gevolg achter de rug en wacht op de uitreiking van het certificaat. De afdeling radiotherapie heeft op 15 maart 2007 jongstleden de afdelingsspecifiekeaccreditatie van het NIAZ ontvangen. De afdeling IVF is in voorbereiding op een CCKL-accreditatie. De meeste afdelingen maken nu gebruik van kwaliteitsdocumenten op basis van de NIAZ-systematiek. Naast deze initiatieven worden vanzelfsprekend alle medisch afdelingen gevisiteerd in het kader van de opleidingsbevoegdheid en meerdere afdelingen hebben deelgenomen aan een kwaliteitsvisitatie van hun beroepsvereniging (namelijk anesthesiologie, dialyseafdeling, intensive care, kindergeneeskunde, klinische genetica en antropogenetica, longziekten, medische microbiologie en infectiepreventie, mondziekten en kaakchirurgie, nucleaire geneeskunde, oogheelkunde, pathologie, radiotherapie, reumatologie en ziekenhuisapotheek). II. 2 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA) II.2.1 Incidenten patiëntenzorg (MIP, FONA) wat is het totaal van het aantal incidenten dat centraal is gemeld en hoeveel procent hiervan heeft geleid tot maatregelen? In 2006 zijn in VUmc in de patiëntenzorg 316 (bijna)incidenten gemeld. Maatregelen naar aanleiding van voorgekomen incidenten worden op verschillende niveaus in de organisatie genomen. In eerste instantie worden maatregelen, waar mogelijk, getroffen op afdelingsniveau. Dit betreft het grootste deel van de maatregelen. Hiervan vindt op centraal niveau géén registratie plaats. Wel wordt bekeken in hoeverre deze maatregelen ook relevant zijn voor andere afdelingen. Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

21 In 2005 is de meldingscommissie gestart met de implementatie van een nieuwe werkwijze namelijk het decentraal behandelen van (bijna)incidenten in de patiëntenzorg. Hiervoor is aansluiting gevonden bij het VIM-project (= Veilig Incidenten Melden) van Sneller Beter (zie elders in dit jaarverslag). Daar waar de gepresenteerde problematiek afdelingsoverstijgend en/of van zeer ernstige aard is, worden maatregelen op cluster- of centrumniveau getroffen. II.3 II.3.1 Financiële positie: Budgetgrootte wat is in het verslagjaar het productiegebonden gedeelte van het externe budget, inclusief het totale B- segment maar exclusief de loonkosten voor medisch specialisten? Zie elders in dit jaarverslag II.4 Parameters ten behoeve van verantwoording, sturing en bench-marking II.4.1 Patiënttevredenheid II Patiënttevredenheidsmetingen onderzoekt u systematisch de tevredenheid van patiënten betreffende de zorgverlening: a. continu bij alle patiënten van het ziekenhuis ja/nee b. jaarlijks bij een cohort of steekproef van alle patiënten ja/nee c. systematisch, maar alleen bij specifieke afdelingen ja/nee Patiënttevredenheid is in VUmc één van de vier kwaliteitsthema s, naast patiëntenlogistiek, patiëntveiligheid en professionele kwaliteit. De centrumbrede coördinatiegroep patiënttevredenheid benadrukt het belang van het patiëntenperspectief en stimuleert afdelingen hiervoor activiteiten te ondernemen. VUmc participeert iedere twee jaar in het landelijk patiënttevredenheidsonderzoek van de NFU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische centra). De eerste meting heeft plaatsgevonden in het najaar van Eind 2005 is de tweede meting verricht. Hiervoor zijn ruim VUmc-patiënten aangeschreven. Medio 2006 zijn de resultaten bekend gemaakt. VUmc scoorde in totaal 19 best practices. In 2003 had VUmc nog slechts 3 best practices. Veel afdelingen houden ook zelf patiënttevredenheidsenquêtes bij hun patiënten, waarbij afdelingsspecifieke factoren worden onderzocht. In aansluiting op Sneller Beter pijler 3 is VUmc aan het onderzoeken of zij overgaat tot invoering van een ziekenhuisbreed elektronisch continu meetsysteem voor patiëntenfeedback. Afdelingen kunnen hier gebruik van maken en hun eigen vragenlijst samenstellen. Ook is met name binnen de Sneller Beter projecten patiëntenparticipatie geïntroduceerd, waarbij uitdrukkelijk aandacht wordt gegeven aan het patiëntenperspectief. Een aantal afdelingen is enthousiast geraakt door het instrument van spiegelgesprekken met patiënten en is voornemens deze jaarlijks te herhalen. Tot slot heeft in 2006 een evaluatie onder VUmc klagers plaatsgevonden over de klachtenprocedure, die tot een aantal verbeteringen heeft geleid. II Klachten a. absoluut aantal klachten, ingediend bij de Klachtencommissie b. relatieve aantal: absoluut aantal per gewogen patiënteenheid c. percentage van a. dat is gegrond verklaard d. percentage van c. dat heeft geleid tot maatregelen e. aantal klachten dat niet via de Klachtencommissie is binnengekomen Prestatie-indicatoren VU medisch centrum,

Meerjarenoverzicht. Academisch Medisch Centrum Landelijk Inspectiereactie. N of gemiddelde of % (min-max)

Meerjarenoverzicht. Academisch Medisch Centrum Landelijk Inspectiereactie. N of gemiddelde of % (min-max) 1 DECUBITUS 1.1 Beschikking systematische decubitusregistratie Ja Ja Ja 100% Registratie volgens LPOD-systeem LPOD LPOD LPOD 71% Aantoonbaar gebruik van registratie bij managementbeslissingen Ja Ja Ja

Nadere informatie

Prestatie-indicatoren. VU medisch centrum

Prestatie-indicatoren. VU medisch centrum Prestatie-indicatoren VU medisch centrum 2005 Inhoudsopgave VUmc Waarom prestaties meten? Basisset Prestatie-Indicatoren 2005 I. Ziekenhuisbrede indicatoren I.1 Decubitus (doorliggen) I.2 Bloedtransfusies

Nadere informatie

jaarverslag 2008 Ziekenhuis 195 Gemaakt op:

jaarverslag 2008 Ziekenhuis 195 Gemaakt op: Ziekenhuis 195 Gemaakt op: 2009-04-14 2-29 Inleiding De cijfers in dit rapport zijn gebaseerd op de records die opgenomen zijn in de landelijke database. Voor 2008 zijn 2083 aangeleverd, waarvan 5 zonder

Nadere informatie

Ziekenhuizen. Prestatie-indicatoren. Basisset 2007

Ziekenhuizen. Prestatie-indicatoren. Basisset 2007 Ziekenhuizen Prestatie-indicatoren Basisset 2007 IGZ NVZ NFU OMS Inspectie voor de Gezondheidszorg Vereniging van ziekenhuizen Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra Orde van Medisch Specialisten

Nadere informatie

VERSLAG PRESTATIE-INDICATOREN ZIEKENHUIZEN BASISSET 2007

VERSLAG PRESTATIE-INDICATOREN ZIEKENHUIZEN BASISSET 2007 VERSLAG PRESTATIE-INDICATOREN ZIEKENHUIZEN BASISSET 2007 Inhoudsopgave Verslag Prestatie-indicatoren 2007 Diaconessenhuis Meppel Pagina 2 van 18 1 Decubitus 3 2 Ondervoeding 3 3 Medicatieveiligheid 4 4

Nadere informatie

Cardiologie. Longziekten ,6% 5,6% nvt. % Sterfte binnen 1 jaar na EAC

Cardiologie. Longziekten ,6% 5,6% nvt. % Sterfte binnen 1 jaar na EAC Cardiologie % Sterfte binnen 1 jaar na EAC 7,6% 5,6% nvt % patiënten jonger dan 65 jaar die zijn overleden wegens AMI 2,6% 0,9% 0% % patiënten ouder dan 65 jaar die zijn overleden wegens AMI 3,45% 3,5%

Nadere informatie

RAPPORTAGE PRESTATIE INDICATOREN 2008. St. Antonius Ziekenhuis. Definitieve versie 29 mei 2009

RAPPORTAGE PRESTATIE INDICATOREN 2008. St. Antonius Ziekenhuis. Definitieve versie 29 mei 2009 RAPPORTAGE PRESTATIE INDICATOREN 2008 St. Antonius Ziekenhuis Definitieve versie 29 mei 2009 1 2 INHOUD Rapportage prestatie-indicatoren 2008... 5 1 Decubitus... 6 1.1 Puntprevalentie decubitus ziekenhuisbreed...

Nadere informatie

Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service April 2011

Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service April 2011 Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service April 2011 Inleiding De missie van de RSS is Het realiseren van de best mogelijke kwaliteit van leven voor iedere CVA-patiënt binnen de regio Rotterdam, uitgaande

Nadere informatie

Jaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op:

Jaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op: Jaarverslag Ziekenhuis 195 Gemaakt op: 2014-04-29 2-42 Inleiding Voor u ligt de MDS NICE jaarrapportage over het jaar. De cijfers in deze rapportage zijn gebaseerd op de records die zijn opgenomen in de

Nadere informatie

Almere Amersfoort Amsterdam Breda Den Bosch Den Haag Eindhoven Enschede Hilversum Rotterdam Velp Venlo Zeist

Almere Amersfoort Amsterdam Breda Den Bosch Den Haag Eindhoven Enschede Hilversum Rotterdam Velp Venlo Zeist 1 Algemene en organisatorische vragen 1.1 1.2 Beschikt u over een openbare website? Uw instelling is een: Behandelde uw instelling patienten in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2016? Had

Nadere informatie

1. Decubitus. Basisset prestatie-indicatoren 2008 Medisch Centrum Alkmaar

1. Decubitus. Basisset prestatie-indicatoren 2008 Medisch Centrum Alkmaar 1. Decubitus... 1 2. Ondervoeding... 3 3. Medicatieveiligheid... 6 4. Zorg-ICT... 7 5. Ziekenhuisinfecties... 13 6. Complicatieregistratie... 14 7. Pijn na een operatie... 19 8. Volume van risicovolle

Nadere informatie

Het resultaat telt 2005. Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg

Het resultaat telt 2005. Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg Het resultaat telt 2005 Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg Den Haag, december 2006 3 RAPPORT Inhoudsopgave Het resultaat blijft tellen

Nadere informatie

Trends in tevredenheid (2007/08)

Trends in tevredenheid (2007/08) NFU NEDERLANDSE FEDERATIE VAN UNIVERSITAIR MEDISCHE CENTRA Trends in tevredenheid (2007/08) Samenvatting van het derde onderzoek naar tevredenheid van patiënten in Universitair Medische Centra Trends in

Nadere informatie

Medische verantwoordelijkheid en werkwijze van een AOA. 25 maart 2010 Marko Wentzel, zorgmanager AOA Erik Kapteijns, longarts en medisch manager AOA

Medische verantwoordelijkheid en werkwijze van een AOA. 25 maart 2010 Marko Wentzel, zorgmanager AOA Erik Kapteijns, longarts en medisch manager AOA Medische verantwoordelijkheid en werkwijze van een AOA 25 maart 2010 Marko Wentzel, zorgmanager AOA Erik Kapteijns, longarts en medisch manager AOA Rode Kruis Ziekenhuis Middelgroot perifeer ziekenhuis

Nadere informatie

Onderzoek naar het functioneren van arts-assistenten in ziekenhuizen

Onderzoek naar het functioneren van arts-assistenten in ziekenhuizen Onderzoek naar het functioneren van arts-assistenten in ziekenhuizen BIJLAGE 1 Vragenlijst Vragen die betrekking hebben op de borging van de kwaliteit van de zorg. A. Algemeen Ik werk momenteel als arts

Nadere informatie

Overzicht Prestatie-indicatoren IGz

Overzicht Prestatie-indicatoren IGz Overzicht Prestatie-indicatoren IGz 2008 2008 2007 2006 1 DHD Indicatoren 1.1 Accreditatie Participeert u in de accreditatiesystematiek van de NIAZ NIAZ voor ziekenhuis behaald nog niet, audit heeft in

Nadere informatie

LEIDRAAD KWALIFICERING CHIRURGIE BIJ KINDEREN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN

LEIDRAAD KWALIFICERING CHIRURGIE BIJ KINDEREN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN LEIDRAAD KWALIFICERING CHIRURGIE BIJ KINDEREN IN ALGEMENE ZIEKENHUIZEN 2007 Deze notitie is tot stand gekomen vanuit een samenwerkingsverband tussen onderstaande verenigingen en secties: NVKCh SKAZ SCK

Nadere informatie

ACUTE ZORG SIONSBERG 2.0 ACUTE ZORG SIONSBERG 2.0. Wie sturen de patiënten: ACUTE ZORG SIONSBERG 2.0. Opvang basis acute zorg: Ons Streven:

ACUTE ZORG SIONSBERG 2.0 ACUTE ZORG SIONSBERG 2.0. Wie sturen de patiënten: ACUTE ZORG SIONSBERG 2.0. Opvang basis acute zorg: Ons Streven: Ons Streven: Kwalitatief goede en veilige zorg Dichtbij en makkelijk toegankelijk Duurzaam en tegen lagere kosten 24/7 beschikbaar, dan ook Dokterswacht bestaansrecht! Wie sturen de patiënten: Huisartsen

Nadere informatie

Jaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op:

Jaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op: Jaarverslag 2015 Ziekenhuis 195 Gemaakt op: 2016-03-22 Inhoud Inleiding... 4 Minimale Data Set (MDS)... 5 Algemeen... 6 Aantal... 7 Her... 8 Herkomst... 9 Opnametype... 9 Leeftijd en Geslacht... 10 Reanimaties...

Nadere informatie

11 april Annemarie Haverhals Leider programma

11 april Annemarie Haverhals Leider programma 11 april 2017 VBHC@Santeon Annemarie Haverhals Leider VBHC@Santeon programma Santeon: zeven topklinische ziekenhuizen 2 Samen circa 13% van nationale zorg 2,56 miljard omzet 26.600 werknemers 1580 medisch

Nadere informatie

Harttransplantatie - De voorbereiding

Harttransplantatie - De voorbereiding Harttransplantatie - De voorbereiding Inleiding U heeft te horen gekregen, dat u mogelijk een harttransplantatie zult ondergaan. De voorbereiding op een transplantatie is een lange en onzekere weg. U staat

Nadere informatie

5. Standpunt van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie ten aanzien van de Basisset Prestatieindicatoren

5. Standpunt van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie ten aanzien van de Basisset Prestatieindicatoren 1. Pijnmetingen bij postoperatieve patiënten 2. Externe verantwoording In het kader van de Kwaliteitswet Zorginstellingen leggen zorginstellingen en zorgverleners verantwoording af over de geleverde kwaliteit.

Nadere informatie

Verrichtingenthesaurus: review afleidingen Zorgactiviteiten. Datum: Januari 2017 Betreft: reviewronde Verrichtingenthesaurus financieel perspectief

Verrichtingenthesaurus: review afleidingen Zorgactiviteiten. Datum: Januari 2017 Betreft: reviewronde Verrichtingenthesaurus financieel perspectief Verrichtingenthesaurus: review afleidingen Zorgactiviteiten Van: DHD Datum: Januari 2017 Betreft: reviewronde Verrichtingenthesaurus financieel perspectief 1. Inleiding DHD maakt in opdracht van de NVZ

Nadere informatie

1 Algemene en organisatorische vragen EHV ENS HS RD V Z 1.1 Organisatorische vragen EHV ENS HS RD V Z

1 Algemene en organisatorische vragen EHV ENS HS RD V Z 1.1 Organisatorische vragen EHV ENS HS RD V Z 1 Algemene en organisatorische vragen 1.1 Organisatorische vragen Beschikt u over een openbare website? Ja: http://www.xpertclinic.nl/ Behandelt uw instelling patienten in de periode van 1 januari tot

Nadere informatie

Belangen spreker. Kwaliteitsregistratie: het werkt! 1-11-2013. Marc van Tilburg chirurg 30 oktober 2013

Belangen spreker. Kwaliteitsregistratie: het werkt! 1-11-2013. Marc van Tilburg chirurg 30 oktober 2013 --23 Kwaliteitsregistratie: het werkt! Marc van Tilburg chirurg 3 oktober 23 Belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Voor bijeenkomst

Nadere informatie

Nog betere chirurgische zorg voor patiënten Normen voor chirurgische behandelingen 3.0

Nog betere chirurgische zorg voor patiënten Normen voor chirurgische behandelingen 3.0 Nog betere chirurgische zorg voor patiënten Normen voor chirurgische behandelingen 3.0 De zorg in Nederland is goed. Het kan echter altijd beter. De Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) zoekt constant

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 25 170 Wachttijden in de curatieve zorg Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016 Factsheet en CVA (CVAB) 2016 Registratie gestart: 2014 In- en exclusiecriteria Definities: - CVA (Beroerte): intracerebrale bloeding of herseninfarct. - Intracerebrale bloeding: spontane bloeding in het

Nadere informatie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten

Nadere informatie

TOEGANGSTIJDEN POLIKLINIEK EN DIAGNOSTIEK

TOEGANGSTIJDEN POLIKLINIEK EN DIAGNOSTIEK TOEGANGSTIJDEN POLIKLINIEK EN DIAGNOSTIEK Cardiologie Algemeen 3 Chirurgie Algemeen 2 Hernia/liesbreuk 2 Mammapoli < 1 Vaatpoli 1 Varices (spataderen) 1 Dermatologie Algemeen 2 Geriatrie Algemeen Gynaecologie

Nadere informatie

Basisset prestatie indicatoren 2006 Medisch Centrum Alkmaar. Inhoud

Basisset prestatie indicatoren 2006 Medisch Centrum Alkmaar. Inhoud Inhoud 1. Decubitus 2006 1 2. Bloedtransfusies 2006 3 3. Medicatieveiligheid 2006 5 4. Zorg-ICT 2006 7 5. Postoperatieve wondinfecties 2006 9 6. Complicatieregistratie 2006 10 7. Pijn na een operatie 2006

Nadere informatie

Het resultaat telt Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg

Het resultaat telt Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg Het resultaat telt 2007 Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg Den Haag, december 2008 R A P P O R T Inhoudsopgave Voorwoord 4 1 Het eerste

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016 Factsheet en CVA (CVAB) 2016 Registratie gestart: 2014 In- en exclusiecriteria Definities: - CVA (Beroerte): intracerebrale bloeding of herseninfarct. - Intracerebrale bloeding: spontane bloeding in het

Nadere informatie

Helder kliniek Algemene en organisatorische vragen Eindhoven Enschede Hilversum Rotterdam Velp 1.1

Helder kliniek Algemene en organisatorische vragen Eindhoven Enschede Hilversum Rotterdam Velp 1.1 1 Algemene en organisatorische vragen 1.1 1.2 1.3 Organisatorische vragen Beschikt u over een openbare website? Behandelde uw instelling patienten in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2015?

Nadere informatie

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom.

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Beroerte (CVAB)

Factsheet Indicatoren Beroerte (CVAB) Factsheet en Beroerte (CVAB) A. Beschrijving CVAB 2014 [2.0.; 10102014] Registratie gestart: 2014 Nr. Type Uitvraag Bron indicator over (jaar) 1. Percentage TIA en CVA patiënten ingevuld in de CVAB (2014)

Nadere informatie

I NSPECTIE VOOR DE G EZONDHEIDSZ ORG. RAPPORT

I NSPECTIE VOOR DE G EZONDHEIDSZ ORG.  RAPPORT STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID I NSPECTIE VOOR DE G EZONDHEIDSZ ORG www.igz.nl RAPPORT Het resultaat telt 2004 Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen

Nadere informatie

Plattegronden hoofdgebouw CWZ. CWZ Klant, markt en innovatie (KMI) 12 januari 2016

Plattegronden hoofdgebouw CWZ. CWZ Klant, markt en innovatie (KMI) 12 januari 2016 Plattegronden hoofdgebouw CWZ CWZ Klant, markt en innovatie (KMI) 12 januari 2016 Plattegronden hoofdgebouw CWZ Inhoudsopgave 1. Overzicht afdelingen hoofdgebouw CWZ 3 2. B-laag 4 3. C-laag 5 4. A-laag

Nadere informatie

What matters to you? IC nivo. National institutes of health, USA. Nivo van zorg. Nederland, CBO 2006 12-5-2015

What matters to you? IC nivo. National institutes of health, USA. Nivo van zorg. Nederland, CBO 2006 12-5-2015 Beeld van een Intensive care Internationale / locale kwaliteitseisen Intensive Care JJ Koeijers St. Elisabeth Hospitaal Internist-Intensivist-Acute geneeskundige 10-5-2015, quality of care Inhoud Intensive

Nadere informatie

STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID I NSPECTIE VOOR DE G EZONDHEIDSZ ORG. RAPPORT

STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID I NSPECTIE VOOR DE G EZONDHEIDSZ ORG.  RAPPORT STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID I NSPECTIE VOOR DE G EZONDHEIDSZ ORG www.igz.nl RAPPORT Het resultaat telt 2004 Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen

Nadere informatie

In de bijlage treft u het definitieve rapport aan, uw reactie op het concept rapport is hierin verwerkt.

In de bijlage treft u het definitieve rapport aan, uw reactie op het concept rapport is hierin verwerkt. > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen LangeLand Ziekenhuis Raad van bestuur T.a.v. Postbus 3015 2700 KJ ZOETERMEER Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088

Nadere informatie

Het resultaat telt. Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg

Het resultaat telt. Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg Het resultaat telt Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg Den Haag, mei 2005 2 INSPECTIE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 3 RAPPORT Inhoudsopgave

Nadere informatie

Normering Chirurgische Behandelingen

Normering Chirurgische Behandelingen Normering Chirurgische Behandelingen Versie 1.0 Januari 2011 I. Inleiding De Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) is de beroepsvereniging van chirurgen in Nederland. In de NVvH participeren zeven

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015]

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NBCA 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05-11- 2015] Factsheet en NABON Breast Cancer Audit () 2015 [2015.3.ZIN besluit verwerkt; 05112015] Inclusiecriteria Nabon Breast Cancer Audit Inclusie Alle primaire invasieve mammacarcinomen volgens de WHO classificatie

Nadere informatie

Richtlijn medicatieoverdracht welke keuzes zijn gemaakt in het JBZ

Richtlijn medicatieoverdracht welke keuzes zijn gemaakt in het JBZ Richtlijn medicatieoverdracht welke keuzes zijn gemaakt in het JBZ 28 september en 5 oktober 2014 Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) & Ziekenhuisapotheek Noord Oost Brabant (ZANOB) Harriette Poels-Janssen en

Nadere informatie

5.4 Gastro-intestinaal

5.4 Gastro-intestinaal 5.4 Gastro-intestinaal 5.4.1 Indicator: Deelname aan de Dutch UpperGI Cancer Audit (DUCA) De mortaliteit en morbiditeit van de chirurgische behandeling van slokdarmkanker heeft de laatste jaren veel aandacht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 31 765 Kwaliteit van zorg Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

1 Algemene en organisatorische vragen EHV ENS HS RD V 1.1 Organisatorische vragen

1 Algemene en organisatorische vragen EHV ENS HS RD V 1.1 Organisatorische vragen 1 Algemene en organisatorische vragen 1.1 Organisatorische vragen Beschikt u over een openbare website? Behandelt uw instelling patienten in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2014? Verricht

Nadere informatie

basisset prestatie indicatoren 2003 medisch centrum alkmaar

basisset prestatie indicatoren 2003 medisch centrum alkmaar INHOUD I ZIEKENHUISBREDE INDICATOREN...3 I-1 Decubitus...3 I-1.1 Decubitusregistratie...3 I-1.2 Puntprevalentie decubitus ziekenhuisbreed...4 I-1.3 S Decubitus bij patiënten met een totale heupvervanging...5

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

Helder kliniek Algemene en organisatorische vragen Den Haag Eindhoven Enschede Hilversum Rotterdam Velp Venlo 1.1

Helder kliniek Algemene en organisatorische vragen Den Haag Eindhoven Enschede Hilversum Rotterdam Velp Venlo 1.1 1 Algemene en organisatorische vragen 1.1 1.2 Beschikt u over een openbare website? Uw instelling is een: Behandelde uw instelling patienten in de periode van 1 januari tot en met 31 december 2016? Had

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst CENTRAAL COLLEGE MEDISCHE SPECIALISMEN BESLUIT CCMS no. 5-2000 OPLEIDINGSEISEN PATHOLOGIE 1 Het Centraal College Medische Specialismen,

Nadere informatie

Het resultaat telt Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg

Het resultaat telt Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg Het resultaat telt 2006 Prestatie-indicatoren als onafhankelijke graadmeter voor de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende zorg Den Haag, december 2007 3 RAPPORT Inhoudsopgave Quo Vadis? 5 1 De Basisset

Nadere informatie

Basisarts, en dan. Mastering your future 24 oktober 2015 Victor Slenter, arts M&G

Basisarts, en dan. Mastering your future 24 oktober 2015 Victor Slenter, arts M&G Basisarts, en dan. Mastering your future 24 oktober 2015 Victor Slenter, arts M&G 1 Disclosure Sinds 2013 lid Dagelijks Bestuur Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten 2 Inhoud presentatie Wat doet

Nadere informatie

Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017

Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017 Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017 Uitvraag Bron Nr. over (jaar) hoofdstuk 1. Deelname aan Dutch Spine Surgergy Registry (DSSR) 2017 DSSR 1.4.3 2. Wachttijd tussen diagnose en aanvang

Nadere informatie

ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING AAN EN INGREPEN BIJ KINDEREN (2009)

ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING AAN EN INGREPEN BIJ KINDEREN (2009) ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING AAN EN INGREPEN BIJ KINDEREN (2009) DEFINITIES A Kind WGBO (bijlage 1): Kinderen tot 12 jaar hebben geen recht te beslissen over medische handelingen die henzelf aangaan.

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 23-10-2017 2017.1 Vrijwillig/ verplicht toegevoegd DICA 27-11-2017 2017.2 Schrappen van indicatoren

Nadere informatie

Als regioziekenhuis heeft het IJsselland Ziekenhuis veel aandacht voor de samenwerking met de partners uit de regio.

Als regioziekenhuis heeft het IJsselland Ziekenhuis veel aandacht voor de samenwerking met de partners uit de regio. Jaarbeeld 2016 Het IJsselland Ziekenhuis kijkt terug op een goed 2016. Met onze medewerkers, medisch specialisten en vrijwilligers werken wij samen elke dag en elk moment aan de best denkbare zorg. Dit

Nadere informatie

Statistieken. enquete-telefonische-opname-gesprek-arts-patient. Enquête telefonische opname gesprek arts en patiënt. Schoonderwoerd, Sandra

Statistieken. enquete-telefonische-opname-gesprek-arts-patient. Enquête telefonische opname gesprek arts en patiënt. Schoonderwoerd, Sandra Statistieken Naam formulier enquete-telefonische-opname-gesprek-arts-patient Titel formulier Enquête telefonische opname gesprek arts en patiënt Gebruiker Schoonderwoerd, Sandra Aantal vragen 20 Totaal

Nadere informatie

Samenwerking op terrein van IC zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn

Samenwerking op terrein van IC zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn Definitief Rapport Samenwerking op terrein van IC zorg tussen ziekenhuizen in Noordoost Nederland en afspraken over specialismen die op meerdere locaties werkzaam zijn Bezoek aan Ziekenhuis Tjongerschans

Nadere informatie

Locatie VUmc. Verwijzen naar Amsterdam UMC, locatie VUmc. Contactinformatie per specialisme

Locatie VUmc. Verwijzen naar Amsterdam UMC, locatie VUmc. Contactinformatie per specialisme Locatie VUmc Verwijzen naar Amsterdam UMC, locatie VUmc Contactinformatie per specialisme 2 Amsterdam UMC locatie VUmc Contactinformatie Pijnbestrijding (Anesthesiologie) Remko Liebregts : *64381 / 06

Nadere informatie

IGJ rapport: Het resultaat Telt - Particuliere Klinieken Hoe scoren de ZKN-keurmerk klinieken?

IGJ rapport: Het resultaat Telt - Particuliere Klinieken Hoe scoren de ZKN-keurmerk klinieken? IGJ rapport: Het resultaat Telt - Particuliere Klinieken Hoe scoren de? Inleiding De Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) publiceert arlijks een rapport over particuliere. De minister voor

Nadere informatie

zorgaanbieders die geneeskundige zorg aanbieders zoals psychiaters of psychotherapeuten die bieden.

zorgaanbieders die geneeskundige zorg aanbieders zoals psychiaters of psychotherapeuten die bieden. NADERE REGEL Regeling verplichte publicatie wachttijden somatische zorg Gelet op artikel 38 lid 4 juncto 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende

Nadere informatie

Een bezoek aan het ziekenhuis. Zuyderland Medisch Centrum Heerlen

Een bezoek aan het ziekenhuis. Zuyderland Medisch Centrum Heerlen Een bezoek aan het ziekenhuis Zuyderland Medisch Centrum Heerlen U bent voor een onderzoek en/of behandeling verwezen naar de locatie Heerlen. In deze brochure leest u belangrijke informatie waar u rekening

Nadere informatie

Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis locaties Langendijk en Molengracht 25 oktober 2016, 9: uur Breda

Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis locaties Langendijk en Molengracht 25 oktober 2016, 9: uur Breda Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088 120 50 01 www.igz.nl Omschrijving Instelling Datum/tijd Plaats Vastgesteld verslag thema antistolling Amphia Ziekenhuis

Nadere informatie

Onder een klacht verstaat het UMC Utrecht een uiting van onvrede over de kwaliteit van zorg, behandeling of dienstverlening.

Onder een klacht verstaat het UMC Utrecht een uiting van onvrede over de kwaliteit van zorg, behandeling of dienstverlening. Jaarverslag klachten 2010 Patiëntenservice Onder een klacht verstaat het UMC Utrecht een uiting van onvrede over de kwaliteit van zorg, behandeling of dienstverlening. Totaal aantal klachten, meldingen

Nadere informatie

Trends in tevredenheid (2003/2009)

Trends in tevredenheid (2003/2009) NFU NEDERLANDSE FEDERATIE VAN UNIVERSITAIR MEDISCHE CENTRA Trends in tevredenheid (2003/2009) Samenvatting van het derde onderzoek naar tevredenheid van patiënten in Universitair Medische Centra Trends

Nadere informatie

Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service. Maart 2017

Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service. Maart 2017 Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service Maart 2017 1 Inleiding De missie van de RSS is Het realiseren van de best mogelijke kwaliteit van leven voor iedere CVA-patiënt binnen de regio Rotterdam, uitgaande

Nadere informatie

Elkerliek Ziekenhuis T.a.v. mevrouw prof. dr. E. de Bont, voorzitter raad van bestuur Postbus AB HELMOND

Elkerliek Ziekenhuis T.a.v. mevrouw prof. dr. E. de Bont, voorzitter raad van bestuur Postbus AB HELMOND > Retouradres Postbus 2518 6401 DA Heerlen Elkerliek Ziekenhuis T.a.v. mevrouw prof. dr. E. de Bont, voorzitter raad van bestuur Postbus 98 5700 AB HELMOND Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401

Nadere informatie

Polikliniek Hartfalen

Polikliniek Hartfalen Cardiologie Polikliniek Hartfalen www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Werkwijze polikliniek Hartfalen... 3 Behandeling en begeleiding... 3 Hartfalenverpleegkundige... 4 Wat kan de hartfalenverpleegkundige

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Versie beheer: Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-07-2016 2017.1 Aanpassingen

Nadere informatie

Voorbeelden informatiepakketten

Voorbeelden informatiepakketten Bijlage 1 Voorbeelden informatiepakketten 4.3 Overdracht OK-verkoeverafdeling Hieronder wordt de overdracht van de operatiekamer naar de verkoeverafdeling besproken. De overdracht van de operatiekamer

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juni 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 juni 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 255 XP DEN HAAG T 070 340 79 F 070 340 78 34

Nadere informatie

Antonius in NOP en op Urk

Antonius in NOP en op Urk Antonius in NOP en op Urk Presentatie voor gemeenten Dr. W.J. van der Kam, voorzitter Raad van Bestuur Overzicht Historie Het ziekenhuis van de toekomst Wat gaan we concreet doen? Historie De pioniers

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016

Factsheet Indicatoren Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016 Factsheet en Geïnstrumenteerde Lage Rug Chirurgie (DSSR) 2016 Registratie gestart: 2014 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Alle patienten met een degeneratieve lumbale wervelkolomaandoening die een

Nadere informatie

Dutch Lung Surgery Audit (DLSA)

Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Informatie voor uw praktijk over: Zelfstandig behandelcentrum bij Amsterdam Sloterdijk.

Informatie voor uw praktijk over: Zelfstandig behandelcentrum bij Amsterdam Sloterdijk. Informatie voor uw praktijk over: Zelfstandig behandelcentrum bij Amsterdam Sloterdijk. Eén van de dingen die wij allemaal willen, is dat de mensen van wie wij houden, en wijzelf, gezond zijn. Het is belangrijk

Nadere informatie

Acute opname afdeling: eerste ervaringen en cijfers!

Acute opname afdeling: eerste ervaringen en cijfers! Acute opname afdeling: eerste ervaringen en cijfers! PICA seminar Prabath Nanayakkara & Margaret van Valkengoed - mei 2013 Inhoudsopgave Tendensen in de acute zorg Aanleiding AOA en doelen Eerste cijfers

Nadere informatie

Verslag inspectiebezoek dagbehandeling V Flevoziekenhuis 22 september 2016, :30 uur Almere

Verslag inspectiebezoek dagbehandeling V Flevoziekenhuis 22 september 2016, :30 uur Almere Stadsplateau 1 3521 AZ Utrecht Postbus 2518 6401 DA Heerlen T 088 120 50 00 F 088 120 50 01 www.igz.nl Omschrijving Dossiernummer Instelling Datum/tijd Plaats Verslag inspectiebezoek dagbehandeling V1009955

Nadere informatie

DEKKINGEN OVERZICHT AZPAS BASISZORGVERZEKERING EN AZPAS PLUS VERZEKERING

DEKKINGEN OVERZICHT AZPAS BASISZORGVERZEKERING EN AZPAS PLUS VERZEKERING DEKKINGEN OVERZICHT AZPAS BASISZORGVERZEKERING EN AZPAS PLUS VERZEKERING Dekkingen Vergoedingen Azpas Vergoedingen Azpas Plus Verzekering (groen gekleurde dekkingen zijn hogere dekkingen t.o.v. de Azpas

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Beroerte (CVAB)

Factsheet Indicatoren Beroerte (CVAB) Factsheet en Beroerte (CVAB) A. Beschrijving CVAB 2014 [2.6.; 15-01- 2015] Registratie gestart: 2014 Nr Type Uitvraag Bron. indicator over (jaar) 1. Percentage TIA- en CVA patiënten ingevuld in de CVAB

Nadere informatie

VBHC; hoe doe je dat voor borstkanker?

VBHC; hoe doe je dat voor borstkanker? 17 maart 2017 VBHC; hoe doe je dat voor borstkanker? Yvonne van Riet José Meulepas DISCLOSURE: SPREKERS BELANGEN Sprekers hebben voor deze bijeenkomst geen (potentiële) belangenverstrengeling met (commerciële)

Nadere informatie

Prestatie - Indicatoren 2003. Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam

Prestatie - Indicatoren 2003. Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam Prestatie - Indicatoren 2003 Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Amsterdam Amsterdam, 27 Augustus 2004 Inhoud Pagina Voorwoord 5 0 Profiel ziekenhuis 6 0.1 Naam ziekenhuis 6 0.2 Specialismen 6 0.3 Opleidingen 7

Nadere informatie

DEKKINGEN OVERZICHT AZPAS BASISZORGVERZEKERING & AZPAS PLUS VERZEKERING PER

DEKKINGEN OVERZICHT AZPAS BASISZORGVERZEKERING & AZPAS PLUS VERZEKERING PER OVERZICHT AZPAS & AZPAS PLUS VERZEKERING PER 01 10 2017 DEKKINGEN PLUS VERZEKERING ) CONSULTEN HUISARTSEN CONSULTEN BIJ ZORGVERLENERS VOOR PREVENTIEVE ZORG, ONDERZOEK EN MEDICATIE KOSTEN VAN MEDISCH SPECIALISTISCHE

Nadere informatie

2 januari 2015. Onderzoek: Effectiviteit van de zorg

2 januari 2015. Onderzoek: Effectiviteit van de zorg 2 januari 2015 Onderzoek: Effectiviteit van de zorg 1 Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.

Nadere informatie

Mammapolikliniek. Chirurgie

Mammapolikliniek. Chirurgie Mammapolikliniek Chirurgie Wat is een mammapoli? De mammapoli is een polikliniek gespecialiseerd in borstafwijkingen. Mamma is het Latijnse woord voor borst. Wanneer u een klacht heeft aan uw borst, bijvoorbeeld

Nadere informatie

KISZ Vragenlijst voorbeeld

KISZ Vragenlijst voorbeeld Vragenlijst voorbeeld Nederlandse Vereniging voor Reumatologie ADAS-CBO ADAS - CBOVragenlijst voorbeeld Pagina 1 KISZ KISZ De KISZ lijst: het instrument Vragenlijsten ter doorlichting van het management

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren DSSR 2017 Geïnstrumenteerd (A) en ongeïnstrumenteerd (B)

Factsheet Indicatoren DSSR 2017 Geïnstrumenteerd (A) en ongeïnstrumenteerd (B) Factsheet en DSSR 2017 Geïnstrumenteerd (A) en ongeïnstrumenteerd (B) DSSR 2017.4 Registratie gestart: 2014 Datum Versie Mutatie Eigenaar 06-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen 1 juli

Nadere informatie

2 januari 2015. Onderzoek: Effectiviteit van de zorg

2 januari 2015. Onderzoek: Effectiviteit van de zorg 2 januari 2015 Onderzoek: Effectiviteit van de zorg 1 Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.

Nadere informatie

Máxima Medisch Centrum (g)een gewoon bedrijf. 11 april 2013 Welkom VOC

Máxima Medisch Centrum (g)een gewoon bedrijf. 11 april 2013 Welkom VOC Máxima Medisch Centrum (g)een gewoon bedrijf 11 april 2013 Welkom VOC Hoogwaardige en persoonlijke patiëntenzorg Máxima Medisch Centrum: het grootste ziekenhuis in Zuidoost-Brabant Ruim 3.300 medewerkers,

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2017 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

DEKKINGENOVERZICHT AZPAS BASIS & AZPAS PLUS VERZEKERING PER DEKKINGEN VERGOEDINGEN AZPAS BASIS VERGOEDINGEN AZPAS PLUS

DEKKINGENOVERZICHT AZPAS BASIS & AZPAS PLUS VERZEKERING PER DEKKINGEN VERGOEDINGEN AZPAS BASIS VERGOEDINGEN AZPAS PLUS DEKKINGENOVERZICHT AZPAS BASIS & AZPAS PLUS VERZEKERING PER 01 07 2018 DEKKINGEN VERGOEDINGEN AZPAS BASIS VERGOEDINGEN AZPAS PLUS CONSULTEN HUISARTSEN CONSULTEN BIJ ZORGVERLENERS VOOR PREVENTIEVE ZORG,

Nadere informatie

Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service

Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service Kwaliteitscriteria Rotterdam Stroke Service Maart 2019 Evaluatiedatum: 25 maart 2021 1 Inleiding De missie van de RSS is Het realiseren van de best mogelijke kwaliteit van leven voor iedere CVA-patiënt

Nadere informatie