CTI na detentie Onderzoek naar Critical Time Intervention bij ex-gedetineerden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "CTI na detentie Onderzoek naar Critical Time Intervention bij ex-gedetineerden"

Transcriptie

1 CTI na detentie Onderzoek naar Critical Time Intervention bij ex-gedetineerden

2 Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen

3 CTI na detentie Onderzoek naar Critical Time Intervention bij ex-gedetineerden Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg & UMC St Radboud Nijmegen September 2013 Sara Al Shamma Linda van den Dries Judith Wolf

4 Dank aan alle mensen die dit onderzoek mogelijk hebben gemaakt, met op de eerste plaats de geïnterviewde deelnemers en de CTI-werkers. Colofon Project: Onderzoek naar Critical Time Intervention bij ex-gedetineerden Opdrachtgever: Directie Forensische Zorg (DForZo) Financier: DForZo met daarnaast een eigen bijdrage van De Tussenvoorziening, Iriszorg, LIMOR en Zienn Eindverantwoordelijke: Judith Wolf Projectleiding: Linda van den Dries Projectuitvoering: Sara Al Shamma, Linda van den Dries Foto s: Omz Vormgeving: Final Design; Jenny Jansen Druk: Rikken Print ISBN Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg, UMC St Radboud Nijmegen. 4

5 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Achtergrond en opzet onderzoek Achtergrond Doelen en onderzoeksvragen Doelgroep en benadering deelnemers Onderzoeksactiviteiten Leeswijzer 16 Hoofdstuk 2 Uitvoering CTI-begeleiding en instroom in het onderzoek Achtergrondinformatie CTI-methodiek Implementatie en werkwijze CTI Factoren bij lage instroom 22 Hoofdstuk 3 Ervaringen met CTI Ervaringen met CTI Zorgbehoeften cliënten Samenwerking met sociale en professionele netwerken Samenwerking met de justitiële keten 35 Hoofdstuk 4 Profiel en bestaansvoorwaarden Achtergrondkenmerken cliënten Inkomsten, schulden & dagbesteding Woonsituatie en dakloosheid 43 Hoofdstuk 5 Gezondheid en middelengebruik Lichamelijke gezondheid Psychische gezondheid Middelengebruik en andere verslavingen Ziektekosten 47 CTI na detentie 5

6 Inhoudsopgave Hoofdstuk 6 Eenzaamheid, veiligheid en kwaliteit van leven Eenzaamheid Veiligheid Kwaliteit van leven 49 Hoofdstuk 7 Hulpbehoeften & ontvangen hulp, zorgaansluiting en zorggebruik Gewenste en ontvangen hulp: top vijf Zorgaansluiting: configuraties Zorggebruik 56 Hoofdstuk 8 Detentie en strafbare feiten Frequentie van detentie en detentieduur Reden(en) van detentie en reclassering Strafbare feiten voor en na de detentie Impact CTI op terugdringen recidive 59 Hoofdstuk 9 Ervaren baat bij CTI Verwachtingen van cliënten van CTI Ervaring met CTI Mogelijke verbeterpunten van begeleiding volgens cliënten Ervaren effectiviteit CTI door cliënten 66 Hoofdstuk 10 Samenvatting Invoering en ondersteuning CTI Bereikte doelgroep en tegenvallende instroom Profiel van bereikte ex-gedetineerden Werken volgens CTI-model Ervaren baat van CTI 76 6 CTI na detentie

7 Inhoudsopgave Hoofdstuk 11 Beschouwing Het onderzoek Kwetsbare groep CTI heeft meerwaarde Aanpassingen in CTI Aandachtspunten bij implementatie Verdere fundering 81 Literatuur 83 Bijlage 1 Thema s interview en meetinstrumenten 85 Bijlage 2 Ervaringen met de begeleiding 86 CTI na detentie 7

8 8 CTI na detentie

9 Inleiding Achtergrond en opzet onderzoek

10 10

11 Achtergrond en opzet onderzoek Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 1 Achtergrond en opzet onderzoek Dit hoofdstuk beschrijft de achtergrond en de onderzoeksvragen van het onderzoek naar Critical Time Intervention bij ex-gedetineerden. Het geeft inzicht in de doelgroep en de benadering van de gedetineerden en besluit met een overzicht van de andere hoofdstukken in dit rapport. 1.1 Achtergrond Recidive na detentie Jaarlijks worden ruim dertigduizend gedetineerden ontslagen uit detentie om zich ergens in een gemeente in Nederland te vestigen (Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2011). De recidive van ex-gedetineerden in Nederland is hoog. Het WODC (Wartna, Tollenaar & Essers, 2005: 11) stelt: Vier jaar na ontslag uit de penitentiaire inrichting is ongeveer 66 procent opnieuw vervolgd wegens het plegen van enig misdrijf [ ]. Na acht jaar heeft driekwart van de ex-gedetineerden een nieuw justitiecontact, in de meeste gevallen vanwege het plegen van een middelzwaar misdrijf, een delict met een wettelijke strafdreiging van vier tot acht jaar. Het zwaartepunt op terugval in oude delicten ligt hierbij in de eerste 48 uur na detentie. Recidive komt vaker voor bij gedetineerden die worden vrijgelaten zonder oplossing van problemen in relatie tot aanwezige criminogene factoren (geen inkomen, geen dagbesteding, geen huisvesting et cetera) (Wartna et al., 2005). Terugdringen recidive start in de Penitentiaire Inrichting Screening van de basisbehoeften van gedetineerden (papieren, inkomen, huisvesting, verzekeringen et cetera) en van risicofactoren voor terugval is nodig om het best passende vervolg na detentie te bepalen, bijvoorbeeld beschermd/begeleid wonen of zelfstandig wonen. Binnen de Penitentiaire Inrichtingen (PI) worden gedetineerden idealiter gescreend door de Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening (MMD er). De door deze medewerker verzamelde informatie wordt bij voorkeur uitgewisseld met de nazorgcoördinator van de gemeenten. Onderzoek uit 2008 van Beke Advies Groep (Kuppens & Ferwerda, 2008) laat zien dat gedetineerden regelmatig niet gescreend worden. Redenen hiervoor zijn onder meer een te kort verblijf van de gedetineerden in de PI, maar ook onvoldoende competenties van de MMD er om goed door te vragen of goed te kunnen bepalen of er specifieke onvervulde zorgbehoeften zijn. Het zicht op leefsituatie en zorgbehoeften blijft daardoor vaak onduidelijk (Kuppens & Ferwerda, 2008). Bij ontslag uit de PI is dan ook vaak geen passende vervolghulp gerealiseerd. Daarnaast heeft een deel van de ex-gedetineerden na ontslag geen huisvesting. Deze gedetineerden komen doorgaans bij de nachtopvang terecht, wat de kans op recidive vergroot. Voor een goede transitie van de gedetineerde naar de samenleving is samenwerking nodig tussen PI s, gemeenten en opvanginstellingen. De opvanginstellingen, die overzicht hebben over wat passende mogelijkheden voor ex-gedetineerden zijn, komen vaak (te) laat aan zet. Als opvanginstellingen wel vroegtijdig ingeschakeld worden, ontbreekt het veelal aan effectieve methoden om te werken aan maatschappelijke re-integratie en vermindering van recidive. Voor het terugdringen van recidive is een effectieve interventie nodig die ex-gedetineerden bijstaat en ondersteunt in de transitieperiode na detentie. Omdat deze periode veel risico geeft op terugval in oud gedrag (denk aan terugval in crimineel gedrag, drugsgebruik en deelname aan CTI na detentie 11

12 Achtergrond en opzet onderzoek Hoofdstuk 1 het crimineel circuit), kan interveniëren juist tijdens deze transitieperiode een positief effect hebben op de re-integratie in de samenleving. Een mogelijke vorm van passende vervolghulp is Critical Time Intervention (CTI). CTI is een intensieve vorm van begeleiding die cliënten met meervoudige problemen praktische en emotionele hulp biedt tijdens een kritische transitieperiode in hun leven. Er is in dit onderzoek voor CTI gekozen vanwege de aangetoonde wetenschappelijke effectiviteit ervan: het is aannemelijk dat CTI een positief effect heeft bij ex-gedetineerden die na detentie (begeleid) zelfstandig gaan wonen. Bovendien is CTI internationaal, door het National Institute on Drug Abuse en SAMHSA 1, aangemerkt als best practice bij onder meer ex-gedetineerden in het justitiële circuit (Draine & Herman, 2007). In deze pilotstudie wordt CTI door vier opvanginstellingen ingezet om ex-gedetineerden te begeleiden bij de transitie van een leven in detentie naar een leven buiten de PI. De deelnemende instellingen zijn: De Tussenvoorziening (Utrecht), Iriszorg (Apeldoorn en Deventer), LIMOR (Zwolle) en Zienn (Leeuwarden). Het doel van dit project is het geven van een krachtige kwaliteitsimpuls aan de professionalisering van de forensische zorg. 1.2 Doelen en onderzoeksvragen Het onderzoek naar de toepassing van CTI bij de begeleiding van ex-gedetineerden is in opdracht van de Directie Forensische Zorg (DForZo) uitgevoerd door het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg van het UMC St Radboud Nijmegen in de periode vanaf oktober 2011 tot en met juli De doelen van dit onderzoek zijn: Het bepalen van de werkzaamheid van CTI bij de begeleiding van ex-gedetineerden die de transitie maken van een leven in detentie naar een leven buiten de PI. Het in kaart brengen van de contacten met en de geboden hulp vanuit het sociale en professionele netwerk van de ex-gedetineerden. Het aanpassen van CTI aan de specifieke kenmerken van de doelgroep van ex-gedetineerden. 1.3 Doelgroep en benadering deelnemers Om deel te kunnen nemen aan de pilotstudie moesten gedetineerden op korte termijn vertrekken uit detentie, openstaan om zes maanden begeleiding te ontvangen, 18 jaar of ouder zijn en zich vestigen in het werkgebied van één van de vier participerende opvanginstellingen. Verslavingsproblematiek, soort delict en het type huisvesting na detentie vormden geen uitsluitingcriteria voor de studie. Ook werd niet geselecteerd op het al dan niet veroordeeld zijn tot reclasseringstoezicht. 1 SAMHSA: Substance Abuse and Mental Health Services Administration. 12 Inleiding

13 Achtergrond en opzet onderzoek Hoofdstuk 1 Voor dit onderzoek werkten de participerende opvanginstellingen samen met PI s in hun regio. De Tussenvoorziening werkte samen met PI Nieuwegein, Iriszorg met PI Doetinchem en PI Zutphen, LIMOR met PI Zwolle en Zienn met PI Leeuwarden. Daarnaast werd incidenteel contact gelegd met PI s buiten de eigen regio, namelijk wanneer gedetineerden zich vanuit deze PI s in het begeleidingsgebied van de opvanginstellingen vestigden. De Dienst Justitiële Inrichtingen heeft toestemming verleend voor de uitvoering van dit onderzoek op voorwaarde dat een medewerker vanuit de PI de gedetineerden benadert voor deelname aan het onderzoek. De inclusieprocedure van gedetineerden was als volgt: De MMD er of nazorgcoördinator van de gemeente controleert of de gedetineerden die op korte termijn vrijkomen, voldoen aan de hierboven beschreven inclusiecriteria; Alle gedetineerden die aan de criteria voldoen, worden door de MMD er ingelicht over het onderzoek en ontvangen een informatieblad over het onderzoek. Bij de benadering benadrukt de MMD er dat deelname vrijwillig is en dat wel of niet deelnemen geen enkele invloed heeft op het verblijf in detentie; Gedetineerden die willen deelnemen aan het onderzoek worden in contact gebracht met een CTI-werker van de opvanginstelling, waarna de begeleiding start. Aantal deelnemers aan het onderzoek Medewerkers van de deelnemende PI s hebben gedurende het onderzoek een registratieboek ingevuld 2. In dit registratieboek is bijgehouden hoeveel gedetineerden, die uitstroomden tussen maart 2012 en september , aan de inclusiecriteria voldeden. Van elke gedetineerde is genoteerd of hij wilde deelnemen aan het onderzoek, en zo niet, waarom niet. Op basis van de bijgehouden registratieboeken is tabel 1.1 opgesteld. De door de PI s aangeleverde cijfers zijn voor sommige PI s waarschijnlijk een onderschatting van de daadwerkelijke uitstroom van potentiële deelnemers aan het onderzoek (zie hoofdstuk 2.3). Van de 56 gedetineerden die benaderd zijn voor het onderzoek, zijn er 22 in begeleiding genomen. De overige 34 gedetineerden hebben om verschillende redenen niet deelgenomen aan het onderzoek, waarbij geen interesse vanuit de gedetineerde de meest voorkomende reden was (n=20; 59%). Van de in totaal 22 gedetineerden die in begeleiding kwamen, voltooiden veertien cliënten (64%) het CTI-traject; drie gedetineerden zijn direct na vrijlating uitgevallen (en hebben dus geen CTI-begeleiding ontvangen) en de overige vijf haakten halverwege het traject af. Eén van deze vijf cliënten kon niet langer aan het onderzoek deelnemen omdat hij halverwege het CTI-traject werd opgenomen op een Forensisch Psychiatrisch Afdeling 4 ; twee cliënten waren niet meer bereikbaar voor de CTI-werkers en de overige twee cliënten gaven aan niet langer begeleid te willen worden (waarbij één specifiek aangaf dit niet te willen omdat er dan een dossier over hem werd aangemaakt). Tenzij anders vermeld, hebben de resultaten in dit rapport betrekking op de veertien gedetineerden die het traject volledig hebben voltooid (vanaf hier aangeduid als cliënten). 2 In Utrecht is geen registratieboek bijgehouden. 3 Bij Iriszorg en de Tussenvoorziening is de inclusie met een extra maand verlengd tot en met oktober Een forensisch psychiatrische afdeling behandelt patiënten met een psychische stoornis die in contact zijn gekomen, of dreigen te komen, met justitie [...] De FPA is bedoeld als een overgangsvoorziening tussen de gevangenis en de reguliere GGZ. (bron: CTI na detentie 13

14 Achtergrond en opzet onderzoek Hoofdstuk 1 Tabel 1.1. Aantal cliënten die voor CTI in aanmerking kwamen, uitgesplitst naar voorziening. * De Tussenvoorziening is niet opgenomen in de tabel, omdat in Utrecht geen registratieboek is bijgehouden. In Utrecht is in totaal één cliënt benaderd die aan de inclusiecriteria voldeed. Deze cliënt kon niet deelnemen aan de pilotstudie, omdat hij voor zijn plaatsing in detentie al CTI-begeleiding ontving. ** Deze cliënt is ook opgenomen in de categorie heeft geen interesse in deelname omdat hij bij de benadering tijdens een eerdere detentieperiode niet wilde deelnemen aan het onderzoek. ***Bij Iriszorg is de cliënt niet geïncludeerd, omdat er naar aanleiding van de veiligheidsscan bij de MMD er twijfel ontstond over de veiligheid van de CTI-werker. Bij Zienn werd CTI niet geschikt gevonden voor de cliënt. 14 Inleiding

15 Achtergrond en opzet onderzoek Hoofdstuk Onderzoeksactiviteiten De volgende onderzoeksactiviteiten zijn in deze studie uitgevoerd: 1. Face-to-face interviews met cliënten; 2. Telefonische interviews met een deel van de cliënten; 3. Een focusgesprek met CTI-werkers. Face-to-face interviews met cliënten De veertien cliënten die het gehele CTI-traject hebben afgerond zijn tweemaal geïnterviewd: het eerste interview (T0) werd gemiddeld 2,5 week (oplopend van zes dagen tot negen weken) na ontslag uit detentie 5 afgenomen en het tweede interview (T1) vond gemiddeld zo n krappe zeven maanden (met een minimum van zes en een maximum van negen maanden) na vrijlating plaats. Na afloop van het T0-interview ontvingen de respondenten een vergoeding van vijftien euro, voor het T1-interview kregen zij een vergoeding van twintig euro. De interviews zijn afgenomen door vier ervaren, getrainde interviewers. Bij de start van het interview kreeg de cliënt nogmaals uitleg over het onderzoek en werd benadrukt dat hij op elk moment tijdens het interview kon stoppen. De cliënt tekende daarop een toestemmingsverklaring voor deelname aan het onderzoek. De interviews vonden plaats op verschillende locaties (bijvoorbeeld bij de voorziening waar de cliënt hulp ontving of een rustig café in de buurt van de woonplek van de cliënt); één cliënt verbleef op T1 (opnieuw) in de PI en werd daar geïnterviewd en één cliënt is geïnterviewd in het behandelcentrum waar hij op T1 verbleef. Het afnemen van de interviews met de cliënten gebeurde met behulp van een semigestructureerde vragenlijst. Bijlage 1 geeft een overzicht van de thema s die in de interviews aan bod kwamen en van de gebruikte meetinstrumenten. Telefonische interviews met cliënten In verband met de tegenvallende instroom in het onderzoek is in januari 2014, in overleg met DForZo, besloten bij de cliënten die op dat moment nog in begeleiding waren een extra telefonisch interview af te nemen om meer inzicht te krijgen in de beleving en waardering van de CTI-begeleiding door de cliënten. Van de elf hiervoor benaderde cliënten zijn er acht geïnterviewd. Het telefonische interview vond tot twee weken na het T1-interview plaats. Eén van deze interviews is face-to-face afgenomen, omdat deze cliënt (opnieuw) in detentie zat en het niet mogelijk was in de PI een telefonisch interview af te nemen. Van de drie cliënten die niet geïnterviewd zijn, wilden twee cliënten niet deelnemen aan het telefonische interview. De derde cliënt was de Nederlandse taal onvoldoende machtig voor een telefonisch interview. Het faceto-face afnemen van het interview tijdens het T1-interview was niet mogelijk, omdat de cliënt hiervoor onvoldoende geconcentreerd was. De telefonische interviews duurden gemiddeld ongeveer een half uur (variërend van vijftien tot veertig minuten). De geïnterviewde cliënten kregen als dank voor hun deelname 25 euro. Focusgesprek met CTI-werkers In januari 2013 is een focusgesprek georganiseerd voor alle CTI-werkers. In totaal hebben vier CTI-werkers aan dit gesprek deelgenomen; twee van LIMOR, één van Iriszorg en één van Zienn. In dit focusgesprek is onder meer gevraagd naar de effectiviteit van CTI, ervaringen met het begeleiden van cliënten en valkuilen en eventuele verbeterpunten van het CTI-traject. 5 Doordat één gedetineerde niet bereikbaar was, vond het T0-interview bij deze cliënt pas negen weken na vrijlating plaats. CTI na detentie 15

16 Achtergrond en opzet onderzoek Hoofdstuk 1 Analyse Er zijn vooral beschrijvende statistische analyses gedaan. Vanwege de kleine steekproef is niet getoetst of de waarden op T0 en T1 significant verschillen. Dit geldt voor alle vergelijkingen in het rapport. Bij het lezen van de resultaten is het belangrijk om te onthouden dat het eerste interview, T0, gemiddeld ruim twee weken na ontslag uit detentie 6 plaatsvond en het tweede interview, T1, gemiddeld bijna zeven maanden na vrijlating. Tot slot, wanneer in het rapport gesproken wordt over detentie of vrijlating wordt de meest recente detentie en de vrijlating voorafgaand aan T0 bedoeld (tenzij anders vermeld). 1.5 Leeswijzer Dit rapport bestaat na dit hoofdstuk uit tien andere hoofdstukken. Hoofdstuk twee beschrijft de werkwijze en implementatie van de CTI-begeleiding en behandelt de factoren die hebben bijgedragen aan de lage instroom van cliënten. Hoofdstuk drie gaat in op de ervaringen van de CTI-werkers en de cliënten met CTI en besteedt aandacht aan contacten met de sociale en professionele systemen en de medewerkers in de justitiële keten. In hoofdstuk vier worden het profiel en de bestaansvoorwaarden van de cliënten beschreven. Hoofdstuk vijf gaat in op de gezondheid en het middelengebruik van de cliënten en hoofdstuk zes beschrijft de gevoelens van eenzaamheid, veiligheid en de kwaliteit van leven. Hoofdstuk zeven behandelt de hulpbehoeften, ontvangen hulp en zorgaansluiting en zorggebruik van de cliënten. In hoofdstuk acht komen de doorgemaakte detentieperiode(s) van de cliënt en de gepleegde strafbare feiten aan bod. De ervaren baat van CTI voor de cliënt komt aan de orde in hoofdstuk negen. Het tiende hoofdstuk geeft een samenvatting van de resultaten en in het elfde en laatste hoofdstuk volgt een nabeschouwing. 6 Doordat één gedetineerde niet bereikbaar was, vond het T0-interview bij deze cliënt pas negen weken na vrijlating plaats. 16 Inleiding

17 CTI na detentie

18 18

19 Uitvoering CTI-begeleiding en instroom in het onderzoek Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 2 Uitvoering CTI-begeleiding en instroom in het onderzoek Dit hoofdstuk behandelt de werkwijze van CTI en de implementatie in de praktijk. Daarnaast geeft het inzicht in de factoren die hebben bijgedragen aan de lage instroom en biedt oplossingen hiervoor met het oog op vervolgonderzoek. 2.1 Achtergrondinformatie CTI-methodiek CTI is een evidence based vorm van intensieve begeleiding die cliënten met meervoudige, complexe problemen praktische en emotionele hulp biedt tijdens een kritische transitieperiode in hun leven (Susset, Valencia, Conover, Felix, Tsai & Wyatt, 1997). In dit onderzoek gaat het over de transitie van een leven in de PI naar een leven buiten detentie. In een transitieperiode zijn nieuwe of andere verbindingen nodig met sociale netwerken en professionele zorg. CTIwerkers helpen hun cliënten om de relaties met informele steunsystemen, zoals de contacten met familie of belangrijke anderen te versterken en de formele relaties met professionele zorg, tot stand te brengen of te intensiveren. Met behulp van CTI wordt de sociale en institutionele inbedding van de betreffende personen vergroot en daarmee de kans op recidive verkleind. Internationaal is CTI met succes toegepast bij uiteenlopende doelgroepen. Uit eerder onderzoek bij psychiatrische patiënten blijkt dat CTI na een transitie van een opvangvoorziening naar de gemeenschap onder andere leidt tot minder dagen dakloosheid, minder nieuwe episodes van dakloosheid en minder negatieve symptomen van schizofrenie (Herman, Opler, Felix, Valencia, Wyatt, & Susser, 2000; Susser et al., 1997). Ook zijn er aanwijzingen dat CTI kosteneffectief is (Jones, Colson, Valencia, & Susser, 1994; Jones et al., 2003). CTI heeft een duidelijke structuur. Vanaf het begin wordt het contact met de cliënt aangegaan voor een beperkte tijdsperiode. In drie, in tijd beperkte, fasen wordt op een beperkt aantal leefgebieden gewerkt aan de doelen van de cliënt. De activiteiten in elke fase zijn anders. In de eerste fase, de structureringsfase, ligt de nadruk op het uitbouwen van het contact met de cliënt, het zicht krijgen op risico- en beschermende factoren in het licht van de lange termijn doelen van de cliënt en het contact leggen en, indien nodig, opbouwen van een steunsysteem rondom de cliënt. In deze fase biedt de CTI-werker de cliënt emotionele en praktische steun. In de tweede fase, de testfase, wordt actief gewerkt aan probleemoplossende vaardigheden van de cliënt en wordt de stabiliteit van het sociale en professionele steunsystemen getest en versterkt. In de overdrachtsfase, de laatste en derde fase, wordt de zorg en begeleiding van de cliënt overgedragen aan het formele en informele steunsystemen en wordt de CTI-begeleiding beëindigd. 2.2 Implementatie en werkwijze CTI In deze pilotstudie begeleiden CTI-werkers ex-gedetineerden bij en na hun vertrek uit de PI. Doel is het herstel en de re-integratie van cliënten in de samenleving, met specifieke aandacht voor de versterking van de sociale inbedding van de cliënt en de toeleiding naar en continuering van benodigde professionele hulpverlening. Daarbij wordt zoveel mogelijk krachtgericht gewerkt vanuit de mogelijkheden van de cliënt en zijn omgeving. CTI na detentie 19

20 Uitvoering CTI-begeleiding en instroom in het onderzoek Hoofdstuk 2 Training CTI-werkers Om begeleiders te leren hoe zij CTI met cliënten in de praktijk kunnen toepassen, hebben alle CTI-werkers een tweedaagse CTI-training gevolgd. Tijdens deze training is onder andere aandacht besteed aan de oorsprong en wetenschappelijke evidentie van CTI, het onderliggende conceptuele kader en de uitgangspunten van CTI. Verder kwam in de training aan bod: de structurering van CTI in drie fasen, hoe CTI in de dagelijkse praktijk werkt, de inventarisatie van krachten, hulpbronnen en risico s, het bepalen van de focus op een beperkt aantal leefgebieden, doelbepaling, het opstellen van het CTI-actieplan, het werken aan verbinding van de cliënt met en ontwikkeling en versterking van sociale en professionele systemen. Naast deze training hebben alle CTI-werkers het methodiekboek Critical Time Intervention bij ex-gedetineerden ontvangen met uitleg over de structuur van CTI en tips en handvatten bij het toepassen van CTI bij ex-gedetineerden. Begeleiders die al getraind waren in CTI ontvingen alleen het methodiekboek. Taken CTI-werker De specifieke taken van de CTI-werker zijn: inschatten van de krachten en hulpbronnen van cliënten en de risico s op terugval; prioriteren wat nodig is om de transitie goed te kunnen doormaken samen met de cliënt een CTI-actieplan maken met doelen, acties en tussentijdse evaluaties tijdelijk bieden van praktische ondersteuning cliënten toeleiden naar noodzakelijke begeleiding cliënten versterken in hun sociale relaties coördinatie van de hulp van alle betrokkenen: informeel en professioneel registratie van werkzaamheden. CTI-Werkbladen ter ondersteuning van het werk van CTI-werkers Krachteninventarisatie: In de krachteninventarisatie wordt voor elk van de tien CTI-leefgebieden ingevuld welke persoonlijke en sociale hulpbronnen cliënten op dat moment hebben, welke wensen en ambities zij voor de toekomst hebben en welke persoonlijke en sociale hulpbronnen zij in het verleden gebruikten. Hoewel de focus van het CTI-begeleidingstraject beperkt is tot maximaal drie leefgebieden, is het belangrijk om zicht te krijgen op krachten en hulpbronnen op elk van de tien leefgebieden, zodat die in het begeleidingstraject kunnen worden gebruikt. CTI-taxatie: De CTI-Taxatie is primair bedoeld om zicht te krijgen op de risico s die er in de situatie van de cliënt bestaan op terugval in crimineel gedrag. De CTI-Taxatie is nodig om in de structureringsfase te kunnen bepalen op welke één tot drie leefgebieden de focus van het CTI-traject moet liggen. CTI-Actieplan: Voor elk van de drie CTI-fasen wordt een actieplan gemaakt, met een overzicht van de lange en korte termijndoelen waar in de CTI-begeleiding aan gewerkt wordt. In elk CTI-actieplan zijn maximaal drie leefgebieden gekozen. De prioritering van de leefgebieden doen de cliënt en de CTI-werker samen. 20

21 Uitvoering CTI-begeleiding en instroom in het onderzoek Hoofdstuk 2 CTI-logboek: Het logboek gebruikt de CTI-begeleider voor het vastleggen van de contacten en activiteiten in de uitvoering. In het logboek wordt onder andere opgenomen waar het contact of de activiteit plaatsvindt, met wie er contact is, hoe uitvoering wordt gegeven aan contact of activiteit (mondeling, telefonisch et cetera) en wat de duur van contact of de activiteit is. Ter ondersteuning van het werk van de interne coach is de monitormap beschikbaar. In de monitormap houdt de coach onder andere bij wanneer cliënten tijdens de coaching zijn besproken en in welke fase de cliënten zich bevinden in verband met de tijdsduur van de fasen en de overgang naar de volgende fase. Inzet CTI-werker In de pilotstudie werkt de CTI-werker met cliënten op een gestructureerde wijze, in drie fasen van elk ongeveer twee maanden, aan een soepele overgang van een verblijf in de PI naar een verblijf buiten de PI. Voor de vrijlating van de gedetineerden hebben de CTI-werkers in de PI al enkele ontmoetingen met de gedetineerden. De inzet van de CTI-werker in deze pre-cti fase is ongeveer 10 uur. In de drie volgende fasen is de inzet van de CTI-werker als volgt: Fase 1: gemiddeld 3 uur per week (totaal 24 uur) Fase 2: gemiddeld 2 uur per week (totaal 16 uur) Fase 3: 0,5 à 1 uur per week (totaal 4 à 8 uur) Gedurende deze drie fasen is er een verschuiving van een meer proactief accent in de eerste fase naar een meer ondersteunend accent in de derde fase. De intensiteit van het contact tussen de CTI-werker en de cliënt is in de eerste fase het grootst en neemt in elke volgende fase in intensiteit af (zie figuur 2.1). Figuur 2.1. Fasering van CTI-traject. CTI na detentie 21

22 Uitvoering CTI-begeleiding en instroom in het onderzoek Hoofdstuk 2 In de fasen zelf is ook sprake van een aflopende intensiteit. Voor fase 1 geldt bijvoorbeeld een zeer intensief begin van gemiddeld mogelijk zes uur per week (bijvoorbeeld twee outreachende bezoeken en/of intake) naar een intensiteit van gemiddeld twee uur per week. Eén cliënt vergt in totaal ongeveer 60 uur CTI-uitvoering. Dit is inclusief reizen en registreren en exclusief zorgoverleggen met sleutelfiguren uit het sociale en professionele systeem van de cliënten die gemiddeld 10 uur per cliënt vergen. Daarnaast ontvangen de CTI-werkers interne coaching in de eigen organisatie. Coaching en leer- en werkbijeenkomsten In de vier opvanginstellingen die aan de pilotstudie deelnamen, werd al CTI-begeleiding gegeven aan cliënten die een transitie maakten van de maatschappelijk opvang naar (begeleid) zelfstandig wonen. De coach die deze CTI-werkers begeleidde, heeft ook de coaching van de CTI-werkers uit de pilotstudie op zich genomen. Met deze interne coach bespreken de CTIwerkers elke twee weken de individuele cliënten. Bij deze besprekingen is onder andere aandacht voor de voortgang van de trajecten, de beoogde planning van de fasen, de mate waarin de doelen van de cliënt zijn behaald, welke factoren doelrealisering bevorderen of belemmeren en welke uitdagingen zich in het traject voordoen. Door middel van deze werkbegeleiding kunnen CTI-werkers de begeleiding van hun cliënten evalueren en zo nodig bijstellen. De CTI-werkers deden daarnaast mee aan regelmatig door het Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gehouden landelijke leer- en werkbijeenkomsten voor CTI-werkers waarbij de versterking en borging van de methodiek centraal staat. 2.3 Factoren bij lage instroom Het plan was om in de pilotstudie 80 cliënten te includeren. Uiteindelijk zijn 22 cliënten in de studie ingestroomd, waarvan 14 cliënten het CTI-traject volledig afrondden. De factoren die hebben bijdragen aan de lage instroom in de pilotstudie zijn niet voor alle instellingen gelijk. Deze paragraaf geeft weer welke factoren bij de verschillende instellingen een rol speelden. De Tussenvoorziening In Utrecht is het De Tussenvoorziening niet gelukt om gedetineerden in het onderzoek te includeren. De Tussenvoorziening geeft aan dat het hen in de aanloop van het project al zeer veel tijd en moeite kostte om in contact te komen met PI Utrecht, locatie Wolvenplein. Toen het contact er was, gaven de medewerkers van PI Utrecht aan dat zij de doelgroep van het onderzoek niet vonden aansluiten bij de eisen van een huis van bewaring en een Inrichting voor Stelselmatige Daders. Kort voor de start van het onderzoek is daarom contact gelegd met de nazorgcoördinator in Utrecht. In het begin leek dit contact effectief. De nazorgcoördinator leverde de Tussenvoorzieningen overzichten aan met gedetineerden die binnen korte termijn zouden vrijkomen. Kort na de start van het onderzoek werd echter een nieuwe nazorgcoördinator aangesteld en die bleek niet bereid om aan het onderzoek mee te werken. Als reactie op deze personele wisseling heeft de Tussenvoorziening contact gezocht met PI Nieuwegein. Dit contact kwam zeer moeizaam op gang, maar heeft er uiteindelijk in geresul- 22

23 Uitvoering CTI-begeleiding en instroom in het onderzoek Hoofdstuk 2 teerd dat er posters over het onderzoek zijn opgehangen in de PI. De MMD ers stonden er echter niet voor open om actief gedetineerden voor het onderzoek te benaderen. Zij zagen geen meerwaarde in deelname aan dit project, naast al bestaande initiatieven om recidive terug te dringen. Andere manieren om gedetineerden te benaderen hadden in Utrecht niet het gewenste effect. Het verzoek aan reclasseringsmedewerkers om gedetineerden voor het onderzoek aan te melden heeft, na aanvankelijk enthousiasme bij de reclasseringsmedewerkers, niet tot aanmeldingen geleid. Binnen de Tussenvoorziening is medewerkers gevraagd of zij cliënten kenden die tijdelijk in detentie zaten en aan de inclusiecriteria voldeden. Deze vraag leverde niets op. Zienn In PI Leeuwarden zijn in totaal zes gedetineerden benaderd voor het onderzoek. Drie van hen hebben aan de pilotstudie meegedaan. Door Zienn worden verschillende redenen gegeven voor de tegenvallende instroom: MMD ers zien kortgestraften nauwelijks en hadden door interne veranderingsprocessen geen tijd hen voorlichting te geven over het onderzoek het uitnodigen van gedetineerden voor het onderzoek paste niet goed binnen bestaande routines van de MMD ers het onderzoek was slechts één van de vele uitstroomactiviteiten waar de MMD ers rekening mee moesten houden vlak voor de pilotstudie intensiveerde de samenwerking tussen de PI en de GGZ en verslavingszorg. waardoor de pilotstudie minder aandacht kreeg dan van te voren verwacht. gedetineerden die vanuit PI Hoogeveen naar de PI in Leeuwarden kwamen waren bij binnenkomst in de PI Leeuwarden al gescreend, waardoor MMD ers uit Leeuwarden geen gesprek meer met hen aangingen. De presentatie van het onderzoek door de adjunct directeur en het schriftelijke materiaal over het onderzoek bleken onvoldoende om onder de MMD ers draagvlak te creëren voor het onderzoek. Het uitdelen van flyers over het onderzoek zonder een persoonlijke uitnodiging voor deelname had weinig effect. Om de instroom op gang te krijgen is tijdens de instroomperiode vanuit Zienn een extra presentatie aan de MMD ers gegeven om het onderzoek opnieuw onder de aandacht te brengen. Hier zijn ook de inclusiecriteria nog een keer toegelicht. Deze presentatie heeft weinig nieuwe aanmeldingen opgeleverd. Het feit dat eerder contact tussen Zienn en PI Leeuwarden vooral te maken had met vragen naar opvang zou volgens Zienn belemmerend kunnen hebben gewerkt; het werk van Zienn werd binnen de PI mogelijk nog te weinig vereenzelvigd met ambulante begeleiding. LIMOR In Zwolle zijn de meeste cliënten benaderd en ingestroomd in het onderzoek. De al bestaande samenwerkingsverbanden tussen LIMOR, PI Zwolle en de nazorgcoördinator zijn hier mede debet aan geweest. LIMOR nam in Zwolle deel aan het casusoverleg waarin alle gedetineerden die vrijkomen werden besproken en had daardoor direct zicht op de gedetineerden die zij konden gaan begeleiden. LIMOR noemt twee redenen voor de tegenvallende instroom in Zwolle, namelijk: een kleiner dan verwacht aantal gedetineerden dat binnen de instroomperiode van het onderzoek vrijkwam en CTI na detentie 23

24 Uitvoering CTI-begeleiding en instroom in het onderzoek Hoofdstuk 2 de korte detentietijd van veel gedetineerden. Bij kortgestraften was regelmatig minder dan een week beschikbaar om de gedetineerden voor het onderzoek te benaderen en het CTI-traject op te starten, wat praktisch gezien vaak niet haalbaar was. Iriszorg In de regio Apeldoorn/ Deventer zijn in totaal twintig cliënten benaderd voor het onderzoek, waarvan zes cliënten hebben meegedaan. In het contact tussen Iriszorg en de PI s werd door de MMD ers aangegeven dat de tegenvallende instroom vooral te wijten is aan de vrijblijvendheid van de begeleiding: gedetineerden gaven aan geen behoefte te hebben aan begeleiding na detentie. Uit het registratieboek blijkt dat van de veertien gedetineerden die niet aan het onderzoek wilde deelnemen er acht geen behoefte hadden aan hulp of niet wilden deelnemen aan het onderzoek. Als tweede reden wordt aangegeven dat de MMD ers, naast hun dagelijkse bezigheden, niet voldoende tijd hadden om cliënten te benaderen voor deelname aan het onderzoek. Redenen voor het niet benaderen van gedetineerden Om te onderzoeken welk percentage van de gedetineerden niet uitgenodigd is voor deelname aan het onderzoek en inzicht te krijgen in de oorzaken hiervan, is aan alle PI s gevraagd gegevens aan te leveren over de totale uitstroom tijdens de onderzoeksperiode. Deze gegevens konden alleen aangeleverd worden door de partners uit Zwolle. Uit de gegevens van de nazorgcoördinator blijkt dat gedurende het onderzoek in Zwolle 87 gedetineerden niet benaderd zijn. De belangrijkste reden voor het niet benaderen van deze gedetineerden was een te korte detentietijd om een CTI-traject te kunnen starten (n=43; 49%). Twaalf cliënten (14%) vestigden zich na detentie buiten het werkgebied van LIMOR of stroomden uit naar een kliniek; bij twee cliënten was een andere gemeente verantwoordelijk voor de nazorg; twee gedetineerden zaten al in een begeleidingstraject; voor één gedetineerde was geen CTI-werker beschikbaar en één gedetineerde ging vanuit een PI naar het buitenland. Van de overige 26 gedetineerden (30%) had de nazorgcoördinator geen specifieke gegevens over de reden van niet deelname aan het onderzoek. Hij kon echter wel voorbeelden noemen, zoals dat cliënten bij de rechtszitting direct in vrijheid werden gesteld waardoor het praktisch gezien niet haalbaar was om een CTI-traject te starten. Oplossingen met het oog op vervolgonderzoek Om zoveel mogelijk cliënten een CTI-traject te kunnen aanbieden, is het belangrijk dat de nazorginstelling tijdig te horen krijgt wanneer gedetineerden vrijkomen. Hiervoor is een goede samenwerking nodig tussen de PI, de nazorgcoördinator en de opvanginstelling. In Zwolle bleken de goede contacten tussen LIMOR en de nazorgcoördinator en het tweewekelijkse casusoverleg tussen de nazorgcoördinator, de MMD ers en LIMOR zeer effectief. Door deze contacten wisten alle betrokkenen welke gedetineerden in aanmerking kwamen voor CTI en kon, indien noodzakelijk, binnen enkele dagen een CTI-traject gestart worden. Naast goede contacten tussen de instellingen en de PI s en gemeenten, is het belangrijk dat alle partijen goed informeerd zijn over de CTI-begeleiding en dat er draagvlak voor het onderzoek is onder medewerkers in de PI. In de huidige pilotstudie schreef de Dienst Justitiële Inrichtingen voor dat gedetineerden benaderd moesten worden door medewerkers uit de PI. Mede door de hoge werkdruk van de MMD ers, en onvoldoende draagvlak voor het onderzoek, zijn in verschillende PI s niet alle gedetineerden benaderd die hadden kunnen deelnemen aan het onderzoek. 24

25 Uitvoering CTI-begeleiding en instroom in het onderzoek Hoofdstuk 2 Een oplossing hiervoor kan zijn om de benadering te laten doen door de CTI-werkers. Een bijkomend voordeel van benadering door de CTI-werkers is dat zij inhoudelijk meer van CTI afweten. Zij kunnen vragen van gedetineerden over de begeleiding direct beantwoorden en kunnen eventuele irreële verwachtingen van CTI direct rechtzetten. Bij gedetineerden die op de rechtzetting direct in vrijheid worden gesteld en cliënten die (zeer) kort in detentie verblijven, is het lastig om een CTI-traject aan te bieden. Een mogelijkheid om de eerstgenoemde groep gedetineerden toch te begeleiden is door voorafgaand aan een rechtszitting standaard een CTI-traject te starten. Gedetineerden die op de rechtszitting vrijkomen kunnen dan direct doorstromen naar de eerste fase van een CTI-traject. Bij gedetineerden die na de rechtszitting echter nog geruime tijd in detentie moeten blijven, hebben de cliënt, CTI-werker en MMD er tijd geïnvesteerd in een CTI-traject dat niet (direct) van start kan gaan. CTI na detentie 25

26 Ervaringen met CTI Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 3 Ervaringen met CTI In dit hoofdstuk komen de ervaringen van de CTI-werkers en cliënten met CTI aan bod. Dit hoofdstuk gaat daarnaast in op de zorgbehoeften van de cliënten en de samenwerking van de CTI-werkers met de sociale en professionele netwerken van de cliënten en met de medewerkers uit de justitiële keten. 3.1 Ervaringen met CTI Tijdens het focusgesprek en de telefonische interviews zijn CTI-werkers en cliënten gevraagd naar hun ervaringen met CTI. Deze paragraaf geeft hun ervaringen weer met het hebben van contact voorafgaand aan de vrijlating, de tijdsduur van het begeleidingstraject en het gebruik van de werkbladen tijdens het CTI-traject. Belang van contact voor vrijlating De CTI-werker komt voor de cliënt in beeld op het moment dat er zicht is op de datum van vertrek uit de PI. Om voor de cliënt een soepele overgang te realiseren van het verblijf in de PI naar, bij voorkeur, (begeleid) zelfstandig wonen, is een zogenaamde warme overdracht essentieel. Voorafgaand aan het vertrek van de cliënt uit de PI zijn er in het kader van de warme overdracht bij voorkeur twee à drie gesprekken tussen de cliënt, de MMD er en de CTI-werker. Tijdens de warme overdracht maakt de CTI-werker kennis met de cliënt en krijgt zicht op het verhaal van de cliënt en de door hemzelf geformuleerde toekomstperspectieven. Daarnaast verzamelt de CTI-werker informatie over het sociale en professionele netwerk van de cliënt. De warme overdracht is ook bedoeld om wederzijdse verwachtingen van het CTI-traject scherp te krijgen: wat verwacht de cliënt en wat kan de CTI-werker bieden en vanaf wanneer. Verder wordt de stand van zaken op diverse leefgebieden besproken, evenals wat nog geregeld moet worden voor vrijlating. Tijdens het focusgesprek geven de CTI-werkers aan dat deze voorfase van het CTI-traject, waarbij in de PI al contact is met de cliënt, erg belangrijk is bij deze doelgroep. Door dit contact bouwen de CTI-werkers al voor vrijlating een band met hun cliënt op. Deze relatie verkleint de kans dat cliënten na vrijlating van de radar verdwijnen en daardoor geen ondersteuning krijgen. Uit tabel 1.1 blijkt dat uitval direct na vrijlating hierdoor niet geheel voorkomen wordt: drie cliënten zijn na vrijlating meteen uit beeld verdwenen. Een voorgesprek is het halve werk [...] Als ik ze niet van te voren bezoek, als wij ze niet van te voren zien en ze krijgen alleen een telefoonnummer of een kaartje mee met die kan je bellen, dan denk ik dat de kans echt heel klein is dat ze dan contact opnemen. En bovendien, dan zijn er ook zoveel dingen die afleiden, die dan om prioriteit vragen. Eén van de CTI-werkers vertelt dat het ook door de cliënten wordt gewaardeerd dat de CTIwerkers speciaal voor hen naar de PI komen en dat dit zorgt voor een positieve start van het contact. Je hebt inderdaad wel gelijk een klik. Want jij komt en jij biedt je hulp aan en ik merk inderdaad dat cliënten daar heel blij mee zijn en dat dan opeens met hun beide handen aan willen grijpen. 26

27 Ervaringen met CTI Hoofdstuk 3 Het contact in de PI is extra waardevol bij cliënten die wel een hulpvraag hebben, maar nog nooit contact hadden met de hulpverlening en niet weten waar zij terecht kunnen voor zorg. Sommige cliënten zouden zonder het aanbod van een CTI-traject de stap naar de hulpverlening niet hebben gemaakt. Er was één cliënt waarvan de gemeente al jaren hoopte dat hij wat zorg aannam en gemotiveerd genoeg was. Dus dat was wel bijzonder. Blijkbaar toch een contact met de hulpverlening dat het dan wat laagdrempeliger maakt. [ ] Ze zouden uit zichzelf niet snel hulp vragen. Maar vrijwillig, als ze zelf de keuzemogelijkheid hebben, dan wel. Een ander voordeel van het contact in detentie is dat de CTI-werkers al voor vrijlating kunnen beginnen met het regelen van praktische zaken, zoals het aanvragen van een uitkering. De cliënten stellen dit erg op prijs. ik kwam net van detentie buiten en hij had al gelijk voor mij de uitkering geregeld. Hij had alles gekeken van mijn ziekenfonds en zo en omdat ik niet ziekenfonds verzekerd was, ging hij mij dat verzekeren. [ ] Ik kwam eruit en een heleboel dingen waren al geregeld en zo. Daarnaast stelt het vroege contact de CTI-werkers in staat om irreële verwachtingen van de cliënten van het CTI-traject tijdens het eerste gesprek bij te stellen. Sommige cliënten gingen er, onterecht, vanuit dat de CTI-werkers op korte termijn huisvesting en andere zaken voor hen konden regelen. Eén [cliënt] dacht: ik ging een huis, baan en vrouw en kinderen voor hem regelen. Die had een heleboel in zijn hoofd. Vaak lukte het de CTI-werkers om deze verwachtingen tijdens het eerste gesprek bij te stellen. Dit neemt niet weg dat sommige cliënten na het eerste gesprek alsnog de hoop koesterden dat zij door het accepteren van CTI bijvoorbeeld eerder een woning toegewezen zouden krijgen. Tijdsduur CTI-traject In deze pilot was de inzet om na zes maanden de zorg voor de cliënt over te dragen naar de formele en informele steunsystemen en het CTI-traject af te ronden. De beperkte tijdspanne van het CTI-traject heeft volgens de CTI-werkers zowel voor- als nadelen. Eén van de CTI-werkers vindt het een voordeel dat cliënten door de beperkte tijdsduur gemotiveerd worden om in een relatief kort tijdsbestek hun doelen te bereiken....de structuur geeft de cliënt ook het idee: de tijd die we hebben is maar kort, dus we gaan nu aan de slag en zetten nu onze schouders er onder. Dat is het grote voordeel van CTI. De beperkte tijdsduur leidt er ook toe dat er vooral aandacht is voor de leefgebieden die voor de cliënt het belangrijkst zijn, zoals huisvesting en financiën. Door deze beperkte focus kan op de gekozen leefgebieden in zes maanden relatief veel bereikt worden. Het voordeel vind ik wel van de CTI-methode dat je gedwongen wordt je te beperken tot maximaal drie leefgebieden. Gezien dat je weinig tijd hebt, ga je wel focussen. Het voornaamste is meestal financiën en huisvesting. Nou, als je het daar bij laat, dan kun je wel in een aantal maanden iets voor elkaar krijgen. CTI na detentie 27

28 Ervaringen met CTI Hoofdstuk 3 Andere CTI-werkers vinden dat de beperkte tijdsduur van het CTI-traject het lastig maakt om voldoende tijd vrij te maken om samen met hun cliënt te werken aan het opbouwen en uitbreiden van hun sociale netwerk. Ook het organiseren van een overleg met mensen uit het sociale en professionele netwerk schiet er vaak bij in. Een bijkomend probleem is volgens één van de CTI-werkers dat veel cliënten door negatieve ervaringen in het verleden sceptisch staan tegenover het ontvangen van begeleiding. Hierdoor is in het begin veel tijd en energie nodig om een vertrouwensband met de cliënt op te bouwen en in kaart te brengen wat er eerder is misgegaan en wat de doelen van de cliënten zijn. Eén CTI-werker heeft hiervoor bij sommige cliënten meer dan twee maanden nodig gehad. Daarnaast lukt het de CTI-werkers door lange wachtlijsten in de zorg niet altijd om cliënten voor het afronden van het CTI-traject in contact te brengen met de benodigde professionele hulp. Eén CTI-werker merkt op dat sommige CTI-cliënten op wachtlijsten boven niet CTI-cliënten werden geplaatst, omdat men zich verantwoordelijk voelde voor de CTI-cliënten en het CTI-traject maar zes maanden duurde. De hoeveelheid tijd die nodig is voordat een CTI-traject afgerond kan worden, is afhankelijk van de tijd die het kost om andere betrokken partijen in beweging te krijgen en van de problematiek van de cliënten. CTI-werkers ervaren dat bij cliënten met psychiatrische en verslavingsproblemen meer tijd nodig is dan bij cliënten waarbij voornamelijk praktische zaken, zoals een uitkering, geregeld moeten worden. Bij cliënten met verslavingsproblematiek is het bijvoorbeeld lastiger om huisvesting te regelen, omdat veel woningcorporaties deze cliënten geen woning willen aanbieden. Praktische zaken regelen, zoals uitkering, gaat sneller dan iemand toeleiden naar verslavingszorg. Twee CTI-werkers noemen de beperkte tijdsduur van het CTI-traject één van de meest effectieve aspecten van CTI, zolang er ruimte aanwezig is om de tijdsduur van het traject en de drie fasen aan te passen aan de specifieke situatie van de cliënt. De tijdafbakening van CTI vind ik heel sterk, mits je er mee kunt spelen als er gaandeweg iets voorvalt waardoor je weer extra ingezet moet worden om de boel weer aan te sturen. [ ] Je bent er in eerste plaats voor de cliënt en niet voor de methode. Een bijkomend voordeel van de vastgestelde trajectduur van zes maanden is volgens de CTIwerkers dat bij cliënten die uit beeld verdwijnen het dossier niet direct wordt afgesloten. De deur blijft gedurende een half jaar open staan waardoor de begeleiding weer opgepakt kan worden als de cliënt binnen die periode weer in beeld komt. De meeste cliënten die deelnamen aan het telefonisch interview vonden het CTI-traject te kort en hadden graag langer begeleiding ontvangen. Waarom dat zo is, verschilt per cliënt. Eén van de cliënten geeft aan dat hij langer begeleiding nodig had, omdat hij direct na het afronden van het traject opnieuw de fout in ging. Te kort, ik had dus langere begeleiding nodig. Nog geen week daarna, pats boem, inbraak, stom. Gelijk weer gepakt, onbezonnen. 28

29 Ervaringen met CTI Hoofdstuk 3 Een ander wil graag dat de CTI-werker op afroep beschikbaar blijft, zodat hij een beroep op hem kan doen als hij daar behoefte aan heeft. Van mij mag er nog wel een half jaar bij, ook nog wel een jaar. Mochten er nog dingen boven komen dan kan ik met hem overleggen. Daarom eigenlijk. Een volgende cliënt vindt het vooral erg jammer dat het traject stopt vanwege het heel goede contact met de CTI-werker en de waardevolle begeleiding.... in dat opzicht had ik liever gewoon iemand die al dingen goed gedaan heb voor me en die zou ik het liefst zo lang mogelijk vasthouden. Ik wist natuurlijk van te voren dat dat niet mogelijk was. [ ] ik wist dat het maar zes maanden was. Een vierde cliënt had door zijn recente verhuizing naar een andere stad graag nog wat langer begeleiding ontvangen, onder andere bij het regelen van werk, inkomen en huisvesting in deze stad. Bij twee cliënten is het CTI-traject niet helemaal afgerond. Eén cliënt werd opgenomen in een verslavingskliniek en had hierdoor geen extra begeleiding meer nodig. De andere cliënt werd op last van de rechter drie maanden na vrijlating opgenomen op een Forensisch Psychiatrische Afdeling, waarna het CTI-traject werd afgesloten, omdat het ontslag uit de kliniek zou plaatsvinden aan het einde van het ingezette CTI-traject. Eén cliënt vond de begeleiding precies lang genoeg en één cliënt geeft aan dat een korter traject ook voldoende was geweest. Deze laatste cliënt ontmoette kort na zijn vrijlating een partner die hem voldoende ondersteuning kon bieden. Gebruik CTI-werkbladen Het invullen van de werkbladen specifiek voor het CTI-traject werd door CTI-werkers niet altijd zinvol gevonden. De cliënt en ik weten wat hij wil, maar dan moet ik wel die werkbladen doornemen. Ik merk weerstand bij cliënten. De weerstand bij het invullen van de CTI-werkbladen komt bij enkele CTI-werkers gedeeltelijk voort uit het feit dat zij gedurende de pilot de informatie die zij op de CTI-werkbladen invullen gelijktijdig ook in de systemen van de instelling moeten registeren en hiermee veel tijd kwijt zijn. Daarnaast vindt één van de CTI-werkers de werkbladen niet gebruiksvriendelijk. Andere CTIwerkers vinden de werkbladen juist zeer bruikbaar, hoewel die volgens hen niet in alle hulpverleningscontacten even waardevol zijn. Eén van de CTI-werkers is aan de hand van bepaalde vragen met de cliënt een gesprek aangegaan over het ervaren van vooroordelen bij hulpverleners; bij een andere cliënt kwamen tijdens het doornemen van bepaalde werkbladen mooie herinneringen naar boven over hoe de cliënt in het verleden met problemen was omgegaan. Bij beide cliënten leverden de gesprekken relevante informatie op voor de begeleiding en het CTI-traject. De bruikbaarheid van de CTI-werkbladen is volgens de CTI-werkers zowel afhankelijk van het karakter van de cliënt als van zijn houding en stemming tijdens een specifiek contactmoment. CTI na detentie 29

Er is vermogen tot herstel

Er is vermogen tot herstel Er is vermogen tot herstel Krachtgericht werken met dakloze mensen Herstelwerk Critical Time Intervention Judith Wolf 1 november 2013 Als je alles bent kwijt geraakt kan t je niets meer schelen, t is een

Nadere informatie

Ambulant werken met kwetsbare mensen

Ambulant werken met kwetsbare mensen Ambulant werken met kwetsbare mensen UMC St Radboud Judith Wolf & Dorieke Wewerinke Van asiel & beschermen naar herstel & participeren Zelfstandig wonen Transmuraal wonen Nachtopvang Inloop Flexibele ondersteuning

Nadere informatie

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Instroom en uitstroom van Housing First klanten bij acht praktijken 27 in maart Nederland 2014 Sara Al Shamma, Linda van den Dries & Judith Wolf Onze dank gaat uit naar iedereen die heeft bijgedragen aan

Nadere informatie

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg

Feiten en Achtergronden. Sanctietoepassing voor volwassenen. Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Sanctietoepassing voor volwassenen Terugdringen recidive door persoonsgerichte aanpak en nadruk op nazorg Oktober 2008 / F&A 8880 Ministerie van Justitie Directie Voorlichting Schedeldoekshaven 100 Postbus

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Eén van de manieren van het ministerie van Veiligheid en Justitie om de hoge recidive onder ex-gedetineerden omlaag te brengen is door al tijdens detentie

Nadere informatie

Samenvatting. Onderzoeksvragen

Samenvatting. Onderzoeksvragen Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder (ex-)gedetineerden terug te dringen, wordt al tijdens detentie gewerkt aan re-integratie. Een belangrijk onderdeel van het re-integratiebeleid is het werken

Nadere informatie

De krachtgerichte methodiek

De krachtgerichte methodiek Het Centrum Voor Dienstverlening is u graag van dienst met: De krachtgerichte methodiek Informatie voor samenwerkingspartners van het CVD Waar kunnen we u mee van dienst zijn? Centrum Voor Dienstverlening

Nadere informatie

Het model. Teamwerk. Critical Time Intervention Ontwikkelingen ontwikkelen. Critical Time Intervention Maak de verbinding met de zorg en de sameneving

Het model. Teamwerk. Critical Time Intervention Ontwikkelingen ontwikkelen. Critical Time Intervention Maak de verbinding met de zorg en de sameneving Critical Time Intervention Ontwikkelingen ontwikkelen Bert van Hemert Teamwerk Columbia University Elie Valencia Dan Herman Helga Saez Sally Connover Ezra Susser Parnassia Bavo Groep Diede Schols Wijbrand

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen

Samenvatting. Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Samenvatting Achtergrond, doel en onderzoeksvragen Voor de tweede keer heeft het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) de situatie van (ex-)gedetineerden op de gebieden identiteitsbewijs,

Nadere informatie

Van binnen naar buiten

Van binnen naar buiten Van binnen naar buiten Een behoefteonderzoek naar de aard en omvang van nazorg voor gedetineerden S am e nva tting Jos Kuppens Henk Ferwerda I Samenvatting Uit onderzoek is bekend dat de terugkeer van

Nadere informatie

Profiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf

Profiel van daklozen in de vier grote. steden. Omz, UMC St Radboud Nijmegen. IVO, Rotterdam. Jorien van der Laan Sandra Boersma Judith Wolf Profiel van daklozen in de vier grote Omz, UMC St Radboud Nijmegen steden Resultaten uit de eerste meting van de Cohortstudie naar daklozen in de vier grote steden (Coda-G4) IVO, Rotterdam Jorien van der

Nadere informatie

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg De modelgetrouwheidsmeting In de begeleiding van kwetsbare mensen is de behoefte aan professionalisering en kwaliteitsverbetering groot. Er is nog veel winst te halen uit een betere aansluiting tussen

Nadere informatie

Samen voor een beschermd thuis

Samen voor een beschermd thuis Samen voor een beschermd thuis Herstel en maatschappelijk participatie van kwetsbare burgers Judith Wolf 24 januari 2019 Gedreven door kennis, bewogen door mensen Ja, je komt op een punt dat je nergens

Nadere informatie

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij Forensische zorg en LVB Een beter leven in een veilige maatschappij Position Paper Forensische zorg en LVB: Een beter leven in een veilige maatschappij November 2017 Een hogere kwaliteit van bestaan voor

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Om de relatief hoge recidive onder ex-gedetineerden te verminderen, wordt in het kader van re-integratie al tijdens detentie begonnen met het werken aan de problematiek van gedetineerden.

Nadere informatie

Evaluatie pilot zorgcontinuïteit

Evaluatie pilot zorgcontinuïteit Evaluatie pilot zorgcontinuïteit Ketensamenwerking in Rotterdam SAMENVATTING Significant B.V. Thorbeckelaan 91 3771 ED Barneveld T 0342 40 52 40 KvK 39081506 info@significant.nl www.significant.nl Ministerie

Nadere informatie

Critical Time Intervention. Epidemiologie. Verkommerden & verloederden. Doelpopulatie. Meervoudige problematiek

Critical Time Intervention. Epidemiologie. Verkommerden & verloederden. Doelpopulatie. Meervoudige problematiek Ontwikkeling en toepassing van het CTI model in Nederland Critical Time Intervention 2003 heden Bert van Hemert Achtergrond & doelpopulatie Parnassia Bovo Groep, Haaglanden * Afdeling spoedeisende psychiatrie

Nadere informatie

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris Aanleiding Het ministerie van Justitie en Veiligheid, onderdeel dienst Justitiële Inrichtingen, is eind 2016 gestart met de pilot doorzorgfunctionaris.

Nadere informatie

Over de krachtgerichte basismethodiek. Over de basistraining. Doel van de basistraining. Leerdoelen

Over de krachtgerichte basismethodiek. Over de basistraining. Doel van de basistraining. Leerdoelen Over de krachtgerichte basismethodiek In de Academische werkplaats Opvang & Herstel is in de afgelopen jaren samen met uitvoerend werkers en beleidsfunctionarissen van de deelnemende opvanginstellingen

Nadere informatie

Wegwijzer voor buurt- en wijkteams

Wegwijzer voor buurt- en wijkteams Wegwijzer voor buurt- en wijkteams IRISZORG IN DE ACHTERHOEK Wegwijzer voor buurt- en wijkteams Voor wie we er zijn Hoe je ons bereikt Onze gezichten Wat IrisZorg in de Achterhoek biedt Voor wie we er

Nadere informatie

Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT

Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT FORENSISCHE PSYCHIATRIE Samenwerking SPV PI Zwolle en ACT Even voorstellen Annemarie de Vries SPV bij het ACT team Dimence Zwolle Elles van der Hoeven SPV bij de PI Zwolle locatie Penitentiair Psychiatrisch

Nadere informatie

Een stap verder in forensische en intensieve zorg

Een stap verder in forensische en intensieve zorg Een stap verder in forensische en intensieve zorg Palier bundelt intensieve en forensische zorg. Het is zorg die net een stapje verder gaat. Dat vraagt om een intensieve aanpak. Want onze doelgroep kampt

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/45808 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Bosma, A.Q. Title: Targeting recidivism : an evaluation study into the functioning

Nadere informatie

Jaargang 2 nummer 1 16 dec 2010

Jaargang 2 nummer 1 16 dec 2010 Jaargang 2 nummer 1 16 dec 2010 Inhoudsopgave: Inleiding Minisymposium LVG en Verslaving De belangrijkste problemen volgens hulpverleners De ervaringen van cliënten De ervaringen van verwanten Vervolgstappen

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE

ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE ONDERZOEK NAAR DAKLOZE JONGEREN IN DE CENTRUMREGIO ZWOLLE Judith Wolf, Astrid Altena, Milou Christians, Mariëlle Beijersbergen Maart 2010 COLOFON Colofon Project Onderzoek naar dakloze jongeren in de centrumregio

Nadere informatie

Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden

Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden Factsheet 2010-2 Nazorgproblematiek en recidive van kortgestrafte gedetineerden Auteurs: G. Weijters, P.A. More, S.M. Alma Juli 2010 Aanleiding Een aanzienlijk deel van de Nederlandse gedetineerden verblijft

Nadere informatie

Over de krachtgerichte basismethodiek. Over de basistraining. Doel van de basistraining. Leerdoelen

Over de krachtgerichte basismethodiek. Over de basistraining. Doel van de basistraining. Leerdoelen Over de krachtgerichte basismethodiek In de Academische werkplaats Opvang & Herstel is in de afgelopen jaren samen met uitvoerend werkers en beleidsfunctionarissen van de deelnemende opvanginstellingen

Nadere informatie

Voorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen

Voorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen Voorkomen van huurachterstand & huisuitzettingen Onderzoeksteam: Marieke Holl, Dorieke Wewerinke, Sara Al Shamma, Linda van den Dries en Judith Wolf 29 oktober 2013 Studie naar huisuitzetting (Omz ZonMw)

Nadere informatie

Informatie Piet Roordakliniek. Tactus

Informatie Piet Roordakliniek. Tactus Informatie Tactus Behandelaanbod Forensische Verslavingskliniek De is een forensische verslavingskliniek en biedt behandeling aan cliënten die veelvuldig met justitie in aanraking zijn gekomen, langdurig

Nadere informatie

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld

Nadere informatie

Voorwoord. Namens Stichting IBASS T. Horstik en P. Fopma

Voorwoord. Namens Stichting IBASS T. Horstik en P. Fopma Voorwoord Al onze cliënten zijn uitgenodigd om anoniem via internet een enquête in te vullen over hun tevredenheid met de dienstverlening van Stichting IBASS. 34 cliënten (22 mannen en 12 vrouwen) hebben

Nadere informatie

Aanpak: Participatiehuis. Beschrijving

Aanpak: Participatiehuis. Beschrijving Aanpak: Participatiehuis De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Partners

Nadere informatie

Nazorg voor allochtone jongeren in detentie

Nazorg voor allochtone jongeren in detentie Nazorg voor allochtone jongeren in detentie Evaluatie van het Helmond-programma Harrie Jonkman Myriam Vandenbroucke Juni 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 1.1 Aanleiding onderzoek 5 1.2 Probleemstelling

Nadere informatie

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer

Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Evaluatierapport Groenproject gemeente Boxmeer Inleiding Op 1 februari 2007 is de gemeente Boxmeer, in samenwerking met IBN Arbeidsintegratie gestart met het zogenaamde Groenproject. Dit project, waarbij

Nadere informatie

1. Motivering en probleemstelling

1. Motivering en probleemstelling 2 Critical Time Intervention als innovatieve methodiek ter voorkoming van recidive bij (ex)gedetineerden die na detentie (begeleid) zelfstandig gaan wonen. 1. Motivering en probleemstelling Recidive na

Nadere informatie

Vragenlijst Ketensamenwerking Sociaal Kwetsbaren

Vragenlijst Ketensamenwerking Sociaal Kwetsbaren Vragenlijst Ketensamenwerking Sociaal Kwetsbaren Deze vragenlijst is ontwikkeld door AnnemiekeTomassen van de GG&GD te Utrecht. Zij stelt de evaluatie aan andere veldregisseurs en geïnteresseerden ter

Nadere informatie

Coordinatie van de nazorg aan exgedetineerden

Coordinatie van de nazorg aan exgedetineerden Coordinatie van de nazorg aan exgedetineerden Gemeente Purmerend 7 oktober 2010 Bea van Meerten Inhoud van deze presentatie Organisatie van de nazorg Informatie over gerealiseerde zaken op de 5 leefgebieden:

Nadere informatie

Klantreis Terugval dakloosheid. Disgover

Klantreis Terugval dakloosheid. Disgover Klantreis Terugval dakloosheid Disgover PERSONA S Persona - Mark Netwerk/milieu Eigenwijs Sociaal Beïnvloedbaar Kort lontje Mark is 52 jaar, heeft geen contact meer met zijn familie. Door een slechte jeugd

Nadere informatie

Op weg naar 2020: Transformatie van de maatschappelijke zorg

Op weg naar 2020: Transformatie van de maatschappelijke zorg Op weg naar 2020: Transformatie van de maatschappelijke zorg Paul Maatschappelijke zorg (Wolf, 2015) Maatschappelijke zorg richt zich op mensen met meerdere complexe problemen om: sociale uitsluiting te

Nadere informatie

Sociale psychiatrie in de marge

Sociale psychiatrie in de marge Presentatie, 10 december 2004 Sociale psychiatrie in de marge Prof. dr. Judith Wolf Sociaal wetenschapper. Zij is bij het Trimbosinstituut werkzaam als hoofd van het onderzoeksprogramma Opvang en maatschappelijke

Nadere informatie

Wij zijn er. voor mensen die grensoverschrijdend. of strafbaar gedrag vertonen en. daardoor met justitie in aanraking. (dreigen) te komen.

Wij zijn er. voor mensen die grensoverschrijdend. of strafbaar gedrag vertonen en. daardoor met justitie in aanraking. (dreigen) te komen. Forensisch FACT Wij zijn er voor mensen die grensoverschrijdend of strafbaar gedrag vertonen en daardoor met justitie in aanraking (dreigen) te komen. 2 Forensisch FACT Forensisch FACT (ForFACT) is er

Nadere informatie

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland Informatie voor verwijzers Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland biedt in een open setting

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Ministerie van Justitie j1 Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties Directie Sanctie- en Preventiebeleid Postadres: Postbus 20301, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE ONZE AGENDA VOOR 2016-2020 NA INSPRAAK Sommige mensen hebben zo weinig grip op hun dagelijks leven, dat ze niet zelfstandig kunnen wonen.

Nadere informatie

Trajectbegeleiding op maat bij LVB en multiproblematiek

Trajectbegeleiding op maat bij LVB en multiproblematiek Trajectbegeleiding op maat bij LVB en multiproblematiek Homerun Direct inzetbare trajectbegeleiding bij LVB en multiproblematiek Met Homerun bieden wij intensieve begeleiding en behandeling aan jongvolwassenen

Nadere informatie

DE MAATREGEL INRICHTING STELSELMATIGE DADERS (ISD): MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATENANALYSE VAN EEN SAMENVATTING EVENTUELE VERLENGING

DE MAATREGEL INRICHTING STELSELMATIGE DADERS (ISD): MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATENANALYSE VAN EEN SAMENVATTING EVENTUELE VERLENGING DE MAATREGEL INRICHTING STELSELMATIGE DADERS (ISD): MAATSCHAPPELIJKE KOSTEN-BATENANALYSE VAN EEN EVENTUELE VERLENGING AUTEURS: FRANK VAN ZUTPHEN, MARJOLEIN GODERIE & JAN JANSSEN SAMENVATTING Aanleiding

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: BJZ Flevoland

Nadere informatie

Begeleid Wonen. www.st-neos.nl. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld

Begeleid Wonen. www.st-neos.nl. Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld Begeleid Wonen www.st-neos.nl Maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld De stichting Neos is een organisatie voor maatschappelijke opvang en aanpak huiselijk geweld. De organisatie richt zich

Nadere informatie

Stappenplan VeiligHeidsHuizen. Triage-instrument. voor professionals in het veld

Stappenplan VeiligHeidsHuizen. Triage-instrument. voor professionals in het veld Stappenplan VeiligHeidsHuizen Triage-instrument voor professionals in het veld Inhoud 1 : Inleiding 4 Aanleiding 4 Instrument versus intuïtie 5 Wat u in hoofdstukken 2 en 3 vindt 5 2 : Instrument 6 Aannames

Nadere informatie

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen UMC St Radboud Nijmegen

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen UMC St Radboud Nijmegen Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg gedreven door kennis, bewogen door mensen T 024 361 43 65 E werkplaatsoxo@elg.umcn.nl I www.werkplaatsoxo.nl ISBN 978-94-90626-10-5 Stabiel worden, stabiel zijn,

Nadere informatie

De strijd tegen dakloosheid. woongericht, intersectoraal en aanklampend

De strijd tegen dakloosheid. woongericht, intersectoraal en aanklampend De strijd tegen dakloosheid woongericht, intersectoraal en aanklampend Dak- en thuisloosheid in Europa: alarmerende cijfers 2 Europese consensusdefinitie van dakloosheid en uitsluiting op de huisvestingsmarkt

Nadere informatie

Onderwerp: Voorstel tot instemming met de deelname aan het project Nazorg aan ex-gedetineerden.

Onderwerp: Voorstel tot instemming met de deelname aan het project Nazorg aan ex-gedetineerden. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot instemming met de deelname aan het project Nazorg aan ex-gedetineerden. Nummer: AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 18 november 2008 Aanleiding In maart

Nadere informatie

Jaarverslag Activiteiten Detentie Nazorg. Humanitas Haagland. Projectnaam Een Nieuwe Kans (ENK) / Buiten Re-integratiecentrum (RIC)

Jaarverslag Activiteiten Detentie Nazorg. Humanitas Haagland. Projectnaam Een Nieuwe Kans (ENK) / Buiten Re-integratiecentrum (RIC) Jaarverslag 2015 Activiteiten Detentie Nazorg Humanitas Haagland Projectnaam Een Nieuwe Kans (ENK) / Buiten Re-integratiecentrum (RIC) Coördinator Frederiek van Hulst Tijdsinvestering coördinator 1 januari

Nadere informatie

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2013 / 2014. BLIK op WERK KEURMERK. CV Match VOF. 1 Inhoudsopgave

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2013 / 2014. BLIK op WERK KEURMERK. CV Match VOF. 1 Inhoudsopgave Casenummer BOW RAPPORT CLIËNTAUDIT 2013 / 2014. BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1: INLEIDING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING 168 Samenvatting 169 HOOFDSTUK 1: INLEIDING Bij circa 13.5% van de ouderen komen depressieve klachten voor. Met de term depressieve klachten worden klachten bedoeld die klinisch relevant zijn, maar niet

Nadere informatie

Samenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef

Samenvatting Jeugdinterventieprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Lotte Loef Samenvatting Jeugdprogramma: Nieuwe Perspectieven (NP) Amsterdam, 4 augustus 2011 Lotte Loef DSP groep BV Van Diemenstraat 374 1013 CR

Nadere informatie

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE ONZE AGENDA VOOR 2016-2020 Sommige mensen hebben zo weinig grip op hun dagelijks leven, dat ze niet zelfstandig kunnen wonen. Dit komt

Nadere informatie

Eva Trajectbegeleiding

Eva Trajectbegeleiding RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

Ieder mens een plek in het hart van onze samenleving

Ieder mens een plek in het hart van onze samenleving Humanitas DMH Ieder mens een plek in het hart van onze samenleving Ieder mens een plek in het hart van onze samenleving Humanitas DMH (Dienstverlening aan Mensen met een Hulpvraag) ondersteunt mensen met

Nadere informatie

Bewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen

Bewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen Hoofdstuk uit: Bewoners van voorzieningen voor lang verblijf in Utrecht Onderzoek naar functioneren en woonwensen Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg UMC St Radboud Nijmegen Februari 2010 Astrid Altena

Nadere informatie

Goed onderbouwde, effectieve interventies voor kwetsbare burgers

Goed onderbouwde, effectieve interventies voor kwetsbare burgers Goed onderbouwde, effectieve interventies voor kwetsbare burgers De Academische werkplaats Opvang & Herstel als voortrekker Prof. dr. Judith Wolf Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Zelfmanagement

Nadere informatie

Justitiële Verslavingszorg. De reclassering

Justitiële Verslavingszorg. De reclassering Justitiële Verslavingszorg De reclassering JVz is een onderdeel van Inforsa, een instelling gespecialiseerd in intensieve en forensische zorg. JVz biedt reclasseringsprogramma s voor mensen die - mede

Nadere informatie

Implementatie van IPS in Nederland: is het uitvoerbaar?

Implementatie van IPS in Nederland: is het uitvoerbaar? Implementatie van IPS in Nederland: is het uitvoerbaar? Resultaten van een implementatieonderzoek N. van Erp, F. Giesen, L. van Leeuwen, J. van Weeghel Trimbos-instituut 2006 1 Inhoud presentatie Wat houdt

Nadere informatie

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Zaaknummer: OWZDB28. nazorg ex-gedetineerden

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging. Inzet van Middelen. Zaaknummer: OWZDB28. nazorg ex-gedetineerden Zaaknummer: OWZDB28 Onderwerp nazorg ex-gedetineerden Collegevoorstel Inleiding In juni 2011 heeft u besloten voor een aantal taken aan te sluiten bij het Bureau Nazorg s-hertogenbosch voor de nazorg van

Nadere informatie

Toolkit meester & gezel in de pluimveehouderij

Toolkit meester & gezel in de pluimveehouderij Toolkit meester & gezel in de pluimveehouderij 1 WILT U ALS ONDERNEMER...... Kennisoverdracht op uw bedrijf stimuleren?... Kennis en ervaring van uw medewerker overbrengen op een nieuwe medewerker?...

Nadere informatie

Evaluatie Housing First. Titel van de presentatie

Evaluatie Housing First. Titel van de presentatie Evaluatie Housing First Titel van de presentatie Toelichting Housing First Uitgangspunt is: iedereen heeft recht op een eigen plek om te wonen. HF biedt dak- en thuisloze mensen met meervoudige complexe

Nadere informatie

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving

Aanpak: Interventieteam Gezinnen. Beschrijving Aanpak: Interventieteam Gezinnen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Fier

Nadere informatie

Forensische Herstelsetting

Forensische Herstelsetting Forensische Herstelsetting Wij zijn er voor mensen die door (dreigend) delictgedrag in aanraking zijn of dreigen te komen met politie en justitie. 2 Forensische Herstelsetting De Forensische Herstelsetting

Nadere informatie

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. AOB Compaz B.V. 1 Inhoudsopgave

RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013. BLIK op WERK KEURMERK. AOB Compaz B.V. 1 Inhoudsopgave RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

Yes We Can Fellow onderzoek

Yes We Can Fellow onderzoek Yes We Can Fellow onderzoek Resultaten 2017 1 Inhoud Inleiding... 3 Respons... 3 Eigenschappen responsegroep... 3 Enkelvoudige of meervoudige problematiek... 4 Zorg voorafgaand aan opname... 4 Situatie

Nadere informatie

VIP & Educatie ten behoeve van maatschappelijke participatie en re-integratie

VIP & Educatie ten behoeve van maatschappelijke participatie en re-integratie VIP & Educatie ten behoeve van maatschappelijke participatie en re-integratie Inleiding Per 1 januari 2015 hebben zowel de gemeente Enschede als het Leger des Heils zich aangesloten bij het landelijk programma

Nadere informatie

Veel gestelde vragen locatie Aalbersestraat

Veel gestelde vragen locatie Aalbersestraat Veel gestelde vragen locatie Aalbersestraat 1. Wanneer komen de eerste bewoners? De eerste bewoners wonen vanaf 4 april op de Aalbersestraat. Zij stromen geleidelijk in. Naar verwachting zijn in juni 2016

Nadere informatie

Datum 27 juni 2016 Onderwerp Aanbieding onderzoeksrapport over forensische zorgtrajecten in het gevangeniswezen

Datum 27 juni 2016 Onderwerp Aanbieding onderzoeksrapport over forensische zorgtrajecten in het gevangeniswezen 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving Aanpak: Gezinscoaching De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Dienst Gezondheid

Nadere informatie

a. Hebben de professionals die rondom een cliënt samenwerken hetzelfde doel voor (eigen werkgebied overstijgend)?

a. Hebben de professionals die rondom een cliënt samenwerken hetzelfde doel voor (eigen werkgebied overstijgend)? Toetsingskader Verantwoorde zorg voor delictplegers met ernstige psychische en/of psychiatrische klachten (Cliëntniveau / Uitvoerend niveau); concept, 23 maart 2010 Aspect 1: Doelconvergentie De mate waarin

Nadere informatie

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB Forensische cliënten met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben na een delict strafrechtelijk zorg opgelegd gekregen.

Nadere informatie

Het rondetafeloverleg (i.v.m. 1Gezin1Plan)

Het rondetafeloverleg (i.v.m. 1Gezin1Plan) Het rondetafeloverleg (i.v.m. 1Gezin1Plan) Inleiding Tijdens een rondetafeloverleg of -bijeenkomst overlegt een gezin met personen uit het sociale netwerk en betrokken zorg- en dienstverleners over het

Nadere informatie

Toezichtaspect Criterium Norm of verwachting Informatiebron Reïntegratie Het aanbod draagt bij aan de reïntegratie/ het voorkomen van recidive

Toezichtaspect Criterium Norm of verwachting Informatiebron Reïntegratie Het aanbod draagt bij aan de reïntegratie/ het voorkomen van recidive Toetsingskader Exodus, 15 januari 2008 De normering is gebaseerd op de kwaliteitscriteria resocialisatietrajecten ex-gedetineerden zoals geformuleerd door de Directie Sanctie- en Preventiebeleid van het

Nadere informatie

Academische werkplaats Opvang x Oggz Speerpunt Huiselijk geweld

Academische werkplaats Opvang x Oggz Speerpunt Huiselijk geweld Een raadpleging onder vrouwen, werkers en beleidsmedewerkers Carinda Jansen, Irene Jonker en Judith Wolf Achtergrond en doelstelling Medio 2008 is in de Academische werkplaats Opvang x Oggz,, een start

Nadere informatie

- Samenvatting - Kies voor Verandering

- Samenvatting - Kies voor Verandering - Samenvatting - Kies voor Verandering Evaluatie van de theoretische onderbouwing, de uitvoering en uitkomsten van de training voor volwassen gedetineerden Janine Plaisier Daniëlle Bouma Allard Feddes

Nadere informatie

Ons kenmerk Datum 30 augustus 2013 Uw kenmerk Onderwerp Forensische Zorg tijdens detentie

Ons kenmerk Datum 30 augustus 2013 Uw kenmerk Onderwerp Forensische Zorg tijdens detentie .4 1 RSJ lo~ t 1 E Ministerie van Veiligheid en Justitie Re~& Jummer > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de voorzitter van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en jeuguuesci ierming Postbus

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht DJI Zien Nr. 3 - mei 2014 Informatief / Wetgeving Adolescentenstrafrecht Wesley is een 21-jarige jongen die wegens de handel in drugs voor de rechter moet verschijnen. Deze zit met Wesley in zijn maag.

Nadere informatie

v r o u w e n o p v a n g R SA MANUS informatie voor verwijzers

v r o u w e n o p v a n g R SA MANUS informatie voor verwijzers v r o u w e n o p v a n g R SA MANUS informatie voor verwijzers Vrouwenopvang Rosa Manus is een instelling voor opvang van en hulpverlening aan mishandelde of met mishandeling bedreigde vrouwen en hun

Nadere informatie

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion

Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer. Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Praktijkgericht onderzoek: een kwestie van tweerichtingsverkeer Els Evenboer UMC Groningen Monique Meijne Odion Inhoud workshop Hoe is het allemaal begonnen? Het onderzoek Procesbeschrijving (zoektocht

Nadere informatie

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Waarom dit onderzoek? Als we praten over zingeving merk je al gauw dat verschillende mensen er verschillende dingen onder verstaan. Het gaat bijvoorbeeld over praktische zaken zoals lid zijn van een voetbalvereniging.

Nadere informatie

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus

Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Herstellen doe je zelf; Evaluatie van een cliëntgestuurde cursus Dr. Hanneke van Gestel-Timmermans Dr. Evelien Brouwers Dr. Marcel van Assen Prof. dr. Chijs van Nieuwenhuizen Herstellen doe je zelf Ontwikkeld

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere doelgroepen. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere doelgroepen. Beschrijving Aanpak: Bijzondere doelgroepen De gemeente heeft de vragenlijst betreffende deze aanpak ingevuld en relevante documentatie toegestuurd. Een beperktere vragenlijst over deze aanpak is ingevuld door: Bureau

Nadere informatie

2017 was voor FPC Dr. S. van Mesdag een pittig jaar. De verwachting was dat het aantal bij ons geplaatste patiënten zou afnemen.

2017 was voor FPC Dr. S. van Mesdag een pittig jaar. De verwachting was dat het aantal bij ons geplaatste patiënten zou afnemen. 2017 2017 was voor FPC Dr. S. van Mesdag een pittig jaar. De verwachting was dat het aantal bij ons geplaatste patiënten zou afnemen. We moesten daarentegen echter alle zeilen bijzetten om een onverwachte

Nadere informatie

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 6 Afsluiting en nazorg

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 6 Afsluiting en nazorg Inhoudsopgave Inleiding... 2 Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 6 Afsluiting en nazorg... 7 Overige informatie... 9

Nadere informatie

Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar

Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar Dakloze mensen in de vier grote steden: veranderingen in 2,5 jaar Eindrapportage Coda-G4 Sara Al Shamma, Barbara van Straaten, Sandra Boersma, Gerda Rodenburg, Jorien van der Laan, Dike van de Mheen, Judith

Nadere informatie

Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Justitie en Veiligheid GEZINSBENADERING IN DE

Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Justitie en Veiligheid GEZINSBENADERING IN DE Dienst Justitiële Inrichtingen Ministerie van Justitie en Veiligheid GEZINSBENADERING IN DE PENITENTIAIRE INRICHTING EVEN VOORSTELLEN: Fokko Drent Lianne ter Heide Werkzaam bij Justitie DE GEZINSBENADERING

Nadere informatie

Stichting Dichterbij unit Sterk voor Werk

Stichting Dichterbij unit Sterk voor Werk RAPPORT CLIËNTAUDIT 2012 / 2013 BLIK op WERK KEURMERK 1 Inhoudsopgave 2 Bevindingen 2.1 Algemeen 2.2 Voortraject inzicht in aanpak 2.3 Uitvoering 2.4 Begeleiding 2.5 Afronding 2.6 Communicatie en bereikbaarheid

Nadere informatie

Informatie voor betrokkenen

Informatie voor betrokkenen Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder!

24 uurshulp. Met Cardea kun je verder! 24 uurshulp Met Cardea kun je verder! Met Cardea kun je verder! 24 UURSHULP De meeste kinderen en jongeren wonen thuis bij hun ouders totdat ze op zichzelf gaan wonen. Toch kunnen er omstandigheden zijn,

Nadere informatie

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN

Meander Nijmegen. Samen groot worden. Zorg voor jeugdigen. Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen BEGELEID (KAMER) WONEN BEGELEID (KAMER) WONEN OPVOEDINGS- ONDERSTEUNING HULP OP MAAT LOGEERHUIS Meander Nijmegen stgmeander.nl Zorg voor jeugdigen Begeleiding en (tijdelijk) wonen voor kinderen, jongeren en gezinnen Samen groot

Nadere informatie

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg

Impuls - Onderzoekscentrum maatschappelijke zorg Monitoring van trajecten in de opvang: het MONTRA model Marielle Beijersbergen & Judith Wolf 27 maart 2014 Inleiding De Academische werkplaats Opvang en Herstel heeft opdracht gegeven tot het ontwikkelen

Nadere informatie

Forensische Psychiatrie

Forensische Psychiatrie Forensische Psychiatrie Wij zijn er voor mensen die (dreigend) grensoverschrijdend of strafbaar gedrag vertonen. 2 Forensische Psychiatrie De afdeling Forensische Psychiatrie is er voor mensen die (dreigend)

Nadere informatie

Informatie voor proefpersonen over het onderzoek: Haal meer uit je leven, met pijn

Informatie voor proefpersonen over het onderzoek: Haal meer uit je leven, met pijn Informatie voor proefpersonen over het onderzoek: Haal meer uit je leven, met pijn Enschede, februari 2011 Geachte heer/mevrouw, We vragen u vriendelijk om mee te doen aan een wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

Datum 15 september 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen jeugdige criminelen met ernstige gedragsproblemen

Datum 15 september 2009 Onderwerp Beantwoording kamervragen jeugdige criminelen met ernstige gedragsproblemen > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie