STAGEBUNDEL DCS 1 ste semester CVO VTI Brugge Boeveriestraat Brugge

Transcriptie

1 STAGEBUNDEL 1 ste semester CVO VTI Brugge Boeveriestraat Brugge

2

3 Stagebundel Doelstelling van de stage Richtlijnen voor de stage 1 Voor je ermee begint 2 Je eigenlijke stage 3 Achteraf Bijlage 1: Procedure aanvraag stage vrij gesubsidieerd onderwijs Bijlage 2: brief directie Bijlage 3: brief mentoren Bijlage 4: stage-info voor directie en mentoren Bijlage 5: identificatiegegevens voor de stage Bijlage 6: planning van de observatiestage: voorbeeld Bijlage 6: planning van de observatiestage Bijlage 7: stageplanning versie nummer 5: voorbeeld Bijlage 7: stageplanning versie nummer Bijlage 8: leidraad leervragen formuleren Bijlage 9.1: sjabloon aandachtspunten observatie en reflectie Bijlage 9.2: reflectieleidraad vergadering Bijlage 9.3: reflectieleidraad facultatieve activiteit Bijlage 10: lesvoorbereidingsformulier Bijlage 11: feedback van de mentor op de actieve stage Bijlage 12: attitudebeoordeling stage door de mentoren Bijlage 13: eindbeoordeling van de stage door de mentoren Bijlage 14.1: leidraad oefendoelen (vooraf) en reflectie (achteraf) per stageles Bijlage 14.2: sjabloon werkpunten stagelessen en reflecties Bijlage 15: afsluitende reflectieleidraad

4 Doelstellingen van de stage De stage is het eindpunt van de opleiding. Hierin integreert je de basiscompetenties uit alle functionele gehelen: De verantwoordelijkheid t.a.v. de lerende: 1. de leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen; 2. de leraar als opvoeder; 3. de leraar als inhoudelijk expert; 4. de leraar als organisator; 5. de leraar als innovator/onderzoeker; De verantwoordelijkheid t.a.v. de school en de onderwijsgemeenschap: 6. de leraar als partner van ouders/verzorgers; 7. de leraar als partner van een schoolteam; 8. de leraar als partner van externen; 9. de leraar als lid van de onderwijsgemeenschap; De verantwoordelijkheid t.a.v. de maatschappij: 10. de leraar als cultuurparticipant. Tegelijk getuig je van de beheersing van de volgende attitudes: A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7 A8 beslissingsvermogen; relationele gerichtheid; kritische ingesteldheid; leergierigheid; organisatievermogen; zin voor samenwerking; verantwoordelijkheidszin; flexibiliteit. Het beroepsprofiel van leraar en de daaruit afgeleide basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs kan je vinden op: 4

5 Doelstellingen Een functionele lesvoorbereiding kunnen plannen, uitwerken en gefaseerd (vanuit de zorg voor doel- en ervaringsgerichte leerprocessen) in praktijk omzetten. Leerdoelen kunnen formuleren en leerinhouden selecteren, rekening houdend met de vooropgestelde beginsituatie en leerplandoelen. Media en werkvormen kunnen voorbereiden, technisch beheersen en functioneel aanwenden rekening houdend met de didactische principes. Didactische werkvormen ontwerpen gericht op zelfgestuurd en activerend leren. Toegankelijke leerpakketten en leerteksten kunnen ontwikkelen die het leren leren ondersteunen. Een (product- en proces)evaluatie als onderdeel van een krachtige leeromgeving kunnen uitvoeren. Goede toetsen en beoordelingsschalen kunnen opmaken en verwerken: formatieve en summatieve toetsen kunnen opmaken die aan de onderwijskundige criteria beantwoorden; een toets kunnen afnemen, corrigeren en beoordelen en de passende didactische conclusies voor jezelf en voor je leerlingen kunnen trekken; de kwaliteit van werkstukken, producten en vaardigheden valide en betrouwbaar kunnen beoordelen en bijsturen aan de hand van een controlelijst. Een verantwoorde psycho-pedagogische attitude aannemen t.a.v. leerlingen (met de nodige betrokkenheid op de leerlingen en het bevorderen van hun kunnen en willen leren). Vakspecifieke kennis en vaardigheden beheersen, verbreden, verdiepen en aanwenden. Zorgen voor een goed klasmanagement en een aangenaam leefklimaat. Aandacht hebben voor een vlotte klasorganisatie en gestructureerd werkklimaat. Op een correcte wijze administratieve taken uitvoeren (zowel op de stageplaats, als naar de opleidingsinstelling toe). Presentatievaardigheden aanwenden die de psycho-pedagogische en didactische handelingen zinvol ondersteunen. Concrete, positief kritische reflecties durven en kunnen uiten ten aanzien van de eigen en de geobserveerde lespraktijk. Het eigen leerproces op een efficiënte manier in handen nemen en er ook verantwoordelijkheid voor nemen. Attitudes vertonen die een beginnende leerkracht dient te hebben om op een vlotte wijze te kunnen instappen in het beroep. Via het bijwonen van vakwerkgroepen, klassenraden of formeel overleg, zich bewust worden van het verruimde takenpakket van de leraar. In Standaardnederlands mondeling en schriftelijk communiceren. 5

6 Richtlijnen voor de stage 1. Voor je ermee begint 1.1. Basisinformatie voor de start van de stage Hou er rekening mee dat de stage niet in aanmerking komt voor betaald educatief verlof. De stage kan gecombineerd worden met de module groepsmanagement (GRM) Info over de organisatie van stage In het semester voorafgaand aan het uitvoeren van de stage volg je het infomoment over de stage. Daar wordt alle informatie die je in deze bundel vindt, concreet toegelicht en krijg je antwoord op je vragen. Je ontvangt tijdig een uitnodiging voor dit infomoment. Je zorgt er voor dat je altijd werkt met de meest recente versie van de stagebundel (zie voettekst). De stagebundel en bijlagen, die je nodig hebt voor je begint met je stage, worden via de website /lerarenopleiding/stage ter beschikking gesteld. De andere bijlagen die je nodig hebt tijdens de stage worden via Smartschool ter beschikking gesteld vanaf donderdag 1 september Arbeidsgeneeskundig onderzoek voor cursist-stagiairs: toepassing van de welzijnswet voor cursisten die stage lopen Een cursist volwassenenonderwijs die stage loopt, wordt beschouwd als een gelijkgestelde werknemer. Dit impliceert dat de federale arbeidswetgeving, waaronder de wet welzijn op het werk van 4 augustus 1996, op de stagiairs van toepassing is. Het nakomen van de welzijnsverplichtingen ligt in eerste instantie bij de stageplaats. Het is de stageplaats en niet het CVO VTI Brugge die de aanzet vormt om de welzijnsverplichtingen te vervullen. Bij de aanvraag van de stage vraagt de stagiair voor de activiteiten die hij/zij zal vervullen (lessen AV,TV, PV, KV) een risicoanalyse in de stagescho(o)len. Deze analyse moet toelaten alle mogelijke risico s voor de veiligheid en voor de fysische en psychische gezondheid van de stagiair in kaart te brengen. Elke school beschikt over een risicoanalyse per werkpost of activiteit. Je kan de documenten in verband met de risicoanalyse terugvinden op /lerarenopleiding/stage en op Smartschool. Je drukt dit document af en laat het invullen op je stageplaats. Je risicoanalyse wordt afgegeven aan de stagebegeleider samen met de andere administratie (zie 1.7). Uit de risicoanalyse moet de stagecoördinator van de SLO in CVO VTI Brugge kunnen concluderen of er al dan niet risico s voor de stagiair aanwezig zijn. Indien er zich geen risico s voordoen is een arbeidsgeneeskundig onderzoek overbodig. Indien er wel risico is, wordt door de cursist een geneeskundig onderzoek aangevraagd bij de externe preventiedienst van CVO VTI Brugge. De procedure hiervoor is terug te vinden op Smartschool. 6

7 Na het arbeidsgeneeskundig toezicht stelt de arbeidsgeneesheer een formulier van gezondheidsbeoordeling op volgens een geijkt model. Een exemplaar of afschrift hiervan gaat respectievelijk naar de stagiair, naar de stageplaats en naar CVO VTI Brugge. Alle welzijnsverplichtingen inzake risicoanalyse en gezondheidstoezicht moeten vervuld zijn vooraleer de actieve stage (zie 1.6.2) effectief een aanvang kan nemen! 1.4. De stageplaats Alle stages gaan door in onderwijsinstellingen die vallen onder het Departement Onderwijs (dus geen privéscholen, middenstandsopleidingen, ).Je gaat zelf op zoek naar maximum twee geschikte scholen. Er zijn 2 mogelijke procedures bij het aanvragen van een stageplaats: Procedure 1: Voor een stageplaats binnen het vrij gesubsidieerd onderwijs is een digitale aanvraag noodzakelijk. De aanvraagprocedure vind je terug op /lerarenopleiding/stage. Je kan een digitale aanvraag indienen via Je neemt dus zelf geen rechtstreeks contact op met de scholen binnen het gesubsidieerd vrij onderwijs. Scholen secundair onderwijs Contactdagen op de stageplaats: Dinsdag 11/10/2016 (namiddag en vooravond ( uur)) Dinsdag 13/12/2016 (namiddag en vooravond) Scholen buitengewoon secundair onderwijs Maandag 24/10/2016 (voormiddag) Je neemt na goedkeuring van je stage zelf contact op met de verantwoordelijke van de stageplaats om je aanwezigheid op de contactdag te bevestigen. Via deze bevestiging kan je het tijdstip en plaats van afspraak voor de contactdag navragen bij de verantwoordelijke van de stageplaats. Procedure 2: Voor de scholen binnen het gemeenschapsonderwijs en officieel gesubsidieerd onderwijs, ga je zelf op zoek naar een geschikte stageplaats. Je neemt contact op met de directie met de vraag om stage te lopen en je overhandigt alvast de brief die je in Bijlage 2: brief directie vindt. Je laat ook de stageovereenkomst ondertekenen die je terug kan vinden op /lerarenopleiding/stage. 7

8 Aandachtspunten Algemeen: De mentor heeft altijd een diploma van leraar en heeft bij voorkeur een rijke ervaring in het onderwijs. We raden aan tijdens de actieve stage de stagelessen bij minimum twee mentoren te geven. Er wordt geen individueel onderwijs gegeven. Wie al les geeft, mag de stagelessen geven in eigen school. Eigen lesuren kunnen fungeren als stage indien dat onder begeleiding gebeurt van een mentor met een diploma van leraar. Stel je flexibel op en doe stage in de uren van een collega. Het kan ook verrijkend zijn om in een andere school stage te lopen. Bij het stagerooster wordt een kopie van het eigen lessenrooster met de code van de leslokalen en/of de werkplaatsen gevoegd. De afspraken in gelden ook voor stagiairs die reeds werkzaam zijn in het onderwijs Inschrijven in CVO VTI Brugge Je kan inschrijven voor de stage tot en met vrijdag 9 september 2016 in het secretariaat van CVO VTI Brugge. Inschrijvingen die later gebeuren, worden verwezen naar het volgende semester. Je wordt via Smartschool op de hoogte gebracht van wie je stagebegeleider zal zijn. Het overzicht wordt ten laatste op maandag 12 september 2016 op Smartschool geplaatst. Heb je voor maandag 12 september 2016 vragen over de stage, dan kan je contact opnemen met dennis.monte@vtibrugge.be Planning van de stageactiviteit Neem op een passend moment contact op met de coördinatoren of met de aangewezen mentoren van de stageplaats voor het plannen je stage. Licht de stageopdracht toe en overhandig hen de begeleidende brief Bijlage 3: brief mentoren en Bijlage 4: stage-info voor directie en mentoren. 8

9 Planning van de observatiestage De observatiestage gaat per school integraal aan de lespraktijk vooraf! De observatiestage kan pas ten vroegste starten op maandag 5 september Je observeert 10 school - of klasactiviteiten waarvan minimum 5u lessen en maximum 5u facultatieve activiteiten. Vakvergaderingen, klassenraden, personeelsvergadering, ouderavonden, CLBbesprekingen, bijwonen van een adviesgesprek bij stagebegeleiding, tellen voor 1u facultatieve activiteit. Begeleidende studiereizen, pedagogische studiedagen van een halve dag tellen voor 2u facultatieve activiteit. Bij het observeren van lessen kan het gaan om theorie - of praktijklessen. Er worden geen parallellessen geobserveerd. Bij voorkeur worden lessen bijgewoond in dezelfde klas(sen) waar later de actieve stage zal doorgaan. De planning werk je uit aan de hand van Bijlage 6: planning van de observatiestage. Gebruik het bijgevoegde voorbeeld als hulp bij het invullen van je planning ( Bijlage 6: planning van de observatiestage: voorbeeld ) Planning van de actieve stage De actieve stage omvat het plannen en geven van 20 lesuren. Voor de planning geldt het volgende: In volgende onderwijsvormen kunnen alle uren stage verricht worden: ASO, KSO, TSO, BSO, deeltijds onderwijs, BUSO (OV3 en OV4), TKO en Syntra (enkel voor de opleidingen die vallen onder het decreet leren en werken ). Maximum 10 uur kan in een andere onderwijsvorm (volwassenenonderwijs, hoger onderwijs, basiseducatie, HBO5-opleidingen...) georganiseerd worden. We raden je aan om niet teveel uren stage op één dag te plannen; hou het haalbaar voor jezelf. Een parallelles geven kan interessant zijn om feedback te integreren. Toch is het noodzakelijk om voldoende verschillende lessen te geven. Zo kan je voldoende oefenen en kan je aantonen dat je voldoet aan het evaluatiecriterium variatie. de 20 lesuren worden minimaal gespreid over een periode van 3 weken en plan je bij voorkeur op verschillende dagen in de week (tussen 1ste stageles en laatste stageles zitten minstens 15 lesdagen). Voor praktijkleerkrachten geldt: o o Ofwel geef je minstens 10 uur TV lessen, naast PV lessen. Ofwel zorg je dat praktijkgerichte lessen altijd theoretisch onderbouwd worden. Je geeft met andere woorden geïntegreerde lessen. Enkel individueel coachen van leerlingen is dus onvoldoende, omdat je zo basiscompetenties van de beginnende leerkracht onvoldoende kan inoefenen. We raden ten sterkste aan om in verschillende vakken waarvoor je onderwijsbevoegdheid hebt je stage te plannen. Op die manier krijg je een realistisch beeld van het lerarenberoep. Je kan aan je mentor vragen om maximum 4 uur zonder aanwezigheid van de mentor in de klas les te geven. De mentor beslist of dit al dan niet kan. Dit kan je vb. meer leerkansen bieden i.f.v. klasmanagement. Je voert minimum 1 bevraging uit bij de lln. over de les(sen) zonder mentor en voegt de bevraging toe aan je portfolio. De planning werk je uit aan de hand van Bijlage 7: stageplanning versie. Vul alle rubrieken van de stageplanning correct in, analoog aan het bijgevoegde voorbeeld ( Bijlage 9

10 7: stageplanning versie nummer 5: voorbeeld ). Zorg daarbij voor een chronologisch overzicht met nummering per lesuur, weergave van dag en datum, precies tijdstip (niet lesuur 2 maar wel vb. 9.05u-9.55u), exacte locatie. Nummer dus iedere les afzonderlijk. Ter verduidelijking: een blok van 2 lesuren krijgt 2 nummers (bijv. 1-2) en telt mee voor 2 stage-uren. Indien een stagebezoek tevergeefs wordt afgelegd, door het foutief/onvolledig doorgeven van gegevens, dan dient een extra stageles (of meerdere a rato de foutieve gegevens) gegeven te worden. Zorg voor minstens 5 exemplaren van het rooster: voor jezelf, de stagebegeleider, de mentor(en), de directie en het secretariaat van je stageplaats Leervragen formuleren Vooraleer de stage effectief aan te vangen, is het belangrijk om stil te staan bij je eigen persoonlijke ontwikkeling als leraar en hiervan een portret te maken. Stel voor jezelf een aantal concrete leervragen op, zodat je niet stuurloos aan de stage begint. Een leidraad hiervoor vind je in Bijlage 8: leidraad leervragen formuleren. Het is onvoldoende om enkel de leervragen zelf te formuleren. Maak eerst een zelfanalyse. Dit kan je bijvoorbeeld doen aan de hand van de reflectievragen in de leidraad Administratie Vóór de stage aanvangt, bezorg je aan je stagebegeleider: de identificatiegegevens voor de stage ( Bijlage 5: identificatiegegevens voor de stage ). Daarop vermeld je naam, adres, telefoonnummer (+ eventueel faxnummer en e- mailadres) van: jezelf; de stagebegeleider ( Bijlage 4: stage-info voor directie en mentoren ); de stageplaats; de stagementor(en); je eigen school (indien je les geeft). planning van de observatiestage ( Bijlage 6: planning van de observatiestage:voorbeeld ); stageplanning versie nummer ( Bijlage 7: stageplanning versie nummer 5: voorbeeld ); overzicht van je leervragen, opgesteld op basis van Bijlage 8: leidraad leervragen formuleren ; je eigen lessenrooster (indien je al les geeft); het situeringsplan van je stageplaats (-scholen) met vermelding van betreffende vestigingsplaats(en) en parkeermogelijkheden; ( inplanting van de ingang van het schoolgebouw waar je lesgeeft t.a.v. herkenningspunten bv. kerk, station, parking ); een pasfoto zodat de stagebegeleiders de stagiairs herkennen in de stageplaats. De foto krijg je samen met je portfolio terug na de beraadslaging. een ingevulde risicoanalyse. Ondertekende stageovereenkomst (niet voor wie de stage aanvraagt via Al deze administratieve gegevens moeten minstens 8 dagen voor de start van de actieve stage worden opgeladen in een persoonlijke oplaadmap op Smartschool en dit ten laatste tegen donderdag 27 oktober Wijzigingen (cursief geaccentueerd) geef je altijd 10

11 tijdig per mail door aan je stagebegeleider via een aangepaste versie van je stagerooster (versie + datum vermelden). De stagebegeleider moet tijdig de stagebezoeken kunnen plannen in zijn/haar agenda. Daarom tellen alle stagelessen die vallen binnen de wachtperiode van 8 dagen, niet mee als stagelessen. Deze lessen zullen later hernomen moeten worden. Ook als je stageplanning nog niet volledig is, maar de data liggen al geheel of gedeeltelijk vast, kan je deze gegevens bezorgen aan je stagebegeleider. De eventuele ontbrekende lesonderwerpen kun je nadien nog aanvullen en (per ) doorspelen aan de stagebegeleider. Je vermeldt op elk bijgewerkt stagerooster de datum en de versie. Je respecteert bovendien steeds de richtlijn om 8 dagen vooraf je stagebegeleider te informeren Spreiden van de stage De stage wordt afgewerkt in één semester. In uitzonderlijke situaties kan je de stage spreiden over twee opeenvolgende semesters. In dat geval richt je voor donderdag 27 oktober 2016 een schriftelijke aanvraag met argumentatie aan de stagecoördinator Dennis Monte (dennis.monte@vtibrugge.be). Indien je de stage spreidt over twee semesters schrijf je tweemaal in en betaal je tweemaal inschrijvingsgeld. Indien je aanvraag tot spreiding goedgekeurd wordt, maar door omstandigheden werk je de stage toch volledig af, dan verwittig je tijdig je stagebegeleider. 1.9 Vragenronde Elke semester wordt er een vragenronde georganiseerd. Tijdens de vragenronde krijg je de kans om je stagebegeleider te ontmoeten en vragen te stellen over. Als je wenst aanwezig te zijn op de vragenronde op dinsdagavond 27 september 2016 vanaf 17u, neem je contact op met je stagebegeleider. Je stagebegeleider geeft het uur en plaats van afspraak door aan jou. Je neemt zeker de stagebundel door voor de vragenronde. Aanwezigheid op de vragenronde is niet verplicht. 11

12 2. Je eigenlijke stage De stage bestaat uit 10 uur observatie en 20 uur actieve stage. Meld je voor de start van je stage aan bij de directie van de respectievelijke stageplaats(en) De observatiestage: 10 uur Naar aanleiding van de start van je stage stelde je voor jezelf leervragen op (zie Bijlage 8: leidraad leervragen formuleren ). Om je observatie zeer gericht te kunnen uitvoeren, selecteer je per observatieles (of blok) vooraf twee concrete aandachtspunten op basis van je leervragen. Deze aandachtspunten vormen telkens opnieuw het uitgangspunt voor je observatiereflectie(s) achteraf. Je noteert deze aandachtspunten in de derde kolom van het sjabloon uit Bijlage 9.1: sjabloon aandachtspunten observatie en reflectie. Na elke geobserveerde les (of lesblok), noteer je wat je geleerd hebt met betrekking tot je aandachtspunten. Schrijf vooral neer wat je hiermee gaat doen tijdens je eigen actieve stage, welke tips je meeneemt. Je gebruikt hiervoor de vierde kolom van het sjabloon uit Bijlage 9.1: sjabloon aandachtspunten observatie en reflectie. Het proces van aandachtspunten kiezen en noteren wat je daarover leerde, herhaalt zich op dezelfde wijze voor iedere observatieles (of observatielesblok). Bepaalde aandachtspunten kunnen meermaals opgenomen worden tijdens de observatiestage. Vul alle administratieve gegevens in de eerste kolom van het sjabloon correct in. Noteer je observatielessen chronologisch van 1 tot en met 10 (of als je per blok observeert nummer je bijvoorbeeld: 1-2; 3-4, enz.). Zorg voor overeenstemming met het observatierooster. Je kan in het sjabloon zoveel rijen bijmaken als je nodig hebt. Het verslag van bijgewoonde vergaderingen, maak je a.d.h.v. Bijlage 9.2: reflectieleidraad vergadering. Het verslag van bijgewoonde facultatieve activiteiten maak je a.d.h.v. Bijlage 9.3: reflectieleidraad facultatieve activiteit. Bij het aanvangen van de actieve stage zorg je ervoor dat minstens de kladversies van deze observatieverslagen in het portfolio zitten ter inzage voor de stagebegeleider. Na ieder observatie-uur laat je je planning (Bijlage 6) tekenen door de betreffende mentor De actieve stage: 20 uur Richtlijnen voor de lesvoorbereiding, de lesrealisatie en de zelfevaluatie In afspraak met de mentor, wordt de lesvoorbereiding vooraf afgegeven aan of doorgestuurd naar de mentor. Vraag zeker zelf na wanneer de mentor de lesvoorbereiding wenst te ontvangen. Je maakt functionele lesvoorbereidingen op de voorziene formulieren ( Bijlage 10: lesvoorbereidingsformulier ). Voor meer uitleg: zie cursussen didactische competentie. De voorbereidingen van de afgewerkte lessen zitten chronologisch in je portfolio en worden genummerd zoals op het stagerooster. 12

13 Om je reflecties achteraf opnieuw heel gericht te kunnen uitvoeren, stel je ook voor iedere stageles een concreet oefendoel op. Na je stageles bekijk je of je resultaat behaalde.vanuit die reflectie kan je dan een nieuw (of zelfde) oefendoel meenemen naar de volgende stageles. Je kan er ook voor opteren om een kernkwaliteit centraal te stellen in een les. De werkwijzer, samen met voorbeelden van mogelijke oefendoelen en een lijst van kernkwaliteiten vind je in Bijlage 14.1: leidraad oefendoelen (vooraf) en reflectie (achteraf) per stageles. Je kiest voor de start van je stageles een oefendoel of kernkwaliteit die je wil inzetten in je les. Je vermeldt bij elk oefendoel en elke kernkwaliteit met welke te bewijzen basiscompetenties het verband houdt. Na het reflecteren kies je een oefendoel of kernkwaliteit waarover je in een volgende les wil reflecteren. Je noteert je oefendoel ook op bijlage 11: feedback van de mentor op de actieve stage. De mentor kan op bijlage 11 gericht feedback geven op je oefendoel van die les. Gebruik voor de neerslag van je reflecties het sjabloon Bijlage 14.2: sjabloon oefendoelen stagelessen en reflecties. Vul alle administratieve gegevens in de eerste kolom van het sjabloon correct in. Noteer je stagelessen chronologisch van 1 tot en met 20 (of als je per blok observeert nummer je bijvoorbeeld: 1-2; 3-4, enz.). Zorg voor overeenstemming met het stagerooster. Je kan in het sjabloon zoveel rijen bijmaken als nodig. Op het einde van je stage vul je Bijlage 15: afsluitende reflectieleidraad en het competentieboekje in. Tijdens staan vooral de beroepstaken van de rollen 1 tot en met 5 én rol 7 centraal Evaluatie door de mentor(en) Geef vóór elke les, samen met je lesvoorbereiding, één gepersonaliseerd exemplaar van Bijlage 11: evaluatie van de actieve stage af aan de mentor. Zorg zelf voor voldoende exemplaren en nummer de documenten (zelfde nummer als op je lesvoorbereiding en op je stagerooster). Het is de bedoeling dat de mentor: na de les de stageles met jou bespreekt; de stageles op de voorgelegde evaluatieformulieren beoordeelt en becommentarieert; op het einde van de stage één attitudeschaal invult (zie Bijlage 12: attitudebeoordeling stage door de mentoren ); na afloop van de stageperiode de genummerde evaluatieformulieren, samen met de eindbeoordeling ( Bijlage 13: eindbeoordeling van de stage door de mentoren ) afgeeft aan de stagiair. Indien je meerdere mentoren hebt in één stageplaats maken zij samen de eindbeoordeling op ( Bijlage 13: eindbeoordeling van de stage door de mentoren ) Intervisie Intervisie is leren van elkaar Kenmerk van intervisie is dat je in kleine groepen over je stage kan praten. Door het inbrengen van knelpunten waar je tegenaan loopt tijdens je stage en het samen zoeken naar 13

14 oplossingen, ontwikkel je jezelf steeds meer tijdens je stage. Veel leer je van de knelpunten die de ander inbrengt maar ook van de succesverhalen van jezelf en anderen. Door intervisie kan je nieuwe mogelijkheden zien om je stage verder zinvol vorm te geven Organisatie intervisie Deze intervisiemomenten worden, tijdens het semester waarin je stage loopt, georganiseerd op donderdag 27 oktober 2016 en maandag 14 november 2016 (telkens van 18u tot 21u in VIVES Brugge). Aan jou om vrijblijvend een moment te kiezen voor deelname aan de intervisie. Je kan je inschrijven via Smartschool voor deelname aan een intervisiemoment. Om dit intervisiemoment vlot te laten verlopen, vragen we je volgende opdrachten vooraf voor te bereiden: Beschrijf een zeer positieve stage-ervaring; Beschrijf een ervaring waar je niet tevreden over bent Afspraken in verband met het stagebezoek Bezoeken door de stagebegeleider worden indien mogelijk en onder voorbehoud van mogelijke (onverwachte) wijzigingen via mail aangekondigd aan de stagiair. Deze aankondiging kan ook op de dag van het stagebezoek gebeuren. Zorg ervoor dat aan de receptie van de school altijd een exemplaar van je stagerooster beschikbaar is en dat ze op de hoogte zijn van onverwachte lokaalwijzigingen. Bij een stagebezoek voorzie je een lesvoorbereiding op papier voor je stagebegeleider. Bied de bezoekende stagebegeleider ook ter inzage je portfolio aan. Het portfolio bevat alle (voorlopige) gegevens i.v.m. de reeds afgewerkte stage op een overzichtelijk geordende manier. De stagebegeleider overhandigt je na het stagebezoek zijn/haar evaluatieformulier. Je tekent voor ontvangst en je houdt die formulieren ook bij in een afzonderlijke beoordelingsmap samen met de beoordelingsformulieren van de stagementor(en). Je verwittigt zo vlug mogelijk de stageplaats en de stagebegeleider als je door overmacht de stageverplichtingen niet kan nakomen en je dus de stage onderbreekt. Je verwittigt de stagebegeleider onmiddellijk als er zich op voorstel van de mentor wijzigingen voordoen in het stagerooster. Voor algemene vragen over de stage maak je gebruik van het discussieforum op Smartschool. Het antwoord op deze vragen kan interessant zijn voor elke stagiair! Bij specifieke vragen of problemen neem je contact op met je stagebegeleider. 14

15 3. Achteraf Meld je na afloop van je stage opnieuw aan bij de directie om de directie en mentoren te bedanken voor de geboden kansen Het portfolio Het portfolio bevat: 1. een voorblad (CVO VTI Brugge/lerarenopleiding/module: stage/naam en voornaam/adres/telefoon); 2. een inhoudsopgave en een duidelijke wegwijzer (tabbladen) om de verschillende onderdelen snel terug te vinden; 3. de identificatiegegevens; 4. overzicht van je leervragen, opgesteld op basis van Bijlage 8: leidraad leervragen formuleren ; 5. de observatieplanning, voorzien van handtekeningen, de stageplanning (meest recente versie) en eventueel je lessenrooster; 6. de 10 genummerde observatiereflecties, in overeenstemming met de observatieplanning (zie Bijlage 9.1: sjabloon aandachtspunten observatie en reflectie en Bijlage 9.2: reflectieleidraad vergadering en Bijlage 9.3: reflectieleidraad facultatieve activiteit ); 7. de 20 genummerde lesvoorbereidingen (zie Bijlage 10: lesvoorbereidingsformulier ). De nummering komt overeen met de nummering op de stageplanning en op de beoordelingsformulieren van de mentoren! Bij de lesvoorbereiding voeg je alle bijhorende onderwijsleermiddelen (cursus, ppt, transparanten, opdrachtenfiches,...); 8. de zelfevaluatie van je actieve stage: opgesplitst per les of lesblok aan de hand van de leidraad oefendoelen en reflecties per stageles (zie Bijlage 14.2: sjabloon oefendoelen stagelessen en reflecties ); 9. de uitgewerkte afsluitende reflectie (zie Bijlage 15: afsluitende reflectieleidraad ); 10. het ingevulde competentieboekje. In je portfolio zijn de documenten in de voorgeschreven volgorde gerangschikt. Deze documenten worden niet in aparte plastieken documentmapjes verzameld! Het wel of niet naleven van de voorschriften met betrekking tot het portfolio wordt in rekening gebracht bij de evaluatie. Alle beoordelingsdocumenten van de mentoren en van de stagebegeleider worden in een afzonderlijke map samen met het portfolio afgegeven. Met het oog op de beoordeling van je stageactiviteit vragen we je portfolio in te dienen uiterlijk op maandag 9 januari 2017 ten laatste om 19u op het secretariaat van CVO VTI Brugge, VIVES Brugge of op afspraak met de stagebegeleider. Je verwittigt via mail aan de stagebegeleider waar je de map hebt ingediend met stageverantwoordelijke Dennis Monte in CC. Indien de stage gespreid wordt over twee semesters, dan dien je het volledige portfolio pas in op het einde van het tweede stagesemester. 15

16 3.2. Eindassessment van de stage Voorbereiding Het portfolio wordt opgesteld conform de aandachtspunten vermeld onder punt 3.1 Het portfolio in deze stagebundel. Het competentieboekje wordt als zelfevaluatie ingevuld. De motivering van je zelfevaluatie wordt genoteerd in de synthese op bijlage 15. Het competentieboekje kan verkregen worden op de vragenronde of via het secretariaat van VIVES Brugge tijdens de momenten van permanentie van opleidingscoördinator Dennis Monte. Je controleert je portfolio op volledigheid en kwaliteit in functie van een motivering van het ingevulde competentieboekje. Je portfolio, het ingevulde competentieboekje en de afsluitende reflectie (zie Bijlage 15: afsluitende reflectieleidraad ) wordt uiterlijk op maandag 9 januari 2017 ten laatste om 18u op het secretariaat van CVO VTI Brugge, VIVES Brugge of op afspraak met de stagebegeleider ingediend. Het eindassessment gaat door op uitnodiging van de stagebegeleider of kan door de stagiair aangevraagd worden. Je bereidt je voor op de inhoudelijke voorstelling van je portfolio en op het toelichten van het competentieboekje tijdens het eindassessment. Datum, uur en plaats van het eventuele eindassessment wordt afgesproken met de stagebegeleider Procedure Stap 1: Is het portfolio ontvankelijk? Op basis van een kwantitatief onderzoek van het portfolio wordt bepaald door de stagebegeleider of het portfolio kan worden gebruikt om de competentieontwikkeling van de stagiair te beoordelen. Het onderzoek bij stap 1, zegt iets over de kwaliteit van het materiaal dat is opgenomen in het portfolio, zonder het materiaal inhoudelijk te waarderen. Wanneer deze stap in zijn geheel met een voldoende wordt gewaardeerd, wordt de bewijslast van de cursist geschikt verondersteld om summatief te beoordelen. De checklist ontvankelijkheid portfolio (zie Smartschool) kan je als hulpmiddel gebruiken. Doorslaggevende aandachtspunten zijn: Authenticiteit: is het product daadwerkelijk afkomstig van de stagiair? Is aan het product feedback gekoppeld van een andere persoon dan de stagiair zelf? Actualiteit: weerspiegelt het bewijs het huidige competentieniveau van de stagiair? Kwantiteit: is het aantal bewijzen, of de duur van een ervaring, voldoende om uitspraken te doen over de competenties? Variatie: zijn de competenties in een minimum aan verschillende contexten bewezen? Zijn de richtlijnen m.b.t. de planning van de actieve stage correct opgevolgd? Pas als het portfolio ontvankelijk is, wordt overgegaan tot stap 2 de competentiegerichte beoordeling. Als het portfolio niet ontvankelijk is, volgt een uitstel van beslissing. Het portfolio kan, bij herinschrijven voor stage, in een volgend semester opnieuw worden ingediend. 16

17 Stap 2: Competentiegerichte beoordeling van de stage Op basis van de inhoud van de ingediende en ontvankelijk verklaarde portfolio, stel je het door jou ingevulde competentieboekje voor. Bij het beoordelen van deze competenties wordt gelet op de kwaliteit van de bewijslast en de feedback van stagementoren en stagebegeleider. Omdat men echter alert moet zijn op het feit dat sommige competenties en bijhorende indicatoren wellicht niet gemakkelijk middels portfolio kunnen worden aangetoond op het feit dat niet iedere stagiair in staat is een goed geschreven weerslag te geven van het praktisch handelen is het belangrijk dat je, naast de portfoliobeoordeling ook eventueel tijdens het eindassessment kansen krijgt om te bewijzen dat de basiscompetenties bereikt zijn aan de hand van de inhoud van het portfolio. Indien de stagebegeleider na het doornemen van het portfolio geen extra vragen meer heeft, word je hiervan op de hoogte gesteld. Je krijgt altijd de mogelijkheid om een vraaggestuurd gesprek aan te vragen bij de stagebegeleider. De beoordeling is afhankelijk van de kwaliteit van de bewijslast in het portfolio, de beoordeling van de stagelessen door de mentoren, de beoordeling van de stagelessen door de stagebegeleider, de attitudebeoordeling en de voorstelling van het competentieboekje tijdens het eindassessment. Op basis van het eindassessment wordt de stage beoordeeld op 700 punten. De eindbeoordeling is géén rekenkundig gemiddelde van alle afzonderlijke lesbeoordelingen, maar wel een waardebeoordeling op grond van alle beschikbare informatie over jouw stage-activiteiten. Je slaagt als het portfolio ontvankelijk is en ook voldoende behaalt voor de actieve stage, attitudes en reflectievaardigheden. Bij zwakke evolutie is het totaalbeeld belangrijk. Hierbij wordt stilgestaan bij de vraag in hoeverre de stagiair de basiscompetenties beheerst. Indien belangrijke aandachtspunten (basiscompetenties) op het einde van de stage onvoldoende bereikt worden, wegen deze in de eindscore zwaarder door, wat kan leiden tot een niet-slagen voor de stage. Wij danken je bij voorbaat voor de stipte en correcte uitvoering en wensen je alvast heel veel succes bij de stage! Stagebegeleiders van de lerarenopleiding CVO VTI Brugge 17

18

19

20