Tularemie na 60 jaar terug in Nederland?
|
|
- Johan Devos
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tularemie na 60 jaar terug in Nederland? Stand van zaken naar aanleiding van een jongeman met tularemie en een besmette haas Tularaemia back in The Netherlands after 60 years? The Dutch situation in connection with a patient with tularemia and an infected hare. Dr. A.C.A.P. Leenders 1, A.H.P.M. Essink 2, dr. D.W. Notermans 3, M.G.J. Koene 4, B. Schimmer 5, C.M. Swaan 6, A. Rietveld 7 Samenvatting Na 60 jaar afwezigheid werd in de afgelopen jaren in Nederland Francisella tularensis weer vaker aangetoond, zowel bij humane cases als in dieren. Wij beschrijven een eerste humane casus waarvan besmetting met grote zekerheid in Nederland is opgelopen. Aan de hand van deze casus worden diagnostiek, epidemiologie en gevolgen voor de openbare gezondheidzorg beschreven. Hoewel er vooralsnog sprake is van een gering aantal infecties dient tularemie in de differentiaaldiagnose meegenomen te worden indien er sprake is van een passend klinisch beeld en een mogelijk contact met een bron. Door de diagnostiek centraal uit te blijven voeren en door actieve melding aan de GGD, kan er een goed beeld ontstaan over een eventuele verdere herintroductie van tularemie in Nederland. (Tijdschr Infect 2015;10(6):194-9) 6 Summary After 60 years, Francisella tularensis has been isolated again in both human and animal cases in The Netherlands. We describe a first human case in which with great certainty the infection has been contracted in The Netherlands. On basis of this case we describe diagnostics, epidemiology and consequences for public health. Although currently there are few cases of tularaemia diagnosed, the infection should be present in the differential diagnosis in clinically compatible cases that have had contact with a possible source. If diagnostics are performed centrally and cases are reported to the municipal health care authorities, we can get a clear picture of the possible reintroduction of tularaemia in The Netherlands. Inleiding Tularemie is een zoönotische infectie veroorzaakt door Francisella tularensis, een Gram-negatieve, staafvormige bacterie die zuurstof nodig heeft voor zijn groei. De bacterie kan in zowel zoogdieren, vogels als insecten worden gevonden. Overdracht op mensen vindt plaats door direct contact met geïnfecteerde dieren, via insecten- 1 Arts-microbioloog, Regionaal Laboratorium Medische Microbiologie en Infectiepreventie, Jeroen Bosch Ziekenhuis, s-hertogenbosch 2 Kinderarts, afdeling Kindergeneeskunde, Jeroen Bosch Ziekenhuis, s-hertogenbosch 3 Arts-microbioloog, Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten, Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), Bilthoven 4 Veterinair microbioloog, Centraal Veterinair Instituut (CVI) van Wageningen UR, Lelystad 5 Medisch epidemioloog, Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten, RIVM, Bilthoven 6 Arts Maatschappij en Gezondheid,, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven 7 Arts Maatschappij en Gezondheid, GGD Hart voor Brabant, s-hertogenbosch, Regionaal Arts Consulent Zeeland-Brabant, RIVM, Bilthoven. Correspondentie richten aan: dr. A.C.A.P. Leenders, arts-microbioloog, Regionaal Laboratorium Medische Microbiologie en Infectiepreventie, Henri Dunantstraat 1, 5223 GZ s-hertogenbosch, tel.: , adres: A.Leenders@jbz.nl. Belangenconflict/financiële ondersteuning: geen gemeld. Trefwoorden: tularemie, Fransicella tularensis, zoönose, lymfadenitis. Keywords: tularaemia, Fransicella tularensis, zoonosis, lymfadenitis. Ontvangen 22 juni 2015, geaccepteerd 14 augustus Tijdschrift voor Infectieziekten vol 10 - nr
2 Figuur 1. Linkerlies van patiënt waarbij duidelijke roodheid en zwelling zichtbaar zijn. beten of door contact met de bacterie in stof of water uit de omgeving waar besmette dieren hebben geleefd. De ziekte wordt in Nederland incidenteel vastgesteld bij patiënten besmet in het buitenland. 1 Nadat in 1953 voor het laatst een endemische infectie was vastgesteld, werd in oktober 2011 een patiënt gezien die mogelijk in Nederland was besmet via verschillende insectenbeten die hij opliep tijdens een boottochtje in een gebied niet ver van de Duitse grens. 2,3 Omdat hij regelmatig op veilingen kwam waarbij bloemen van over heel de wereld verhandeld werden, kon de bron van besmetting niet met zekerheid worden vastgesteld als Nederlands. Wij beschrijven een nieuwe casus waarbij de patiënt de besmetting hoogstwaarschijnlijk in Nederland heeft opgelopen. Daarnaast wordt de stand van zaken beschreven van onderzoek door verschillende instanties op zoek naar Nederlandse bronnen van de infectie en de consequenties hiervan voor de openbare gezondheidszorg. Ziektegeschiedenis Op 31 juli kwam een 16-jarige, voorheen gezonde, jongen op de polikliniek kindergeneeskunde omdat hij sinds twee dagen koorts tot boven 39 0 Celsius, lymfklierzwelling in de linkerlies en hoofdpijn had. Normaliter had patiënt zelden last van hoofdpijn en niet in de mate zoals nu. Er was sprake van anorexie, sinds een dag ook diarree, maar hij had niet gebraakt. Hij vertelde dat hij door zijn hobby als vogelaar vaak in bossen en andere natuurgebieden kwam en op 27 juli op diverse plaatsen in armen en benen was gestoken door dazen en mogelijk ook muggen. In mei was hij in Spanje geweest, waar geen ziekte was opgetreden. Hij woonde op een veeteeltbedrijf, waar ook veel katten waren, maar hij was in de voorafgaande twee maanden niet gekrabd. 1 Bij lichamelijk onderzoek was in de linkerlies een opvallend drukpijnlijke, licht vergrote lymfeklier palpabel. Op het linker onderbeen was een kleine papuleuze tot pustuleuze laesie met rode rand aanwezig. Verder werden geen afwijkingen gevonden; er was geen sprake van meningeale prikkeling en lymfeklieren elders, lever en milt waren niet vergroot. Aanvullend bloedonderzoek liet een leukocytenaantal van 10,3 x 10 9 /l en een C-reactieve proteïne (CRP) van 56 mg/l zien. Een bloedkweek bleef steriel en serologisch onderzoek op Borrelia burgdorferi en Bartonella henselae was negatief. Echografie van de linkerlies liet een klier van 9 x 8 mm zien met een geïnfiltreerde, hypervasculaire omgeving met daaromheen enkele niet vergrote reactieve klieren. In de dagen hierna ging de pustuleuze laesie open en verschenen twee soortgelijke afwijkingen aan de benen. De lymfadenitis breidde zich uit over het linker bovenbeen (zie Figuur 1). Een wonduitstrijk van een van de laesies liet groei van huidflora zien. De klachten verbeterden niet op amoxicilline met clavulaanzuur. Er ontstonden hoestklachten, zonder dat er afwijkingen werden gevonden op de X-thorax. Na overleg met de arts-microbioloog werd onderzoek gedaan naar Staphylococcus aureus-dragerschap en naar cytomegalovirus, hiv, Mycoplasma, Toxoplasma en Leishmania, welk onderzoek geen diagnose opleverde. Nieuw bloedonderzoek twee weken later liet leukocyten zien van 18,2 x 10 9 /l (neutrofielen 13,0 x 10 9 /l, lymfocyten 4,2 x 10 9 /l) bij een gelijkblijvend CRP. De mantoux was negatief. Ook clindamycine had geen effect op dit beloop. Een uitgebreidere differentiaal diagnose werd opgesteld, gericht op de forse lymfadenitis in de lies, die zelfs leidde tot bewegingsbeperking bij het fietsen, en de nog steeds niet volledige genezen huidafwijkingen ter plaatse van de eerdere insectenbeten bij een relatief weinig zieke patiënt. Differentiaaldiagnostisch werd gedacht aan tularemie, een infectie met atypische mycobacteriën en sporotrichose en na verdere toename van de lymfadenitis werd op 24 augustus gestart met ciprofloxacine. Serum werd verstuurd naar het Centraal Veterinair Instituut (CVI) voor onderzoek op antistoffen tegen F. tularensis. Het CVI voerde hiertoe een agglutinatietest in microtiter format uit, waarbij gebruik wordt gemaakt van Becton Dickinson antigeen (BD Difco BBL , Breda, Nederland). Er werd een hoge titer ( 640) antistoffen (totaal immuunglobulines) vastgesteld die sterk indicatief was voor een infectie met F. tularensis. In verband met mogelijke kruisreacties met Brucella-antigenen, werd het serum aanvullend (negatief) getest op aanwezigheid van antilichamen hiertegen. Er werd gevraagd om confirmatie door middel van PCR dan wel kweek van lymf- 195 Tijdschrift voor Infectieziekten vol 10 - nr
3 6 kliermateriaal. Onder ciprofloxacine-behandeling werd op 6 september materiaal verkregen via een spontaan geabcedeerde klier. De kweek bleef steriel, maar DNA van F. tularensis werd aangetoond. Hiertoe werd de Francisella TaqMan real-time PCR assay gebruikt, gericht op het FTT0376-gen, specifiek voor de meest relevante pathogene subspecies van F. tularensis (subspecies tularensis, holarctica en mediasiatica). 4 Met deze diagnose en de verbeterende kliniek werd de ciprofloxacine voortgezet. Hierop verbeterde de algemene conditie en nam de pijnlijkheid van de lymklierzwellingen langzaam af. Tot halverwege de maand september ontlastten zich nog lymflieren, maar uiteindelijk was er sprake van een volledig klinisch herstel. Openbare gezondheidszorg Tularemie is niet meldingsplichtig, maar vanwege de bijzonderheid van de bevinding werd er een melding gedaan aan de regionale GGD die later ook contact opnam met de GGD in de regio waar de patiënt vermoedelijk de infectie heeft opgelopen. De GGD benaderde de patiënt om inzicht te krijgen in de mogelijke bron van besmetting middels een uitgebreid interview aan huis. Hieruit bleek dat patiënt, omdat hij vogelaar is, vaak in Nederlandse natuurgebieden komt. Hij had op 27 juli een natuurgebied in Limburg aan de grens met Duitsland bezocht. Daar had hij door het struikgewas gelopen en was meerdere keren op armen en benen door dazen en mogelijk door muggen gestoken. Tegen zijn gewoonte in droeg hij die dag géén lange broek. Hij had geen dode dieren gezien of aangeraakt, had niet door water of modder gelopen en was niet door teken gebeten. De dag na dit bezoek ontwikkelde hij de eerste klachten. In de voorafgaande weken had patiënt andere natuurgebieden in Nederland bezocht maar was hierbij beslist niet door teken, muggen of dazen gebeten. In dit hele jaar is hij drie keer, één keer in het voorjaar en twee keer eind augustus (dus na zijn ziekte), gebeten door een teek, waarbij hij deze steeds dezelfde dag verwijderde. Uit de anamnese bleek verder dat hij in juli als vakantiewerker in een plantenkas bij een kweker had gewerkt. Hier kwamen geen planten vanuit het buitenland binnen en was er geen sprake van insectenbeten. In mei was hij voor het laatst in het buitenland geweest, voor een korte vakantie in Spanje. Conclusie was dat de besmetting het meest waarschijnlijk heeft plaatsgevonden tijdens zijn bezoek op 27 juli aan het Limburgs natuurgebied. Naar aanleiding hiervan heeft de GGD Limburg-Noord navraag gedaan bij artsen-microbioloog in haar verzorgingsgebied naar andere mogelijke casussen. Hieruit kwamen geen andere patiënten naar voren. In de week na het bekend worden van de serologische uitslag werd in het signaleringsoverleg van het Centrum Infectieziektebestrijding melding gemaakt van tularemie bij een haas in Limburg. 5 Vanaf juli 2011 worden jaarlijks enkele tientallen hazen die aan het Dutch Wildlife Health Centre van de Faculteit Diergeneeskunde (DWHC) zijn aangeboden voor onderzoek naar de ziekte- en doodsoorzaak, door het CVI getest op aanwezigheid van F. tularensis. Het eerste positieve resultaat binnen deze monitoring betrof een haas die in mei 2013 werd ingestuurd. 5 Naar aanleiding van deze bevinding en de hier beschreven patiënt is door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in Noord- Limburg wateronderzoek uitgevoerd in het betreffende natuurgebied aan de grens met Duitsland, waarbij geen F. tularensis kon worden aangetoond (niet gepubliceerd onderzoek RIVM). Het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), DWHC en CVI hebben vervolgens een eerste risico-inventarisatie opgesteld met een overzicht van de huidige kennislacunes over het voorkomen van tularemie bij mensen en dieren in Nederland. Hierin zijn aanbevelingen gedaan voor het verhogen van alertheid onder medici en dierenartsen. De specifieke voorlichting voor risicogroepen zoals jagers is in 2014 gecontinueerd. Typering Gezien de overeenkomst tussen de vindplaats van de haas en de plaats van infectie van de patiënt, werd genotypering uitgevoerd in het Swedish Defence Research Agency (FOI) in Umeå, een laboratorium met expertise op allerlei chemische, biologische en radiologische/ nucleaire (CBRN) stoffen en mogelijke bedreigingen. Resultaten toonden aan dat beide genotypen behoren tot eenzelfde groep B.6 (voorheen B.IV), subgroep B.6/11 van F. tularensis subspecies holarctica. Dit wordt ook wel de Iberian clone genoemd, de meest prevalente stam in westelijk en centraal Europa (Spanje, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland). 6,7 F. tularensis subspecies holarcticastammen zijn fylogenetisch sterk verwant aan relatief weinig genetische variatie. Om te kunnen zeggen of het om identieke stammen gaat, is typering vereist met een groter discriminerend vermogen, zoals hogere resolutie SNP-markers of sequentieanalyse. Aangezien de kweken bij de patiënt negatief waren was dit, bij gebrek aan bacteriestammen, niet mogelijk, net zo min als een vergelijking met de patiëntenstam die in 2011 was gevonden. 8 Discussie F. tularensis kent vier subspecies: tularensis, holarctica, mediasiatica en novicida. Infecties met subspecies tula- Tijdschrift voor Infectieziekten vol 10 - nr
4 Figuur 2. De laesie aan het linker onderbeen die zich later nog verder ontwikkelde tot een erythemateuze verhevenheid met donker centrum en te zien is als een eschar. rensis hebben de hoogste mortaliteit maar komen minder vaak voor (beperkt tot Noord-Amerika) dan infecties met subspecies holartica die minder virulent is. 9,10 De andere subspecies zijn relatief zeldzame verwekkers van humane ziekte. Mensen en vele diersoorten kunnen door F. tularensis besmet worden. Vooral haasachtigen en knaagdieren blijken gevoelig voor besmetting en kunnen hier dood aan gaan. Bij de mens worden verschillende klinische beelden van tularemie beschreven afhankelijk van de transmissieroute van de bacterie. 11,12 Wondtularemie (ulceroglandulaire infectie) komt het meest voor, ongeveer 80%, en deze treedt op na direct contact met een besmet dier of via een insectenbeet. Vooral na een insectenbeet of bij besmetting via een niet-intacte huid kan de incubatieperiode kort zijn. Vanaf één dag na besmetting kunnen al de eerste huidafwijkingen ontstaan. Daarbij is een eschar een typische presentatie en retrospectief is bij onze patiënt de laesie aan het linker onderbeen, die zich later ontwikkelde tot een erythemateuze verhevenheid met donker centrum, te zien als zo n eschar (zie Figuur 2). Deze afwijkingen worden met name op niet door kleding bedekte huiddelen gezien. Veelal in aansluiting ontstaan regionale klierzwellingen. Bij kinderen komt deze vorm relatief vaker voor dan bij volwassenen. Naast ulceroglandulaire tularemie bestaan er onder andere glandulaire, oculoglandulaire, intestinale en pulmonale vormen, allen met hun eigen transmissieroute. Glandulaire tularemie lijkt veel op de ulceroglandulaire vorm, waarbij het huidbeeld ontbreekt. Waarschijnlijk is de ontstaanswijze echter gelijk; het stellen van de diagnose uiteraard moeilijker. Pulmonale tularemie kan typisch ontstaan na het maaien van grasland met daarin besmette dode dieren; een bekend fenomeen in de Verenigde Staten. 11 De ziekte kan echter ontstaan na iedere inhalatie 2 van F. tularensis. Na een aspecifiek griepachtig ziektebeeld staan longklachten met hoesten op de voorgrond. Het beeld ontstaat een enkele keer ook na hematogenen verspreiding vanuit andere vormen van tularemie. De diagnose heeft een hoge mate van vooraf verdenking nodig omdat de bacterie in een algemene sputumkweek niet gevonden zal worden. Bij oculoglandulaire en bij intestinale tularemie, beide zeldzame vormen, zorgt besmetting via het oog of via de darm voor lokale ulcera met bijbehorend klachtenpatroon. Tussen 1953 en 2011 zijn in Nederland geen humane of dierlijke gevallen van tularemie gezien waarbij de infectie in Nederland was opgelopen; in deze periode was de ziekte tussen 1975 en 1999 meldingsplichtig. In het annual epidemiological report 2013 van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) blijkt dat tularemie in veel Europese landen wel voorkomt met als koploper Zweden. 13 In dit land loopt de belangrijkste transmissieroute via muggenbeten. In Zweden is in bepaalde regio s ook aangetoond dat de bacterie zich weet te handhaven in natuurlijke waterbronnen, ook in jaren waarin geen uitbraken worden gerapporteerd. Ook in ons omringende landen als Duitsland en België komt tularemie voor. Recent werd in het noorden van Duitsland de bacterie vastgesteld bij 3% van de dood gevonden hazen. In 2011 is een geval beschreven bij een haas in België. In Frankrijk komt tularemie bij hazen verspreid over het land voor. De kans om tularemie op te lopen in Nederland is zeer klein. In 2011 is voor het eerst in 60 jaar tularemie vastgesteld bij een Nederlandse patiënt die niet in het buitenland was geweest en geen contact met wild had gehad. 3 Daarvoor werd voor het laatst in 1953 in Nederland tularemie aangetoond toen enkele leden van een gezin ziek werden na het eten van een besmette haas. 2 Wij beschrijven hier een eerste in Nederland endemische humane casus waarbij de besmetting vanuit een in Nederland besmet dier zeer aannemelijk is. Besmetting tijdens de vakantie in Spanje werd uitgesloten vanwege de ruime overschrijding van de incubatietijd die maximaal 21 dagen betreft, maar meestal veel korter is. Verder is het feit dat de dode haas, de besmetting van de patiënt en de vindplaats van de haas in 1953 binnen een straal van 10 km van elkaar liggen opmerkelijk (zie Figuur 3). Gezien de lange tijd tussen deze bevindingen is een direct verband niet erg waarschijnlijk, maar zijn goede leefcondities voor de haas in deze regio een mogelijke verklaring dat hier de infectie kon worden opgelopen. Inmiddels is tularemie in Nederland in 2014 bij nog drie patiënten vastgesteld: één persoon in Zeeland besmet door het villen van een haas 197 Tijdschrift voor Infectieziekten vol 10 - nr
5 6 die besmet bleek met F. tularensis, en twee personen in Groningen, die beiden ook hazen hadden gehanteerd (de hazen waren niet meer beschikbaar voor onderzoek). Al deze personen waren niet in het buitenland geweest tijdens hun incubatieperiode. Het is nog onduidelijk of deze casussen duiden op herintroductie van de bacterie in Nederland, of op verhoogde alertheid en verbeterde diagnostiek. De actuele stand van zaken is te zien via de website van het CVI ( Expertises-Dienstverlening/Onderzoeksinstituten/Central- Veterinary-Institute/show/Update-tularemie-hazenpest-. htm). Inmiddels zijn er meldingen uit zeven provincies bekend. Wij raden vooralsnog aan dat eventueel vastgestelde cases gemeld worden aan de regionale GGD. Het risico op een besmetting is in te perken door het nemen van hygiënische maatregelen. De basis hiervan is het beperken van contact met mogelijk besmette dieren. Het belangrijkste reservoir voor F. tularensis bevindt zich in de wilde fauna, waarbij met name haasachtigen en knaagdieren bekend staan om hun gevoeligheid voor deze bacterie. Risicogroepen voor dit contact zoals jagers en personen die beroepsmatig in contact komen met hazen kunnen de risico's beperken door het nemen van een aantal voorzorgsmaatregelen gebaseerd op de bekende transmissieroutes, zoals het dragen van rubberen/latex handschoenen en een mondkapje bij het ontweiden en na contact met zieke en dode dieren. Zieke en dood gevonden dieren mogen niet ontweidt en geconsumeerd worden. Deze kunnen voor onderzoek worden aangeboden aan DWHC. De diagnostiek van tularemie bij mensen en dieren berust op het aantonen van de bacterie in klinisch materiaal of het aantonen van antistoffen ertegen. Verschillende methoden zijn hiervoor geschikt waaronder de bacteriële kweek, serologie en moleculaire diagnostiek met behulp van PCR. 14 De bacteriële kweek dient alleen plaats te vinden onder BSL-3 condities. Dit is uiteraard alleen mogelijk indien er een hoge a priori verdenking op de diagnose bestaat. In eerdere beschreven cases kwam de diagnose min of meer per toeval aan het licht, doordat in een kweek F. tularensis werd gevonden. Hierbij zijn geen BSL-3 condities gehanteerd, maar ook geen besmettingen van personeel opgetreden. In onze casus werd bewust gezocht naar de diagnose, maar was in eerste instantie geen materiaal voor kweek beschikbaar. Daarom werd gebruik gemaakt van andere diagnostische methoden als serologie en later, bij wel beschikbaar komen van direct materiaal, van moleculaire detectie en kweek. Beide in de tekst uitgebreid beschreven technieken zijn Figuur 3. Provincie Limburg waarin aangeduid de vindplaats van de haas besmet met Francisella tularensis in relatie tot de plaatsen waar de beschreven humane casussen waarschijnlijk de besmetting opliepen. beschikbaar bij het CVI. PCR is ook beschikbaar op het RIVM, waarbij direct het betreffende subspecies kan worden bepaald. Conclusie Na 60 jaar afwezigheid, is de afgelopen jaren in Nederland F. tularensis weer een aantal maal gevonden, zowel bij humane cases als in dieren. Vooralsnog zijn dit spaarzame bevindingen maar de hier beschreven casus toont aan dat tularemie in de differentiaaldiagnose dient te worden meegenomen indien er sprake is van een passend klinisch beeld en een mogelijk contact met een bron. Door de diagnostiek centraal uit te voeren en door actieve, niet verplichte, melding aan de GGD, kan er een goed beeld ontstaan over eventuele herintroductie van tularemie in Nederland. Referenties 1. Limper M, Roest HJ, van Gorp ECM. Een patiënt met koorts en een eschar door tularemie. Ned Tijdschr Geneesknd 2009;153:B Hemmes GD. [Tularemia at Horn]. Ned Tijdschr Geneeskd 1953;97(16): Tijdschrift voor Infectieziekten vol 10 - nr
6 Aanwijzingen voor de praktijk 1. Na 60 jaar lijkt tularemie terug in Nederland. 2. Tularemie wordt veroorzaakt door de bacterie Francisella tularensis. 3. Denk bij lymfadenopathie en de aanwezigheid van een relevante mogelijke bron aan tularemie. 4. Tularemie is niet meldingsplichtig, maar melding aan de GGD wordt sterk aanbevolen 3. Maraha B, Hajer G, Sjödin A, et al. Indigenous Infection with Francisella Tularensis in The Netherlands. Case Rep Infect Dis 2013;2013: Mitchell JL, Chatwell N, Christensen D, et al. Development of real-time PCR assays for the specific detection of Francisella tularensis ssp. tularensis, holarctica and mediaasiatica. Mol Cell Probes 2010;24: Rijks J, Kik M, Koene M, et al. Tularaemia in a brown hare (Lepus europaeus) in 2013: first case in the Netherlands in 60 years. Euro Surveill 2013;18 (49). 6. Dempsey MP, Dobson M, Zhang C, et al. Genomic deletion marking an emerging subclone of Francisella tularensis subsp. holarctica in France and the Iberian Peninsula. Appl Environ Microbiol 2007;73: Karlsson E, Svensson K, Lindgren P, et al. The phylogeographic pattern of Francisella tularensis in Sweden indicates a Scandinavian origin of Eurosiberian tularemia. Environ Microbiol 2013;15: Coolen JP, Sjödin A, Maraha B, et al. Draft genome sequence of Francisella tularensis subsp. holarctica BD Stand Genomic Sci 2013;8(3): Petersen JM, Schriefer ME. Tularemia: Emergence/re-emergence. Vet Res 2005;36(3): Oyston, P. Francisella tularensis: unravelling the secrets of an intracellular pathogen. J Med Microbiol 2008;57: Centers for Disease Control and Prevention (CDC). Tularemia - Missouri, MMWR Morb Mortal Wkly Rep 2009;58: Foley JE, Nieto NC. Tularemia. Vet Microbiol 2010;140: Murray PR, Baron EJ, Pfaller MA, et al. Manual of clinical microbiology, 9th ed. Washington DC;ASM Press, Washington, DC, Tijdschrift voor Infectieziekten vol 10 - nr
Wat is F tularensis (de veroorzaker van tularemie?)
Havensymposium 30 november Els van Nood, internist-infectioloog Wat is F tularensis (de veroorzaker van tularemie?) 1 ik weet het werkelijk niet 2 een schimmel met het vermogen om koorts en ulcera te veroorzaken
Tularemie in Nederland, terug van weggeweest?
Tularemie in Nederland, terug van weggeweest? MIRIAM KOENE 1, JOLIANNE RIJKS 2, MIRIAM MAAS 3, MAURO DE ROSA 4, ELS BROENS 5, PIET VELLEMA 6, MARC ENGELSMA 1, ROAN PIJNACKER 3, EWOUT FANOY 3,7, DAAN NOTERMANS
SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie
166 Samenvatting SAMENVATTING VOOR NIET-INGEWIJDEN Kattenkrabziekte. Diagnostische en klinische aspecten van Bartonella henselae infectie Deel I Introductie In de introductie van dit proefschrift (Hoofdstuk
MELDINGSCRITERIA TULAREMIE
Bijlage 3 Tularemie vragenlijst Osiris EPI-azc lbltulcrit1 Indien de patiënt een asielzoeker is, worden data doorgegeven aan GGD GHOR Nederland. MELDINGSCRITERIA TULAREMIE Klinische criteria lbltulmeld1
MELDINGSCRITERIA TULAREMIE
Tularemie, versie 1 (PDF aangemaakt op: 29-1-2018) EPI-azc lbltulcrit1 lbltulmeld1 Indien de patiënt een asielzoeker betreft worden data doorgeven aan GGD GHOR Nederland. MELDINGSCRITERIA TULAREMIE Klinische
Legionella. Annemarie Essink Longziekten 05-03-2014
Legionella Annemarie Essink Longziekten 05-03-2014 Indeling Historie Epidemiologie en pathogenese Klinische presentatie en beloop Microbiologische diagnose Behandeling Maatregelen naar aanleiding van een
Zoönose in aantocht! Help, wat nu?
Zoönose in aantocht! Help, wat nu? 12 Juni 2014 Arjen van de Giessen, Kitty Maassen, mede namens de leden van het SOZ Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk
LCI-richtlijn Tularemie Bijlage 3. Vragenlijst Osiris
LCI-richtlijn Tularemie Bijlage 3. Vragenlijst Osiris Voldoet de casus aan de klinische EN diagnostische criteria? Indien de casus niet aan de definitie voldoet van bevestigde tularemie, wat is dan de
Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012
Vragen en antwoorden over het Schmallenbergvirus Versie 14 februari 2012 Is er mogelijk gevaar voor omwonenden/mensen? Op basis van de beschikbare informatie concluderen experts van het RIVM dat overdracht
NIEUWSBRIEF. December 2017
NIEUWSBRIEF December 2017 Sinds 2014 wordt er landelijk een toename gezien van het aantal meldingen van mensen met Leptospirose (ziekte van Weil). In deze nieuwsbrief doen wij verslag van een dergelijke
Brabant-Zuidoost. Zicht op Q-koorts. Ronald ter Schegget. arts infectieziektebestrijding. GGD Brabant-Zuidoost
Zicht op Q-koorts Ronald ter Schegget arts infectieziektebestrijding GGD Brabant-Zuidoost 1 Kernboodschap Q-koorts kunt u oplopen door het inademen van de bacterie. Wees alert op de verschijnselen van
De Q koorts epidemie in Nederland
De Q koorts epidemie in Nederland Coxiella burnetii Wim van der Hoek, artsepidemioloog, Centrum Infectieziektebestrijding 1 Huisarts Herpen Toename Q koorts? Microbioloog Huisarts Sint Oedenrode Mei Juni
Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening
Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening Het centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening (IDS) doet microbiologisch onderzoek, (bijzondere) humane diagnostiek en laboratoriumsurveillance
Enterovirussen & het Centraal Zenuwstelsel. Coretta Van Leer Arts-microbioloog/viroloog Universitair Medisch Centrum Groningen
Enterovirussen & het Centraal Zenuwstelsel Coretta Van Leer Arts-microbioloog/viroloog Universitair Medisch Centrum Groningen Enterovirusen: gecompliceerde familie Name origineel gegeven door kweek en
Wilde fauna als reservoir van opkomende zoönosen. Thijs Kuiken 7e Nationale Symposium Zoönosen, Utrecht, 3 december 2013.
Wilde fauna als reservoir van opkomende zoönosen Thijs Kuiken 7e Nationale Symposium Zoönosen, Utrecht, 3 december 2013. Belang van infectieziekten in de wereld regionaal sterk verschillend (Murray et
Een patiënt met koorts en een eschar door tularemie
Gepubliceerd op: 14-04-2009 Citeer dit artikel als: Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B84 Casuïstiek Een patiënt met koorts en een eschar door tularemie Maarten Limper, H.I.J. (Hendrik-Jan) Roest en Eric
Dermatologie. Lyme-borreliose / Ziekte van Lyme
Dermatologie Lyme-borreliose / Ziekte van Lyme 1 Wat is Lyme-borreliose? Lyme-borreliose is een infectieziekte, die wordt veroorzaakt door de bacterie Borrelia burgdorferi. Deze bacterie wordt op de mens
What s hot and what s not? Paul Bijkerk Epidemiologie en Surveillance Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM
What s hot and what s not? Paul Bijkerk Epidemiologie en Surveillance Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM 1 RIVM - 1909 Opgericht in Utrecht - 1953 Verhuizing naar Bilthoven - 2016 +- 1500 medewerkers
Zicht op Q-koorts. Kernboodschap
Zicht op Q-koorts Deze informatie is tot stand gekomen in samenwerking met het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), diverse organisaties en beroepsgroepen. 1 Kernboodschap Q-koorts kunt
MRSA. Rini Eringfeld Specialist ouderengeneeskunde De Zorgboog
MRSA Rini Eringfeld Specialist ouderengeneeskunde De Zorgboog MRSA in het verpleeghuis Op 1-8-2008 wordt bij een medewerker werkzaam op de dubbelzorgafdeling de Wich op St. Jozefsheil te Bakel een MRSA
Communicatieprotocol boviene tuberculose
Communicatieprotocol boviene tuberculose Tuberculose is een infectieziekte die zowel bij mens als dier voorkomt en wordt veroorzaakt door een bacterie van het Mycobacterium tuberculosis complex. De term
Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Informatiemap Leptospirosen. Map voor professionals. A.P. Nauta, bedrijfsarts juli 1997 ACHTERGROND DIAGNOSE
Nederlands Centrum voor Beroepsziekten Informatiemap Leptospirosen Map voor professionals A.P. Nauta, bedrijfsarts juli 1997 ACHTERGROND DIAGNOSE PREVENTIE Referenties en nuttige adressen ACHTERGROND Inleiding
Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek
Rapportage uitkomsten Q-koorts Herpen II onderzoek 22 juni 2015 De GGD Hart voor Brabant voerde dit onderzoek uit in samenwerking met AMPHI de academische werkplaats van het Radboud universitair medisch
RIVM Rattenmonitoring
RIVM Rattenmonitoring Achtergrond en stand van zaken Miriam Maas Centrum voor Zoönosen en Omgevingsonderzoek Jean-Jacques Boujot Themabijeenkomst plaagdiermanagement NVPB en NVRD Zeist, 15 oktober 2015
CMV, EBV, Toxoplasma. Diagnostiek. Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog
CMV, EBV, Toxoplasma Diagnostiek Inge Gyssens Dienst infectieziekten Internist infectioloog Man, 50 jaar Sinds 8d uit Thailand, 1 maand verblijf (nieuwe partner aldaar) Branderig gevoel ter hoogte van
Palpabele lymfeklieren bij kinderen. Kinderarts-infectioloog
Palpabele lymfeklieren bij kinderen Frank Eskes Kinderarts Meander Medisch Centrum Tom Wolfs Kinderarts-infectioloog Wilhelmina Kinderziekenhuis Leerdoelen Aan het eind van de workshop hebben jullie: Kennis
Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant
08-05-2008 Kamervragen aan de ministers van VWS en LNV over nieuwe gevallen van Q-koorts besmettingen bij mensen in Brabant Vragen van het lid Thieme aan de ministers van Volksgezondheid Welzijn en Sport
Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!)
Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!) De microbiologen zagen zieke mensen. In hun ogen waren dat er veel meer dan normaal en zij spraken van een epidemie. ( ) We hebben de epidemie
Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie
Centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie Het centrum Zoönosen en Omgevingsmicrobiologie (Z&O) doet onderzoek naar microbiële risico s veroorzaakt door besmet voedsel, door pathogenen (ziekteverwekkers)
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008
De nieuwe meldingsplicht voor tien ziekten Hans van Vliet RIVM-CIb 7 oktober 2008 Wat bespreken Iets over meldingscriteria De nieuwe ziekten (2 minuten per ziekte!) - Wat is de reden om het te melden -
Casus: Campylobacter fetus in rauwmelkse schapenkaas
Casus: Campylobacter fetus in rauwmelkse schapenkaas Birgitta Duim, Aldert Zomer, Jaap Wagenaar Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Utrecht, Utrecht WHO/OIE Reference laboratory for Campylobacter Hetty
Voorbereid zijn op zoönosen: lessen van de H7N7 uitbraak
Voorbereid zijn op zoönosen: lessen van de H7N7 uitbraak Marion Koopmans Professor of public health virology Ede, October 0 Mensen en vogelgriep: een zeldzame gebeurtenis Virus infectie aangetoond H7N
Een zuigeling met een infectie
Een zuigeling met een infectie Katja Heitink-Pollé, kinderarts, hematoloog-oncoloog WKZ en Flevoziekenhuis Masja de Haas Sanquin Casus Meisje van 6 maanden oud 3e kind van Surinaamse ouders Reden van komst:
Drie jaar Q-koorts in Nederland: snellere diagnose
Onderzoek Drie jaar Q-koorts in Nederland: snellere diagnose Wim van der Hoek, Frederika Dijkstra, Nancy Wijers, Ariene Rietveld, Clementine J. Wijkmans, Jim E. van Steenbergen, Daan W. Notermans en Peter
Beroepsmatig in aanraking komt met levende varkens, vleeskalveren of vleeskuikens.
MRSA 1 U wordt behandeld in een zorginstelling en bent mogelijk in contact gekomen met de MRSA bacterie (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus). Dit kan zijn doordat u Beroepsmatig in aanraking
Rundertuberculose. (Boviene tuberculose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor dierhouders
Rundertuberculose (Boviene tuberculose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor dierhouders Rundertuberculose bij dieren De tuberculosebacterie Mycobacterium bovis veroorzaakt tuberculose
Een teek? Pak m beet!
Een teek? Pak m beet! Informatie over teken en de ziekte van Lyme Een tekenbeet is meestal onschuldig, maar kán u ziek maken als de teek lang vastgebeten in uw huid zit. Geef de teek dus geen kans. Een
Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant. Medische Publieksacademie. 2 oktober 2017 Welkom!
Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant Medische Publieksacademie 2 oktober 2017 Welkom! 1 MRSA Dr. Jan van Zeijl, arts-microbioloog Sonja Nicolai, kinderverpleegkundige
Legionella. De overdracht. Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem
Legionella De overdracht Jacob P. Bruin Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid Kennemerland Haarlem Legionella Inhoud: Legionella bacterie Infectieroute Diagnostiek Kweek Urine antigeentesten Serologie
MRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Ziekenhuishygiëne
00 MRSA-bacterie 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Ziekenhuishygiëne 1 Inleiding MRSA staat voor Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. De Staphylococcus aureus is een bacterie
Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt?
Wat te doen als een Italiaanse zwangere bezorgd is en een kind vreemd kijkt? Rebecca van Grootveld AIOS Medische Microbiologie Werkgroep Klinische Parasitologie, NVP & WAMM Toxoplasmose 2 Werkgroep klinische
Bijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie
Staphylococcus aureus-infecties, inclusief MRSA A41 Bijlage 1. Bron- en contactonderzoek bij clusters van MRSA-infectie Achtergronden Het in Nederland gevoerde strikte screenings- en isolatiebeleid ( search-and-destroy
Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals
Infectieziektebestrijding en de rol van arboprofessionals Karin Heimeriks, Arbeidshygiënist, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM 1 14 april 2011 Wat kunnen jullie verwachten? Infectieziektebestrijding
Papegaaienziekte. (Psittacose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor vogelhouders en -handelaren
Papegaaienziekte (Psittacose) Informatie over de ziekte en de procedures van de NVWA voor vogelhouders en -handelaren Papegaaienziekte bij dieren De bacterie Chlamydia psittaci veroorzaakt papegaaienziekte
MRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Infectiepreventie
00 MRSA-bacterie 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Medische Microbiologie en Infectiepreventie 1 Inleiding MRSA staat voor Meticilline-resistente Staphylococcus aureus. De Staphylococcus aureus is een bacterie
15 december 2017 Onderwerp Adviesbrief n.a.v. deskundigenberaad-zoönosen (DB-Z): brucellose
Ri jksinstitu ut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Spon > Retouradres Postbus 1 3720 BA Bilthoven Aan de Directeur-Generaal van de Volksgezondheid Ministerie van
MRSA Radboud universitair medisch centrum
MRSA U wordt behandeld in het Radboudumc en bent mogelijk in contact gekomen met de MRSA bacterie (Meticilline Resistente Staphylococcus Aureus). Dit kan zijn doordat u Beroepsmatig in aanraking komt
Hepatitis E, wat moet je ermee?
Hepatitis E, wat moet je ermee? Caroline Swanink, arts-microbioloog Rijnstate 11 oktober 2016 Wanneer verricht u diagnostiek naar hepatitis E virus? A. Altijd bij een acuut hepatitis beeld B. Bij een acuut
gegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld op mensen [1]
Gepubliceerd op sciensano.be (https://www.sciensano.be) Home > Surveillance van tekenbeten in België: gegevens van TekenNet 2017 en resultaten van de studie op ziektekiemen in teken die werden verzameld
8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )
8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2012) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella
Tele-ARENA (Telefonisch Aangenaam Refereren En Netwerken AMPHI) Zoönose onderzoek
Tele-ARENA (Telefonisch Aangenaam Refereren En Netwerken AMPHI) Zoönose onderzoek Alma Tostmann Epidemioloog @ Academische Werkplaats AMPHI Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde, Radboud universitair medisch
De epidemiologie van Legionellose
De epidemiologie van Legionellose Het nut van Osiris voor surveillance en onderzoek Petra Brandsema Centrum Epidemiologie en Surveillance, CIB, RIVM. De epidemiologie van Legionellose 12 mei 2014 2 Aantal
Een donatie met een staartje
Een donatie met een staartje Jaap van Hellemond Dept. Medische Microbiologie & Infectieziekten Erasmus MC & Havenziekenhuis Rotterdam Met medewerking van en dank aan Havenziekenhuis, Rotterdam Emmaline
Notitie Landelijke en regionale OneHealth netwerken in de praktijk
SaMeDi (Samenwerking Medici Dierenartsen) Notitie Landelijke en regionale OneHealth netwerken in de praktijk Aanleiding Ministeries, provincies en de agrarische sector streven ernaar om risico s van besmetting
Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens.
Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens. Coördinator Referentiecentrum Oonagh Paerewijck Tom Van Nieuwenhuysen Sciensano 14, J. Wytsmanstraat
(sero) logisch denken
CLINIC ZGV 17 november 2010 (sero) logisch denken Ries Schouten arts-microbioloog reizigersgeneeskundige Infectie en afweer Patient met blaasjes gelaat HSV IgM + IgG 20 VZV IgM + IgG 200 Leishmania Casus
Wat is M RSA? Wat zijn de ziekteverschijnselen van M RSA? Hoe kun je M RSA krijgen en hoe kun je anderen besmetten?
MRSA In deze folder leest u wat MRSA is, welke gevolgen dit kan hebben voor uw opname en behandeling en welke maatregelen er genomen worden om de verspreiding van MRSA te voorkomen. U wordt behandeld
Het genus Francisella en tularemie
Het genus Francisella en tularemie 6 The genus Francisella and tularaemia Dr. F.A.G. Reubsaet Samenvatting De ziekte tularemie, die wordt veroorzaakt door de bacterie Francisella tularensis en endemisch
Palpabele lymfeklieren bij kinderen
Palpabele lymfeklieren bij kinderen Frank Eskes, kinderarts Meander Medisch Centrum Tom Wolfs, kinderarts-infectioloog Wilhelmina Kinderziekenhuis Leerdoelen Aan het eind van de workshop heb je: Kennis
Ebola een harde wake-up call
VHF national reference laboratory VHF WHO collaborating centre Ebola een harde wake-up call Paraatheid van internationale laboratoria Chantal Reusken Viroscience ErasmusMC Paraatheid van internationale
INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING
INFECTIEZIEKTEBESTRIJDING FACTSHEET 2016 VOORWOORD WIE ZIJN WIJ? De afdeling algemene Infectieziektebestrijding (IZB) van GGD Hollands Noorden houdt zich bezig met het opsporen van infectieziekten om verspreiding
BVD, het aanpakken waard! Ruben Tolboom Intervisie 2014
BVD, het aanpakken waard! Ruben Tolboom Intervisie 2014 Voorstellen Ruben Tolboom Tot 1 mei 2014: rundveedierenarts Vanaf heden: Field Technical Service Manager Technische achtergrond produkten-dierziekten
NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2009/10
NIEUWSBRIEF INFLUENZA-SURVEILLANCE 2009/10 Een uitgave van: Nationaal Influenza Centrum (NIC): Rotterdam (Erasmus MC), Bilthoven (RIVM); Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL);
Influenza de cijfersop eenrij
Influenza de cijfersop eenrij voorlopige schattingen influenza surveillance in Nederland 2017/2018 Rianne van Gageldonk-Lafeber RIVM - Centrum Infectieziektebestrijding Epidemiologie& Surveillance van
Samenvatting. Een complex beeld
Samenvatting Een complex beeld Vroeg herkende lymeziekte na een tekenbeet is goed te behandelen met antibiotica. Het beeld wordt echter complexer als de symptomen minder duidelijk zijn of als de patiënt
Twee opvattingen over Lyme-ziekte. Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt
Twee opvattingen over Lyme-ziekte Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt Oude en Nieuwe opvattingen over Lyme-ziekte Nederlandse CBO richtlijn Lyme-borreliose ILADS richtlijnen voor het management
Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling. Isaie Reuling 17 Januari 2017
Splenomegaliebij een Eritrese vluchteling Isaie Reuling 17 Januari 2017 Introductie Toename vluchtelingen in NL Toename acute tropische infectieziekten 1 Ook toename chronische tropische infectieziekten!
Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A
Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.
Tuberculose & risicogroepen
Tuberculosebestrijding Tuberculose & risicogroepen Themadag De Tweede MIJL Maria Knapen Sociaal verpleegkundige tuberculosebestrijding 11 oktober 2014 Programma Introductie Ziektebeeld tuberculose Bron
-5 FEB Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport VOLKSGEZONDH2TJD WELZIJN EN SPORT
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport > Retouradres Postbus 1 3720 BA Bilthoven Aan de Directeur-Generaal van de Volksgezondheid Ministerie van
Angry birds: uitbraak psittacose in een vogelopvang in Rotterdam
Angry birds: uitbraak psittacose in een vogelopvang in Rotterdam 12 juni 2014 Nancy Reedijk en Aimée Tjon-A-Tsien Onder de indruk! Even voorstellen Disclosure (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Voor
MRSA-bacterie. 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Infectiepreventie
00 MRSA-bacterie 'ziekenhuisbacterie' Afdeling Infectiepreventie 1 Inleiding De ziekenhuisbacterie MRSA zorgt bij gezonde mensen meestal niet voor klachten. Maar mensen met een verminderde weerstand kunnen
UGP-folders. Tekenbeten
UGP-folders Tekenbeten Controleer de huid, na verblijf in de natuur, dagelijks zorgvuldig op de aanwezigheid van teken. Bekijk met extra aandacht de oksels, liezen, bilspleet en knieholten. Verwijder teken
Het hepatitis B -virus is heel besmettelijk en wordt overgedragen door seksueel contact, door bloed-op-bloed contact of bij de geboorte.
Hepatitis B CWZ is één van de door de NVMDL erkende hepatitis behandelcentra in Nederland. Op de polikliniek Maag-, darm- en leverziekte (MDL) werken meerdere MDL-artsen en een verpleegkundige specialist
MRSA-positief, wat nu?
Infectiepreventie MRSA-positief, wat nu? www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Wat is MRSA?... 3 Wie loopt het meeste risico MRSA op te lopen?... 3 MRSA-dragerschap... 4 Verspreiding van MRSA voorkomen...
Wie hebben een hoger risico op MRSA?
MRSA Via deze folder willen wij u antwoord te geven op enkele van de meest gestelde vragen over MRSA. MRSA is een afkorting voor Methicilline Resistente Staphylococcus Aureus. Wat is MRSA? Staphylococcus
Humane salmonellose overgedragen door reptielen
Humane salmonellose overgedragen door reptielen Feiten en cijfers Lapo Mughini-Gras, DVM, PhD Wilfrid van Pelt, PhD 1 2 december 2014 Salmonella en reptielen - basics Salmonella is een natuurlijke darmbewoner
Mazelen. Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers
Mazelen Coschap Huisarts- en Sociale geneeskunde Huisartsenpraktijk P.A.J. van de Kar Jiske Sloekers 25-04-2019 Wat is mazelen? Virusinfectie morbellivirus Aerogene druppel verspreiding Primaire infectie
Legionella pneumophila. S.G.S Vreden, MD, PhD
Legionella pneumophila S.G.S Vreden, MD, PhD Legionella pneumophila, established in 1976 Legionella is een aerobe, gram negatieve bacterie Familie Legionellaceae heeft 50 species, met ruim 70 serogroups.
Tot categorie 1 behoren - patiënten bij wie het MRSA dragerschap is aangetoond A
MRSA In deze folder geeft het Ruwaard van Putten Ziekenhuis u algemene informatie over de MRSA bacterie en de maatregelen die het ziekenhuis treft bij patiënten met een mogelijke of aangetoonde MRSA besmetting.
Een patiënt met koorts en een eschar door tularemie
CASUÏSTIEK Een patiënt met koorts en een eschar door tularemie Maarten Limper, H.I.J. (Hendrik-Jan) Roest en Eric C.M. van Gorp Een 41-jarige man presenteerde zich op de Spoedeisende Eerste Hulp met klachten
Ziekenhuizen. Persoonlijke hygiëne patiënt en bezoeker
Ziekenhuizen Persoonlijke hygiëne patiënt en bezoeker Werkgroep Infectiepreventie Vastgesteld: juli 2012 Gewijzigd: maart 2014 Revisiedatum: juli 2017 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd
Sectie Infectieziekten
Sectie Infectieziekten 1 December 2015 U kunt helpen de HIV / AIDS epidemie te beëindigen You can help to end the HIV / AIDS epidemic Sectie Infectieziekten Weet uw HIV status Know your HIV status by 2020
Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln
Rubella Synoniemen: rodehond, German measles, Röteln B06 Bijlage I Rubella en zwangerschap, richtlijnen voor de praktijk Beleid naar aanleiding van een (mogelijk) contact (zie toelichting 1) Inventariseer
Valkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC
Valkuilen bij diagnostiek hepatitis ABC Streeklab GGD Amsterdam, 30 okt 2009 Hans L. Zaaijer, arts-microbioloog AMC - Klinische Virologie / Sanquin - Bloedoverdraagbare Infecties leverontsteking chemisch/toxisch
De ziekte van Lyme is een infectieziekte. Een andere naam die ook wel eens gebruikt wordt, is borreliose.
Ziekte van Lyme Borreliose, Lyme-borreliose, erythema migrans Wat is de ziekte van Lyme? De ziekte van Lyme is een infectieziekte. Een andere naam die ook wel eens gebruikt wordt, is borreliose. Hoe krijgt
MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie
MRI van de hersenen bij congenitale cytomegalovirus infectie Department of Pediatrics / Child Neurology Center for Childhood White Matter Disorders VU University Medical Center Amsterdam, NL Hersenen en
Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie
Interpretatie van laboratoriumtesten: microbiologie Jens Van Praet Dienst Nierziekten, Infectieziekten en Algemeen inwendige ziekten HIV referentiecentrum Travel clinic Casus 1: Kris Labo-diagnostiek:
Interline, januari Microbiologie casusschetsen
Interline, januari 2011 Microbiologie casusschetsen INTERLINE PROGRAMMA jan 2011 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding De eerste werkafspraak Microbiologie is
Vraag en Antwoord NDM Klebsiella Pneumoniae Voor aanvullingen zie onderaan, laatste update 18 december 2015
Vraag en Antwoord NDM Klebsiella Pneumoniae Voor aanvullingen zie onderaan, laatste update 18 december 2015 Algemene vragen 1 Wat is BRMO? BRMO is de afkorting van Bijzonder Resistent Micro-organisme.
Ebolavirus. Virologie, epidemiologie en infectiepreventie. Janette Rahamat-Langendoen Arts-microbioloog/viroloog
Ebolavirus Virologie, epidemiologie en infectiepreventie Janette Rahamat-Langendoen Arts-microbioloog/viroloog Ebolavirus Virologie Wat is Ebolavirus Symptomatologie Diagnostiek Behandeling? Epidemiologie
Pneumonie Rubriekhouder: Mw. Dr. R. van Gageldonk, RIVM ( , )
Pneumonie Rubriekhouder: Mw. Dr. R. van Gageldonk, RIVM (2007-2010, 2012-2014) Inleiding Dankzij de peilstations bestaat er al vele jaren een goed inzicht in het vóórkomen van influenza-achtig ziektebeeld
9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) ( ) ( )
9 Acute gastro-enteritis Rubriekhouder: Dr. W. van Pelt, (RIVM-CIE) (1992-1993) (1996-2012) Inleiding Gastro-enteritis behoort tot de top tien van aandoeningen in Nederland wat betreft incidentie en draagt
Een tekenbeet. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
Een tekenbeet U bent op de Spoedeisende Hulp (SEH) geweest in verband met een tekenbeet. De arts heeft de teek verwijderd. Noteer de datum in uw agenda en controleer de volgende weken de plaats van de
Leptospirose Knaagdieren en Zoὃnosen 11e Nationale Symposium Zoὃnosen 23 november 2017
Leptospirose Knaagdieren en Zoὃnosen 11e Nationale Symposium Zoὃnosen 23 november 2017 Marga Goris, PhD Nationaal Referentielaboratorium voor Leptospirosen (NRL) (OIE) Leptospirose Referentie Centrum Academisch
(Ziek van) Besmette levensmiddelen, wat nu?
(Ziek van) Besmette levensmiddelen, wat nu? Ife Slegers Fitz-James Expertisecentrum Voedselvergiftiging Alimentair Consulent Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst
Ziekenhuizen. Persoonlijke hygiëne patiënt en bezoeker
Ziekenhuizen Persoonlijke hygiëne patiënt en bezoeker Werkgroep Infectiepreventie Vastgesteld: juli 2012 Revisiedatum: juli 2017 Dit document mag vrijelijk worden vermenigvuldigd en verspreid mits steeds
Opsporen van chronische Q-koorts. Informatie voor deelnemers
Opsporen van chronische Q-koorts Informatie voor deelnemers Opsporen van chronische Q-koorts Chronische Q-koorts is een ziekte waarbij mensen ernstige klachten kunnen krijgen en zelfs kunnen overlijden.
Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting
Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie