Algemeen verbindend voorschrift

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Algemeen verbindend voorschrift"

Transcriptie

1 OCenW-Regelingen scholen in het basisonderwijs, onderwijs en het speciaal 1 augustus 2000, 1 augustus Bestemd voor: Faciliteiten en rechtspositionele consequenties bij samenvoeging van scholen in het basisonderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs. de bevoegde gezagsorganen, directies en overig personeel van: basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs; scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs; scholen en afdelingen voor speciaal voortgezet onderwijs voor lom of mlk. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 16 mei 2000 Kenmerk: PO/PJ-2000/8815 Datum inwerkingtreding: zie artikel 3 Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag: zie Gelet op: Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t Informatie verkrijgbaar bij: CFI/ICO/PO, De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, artikel I-A8, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel, Besluit: Artikel 1. Toepasselijke voorschriften bij samenvoegingen Op een samenvoeging per 2001 en 1 augustus 2002 van scholen voor basisonderwijs, respectievelijk scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs voor lom of mlk is de bij deze regeling behorende bijlage van toepassing. Artikel 2. Bekendmaking Deze regeling zal met de bijlage in Uitleg OCenW- Regelingen worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Artikel 3. Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus Artikel 4. Citeertitel Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling samenvoeging van het (voortgezet) speciaal voortgezet onderwijs. Gelet op: artikel 120, vijfde lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 117, derde lid, van de Wet op de expertisecentra, artikel 233, derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs en De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. K.Y.I.J. Adelmund NUMMER mei 2000

2 Bijlage bij de Regeling Samenvoeging van het (voortgezet) speciaal onderwijs en het speciaal voortgezet onderwijs 1. Inleiding Hierbij treft u de regeling aan voor samenvoegingen van scholen in het basisonderwijs (basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs), voortgezet onderwijs voor lom of mlk. In deze regeling zijn de faciliteiten en rechtspo-sitionele aanspraken bij dergelijke samenvoegingen vastgelegd. Voor andere scholen dan basisscholen is de regeling inhoudelijk het zelfde als de regeling voor samenvoegingen per 1 augustus 1999 (zie Uitleg OCenW-Regelingen 1998, nr 30a van 16 december 1998). Voor basisscholen zal met ingang van 1 augustus 2000 sprake zijn van een gewijzigde facilitering bij een samenvoeging in verband met de invoering per die datum van de nieuwe bekostigingssystematiek voor basisscholen (zie paragraaf 3.2). Deze regeling is van toepassing op drie jaren. Wanneer in deze periode de regelgeving zodanig wordt gewijzigd dat dit van invloed is op deze regeling, wordt deze regeling natuurlijk tussentijds aangepast. Ten aanzien van de driejaars termijn in paragraaf onder c, is nog geen overeenstemming bereikt met de centrales. Het overleg hierover wordt nog voortgezet. Indien dit tot een andere uitkomst leidt zal de regeling op dit punt worden aangepast. Afgesproken is dat het overleg hierover is afgerond voor 1 augustus Voor een goed begrip wordt nog gewezen op het volgende. Als in deze regeling wordt gesproken over basisonderwijs of scholen voor basisonderwijs wordt daaronder zowel basisscholen als speciale scholen voor basisonderwijs verstaan. Basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs worden echter duidelijk van elkaar onderscheiden. Onder basisscholen worden dus niet tevens speciale scholen voor basisonderwijs begrepen. samenvoegingen. Deze brochure is de betrokken scholen in de tweede week van december 1998 toegezonden. De bijlage van deze regeling bestaat uit de volgende hoofdstukken: hoofdstuk 1: Inleiding; hoofdstuk 2: Algemene bepalingen; hoofdstuk 3: Faciliteiten bij samenvoeging van basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs, al dan niet met een svo- en/of een zmlk-afdeling; hoofdstuk 4: Faciliteiten bij samenvoeging van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs; hoofdstuk 5: Rechtspositionele consequenties van samenvoeging en fre-verbruik na samenvoeging; 2. Algemene bepalingen 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk is informatie opgenomen over de samenvoegingsmogelijkheden in het basisonderwijs, het (voortgezet) speciaal voortgezet onderwijs voor lom of mlk. Voor scholen die onder verschillende bevoegde gezagsorganen vallen, geldt dat een samenvoeging van die scholen gepaard moet gaan met een bestuursoverdracht of een besturenfusie. In dit hoofdstuk vindt u informatie over de wettelijke bepalingen die deze overdracht of fusie regelen. Ten slotte is in dit hoofdstuk informatie opgenomen over de gevolgen van een samenvoeging voor de eigen wachtgelders van de schoolbesturen die bij die samenvoeging betrokken zijn, respectievelijk over de afvloeiingsregeling die moet worden vastgesteld voor de school die na samenvoeging ontstaat. Scholen en afdelingen voor svo-lom/mlk moeten in de periode tot 1 augustus 2002 worden omgezet in een afdeling voor leerwegondersteunend onderwijs, een school of afdeling voor praktijkonderwijs of een orthopedagogisch en didactisch centrum. De gevolgen voor de bekostiging en rechtspositie van zo n omzetting worden geregeld in de Regeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs (zie Uitleg OCenW-Regelingen 1998/24). Deze regeling wordt toegelicht in de brochure Leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs. Bekostiging, rechtspositie en 2.2 Bestuursoverdracht/besturenfusie en samenvoegingsmogelijkheden Begripsbepaling samenvoeging Onder een samenvoeging wordt in deze regeling verstaan een daadwerkelijke samenvoeging per 1 augustus van twee of meer gelijksoortige scholen in de zin van de WPO, de WEC of deel II van de WVO. NUMMER mei 2000

3 2.2.2 Bestuursoverdracht/besturenfusie Bij een samenvoeging van scholen die onder twee of meer bevoegde gezagsorganen vallen, kan er sprake zijn van: de overdracht van de instandhouding van de scholen die als gevolg van de samenvoeging worden opgeheven aan het bevoegd gezag van de overblijvende school (een zogenoemde bestuursoverdracht), of een fusie van de betreffende bevoegde gezagsorganen, waardoor de samen te voegen scholen onder één bevoegd gezag vallen. De scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn, moeten uiterlijk op de samenvoegingsdatum (1 augustus) onder hetzelfde bevoegde gezag vallen. Een bestuursoverdracht of een besturenfusie moet daarom uiterlijk op 1 augustus plaatsvinden. In de paragrafen 2.3 en 2.4 zal nader worden stilgestaan bij de bestuursoverdracht en fusie in achtereenvolgens het bijzonder en het openbaar onderwijs. augustus 2002 moeten worden omgezet in een afdeling voor leerwegondersteunend onderwijs, een school of afdeling voor praktijkonderwijs of een orthopedagogisch en didactisch centrum. Een zmlk-afdeling van een sbo blijft aan die sbo verbonden zolang in het kader van de leerlinggebonden financiering geen expertisecentra tot stand zijn gekomen. Het voorgaande laat onverlet dat een schoolbestuur kan besluiten een afdeling op te heffen, waarbij de leerlingen worden ingeschreven bij een zelfstandige svo- of zmlkschool. In die situatie kunnen de besturen van de betrokken afdeling(en) en scho(o)len om analoge toepassing van de onderhavige regeling verzoeken (zie ook paragraaf 3.5 hieronder) Samenvoegingsmogelijkheden (voortgezet) speciaal onderwijs en speciaal voortgezet onderwijs Samenvoegingsmogelijkheden basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs In het basisonderwijs kan sprake zijn van een samenvoeging van twee of meer basisscholen, dan wel twee of meer speciale scholen voor basisonderwijs, al dan niet met een afdeling. Een samenvoeging van basisscholen of speciale scholen voor basisonderwijs (sbo s) kan leiden tot een school met een of meer richtingen van bijzonder onderwijs. Hierbij is het ook mogelijk dat de op te heffen school wordt omgevormd tot nevenvestiging. Een basisschool of sbo die wordt uitgebreid met een richting of wordt omgevormd tot nevenvestiging, komt onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor bekostiging. In ieder geval moet er een melding plaatsvinden aan Cƒi. Cƒi toetst namens de minister of aan de voorwaarden voldaan is. Voor sbo s met een afdeling geldt dat die afdeling niet kan worden samengevoegd met een (gelijksoortige) afdeling van een andere sbo. Dit is slechts anders als die samenvoeging gepaard gaat met een samenvoeging van de sbo s waaraan de desbetreffende afdelingen verbonden zijn (zie ook paragraaf 3.4 van deze regeling). Verder is het niet mogelijk een afdeling van een sbo samen te voegen met een (gelijksoortige) zelfstandige school voor speciaal (voortgezet) onderwijs. Voor svo-afdelingen van sbo s geldt dat die afdelingen in de periode van 1 augustus 1999 tot 1 In voortgezet onderwijs voor lom of mlk kunnen alleen scholen van dezelfde onderwijssoort als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de WEC of artikel 125, tweede lid van deel II van de WVO worden samengevoegd. Onder deel II van WVO vallen de volgende soorten speciaal voortgezet onderwijs: onderwijs aan moeilijk lerende kinderen (mlk) en onderwijs aan kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (lom). Onder de WEC vallen de soorten speciaal en voortgezet speciaal onderwijs die voorheen onder de ISOVSO vielen en die niet zijn opgenomen in deel II van de WVO. Voor een goed begrip wordt erop gewezen dat onder speciaal onderwijs niet mede de speciale scholen voor basisonderwijs worden verstaan. Deze scholen vallen onder de WPO. 2.3 Bestuursoverdracht in het bijzonder onderwijs Wettelijke bepalingen De bestuursoverdracht in het bijzonder onderwijs is voor het basisonderwijs geregeld in artikel 56 van de WPO. In artikel 58 van de WEC en artikel 176 van de WVO is deze overdracht geregeld voor onderwijs, respectievelijk het speciaal voortgezet onderwijs voor lom of mlk. In deze artikelen is bepaald dat voor een dergelijke overdracht een notariële akte moet worden opgemaakt. In deze akte moet onder andere worden opgeno- NUMMER mei 2000

4 Bij een overdracht van bijzonder naar openbaar onderwijs of andersom moet eerst omzetting plaatsvinden. In dit verband wordt verwezen naar artikel 84 van de WPO, artikel 75 van de WEC en artikel 193 van de WVO. Een openbare school moet worden omgezet in een bijzondere school, of omgekeerd. Een omzetting wordt ook wel kleurverschieten genoemd. Hierbij vindt een ministeriële toets plaats aan de stichtingsnorm. Om voor samenvoegingsfaciliteiten in aanmerking te komen moeten vervolgens artikel 56 van de WPO, artikel 58 van de WEC of artikel 176 van de WVO analoog worden toegepast. Dit betekent dus onder andere dat het nieuwe bevoegd gezag het personeel van de over te dragen school moet overnemen met alle rechten en plichten die van kracht waren in hun dienstverband met het oude bevoegd gezag (zie ook paragraaf 2.3.1). De bestuursoverdracht van openbaar naar openbaar onderwijs is geregeld in artikel 49 van de WPO, artikel 52 van de WEC en artikel 170 van de WVO Gevolgen voor de rechtspositie Als gevolg van een bestuursoverdracht kan een openbare school een bijzondere school worden of andersom. Voor het personeel betekent een dergelijke overdracht dat hun status verandert. Zij kunnen de status van ambtenaar krijgen (in de zin van de Ambtenarenwet) in plaats van die van een werknemer naar burgerlijk recht of andersom. Deze statuswijziging leidt tot enkele wijzigin-gen in de rechtspositie (bijvoorbeeld andere beroepsmogelijkheden, andere opzegtermijnen). Een wijziging van status als gevolg van de samenvoeging van scholen kan alleen worden doorgevoerd door ontslag en gelijktijdige herbenoeming. Het weigeren van deze hermen dat het bevoegd gezag waaraan wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden benoemt met ingang van de datum van samenvoeging. De betrekkingen en de voorwaarden zijn opgenomen in de akten van benoeming en moeten dus ook in de nieuw op te maken akten van benoeming opgenomen worden. Door een bestuursoverdracht gaan alle rechten en plichten, die uit de wet voortvloeien, van rechtswege over van het oude bevoegd gezag naar het nieuwe bevoegd gezag. Naast artikel 56 van de WPO, artikel 58 van de WEC of artikel 176 van de WVO moet ook worden voldaan aan de verdere eisen die het burgerlijk recht aan een dergelijke overgang stelt Gevolgen voor de rechtspositie openbaar onderwijs is betrokken Soorten van overdracht Onder deze categorie vallen de volgende soorten van bestuursoverdrachten: overdrachten van bijzonder naar openbaar onderwijs of andersom; overdrachten van openbaar naar openbaar onderwijs Voorwaarden voor samenvoeging Voor het personeel van de school die wordt overgedragen betekent de bestuursoverdracht dus geen wijziging in de rechtspositie. Wel kan uiteraard de rechtspositie wijzigingen ondergaan als gevolg van bijvoorbeeld algemeen geldende rechtspositionele maatregelen. Van ontslag als gevolg van een bestuursoverdracht is dus over het algemeen geen sprake. Het kan natuurlijk wel zo zijn dat op het moment van samenvoeging personeel om andere redenen wordt ontslagen (zie hiervoor ook paragraaf 5.1 van deze regeling). Een vrijwillig ontslag kan leiden tot een sanctie op de aangevraagde werkloosheidsuitkering. Dit geldt ook voor een betrokken personeelslid dat, zonder voldoende rechtvaardigingsgrond, vanwege een wijziging van de grondslag van de school een op zichzelf passende betrek-king weigert. In hoofdstuk 1, onder 4.2, van de voorlich-tingspublicatie Passende arbeid en sanctiebeleid (Uitleg OenW- Regelingen 1994/6a) is op dit punt het volgende te lezen: In de onderwijssector kan het voorkomen dat een bevoegd gezag op godsdienstige of levensbe-schouwelijke grondslag eisen stelt aan zijn werknemers, die gelet op de grondslag en doel van de instelling, nodig zijn voor de vervulling van de functie. Een aangeboden betrekking is dan in beginsel niet passend, indien het aanvaarden van die betrekking in verband met deze godsdienstige of levensbeschouwelijke aspecten, gezien de persoonlijke overtuiging van betrokkene, in redelijkheid van hem niet kan worden gevergd. De vraag of er een rechtvaardigingsgrond is voor het weigeren van een op zichzelf passende betrekking is afhankelijk van de feitelijke omstandigheden. De uitkerende instantie beoordeelt of de aangevoerde rechtvaardigingsgrond al dan niet voldoende is. 2.4 Bestuursoverdracht waarbij NUMMER mei 2000

5 benoeming kan leiden tot een sanctie op de werkloosheidsuitkering die in verband met het ontslag wordt aangevraagd (zie ook paragraaf 2.3.2). 2.7 Voorwaarden voor faciliteiten bij samenvoeging 2.5 Verplichtingen ten opzichte van eigen uitkeringsgenietenden Bij een bestuursoverdracht worden alle rechten en verplichtingen met betrekking tot de over te dragen school/scholen overgenomen door een nieuw bestuur. Een van deze verplichtingen is de verplichting met betrekking tot de zogeheten eigen wachtgelders die werkzaam waren op de over te dragen school/scholen. Voor het basisonderwijs (basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs) is deze verplichting geregeld in artikel 138 WPO. Voor voortgezet onderwijs voor lom of mlk is deze verplichting opgenomen in artikel 132 WEC, respectievelijk artikel 247 WVO. Verder gelden de ministeriële regelingen die op deze artikelen zijn gebaseerd. Bij een bestuursoverdracht worden deze eigen wachtgelders van het oude bevoegd gezag gezien als eigen wachtgelders van het nieuwe bevoegd gezag. Als het oude bevoegd gezag na de overdracht blijft bestaan, dan blijven deze wachtgelders óók eigen wachtgelders van dat bevoegd gezag (zie ook 5.7 van de beleidsregel Toepassing bepaling eigen wachtgelder, Uitleg OCenW-Regelingen 1995/26). Als gevolg van de inwerkingtreding van de WPO, de WEC en deel II van de WVO zijn eigen wachtgelders op grond van de oude WBO en ISOVSO met ingang van 1 augustus 1998 eigen wachtgelders geworden in de zin van de nieuwe wetten. Met betrekking tot een eigen wachtgelder die afkomstig is van bijvoorbeeld een sbo-school betekent dit een aanbiedingsverplichting voor gelijksoortige functies aan een basisschool van hetzelfde bevoegd gezag. Het bereik van de bestuursaanstelling voor sbo -personeel wordt in de WPO namelijk verruimd tot basisscholen en vice versa. De faciliteiten die in deze regeling zijn genoemd, worden alleen toegekend als is voldaan aan de volgende voorwaarden: a. Er moet sprake zijn van de daadwerkelijke samenvoeging van twee of meer gelijksoortige scholen in de zin van de WPO, de WEC of deel II van de WVO. Deze scholen staan onder beheer van één bevoegd gezag, of vallen uiterlijk op het moment van samenvoeging onder één bevoegd gezag als gevolg van een besturenfusie of bestuursoverdracht. In alle gevallen moet artikel 56 WPO, artikel 58 WEC of artikel 176 WVO, respectievelijk 49 WPO, artikel 52 WEC of artikel 170 WVO in acht worden genomen. Als de samenvoeging leidt tot twee of meer overblijvende scholen, worden nadere voorwaarden gesteld aan de verdeling van de overgangsformatierekeneenheden tussen deze scholen, waaronder tenminste een splitsingsplan. De betrokken bevoegde gezagsorganen moeten een dergelijke samenvoeging daarom in een vroegtijdig stadium aan Cƒi melden. b. De samenvoeging moet in één stap en op 1 augustus worden gerealiseerd. c. Het personeel dat is opgenomen in de formaties van de scholen die bij de samenvoeging zijn betrokken moet eerst, voor zover mogelijk, worden geplaatst in de formatie van de school die uit de samenvoeging ontstaat. Hierna worden in voorkomend geval de voormalige scholen als opgeheven beschouwd (zie ook paragraaf 5.1.1). d. De samenvoeging moet aan Cƒi (BRIN) worden gemeld. Samenvoegingsfaciliteiten hoeven niet te worden aangevraagd. Deze faciliteiten worden automatisch toegekend. 3. Faciliteiten bij samenvoeging van basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs, al dan niet met een svo- en/of een zmlk-afdeling 2.6 Afvloeiingsregeling 3.1 Inleiding Voordat de samenvoeging feitelijk wordt gerealiseerd moeten de betrokken bevoegde gezagsorganen toepassing geven aan de bepalingen over de afvloeiingsregeling zoals die vermeld zijn in hoofdstuk I-G van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel. Dit hoofdstuk is van toepassing op basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs (sbo s), al dan niet met een svo- en/of een zmlk-afdeling. In dit hoofdstuk is informatie opgenomen over de formatie waarover deze scholen na samenvoeging kunnen beschikken. NUMMER mei 2000

6 3.2 Formatie basisschool na samenvoeging (overgangsfre s). Deze overgangsfre s worden als volgt berekend. Voor basisscholen die worden samengevoegd, wordt de formatie vastgesteld op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar van alle basisscholen die bij de samenvoeging betrokken zijn. Voor zover de samenstelling van het leerlingenbestand van invloed is op de formatie, wordt uitgegaan van het totale leerlingenbestand op genoemde datum van alle basisscholen die bij de samenvoeging betrokken zijn (zie artikel 121, derde lid, van de WPO). De formatie van een basisschool die na samenvoeging ontstaat, wordt dus berekend als zouden de basisscholen die bij de samenvoeging betrokken zijn op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar al één school hebben gevormd. Dit geldt ook voor de formatierekeneenheden voor de schoolleiding. Dit leerlingenaantal is tevens bepalend voor de maximumschaal die in het eerste schooljaar na de samenvoeging formatief aanwezig is voor de normatieve directiefuncties aan de samengevoegde school (zie paragraaf 4.2 voor een verklaring van de begrippen in deze -zin). Informatie over de inschaling van de directieleden van de samengevoegde school vindt u in paragraaf 5.4. Gelet hierop en gezien de gelineariseerde formatietoekenning (een vast aantal formatierekeneenheden per leerling ongeacht het aantal leerlingen), heeft een samenvoeging op zichzelf geen formatieve gevolgen. De formatie van de school die na samenvoeging overblijft is immers gelijk aan de formatie die de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn, zonder samenvoeging gezamenlijk zouden hebben ontvangen. Afwijkingen kunnen zich slechts voordoen als één of meer van de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn één of meer van de volgende formatie componenten ontvangen: a. een verhoging ten behoeve van zeer kleine scholen (artikel 3 van het Formatiebesluit WPO), b. vermeerdering van de basisformatie t.b.v. basisscholen met een of meer nevenvestigingen (artikel 6 van het Formatiebesluit WPO) c. een toeslag voor kleine scholen (artikel 13 van het Formatiebesluit WPO) en/of d. formatie voor de bestrijding van onderwijsachterstanden (artikel 15a van het Formatiebesluit WPO). In dat geval kan een samenvoeging negatieve formatieve gevolgen hebben, omdat de school die na samenvoeging overblijft bijvoorbeeld niet in aanmerking komt voor een toeslag kleine scholen of omdat die school de drempel (9%) niet haalt om in aanmerking te komen voor formatie onderwijsachterstandenbestrijding. In zulke gevallen worden de negatieve formatieve gevolgen van de samenvoeging gecompenseerd met overgangsformatierekenheden Berekeningscomponenten gezamenlijke overgangsformatie De voor de berekening relevante componenten zijn de volgende. a. de verhoging van het aantal formatierekeneenheden t.b.v. zeer kleine scholen b. de vermeerdering van de basisformatie t.b.v. basisscholen met een of meer nevenvestigingen c. de kleine scholentoeslag(en) d. de formatie voor de bestrijding van onderwijsachterstanden X= de som van a, b, c en d die alle bij de fusie betrokken basisscholen in het eerste schooljaar na de samenvoeging zouden hebben ontvangen wanneer zij zelfstandige scholen waren gebleven; Y= de som van a, b, c en d die de samengevoegde school in het eerste schooljaar na de samenvoeging ontvangt. Berekeningswijze overgangsfre s Voor het eerste schooljaar na de samenvoeging: X - Y = overgangsformatie Voor het tweede schooljaar na de samenvoeging: Bereken het verschil tussen X en Y en neem daarvan de helft. De uitkomst van deze berekeningen wordt rekenkundig afgerond op een geheel aantal fre s en vormt de overgangsformatie Vermindering tijdens schooljaren Het aantal overgangsfre s dat voor een schooljaar is vastgesteld wordt verminderd met extra formatie die in dat jaar wordt toegekend, behoudens de overgangsformatie basisscholen in de schooljaren en als bedoeld in artikel 19b van het Formatiebesluit WPO. Deze vermindering vindt uiteraard pas plaats met ingang van de dag waarop over deze extra formatie kan worden beschikt. De overgangsfre s worden niet verminderd met de zorgformatie waarover een basisschool in de desbetreffende schooljaren kan beschikken. NUMMER mei 2000

7 3.2.2 Uitzondering bij vaststelling/vermindering overgangsfre s Bij de vaststelling van het aantal overgangsfre s op en na de samenvoegingsdatum blijft formatie buiten beschouwing die niet onder het formatiebudget in de zin van deze regeling valt, zoals: toekenningen in geld (bijvoorbeeld GO- en vakbondsfaciliteiten) en tegemoetkomingen door het Noodfonds); oalt-middelen; de toekenning of verhoging van een opslag voor herbezetting bapo; de middelen die worden toegekend in het kader van het gemeentelijke onderwijsachterstandenplan (de gemeentelijke middelen als bedoeld in artikel 168 van de WPO en 269 van de WVO). Voor een goed begrip wordt erop gewezen dat onder laatstgenoemde middelen niet wordt verstaan de formatie speciale doeleinden voor bestrijding van onderwijsachterstanden, zoals die wordt toegekend op grond van artikel 15a van het Formatiebesluit WPO. Deze formatie wordt door het Rijk aan de scholen toegekend en valt onder het formatiebudget in de zin van deze regeling. 3.3 Formatie speciale school voor basisonderwijs na samenvoeging gangsformatie die door de centrale dienst in het verband aan de sbo wordt overgedragen. De formatierekeneenheden voor de schoolleiding worden, evenals de overige formatiebestanddelen, vastgesteld op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar van alle sbo s die bij de samenvoeging betrokken zijn. Dit leerlingenaantal is tevens bepalend voor de maximumschaal die in het eerste schooljaar na de samenvoeging formatief aanwezig is voor de normatieve directiefuncties aan de samengevoegde sbo (zie paragraaf 4.2 voor een verklaring van de begrippen in deze zin). Informatie over de inschaling van de directieleden van de samengevoegde sbo vindt u in paragraaf 5.4. Voor een goed begrip wordt erop gewezen dat leerlingen van een afdeling of afdelingen niet meetellen bij de vaststelling van de fre s voor de schoolleiding en de formatief aanwezige maxi-mumschalen. Voor directieleden van sbo s die bij een samenvoeging betrokken zijn, geldt overigens dezelfde salarisgarantieregeling als voor directieleden van andere scholen (zie paragraaf 5.2). De school die na de samenvoeging overblijft, kan worden omgevormd tot hoofdvestiging van de nieuwe sbo. De scholen die worden opgeheven, kunnen worden omgevormd tot nevenvestigingen van de nieuwe sbo (zie ook paragraaf 2.2.3). De svo- en/of zmlk-afdeling die bij een vestiging hoort, zal als afzonderlijke afdeling worden bekostigd (zie ook de volgende paragraaf). Voor sbo s die worden samengevoegd, wordt de formatie vastgesteld op basis van het aantal leerlingen op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar van alle sbo s die bij de samenvoeging betrokken zijn. Voor zover de samenstelling van het leerlingenbestand van invloed is op de formatie, wordt uitgegaan van het totale leerlingenbestand op die datum van alle sbo s die bij de samenvoeging betrokken zijn (zie artikel 122, derde lid, van de WPO). De formatie van een sbo die na samenvoeging ontstaat, wordt dus berekend als zouden de sbo s die bij de samenvoeging betrokken zijn op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar al één school hebben gevormd. Naast deze formatie bestaat geen aanspraak op extra (overgangs)formatie op grond van de samenvoeging. Dit houdt verband met het feit dat met ingang van het schooljaar de nieuwe bekostigingssystematiek voor sbo s in werking is getreden. Aan deze bekostigingssystematiek kan de sbo zodanige formatieve aanspraken ontlenen dat geen behoefte bestaat aan extra overgangsformatie. Ook laat een samenvoeging onverlet dat de samenwerkende bevoegde gezagsorganen op grond van het WPO-overgangsrecht eventueel aanspraak kunnen hebben op normatieve of aanvullende over- 3.4 Formatie afdeling speciale school voor basisonderwijs na samenvoeging De formatie van een svo- of zmlk-afdeling van een sbo die na samenvoeging ontstaat, wordt afzonderlijk vastgesteld. De rekenregels die daarbij gelden, zijn opgenomen in het toepasselijke Formatiebesluit en paragraaf 2.1 van de overgangsbepalingen in het Besluit van 2 juni 1998 tot wijziging van enkele algemene maatregelen van bestuur naar aanleiding van het totstandbrengen van een Wet op het primair onderwijs en een Wet op de expertisecentra en toevoeging van een tweede deel aan de Wet op het voortgezet onderwijs en in verband met het onderwijs in allochtone levende talen (Stb. 1998, 413). Genoemde rekenregels komen overeen met de rekenregels volgens de beleidsregel Formatie scholen speciaal onderwijs (so), speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (sovso) voor lom of mlk in het schooljaar (zie Uitleg OCenW- Regelingen nummer 4 van 4 februari 1998). NUMMER mei 2000

8 Bij een samenvoeging van sbo s met een afdeling of afdelingen kunnen zich twee situaties voordoen: 1. bij de samenvoeging zijn geen gelijksoortige afdelingen betrokken; 2. bij de samenvoeging zijn twee of meer gelijksoortige afdelingen betrokken. Ad 1 In het eerste geval is de samenvoeging niet van invloed op de formatie van de afdeling of afdelingen van de sbo die na samenvoeging ontstaat. De formatie van deze afdeling of afdelingen is gelijk aan de formatie die zonder samenvoeging zou zijn toegekend. Er is immers geen sprake van opheffing van een afdeling. Met het oog daarop wordt aan de afdeling of afdelingen die na samenvoeging ontstaan geen overgangsformatie toegekend. Ad 2 In het tweede geval is sprake van de samenvoeging van twee of meer afdelingen voor svo-lom, twee of meer afdelingen voor svo-mlk of twee of meer zmlk-afdelingen. In dat geval is de samenvoeging wel van invloed op de formatie van de afdeling of afdelingen van de sbo die na samenvoeging ontstaat. Een samenvoeging van gelijksoortige afdelingen gaat namelijk gepaard met de opheffing van een of meer afdelingen. In het eerste schooljaar na de samenvoeging wordt formatie toegekend aan de afdeling die na samenvoeging overblijft op basis van het leerlingenaantal van die afdeling op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar. Het verschil met de formatie op 31 juli voorafgaand aan de samenvoeging van de afdelingen die bij de samenvoeging betrokken zijn, wordt met overgangsformatie gecompenseerd. Dit verschil wordt berekend met toepassing van de rekenregels in paragraaf 4.3 van deze regeling. Verder zijn bij een samenvoeging van afdelingen de voorwaarden voor faciliteiten bij samenvoeging in paragraaf 2.7 van overeenkomstige toepassing. Voor een goed begrip wordt erop gewezen dat de onderhavige regeling niet van toepassing is als een afdeling wordt omgezet in een afdeling voor leerwegondersteunend onderwijs, een school of afdeling voor praktijkonderwijs of een orthopedagogisch en didactisch centrum. In die situatie geldt de Regeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs (zie Uitleg OCenW-Regelingen 1998/24). 3.5 Analoge toepassing samenvoegingsregeling bij opheffing afdeling Het bevoegd gezag van een sbo waaraan een afdeling is verbonden, kan besluiten die afdeling op te heffen. Als de leerlingen van de afdeling vervolgens worden ingeschreven bij een zelfstandige svo- of zmlk-school, kan de onderhavige regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard. Dit verzoek zal in ieder geval worden ingewilligd wanneer de leerlingen en het personeel overgaan naar de desbetreffende school. Bevoegde gezagsorganen die indiening van een dergelijk verzoek overwegen, wordt aangeraden in een vroegtijdig stadium contact op te nemen met: Cƒi, Productgroep Toekennen, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer. Voor de goede orde wordt erop gewezen dat de arbeidsvoorwaardelijke gevolgen van de voorgenomen opheffing van een afdeling in alle gevallen in het decentraal georganiseerd overleg (DGO) moeten worden besproken. De regeling van de niet-arbeidsvoorwaardelijke gevolgen voor het personeel vallen onder de instemmingsbevoegdheid van het personeelsdeel van de medezeggenschapsraad. De aanspraak op overgangsformatie is beperkt tot het schooljaar waarin de samenvoeging plaatsvindt. De afdeling die na samenvoeging ontstaat, blijft echter aanspraak maken op de som van de formatierekeneenheden voor de schoolleiding die in het aan de samenvoeging voorafgaande schooljaar zijn toegekend aan de afdelingen die bij de samenvoeging betrokken zijn. Het betreft hier de fre s als bedoeld in paragraaf 3.2, 3.3, 4.2 of 5.2, onder 8 en 9, van de eerdergenoemde beleidsregel Formatie scholen speciaal onderwijs (so), speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (sovso) voor lom of mlk in het schooljaar Deze fre s worden toegekend zolang de afdeling aan de sbo verbonden blijft. Naast die fre s bestaat geen aanspraak op overgangsfre s. 3.6 Procedure bij wijziging WSNSsamenwerkingsverband Een samenvoeging van scholen voor basisonderwijs (d.w.z. basisscholen of sbo s) kan leiden tot een wijziging van de samenstelling van de WSNS-samenwerkingsverbanden waaraan de scholen voor basisonderwijs deelnemen die bij de samenvoeging betrokken zijn. Een dergelijke wijziging doet zich voor wanneer als gevolg van de samenvoeging een basisschool wordt opgeheven die aan een ander samenwerkingsverband deelneemt dan de overblijvende school. In die situatie wordt de samenstelling gewijzigd van het verband waaraan de opgeheven school deelnam. NUMMER mei 2000

9 Een samenvoeging binnen hetzelfde samenwerkingsverband van sbo s die niet tevens aan een ander samenwerkingsverband deelnemen, wordt in dit kader niet beschouwd als een wijziging van de samenstelling van een samenwerkingsverband. Een dergelijke wijziging moet zijn goedgekeurd door de minister (zie artikel XXXIII van het overgangsrecht bij de WPO). Het samenwerkingsverband waarvan de samenstelling wijzigt, moet in ieder geval voldoen aan de wettelijke norm voor de omvang van WSNSsamenwerkingsverbanden (minimaal 2000 leerlingen). Ook moet zijn voldaan aan de wettelijke voorwaarden voor beëindiging van de deelname aan een samenwerkingsverband. Deze voorwaarden hebben betrekking op de school die als gevolg van de samenvoeging wordt opgeheven. Op grond van artikel 18, vierde lid, van de WPO kan het bevoegd gezag van die school de deelname aan het desbetreffende samenwerkingsverband voor die school alleen beëindigen als: a. een regeling is getroffen met de overige bevoegde gezagsorganen ten aanzien van de financiële en personele consequenties daarvan en b. door de beëindiging van de deelname geen aanspraken ontstaan op ontslaguitkeringen voor personeel dat werkzaam is bij de deelnemende scholen, waaronder de school waarvoor de deelname wordt beëindigd. Verder moet bij de beëindiging van de deelname een termijn van 1 jaar in acht worden genomen. De beëindiging moet vóór 1 oktober van het voorafgaande schooljaar aan de minister worden gemeld (zie artikel 18, vijfde en zesde lid, van de WPO). Wanneer het een samenvoeging van sbo s betreft zal naast de genoemde voorwaarden een verzoek om goedkeuring worden getoetst aan de criteria over de instemming van de besturen in de betrokken samenwerkingsverbanden en de bereikbaarheid van de zorgvoorzieningen. In de voorlichtingspublicatie Criteria samenstelling samenwerkingsverbanden Weer Samen naar School (WSNS), Uitleg OCenW- Regelingen nr. 12 van 23 april 1997, vindt u nadere informatie over deze criteria. 4. Faciliteiten bij samenvoeging van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk is van toepassing op scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs voor lom of mlk. Het hoofdstuk is niet van toe- passing op basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs, al dan niet met een afdeling. Informatie over de formatie na samenvoeging voor deze scholen en afdelingen vindt u in hoofdstuk 3 van deze regeling. 4.2 Begripsbepalingen Hieronder wordt een verklaring gegeven van de in dit hoofdstuk gebruikte begrippen. Formatiebesluit: het Formatiebesluit WEC of deel II van het Formatiebesluit WVO. Formatiebudget: het formatiebudget zoals genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Formatiebesluit WEC of artikel 13, eerste lid, van deel II van het Formatiebesluit WVO. Dit budget bestaat uit de volgende onderdelen: de formatie voor de vervulling van de reguliere taken (zie echter ook de opmerking hieronder); de formatie voor speciale doeleinden; de groeiformatie; de aanvullende formatie, als bedoeld in artikel 117, derde of vierde lid van de WEC of artikel 233, derde of vierde lid van de WVO. Eventuele oalt-middelen behoren niet tot het formatiebudget en worden daarom buiten beschouwing gelaten. De formatie voor de vervulling van de reguliere taken bestaat uit de normatieve formatie, de frictie-opslag en de opslagen voor herbezetting adv en bapo. In het kader van deze regeling wordt de formatie voor de vervulling van de reguliere taken echter vastgesteld exclusief een eventuele opslag voor herbezetting bapo. Dit betreft immers een verhoging van het regulier vastgestelde aantal fre s met het aantal fre s dat behoort bij het gedeelte van de betrekkingsomvang dat kan worden ingezet in verband met de toepassing van de bapo-regeling. Samenvoeging is hierop niet van invloed. Formatief aanwezige maximumschaal: de voor een normatieve functie geldende maximumschaal, waarbij niet van belang is of het personeelslid dat die functie vervult reeds aanspraak maakt op bezoldiging volgens het carrièrepatroon dat hoort bij die functie en maximumschaal.- Fre s voor de schoolleiding: de fre s genoemd in artikel 16, derde tot en met vijfde lid, van het Formatiebesluit WEC of artikel 25, derde tot en met vijfde lid, van deel II van het Formatiebesluit WVO. NUMMER mei 2000

10 Fre-verbruik: het verbruik van fre s voor een functie die voor rijksbekostiging in aanmerking wordt gebracht (zie artikel I- P78 en I-Q305 van het RPBO voor het bij de verschillende functies horende verbruik). Normatieve directiefunctie: een normfunctie als bedoeld in hoofdstuk I-Q van het RPBO waarvan het fre-verbruik gelijk is aan de fre s die voor die functie in het Formatiebesluit beschikbaar worden gesteld. Samenvoegingsdatum: de datum (1 augustus van enig schooljaar) waarop de samenvoeging plaats heeft gevonden. 4.3 Overgangsformatierekeneenheden in eerste schooljaar na samenvoeging Berekening In veel gevallen zal er een verschil zijn tussen : 1. het aantal formatierekeneenheden (hierna: fre s) dat met toepassing van het toepasselijke formatiebesluit op 1 augustus beschikbaar is voor de school die na samenvoeging ontstaat, en 2. het totaal aantal fre s dat aan de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn gezamenlijk op de dag voorafgaande aan de samenvoeging (31 juli) beschikbaar was Uitzondering bij vaststelling/vermindering overgangsfre s Bij de vaststelling van het aantal overgangsfre s op en na de samenvoegingsdatum blijft formatie buiten beschouwing die niet onder het formatiebudget in de zin van deze regeling valt, zoals: toekenningen in geld (bijvoorbeeld GO- en vakbondsfaciliteiten) en tegemoetkomingen door het Nood-fonds); oalt-middelen; de toekenning of verhoging van een opslag voor herbezetting bapo; de middelen die worden toegekend in het kader van het gemeentelijke onderwijsachterstandenplan (de gemeentelijke middelen als bedoeld in respectievelijk artikel 154 van de WEC en artikel 269 van de WVO). Voor een goed begrip wordt erop gewezen dat onder laatstgenoemde middelen niet wordt verstaan de formatie speciale doeleinden voor bestrijding van onderwijsachterstanden, zoals die met ingang van 1 augustus 1998 in de plaats is gekomen van de cumi-formatie. Deze formatie wordt ook na 1 augustus 1998 door het Rijk aan de scholen toegekend en valt onder het formatiebudget in de zin van deze regeling. 4.4 Overgangsformatierekeneenheden in tweede schooljaar na samenvoeging Berekening Als het aantal fre s ad 2 groter is dan het aantal ad 1, dan wordt het verschil gedurende het eerste schooljaar na de samenvoeging in de vorm van overgangsfre s beschikbaar gesteld aan de school die na samenvoeging ontstaat. Bij de bepaling van de aantallen fre s ad 1 en ad 2 wordt uitsluitend gekeken naar het formatie-budget zoals dat conform de begripsbepaling in paragraaf 4.2 is vastgesteld Vermindering tijdens schooljaar Het vastgestelde aantal overgangsfre s wordt verminderd met extra formatie die na de samenvoegingsdatum wordt toegekend. Deze vermindering vindt uiteraard pas plaats met ingang van de dag waarop over deze extra formatie beschikt kan worden. In het tweede schooljaar na de samenvoeging kan in sommige situaties ook aanspraak bestaan op overgangsfre s. Berekeningscomponenten De voor de berekening relevante componenten zijn de volgende. X = de formatiebudgetten waarop de bij de samenvoeging betrokken scholen conform de volgens paragraaf 4.3 uitgevoerde berekening, op 31 juli voorafgaand aan de samenvoeging aanspraak maakten, verminderd met de daarin opgenomen fre s voor de schoolleiding. Y = het fictieve formatiebudget op 31 juli voorafgaand aan de samenvoeging van de school die na samenvoeging ontstaat, verminderd met de daarin opgenomen fre s voor de schoolleiding. Dit formatiebudget is fictief in de zin dat dit wordt vastgesteld als zouden de bij de samenvoeging betrokken scholen op 31 juli voorafgaand aan de samenvoeging al één school hebben NUMMER mei 2000

11 gevormd. Bij de vaststelling van dit fictieve formatiebudget wordt uitgegaan van de som van de aantallen leerlingen op de voor de formatie van dat schooljaar van toepassing zijnde teldatum. Als bij een school sprake is van toepassing van de groeiregeling tijdens het schooljaar voor de samenvoeging worden de leerlingen van de desbetreffende groei-telling gebruikt voor de vaststelling van het formatie-budget. Z = het formatiebudget waarop de school die na samenvoeging ontstaat op 1 augustus van het tweede schooljaar na de samenvoeging aanspraak maakt, verminderd met de daarin opgenomen fre s voor de schoolleiding. Q = het aantal overgangsfre s waarop in het tweede schooljaar na de samenvoeging aanspraak kan worden gemaakt. Voorwaarde voor toekenning Alleen in de situatie dat Z kleiner is dan X kan aanspraak worden gemaakt op overgangsfre s. Berekeningswijze Als aan deze voorwaarde is voldaan, dan moeten voor de vaststelling van Q de volgende berekeningen worden uitgevoerd: 1. Bereken het verschil tussen X en Y en neem daarvan de helft; 2. bereken het verschil tussen X en Z en neem daarvan de helft. De uitkomst van deze berekeningen wordt rekenkundig afgerond op een geheel aantal fre s. Q is gelijk aan de laagste uitkomst van deze twee berekeningen; als de uitkomst van beide berekeningen gelijk is, kan één van de uitkomsten worden gebruikt Vermindering tijdens schooljaar Het vastgestelde aantal overgangsfre s wordt verminderd met de extra formatie die in het tweede schooljaar na de samenvoeging wordt toegekend. Deze vermindering vindt uiteraard pas plaats met ingang van de dag waarop over de extra formatie beschikt kan worden Uitzondering bij vaststelling/vermindering Bij de vaststelling van het aantal overgangsfre s op en na 1 augustus van het tweede schooljaar na de samenvoeging blijft formatie buiten beschouwing die niet onder het formatiebudget in de zin van deze regeling valt. Zie hiervoor ook paragraaf Extra overgangsformatierekeneenheden in eerste schooljaar na samenvoeging Voorwaarde en berekening De samenvoeging kan ertoe leiden dat voor de directeur en/of lera(a)r(en) tevens adjunct-directeur van de school die na samenvoeging ontstaat, een normatieve directeurs-, respectievelijk adjunctdirecteursfunctie beschik-baar komt met een hogere maximumschaal dan de hoogste schaal die in de desbetreffende functie formatief aanwezig was voor de bij de samenvoeging betrokken scholen (zie paragraaf 5.4 voor de inschaling van de betrokken directieleden). In dat geval wordt een vergelijking gemaakt tussen het aantal fre s dat voor en na de samenvoeging bij de desbetreffende functie(s) hoorde. Het verschil wordt gedurende het eerste schooljaar na de samenvoeging in de vorm van extra overgangsfre s beschikbaar gesteld aan de school die na samenvoeging ontstaat. Het aantal fre s dat bij een normatieve directiefunctie hoort, is gelijk aan het voor die functie geldende fre-verbruik (zie paragraaf begripsbepalingen) Grondslag berekening en vermindering extra overgangsfre s Bepalend voor de vaststelling van de normatief beschikbare directiefuncties (en het bijbehorende fre-verbruik) aan de school die na samenvoeging ontstaat, is het aantal leerlingen op 1 oktober van het eerste schooljaar na de samenvoeging. De extra overgangsfre s waarop recht bestaat, worden niet verminderd met extra formatie die na de samenvoegingsdatum beschikbaar komt. NUMMER mei 2000

12 4.5.3 Bijzondere bepalingen Wanneer er aan de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn op 31 juli voorafgaand aan de samenvoeging geen normatieve adjunctdirecteursfuncties beschikbaar waren, kan géén aanspraak worden gemaakt op extra overgangsfre s voor een normatieve adjunctdirecteursfunctie die beschikbaar komt aan de school die na samenvoeging ontstaat. In deze situatie moet immers de directeur die geen directeur wordt van de school die na samenvoeging ontstaat in de normatieve functie van leraar tevens adjunctdirecteur worden benoemd (zie paragraaf 5.3.3). Dit laatste geldt ook voor de tweede adjunct-directeursfunctie aan een school voor speciaal en voortgezet speciaal onder-wijs die na samenvoeging ontstaat, wanneer aan de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn op 31 juli voorafgaand aan de samenvoeging slechts één normatieve adjunct-directeursfunctie beschikbaar was. In die situatie bestaat dus geen recht op extra overgangsfre s voor de tweede adjunct-directeursfunctie. Wanneer bij een samenvoeging als hier bedoeld aan de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn twee of meer normatieve adjunct-directeursfuncties beschikbaar waren, dan wordt voor de bepaling van het recht op extra overgangsfre s een vergelijking gemaakt tussen: het totaal aantal fre s behorende bij de twee adjunctdirecteursfuncties aan de na samenvoeging ontstane school en het totaal aantal fre s behorende bij twee normatieve adjunct-directeursfuncties aan de bij de samenvoeging betrokken scholen, waarbij in voorkomende gevallen (drie of meer normatieve adjunct-directeursfuncties met verschillende maximumschalen) wordt uitgegaan van de twee functies met de hoogste maximumschaal. waaronder de voorschriften voor het DGO en de medezeggenschap. Zoals al is vermeld in paragraaf 2.7 (onder c) moet het personeel dat is opgenomen in de formaties van de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn, voor zover mogelijk worden geplaatst in de formatie van de school die na samenvoeging ontstaat. Daarna worden de scholen in voorkomend geval geacht te zijn opgeheven. Dit houdt in dat bij de toepassing van de voorschriften over de formatievast-stelling (zoals die zijn opgenomen in de artikelen I-P76 en I-P77 van het RPBO) de formaties van alle scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn, worden geacht deel uit te maken van de formatie zoals die in het schooljaar voorafgaande aan de samenvoeging gold voor de school die na samenvoeging ontstaat. Dit betekent bijvoorbeeld dat het bevoegd gezag in de formatie van de school die na samenvoeging ontstaat in elk geval de functies moet opnemen van de personeelsleden die: reeds in het schooljaar voorafgaande aan de samenvoeging waren opgenomen in de structureel gewenste formatie van de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn en in vaste dienst benoemd waren. Dit betreft ook de nieuwe functies van de ex-directeur(en) en de ex-lera(a)r(en) tevens adjunct-directeur bedoeld in paragraaf 5.3 (zie ook artikel I-P76, derde lid, RPBO). Bij de besteding van de overgangsfre s zal het bevoegd gezag rekening moeten houden met het feit dat deze fre s tijdelijk beschikbaar worden gesteld. Dit kan aanleiding zijn een deel van de formatie als risicodragend aan te merken. Als het wegvallen van overgangsfre s tot formatieve fricties leidt, kan het bevoegd gezag een beroep doen op het Noodfonds. Wel moet in die situatie zijn voldaan aan de voorwaarden in het reglement van dat fonds. 5. Rechtspositionele consequenties van samenvoeging en fre-verbruik na samenvoeging 5.1 Algemeen Vaststelling formatie na samenvoeging Het bevoegd gezag van de school die na samenvoeging ontstaat, stelt de formatie van de nieuwe school vast met inachtneming van de terzake geldende voorschriften, Herplaatsing personeel De samenvoeging is op zichzelf geen reden voor ontslag, tenzij de samenvoeging gepaard gaat met een wijziging van openbaar naar bijzonder onderwijs of andersom (zie paragraaf 2.4 van deze regeling). Het personeel dat in vaste dienst benoemd is, blijft in principe benoemd in dezelfde functie (zie art. I-P76, derde lid, van het RPBO). Deze regel geldt echter niet voor de direc-teur(en) en de lera(a)r(en) tevens adjunct-direc-teur voor wie aan de school die na samenvoeging ontstaat of aan een andere door hetzelfde bevoegd gezag beheerde gelijksoortige school geen directeursfunctie, resp. adjunctdirecteursfunctie beschikbaar is (zie paragraaf herplaatsing personeel benoemd in niet-normfunctie). De rechtspositionele consequenties van de samenvoeging voor deze personeelsleden zullen hieronder in paragraaf 5.2 en NUMMER mei 2000

13 5.3 worden besproken. Voor de goede orde wordt erop gewezen dat een samenvoeging van afdelingen van een sbo geen gevolgen heeft voor het dienstverband van de adjunct-directeuren die verbonden zijn aan die afdelingen. Deze directieleden blijven na samenvoeging in dezelfde functie benoemd. der ). Voor deze personeelsleden zijn paragraaf 5.2.1, exclusief het gestelde onder c, 5.3.1, en de eerste alinea van van overeenkomstige toepassing Beëindiging dienstverband De samenvoeging als zodanig brengt voor andere personeelsleden dan (ex-)directieleden geen wijziging in de functie met zich mee. Dit laat onverlet de beëindiging van het dienstverband op het moment van samenvoeging op andere gronden dan aan de samenvoeging ontleend (bijvoorbeeld door de afloop van projectformatie). Voor een goed begrip wordt erop gewezen dat oalt-leraren bij een samenvoeging van scholen dezelfde positie innemen als het overige personeel van de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn. Bij een bestuursoverdracht geldt dus ook voor dit personeel dat in een notariële akte moet worden opgenomen dat het bevoegd gezag waaraan wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden benoemt met ingang van de datum van samenvoeging (zie ook paragraaf 2.3.1). Daarnaast geldt ook voor oalt-leraren het voorschrift dat personeel dat is opgenomen in de formaties van de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn, voor zover mogelijk moet worden geplaatst in de formatie van de school die na samenvoeging ontstaat (zie ook paragraaf 5.1). Vanzelfsprekend gelden deze voorschriften alleen voor oalt-leraren die benoemd zijn bij de bevoegde gezagsorganen die het betreft. Uiteraard sluit het bovenstaande niet uit dat het dienst-verband op het moment van samenvoeging wordt beëindigd op andere gronden dan die aan de samenvoeging ontleend (bijvoorbeeld afloop tijdelijk dienstverband, opheffing van de betrekking of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd). Wanneer een dienstverband wordt beëindigd, moeten de normale regels voor opzegging in acht worden genomen. Daarbij staan de gebruikelijke beroepsmogelijkheden open. Wanneer de betrokken personeels-leden aan alle vereisten voldoen, kunnen zij desgewenst in verband met de beëindiging van hun dienstbetrekking aanspraak maken op een werkloosheidsuitkering. Het Participatiefonds (PF) beoordeelt aan de hand van de zogenaamde instroomtoets, of de met deze uitkering gemoeide kosten door het PF worden vergoed. Als het ontslag vermijdbaar was, moet het betrokken bevoegd gezag die kosten zelf dragen. 5.2 Salaris- en toelagegaranties (ex-)directieleden De bepalingen zoals die zijn neergelegd in hoofdstuk V-R en V-S van het RPBO blijven onverkort gehandhaafd. Voor alle duidelijkheid wordt er nog op gewezen dat de voorliggende regeling uitsluitend van toepassing is op personeelsleden die hun rechtspositie ontlenen aan het RPBO Herplaatsing personeel benoemd in een nietnormfunctie (waaronder locatieleiders ) Ook voor personeelsleden die in voorkomende gevallen in het kader van functiedifferentiatie in een niet-normfunctie zijn benoemd brengt de samenvoeging als zodanig geen wijziging in de functie met zich mee. Een uitzondering hierop kan het personeelslid zijn dat is benoemd in een door het bevoegd gezag op grond van artikel I-P2, vierde lid, van het RPBO vastgestelde functie waarin hij onder leiding van een aan die school verbonden directeur is belast met directiewerkzaamheden (veelal genoemd locatielei Begripsbepaling salaris- en toelagegarantie Een personeelslid dat op 31 juli van het aan de samenvoeging voorafgaande schooljaar was benoemd aan één van de bij de samenvoeging betrokken scholen in de functie van: directeur of leraar tevens adjunct-directeur of en wiens dienstverband op de samenvoegingsdatum (1 augustus) wordt voortgezet bij het bevoegd gezag van de school die na samenvoeging ontstaat, in: dezelfde of een andere functie heeft recht op een salarisgarantie en, indien van toepassing, op een garantie toelage schoolleiding basisscholen als bedoeld in artikel I- Q209b van het RPBO. Dit personeelslid behoudt in de functie waarin hij op de samenvoegingsdatum wordt benoemd ten minste aanspraak op salariëring volgens het functieniveau (d.w.z de NUMMER mei 2000

14 maximumschaal en het carrièrepatroon) dat op 31 juli voornoemd voor hem gold alsmede op de genoemde toelage die op 31 juli voornoemd voor hem gold. Een personeelslid dat op 31 juli voornoemd in de normfunctie van directeur was benoemd heeft in plaats van de hiervoor genoemde salariëring tenminste recht op salariëring volgens het functieniveau dat op die datum reeds twee jaar formatief voor hem aanwezig was, wanneer dit niveau hoger was dan het niveau dat op die datum voor hem gold (zie paragraaf 4.2 voor een begripsbepaling van formatief aanwe-zig ). Waar in de volgende paragrafen wordt gesproken van salarisgarantie wordt daaronder tevens begrepen de hierboven bedoelde garantie toelage schoolleiding. Zie in deze ook paragraaf Geldigheidheidsduur salarisgarantie vaardt waarvan het salarisniveau niet lager is dan dat van de normfunctie leraar. De salarisgarantie blijft ook behouden als de ex-directeur op de samenvoegingsdatum zelf (1 augustus) een functie aanvaardt die voldoet aan de eis die hiervoor is genoemd. In dat geval is paragraaf van overeenkomstige toepassing. Van aanvaarding van een functie bij hetzelfde bevoegd gezag aan een andere school is bijvoorbeeld sprake in het volgende geval. In verband met een samenvoeging wordt een ex-directeur benoemd als adjunct-directeur van de samengevoegde school. Dit personeelslid besluit vervolgens een functie als leraar te aanvaarden waarbij de aanwijzing geldt dat hij werkzaamheden zal verrichten aan een of meer andere scholen van hetzelfde bevoegd gezag. Als de benoeming in die functie plaatsvindt binnen 3 jaar na samenvoegingsdatum, dat wil dus zeggen tot en met 1 augustus van het vierde schooljaar, behoudt de betrokkene zijn salarisgarantie. (N.B. Zoals in de inleiding is aangegeven is het overleg over deze termijn nog niet afgerond.) De salarisgarantie geldt zolang het betrokken personeelslid in dezelfde functie benoemd blijft bij het bevoegd gezag van de school die na samenvoeging ontstaat (zie paragraaf 5.3 voor de functies waarin personeelsleden als hier bedoeld op de samenvoegingsdatum geplaatst kunnen/moeten worden). Ook in de volgende situaties blijft de salarisgarantie behouden: a. Wanneer het personeelslid bij het bevoegd gezag van de school die na samenvoeging ontstaat, op de samenvoegingsdatum wordt benoemd in de functie van leraar tevens adjunctdirecteur en hij, als gevolg van de door het bevoegd gezag vastgestelde formatie, niet langer als zodanig benoemd kan blijven (zie artikel I-Q207 jo. artikel I-Q208, tweede lid, en artikel I-Q306 jo. artikel I-Q307, tweede lid, RPBO). b. Wanneer het personeelslid ná de samenvoegingsdatum bij hetzelfde of bij een ander bevoegd gezag een functie aanvaardt waarvan het salarisniveau meer in overeenstemming is met dat van de functie waarop de garantie is gebaseerd, en wel voor de duur van die benoeming. Wanneer deze benoeming in tijdelijke dienst geschiedt, blijft de salarisgarantie behouden als in aansluiting op deze benoeming een benoeming plaatsvindt in een andere functie waarvan het salarisniveau tenminste gelijk is aan dat van de op de eerder bedoelde 1 augustus vervulde functie. Bij een benoeming als leraar tevens adjunct-directeur is het gestelde in de voorgaande alinea van overeenkomstige toepassing. c. Wanneer de ex-directeur binnen drie jaar na de samenvoegingsdatum aan een andere school bij hetzelfde of een ander bevoegd gezag een functie aan- Verder kan zich de situatie voordoen dat een ex-directeur wordt benoemd als leraar aan de samengevoegde school en vervolgens uit hoofde van zijn bestuursaanstelling met werkzaamheden wordt belast aan een of meer andere scholen van hetzelfde bevoegd gezag. In dat geval blijft de betrokkene in dezelfde functie benoemd. De verandering van school heeft daarom geen gevolgen voor zijn salarisgarantie. De garantie blijft dus ook behouden als die verandering plaatsvindt nadat sinds de samenvoeging drie jaren zijn verstreken. Voor een personeelslid van een speciale school voor basisonderwijs geldt dat de salarisgarantie ook behouden blijft bij een herplaatsing als bedoeld in artikel XLII van het overgangsrecht bij de WPO jaarsuitzicht De aanspraak op bezoldiging volgens een in het kader van het HOS-overgangsrecht vastgesteld 15-jaarsuitzicht blijft onverkort van kracht. NUMMER mei 2000

15 5.3 Omzetting functie/nieuwe functie ex-directieleden Directieleden die niet worden benoemd in dezelfde functie Voor de directeur van een school die bij de samenvoeging betrokken is, die geen directeur wordt van de school die na samenvoeging ontstaat, brengt de samenvoeging mee dat zijn betrekking moet worden opgeheven. Hij heeft met ingang van de samenvoegingsdatum (1 augustus) recht op een nieuwe functie waarvan het niveau zoveel mogelijk overeenkomt met dat van zijn oude functie. Dit niveau is echter tenminste gelijk aan het niveau van de normfunctie leraar. Het voorgaande is overeenkomstig van toepassing op de leraar tevens adjunct-directeur die niet in dezelfde functie benoemd kan blijven als gevolg van de formatie die is vastgesteld voor de school die na samenvoeging ontstaat. Zijn benoeming in die functie kan echter zonder vooraf-gaand ontslag worden gewijzigd in een benoeming als leraar (zie arti-kel I-Q208, tweede lid, juncto artikel I-Q207 en artikel I-Q307, tweede lid, juncto I-Q306 RPBO, respectievelijk paragraaf 5.2 voor de salarisgarantie waarop de betrokkene recht heeft). Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing op de leraren tevens adjunct-directeur van de bij de samenvoeging betrokken scholen. Zij komen bij voorrang in aanmerking voor een functie van leraar tevens adjunct-directeur aan de school die na samenvoeging ontstaat. Het aantal functies (leraar tevens adjunct-directeur) waarvoor zij in aanmerking komen, is ten minste gelijk aan het aantal volgens de normatieve formatie op grond van het toepasselijke Formatiebesluit. Wanneer een functie in deze formatie onvervuld blijft, moet daarin een directeur worden benoemd die geen directeur wordt van de school die na samenvoeging ontstaat. Deze verplichting geldt echter niet als het een directeur betreft die op de samenvoegingsdatum aan een andere school bij hetzelfde of een ander bevoegd gezag een functie aanvaardt waarvan het salarisniveau niet lager is dan dat van de normfunc-tie leraar (zie ook paragraaf 5.2.2, onder c). Een leraar tevens adjunct-directeur die aanspraak maakt op voortzetting van zijn benoeming aan de school die na samenvoeging ontstaat, kan, als het bevoegd gezag daarmee instemt, op de 1 augustus waarop de samenvoeging plaatsvindt zijn functie zonder gevolgen voor zijn salarisgarantie vrijwillig afstaan aan een van de ex-directeuren Meerhoofdige schoolleiding basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs Handhaving benoeming Een ontslag van een directeur, of een ontslag dan wel wijzi-ging van de benoeming van een leraar tevens adjunct-directeur, blijft uit wanneer het bevoegd gezag nog één of meer andere gelijksoortige scholen beheert waaraan op de samenvoegingsdatum een gelijksoortige directiefunctie vacant is waarvan het niveau gelijk is aan dat van de functie die het overtollige directielid ver-vulde. In dat geval zal dat directielid uit hoofde van zijn bestuursbenoeming bij het bevoegd gezag die vacante functie moeten worden aangeboden Vrije keuze directieleden Bij een samenvoeging van basisscholen bestaat de mogelijkheid dat twee van de directeuren van de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn,- worden benoemd als directeur in een meerhoofdige schoolleiding aan de school die na samenvoeging ontstaat-. Met ingang van 1 augustus 1998 bestaat deze mogelijkheid ook voor speciale scholen voor basisonderwijs zonder afdeling. Voor-waarde voor instelling van een meerhoofdige schoolleiding is dat alle directeuren en leraren tevens adjunct-directeur van de scholen die bij de samen-voeging betrokken zijn hiermee moeten instemmen. De meerhoofdige schoolleiding omvat twee directeursfuncties, waarbij de omvang van deze functies tezamen maximaal gelijk is aan de omvang van twee normbetrekkingen. De directeuren die in een meerhoofdige schoolleiding worden benoemd, behouden vanzelfsprekend hun salarisgarantie. De positie van de directeuren van de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn, is gelijk. Het bevoegd gezag is dan ook vrij in de keuze van de directeur van de school die na samenvoeging ontstaat. Die keuze is uiteraard beperkt tot de directeuren van de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn (zie paragraaf voor een uitzondering op die regel). De regeling van de meerhoofdige schoolleiding aan basisscholen vindt u in de artikelen I-Q204 en I-Q205 van het RPBO. Deze bepalingen zijn met ingang van 1 augustus 1999 uitgebreid met een regeling meerhoofdige schoolleiding voor speciale scholen voor basisonderwijs. Volgens deze regeling zal het maximumsalaris voor een lid van een meerhoofdige schoolleiding van een speciale school voor basisonderwijs afhankelijk zijn van het aantal leerlingen NUMMER mei 2000

16 van de school. Dit maximumsalaris is ten hoogste gelijk aan het salaris volgens salarisnummer 7 in schaal 12 (voor scholen met 200 of meer leerlingen). Voor personeelsleden met een salarisgarantie geldt dat zij tenminste aanspraak maken op het salaris volgens die garantie (zie ook paragraaf 5.2.1). Dit salaris kan dus uitgaan boven het maximumsalaris volgens de regeling meerhoofdige schoolleiding Bovenschoolse directeur Verder bestaat de mogelijkheid dat de directeur van een andere school die niet bij de samenvoeging betrokken is tevens directeur wordt van de school die na samenvoeging ontstaat (zie artikel 29, eerste lid van de WPO, artikel 29, eerste lid van de WEC en artikel 149, eerste lid van de WVO). Voorwaarde voor benoeming van een dergelijke bovenschoolse directeur is dat alle directeuren van de scholen die bij de samenvoeging betrokken zijn hiermee moeten instemmen (zie in dit verband ook paragraaf 5.5.2). Deze voorwaarde geldt echter niet als, niettegenstaande de benoeming van een bovenschoolse directeur, één van de directeuren die bij de samen-voe-ging betrokken is directeur wordt van de school die na samenvoeging ontstaat. Wel moet in dat geval sprake zijn van benoeming in de directeursfunctie welke voor die school normatief aanwezig is. In die situatie is de paragraaf over het verhoogde fre-verbruik (paragraaf 5.5.2) niet van toepassing. 5.4 Inpassing/bezoldiging directieleden Grondslag voor de vaststelling van de directiefuncties (en de bijbehorende maximumschalen) die op de samenvoegingsdatum normatief beschikbaar zijn aan de school die na samenvoeging ontstaat, is het aantal leerlingen op 1 oktober van het eerste schooljaar na de samenvoeging. Voor basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs wordt uitgegaan van het aantal leerlingen op 1 oktober van het schooljaar voorafgaand aan de samenvoeging van alle basisscholen en sbo s die bij de samenvoeging betrokken zijn (zie ook paragraaf 3.2 en 3.3). Voor basisscholen wordt dit aantal leerlingen met 3% verhoogd. 5.5 Formatierekeneenhedenverbruik Formatierekeneenhedenverbruik (ex-)directieleden Het fre-verbruik voor een personeelslid als bedoeld in paragraaf 5.2 wordt als volgt vastgesteld. Basisscholen en speciale scholen voor basisonderwijs Voor basisscholen en sbo s gelden geen afwijkende voorschriften als het gaat om de vaststelling van het fre-verbruik voor personeelsleden als bedoeld in paragraaf 5.2. Het fre-verbruik voor deze personeelsleden is met ingang van het eerste schooljaar na de samenvoeging gelijk aan de fre s die horen bij de functie waarin de betrokkenen benoemd worden (zie paragraaf voor een uitzondering op die regel). Scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs Als gevolg van een wijziging in de schoolgrootte op de samenvoegingsdatum (1 augustus) kan voor de directeur of leraar tevens adjunct-directeur van de school die na samenvoeging ontstaat een functie met een hogere maximumschaal gaan gelden dan die welke op de dag vóór de samenvoeging voor hem gold dan wel formatief beschikbaar was (zie ook paragraaf 3.2, 3.3 en 4.5). In dat geval wordt het betrokken directielid in afwijking van artikel I-Q106 van het RPBO- vanaf de dag van de samenvoeging bezoldigd volgens het carrièrepatroon dat bij die hogere maximumschaal behoort. Bij de inschaling wordt in afwijking van artikel I-P14, tweede lid, RPBO - een bevorderingsperiodiek toegekend. Betrokkene houdt een blijvende aanspraak op de hogere maximumschaal als deze gedurende 3 achtereenvolgende schooljaren aan de na samenvoeging ontstane school beschikbaar is geweest, of als zijn bezoldiging feitelijk volgens die maximumschaal wordt vastgesteld. Voor scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs en scholen voor speciaal voortgezet onderwijs gelden afwijkende voorschriften als het gaat om de vaststelling van het freverbruik voor personeelsleden als bedoeld in paragraaf 5.2. Gedurende het eerste schooljaar dat volgt op de samenvoeging is het fre-verbruik gelijk aan het aantal fre s dat behoort bij de functie waarop de salarisgarantie (niet zijnde een HOS-garantie) van dat personeelslid is gebaseerd. Wanneer dat aantal echter lager is dan het aantal fre s dat behoort bij de functie na de samenvoe-ging, wordt van het laatstbedoelde aantal fre s uitgegaan. Vanaf het tweede schooljaar na de samenvoeging wordt het fre-verbruik overeenkomstig het bepaalde in artikel I-P78 van het RPBO - vastgesteld op basis van de functie waarin de betrokkene na de samenvoeging is benoemd. Het hoger fre-verbruik voor ex-leraren tevens adjunctdirecteur als bedoeld in artikel I-R306 van het RPBO, is niet van toepassing wanneer de normatief beschikbare functies van leraar tevens adjunct-directeur op de samenvoegingsdatum in overeenstemming met het gestelde in paragraaf NUMMER mei 2000

17 5.5 zijn toegedeeld. Dit betekent dat de leraar tevens adjunct-directeur wiens benoeming op de samenvoegingsdatum is gewijzigd in een benoeming als leraar omdat voor hem geen normatieve adjunct-directeursfunctie beschikbaar was, met ingang van het tweede schooljaar na de samenvoeging het fre-verbruik heeft van een leraar. De salarisgarantie van de betrokkene blijft behouden (zie ook paragraaf 5.2) Formatierekeneenhedenverbruik (ex-)directieleden bij benoeming bovenschoolse directeur De staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, drs. K.Y.I.J. Adelmund Wanneer de directeur van een andere school die niet bij de samenvoeging betrokken is tevens ( bovenschoolse ) directeur wordt van de school die na samenvoeging ontstaat (zie ook paragraaf 5.3.5), wordt het fre-verbruik voor de exdirecteuren als volgt vastgesteld. Het fre-verbruik wordt vastgesteld volgens de regels in paragraaf 5.5.1, met dit verschil dat het fre-verbruik voor één van de ex-directeuren ook na afloop van het eerste schooljaar na de samenvoeging tenminste gebaseerd blijft op het aantal fre s dat behoort bij de functie waarop de salarisgarantie van de betrokkene is geba-seerd. Wanneer de ex-directeuren op de dag voor de samenvoeging functies met verschillende maximumschalen vervulden, wordt deze regel toegepast op de functie met de hoogste maximumschaal. Deze regel blijft van kracht zolang de betrokken ex-directeur feitelijk van zijn salarisgarantie gebruik maakt. De regel vervalt zodra één van de ex-directeuren alsnog directeur wordt van de school die na samenvoeging ontstaat. Deze regel moet voorkomen dat de benoeming van een bovenschoolse directeur in het hierboven bedoelde geval voor het Rijk tot extra kosten leidt. In vergelijking met de situatie dat geen bovenschoolse directeur zou zijn benoemd, bestaan deze kosten met ingang van het tweede schooljaar na de samenvoeging uit het verschil tussen het fre-verbruik behorende bij de salarisgarantie van de nietbenoemde ex-directeur en het fre-verbruik behorende bij de functie waarin deze ex-directeur na de samenvoeging is benoemd. Deze regel is van toepassing op de ex-directeur met de hoogste salarisgarantie. In een situatie waarin twee of meer ex-directeuren een functie vervulden met dezelfde hoogste maximumschaal moet het bevoegd gezag zelf de ex-directeur aanwijzen waarop de regel van toepassing is. Het bevoegd gezag kan niet meer terugkomen op een eenmaal gemaakte keuze. NUMMER mei 2000

Regeling samenvoeging van scholen in het basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs

Regeling samenvoeging van scholen in het basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs OCenW-Regelingen Regeling samenvoeging van scholen in het basis Faciliteiten en rechtspositionele consequenties bij samenvoering van scholen in het basis en het (voortgezet) speciaal Artikel 2 Bekendmaking

Nadere informatie

Formatie scholen speciaal onderwijs (so), speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (sovso) voor lom of mlk in het schooljaar

Formatie scholen speciaal onderwijs (so), speciaal en voortgezet speciaal onderwijs (sovso) voor lom of mlk in het schooljaar Formatie scholen speciaal onderwijs (so), speciaal en OCenW-Regelingen Bestemd voor: de bevoegde gezagsorganen, directies en overig personeel van: c so (vso)-scholen voor lom of mlk en so(vso)- scholengemeenschappen

Nadere informatie

Herziening fre-tabel voor scholen voor primair onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs met ingang van 1 augustus 2001

Herziening fre-tabel voor scholen voor primair onderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs met ingang van 1 augustus 2001 Mededelingen OCenW Herziening fre-tabel voor scholen voor primair onderwijs onderwijs met ingang Bestemd voor: de bevoegde gezagsorganen van: scholen voor basisonderwijs; speciale scholen voor basisonderwijs

Nadere informatie

Faciliteiten Weer Samen Naar School (WSNS) voor basisscholen in het schooljaar ; normatieve overgangsformatie met ingang van het

Faciliteiten Weer Samen Naar School (WSNS) voor basisscholen in het schooljaar ; normatieve overgangsformatie met ingang van het Faciliteiten Weer Samen het schooljaar 1999-2000 OCenW-Regelingen Bestemd voor: de bevoegde gezagsorganen, directies en overig personeel van: c scholen voor basisonderwijs; c so(vso)-scholen voor lom of

Nadere informatie

Verbeteringen beloning schoolleiding per 1 maart 2001

Verbeteringen beloning schoolleiding per 1 maart 2001 schoolleiding per 1 maart Mededelingen OCenW Bestemd voor: de bevoegde gezagsorganen, de directeuren en overig personeel van: scholen voor basisonderwijs; scholen voor instellingen voor (voortgezet) speciaal

Nadere informatie

Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs Soort document Algemeen verbindend voorschrift Datum 30 oktober 2000 Kenmerk PO/PJ-2000-37542 Datum inwerkingtreding zie

Nadere informatie

Aanvulling overgangsregeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Aanvulling overgangsregeling bekostiging, rechtspositie en samenvoeging leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs OCenW-Regelingen bekostiging, rechtspositie en praktijk Bestemd voor: scholen voor vmbo; scholengemeenschappen waarin deze scholen zijn opgenomen; scholen en afdelingen voor svo/lom en svo/mlk; scholen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17134 26 juni 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 13 juni 2013, nr. JOZ/499515,

Nadere informatie

Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Artikel 1. onderwijs en praktijkonderwijs, en. Paragraaf II

Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Artikel 1. onderwijs en praktijkonderwijs, en. Paragraaf II Aanpassinglandelijke bedragen gemiddelde personeelslast met de CAO 2000 - tot de werkgroep Van OCenW-Regelingen Bestemd voor: scholen voor vwo, havo, mavo en vbo (inclusief afdelingen leerwegondersteunend

Nadere informatie

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING

ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING ARTIKEL XII ADVIESCOMMISSIE TOELATING EN BEGELEIDING 1. Ten behoeve van een goede invoering van leerlinggebonden financiering stelt Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen voor de periode

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 527 Wet van 2 december 1999 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs in verband met de verkleining van de groepsgrootte voor de 4- tot

Nadere informatie

Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998

Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten 1998 OCenW-Regelingen Regeling Georganiseerd Overleg (GO)- en vakbondsfaciliteiten Regeling voor het verlenen van faciliteiten aan organisaties van onderwijspersoneel in verband met buitengewoon verlof van

Nadere informatie

Regeling incidentele middelen voor achterstallig onderhoud van scholen voor voortgezet onderwijs (vo)

Regeling incidentele middelen voor achterstallig onderhoud van scholen voor voortgezet onderwijs (vo) OCenW-Regelingen Bestemd voor: c scholen voor vbo, mavo, havo en vwo; c scholen voor leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs als bedoeld in artikel II van de Wet van 25 mei 1998n (Stb. 337);

Nadere informatie

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer

Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer Overdracht bekostiging ontoereikend budget sbo- en so scholen en grensverkeer Resume In de wet op Passend Onderwijs is opgenomen dat de samenwerkingsverbanden verantwoordelijk zijn voor de overdracht van

Nadere informatie

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, - 1 - Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 augustus 2012, nr. JOZ/378065, houdende regels voor het verstrekken van aanvullende bekostiging ten behoeve van het stimuleren

Nadere informatie

Gevolgen invoering WPO, WEC en wijziging WVO voor bekostiging en personeel van basisscholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs

Gevolgen invoering WPO, WEC en wijziging WVO voor bekostiging en personeel van basisscholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs Gevolgen invoering WPO, en scholen voor (voortgezet) Mededelingen OCenW Bestemd voor: de bevoegde gezagsorganen, directies en overig personeel van: c scholen voor basisonderwijs; c scholen voor (voortgezet).

Nadere informatie

Aanvullende bekostiging bestuurlijke krachtenbundeling voortgezet onderwijs (vo)

Aanvullende bekostiging bestuurlijke krachtenbundeling voortgezet onderwijs (vo) OCenW-Regelingen bestuurlijke krachtenbundeling Bestemd voor: scholen voor vwo, havo, mavo, vbo en praktijkonderwijs; scholengemeenschappen waarin deze scholen zijn opgenomen. Algemeen verbindend voorschrift

Nadere informatie

Regeling aanvullende formatie leerlinggebonden financiering (lgf) voor het schooljaar

Regeling aanvullende formatie leerlinggebonden financiering (lgf) voor het schooljaar OCenW-Regelingen leerlinggebonden financiering Bestemd voor: scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Algemeen verbindend voorschrift Datum: 17 maart 2003 Kenmerk: PO/LGF-2003/6830 Datum inwerkingtreding:

Nadere informatie

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Paragraaf II

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Paragraaf I. Begripsbepalingen. Paragraaf II OCenW-Regelingen Aanpassing bedragen landelijke gemiddelde personeelslast van de opslagpercentages Bestemd voor: scholen en sholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs. Algemeen verbindend voorschrift

Nadere informatie

Wijziging salarisvaststelling herintreders primair onderwijs

Wijziging salarisvaststelling herintreders primair onderwijs Wijziging salarisvaststelling primair onderwijs Mededelingen OCenW Bestemd voor: c alle gemeentebesturen; c de besturen van scholen voor basisonderwijs en voor (voortgezet) speciaal onderwijs; c de directeuren

Nadere informatie

Algemeen verbindend voorschrift

Algemeen verbindend voorschrift OCenW-Regelingen Aanpassing landelijk gemiddelde personeelslastbedragen van de opslagpercentages Bestemd voor: c scholen voor vwo, havo, mavo en vbo (inclusief afdelingen leerwegondersteunend onderwijs

Nadere informatie

Aanpassing landelijke bedragen gemiddelde personeelslast (gpl-bedragen), schooljaar en

Aanpassing landelijke bedragen gemiddelde personeelslast (gpl-bedragen), schooljaar en OCenW-Regelingen gemiddelde personeelslast 2002 - en - Bestemd voor: scholen en scholengemeenschappen voor voortgezet onderwijs met uitzondering van de scholen voor praktijkonderwijs met declaratiebekostiging.

Nadere informatie

Aanvullende formatie basisscholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs (v)so op grond van bijzondere omstandigheden schooljaar

Aanvullende formatie basisscholen en scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs (v)so op grond van bijzondere omstandigheden schooljaar en scholen voor (voortgezet) speciaal OCenW-Regelingen Bestemd voor: bevoegde gezagsorganen en directies van basischolen en van scholen en instellingen onderwijs. Beleidsregel Datum: 24 maart 2004 Kenmerk:

Nadere informatie

onderwijsachterstanden en het aanpassen van de bedragen leerlinggebonden budget in het vo

onderwijsachterstanden en het aanpassen van de bedragen leerlinggebonden budget in het vo Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Regeling aanpassing bekostiging personeel PO 2006-2007,

Nadere informatie

Formatiebesluit WEC Page 1 of 35

Formatiebesluit WEC Page 1 of 35 Formatiebesluit WEC Page 1 of 35 (Tekst geldend op: 25-03-2003) Algemene informatie Eerst verantwoordelijke ministerie: Afkorting: Niet officiële titel: Citeertitel: Soort regeling: OCenW Geen Geen Officieel

Nadere informatie

Regeling indienen verzoek verstrekking leegstandsvergoeding

Regeling indienen verzoek verstrekking leegstandsvergoeding OCenW-Regelingen Regeling indienen verzoek verstrekking leegstandsvergoeding Regeling indienen verzoek inzake leegstandsvergoeding na weigering buitengebruikstelling van gebouwen voor basisonderwijs en

Nadere informatie

Gelet op artikel 2 van de Experimentenwet onderwijs en artikel 4:81 van de Algemene Wet Bestuursrecht; ;

Gelet op artikel 2 van de Experimentenwet onderwijs en artikel 4:81 van de Algemene Wet Bestuursrecht; ; Beleidsregel van de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media van, nr. PO/1290099, houdende regels voor experimenten samenwerking regulier - en speciaal onderwijs (Beleidsregel experimenten

Nadere informatie

Lumpsumbekostiging samenwerkingsverband WSNS

Lumpsumbekostiging samenwerkingsverband WSNS Lumpsumbekostiging samenwerkingsverband WSNS Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding 2. Samenwerkingsverband WSNS 2.1 Bekostiging zorgformatie basisschool 2.2 Bekostiging zorgformatie SBO 2.3 Overdrachtsverplichting

Nadere informatie

Aanvullingen overgangsregeling bevoegdheden leraren speciaal voortgezet onderwijs voor lom en mlk

Aanvullingen overgangsregeling bevoegdheden leraren speciaal voortgezet onderwijs voor lom en mlk onderwijs voor lom en mlk OCenW-Regelingen Bestemd voor: c scholen voor voortgezet onderwijs; c scholen en afdelingen voor svo-lom en svo-mlk; c scholen voor praktijkonderwijs. Algemeen verbindend voorschrift

Nadere informatie

Leerlingentelling voor groeiformatie voor basisscholen

Leerlingentelling voor groeiformatie voor basisscholen Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Leerlingentelling voor groeiformatie voor basisscholen Bestemd voor gemeentebesturen; bevoegde

Nadere informatie

Vaststelling bedragen programma s van eisen (pve s ) voor basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs voor het jaar 2005

Vaststelling bedragen programma s van eisen (pve s ) voor basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs voor het jaar 2005 OCenW-Regelingen van (pve s ) speciaal onderwijs en Regeling houdende uitvoering van artikel 113 van de Wet op het primair onderwijs, van artikel 111 van de Wet op de expertisecentra en van artikel 18

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 49gg, achtste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 1206 12 januari 2016 Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 7 januari 2016, nr. 2016-0000006820, houdende

Nadere informatie

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Paragraaf 1

Algemeen verbindend voorschrift. Bestemd voor: Besluit. Paragraaf 1 OCenW-Regelingen 2001 voor scholen voor vwo, Bestemd voor: scholen voor vwo, havo, mavo, lwoo en voorzover deel I van de WVO daarop van toepassing is; Scholengemeenschappen waarin één of meer van deze

Nadere informatie

Reglement voor de Commissie Toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en extra ondersteuning

Reglement voor de Commissie Toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en extra ondersteuning Reglement voor de Commissie Toelaatbaarheidsverklaring speciaal basisonderwijs, speciaal onderwijs clusters 3 en 4 en extra ondersteuning Het bestuur van de Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs

Nadere informatie

ANALYSE GEMIDDELDE SCHOOLGROOTTE. 1 Gemiddelde schoolgrootte na samenvoeging BOBOZ + STROOMM.

ANALYSE GEMIDDELDE SCHOOLGROOTTE. 1 Gemiddelde schoolgrootte na samenvoeging BOBOZ + STROOMM. BIJLAGE IV ANALYSE GEMIDDELDE SCHOOLGROOTTE. In de WPO, afdeling 9 Beëindiging van de bekostiging, is het wettelijk kader vastgelegd voor de beëindiging van de bekostiging van een bijzondere school dan

Nadere informatie

1. de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuursorgaan en vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden;

1. de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuursorgaan en vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden; Convenant flankerend beleid naar aanleiding van wijziging van het Besluit bekostiging WPO en het Bekostigingsbesluit W.V.O. in verband met de wijziging van enkele bedragen van het leerlinggebonden budget.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15445 6 oktober 2010 Beleidsregel van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 september 2010,

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van september 2013, nr. PO/FenV /543633, houdende de vaststelling van de bedragen voor de materiële instandhouding van het basisonderwijs,

Nadere informatie

DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP,

DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP, Regeling van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 september 2006, nr. PO/BenB/06 37878, houdende de vaststelling van programma's van eisen voor het basisonderwijs, het speciaal onderwijs

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd Regeling van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 maart 2008, nr. PO/BenB/08/ 7214, houdende vaststelling van de bedragen lumpsumbekostiging primair onderwijs voor het schooljaar

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van, nr. PO/BenB/07/ 45036, houdende aanpassing van de bedragen lumpsumbekostiging primair onderwijs voor het schooljaar 2007-2008

Nadere informatie

Wijziging van het Formatiebesluit WPO per 1 augustus 2000

Wijziging van het Formatiebesluit WPO per 1 augustus 2000 Mededelingen OCenW Bestemd voor: alle basisscholen. Voorlichting Datum: 10 maart 2000 Kenmerk: PO/KB-2000/9863 Datum inwerkingtreding: n.v.t. Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t. Juridische grondslag:

Nadere informatie

Regeling bijdrage kosten zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs

Regeling bijdrage kosten zij-instromers voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs OCenW-Regelingen Regeling bijdrage kosten zij-instromers 2003-2004 voor primair en voortgezet Bestemd voor: besturen van scholen of instellingen waarop de Wet op het primair, de Wet op de expertisecentra

Nadere informatie

Instemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de Wms

Instemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de Wms nstemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de Wms P O/L O L = instemming = advies = personeelsgeleding = ouders- en leerlinggeleding = oudergeleding

Nadere informatie

http://wetten.overheid.n1/b WBR0003420/Hoofdstukl/Titelll/Afdelm.

http://wetten.overheid.n1/b WBR0003420/Hoofdstukl/Titelll/Afdelm. wetten.nl - Wet- en regelgeving printen - Wet op het primair onderwij. http://wetten.overheid.n1/b WBR0003420/Hoofdstukl/Titelll/Afdelm. Wet op het primair onderwijs, Artikel 17c Artikel 17c. Inhoud intern

Nadere informatie

Regeling structurele gegevenslevering Wet op het primair onderwijs (WPO) en Wet op de expertisecentra (WEC)

Regeling structurele gegevenslevering Wet op het primair onderwijs (WPO) en Wet op de expertisecentra (WEC) Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling structurele gegevenslevering Wet op het primair onderwijs (WPO) en Wet op de

Nadere informatie

Regeling nadere voorschriften met betrekking tot de verrekening van

Regeling nadere voorschriften met betrekking tot de verrekening van Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Regeling nadere voorschriften met betrekking tot de verrekening van uitkeringskosten

Nadere informatie

Instemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de WMS

Instemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de WMS nstemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de WMS = instemming = advies P = personeelsgeleding O = oudergeleding rtikel 10. nstemmingsbevoegdheid

Nadere informatie

Instemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de WMS

Instemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de WMS nstemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de WMS P O/L O L = instemming = advies = personeelsgeleding = ouders- en leerlinggeleding = oudergeleding

Nadere informatie

Melding geïndiceerde leerlingen

Melding geïndiceerde leerlingen Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Bestemd voor scholen voor primair onderwijs; scholen voor

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 1 april 2010, nr. PO/FenV/193500, houdende vaststelling van de bedragen lumpsumbekostiging primair onderwijs voor het schooljaar 2010-2011

Nadere informatie

Regeling aanpassing bekostiging personeel primair onderwijs

Regeling aanpassing bekostiging personeel primair onderwijs Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling aanpassing bekostiging personeel primair onderwijs 2006-2007 Bestemd voor bevoegde

Nadere informatie

Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen

Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling tijdelijke toekenning extra voorschoolse middelen Bestemd voor gemeenten. inwerkingtreding

Nadere informatie

Instemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de WMS

Instemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de WMS nstemmings- en adviesbevoegdheden (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad en ondersteuningsplanraad onder de WMS P O/L O L OPR = instemming = advies = personeelsgeleding = ouders- en leerlinggeleding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 44 Besluit van 22 januari 1999, houdende voorschriften van overgangsrechtelijke aard in verband met de invoering van leerwegen in middelbaar

Nadere informatie

Vaststelling bedragen programma's van eisen voor basisscholen en de speciale scholen voor basisonderwijs

Vaststelling bedragen programma's van eisen voor basisscholen en de speciale scholen voor basisonderwijs Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 16 september 2009, nr. PO/FenV/ 151703, houdende de vaststelling van de bedragen voor de materiële instandhouding van het basisonderwijs,

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd

Hoofdstuk 1. Vaststelling bedragen en landelijk gewogen gemiddelde leeftijd Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 april 2007, nr. PO/BenB/07/10192, houdende vaststelling van de bedragen lumpsumbekostiging primair onderwijs voor het schooljaar

Nadere informatie

Betaald ouderschapsverlof voor het primair onderwijs schooljaar

Betaald ouderschapsverlof voor het primair onderwijs schooljaar Betaald Mededelingen OCenW Bestemd voor: Bevoegde gezagsorganen, directies en overig personeel van: basisscholen, speciale scholen voor basisonderwijs, scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, afdelingen

Nadere informatie

Regeling formatie en bekostiging praktijkscholen met declaratiebekostiging

Regeling formatie en bekostiging praktijkscholen met declaratiebekostiging OCW Regeling formatie en bekostiging praktijkscholen met declaratiebekostiging Regeling van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 oktober 2005, nr. VO/F-2005/42026, houdende de berekening

Nadere informatie

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,

De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap, Regeling toelating tot praktijkonderwijs van LWOO-leerlingen en leerlingen met een indicatie voor (voortgezet) speciaal onderwijs in bijzondere gevallen. De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,

Nadere informatie

Regeling vaststelling van de drempel en de compensatieregeling bij de gewichtenregeling voor het schooljaar

Regeling vaststelling van de drempel en de compensatieregeling bij de gewichtenregeling voor het schooljaar Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling vaststelling van de drempel en de compensatieregeling bij de gewichtenregeling

Nadere informatie

GEMEENTE DRIMMELEN @ VRAGEN IN VERBAND MET HET KLAVERBLAD

GEMEENTE DRIMMELEN @ VRAGEN IN VERBAND MET HET KLAVERBLAD GEMEENTE DRIMMELEN @ VRAGEN IN VERBAND MET HET KLAVERBLAD 31 januari 2014 Opdrachtgever Gemeente Drimmelen Auteurs Jan Littink, mba-me Mr. drs. Klaas te Bos Kenmerk Project RAP003343/JLI/KVO 001712.004.01

Nadere informatie

Financiële arbeidsvoorwaarden per 1 juli 1999 en 1 januari 2000

Financiële arbeidsvoorwaarden per 1 juli 1999 en 1 januari 2000 Vragenrubriek informatiecentrum Bij het opstellen van de Regeling verzilvering 1999-2000 is uitgegaan van de doelstelling van het praktijkonderwijs, namelijk leerlingen voorbereiden op de arbeidsmarkt.

Nadere informatie

Wet op het primair onderwijs Geldend van t/m heden

Wet op het primair onderwijs Geldend van t/m heden Bijlage Wet op het primair onderwijs Geldend van 18-01-2016 t/m heden Afdeling 2. Aanvang van de bekostiging 1. Basisscholen Artikel 73. Begripsbepaling In deze paragraaf wordt onder «school» verstaan:

Nadere informatie

Regeling formatie en bekostiging praktijkscholen met declaratiebekostiging

Regeling formatie en bekostiging praktijkscholen met declaratiebekostiging Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Regeling formatie en bekostiging praktijkscholen met declaratiebekostiging Bestemd

Nadere informatie

Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs

Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs OCenW-Regelingen bij invoering vereenvoudiging Bestemd voor: scholen voor voortgezet, met uitzondering van scholen voor praktijk met declaratiebekostiging; scholengemeenschappen met één of meer van deze

Nadere informatie

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. A. M. Dijksma,

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. A. M. Dijksma, Regeling van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 2007, nr. PO/BenB/07 38.052, houdende het vaststellen van de bedragen voor het verstrekken van de bekostiging voor de materiële

Nadere informatie

22 REGELS BIJ REORGANISATIE

22 REGELS BIJ REORGANISATIE 22 REGELS BIJ REORGANISATIE Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 22:1:1 * Werkingssfeer 22:1:2 * Mogelijke besluiten bij reorganisatie ten aanzien van de ambtenaar 22:1:3

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 993 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs

Nadere informatie

Regeling overgang scholen voor praktijkonderwijs naar lumpsumbekostiging per 1 augustus 2006

Regeling overgang scholen voor praktijkonderwijs naar lumpsumbekostiging per 1 augustus 2006 Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Regeling overgang scholen voor praktijkonderwijs naar lumpsumbekostiging per 1 augustus

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 120, derde lid, en 121, van de Wet op het primair onderwijs;

Gelet op de artikelen 120, derde lid, en 121, van de Wet op het primair onderwijs; Besluit van 25 juni 2014 tot wijziging van het Besluit bekostiging WPO in verband met het bepalen van de voorwaarden voor aanvullende bekostiging van internationaal georiënteerd basisonderwijs Op de voordracht

Nadere informatie

De Raad van State gehoord (advies van 10 februari 2003, nr. W05.02.0527/III);

De Raad van State gehoord (advies van 10 februari 2003, nr. W05.02.0527/III); Besluit van houdende regels inzake regionale verwijzingscommissies, een regionaal zorgbudget en praktijkscholen met declaratiebekostiging in het voortgezet onderwijs en houdende wijzigingen van besluiten

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 10872 20 juli 2009 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 juni 2009, nr. PO&K/FenV/126020,

Nadere informatie

Beleidsregel. Bestemd voor: Algemeen. Vooraf. bevoegd gezag van scholen voor speciaal voortgezet onderwijs en leerwegondersteunend onderwijs.

Beleidsregel. Bestemd voor: Algemeen. Vooraf. bevoegd gezag van scholen voor speciaal voortgezet onderwijs en leerwegondersteunend onderwijs. Omzetting speciaal voortgezet omzetting leerwegondersteunend in praktijkonderwijs, samenvoeging OCenW-Regelingen Bestemd voor: bevoegd gezag van scholen voor speciaal voortgezet onderwijs en leerwegondersteunend

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19282 26 september 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 september 2012, nr. WJZ/436633

Nadere informatie

Bijlage: 1 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: Z/14/007511 beleidsregel bewegingsonderwijs *Z0030E57BEC*

Bijlage: 1 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: Z/14/007511 beleidsregel bewegingsonderwijs *Z0030E57BEC* Postregistratienummer: Z/14/007511/15187 Bijlage: 1 Bij welk oorspronkelijk stuk hoort de bijlage: Z/14/007511 Onderwerp: beleidsregel bewegingsonderwijs Naam auteur: B. de Jong *Z0030E57BEC* Beleidsregel

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr. 9088

STAATSCOURANT. Nr. 9088 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9088 9 april 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 maart 2013, nr. PO/FenV/491620,

Nadere informatie

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

- 1 - De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, - 1 - Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 14 september 2012, nr. WJZ/436633 (10181), houdende de vaststelling van de bedragen voor de materiële instandhouding van het basisonderwijs,

Nadere informatie

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs OCenW-Regelingen voor visueel gehandicapte Bestemd voor: scholen voor vwo, havo, mavo, vbo en praktijkonderwijs; scholengemeernschappen waarin één of meer van deze scholen zijn opgenomen. Algemeen verbindend

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27624 7 oktober 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 september 2013, nr.

Nadere informatie

Regeling bijdrage kosten personele gevolgen wegens beëindiging bekostiging onderwijs allochtone levende talen (oalt)

Regeling bijdrage kosten personele gevolgen wegens beëindiging bekostiging onderwijs allochtone levende talen (oalt) Regeling bijdrage kosten personele gevolgen wegens beëindiging allochtone levende talen (oalt) OCenW-Regelingen Bestemd voor: gemeentebesturen en schoolbesturen van scholen in het primair onderwijs, die

Nadere informatie

Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport

Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs en Topsport Beleidsregel Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beleidsregel scholen voor voortgezet onderwijs met een licentie van de Stichting Landelijk Overleg Onderwijs

Nadere informatie

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaringen speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs clusters 3 en 4

Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaringen speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs clusters 3 en 4 Reglement voor de commissie toelaatbaarheidsverklaringen speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs clusters 3 en 4 Het bestuur van het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Duin en Bollenstreek (28-12)

Nadere informatie

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Wijziging van enkele onderwijswetten in verband met een herziening van de organisatie en financiering van de leerlingenzorg in het primair onderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 14 Wet van 6 juli 2004 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer vereenvoudiging van de bekostigingsbepalingen

Nadere informatie

Financiële arbeidsvoorwaarden 2009

Financiële arbeidsvoorwaarden 2009 Voorlichtingspublicatie FEZ/ART i.o 2008/46080 Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Bestemd voor bevoegde gezagsorganen van scholen voor de sector primair

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 37034 28 oktober 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 oktober 2015, nr. VO/F-2015/796246,

Nadere informatie

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs

R e c t i f i c a t i e Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs voor visueel gehandicapte OCenW-Regelingen Bestemd voor: scholen voor vwo, havo, mavo, vbo en praktijkonderwijs; agrarisch opleidingencentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs

Nadere informatie

De raad van de gemeente Nuth;

De raad van de gemeente Nuth; De raad van de gemeente Nuth; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders; gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs (WPO), de Wet op de Expertisecentra (WEC) en de Wet op het

Nadere informatie

Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen

Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Regeling loonkostensubsidie ondersteunend personeel basisscholen Bestemd voor bevoegde

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 506 Besluit van 5 oktober 2012 tot wijziging van het Formatiebesluit W.V.O. in verband met het budgetteren van de bekostiging van leerwegondersteunend

Nadere informatie

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van (datum), nr. WJZ/2005/5406 (3802), tot vaststelling van de Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging VO De

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20211 9 november 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 27 oktober 2011, nr. WJZ/338116

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 19721 28 september 2012 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 20 september 2012, nr. WJZ/440049

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds HOOFDSTUK 1. VASTSTELLING BEDRAGEN EN LANDELIJK GEWOGEN GEMIDDELDE LEEFTIJD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds HOOFDSTUK 1. VASTSTELLING BEDRAGEN EN LANDELIJK GEWOGEN GEMIDDELDE LEEFTIJD STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9367 21 juni 2010 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 juni 2010, nr. PO/FenV/207525, houdende

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal i Vergaderjaar 1988-1989 Nr. 251 21 101 Regels met betrekking tot de doorstroming en verlaging van de uittredingsleeftijd van onderwijspersoneel (Wet bevordering doorstroming

Nadere informatie

- 1 - Besluit: HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

- 1 - Besluit: HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN - 1 - Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 21 oktober 2012, nr. WJZ/441359 (10274), houdende aanpassing van de bedragen personele bekostiging primair onderwijs voor het schooljaar

Nadere informatie

Aanvullende vergoeding bestuurlijke krachtenbundeling voortgezet onderwijs (vo)

Aanvullende vergoeding bestuurlijke krachtenbundeling voortgezet onderwijs (vo) OCenW-Regelingen bestuurlijke krachtenbundeling a. Omzetting beleidregel VO/ FB-1997/26652 van 17 januari 1998 in een algemeen verbindend voorschrift; b. Extra aanvraagmoment in het schooljaar 1998-1999

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds HOOFDSTUK 1. VASTSTELLING BEDRAGEN EN LANDELIJK GEWOGEN GEMIDDELDE LEEFTIJD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds HOOFDSTUK 1. VASTSTELLING BEDRAGEN EN LANDELIJK GEWOGEN GEMIDDELDE LEEFTIJD STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16342 9 september 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 30 augustus 2011, nr. WJZ/318427

Nadere informatie

Basisstatuut medezeggenschap bevoegd gezag met meer scholen

Basisstatuut medezeggenschap bevoegd gezag met meer scholen Basisstatuut medezeggenschap bevoegd gezag met meer scholen Versie: algemeen Datum: april 2019 Voorwoord In de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) is een zogeheten medezeggenschapsstatuut een verplicht

Nadere informatie